e n t e
13 historisch
eme
Cultuur
Apeldoorn
g
Monumentale kunst in Apeldoorn In de naoorlogse jaren is in de gemeente Apeldoorn heel veel gebouwd. Apeldoorn maakte een snelle ontwikkeling door, wat resulteerde in een groot aantal nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen en de verandering van een dorpskern tot een stedelijk gebied. Nieuwe wijken werden voorzien van sociale, religieuze en andere voorzieningen. Bovendien probeerde men te zorgen voor een evenwichtige bewonerssamenstelling van de wijken. Naast de functionele eisen die aan de stadsuitbreidingen en nieuwe gebouwen werden gesteld, vond de overheid het ook belangrijk dat de bewoners zich prettig voelden in hun omgeving. Belangrijke uitgangspunten in de architectuur en stedenbouw uit die periode waren licht, lucht en ruimte, zowel in de woning als in en om de wijk. Niet alleen de architectonische kwaliteit van de naoorlogse gebouwen is van belang, maar zeker ook de stedenbouwkundige kwaliteit die zichtbaar is in de zorgvuldige compositie van gebouwen, groen en openbare ruimte. Daarnaast speelde kunst een belangrijke rol in de naoorlogse periode. Beeldend kunstenaars en architecten maakten zich sterk voor het samengaan van beeldende kunst en bouwkunst en een integratie hiervan in de samenleving. De kunst ademt de sfeer uit van optimisme en gedrevenheid die de naoorlogse jaren kenmerkt.
Kunst werd verwerkt in een muur of venster of werd geplaatst in de openbare ruimte zoals bij een school of in een plantsoen. Een kunstwerk dat voor een specifieke plek is ontworpen, met materialen en vormgeving die passen in de architectuur van de omgeving, noemen we ‘monumentale kunst’. De gemeente Apeldoorn heeft veel mooie voorbeelden van monumentale kunst. Daarom heeft deze kunstvorm aandacht gekregen als aparte categorie in de inventarisatie van het naoorlogs erfgoed (1940-1970).
“Fraaier Apeldoorn” De zogenaamde percentageregeling van het rijk maakte een brede toepassing van de monumentale kunst mogelijk. De eerste regeling, daterend uit 1951, schreef voor dat van de bouwkosten van een overheidsgebouw 1,5 procent gereserveerd moest worden voor de inschakeling van beeldend kunstenaars. In 1953 werd nog een regeling ingesteld. Deze regeling was vergelijkbaar met de eerste, maar was gericht op de bouw van scholen. In Apeldoorn ging men nog een stap verder. De Apeldoornse Vereniging voor Beeldende Kunstenaars verzocht in 1951 de gemeenteraad namelijk om een fonds in het leven te roepen “ter verfraaiing van Apeldoorns openbare wegen, pleinen en gebouwen”. De enorme groei van Apeldoorn moest gepaard gaan met het verfraaien van de leefomgeving, meende zij, en de Vereniging deed daartoe het voorstel om tien procent van de opbrengsten van de bouwvergunningleges te besteden aan kunst. Zowel het Fraaier Apeldoorn Fonds als een adviescommissie werden opgericht. Tot de vervanging door een nieuw fonds in 1962-1964 zou Fraaier Apeldoorn herhaaldelijk het initiatief nemen om kunst aan te kopen, waarvan een groot aantal voorbeelden tot op de dag van vandaag kan worden teruggevonden in het Apeldoornse straatbeeld.
Dit fraaie en voor kinderen aansprekende mozaïek is in 1965 gemaakt door Gaby Bovelander. Het bevindt zich op de voormalige kleuterschool aan de Kelvinstraat.
De kunstenaar en zijn technieken De stimulerende houding van de overheid en andere opdrachtgevers werkte uiteraard positief voor de kunstenaars die zich bezig hielden met monumentale kunst. Inmiddels is door onderzoek in het gemeentearchief van vele kunstwerken de naam van de maker achtergehaald. Een klein aantal kunstenaars heeft meerdere monumentale kunstwerken in Apeldoorn gemaakt. Deze kunnen als ‘typisch Apeldoorns’ beschouwd worden. Belangrijke kunstenaars in dit verband zijn Harry Meek, die tevens docent was aan het Christelijk Lyceum, en Gaby Bovelander. In de naoorlogse periode werden nieuwe kunsttechnieken ontwikkeld. Zo ontstonden eigentijdse vormen van expressie die uitstekend waren toe te passen in, op en aan gebouwen. De technieken waren zeer divers. Aan de binnenzijde van gebouwen werden wandschilderingen regelmatig toegepast. Bij buitengevels werden meer weersbestendige kunstwerken aangebracht, bijvoorbeeld reliëfs en plastieken in siermetselwerk of beton. Ook tegeltableaus, mozaïeken en sculpturen in kunststeen, natuursteen, brons of metaaldraad komen in de naoorlogse monumentale kunst regelmatig voor. Een techniek die vaak werd toegepast voor het maken van grote kunstwerken op binnenwanden en buitengevels is sgraffito. De sgraffitotechniek is al zeer oud en komt waarschijnlijk uit het Alpengebied. Omdat bij deze techniek gebruik gemaakt kon worden van eenvoudige materialen was hij in de wederopbouwperiode erg populair in ons land. Bij deze kunstvorm werden meerdere lagen gekleurd pleisterwerk over elkaar heen aangebracht op een wand. Voordat de lagen pleisterwerk te hard waren, werden bepaalde delen weggeschraapt of -gesneden. Al naar gelang het niveau waarop werd weggeschraapt, kwamen de verschillende kleuren van de pleisterlagen te voorschijn. Ook met glas werden allerlei vormen van monumentale kunst gemaakt. Te denken valt aan glas-in-loodramen, of aan glasvlakken waarop door middel van etsen of zandstralen voorstellingen werden aangebracht. In de loop der tijd ging men met allerlei technieken experimenteren. Er werden kunstwerken gemaakt van glas-in-beton en glasin-metaal. Ook werden zogenaamde glasappliqués gemaakt, waarbij verschillende kleuren glas op elkaar werden gesmolten of gelijmd.
De vitrinekast van Witteveen aan de Hoofdstraat, uitgevoerd in betonreliëf met keramiek, vormt een kleurrijke onderbreking in de winkelstraat.
Scholen
Een detail van de sgraffito aan de voormalige Kweekschool voor Kleuterleidsters aan de Henri Dunantlaan. De laagopbouw van het pleisterwerk is duidelijk zichtbaar.
De Apeