Monumentenroute in en om de oude stadskern
Monumentenroute in en om de oude stadskern Thema ‘Oud gebouw, nieuw gebruik’
INHOUD Activiteitenprogramma Voorwoord Door wethouder mevrouw A. van de Ven
Monumentenroute De geopende monumenten met een beschrijving
Plattegrond Middenkatern
Index Achterin
Zaterdag 10 september 2011 Openingstijd 10.00 uur tot 17.00 uur tenzij anders vermeld In verband met privacy zijn sommige panden gedeeltelijk toegankelijk
Activiteitenprogramma Activiteiten in thema ´Oud gebouw, nieuw gebruik´ Kruisboogschieten Doelentuin
(37)
Toneel, tableaux vivants Hof van Sonoy Grote Kerk Huis van Achten Kruithuis Provadja Stadhuis vm. winkel AH Zie ook afzonderlijk programmaboekje.
(32) (49) (33) (39) (09) (50) (24)
Overige activiteiten Ambachten Ambachtsmolen Glazenier Kapelkerk
(22) (15) (01)
Gedichten Algemene Begraafplaats St. Josephkerk
(60) (64)
Muziek Algemene Begraafplaats De Gouden Engel Hofje Van Paling en Van Foreest Diverse kerken Het Korenlint heeft een eigen programmaboekje.
(60) (43) (66)
Rondleiding Algemene Begraafplaats Korenschoof Lectorium Rosicrucianum St. Laurentiuskerk Stolp, Kanaaldijk 217 Vrijmetselaarsloge Diverse molens
(64) (14) (04) (25) (44) (35)
Speurtocht Speurtocht ca. 6-12 jaar, met een prijs
(01, gemeentelijke informatiestand)
Stadswandeling Stadswandeling o.l.v. een gids
(01, gemeentelijke informatiestand)
Tentoonstelling Doelengebouw De Gouden Engel Grote Kerk Korenschoof Lectorium Rosicrucianum Molen E
(37) (43) (49) (14) (04) (21)
‘Oud gebouw, nieuw gebruik’ Voorwoord De Open Monumentendag jubileert met deze 25e editie, een goed moment om terug te kijken. Het thema ‘Oud gebouw, nieuw gebruik’ haakt daarop in. Het richt enerzijds de aandacht op het verleden en tegelijkertijd laat het zien hoe de monumenten vandaag worden gebruikt. Het herbestemmen van monumenten geniet momenteel nationale aandacht. Ons land kent een groeiende leegstand van monumentale gebouwen en de beste garantie voor hun voortbestaan is ze opnieuw te gebruiken. Voor een nieuwe functie zijn aanpassingen nodig. Daardoor verandert het monument dan wel, maar we krijgen er een levend gebouw voor terug. Alkmaar telt vele monumenten die niet meer hun oorspronkelijke functie hebben: woonhuizen zijn kantoor geworden, pakhuizen werden woonhuis, industriële gebouwen worden nu gebruikt als café of museum. Tegenwoordig zijn we hieraan gewend en valt het bijzondere ervan niet direct op. Vandaag wil ik uw aandacht hierop vestigen, want langs deze monumentenroute zult u vele voorbeelden van hergebruik tegen komen. Een goede gelegenheid om de oude gebouwen en hun nieuwe gebruik op waarde te schatten. Als speciale aanbeveling twee nieuwe deelnemers: het woonhuis Oudegracht 124-126 (3) en als mooi voorbeeld van een oud gebouw met nieuw gebruik, de woning in de voormalige Apostolische kerk aan de Toussaintstraat 13 (53). Herbestemming van gebouwen is van alle tijden. Diverse artikelen hierover zijn gebundeld in de publicatie Het Alkmaars erfgoed leeft, die op Open Monumentendag verschijnt. Het vertelt onder meer over het hergebruik van eeuwenoude gebouwen en van jongere monumenten die een prominente plek in het ons stadsbeeld hebben verworven. Ik wens u een leerzame dag toe in al deze monumentale (her)bestemmingen. Anjo van de Ven Wethouder monumentenzorg en archeologie
5
1
Kapelkerk Kapelsteeg 3 16e eeuw Gotiek Burgemeestersbank Ten tijde van de bouw van de Kapelkerk was de Laat nog water. De ingang zit daarom in de korte gevel aan de Kapelsteeg. Ook het pand genaamd Het Landwijf, daar recht tegenover, heeft om die reden de ingang in deze steeg. Archeologisch onderzoek wijst uit dat de bouw van de Kapelkerk zal zijn begonnen omstreeks 1500, zo’n 20 jaar voordat de Grote Kerk was afgebouwd. Opvallend zijn de zeer talrijke natuurstenen banden in de bakstenen muren. In 1707 werd de kerk uitgebreid met een hoge dwarsbeuk aan de noordzijde in rustige Hollands classicistische stijl. Hierin kwam een grote burgemeestersbank te staan, die alleen mocht worden gebruikt door de leden van het stadsbestuur. Het bankenblok werd uitgevoerd in een modernere stijl: de Lodewijk XIV-stijl. Kenmerkend voor die stijl zijn de krullende acanthusbladeren aan de opzetstukken van de deurtjes. Brand In 1760 werd het gebouw getroffen door een brand. Daarbij ging het middeleeuwse houten tongewelf verloren. Daarvoor in de plaats kwam het huidige stucgewelf met zijn verhoogde velden, voorzien van versieringen in rococo stijl. Een bewoonster van een buurpand van de Kapelkerk was zo blij dat haar huis bij de brand gespaard was gebleven, dat zij aan de kerk een preekstoel schonk. De fraaie houten preekstoel is in rococo stijl uitgevoerd, evenals de orgelkas met de bijbehorende monumentale houten omlijsting. Beide interieurstukken stammen uit 1762. Bij de vervaardiging waren Asmus Frauen uit Amsterdam en Willem Straatman uit Alkmaar betrokken. Er is nog meer te zien, zoals de grote koperen kaarsenkronen. Bezienswaardig zijn ook de kleurige glas-in-loodramen, vervaardigd in de jaren 1920-1940 door de bekende glazenier Willem Bogtman uit Haarlem. Archeologisch onderzoek Eind 2002 en begin 2003 vonden hier archeologische onderzoeken plaats. Er werd een twintigtal graven geborgen. Net als in de Grote Kerk werd in de Kapelkerk begraven in houten kisten, die ter aarde werden besteld en afgedekt door natuurstenen grafzerken. Oorspronkelijk bestond de ondergrond uit een in de 14de eeuw opgebrachte laag vuile klei. Geheel onderin werden nog enkele grafkisten aangetroffen uit een oudere periode, die in deze vuile kleverige grond waren begraven. Van enkele kisten uit de onderlaag, waaronder een mannengraf dat niet was begraven met het hoofd aan de west- maar aan de oostzijde (mogelijk een priester), is eikenhout bemonsterd voor een dendrochronologische datering. De uitkomst was verrassend: het hout van één van de kisten dateerde uit circa 1579, een tweede na 1460 en een derde na 1461. Volgens de bestaande informatie werd door het stadsbestuur pas in 1575 besloten om de Kapelkerk als begraafplaats in gebruik te nemen, omdat de Grote Kerk door de bevolkingsaanwas te klein dreigde te worden. De vondsten wijzen evenwel op een al eerder bestaand gebruik als begraafplaats. Wellicht waren de begrafenissen slechts korte tijd onderbroken als gevolg van de Reformatie en diende de Kapelkerk van aanvang af ook als begraafplaats. In de viering en het oostgedeelte van de Kapelkerk werd gezocht naar de funderingen van oudere bouwfasen. Het zwaartepunt van het onderzoek van 2002 lag bij de plaats waar volgens Reder de oostelijke afsluiting van de oudste kapel zich moest bevinden, namelijk in het schip direct oostelijk van de viering met het dwarsschip van 1707. Tot onze grote verrassing werd hier van de oudste kapel evenwel geen spoor aangetroffen. Sterker nog, de onverstoorde ophoginglaag toonde aan dat hier nimmer een kapelfundering was geweest! Pal naast deze plek werd bovendien een beerput aangetroffen, waaruit een handvol 15de-eeuwse scherven werd verzameld. Kennelijk is er tegen het einde van de 15de eeuw een woonhuis gesloopt om plaats te maken voor de Kapelkerk.
7
Wat betekent dit voor de chronologie? De huidige Kapelkerk is dus in feite gebouwd in slechts twee bouwfasen. De eerste bouwfase betreft het volledige schip met zijbeuk met daarbij een oponthoud bij het voltooien van de noorderzijbeuk. Misschien kreeg men tijdens de bouw problemen met de ondergrond en heeft dit tot vertragingen geleid omdat men worstelde met de oplossing. Uiteindelijk blijkt de gekozen oplossing, die extra zware kolomvoet gevolgd door een koppelingsmuur onder de overige peilers, sterk onvoldoende! De tweede bouwfase was het herstel van de sterk verzakte en verzwakte Kapelkerk door het plaatsen van een dwarspand in 1707. Op grond van de stijl, met name de afwerking van het metselwerk met speklagen, lijkt de eerste bouw pas te dateren vanaf omstreeks 1500, waarbij het oponthoud aan de oostzijde ertoe leidde dat de bouw pas in 1540 is voltooid. Muziek Na het archeologisch onderzoek is het kerkgebouw in 2004 grootscheeps gerestaureerd. Daarbij is het orgel gereviseerd en is de orgelkas in de oorspronkelijke kleur geschilderd: gemarmerd en gehout. Het orgel zal vandaag voor u worden bespeeld door organisten uit de regio. De stadswandeling start om 11.00 uur en 14.00 uur vanaf de gemeentelijke informatiestand.
2
Borstels- en klompen winkel Huigbrouwerstraat 3 19e eeuw Neorenaissance U ziet het: ook in monumenten kunt u winkelen. Kijkt u eens naar de prachtige houten winkelpui. Deze stamt uit 1892, toen de gehele gevel werd vernieuwd in neorenaissance stijl. De pui heeft een symmetrische indeling, met aan weerszijden twee deuren (voor de winkel en bovenwoning) en onder het grote etalageraam zit een natuurstenen borstwering. De eerste steen ziet u onderaan in de borstwering, links naast de winkelentree. In de bovenlichten zijn ventilatieroosters, om te voorkomen dat het grote raam zou beslaan en de koopwaar in mist zou zijn gehuld. Binnen staat nog de oude houten toonbank en langs de wanden de oude hoge kasten. Ook de oude inloop-etalagekasten worden nog altijd ten volle benut. Deze worden aan de binnenzijde afgesloten met glas-in-loodramen. Daarin zijn afbeeldingen opgenomen die verwijzen naar de producten die hier nog altijd worden verkocht. Kijkt u maar eens in het rond en naar het plafond: een gezellige borstel- en klompenwinkel waar u nog de authentieke ambachts-sfeer kunt proeven. De kassa laat van zich horen als deze met de slinger handmatig wordt aangezwengeld.
8
3
Woonhuis Oudegracht 124-126 (geopend 11.00-14.00 uur) 17e eeuw Renaissance De Oudegracht is aangelegd in 1536 en was tot de stadsuitleg in 1573 onderdeel van de vestingsgracht. Op de hoek met de Hofstraat staat een mooi voorbeeld van een bescheiden 17e eeuws woon- / werkhuis in de stad. Het pand kent een bewogen geschiedenis. Zo is het door de eeuwen heen onder andere in gebruik geweest als bakkerij, tapperij, wijnhandel en werkplaats van een loodgieter. De karakteristieke trapgevel met waterlijst en toppilaster op gebeeldhouwde kraagsteen is feitelijk een nauwgezette reconstructie uit 1974 door architect Cornelis de Jong uit de Rijp. De roedevensters met luiken op de verdieping zijn vervangen naar het origineel. De moderne onderpui is gereconstrueerd naar 17e eeuws voorbeeld met centrale toegangsdeur geflankeerd door vensters. Het pand is volledig herbouwd met hergebruik van een aantal oorspronkelijke onderdelen en illustreert daarmee de restauratieopvatting uit die periode. In het interieur zijn op de begane grond enkele muurstijlen, zwanenhalskorbelen met sleutelstukken en geprofileerde balkconsoles te zien die kenmerkend zijn voor de houtskeletbouw uit het eerste kwart van de 17e eeuw. De grenen kapconstructie is een reconstructie van het veel toegepaste Oudhollandse eiken kapspant met krommers. Op de verdieping is het zogenaamde ‘spekluik’ zichtbaar in het gemetselde schoorsteenkanaal. Neemt u zelf eens een kijkje en probeer te ontdekken waar zich oorspronkelijke onderdelen bevinden.
4
Voormalig woonhuis / Lectorium Rosicrucianum Oudegracht 114 17e eeuw Renaissance Rozenkruis De Internationale School van het Gouden Rozenkruis baseert zich op een oeroude traditie van Mysteriescholen, maar is modern in haar boodschap en appelleert aan het sterk geïndividualiseerde bewustzijn van de mens in de 21ste eeuw. Het is geënt op vroegere impulsen van geestelijk ontwaken, zoals dat van de gnostieken, de Katharen en de klassieke Rosenkruisers uit de 17de eeuw. Het Rozenkruis gaat uit van het bestaan van twee natuurorden. Ten eerste is er de ons bekende natuurorde, de wereld waarin wij leven en die niet meer dan een noodorde is - een doorgangshuis en die onderhevig is aan de kringloop van geboren worden, leven, sterven en weer geboren worden. Ten tweede is er oorspronkelijk, Goddelijke Natuur. In het hart van de mens is nog een laatste overblijfsel uit die Goddelijke Natuurorde bewaard gebleven. De Rozenkruiser noemt dit ‘godsvonk’ of het ‘geestvonk-atoom’.
9
Woning De woning dateert uit 1642. In 1982-1983 is het gebouw uitgebreid gerenoveerd en aangepast aan de wensen van de gebruiker. Slechts een zeer klein deel van de oorspronkelijke sporenkap is nog zichtbaar. Achter de monumentale gevel werd een tempel gebouwd. Binnen worden rondleidingen gegeven. Om 11.30, 13.30 en 15.30 uur heeft u de mogelijkheid om de tempel te bezoeken waarbij muziek ten gehore wordt gebracht en de symboliek van Het Rozenkruis wordt toegelicht. Er is een boekentafel (met verkoop) een bescheiden expositie en koffie, thee en fris.
5
Evangelisch Lutherse Kerk Oudegracht 187 17de eeuw Alleen de spitsboogvensters verraden dat dit grote, sobere gebouw een rijk kerkinterieur huisvest. Hier was de schuilkerk van de Lutheranen. Een toren mochten de schuilkerken niet hebben, maar via deze spitsboogramen wilde men toch kenbaar maken dat we hier met een kerk van doen hebben. Zwaan Het inwendige is echter veel rijker, zoals bij Lutherse kerken gebruikelijk. Als u binnen staat en omhoog kijkt ziet u een mooi houten tongewelf met een verhoogd middenveld. Voorts is er een fraaie preekstoel, geschonken door gemeentelid Daniël Rademaker. Het is zijn wapen dat u op de preekstoel ziet. De banken zijn in dezelfde stijl gemaakt. De zij-ingang, aan de Oudegracht, heeft een rijk gesneden tochtportaal uit 1695. Ook dit portaal was een geschenk. Het meest waardevolle inventarisstuk is het schitterende orgel uit 1754. Het is opgesteld op een galerij boven de ingang. Het orgel werd vermoedelijk gebouwd door Pieter Müller, zoon van de bekende orgelbouwer Christian Müller. Het orgel heeft rococo snijwerk en bovenop een zwaan: symbool van Luther en van de Lutheranen. Vandaag wordt het voor u bespeeld.
6
Wildemanshofje Oudegracht 45-91 18e eeuw Classicisme Poortgebouw Het Wildemanshofje is het grootste hofje in de binnenstad van Alkmaar. Het kreeg zelfs een monumentaal poortgebouw, waarop het ‘logo’ van de stichter meer dan levensgroot op het poortgebouw prijkt: Gerrit Florisz. Wildeman. Het hofje werd in 1717 gebouwd en bood aanvankelijk plaats aan vierentwintig bejaarde vrouwen van verschillende geloofsrichting. De beelden op het poortgebouw zijn gemaakt door de Alkmaarse beeldhouwer Jacob van der Beek. U ziet naast de wildeman twee oude dames die de doelgroep voor deze woningen verbeelden: links de ouderdom en rechts de armoede. Boven in het poortgebouw is de regentenkamer ondergebracht. Gaat u gerust de trap op om even te kijken.
10
Eeuwenoude leilinden Op de binnenplaats is een mooie, symmetrisch aangelegde tuin, met rondom eeuwenoude leilinden. De bomen zijn circa tweehonderdenzeventig jaar oud! In de tuin zijn ook nog twee oude waterputten aanwezig. De bewoonsters putten (verleden tijd!) hier hun water, om onder andere de was te doen. De natte was werd in het gras neergelegd om te drogen en te bleken. De tuin was toen ingericht als bleekveld. Dat bleken gebeurde door zonlicht, maar vooral door het chlorifide in het gras. Daarom hangen vele waslijnen boven het gras. Via de achterdeur kunt u het hofje verlaten, maar kijkt u eerst nog even terug naar het poortgebouw, met de ludieke windwijzer. In 1849 werd het hofje gemoderniseerd. Toen werden de kruiskozijnen van het poortgebouw en de woningen vervangen door de huidige schuifvensters. Het interieur van het poortgebouw werd gemoderniseerd tot de staat van vandaag.
7
Voormalige Stadstimmerwerf / kantoor woningcorporatie Keetgracht 1 17e eeuw Classicisme In de Stadtstimmerwerf is woningcorporatie Van Alckmaer gevestigd. Van Alckmaer heeft de timmerwerf aangepast aan haar kantoorwensen, waardoor een bijzondere relatie is ontstaan tussen het oude gebouw en de nieuwbouw. Deze oudste woningcorporatie van onze stad heeft naast haar reguliere verhuurwoningen een groot aantal monumenten in bezit. Heeft u altijd al in een monument willen wonen? Stap dan eens binnen en laat u informeren. Stadstimmerwerf Elke stad had vroeger een stadstimmerwerf. Dit was vaak een kleine werf aan het water, waar het hout lag opgeslagen dat bestemd was voor gemeentewerken. Hier was tevens de werkplaats ingericht om ‘stadstimmerwerk’ te verrichten. In 1528 werd voor het eerst een stadsfabrieksmeester aangesteld, die de timmerfabriek ging leiden. Een bekend product is bijvoorbeeld de preekstoel in de Kapelkerk. In 1600 werd langs de Keetgracht op het terrein van de stadstimmerwerf een overdekte rechthoekige opslagplaats gebouwd. Hierin werd tevens een woning (links) en een vergaderkamer (rechts) ondergebracht. In de jaren 1723-1726 werd het gebouw van de stadstimmerwerf verbouwd en vergroot. Daarbij kwam de u-vormige plattegrond tot stand die het gebouw nog altijd heeft (deze u-vorm kunt u niet zien, maar in het oude deel is de open ruimte van de ‘u’ een binnenplaatsje). De gevels werden verhoogd met een zogeheten attiek en een kap. De oorspronkelijke goot is nog herkenbaar aan de lijst met consoles halverwege de gevel. Tijdens de verbouwing werden o.a. de twee monumentale ingangspartijen aan de Keetgracht gerealiseerd. Dat gebeurde in de toen heersende bouwstijl: de Lodewijk XIV-stijl. Kenmerkend voor die stijl zijn de fraai bewerkte houten consoles, voorzien van schubbenmotieven en sierlijk krullende acanthusbladeren. Die consoles zijn twee aan twee aangebracht langs de lijsten die over de zijgevels lopen, maar zij zitten ook bij de ingangen aan de Keetgracht. Zaterdagse kamer De vergaderruimte lag op de hoek bij de Oudegracht en werd de ‘zaterdagse kamer’ genoemd, omdat op die dag de belangrijkste vergaderingen waren. In deze kamer was een monumentale schoorsteenmantel met op de schoorsteenboezem een fraai zandstenen reliëf met de wapens van de burgemeesters van 1723. Dit reliëf is al vele jaren te bewonderen in het trappenhuis van het stadhuis (zie daar). In de jaren 1990 was in de zaterdagse kamer de afdeling Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Alkmaar gehuisvest. Het pand is vier eeuwen in gebruik geweest bij Openbare Werken.
11
8
Voormalig pakhuis De Vigilantie Verdronkenoord 45 (geopend vanaf 11.00 uur) 17e eeuw Classicisme Waakzaamheid De meeste pakhuizen in de Noordelijke Nederlanden uit de 17de en 18de eeuw kregen een eenvoudige tuitgevel. Maar er zijn uitzonderingen. Zo’n uitzondering is dit pakhuis dat vermoedelijk in de tweede helft van de 17de eeuw gebouwd is. Het pand kreeg zelfs een naam: De Vigilantie. Wist u dat dat ‘waakzaamheid’ betekent? Koeienogen Aan de voorkant ziet u een rijk versierde ‘verhoogde halsgevel’, bekroond door een gebroken fronton met een stenen vaas erin. Aan weerszijden van de hals zitten uitbundig gebeeldhouwde klauwstukken met krullen en diverse soorten bloemen en vruchten. Dit is een verwijzing naar de handel die hier werd opgeslagen. Opmerkelijk zijn de twee gebeeldhouwde ovalen cartouches eronder. In de bouwwereld worden zij op z’n Frans ‘oeil-de-boeuf’ genoemd, ofwel ‘koeienoog’. Vingboons-gevel Dit soort halsgevels hebben de bijnaam ‘Vingboons-gevels’, vernoemd naar de bekende Amsterdamse architect Philip Vingboons. Hij heeft tussen 1640 en 1675 veel van dit soort gevels ontworpen.Vaak werden de Vingboon- gevels geleed door pilasters. Ook bij De Vigilantie is dat het geval. Wie de ontwerper is van deze Alkmaarse gevel is overigens niet bekend.
9
Voormalig Weeshuis / Provadja Filmhuis en Theater Verdronkenoord 12 19e eeuw Neo-classicisme Het pand werd oorspronkelijk gebouwd in 1818 als R.K. weeshuis door stadsarchitect Willem Hamer (1772-1854). Hamer was geboren in Amsterdam en leerde er het werk van de stadsarchitect Abraham van der Hart kennen. Vervolgens verhuisde hij naar Alkmaar om daar zelf stadsarchitect te worden. Hij werkte, net als zijn Amsterdamse leermeester, in de neoclassicistische stijl. Kenmerkende onderdelen van het pand zijn de monumentale ingangspartij met op de begane grond een rondboog-ingang en op de verdieping een reusachtig venster geflankeerd door pilasters. Deze dragen een driehoekig fronton. Niet alleen het gebouw zelf, maar ook de hardstenen stoeppalen werden door Hamer ontworpen. Als beloning voor zijn werk kreeg Hamer een mooie zilveren tabaksdoos, waarop het ontwerp voor het weeshuis stond ingegraveerd.
12
10
Voormalige Accijnstoren / kantoor havenmeester Bierkade 23 17e eeuw Renaissance Dit fraaie torentje werd in 1622 gebouwd als belastingkantoor. Hier werd belasting gevraagd voor alle artikelen die per schip Alkmaar werden ingevoerd. Accijnzen vormden vroeger een belangrijke bron van inkomsten voor de stad. De Accijnstoren heeft een nagenoeg vierkante plattegrond en is opgetrokken in baksteen met natuurstenen banden. Boven de trans (= omgang) heeft het gebouwtje een sierlijke houten toren met luidklok. De toren wordt bekroond door een peervormige bekroning met een vergulde bol. De windwijzer is een binnenvaartscheepje. Tegenwoordig is dit historische onderkomen het kantoor van de gemeentelijke havenmeester. Uurwerk Onder druk van het toenemende autoverkeer werd de Bierkade in 1924 verbreed. Daardoor zou de Accijnstoren midden op de weg komen te staan. Om het gebouwtje voor sloop te behoeden is het vier meter verrold. De gedenksteen naast de ingang herinnert hieraan. Tijdens het verrollen is het 17de-eeuwse uurwerk gewoon door blijven lopen. Als u op de eerste verdieping komt hoort u al het zware getik van het smeedijzeren uurwerk daarboven: de moeite van een klimpartijtje waard.
11
Voormalige Bierbrouwerij / Kachelmuseum Bierkade 10 18e eeuw Classicisme Burgemeester De voorgevel van dit fraaie brede pand dateert uit 1716. Op dat moment woonde hier de toenmalige burgemeester Adriaen Sevenhuyzen Sijmonz. Hij liet twee oudere panden verbouwen tot één riante woning en daar kwam deze monumentale gevel voor te staan. De burgemeester heeft drie jaar van de nieuwe woning kunnen genieten, aangezien hij in 1719 overleed. Het pand is tot 1752 in het bezit van de familie gebleven. Bier In 1846 vestigde de heer C.M. Witte een bierbrouwerij in het pand. Hierbij is het 18de-eeuwse woonhuisinterieur logischerwijze grotendeels verdwenen. De straatnaam Bierkade zegt genoeg over de locatiekeuze van Witte. De bierbrouwerij heeft hier een gouden tijd beleefd. Kachels Bij een restauratie in 1970-1972 is besloten het woonhuisinterieur te reconstrueren. Daarbij is gebruik gemaakt van overplaatsing van onderdelen uit andere Alkmaarse interieurs. Zo is de prachtige 18de-eeuwse trap afkomstig van het pand Langestraat 97 (stadhuis) en zijn de eveneens uit de 18de eeuw daterende interieurs in de twee voorkamers, afkomstig uit het pand Bierkade 15. Het pand is sinds 1992 als Kachelmuseum in gebruik. De museumstukken vormen een goede combinatie met het 18de-eeuwse interieur.
13
12
Remonstrantse Kerk Fnidsen 35-39 17e eeuw Classicisme De remonstrantse kerk is van origine een schuilkerk, gelegen op een binnenterrein. Het gebouw met zijn eenvoudige exterieur werd in 1658 gebouwd op de plaats van een houten gorterij, waar men in het geheim bijeenkwam. De monumentale entree tussen de twee klokgevelhuisjes stamt uit 1728. In het sierlijke ijzerwerk boven de deuren zijn de letters RK, Remonstrantse Kerk, verwerkt. Interieur Bij binnenkomst merkt u direct dat de grenen vloer net als vroeger met fijn zand bestrooid is. Het kerkinterieur is zeer fraai. Binnen heeft het kerkgebouw een houten tongewelf en aan drie zijden galerijen die rusten op houten zuilen. Er is een 17de-eeuwse preekstoel en rondom een 18de-eeuws doophek met rijk versierde koperen doopbogen. Zowel op de preekstoel, als op het doophek staat een koperen lessenaar (resp. 1711 en 1698). Voor de verlichting beschikt men over diverse mooie koperen kronen, kaarsenarmen en blakers (17de en 18de eeuw). Het orgel (1792) is van de Amsterdamse orgelbouwer Johan Strümphler.
13
Voormalige glasfabriek / Ateliers Kerrebijn Luttik Oudorp 79 20ste eeuw Amsterdamse School Het voormalig magazijn van glas en verf aan het Luttik Oudorp heeft een zeer fraaie gevel in Amsterdamse Schoolstijl. De architect was de Alkmaarder P.J. van der List, die een flink aantal woningen in deze bouwstijl heeft ontworpen in onze stad, variërend van villa’s tot arbeiderswoningen. In 1930 werd het linker deel opgetrokken in gele baksteen op een zwarte betonnen plint. Daar zijn boven de dubbele houten toegangsdeuren acht hoge vensters, gevuld met gebrandschilderd glas-in-lood. Deze komen ongetwijfeld uit het atelier van de opdrachtgever zelf; de firma Kerrebijn, en diende als reclame en voorbeeld voor de klanten. In 1939 werd het rechterdeel aangebouwd in dezelfde stijl. Het platte dak kreeg een glazen lichtkap. In 1969 verhuisde de glasfirma naar het industriegebied Oudorp. Begin jaren ’90 is het pand omgebouwd tot woningen en ateliers. De atelierruimte op de begane grond is toegankelijk en er is een expositie ingericht.
14
14
Voormalig pakhuis De Korenschoof / architectenkantoor Luttik Oudorp 81 17e eeuw Aan het Luttik Oudorp staan Alkmaars grote pakhuizen. Waar elders in de stad voornamelijk kleinere opslaghuizen stonden, was hier ruimte (en geld) voor soms wel 4 tot 5 pakzolders boven elkaar. Het 17de-eeuwse korenpakhuis ‘De Korenschoof’ aan het Luttik Oudorp is daar een goed voorbeeld van. Het heeft in de top een zogeheten tuitgevel, een sobere vorm die voor pakhuizen veel werd toegepast. Het pand heeft op de zolders brede laaddeuren, alle bekroond door een gedrukte boog met in het midden een kleine zandstenen sluitsteen. De grote ijzeren gehengen (voorlopers van scharnieren) zitten vast aan blokken van zandsteen. Links en rechts van de laaddeuren zijn kleine boogvensters aangebracht. Ook in de top zijn drie van die rondboogvensters te zien. Bovenin de top zit de hijsbalk en op de bovenste zolder is nog het oude hijswiel aanwezig, dat vanaf alle verdiepingen kon worden bediend. Tien jaar kerssens | de ruiter architecten Dit monument huisvest al 10 jaar het kantoor van kerssens | de ruiter architecten. Met eigentijdse toevoegingen als trappen, vides, glazen vloerdelen en verlichting is een uitgebalanceerd spanningsveld tussen het historische casco en moderne architectuur bereikt. U wordt vandaag rondgeleid door een gids. Architecten kerssens I de ruiter exposeren hun werk en beeldend kunstenaar Thalita Schiffer haar beelden en tekeningen.
15
Woonhuis winkel De Glazenier Appelsteeg 1 19e eeuw Neorenaissance Ronde hoek Op de hoek van de Appelsteeg en het Luttik Oudorp staat een groot pand met beneden een winkel en boven woonruimte. De gevel is gebouwd in 1887 (zoals te lezen op de gevelsteen op de hoek tussen de ramen van de eerste en tweede verdieping). De bouwstijl is die van de neorenaissance. Karakteristiek voor die stijl zijn onder meer de geblokte lisenen bij de hoeken. Zij vormen de verticale verbindingslijnen tussen de kroonlijst van de winkelpui en de kroonlijst van het bovendeel van de gevel. Bijzonder is de afgeronde hoek, compleet met de ramen met gebogen glas. Dergelijke ronde hoeken heeft men in de 19de eeuw op verschillende plaatsen in de stad gebouwd, maar er zijn er niet veel meer te vinden. Het pand is geschilderd in de originele kleuren.
15
Gevelstenen Behalve de gevelsteen met het jaartal 1887 is er een tweede jaartalsteen uit 1609, te vinden aan de zijde van het Luttik Oudorp. Deze steen komt uit een pand dat eerder op deze plek heeft gestaan. Er zijn nog twee oude gevelstenen te vinden. De ene, aan het Luttik Oudorp, laat een zeilschip zien met op de achtergrond een stad met een hoge torenspits. De andere, aan de Appelsteeg, toont een (appel)boom. Net als de straatnaam Appelsteeg is dit een verwijzing naar de appelmarkt die op de Zijdam werd gehouden. Ambacht In dit prachtige pand is de Alkmaarse Glazenier gevestigd, die in de winkel bijzondere oude en nieuwe glas-in-lood-ramen heeft staan. Binnen kunt u zien hoe het bewerken van glas op ambachtelijke wijze wordt uitgevoerd.
16
Monumentenloods Torenburg 3 (geopend vanaf 11.00 uur) 17e eeuw U staat voor de gemeentelijke Monumentenloods. Hier wordt historisch bouwmateriaal opgeslagen dat bij sloop of verbouwing vrijkomt. Via particulieren wordt het opnieuw toegepast bij monumentale herstelwerkzaamheden aan interieur en exterieur in Alkmaar en omgeving. Als u gaat restaureren of verbouwen en u wilt gebruik maken van oude paneeldeuren, glas-in-lood, vloertegels, marmeren schouwen, balken, trappen, deurklinken en dergelijke, dan kunt u hier terecht. Natuurlijk zijn we ook blij wanneer u historisch bouwmateriaal over heeft en voor herplaatsing beschikbaar wilt stellen. De zolder is ingericht als museum voor historische bouwonderdelen van eigen bodem.
17
Molen ’t Roode Hert Frieseweg 102 18e eeuw Achtkante stellingmolen Oliemolen, volmolen, pelmolen, korenmolen Sinds het begin van de 17de eeuw hebben op deze plek diverse soorten molens elkaar opgevolgd: allereerst stond er een oliemolen. Deze werd verbouwd tot volmolen. Vollen is het pletten van weefsel tot een lap. In 1817 werd de volmolen vervangen door een pelmolen genaamd De Dordtsche Maagd. Deze kwam uit de Zaanstreek en werd omgedoopt tot ‘t Roode Hert. Toen deze op zijn beurt in 1924 afbrandde, kwam in 1925 opnieuw een pelmolen uit de Zaanstreek. Dat was De Witte Klok uit circa 1748. De Witte Klok werd omgebouwd tot de huidige korenmolen. Ook deze kreeg de naam ‘t Roode Hert. De houten molen staat op een hoge ‘stelling’ om veel wind te kunnen vangen. De korenmolen is volop in gebruik door de antroposofische Raphaëlstichting. Hier worden op ambachtelijke wijze en bijna uitsluitend met windkracht biologische granen vermalen die als grondstof dienen voor diverse bakkers in de regio. De eindproducten worden natuurlijk ook verkocht in de grutterij naast de molen. In juni vorig jaar werd de molenaar opgeschrikt door een breuk van een wiek. Daarom treft u vandaag de molen niet draaiend aan. Komt u gerust het binnenwerk eens bekijken. 16
18
19
20
21
22
Molens B, C, D en E en Ambachtsmolen Molenkade 6 t/m 9 en ’t Wuiver 3 Door de droogmaking van de Heerhugowaard kon men het water uit de andere polders niet meer kwijt en werd besloten een extra ‘trap’ in de molenbemaling aan te leggen. Voor dit doel werd rond 1630 een reeks van vijf molens gebouwd langs de huidige Hoornsevaart. De molens kregen de namen A, B, C, D, en E. Molen A stond bij de Halvemaansbrug en is verdwenen. Deze zogeheten strijkmolens behoorden bij de voormalige Raaksmaatboezem. In 1632 werd achter Oudorp de Ambachtsmolen gebouwd, die het water uit de Geestmerambacht naar het hogere peil van de Schermerboezem moest strijken. Achtkante binnenkruiers Alle molens zijn zogeheten achtkante binnenkruiers, ofwel ze hebben acht zijden en van binnenuit wordt de kap gedraaid (gekruid). Van oorsprong waren dit schepradmolens tot de schepraden in de eerste helft van de 19e eeuw plaats maakten voor een vijzel die het water sneller en krachtiger kon verplaatsen. De molens hebben dienst gedaan tot in 1941 de Raaksmaatboezem en Schermerboezem een gelijk waterpeil kregen. Toen zijn ze buiten werking gesteld waarbij de waterlopen werden gedichten en bij de meeste ook het binnenwerk werd verwijderd. Door de woningnood tijdens WOII zijn de molens bewoond geraakt en behoed voor sloop. Aan dat laatste moeten we tegenwoordig toch niet aan denken! Molenstichting Deze vijf molens zijn sinds 2000 eigendom van de Molenstichting Alkmaar en omstreken. De stichting heeft haar molens grondig gerestaureerd met de oorspronkelijke situatie als uitgangspunt. Daarbij staat het bewonen en het functioneren van de molens voorop. De vrijwillig molenaars vertellen u graag alles over hun molen. Bijvoorbeeld, hoe de kap wordt gekruid, wat een Oudhollands wiekensysteem of een molenbiotoop is en hoe de inrichting van het erf hoort te zijn. Bij gunstige wind zult u de molens langs de Molenkade gezamenlijk zien draaien.
18
Molen B Molenkade 6 17e eeuw Achtkante binnenkruier Molen B is de enige molen die niet door de stichting is gerestaureerd. Het herstel was toen al klaar en de molen was in1975 weer draaivaardig. Het achterstallig onderhoud is door de huidige molenaar ingelopen, die u vandaag graag ontvangt. Wist u dat een molen een ‘baard’ heeft? En dat Molen B jaarlijks de meeste omwentelingen heeft van de vier. Daar zit meer achter! Vraagt u er eens naar bij de molenaar. U treft bij deze molen tevens een rommelmarkt.
17
19
Molen C Molenkade 7 17e eeuw Achtkante binnenkruier Molen C is vaak geteisterd door brand en heeft daarmee helaas faam bereikt. In maart 1999 wordt de molen, die dan al jarenlang onaangeroerd leeg staat, in brand gestoken. Een zwaar geblakerd achtkant bleef over. In deze staat wordt in Molen C in 2000 met een bruidschat overgedragen aan de stichting, die hard werkt aan herstel. Op 1e kerstdag 2004 is er opnieuw brand. De schade is extra groot omdat veel van de oorspronkelijke delen dit maal onherstelbaar zijn aangetast. De stichting laat het hoofd niet hangen en maakt deze molen zelfs tot de enige maalvaardige molen van de hele rij! Het interieur is volgens authentieke wijze herbouwd en wordt bewoond door een trotse molenaar, een van de circa 80 gediplomeerde vrouwelijke beroepsmolenaars.
20
Molen D Molenkade 8 17e eeuw Achtkante binnenkruier In Molen D ziet u hoe je als hedendaags gezin modern kunt wonen in een molen. De huidige molenaar is in 1997 ‘aangesteld’ en heeft met behulp van vrienden eigenhandig de woning opgebouwd. De molen was in 1997 wel al bewoonbaar, met delen afkomstig uit buur C die in de jaren 1990 gerestaureerd zou worden. Van wonen was nog geen sprake, want eerst werd het ‘gevlucht’ hersteld, zodat de molen kon draaien. Toen in 1999 molen C afbrandde werd Molen D onderkomen van een brandwacht. Vervolgens bleek de onderkant door houtworm aangetast en moest het riet nog aangepakt. Uiteindelijk betrok de molenaar in 2002 met zijn gezin Molen D. Er moest toen uiteraard nog wel het een en ander gebeuren. Uiteindelijk is ook het erf uitgebreid opgeknapt en op oude wijze ingericht met schuur en moestuin.
21
Molen E Molenkade 9 17e eeuw Achtkante binnenkruier Molen E is uitwendig grootscheeps gerestaureerd waarbij voornamelijk gebruik is gemaakt van informatie die uit de molen zelf vrijkwam. De waterloop is uitgegraven en de romp rechtgezet, de wieken hersteld etc. Sinds 2009 is de molen weer bewoonbaar. Het interieur is gereconstrueerd aan de hand van bouwhistorisch onderzoek. Daarmee werd dit het meest complete authentieke interieur van de molens in eigendom van de stichting. Kleuronderzoek leidde tot het prachtige kleurenscala dat u binnen zult aantreffen. In deze molen wordt koffie, thee en limonade geschonken en is op het erf een museum met zelf opgegraven bodemvondsten ingericht.
18
22
Ambachtsmolen ’t Wuiver 35 17e eeuw Achtkante binnenkruier Deze molen ligt prachtig in het natuurgebied De Leedjes, naast de Kippenbrug. Ook deze molen heeft een jarenlange reeks van herstelwerkzaamheden achter de rug. Allereerst kwam op het terrein een nieuwe schuur in oude stijl waar het molenaarsechtpaar voorlopig kon wonen. In 2004 werd met de molen gestart. De kap werd recht gezet, de vang hersteld en er kwam nieuw riet op het dak en de achtkant. In 2005 werd de molen –na 65 jaar stilstand- draaivaardig gemaakt. Ook de directe omgeving van de molen is flink opgeknapt. Tussen molen en kippenbrug kreeg het natuurgebied De Leedjes gestalte. In 2008 werd de molen weer bewoonbaar. Neemt u vooral de tijd om de molen ook van binnen te bewonderen. Hier krijgt u koffie, een rondleiding en u kunt het klompenmakersambacht van dichtbij bekijken.
23
De Terp Kerklaan 4 19e eeuw Eclecticisme Deze kerk is zeer pittoresk gelegen. Het ligt enigszins verhoogd in de omgeving, op een natuurlijke duinheuvel en deze ligging bezorgde de kerk de bijnaam ‘De Terp’. Vanwege het pleisterwerk, wordt het ook wel ‘Het Witte Kerkje’ genoemd. Het model is een zaalkerk, omdat het bestaat uit één rechte ruimte (zonder dwarsbeuken). Al in de 11de eeuw stond hier een kerkje, vermoedelijk van hout. In de 12e of 13e eeuw werd deze vervangen door een kerk van baksteen met een forse kerktoren in Romaanse stijl. Het koorgedeelte werd later vergroot, zoals nog is te zien op 16de-eeuwse schilderijen. Toen in 1573 de Spanjaarden ons land introkken en Alkmaar kwamen belegeren, hebben de Spaanse troepen hier hun kamp opgeslagen. Op historische schilderijen is de kerk duidelijk zichtbaar in het Spaanse kamp. Het gebouw heeft onder de oorlog flink geleden en kon door armoede van de dorpelingen pas aan het eind van de eeuw worden hersteld. Omstreeks 1850 was de oude kerk echter zo bouwvallig, dat een groot deel moest worden gesloopt. Ook de toren werd afgebroken en er kwam een houten exemplaar. De kerk kreeg toen haar huidige vorm.
19
24
Voormalige Winkel van Albert Heijn / winkel Fnidsen 85 / Hekelstraat 2 (de winkel is geopend) 19e eeuw Neorenaissance Deze schoenenwinkel heeft een bijzonder onderkomen: het eerste winkeltje van Albert Heijn in Alkmaar! In 1897 liet de Zaanse firma Albert Heijn op deze hoek haar derde filiaal bouwen (in de Zaanstreek en Purmerend waren al eerder winkels geopend). De naam staat nog te lezen op de zwarte glazen plaat boven de pui: ‘Albert Heijn, kruideniers-grutterswaren’. Boven de Alkmaarse winkel was een bijbehorende woning (in de gevel aan de Hekelstraatzijde staat nog het woord ‘huisbel’ naast de deur) en aangrenzend in de Hekelstraat was een pakhuis voor opslag. Het complex heeft eigenlijk drie voorgevels gekregen: één aan het Fnidsen en twee in de Hekelstraat. De gevels zijn opgebouwd in de neorenaissance stijl, met vele versieringen in het metselwerk boven de ramen, uitbundig gekrulde muurankers, natuurstenen blokken en ver uitstekende gebeeldhouwde koppen. Aan de gevel in de Hekelstraat zijn twee ludieke koppen aangebracht die gelijkenis met personen doen vermoeden. De houten winkelpui heeft kundig snijwerk en let u ook eens op de regenpijp! Boven de winkelpui is een rand van Delftsblauwe tegels aangebracht. De winkelpui is in de originele bruine kleur geschilderd. Inwendig is een hedendaags winkelinterieur aangebracht.
25
St. Laurentiuskerk Verdronkenoord 68 (ook op zondag 11 sept. geopend 12.30-17.00 uur) 19e eeuw Neogotiek Dit jaar viert de St. Laurentiuskerk haar 150ste verjaardag een tentoonstelling geeft een overzicht van de hoogtepunten uit haar bestaan. Het orgel zal worden bespeeld en er zijn kenners in huis die u graag rondleiden. Het kerkgebouw De rooms-katholieke Sint Laurentiuskerk werd gebouwd in 1859-1861 in neogotische stijl. Het is één van de vroegste werken in Noord-Holland van de beroemde architect Pierre Cuypers, uit Roermond. Het is een kerk op de plattegrond van een Latijns kruis. Tot de bijzonderheden behoren de luchtbogen aan de buitenkant van het gebouw. Deze dienen om de uitwaartse druk van de zware hoge muren op te vangen. Een andere bijzonderheid is de toepassing van Limburgse mergelsteen, o.a. voor het rijk versierde roosventer boven de monumentale toegangsdeur in de westgevel.
20
Interieurstukken In het interieur valt de fraaie neogotische detaillering op, bijvoorbeeld bij het houten tongewelf met de kleurige rozetten, of bij de reliëfs van mergelsteen langs de wanden. In de transepten bevinden zich kleurige wandschilderingen met de uitbeelding van het Heilige Bloedmirakel van Alkmaar, vervaardigd door J.A. Kläsener tussen 1874 en 1880. Eerder al had hij de reeks kruiswegstaties geschilderd (1866-1868). Er is ook een aantrekkelijke neogotische inventaris aanwezig met o.a. de oorspronkelijke door Cuypers ontworpen kerkbanken. Voorts een groot triomfkruis uit 1862 bij het begin van het koor, een Heilig Hartbeeld uit 1883, een Maria-altaar (links van het koor) en een H. Bloedaltaar (rechts van het koor). Opmerkelijk zijn ook de gebrandschilderde ramen. De oudste zijn in het koor, vervaardigd door het atelier van Nicolas in Roermond (1862 en 1895), de andere zijn gemaakt door het atelier van J. Dobbelaere uit Brugge (1895-1907).
26
Voormalig Koopmanshuis De Zijworm /woonhuis en winkel Mient 33 (winkel is geopend) 17e eeuw Renaissance Dit pand is een koopmanshuis met een verhoogde halsgevel en grote krullende klauwstukken. De jaartalsteen geeft het jaar van deze verbouwing aan: anno 1672. De zijderups in de gevelsteen in het midden, verklapt dat hier zijde te koop was en het pand heet dan ook De Zijworm. Het kroontje boven de rups duidt op een status die vergelijkbaar is met hofleverancier. De nieuwe eigenaar was net als zijn voorganger zijdekoopman. Een opmerkelijk incident is de poging om in Alkmaar zijderupsen te kweken. U kunt wel raden hoe dit zal zijn afgelopen in ons klimaat. Van 1641 tot 1675 is hier zijde verkocht. Daarna hebben diverse winkeliers er hun geluk beproefd. Bij de restauratie in 2007-2008 is ontdekt dat achter de gevel een veel ouder pand schuilgaat. Delen van het houtskelet blijken zelfs uit 1501 te dateren.
27
Winkel N.L. zaak Mient 14-16 (winkel is geopend) 19e eeuw Achter deze 19e-eeuwse gevel is een bijzondere winkel gevestigd, zoals je ze in die tijd veel zag. Overal allerhande onderdelen en materialen van de vloer tot aan het plafond. In de 19e eeuw verplaatste de handel zich van buiten naar binnen en ontstonden veel van dergelijke magazijnen. De concentratie kwam op plekken waar de markten waren, op de Mient, langs het Verdronkenoord, en het Fnidsen. Aan het eind van de 19e eeuw kwamen ook aan de woonstraten Laat (gedempt in 1871) en Langestraat meer en meer winkels. Aanvankelijk werd nog veel op de stoep uitgestald onder luifels, maar toen die ten bate van het opkomende verkeer verdwenen, werd voornamelijk binnen gewinkeld. Door de ontwikkeling in de glasproductie konden grote ramen worden gemaakt waarmee de winkelier graag hoge uitstalkasten liet bouwen. Hier is de N.L. zaak gevestigd, de winkel voor elektrische artikelen, gereedschappen, autopeds, rijwielonderdelen en ijzerwaren. Stap eens binnen in dit magazijn en werp ook een blik op de authentieke grote etalagekasten. Door de afmeting en natuurlijk door de inrichting zijn ze een bezienswaardigheid in Alkmaar.
21
28
De Waag / Hollands Kaasmuseum Waagplein 2 14e eeuw Renaissance Kapel Het Waaggebouw heeft een interessante geschiedenis. Oorspronkelijk heeft het gebouw, dat dateert uit de 14de eeuw, de bestemming gehad van Heilige Geestkapel. In het naastgelegen Heilige Geestgasthuis konden arme reizigers gedurende drie dagen en nachten gratis onderdak krijgen. Ook werden er zieken verpleegd. In 1566 gaf de bisschop van Haarlem toestemming om het Heilige Geestgasthuis in te richten tot waaghuis. Na het Spaanse beleg werd de Waag aan de stad geschonken, wegens betoonde dapperheid en trouw. In 1582 besloot men de Waag over te brengen naar de grotere Heilige Geestkapel, die inmiddels aan zijn bestemming was onttrokken. De verbouwing van kapel tot waag, waarbij een gedeelte werd weggebroken (de oorspronkelijke koorsluiting is in het plaveisel weergegeven), werd in 1583 voltooid. Het gebouw kreeg een rijk versierde gevel in renaissancestijl. In 1597 werd besloten tot vernieuwen en vergroten van de toren en het aanbrengen van een verdiepingsvloer. Kaas, vlees en graan De beroemde Kaasmarkt werd al in de 14de eeuw nabij het H. Geestgasthuis gehouden. Tot 1713 was er op vrijdag èn zaterdag kaasmarkt. Toen het H. Geestgasthuis in de 16de eeuw leeg kwam te staan is het koor afgebroken en omgebouwd tot Waaggebouw (1582). Hier zijn nog altijd de grote weegschalen in ondergebracht. Het deel van het Waaggebouw waar nu het VVV kantoor is gehuisvest, het schip van de voormalige H. Geestkapel, ging dienst doen als vleesmarkt. In 1597 kwam boven de vleesmarkt een verdieping voor de opslag van graan. Tijdens Open Monumentendag krijgt iedere bezoeker een blokje Campinakaas. Het Waagplein groeide met de eeuwen. In de 17de en 18de eeuw werden diverse woonhuizen aan de zuidzijde en westzijde (langs de Houttil) afgebroken om het marktterrein te vergroten. In de 19de eeuw werden de huizen die aan de noordzijde stonden afgebroken en zo ontstond het huidige Waagplein. Tot 1913 heeft op de plek van de winkel aan de overzijde van het plein een tweede Waaggebouwtje gestaan. De kaas die op het plein werd verhandeld, werd aangevoerd uit het omliggende platteland. Grote boeren leverderden zelfstandig, kleine boeren verenigden zich in coöperatieve kaasfabriekjes. In de jaren 1920 kwam er een terugval in deze wijze van handel, er bleven weinig zelfstandige kaasmakers over en grote zuivelfabrieken maakten de markt overbodig. Na WOII werd op de markt alleen nog gewogen, de koop was vooraf al gesloten. De grootste afnemers zijn niet meer de regionale klanten, maar landen als Duitsland, Engeland, VS en Japan. Deze landen leveren nu de grootste groep toeristen, waaraan de kaasmarkt haar bestaan te danken heeft. Gelukkig klinkt van medio april tot medio september nog elke vrijdag om 10.00 uur de bel als startsein van de markt en wordt de definitieve koop gesloten met een traditioneel handjeklap! In het Hollands Kaasmuseum wordt u vandaag getrakteerd op een stukje kaas.
22
29
Voormalig Kaaspakhuis / woonhuis Achterstraat 15 20ste eeuw Jugendstil Het staat in grote letters op de gevel: Kaaspakhuis A. Henneman, anno 1914. Deze tekst is jarenlang verstopt geweest achter een betimmering en sinds het voorjaar van 2004 weer te lezen. Op de gevel zijn ook twee sierlijke kaasberries afgebeeld, die waarschijnlijk zijn gemaakt door keramist W.C. Brouwer. Rechts onderaan naast de ingang vindt u de eerste steen. De heer Henneman liet zijn kaaspakhuis bouwen in de sobere jugendstil. Dat is vooral aan het bovenste deel van het pand te zien, waar een lichtgekleurde baksteen is gebruikt. Nu u toch naar boven kijkt, kunt u zien dat het bovenste deel iets naar achteren ligt waardoor een terras is ontstaan. Op dit terras werden de buitenklusjes gedaan, zoals het oliën van de kazen. De oorspronkelijke ramen met houten roeden (ook een kenmerk van de Jugendstil) zijn na brand vervangen. Het pand heeft oorspronkelijk doorgelopen tot aan de Houttil, nu is dat niet meer zo. Na Henneman hebben diverse eigenaren het kaaspakhuis in gebruik gehad. Op de begane grond kunt u sinds jaar en dag winkelen. Tegenwoordig wordt het kaaspakhuis bewoond en op wel zeer bijzondere wijze. Het interieur is een feest voor het oog en binnen kunt u de kaas bijna nog ruiken. De bewoners wonen namelijk ‘gewoon’ op de oude houten vloeren en hebben zelfs enkele meubelstukken en objecten uit het kaaspakhuis zorgvuldig bewaard.
23
31
Doopsgezinde Kerk Koningsweg 10 17e eeuw Neo-classicisme
Welkom in één van de oudste stenen doopsgezinde kerken in ons land. Deze doopsgezinde kerk is in 1617 gebouwd op initiatief van de beroemde voorganger Hans de Ries. Het was aanvankelijk een schuilkerk die achter de bebouwing van de Koningsweg lag. Waar nu het tuinhek is, stond tot 1856 gewoon een rij huisjes. Toen deze huisjes in 1856 werden afgebroken, kwam hier het voorplein met het bloemperk. Evenals de andere Alkmaarse schuilkerken kreeg ook deze een houten tongewelf. In de 19de eeuw werden het gebouw en de inrichting sterk gewijzigd. Zo tekende C.W. Bruinvis, de latere stadsarchivaris, in 1854 een nieuwe voorgevel in neoclassicistische stijl met rondboogvensters. Tot de oudste inventarisstukken behoort het neoclassicistische orgelfront uit 1819 van orgelbouwer J.C. Deytenbach. Het instrument erachter is een Flaes-orgel uit 1866. In 1876 werd het gehele interieur veranderd naar ontwerp van stadsarchitect W.F. du Croix. Uit die tijd stammen ook de banken met hun neo-gotische detaillering.
32
Hof van Sonoy Hof van Sonoy 1 (de toren is opengesteld) 16e eeuw Renaissance Sonoy Op de plaats van het huidige Hof van Sonoy lag sinds ca. 1430 het Witte Hof of Sint Maria Magdalena Klooster. De oudste delen van het huidige complex dateren nog uit die tijd. Het klooster werd in 1572 gemeente eigendom en werd gebruikt als onderdak voor die stedelingen wiens huizen waren gesloopt voor de aanleg van de nieuwe stadsverdediging. Na het beleg werd het oude klooster verkocht aan Diederick van Sonoy, gouverneur van het Noorderkwartier, die hier enige jaren heeft gewoond. Sonoy had een sleutelrol in de overwinning op de Spanjaarden in 1573. Zijn naam is aan deze plek verbonden gebleven.
Bardes De volgende eigenaar was mr. Willem van Bardes. Hij heeft de markante achtkantige toren laten bouwen. Het poortje met het wapen van Bardes dateert uit het begin van de 17de eeuw. In 1743 kwam het Hof in bezit van de Nederlands Hervormde Gemeente, die hier een tehuis voor oude mannen en vrouwen vestigde. De later aangebrachte gevelsteen aan de buitenzijde van het poortje herinnert hieraan. Dit poortje is overigens in de jaren 1970 geadopteerd door de Historische Vereniging Alkmaar, die het als logo voert. Het linkerpand is tegenwoordig ingericht als restaurant en ook in de toren kunt u dineren. U kunt vandaag via de trap (een kleine 100 treden) de torenkamer bezoeken en genieten van het uitzicht.
24
33
Hofje van Nordingen of Huis van Achten Lombardsteeg 23 17e eeuw Renaissance Provenhuis Het hofje van Johan van Nordingen bevindt zich net als het naastgelegen Hof van Sonoy op het oorspronkelijke terrein van het Witte Hof of Sint Maria Magdalena Klooster. Dit hofje werd in 1657 door Johan van Nordingen gesticht. Het stichten van een hof gebeurde in de regel bij wilsbeschikking, dus de stichter was al overleden voordat het hofje werd gebouwd. Daarom is de datum van stichting, nooit dezelfde als de daadwerkelijke oprichting van het gebouw. Een hofje werd ook wel provenhuis genoemd. Een prove is een geschenk, dat was in dit geval uiteraard het onderdak. De bewoners van een provenhuis heetten ook wel proveniers. Het graf van Van Nordingen zou beschikbaar blijven als laatste rustplaats voor de bewoners. Huis van Achten Van Nordingen bepaalde in zijn testament dat het huis ingericht moest worden als tehuis voor zes, zeven of acht oude mannen. Het werden er uiteindelijk acht en daarom heet het hofje in de volksmond het ‘Huis van Achten’. Van Nordingen had uitdrukkelijk bepaald er niet gelet mocht worden op godsdienst van de bewoners. Dat het huis voor oude mannen was bestemd ziet men aan de beelden van de mooie gevel in Renaissance-stijl aan de Gedempte Nieuwesloot. De hoofdingang zit niet onder de voorgevel, zoals men zou verwachten, maar in de smalle Lombardsteeg. Aan de straatnaam ziet u de reden: ten tijde van de bouw van het hofje was de Nieuwesloot nog niet gedempt, dat gebeurde in 1871. Tot die tijd liep over het water een hoge boogbrug naar de Lombardsteeg. Het Provenhuis is in een U-vorm gebouwd, waarbij het Hof van Sonoy de open zijde afsluit. De opbouw is eenvoudig. Langs de Veerstraat en de Lombardsteeg treffen we de ramen van de oorspronkelijke acht kamers aan. Op de hoek met de Nieuwesloot is de fraaie regentenkamer. Langs de drie vleugels loopt een sfeerrijke overdekte gang met ramen aan de binnentuin.
34
Vm. Gebouw voor Kadaster en Postkantoor/ brasserie-restaurant Gedempte Nieuwesloot 36 19e eeuw Neorenaissance In 1877 werd het pand naar ontwerp van C.H. Peters gebouwd als Kadaster-, Hypotheek- en Koninklijk Postkantoor. Peters heeft in zijn functie als rijksbouwkundige, en later Rijksbouwmeester, vele postkantoren en andere rijksgebouwen ontworpen. Maar het postkantoor in Alkmaar is één van de eerste. Het pand is opgetrokken in neo-renaissance stijl. Meest opvallende gebouw van Peters’ hand is het hoofdpostkantoor in Amsterdam uit 1895-1899, nu beter bekend als Magna Plaza. Tot de verhuizing van het postkantoor in 1916 had deze zijn ingang in het midden van het symmetrische pand. Helemaal links zat de ingang tot het kadasteren hypotheekkantoor. Uiterst rechts zat de voordeur van de woning van de directeur van het postkantoor, deze besloeg een groot deel van de rechtervleugel van het pand. Nu zijn beide deuren verdwenen en vervangen door vensters. Toen het postkantoor naar de Koorstraat verhuisde werd het pand ingrijpend verbouwd. Direct achter de centrale ingang kwam een nieuw trappenhuis.
25
Deze werd op de binnenplaats van het U-vormige gebouw geplaatst. De rest van de binnenplaats werd volgebouwd met extra archiefruimte. Op zolder werden 2 kopieerkamers gebouwd, waar een dakkapel met grote vensters zorgde voor extra daglicht. Sinds enkele jaren is hier een hotel met restaurant en brasserie in het pand.
35
Logegebouw van de Vrijmetselaren Gedempte Nieuwesloot 153 20ste eeuw Amsterdamse School Korenfestival De loge organiseert al jaren het ‘Korenfestival’ op Open Monumentendag. Ruim twintig koren verzorgen vele optredens in verschillende monumenten in de binnenstad van Alkmaar. Het programmaboekje is o.a. hier verkrijgbaar. Loges In dit gebouw houden drie Alkmaarse Vrijmetselaarsloges hun bijeenkomsten: De Noordstar, De Morgenster en Noorderkroon en een loge van de Weefsters:VACE. De loge De Noordstar is de oudste. Al in 1800 beoefende deze de vrijmetselarij in Alkmaar. Zij kocht in 1893 een bescheiden gebouwtje, een voorganger van het huidige pand. Voordien stond hier het koetshuis, dat hoorde bij Huize De Dieu aan de Langestraat (zie daar). In 1924 werd het onderkomen van De Noordstar vergroot en kreeg het de moderne uitstraling naar het ontwerp van de twee bekende Alkmaarse architecten: D. Saal (1884-1945) en Laurens Groen (1879-1952). Zij ontwierpen de voorgevel in de stijl van de Amsterdamse School en maakten daarin de typerende ritmische raampartijen met de vele kleine ruitjes. Het dak kreeg een speelse ‘insnede’ boven de ingang. Binnen is een ruime zogenaamde voorhof met daarachter de tempel. De tempel heeft een imposant azuurblauw gewelf, dat is bezaaid met sterren, en is beladen met symboliek. Orde van Weefsters De orde van Weefsters bestaat uit vrouwen en is opgericht in 1947, de loge in Alkmaar in 1963. Het is een inwijdingsorde uitgewerkt in drie graden: Spinster, Weefster en Ontwerpster. Naast de bijeenkomsten in de tempel met rituele handelingen worden wekelijkse bijeenkomsten gehouden die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling door onder andere van elkaar te leren en met elkaar van gedachten te wisselen. Respect en ruimte voor ieders mening is daarbij het uitgangspunt. Naastenliefde en broederschap Veel mensen hebben een idee over de inhoud van de vrijmetselarij, maar weten toch niet precies wat het is. Kort gezegd: het is een methode voor het vormen van een levenshouding. In de praktijk betekent die methode het beoefenen van verdraagzaamheid en van liefde tot de medemens. Op die manier streeft de vrijmetselaar naar een wereldwijde broederschap (én zusterschap) onder de mensen. Uniek in dit streven is het begrip ‘arbeid’ dat aan de methode ten grondslag ligt. Wilt u weten hoe dát zit? Stap dan eens binnen, daar kunt u al uw vragen stellen. Er zijn rondleidingen. En als u op uw gemak nog eens verder wilt lezen, kijk dan op www.vrijmetselarij.nl of www. ordevanweefsters.nl.
26
36
Voormalige Wilhelminaschool / grafisch atelier Doelenstraat 21-23 20ste eeuw Jugendstil De Wilhelminaschool werd gebouwd op de plek waar voordien de Oude Schuttersdoelen stond (zie Nieuwe Doelen). Het Oude Doelengebouw (uit 1509) is diverse malen doorverkocht en in 1870 kwam er een school in: de Christelijke School en Evangelisatielocaal. Het oude pand werd uiteindelijk in 1903 gesloopt en vervangen door het huidige fraaie jugendstilpand. De school voor Christelijk lager onderwijs ging toen Wilhelminaschool heten. De jugendstil was een toentertijd zeer moderne bouwstijl. Het ontwerp is van de bekende Alkmaarse architect C.J. Ooms en de eerste steen werd gelegd in 1905. Waterplanten Ooms verwerkte prachtige details in de gevel. Bijvoorbeeld boven de hoofdingang: een tegeltableau met waterplanten. Ook de vergaarbakken en de verankering van de regenpijpen zijn bijzonder. Maar het leukste is natuurlijk om zelf eens goed te kijken, naar de poort helemaal rechts bijvoorbeeld. Grafisch atelier Via de deur van de voormalige onderwijzerswoning (links) kunt u naar binnen. Het gebouw is sinds jaren in gebruik als grafisch atelier. Vandaag kunt met de kunstenaars meekijken naar de uitvoering van verschillende grafische technieken. Er is een expositie van grafici van Taller Gravura uit het Spaanse Malaga.
37
Nieuwe- of St. Sebastiaansdoelen Doelenstraat 3-9 16e eeuw Renaissance Schutter Het Alkmaarse schuttersgilde is waarschijnlijk in de 14de eeuw ontstaan. In die tijd was de ‘pijl en boog’ een gangbaar wapen in de oorlogvoering. Er werden voetbogen en handbogen gebruikt en hierop moest flink worden geoefend. Dat gebeurde op het Doelenveld, achter dit gebouw. Daar stonden losse ronde doelen opgesteld (een soort dartboards) waarop kon worden geschoten. Uit het gezamenlijke oefenen zijn de schuttersgilden gevormd en er werden wedstrijden georganiseerd met gilden uit andere steden. Burgerwacht De schutterij was een burgerwacht die zorgde voor de handhaving van de orde en veiligheid in de stad. Alle ‘weerbare’ burgers waren verplicht hun dienst voor de schutterij te vervullen. Het schuttersgilde heeft voortbestaan tot 1907, maar had al jaren eerder haar functie verloren. De schutters
27
lieten zich veelvuldig afbeelden op enorme groepsportretten, die nu te zien zijn in het Stedelijk Museum. Nieuwe en Oude Doelen De naam Nieuwe of St. Sebastiaansdoelen suggereert het bestaan van een ouder gebouw. Dat klopt! Er was een Oude of St. Jorisdoelen die al in 1509 was gebouwd. Deze stond op de plek waar nu de voormalige Wilhelminaschool staat (zie daar). De schutters van de Oude Doelen gebruikten de voetboog en de schutters van de Nieuwe Doelen de modernere handboog. Als u de windwijzer bovenop het gebouw bekijkt ziet u daar een klein schuttertje met een handboogje staan. Hollandse Renaissance Het gebouw van de Nieuwe Doelen was gebouwd als een nagenoeg spiegelbeeld van de Oude Doelen. Het pand kreeg twee vleugels haaks op elkaar, met een zeshoekige traptoren daartussen met een houten spiltrap. De oudste vleugel langs de Doelenstraat is neergezet in 1561. De buitenkant is sober, zonder enige versiering. In 1618 werd de tweede vleugel aangebouwd, haaks op de oude. Deze nieuwe vleugel werd uitgevoerd in de rijke Hollandse Renaissance stijl. Daarbij is rode baksteen gebruikt, afgewisseld met zandstenen ‘speklagen’. Karakteristiek voor deze stijl zijn de zandstenen vullingen in de bogen boven de kruisvensters. Links en rechts zijn schelpmotieven te zien, in het midden zit een leeuw die in zijn klauwen het wapen van Jeruzalem vasthoudt. In 1969-72 werden de huisnummers 3-9 gezamenlijk verbouwd voor de huisvesting van het Stedelijk Museum (tot januari 2000). Dit betrof onder meer de woonhuizen op nummer 1 en 7 en het kleine hofje Cornelis van Eyck op nr. 5 (gesticht in 1751). Op nr. 9 was in 1898 de ‘Bewaarschool’ ofwel kleuterschool, gebouwd naar ontwerp van een bekende Alkmaarse architect: Klaas Bakker Dz.
38
Hofje van Bijlevelt Koningsweg 83-89 17e eeuw Renaissance Wist u dat hier een piepklein hofje staat? De weduwe Geertrui Willemsdr. Bijlevelt liet bij testament in 1657 geld na voor het kopen en inrichten van drie woninkjes aan de Koningsweg voor bejaarde Remonstrantse vrouwen of weduwen. Al in 1668 was het hofje woonklaar. In 1727 werd boven een regentenkamer aangebouwd en in 1751 kwam beneden een extra kamer voor een vierde bewoonster. Het hofje is in 1984 omgevormd tot zes wooneenheden. Aan de zijde van de Koningsweg is het 17de-eeuwse (lage!) poortje bewaard gebleven. Als u het onderdoor gaat komt u in een romantische binnentuin. Onder de galerij is nog de oude waterput aanwezig die door de vroegere bewoonsters werd gebruikt. Een van de woningen van het Hofje van Bijlevelt herbergt een zeldzame plafondschildering. Bijzonder is een naakt figuurtje dat boven op een paard staat, zij houden samen een banier vast met de tekst ‘Godt is mijn toevlugt, anno 1621. Dit moet hebben toebehoord aan een rijk woonhuisinterieur, dat naderhand is verbouwd voor het hofje.
28
39
Voormalig Kruithuis / theehuis en antiquariaat Doelenstraat 4-6 16e eeuw Wapens en kruit Dit pand heeft in de loop van de tijd vele benamingen gekregen: kruithuis, bushuis of artilleriehuis. Het was al in de 16de eeuw in gebruik voor de opslag voor kruit en wapens, nog vóór de Spanjaarden de stad kwamen belegeren. Toen de Spanjaarden waren verdreven, werd hier het overgebleven wapentuig en ander gereedschap dat in de oorlog was gebruikt, opgeslagen. De Doelenstraat was een logische plek voor een kruithuis, omdat in deze straat in 1509 en 1561 twee schuttersgebouwen kwamen te staan (zie daar). Het was de taak van de schutters om de wapenvoorraad te verdelen bij onlusten en oorlog. De wapenvoorraad verhuisde in de 18de eeuw naar het kruithuisje op het bolwerk (zie daar), totdat het landsbestuur het beheer van alle kruitvoorraaden overnam in 1801.
Gevelstenen In 1604 werd het Kruithuis verbouwd en kreeg het pand een nieuwe gevel met fraaie gevelstenen. In het pand zat onder meer een sluitsteen boven de toegangspoort en een leeuwenkop. Verder waren er twee kanonslopen, waarvan één in Bierkade 17 is beland. De sluitsteen en leeuwenkop worden nog altijd bewaard in het Stedelijk Museum. In 1998 zijn de overige gevelstenen teruggeplaatst. In 1863 is de voorgevel afgebroken en werd in 1870 zonder gevelstenen weer opgebouwd. Toen is ook de bovenwoning erin gebouwd. De begane grond bleef een open ruimte, die onder meer gediend heeft als kazerne, vleeswaag en kolenhandel. De laatste jaren stond hier het Alkmaars pierement. De meeste van de oude gevelstenen werden opgeslagen in het toenmalige Stedelijk Museum (opgericht in 1861, kort voor de sloop van deze gevel). Klooster met kapel Voordat het kruithuis op deze plek werd gebouwd, lag hier de oude kapel van het klooster Het Jonge Hof ofwel het Convent van Maria van Nazareth. Het kloostercomplex lag op het terrein tussen de Doelenstraat, Gedempte Nieuwesloot, Koningsweg en Paardenmarkt. Volgens archiefbronnen moet dit klooster al in 1415 zijn gesticht! Bij archeologisch en bouwhistorisch onderzoek is oud metselwerk aangetroffen, dat dateert uit de late 14de of vroege 15de eeuw. Dat klopt met de stichtingsdatum. Binnen zijn delen van deze oude kloostermuren nog te zien. In 1433 kreeg het klooster een nieuwe kapel, nabij de Gedempte Nieuwe sloot. Hoogstwaarschijnlijk verloor de bestaande kapel zijn functie en werd deze verbouwd tot refter (eetzaal), compleet met verdieping en een houten trappenhuis aan de zijde van de oude koorsluiting. Deze koorsluiting is tijdens archeologisch onderzoek ontdekt en deels weer opgebouwd. Daarvan zijn de twee steunberen met de typisch schuin gemetselde bakstenen nog goed te zien. Tevens zijn in de huidige zijmuren restanten van de eerste kapelmuren te aanschouwen. De zuidkant (links) is verbouwd in 1433 terwijl de noordzijde (rechts) met daarin een dichtgemetseld raam, nog stamt uit de vroegste bouwfase. Overigens is het pand inwendig verbonden met het hoekpand Doelenstraat 2, dat in 1602 was gebouwd als Herberg Het Hoofd. Momenteel zijn beide panden in gebruik als museum, antiek- en curiosacentrum annex theehuis.
29
40
Voormalige Rijks-HBS / Advocatenkantoor Paardenmarkt 1 (geopend 10.00 – 15.00 uur) 19e eeuw Neoclassicisme
Toen in 1863 de Wet op het Middelbaar Onderwijs werd ingesteld, ontstond een nieuw schooltype: het burgeronderwijs. In Alkmaar kwam in 1867 aan de Paardenmarkt de Rijks Hogere Burgerschool, kortweg Rijks-HBS. Het pand is ontworpen door de toenmalige gemeentearchitect Du Croix in de zogeheten eclectische stijl. Dat wil zeggen dat diverse bouwstijlen zijn gecombineerd. Toch heeft het pand voornamelijk een klassieke uitstraling gekregen.
Naar Koedijk en terug Tot 1883 werd hier alleen onderwijs gegeven aan jongens, daarna werden er ook meisjes toegelaten. Er was een groot lessenpakket en vooral gymnastiek kreeg uitzonderlijke aandacht. Het leken wel excercitieoefeningen. Zo moesten de jongens ‘s morgensvroeg, met een geweer op de rug, lopend naar Koedijk en terug. In de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw door de bezetter gebruikt voor de legering van militairen. Na die tijd raakte het gebouw, waar al sinds lange tijd geen onderwijs meer werd gegeven, steeds meer in verval. Nadat aanvankelijk zelfs aan sloop is gedacht, werd in 1988 besloten om over te gaan tot restauratie. Dat dit een goede keus is geweest blijkt wel uit het rijke aanzien dat het gebouw nu uitstraalt. Vermeldenswaard is de reconstructie van het oorspronkelijke tympaan op de kroonlijst boven de ingang. Driemaal is scheepsrecht Ook inwendig is het gebouw het bekijken waard. In het trappenhuis is in 2000 een groot glas in lood triptiek teruggeplaatst van de beroemde Haarlemse glazenier W. Bogtman. Er is een spreuk van Jacob Cats in opgenomen: “De derde strengh houdt den kabel.” Dit wil zeggen dat als iets niet direct lukt, het de moeite is om het nogmaals te proberen. We kennen deze wijsheid ook in de uitdrukking: driemaal is scheepsrecht.
41
Brugpost NS / kantoor Helderseweg spoorwegovergang 20ste eeuw Functionalisme De voormalige brugpost genaamd post IV is gebouwd in 1958. Vanuit de hoge seinkamer was zicht op de spoorwegovergang, de brug over het Noord-Hollands Kanaal en het emplacement van het station. De opdrachtgever was de n.v. Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht en het ontwerp in functionalistische stijl door NS-ir. Huizer. Voor de brugpost zijn industriële bouwmaterialen gebruikt. De onderbouw is voorzien van een betonnen balkon en de seinkamer is hoofdzakelijk van glas en staal. Daarboven biedt een houten overstek beschutting tegen regen en zon. Met de komst van het naastgelegen relais- en verkeersleidinggebouw verloor de brugpost in 1979 zijn functie. Het is in het voorjaar van 2010 gerestaureerd. Vandaag staat in hier een maquette van de route die Bello ooit reed en vertelt de vereniging Op de Rails over de historie aan de hand van oud fotomateriaal.
30
Spoorlijn Op 1 september 1839 reed in Nederland de eerste stoomtrein en wel tussen Amsterdam en Haarlem. In 1860 bepaalde de Spoorwegwet dat op kosten van de Staat Alkmaar verbonden zou zouden worden met Den Helder en Haarlem. In 1865 liep een ruim 40 km. lang spoor naar Den Helder en daarmee was de eerste spoorlijn in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal (toen nog in aanleg). Toen de lijn naar Haarlem volgde in 1867, was ook de hoofdstad makkelijk bereikbaar.
Stationsgebouw Reizigers konden vertoeven in het splinternieuwe stationsgebouw van waterstaatsingenieur K.H. van Brederode, dat in 1865 verrees. De Nederlandse stationsgebouwen waren alle van hetzelfde type, in vijf verschillende formaatklassen afhankelijk van de grootte van de stad. Alkmaar kreeg een station van de derde klasse met een representatief aanzien. Aan de achterzijde was een marquise aangebracht als perronoverkapping en op de verdieping woonde de stationschef. De overkapping van perron 2 is opgetrokken eind 19de eeuw, mogelijk naar aanleiding van de inwerkingtreding van de spoorlijn Alkmaar-Hoorn in 1898. De overkapping behoort tot het standaardtype voor stations van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij. Eenzelfde is toegepast op het tweede perron van station Hilversum en was gemaakt door de Leidse firma D.A. Schretlen & Co. De circa 150 meter lange overkapping bestaat uit een luifeldak dat rust op 2 rijen gietijzeren kolommen en is een beschermd gemeentelijk monument.
42
Sint Lucaskerk Oude Kanaaldijk 9 – 11 20ste eeuw Organische bouw Dit kerkgebouw heeft op bijzondere wijze zijn vorm gekregen. De architect heeft zich enerzijds laten inspireren door de glooiing van de nabij gelegen duinen. Anderzijds door proefmodellen van klei die leden van de Christengemeente voor het gebouw maakten. Heeft u al gezien van welk materiaal de kerk is gemaakt? Het is een opmerkelijke combinatie van beton en koper. Deze kerk is niet alleen opmerkelijk door zijn uiterlijk: loopt u eens naar binnen en laat u verrassen door het interieur.
31
43
De Gouden Engel Complex van graanmaalderij, woonhuis en molen Kanaaldijk 235 / 236 (geopend vanaf 11.00 uur, ook op zondag geopend) 19e eeuw Neorenaissance traditionele Koedijker Sinterklaasfeest, het Gouden
Meelfabriek en woonhuis In 1847 werd Cornelis Bos de eigenaar en in 1866 liet hij een meelfabriekje naast de molen bouwen, dat er nog altijd staat. Vlak daarnaast kwam in 1871 het kleine woonhuisje te staan (nr. 236). In 1919 stond de meelfabriek onder naam van weduwe C. Bos Czn (weduwe van de kleinzoon van de molenaar). In 1929 liet zij de meelfabriek ombouwen tot graanmaalderij en op de plek van molen De Koe staat nu een woning (nr. 237). De firma Bos specialiseerde zich in de productie van veevoer. Op de stoep voor de graanmaalderij liggen oude onderdelen van de Sluismolen: de bovenas en de vijzel. De Sluismolen (overzijde kanaal) had een belangrijke rol in de bemaling van deze omgeving. De Stichting Johannes Bos Deze stichting is opgericht in 1995 door de laatste telg van de familie Bos. De stichting heeft als doel het molenaarsvak levend te houden en had al direct de herbouw van de molen voor ogen. Een eerste resultaat is geboekt met de restauratie van het woonhuisje. Deze is inclusief de inrichting teruggerestaureerd tot de oude situatie en wordt verhuurd als vergaderruimte. Op het complex is tussentijds een koolboet uit 1891 gekomen, die voor behoud is herplaatst. Na de restauratie van de maalderij verrees uiteindelijk de geliefde molen. Gouden Engel In juni 2009 is hier een gloednieuwe stellingmolen verrezen, met de naam De gouden Engel. De molen is in bedrijf als korenmolen. Vroeger stond hier graanmolen De Koe, die in 1930 werd afgebroken. De naam Gouden Engel is ontleend aan het traditionele Koedijker Sint Nicolaasfeest ofwel Gouden Engelfeest, dat op de laatste dag in het jaar werd gevierd. Een en ander hangt samen met de schenking van een houten kerkgebouwtje en de middeleeuwse ‘Gouden Engelsen’, een geliefde munt waarmee de pastoor zijn jaarlijkse toelage kreeg uitbetaald. Vandaag tentoonstelling en muziek De Historische Vereniging Koedijk heeft een tentoonstelling ingericht. Vooruitlopend op de bescherming tot gemeentelijk monument van de oude gebouwen van het complex zijn ´s middags festiviteiten. Zo draait er een doorlopende serie van de ´collega´ monumenten en kunt u tussen 14.00 en 16.00 uur genieten van Troubadour Bert van Baar. Het feest duurt tot zondag, dan is er een boekenmarkt.
32
44
Stolp Kanaaldijk 217 (entree zijkant) 19e eeuw Noord-Hollands type Vandaag wordt u rondgeleid door een deze bijzondere stolp. De meeste stolpen langs de Kanaaldijk hebben nog het originele vierkant, en hier is deze onbetimmerd gebleven. We noemen dat een ‘open vierkant’. In het pand is ook nog de zomer- en winterkamer aanwezig. Er is nog meer te zien, zo is in de woonkamer kunt u een schouw bewonderen met drie tegeltableaus met boerentaferelen er op afgebeeld. Deze forse stolp met dubbel vierkant behoort tot het Noord-Hollandse type en werd gebouwd op de plaats van een kleine voorganger. Mogelijk dateert de stolp van kort na december 1836 toen Noord-Nederland getroffen werd door een zeer zware storm waardoor onder meer het koor van de kerk van Koedijk instortte. De huidige voorgevel met Jugendstil voordeur met zweepslagmotieven in de deurroosters dateert uit omstreeks 1900. Oorspronkelijk gaf de voordeur direct toegang tot de koestal (lange regel), maar al in 1911 is deze ingekort ten behoeve van een kamer. Het interieur bevat nog enkele oorspronkelijke onderdelen, waaronder een paars betegelde schouw met pauwranken met papagaaien. Origineel zijn ook drie tegeltableaus met voorstellingen over een melkveebedrijf. In het rietendak is een klokspiegel uitgespaard. De vierkante schoorsteen heeft drie gelukstekens en bovenin een rand van gele baksteen. De gele rand zou voorkomen dat de duivel door de schoorsteen naar binnen kwam, de duivel kan namelijk niet door een ring.
45
Voormalige Ambachtsschool / Centrum voor Kunst en Erfgoed Bergerweg 1 20ste eeuw Neoclassicisme In de voormalige Ambachtsschool opent in oktober het Centrum voor Kunst en Erfgoed. Vandaag kunt u alvast kennis maken met de werkzaamheden van de diverse nieuwe gebruikers. is sinds juli 2009 niet meer als school in gebruik. Het heeft vanaf 1913 onderdak geboden aan de ‘Vereniging van de Ambachtschool Alkmaar en omstreken’ en menig Alkmaarder heeft hier zijn opleiding genoten. In opdracht van deze vereniging is de school gebouwd in 1911-1912 naar een ontwerp van de architect J.W. Hanrath, die met name bekend is geworden door de door hem ontworpen villa’s in het Gooi, en de Alkmaarse architect P.N. Leguit. Het oorspronkelijke gebouw met classicistische kenmerken betreft het voorgebouw met twee lange vleugels aan de Zocherstraat en de Staringstraat en een korte vleugel in het midden met in het verlengde een gang naar de smederij aan de Krelagestraat.
33
Te klein In de jaren daarna is het gebouw voortdurend te klein. Al eind jaren twintig wordt het noodzakelijk een extra vleugel toe te voegen aan de Staringstraat met op de begane grond een stijl die aansluit bij het hoofdgebouw en een verdieping die zonder architectuur is aangebracht. Mogelijk is deze vleugel ook in twee fasen gebouwd. In de jaren vijftig wordt de smederij aan de Krelagestraat vervangen door een vleugel met een lengte van bijna 100 meter en een hoogte van bijna 9 meter met een begane grond en een verdieping. Voor deze vleugel wordt een fijn gelede gevel ontworpen in Wederopbouwstijl. De laatste uitbreidingsactiviteiten vinden plaats eind jaren tachtig door het volbouwen van de binnenplaats met een staalconstructie waarin de schoolkantine wordt gevestigd. Een renovatie vindt nog plaats in de jaren 1990, waarbij de huidige ramen zijn aangebracht. Door het ontbreken van de roedeverdeling doen ze helaas afbreuk aan het oorspronkelijke ontwerp. Herbestemming Voor de herbestemming is alles dat na 1913 is gebouwd afgebroken, zodat het oorspronkelijke gebouw weer beter zichtbaar is. Op de plaats van de vleugel uit de vijftiger jaren is een archiefdepot gebouwd, bovenop komen jongerenwoningen. Stapt u vooral eens rond in de fraaie hal met zijn royale trappenhuis en let eens op het bijzonder uurwerk.
46
De Watertoren / architectenkantoor Bergerweg 62 20ste eeuw Neorenaissance De watertoren is met haar ruim 28 meter hoogte een markant gebouw en zeer beeldbepalend aan de westzijde van Alkmaar. In het oorspronkelijke ontwerp uit 1900 van A. Holmberg de Beckfelt kreeg de toren kantelen, waardoor deze aan de burcht in het Alkmaarse stadswapen deed denken. In 1955 is de bovenbouw gerestaureerd, waarbij de kantelen zijn verdwenen. 800.000 liter De architect heeft elementen uit de Hollandse Renaissance toegepast, een stijl die vaker werd toegepast voor watertorens. Kenmerken zijn siermetselwerk en het sierreliëf in de vorm van blinde bogen. Nog voor de komst van de watertoren kon in 1885 het eerste duinwater via leidingen in de stad worden getapt. Eind 1886 waren al zeshonderd aansluitingen gemaakt. Er waren op diverse plekken in de stad zogeheten standpijpen aangebracht, van waaruit het drinkwater werd verkocht (o.a. op de brug over de Oudegracht bij het Groot Nieuwland en op het Raaksje bij de Schelphoek). In 1889 werden ook de openbare scholen aangesloten op het duinwaterleidingnet. Het drinkwater was schaars. In 1880 werden van gemeentewege regenvergaarbakken geplaatst bij grote gebouwen. Stedelingen konden hier tegen kleine vergoeding emmers water kopen. De watertoren zorgde voor de benodigde druk om het water op te pompen. Bovenin zit het stalen waterreservoir, waarin 800.000 liter duinwater kan worden bewaard. Dit reservoir moet op bepaalde hoogte boven het waterpeil liggen om druk te krijgen. Bij gebrek aan een natuurlijk hoog punt (heuvel of berg) is een torenconstructie noodzaak. Vanuit het reservoir brengt een buizennet het water naar de gebruikers. Tegenwoordig zijn watertorens niet langer onmisbaar in de drinkwatervoorziening. In Nederland zijn vele gesloopt. De Alkmaarse watertoren is momenteel in gebruik bij een architecten- en ontwerpersmaatschap. Boven de toren is een glazen opbouw gemaakt met een monumentaal uitzicht over de stad.
34
47
Eendrachtsmolen Kruseman van Eltenweg 2 18e eeuw Ronde bovenkruier In 1771 werden drie kleine polders samengevoegd tot de Eendrachtspolder, die door de nieuw gebouwde molen genaamd Eendracht werd bemalen. Het is de enige ronde stenen poldermolen in Noord-Holland. De maker, Kornelis Bobeldijk bouwde eerder in 1769 op het bolwerk de stenen korenmolen De Groot (bekend als de Molen van Piet). Inwendig is de molen nog grotendeels compleet. De molen is in de jaren 1998-2000 gerestaureerd en draait sindsdien weer in volle glorie. Deze molen werd voorzien van een nieuw scheprad. Hiermee draait de molen niet langer ‘voor de prins’ en kan het zich weer de Noord-Hollandse titel aanmeten van oudst werkende stenen poldermolen met scheprad. Het model is een ronde bovenkruier, dat wil zeggen met een ronde romp en een kap die van buitenaf gekruid (gedraaid) wordt. Het kruien gebeurt vanaf de grond, met de houten staart. Door de opkomst van steeds meer omringende bebouwing heeft de molen weinig windvang. In 1931 nam het naastgelegen elektrisch gemaal de taak van de molen over. De Eendracht is nooit bewoond geweest, op het erf heeft een kleine molenaarswoning gestaan dat in 1932 afbrandde.
48
Viaanse Molen Bergerweg 151 16e eeuw Achtkante binnenkruier De Viaan De Viaanse molen ofwel De Viaan staat hier al enkele eeuwen! Hij werd waarschijnlijk gebouwd in de tweede helft van de 16de eeuw. De naam was gegeven aan een voorganger en is mogelijk afgeleid van Vianen. De Heer van Bergen was namelijk ook Heer van Vianen en het kan zijn dat deze molen door Viaanse molenmakers is gebouwd. Deze voorganger was een poldermolen en diende (samen met twee kleinere molens) voor de bemaling van de Bergermeer op de Schermerboezem. In 1566 was het meer droog, maar door de Allerheiligenvloed stond het in 1570 al weer onder water. Ten tijde van de Spaanse Oorlog in 1573 is deze molen afgebroken. Er kwamen drie nieuwe molens en de huidige Viaan werd in 1579 overgeplaatst vanuit de Zijpe. Het bouwjaar ligt tussen 1560 -1570. De Viaan bleef als enige van de drie molens over en is tot in de jaren 1960 in bedrijf gebleven. Af en toe wordt hij nog voor bemaling gebruikt. Filmheld Het model wordt een achtkante binnenkruier genoemd. Dit wil zeggen dat de molen acht kanten heeft en van binnenuit gekruid wordt. Kruien is het draaien van de kap, hier gebeurd dat op houten rollen. De Viaanse molen heeft in 2002 gefigureerd in de Amerikaanse film ‘Girl in hyacinth blue’. De film werd opgenomen ten tijde van de restauratie van de afgebrande Sluismolen aan de Helderseweg. Toen de regisseur hoorde van de brand doneerde hij spontaan een bedrag voor de restauratie van het scheprad aldaar. De Viaan is nooit bewoond geweest. Van oudsher stond er een molenaarswoning naast waar het molenaarsechtpaar nog altijd woont. De molen is gemakkelijk te bereiken als u de fietsbordjes in de Bergermeer volgt.
35
49
Grote- of St. Laurenskerk / Centrum voor Kunst en Cultuur Koorstraat 2-4 16e eeuw Gotiek
Het gebouw Deze 15de eeuwse kerk wordt vaak ‘de huiskamer van Alkmaar’ genoemd. Het is een enorme kerk en de bouw nam vijftig jaar in beslag (1470 tot 1520). De bouw stond onder leiding van vader en zoon Keldermans uit Mechelen. Er werd gekozen voor de bouwstijl van de Brabantse gotiek, een importstijl uit de Zuidelijke Nederlanden. Karakteristiek zijn de buitenmuren van witte Gobertange steen en de zuilen van gelige Ledesteen in het interieur. Andere gebruikte steensoorten zijn Duitse tufsteen (in de muren van het schip) en inheemse roodgele baksteen (transepten en in het interieur). Binnen valt het hoge houten tongewelf op met zijn gewelfschotels met stralenkransen. De zijbeuken en de kooromgang hebben stenen gewelven. Maar niet alleen in de hoogte ziet u mooie dingen, kijkt u ook eens naar de grafzerkenvloer met de vele bijzonder versierde zerken uit de 16de, 17de en 18de eeuw. Rooms-katholiek De Grote Kerk werd gebouwd voor de rooms-katholieke eredienst. Uit die tijd stammen het gotische koorhek met de koorbanken èn de unieke houten tombe voor graaf Floris V (vroege Renaissance). U vindt de tombe in het koor, onder het kleine orgel. De katholieke periode duurde tot 1572, toen ook in Alkmaar de Reformatie (hervorming) een feit was. Tijdens de Beeldenstorm in 1566 waren al vele kunstschatten verloren gegaan en gedurende het Spaans beleg in 1572 werd het kerkzilver omgesmolten om de strijd van Willem van Oranje te financieren. Zo bleef er weinig over van het katholieke ‘huisraad’. Hervormd Onder het beheer van de hervormden werden diverse interieurstukken, die bestemd waren voor de rooms-katholieke dienst, vernietigd of verkocht. Zo werd ook het grote altaarstuk uit 15381542 van de beroemde Maerten van Heemskerck verkocht aan Rusland. Het altaarstuk kwam daar nooit aan, omdat het schip waarmee het vervoerd werd verging voor de kust van Zweden. De Zweedse koning schonk het kunstwerk aan de Lutherse dom van Linköping, waar het nog altijd is te vinden. Pas in 1903 werd de herkomst van het altaarstuk herkend.. De hervormde dienst bracht nieuwe interieurstukken in de kerk, zoals de preekstoel (1665) met rondom een doophek (1605), de herenbanken rond de zuilen (1651-1655) en grote koperen kaarsenkronen (1642-1643). Wereldberoemde orgels De kerk heeft maar liefst twéé wereldberoemde orgels. Het kleine gotische orgel uit 1511 in de kooromgang is gebouwd door Jan van Covelens. Het is het oudste nog bespeelbare orgel in ons land. Het grote orgel is gebouwd door de familie Hagerbeer in 1638-46. De orgelkas is ontworpen door de beroemde architect Jacob van Campen. De luiken zijn beschilderd door Cesar van Everdingen.Het instrument werd gemoderniseerd door Frans Caspar Schnitger, een telg uit een beroemd Noord-Duits geslacht van orgelbouwers (1723-1725). Hieraan dankt het instrument zijn schitterende klank. Tentoonstelling Vandaag is de laatste publieke dag van de tentoonstelling ‘1573’, over Alkmaar ten tijde van het Spaans Beleg. Gewelfschildering In het gewelf van de koorsluiting is een schildering van het Laatste Oordeel uit 1518, toegeschreven aan Cornelis van Oostsanen. In de afgelopen 8 jaar is deze gerestaureerd. De restauratie is voltooid en momenteel wordt de bouwsteiger afgebroken. De schildering is vanaf 8 oktober vanaf de begane grond zien.
36
50
Stadhuis Langestraat 95-97 14e eeuw Gotiek Oudste huis Het oudste nog bestaande huis van de stad is goed verscholen maar toch opvallend: hoek Langestraat/Schoutenstraat. Bij omvangrijke restauraties van het middeleeuwse stadhuis, dat nog steeds voor zijn originele bestemming wordt gebruikt, zijn uitvoerige archeologische en bouwhistorische onderzoeken gedaan. Bij dit complex hoorde ook een apart huis, op de hoek Langestraat-Schoutenstraat, een vroeg14e-eeuws pand dat ooit een rijkversierde gotische bakstenen gevel moet hebben gehad. In 1694 begon men aan een zeer grote verbouwing van het stadhuiscomplex, waarbij men waarschijnlijk zelfs het plan had de gehele buitenkant te voorzien van één nieuwe gevel in classicistische stijl. Er werd begonnen met de rechterzijde, waar de middeleeuwse gevel bouwvallig was geworden. Er was echter geen sprake van volledige nieuwbouw: er werd simpelweg een schil van metselwerk omheen gezet, waarbij het oude metselwerk eronder gehandhaafd bleef. Nog steeds is bij de ramen te zien, dat de muren erg dik zijn en binnen zijn op enkele plaatsen nog balken zichtbaar van de oude constructie. De zolder toont nog delen van het middeleeuwse dak en er blijkt aan de achterzijde nog muurwerk intact te zijn tot aan de dakgoot. Boven de nieuwe classicistische ingang bracht men een Latijnse tekst aan, die zoveel betekent als: ‘voor dit door ouderdom ingestort bouwwerk is door de vroedschap en burgemeesters het herstel verzorgd in 1694.’ Het is wel een vreemde gedachte, als je in de Langestraat staat, dat men de hele stadhuisgevel tot aan het traptorentje links op deze wijze had willen vervangen/bekleden! Voor zover nu uit bouwhistorisch onderzoek bekend, is het hoekhuis in de kern het oudste nog redelijk complete middeleeuwse huis uit de stad. De stadhuisvleugel die er aan de achterkant direct naast staat (nu de westkant van de binnenplaats) blijkt deels nog uit de 15de eeuw te stammen. Bij opgravingen op de binnenplaats werden funderingen, vloeren en een beerput opgegraven van nog twee 14de-eeuwse huizen van vergelijkbare dimensies. Deze huizen zijn gesloopt voor de bouw van het eerste stadhuis, omstreeks 1480. Exterieur 16e eeuw Het stadhuiscomplex, ingeklemd tussen Langestraat, Schoutenstraat en Breedstraat, is een samenstelling van bouwonderdelen van verschillende ouderdom rond een centrale binnenplaats. De oudste delen, gelegen op de hoek van de Langestraat en Schoutenstraat, stammen nog uit de 14de eeuw. Het hoofdgebouw langs de Langestraat is in 1509-1520 opgetrokken in dezelfde stijl als de Grote Kerk: de Brabantse gotiek. Het stadhuis kreeg daarbij een slanke traptoren met open peerspits. Kenmerkend voor de Brabantse gotiek is de toepassing van banden witte natuursteen (speklagen). 17e eeuw Rechts van het hoofdgebouw staat op de hoek van de Schoutenstraat een oudere vleugel die in 1694 ingrijpend werd vernieuwd in Hollands-classicistische stijl. Uit die tijd stamt ook de monumentale omlijsting van de ingangspartij. Als u omhoog kijkt, ziet u twee beelden en de wapens van de vier toenmalige burgemeesters. Het linkerbeeld (met spiegel) symboliseert de voorzichtigheid, het rechter (met weegschaal) de rechtvaardigheid. De deuren tussen deze twee dames gingen van tijd tot tijd open en vanaf deze hoge plek werden publiekelijk de vonnissen uitgesproken, die binnenskamers waren besloten.
37
19e eeuw In de 19e eeuw vonden diverse moderniseringen aan het complex plaats. Zo werd de zachte middeleeuwse handvorm baksteen van de voorgevel van het hoofdgebouw vervangen door een harde machinale steen. Alleen de toren bleef de oorspronkelijke geelrood gemêleerde baksteen (dezelfde als in het muurwerk van de Grote Kerk en de Kapelkerk is toegepast) behouden. Op de foto uit circa 1920 ziet u de Bruinviskamer, het feitelijk begin van het Stedelijk Museum. Het gebouw is eind jaren 1960 gesloopt voor de uitbreiding van het stadhuis. 20ste eeuw In de periode 1911-1913 vond een ingrijpende restauratie en renovatie van het oude complex plaats onder leiding van de bekende architect Jan Stuyt (1868-1934). Onder zijn leiding werden o.a. de houten kruiskozijnen in de voorgevel, die in de 19de eeuw waren verdwenen, opnieuw aangebracht. Van zijn hand is ook het trappenhuis aan de Schoutenstraat met de prachtige glasin-loodramen. Een grote verandering aan het complex voltrok zich na de Tweede Wereldoorlog. Toen kwamen kantoorvleugels aan de Breedstraat (1968) en aan de oostzijde (1978). Archeologisch onderzoek in de tuin In het voorjaar van 2003 zijn op de binnenplaats archeologische opgravingen gedaan. Daarbij kwamen onder meer de resten te voorschijn van middeleeuwse bebouwing die in de 16de eeuw was afgebroken voor de aanleg van de siertuin van het stadhuis. Er werden funderingen getroffen van achteraanbouwen aan het oudste stadhuis. Het ging om twee bakstenen bijgebouwen met een keurig in visgraatpatroon bestrate steeg ertussen, aangelegd in de tweede helft van de 15de eeuw, waarin vermoedelijk keukenvoorzieningen waren ondergebracht. In een van de gebouwen, voorzien van een eenvoudige baksteenvloer, werd een brede haardplaats aangetroffen. De rechter ‘wang’ (zijkant) van de haard is na de opgraving in het zicht gelaten en te zien door een vierkant gemetseld ‘kijkgat’ in de tuin. Interieur Het inwendige van het oude deel van het stadhuiscomplex bevat een aantal bezienswaardige ruimtes met bijzondere interieurstukken. Het interieur is in 2003 grondig gerenoveerd. Begane grond Op de begane grond hangen in de oude hal (rechts achter de bordestrap) twee allegorische schilderingen in grijze tinten uit ca. 1694, vervaardigd door de bekende Haarlemse schilder Romeyn de Hooghe. Oorspronkelijk sierden zij een inmiddels verdwenen trappenhuis. Trappenhuis In het trappenhuis dat Stuyt tussen 1911-1913 toevoegde, is een reliëf uit 1723 opgehangen, waarop de wapens van de toenmalige burgemeesters te zien zijn. Oorspronkelijk was dit reliëf te vinden in de zaterdagse kamer van het gebouw van de Stadstimmerwerf aan de Keetgracht (zie daar). Raadzaal, interieur 1911-1913 modernisering 2008 Op de verdieping van het hoofdgebouw domineert de grote raadzaal. Oorspronkelijk werd hier recht gesproken. Pas sinds het eind van de 19de eeuw, toen de rechtbank werd ondergebracht in een eigen gebouw, komt de gemeenteraad hier bijeen. De huidige vormgeving wordt sterk bepaald door de restauratie van Stuyt uit de periode 1911-1913. Hij liet het eikenhouten moer-en kinderbalkenplafond vervangen door nieuw materiaal (de grote moerbalken die u ziet zijn van ijzer, bekleed met hout) en ontwierp het gehele interieur van de raadzaal, waaronder de bijzondere koperen kronen. De modernisering was noodzakelijk voor het maken van een nieuwe vergaderopstelling (van alle technische gemakken voorzien) en een ruimere publieke tribune. De schouw werd meer naar achteren geplaatst, deze stond tegen een wandje van stijl- en regelwerk en niet tegen de originele achterwand. De symmetrische opzet met een schijn-toren rechts van de schouw werd tbv ruimtewinst ongedaan gemaakt. Tijdens de ontmanteling werden op de schouwboezem en schijntoren schilderingen aangetroffen. De schildering met de leeuwen, het wapen, krans en lint met de spreuk ‘Alcmaria Victrix’ is weer op de nieuwe schouw aangebracht door fijnschilder Leonieke Polman. Achter de schouw van Stuyt werden in de originele achterwand de bouwsporen van de originele vroeg 16de-eeuwse grote stookplaats gevonden van ruim 2.5 meter breed. Bij de bouw van de
38
muur van wel 70 cm dik was de stookplaats in de muur uitgespaard. De achterwand was licht rond gemetseld en liep schuin naar achter om vuur en rook te begeleiden. Op de plek waar het vuur tegen de achterwand brandde is het originele metselwerk een halve steen weggehakt en vervangen voor een harder gebakken steen in visgraat motief. Waarschijnlijk was de originele muur kapot gebrand door de hitte van het vuur. De voegen tussen de stenen gemetseld in visgraat motief hadden een extra accentstreep gekregen om het patroon zichtbaar te houden door de roetaanslag heen. In het midden is geen roetaanslag aangetroffen en lijkt zich een gietijzeren haardplaat met kuif af te tekenen. Een haardplaat had verschillende functies. Het beschermde de achterwand tegen het vuur en nam de warmte van het vuur op en straalde deze weer uit; dit verbeterde de warmteopbrengst van het haardvuur. Haardplaten met een kuif horen tot het rijke ‘Hollandse’ type dat in de 17de eeuw opkwam. Polderkamer Vlak naast de Raadszaal ligt de Polderkamer. In deze kamer vergaderden vroeger de polderbesturen. Momenteel is de ruimte in gebruik als trouwzaal. Bijzonder is hier de schouw in renaissancestijl. Dergelijke schouwen, met beelden links en rechts, waren erg geliefd rond 1600. Nieropkamer Een van de mooiste kamers in het complex is de Nieropkamer, gelegen aan de Schoutenstraat. De kamer is vernoemd naar de apotheker Nierop, die in 1915 de collectie porselein die in de kamer staat aan het stadhuis heeft geschonken. Een tweede kast staat in de hal op de begane grond. Het vertrek heeft al vele functies gehad. Ooit was dit de burgemeesterskamer, in de 17de eeuw was hier de weeskamer en in de 19de eeuw diende de ruimte als bodenkamer. Nu wordt er in stijl vergaderd. De kamer heeft nog zijn oorspronkelijke gotische balkenplafond. In 1634 werd dit plafond voorzien van een rankenbeschildering in renaissancestijl. Bovendien bevindt zich hier een fraaie 18de-eeuwse schoorsteenmantel in rococostijl, die oorspronkelijk in een pand aan de Oudegracht gezeten heeft. Het stucwerktafereel op de schoorsteenboezem stelt de zeegod Neptunus en zijn vrouw voor. Prinsenzaal In 2009 is de prinsenzaal weer in ere hersteld. De ruimte is jarenlang gebruikt als kantoorruimte en is opnieuw een stijlvolle ontvangstruimte geworden. Bij deze verbouwing is er bouwhistorisch onderzoek verricht. Hierbij is aangetoond, dat de steeg (nu gang) die vanaf Langestraat nu een knik maakt, heeft doorgelopen in de Prinsenzaal. Vermoedelijk is bij de vergroting van de Prinsenzaal midden 17de eeuw, de steeg bij de zaal getrokken. In 1593-1595 wordt de Prinsenzaal gebouwd als ruimte voor de ontvangst van de Prins van Oranje als stadhouder en andere plechtige bijeenkomsten. Mogelijk is gebruikt gemaakt van een ouder gebouw; namelijk het Oude Mannen Gasthuis dat achter het stadhuiscomplex lag. In 1656 wordt de Prinsenzaal vernieuwd en de vleugel opgehoogd met de Rekenkamer. Het interieur wordt geheel gemoderniseerd in de dan heersende stijl. Er wordt niet bezuinigd op de aankleding van de ruimte want in 1661-1662 maakte de beroemde Alkmaarse schilder Caeser van Everdingen een speciaal schilderij voor op de schouw van de Prinsenzaal; ‘Lycurgus toont de gevolgen van opvoeding’. Een verwijzing naar de resolutie van 1660 waarin de opvoeding van Willem III ter hand zou worden genomen door de Staten Holland. De wanden van de zaal werden in 1687 bespannen met goudleer-behang. Stuijt maakte bij de restauratie in 1911-1913 een tekening van de deur van de Prinsenzaal met fraaie omlijsting. De zeer rijke rankenversiering is kenmerkend voor het midden van de 17de eeuw. Helaas heeft Stuyt bij de restauratie de deur niet hergebruikt, omdat de ruimte een nieuwe functie kreeg, namelijk de secretarie. Op de plaats van de deur werd de grote segmentboog aangebracht met hierin de publieksbalie. Daarnaast werden door Stuyt, net als in de raadszaal, de balken vervangen voor stalen exemplaren omtimmerd met hout. De nieuwbouwvleugel aan de Breedstraat snoepte in 1969 een stukje van de Prinsenzaal af. De laat 19de-eeuwse schouw die geplaatst is bij verbouwing in 2009 staat tegen deze nieuwbouw aan.
39
51
Voormalig woonhuis Moriaanshoofd / stadhuis Langestraat 93 (entree via hoofdingang stadhuis) 18e eeuw Lodewijk XIV-stijl
Een oude herberg Langs de Langestraat staan verschillende brede woonhuizen: de zogeheten dubbele woonhuizen. De herberg het Moriaanshoofd is ontstaan door samentrekking van twee oudere, smallere panden. De naamgeving van de herberg is waarschijnlijk een knipoog naar het apothekersgebruik om een moorse kop uit te hangen: in het Moriaanshoofd was namelijk ook ‘goede medicijn’ verkrijgbaar. De rijk versierde voorgevel met erker in Lodewijk XIV-stijl is het resultaat van een verbouwing uit ca. 1718-1720, die werd uitgevoerd in opdracht van de toenmalige bewoners, de rijke jurist mr. Simon Schagen. De goede rechter De symmetrische voorgevel laat een strakke handvorm baksteen zien, met zeer dunne voegen. Opmerkelijk zijn de houten ramen met slanke ijzeren raamroeden. Zij werden aangebracht in de jaren ‘60 van de 19de eeuw ter vervanging van de oorspronkelijke houten roeden, in de tijd dat de bekende Alkmaarse burgemeester Maclaine Pont het huis bewoonde.Tot de pronkstukken van het huis behoort de dubbele ingangsdeur met in sierlijke krulletters de gespiegelde monogrammen van Simon Schagen (SS) en zijn vrouw Cornelia Craft (CC). Daarboven bevindt zich een rechthoekige erker. Deze is langs de onderzijde versierd met een reeks kleine reliëfs met symbolische voorstellingen van de deugden, waarover een goede rechter moet beschikken. Zo ziet men aan de zijkanten de waakzaamheid uitgebeeld, links door een haan met een ronde lantaarn, rechts door een leeuw vergezeld van een klokje (de leeuw lijkt te slapen, maar is wakker en let goed op). Aan de voorkant ziet men o.a. de boeken die een goede rechter moet raadplegen. Voorts is er een spiegel te zien: symbool van de voorzichtigheid waarmee een rechter zijn oordeel moet vellen. Bovenop de voorgevel staat een attiek (gesloten balustrade). In de attiek is boven de erker een grote houten beeldengroep opgenomen met een allegorische voorstelling die de goede rechter verbeeldt. In hoofdlijnen ziet u het volgende: bovenop in het midden staat een scherpziende adelaar, die de rechter zelf verbeeldt. Deze wordt bijgestaan door twee dames: links Dapperheid (met helm op), geleid door Eerlijkheid (zie het schild waar de goede leeuw het kwade zwijn overwint) en rechts de Overwinning (met laurierkrans op het hoofd en helm in de linkerhand), die door Eendracht (gesymboliseerd door de granaatappel in haar hand) tot stand komt. In het midden bevindt zich een ‘topless’ jongedame met in de hand een stralende zon: dit is de Naakte Waarheid. Naast haar staat Vader Tijd die haar onthult. In 2007 is de beeldengroep opnieuw in kleur gezet. Marmeren vloeren en stucplafonds U moet bij het Moriaanshoofd zeker even naar binnen! U loopt door een brede gang met een vloer van grote platen Italiaans marmer. De wanden en het plafond zijn in het begin van de 20ste eeuw van een rijke stucwerk versiering in 18de-eeuwse trant voorzien. Links van de gang liggen twee grote kamers-en-suite, verbonden door een brede dubbele deur (‘portes-brisée’). Beide kamers hebben marmeren schoorsteenmantels in rococo stijl. Ook de stucplafonds zijn in deze stijl uitgevoerd. Kenmerkend voor de rococo of Lodewijk XV- stijl zijn de zwierige, asymmetrische krullen.
40
52
Woonhuis Oudegracht 241 19e eeuw Neorenaissance In de gevel van dit woonhuis zijn twee kanonslopen aangebracht en twee in natuursteen gebeeldhouwde zeilschepen. In het midden ziet u een rijk versierde gevelsteen. Daarin is een familiewapen aangebracht met daarboven een helm met helmkleed. Volgens de overlevering verwijzen deze attributen naar de voormalige opdrachtgever, een uit Alkmaar afkomstige gezagvoerder bij de admiraliteit van West-Friesland. Ziet u iets opmerkelijks aan de zeilschepen? Deze varen tegen de wind in en dat houdt in dat de gezagvoerder met pensioen is gegaan. Het pand heeft een 17deeeuwse kern, maar de onderpui van de voorgevel is (waarschijnlijk in de 19de eeuw) verbouwd naar 18de-eeuws voorbeeld. Ook binnen zijn allerlei 18de-eeuwse ogende aanpassingen.
53
Voormalige Nieuw-Apostolische kerk Toussaintstraat 13 20ste eeuw Traditionalisme / Neorenaissance Toussaintstraat 13 is gebouwd in 1911 naar ontwerp van de Alkmaarse architect C.J. Ooms in een mengstijl waarin traditionalistische, aan de renaissance ontleende kenmerken overheersen. Ook zijn er enkele jugendstil kenmerken te ontdekken. De bouwmassa bestaat uit een voorgebouw van twee bouwlagen onder een schilddak met erachter een groot eenlaags bouwvolume met zadeldak. Het eenlaagse volume was van begin af aan bestemd voor kerkgebouw voor de Nieuw-Apostolische Kerk. Het voorgebouw bevatte de toegang tot de kerk, een catechisatielokaal en een bovenwoning. Omdat het voorgebouw aan de straat geen kerkelijk karakter draagt, doet de aanleg van het geheel sterk denken de schuilkerken uit de 17de en 18de eeuw. Tegenwoordig is het geheel herbestemd als woning en grafisch ontwerpbureau. Hiertoe is het interieur in 1999 gewijzigd naar ontwerp van Van Hoeken Thoes Architecten. Het voorgebouw is ingericht met woonfuncties. De ruimtelijke hoofdopzet van de voormalige kerkzaal met het tongewelf is behouden. De entresol, bereikbaar met een wenteltrap, is een toevoeging. Het is een fraai voorbeeld van herbestemming met behoud van de ruimtelijke kwaliteit. U bent welkom om het resultaat zelf van binnen te bewonderen.
41
54
Dieselgemaal Overdie-Achtermeer Cort van der Lindekade 33 20ste eeuw Amsterdamse School Dit gemaal wordt aangedreven door een dieselmotor en is daarom van grote betekenis in de geschiedenis van de technische ontwikkeling in Nederland. Even terug in de tijd: na het afbranden van de poldermolen die hier stond, in 1912, besloot het bestuur van de polder ‘Het Overdie en de Achtermeer’ tot het installeren van een gemaal met dieselmotor. Alhoewel windenergie gratis was, was de opvoercapaciteit in windstille perioden toch een probleem. De stoommachine was voor het opwekken van kleine vermogens eigenlijk niet zo geschikt. Rond 1900 deed echter de dieselmotor zijn intrede, die juist voor deze toepassing geschikt bleek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het polderbestuur besloot tot het installeren van een dieselgemaal. Voor dit doel werd het eenvoudige bakstenen gebouwtje neergezet, dat was ontworpen door de bekende Alkmaarse architect Laurens Groen. De bouwstijl heeft enigszins raakvlakken met de Amsterdamse School. Het is één van Groens eerste werken in deze stad. Op de gevelsteen is het jaartal 1913 te lezen. Ondanks de ouderdom verkeert de authentieke installatie nog in perfecte staat. U kunt het vandaag zelf zien en vooral horen…
55
Hofje van Splinter Ritsevoort 2 17e eeuw De huidige vorm van dit hofje kwam tot stand in de 19e eeuw. Maar, zoals de gevelsteen laat zien, is dit hofje al gesticht in 1646. Door een verbouwing verdween de oude gevel (waarschijnlijk met trap) en kwam er de zogeheten lijstgevel. Dit is een gevel die geen speciale top heeft zoals een trap, klok of tuit, en beëindigd wordt door een gootlijst. De regentenkamer lag vooraan aan het Ritsevoort, deze is verbouwd tot advocatenkantoor. Het geld voor de stichting van dit hofje hiervoor kwam uit de erfenis van Margaretha Splinter en het is haar wapen dat de voorgevel siert. Het is gebouwd op de plek waar Margaretha ooit woonde samen met haar man Floris van Jutphaes. In het hof werd plaats gemaakt voor acht ongehuwde arme dames, afkomstig uit een (ge)goede familie. De acht woningen worden nog altijd door oudere alleengaande dames bewoond. Zij kunnen hun huis bereiken via een charmante galerij met een houten tongewelf. In de tuin staan nog het oude washok (nu fietshok) en het buitentoilet. Stap eens binnen in de 17de eeuw en ervaar de rust van de gezellige binnentuin in de toch wel rumoerige binnenstad van Alkmaar.
42
56
Molen van Piet / Molen de Groot Clarissenbuurt 4 (geopend 11.00 – 16.00 uur) 18e eeuw Standerdmolen Op oude kaarten is te zien dat vroeger wel tien molens op de vestingwallen rondom de stad hebben gestaan. Zij stonden op de hoge bolwerken waar zij veel wind konden vangen. Met uitzondering van deze molen zijn ze allemaal uit de binnenstad verdwenen. Dit oude bolwerk is in WOII ondergraven voor een bunker, die nu gebruikt wordt als bloemenstal. Standerd & bovenkruier De voorloper van de huidige molen van een houten standerdmolen die in 1605 was gebouwd. Het was een kleine vierkante houten molen op een soort voetstuk of standaardje. Net als de huidige molen werd hier koren gemalen. Alle standerdmolens zijn inmiddels uit ons landschap verdwenen. De eerste steen voor deze molen werd gelegd in 1769. U ziet een zogeheten ronde stenen bovenkruier. Een bovenkruier wil zeggen dat de kap van buitenaf gekruid (gedraaid) wordt. Dit gebeurt met de houten staart, die bediend wordt vanaf de houten omloop halverwege de romp. Deze omloop heet een stelling en daarom noemt men dit ook wel een stellingmolen. Ook molen ‘t Roode Hert heeft dit model, maar die is van hout (zie daar).
57
Bunker WOII De Hout / Wilhelminalaan 20ste eeuw De bunker staat verdekt opgesteld in het groen van de Alkmaarder Hout, tussen de Kennemerstraatweg en de Wilhelminalaan. Deze bunker uit de 2de wereldoorlog is een Duitse telefoonbunker van het standaardtype R616. Gebouwd in 1943 was het een bomvrij onderkomen voor een kleine telefooncentrale en een kabelherstelploeg van 6 man met materieel. De bunker was opgetrokken uit gewapende beton van 2 meter dikte en was bestand tegen een directe treffer met een 500kg bom. De bunker was als camouflage voorzien van een bakstenen schil met nepramen. De daarin geschilderde kozijnen, gezellige gordijnen en geraniums zijn vrijwel geheel vervaagd. De bunker onder het Kennemerbolwerk, slechts op een steenworp afstand, was een iets grotere telefoonbunker (namelijk standaardtype R617). Beide bunkers stonden in 1948 op de nominatie om gesloopt te worden in 1948, maar zijn uiteindelijk als stille getuigen bewaard gebleven.
43
58
Villa Wilhelminalaan 8 (het souterrain is geopend) 19e eeuw Neorenaissance Wilhelminalaan 8 is gebouwd als dubbel herenhuis samen met nr. 9 volgens ontwerp van de Alkmaarse architect Klaas Bakker Dz. in 1894-1895. Ze werden tegen het buurpand Wilhelminalaan 10 aangebouwd, dat al eerder was opgetrokken door dezelfde architect in opdracht van dezelfde opdrachtgever; notaris J.P. Backx. De neo-renaissance gevel is opgetrokken uit rode strakke baksteen met banden van pleisterwerk en boven de vensters zijn sluit- en aanzetstenen met diamantkoppen. Het souterrain is gepleisterd met grote blokken, dat ook wel ‘rustica’ wordt genoemd. Rustica is ruw blokwerk dat als basement van een gebouw dient. Het werd door de beroemde renaissance architect Bramante in de 15de eeuw in Italië geïntroduceerd. Door de hoogte van het souterrain is de voordeur te bereiken met een hardstenen trap. Deze heeft een sierlijk gietijzeren traphek. Souterrain Tijdens deze Open Monumentendag is alleen het souterrain toegankelijk. Deze heeft nog de oorspronkelijke indeling met (van voor naar achter); een keuken, voorraadkelder en mangelkamer. Deze bevinden zich nog in vrijwel oorspronkelijke staat.
59
Rooms-Katholieke Begraafplaats St. Barbara Prins Bernardlaan 4 19e eeuw Neogotiek Deze begraafplaats is in 1887 aangelegd en gewijd aan de heilige Sint Barbara. U kunt het terrein betreden via een monumentaal gietijzeren hek. In de pijlers naast de doorgang ziet u gevleugelde zandlopers, die de voorbij vliegende tijd symboliseren. Bovenop de pijlers ziet u een sierlijke palmet ofwel bloemmotief. Vooraan op het terrein staat rechts en links een gebouwtjes. Rechts is het voormalig kantoor, het dient nu als schaftlokaal. Links staat de voormalige doodgraverswoning uit 1899. Sinds 1987 is hier het kantoor. De kapel staat recht tegenover de ingang. Het is een neogotisch gebouw en bovenin een nis ziet u een beeld van de heilige Barbara. Het interieur is in 1964-65 volledig gemoderniseerd. hierbij is ook het gewelf achter een verlaagd plafond verdwenen. Aan de buitenmuren hangen genummerde panelen, die verwijzen naar de kruiswegstaties. Aan de koorzijde van de kapel is een urnenwand geplaatst. De begraafplaats is aangelegd in rechte paden en velden, die verwijzen naar het katholieke symbool van het kruis.
44
60
Algemene Begraafplaats Westerweg 250 (geopend tot 16.00 uur) 19e eeuw Neoclassicisme Vandaag is de begraafplaats gehuld in dans en muziek ter ere van de onthulling van een gedenkmonument op het kindergedeelte (om 11.00 uur). Er worden rondleidingen verzorgd door de Vereniging De Terebinth om 11.30 uur, 12.30 uur, 13.30 uur en 14.30 uur van ca. 45 minuten. Onderweg draagt het Dichtersgilde voor uit eigen werk. De Algemene Begraafplaats dateert uit 182930 en is aangelegd kort na het verbod van koning Willem I (1825) om in kerken en op kerkhoven binnen de bebouwde kom te begraven. Alle grote gemeenten moesten begraafplaatsen buiten de bebouwde kom aanleggen. Beroemd ontwerper Voor de Alkmaarse begraafplaats werd een groot ontwerper aangesteld: de beroemde Haarlemse architect J.D. Zocher jr. (17911870). Zocher studeerde na zijn architectenopleiding gedurende twee jaar aan de Ecole des Beaux Arts te Parijs. Daar leerde hij het neoclassicisme kennen, de stijl waarin hij ook zelf zijn gebouwen zou ontwerpen. Zocher was niet alleen architect van gebouwen, maar ook landschapsarchitect. Daarom is het niet vreemd dat hij voor deze Algemene Begraafplaats zowel het poortgebouw als de terreinindeling heeft ontworpen. Schijndood Het poortgebouw en de twee bijbehorende paviljoenwoningen zijn uitgevoerd in de neoclassicistische stijl. De vorm doet denken aan die van de tempels uit de klassieke oudheid. In het gebouw kwam rechts een wachtruimte en links een kamer voor het ‘bewaren’ van de dode. Deze bewaarkamer was speciaal toegevoegd aan het originele plan, omdat vanuit Duitsland het fenomeen ‘schijndood’ was overgewaaid. De schrik om levend te worden begraven zat er blijkbaar goed in. Een houten hek In de monumentale toegangspoort zit een dubbel houten toegangshek. Dit hek heeft spijlen met pijlpunten. De pijl werd gezien als drager van dodelijke ziektes, zoals de pest. Op de hoeken staan pijlbundels omwonden door een lint. Het hekwerk aan weerszijden van het poortgebouw is in 1860 vervangen door het huidige ijzeren exemplaar. Hier hebben de spijlen de vorm van omgekeerde toortsen (uitdoven van de levensvlam). Deze zijn verbonden door medaillons met eikenbladmotief (eeuwig durend leven). Engels landschap Als u de begraafplaats enkele meters op gaat, ziet u maar weinig grafmonumenten. Dit is bij de aanleg zo bedoeld. Zocher maakte namelijk in de eerste plaats een tuin. Dit deed hij in de toen zeer moderne Engelse landschapsstijl, een stijl die zoveel mogelijk een natuurlijke situatie nabootst. Zocher ontwierp slingerpaden en een diepe vijver in het midden die over het hele terrein vertakkingen had. Voor de grafvelden werden eilandjes opgeworpen en de centrale vijver vormde de geloofsscheiding tussen de verschillende grafvelden: rechts katholiek en links protestant. Het katholieke deel is weinig gebruikt, omdat al in 1887 de eigen katholieke begraafplaats St. Barbara werd aangelegd. Door aanplemping zijn de eilanden verdwenen, maar de vorm en het hoogteverschil is nog goed te zien. De oudste graven vindt u dan ook op de voorste, iets hoger gelegen, grafvelden.
45
61
Geestmolen Hoeverpad 13 16e eeuw Achtkante binnenkruier Terwijl de molenaar trakteert op koffie kunt u dit industriële erfgoed op u in laten werken. Deze poldermolen maalde in 1564-65 het water van de Geestmolenpolder van de Egmondermeer via de Hoevervaart op de Schermerboezem. Het scheprad is in 1886 vervangen door een houten vijzel, zoals bij alle molens gebeurde. Het is bijna niet meer voor te stellen dat deze molen vrij in het landschap heeft gestaan. Inmiddels is het omgeven door de bebouwing van het uitbreidingsplan De Hoef uit het begin van de jaren 1960. Daarom kwam een hulpgemaal in de molen waarmee deze ook zonder windkracht water kon uitslaan. Hoewel de windvang door de hoogbouw sterk is belemmerd, is de molen nog altijd in functie. Langs de molen liep tot in de jaren 1930 een tram. De fundering van de huidige brug over de Hoevervaart ligt op deze trambaan. Het informatiepaneel aan de rand van het terrein vertelt u hier meer over. Bedstee Het model is een achtkante Noord-Hollandse binnenkruier, dat wil zeggen dat het eiken binnenwerk acht kanten heeft en dat de kap van binnenuit gekruid (gedraaid) wordt. Niet alle molens werden bewoond, ook deze niet. Er staat niet voor niets een prachtige woning aan de overzijde, waarvan u vandaag de tuin kunt bezichtigen. Toch was het nuttig voor de molenaar om een slaapplaats in de molen te hebben. Zo kon hij bijvoorbeeld waken bij storm of even rusten bij bemaling in de nacht. Voor dit doel was een kleine stookplaat en bedstee in de molen gebouwd. De bedstee zit er nog altijd in!
62
Voormalige Ringersfabriek / Odd Fellowhuis Varnebroek 17 A 19e eeuw Het pand Varnebroek 17 is ca. 1875 gebouwd en in 1904 gekocht door de aannemers Gebr. Fr. en Jan Ringers om er een fabriek(je) in te bouwen. Nog in hetzelfde jaar werd Henk Ringers de eigenaar om er zijn chocoladeproducten te vervaardigen. Zijn broer Theo gaat optreden als administrateur en verkoper. Aanvankelijk met 4 werknemers zijn er in 1911 al 25 mensen aan het werk in de fabriek. Door onbekende oorzaak wordt de productie daarna overgebracht naar Rotterdam. In 1920 wordt het fabriekspand aan de Noorderkade gebouwd. Frits Ringers is inmiddels eigenaar geworden van het fabrieksgebouw en verhuurd het pand voor diverse doeleinden. In 1959 wordt het pand verkocht voor f 27.500,-- aan de Alkmaarse Odd Fellows verenigd in de Victorie Loge. De damesloge, Vertrouwen, is dan huurster. Oorspronkelijk wordt alleen de bovenverdieping gebruikt als samenkomstruimte en zowel de zolder als benedenverdieping verhuurd. In 1972 wordt de Geminiloge opgericht en heeft haar zittingen ook in dit pand. Aangezien het traplopen voor enkele oudere leden bezwaarlijk wordt, wordt in 1978 het besluit genomen de benedenverdieping als Tempel en vergaderruimte in te richten. De bovenverdieping wordt verhuurd aan oorspronkelijk “Het Advocatencollectief” en thans aan de advocaten Leijen en Nandoe. Het interieur is grondig gerenoveerd. 46
63
Oud Katholieke Kerk Nassaulaan 43 20ste eeuw Delftse school In 1953 werd dit kerkgebouw ontworpen door architect Tauber voor de apostolische vereniging. Aan de voorzijde heeft het pand twee bouwlagen met een schilddak evenwijdig aan de straat. Hierin bevonden zich de entree en op de verdieping een vergaderruimte. Het volume daarachter is de kerkzaal overkapt met een flauwe kap. De stalen kapconstructie wordt gevormd door vakwerkspanten volgens het principe van de franse ingenieur Polonceau (1840). Aan de achterzijde bevonden zich een keuken en spreekkamer. Eind 1953 werden de plannen aangepast met de aanvraag voor een orgelnis aan de achterzijde. Het sobere gebouw is opgetrokken in baksteen. De omlijsting van ramen en entree zijn van franse kalksteen. De voorgevel wordt bekroond door een gemetseld fries met ruitmotief hierop rust de geprofileerde gootlijst. In 1980/1981 werd het gebouw verbouwd tot gymzaal voor het Murmellius-gymnasium. Sinds 1993 is het in gebruik bij de Oud-katholieke parochie van de H. Laurentius. De Oud-Katholieke kerk is, evenals de Protestantse kerk, voortgekomen uit ontevredenheid met de leer van de Rooms-Katholieke kerk. De Oud-Katholieken hebben zich in 1723 formeel van de Rooms-Katholieke kerk “afgescheiden”. De relatief zeer jonge Oud-Katholieke parochie van de Heilige Laurentius te Alkmaar is ontstaan in 1949.
64
St. Josephkerk Nassaulaan 2 20steeeuw Neogotiek Deze kerk is in gebruik genomen op 1 januari 1910. Het ontwerp is van het Rotterdamse architectenbureau van de gebroeders Margry en Snickers. De gebroeders Margry waren beroemde kerkenbouwers en leerlingen van P.J.H. Cuypers. Eén van hen had eerder de St. Laurenstiuskerk in Oudorp ontworpen (1879). De Josephkerk is geheel in neogotische stijl gebouwd, wat onder andere te zien is aan de plaatsing van de torens en de gewelven. De kerk is fraai gesitueerd. De mooie gebrandschilderde ramen uit 1955 zijn van de Bergense kunstenaar Jaap Min. U kunt deze het beste van binnenuit bekijken. Aan de wanden hangen 14 kruiswegstaties uit 1927, gemaakt door de Bergense pater Raymundis. Het orgel dateert uit de jaren 1920 of 1930. De huidige speeltafel is overgeplaatst uit de Dominicuskerk aan de Laat, die in 1985 werd gesloopt. Het bronzen Christus-Koningbeeld dat buiten voor de entree staat, is in 1948 geplaatst ter herinnering aan in de oorlog omgekomen Alkmaarders. Hun namen staan vermeld op een gedenkplaat aan de muur van de kerk. Het gebouw heeft in 2006 inwendig een metamorfose ondergaan. Kom binnen en beleef het! Om 11.30 en 15.00 uur draagt de Dichterkring een half uur lang gedichten voor, speciaal geschreven voor Open Mnoumentendag.
47
65
Basisschool De Kring Koornlaan 2-4 20ste eeuw Traditionalisme Dit schoolcomplex is in 1927 ontworpen in de zogeheten interbellum-architectuur door Nic. Molenaar jr. Het complex wordt gekenmerkt door markante dakvormen en sobere accenten in het metselwerk. Het is gebouwd in opdracht van Onze-Lieve-Vrouwestichting te Amersfoort dat eerder het zusterklooster aan de Oudegracht 214-216 liet bouwen. Hier kwam de St. Theresia-kleuterschool (nr 4) en de daar tegenover gelegen St. Agnesschool voor meisjes (nr 2). De eerste steen ziet u rechts naarst de hoofdingang van de vm. meisjesschool. De Theresiaschool heeft een L-vormige plattegrond met in de knik een kleine kapel. Daar ontwierp Molenaar een achtkantig gebouwtje bekroond met een terracotta kruis. Het pand heeft een prachtig versierd interieur. U kunt vandaag de achtkantige hal in Art Deco stijl bezichtigen. De wanden zijn betegeld met zeer fraai tegelwerk en op een zonnige dag kunt u het gekleurde licht ervaren van het glas in lood in de binnenkoepel.
66
Hofje van Paling en Van Foreest Zevenhuizen 13-23 16e eeuw Ook al is dit hofje in de 16de eeuw gesticht, u kijkt naar een 19de-eeuws bouwwerk. Oorspronkelijk was op de hoek bij de hoofdingang een trapgevel, zoals bij het naastgelegen café nog is te zien. De trapgevel verdween bij een modernisering in 1860. De laatste vleugel langs het bolwerk dateert uit 1885, waardoor een omsloten tuin ontstond. Alkmaar dankt dit hof aan Pieter Claesz. Paling en zijn gemalin Josina van Foreest die bij testament in 1540 de oprichting vastlegden. Het zijn dan ook o.a. hun familiewapens die boven de ingang hangen. Het complex wordt omsloten door het Zevenhuizen, de Geest en de Kanisstraat. Tot 1670 was er alleen de vleugel aan de Geest, bestemd voor oude katholieke dames. Daarna werd voor dames van ‘de gereformeerde religie’ een vleugel langs de Kanisstraat gebouwd. Maar zij kregen geen achterdeur naar de tuin. Die is er nu wel, in een later aangebrachte aanbouw. De hoftuin is open voor bezichtiging. Er klinkt vandaag keyboardspel ter begeleiding van uw bezoek.
48
67
Stedelijk Museum Alkmaar Canadaplein 1 (vandaag gratis entree) Eindig de Open Monumentenroute in het Stedelijk Museum Alkmaar met de korte, zeer interessante film over de geschiedenis van Alkmaar. U wordt als het ware meegenomen door de geschiedenis van de stad, het ontstaan, het beleg en van de 19e en 20e eeuw tot nu. De film duurt ongeveer 14 minuten.
49
Index op categorie Categorie
Routenummer
Begraafplaats Algemene Begraafplaats, Westerweg 250 R.K. Begraafplaats St. Barbara, Pr. Bernhardlaan 4
60 59
Hofje Hof van Sonoy, Hof van Sonoy 1 Hofje van Bijlevelt, Koningsweg 85 Hofje van Paling en Van Foreest, Zevenhuizen 13 Hofje van Splinter, Ritsevoort 2 Hof van Nordingen/Huis van Achten, Lombardsteeg 23 Huis van Achten- Hof van Nordingen, Lombardsteeg 23 Wildemanshof, Oudegracht 45-91
32 38 66 55 33 33 06
Industrie en spoor Vm. Brugpost NS, Helderseweg ongenummerd Vm. Bierbrouwerij, Kachelmuseum, Bierkade 10 Graanmaalderij en woonhuis, Kanaaldijk 235-236 Vm. Stadstimmerwerf: Keetgracht 1 Watertoren, Bergerweg 62 Vm. Glasfabriek Kerrebijn, Luttik oudorp 79 Vm. Ringersfabriek, Varneboek 17A
41 11 43 07 46 13 62
Loge Lectorium Rosicrucianum, Oudegracht 114 Logegebouw Odd Fellows, Varnebroek 17 A Vrijmetselaarsloge, Gedempte Nieuwesloot 153
04 62 35
Molen en gemaal Ambachtsmolen, ‘t Wuiver 35 Dieselgemaal, Cort v.d. Lindekade 33 Eendrachtsmolen, Kruseman van Eltenweg 2 Geestmolen, Hoeverpad 13 Molen B, Molenkade 6 Molen C, Molenkade 7 Molen D, Molenkade 8 Molen E, Molenkade 9 Molen De Gouden Engel, Kanaaldijk 235-236 Molen van Piet, Clarissenbuurt 4 Molen ‘t Roode Hert, Friescheweg 102 Viaanse molen, Bergerweg 151
22 54 47 61 18 19 20 21 49 56 17 48
Militair- of oorlogsmonument Algemene Begraafplaats, Westerweg 250 Bunker WOII: De Hout / Wilhelminalaan Kruithuis, Doelenstraat 4-6 Schuttersgebouw De Nieuwe Doelen, Doelenstraat 3
60 57 39 37
Openbaar gebouw Accijnstoren, Bierkade 23 Kadastergebouw, Nieuwsloot 36 Monumentenloods, Torenburg 3 Museum Kaasmuseum, Waagplein 2
10 34 16 28
50
Categorie
Routenummer
Museum Kachelmuseum, Bierkade 10 Museum Stedelijk Museum Alkmaar, Canadaplein 1 Stadhuis, Langestraat 95-97 Stadhuis, Moriaanshoofd, Langestraat 93 Waaggebouw, Waagplein 2 Theater Provadja, Verdronkenoord 12
11 67 50 51 28 09
Pakhuis Vm. Graanpakhuis De Korenschoof, Luttik oudorp 81 Vm. Kaaspakhuis, Achterstraat 15 Vm. Pakhuis Vigilantie, Verdronkenoord 45
14 29 08
Religieus gebouw Sint Lucaskerk, Oude Kanaaldijk 9-11 De Terp, Kerklaan 4 Doopsgezinde kerk, Koningsweg 10 Evangelisch Lutherse kerk, Oudegracht 187 Grote- of St. Laurenskerk, Koorstraat 4 Kapelkerk, Kapelsteeg 3 Vm. Nieuw-Apostolische kerk, Toussaintstraat 13 Oud Katholieke kerk, Nassaulaan 43 Remonstrantse Kerk, Fnidsen 35-39 St. Josephkerk, Nassaulaan 2 St. Laurentiuskerk, Verdronkenoord 68
42 23 31 05 49 01 53 63 12 64 25
School Vm. Ambachtsschool, Bergerweg 1 Basisschool De Kring, Koornlaan 2-4 Lectorium Rosicrucianum, Oudegracht 114 Vm. Rijks H.B.S., Paardenmarkt 1 Vm. Wilhelminaschool, Doelenstraat 21-23
45 65 03 40 36
Winkel en ambacht Vm. Winkel Albert Heijn, Fnidsen 85 Borstel- en klompenwinkel, Huigbrouwerstraat 3 Electronische artikelen etc., Mient 14-16 Glazenier, Appelsteeg 1 Vm. koopmanshuis De Zijworm, Mient 33
24 02 27 15 26
Woonhuis Grachtenpand, Oudegracht 124-126 Vm. Kaaspakhuis, Achterstraat 15 Vm. koopmanshuis De Zijworm, Mient 33 Lectorium Rosicrucianum, Oudegracht 114 Moriaanshoofd, Langestraat 93 Vm. Nieuw-Apostolische kerk, Toussaintstraat 13 Stolp, Kanaaldijk 217 Villa, Wilhelminalaan 8 Woonhuis met graanmaalderij, Kanaaldijk 236/237
03 29 26 04 51 53 44 58 43
51
Samenstelling : Gemeente Alkmaar Vakgroep monumenten September 2011 Opmaak Druk Omslag Oplage
: Grafisch Service Centrum - gemeente Alkmaar : Dékavé Alkmaar : Kachelmuseum, Bierkade 10 : 5.000 exemplaren
Contact E-mail
: Telefoon: 072-548 88 24 :
[email protected]
Websites : www.alkmaar.nl/openmonumentendag www.sprekendegevelsalkmaar.nl www.openmonumentendag.nl
52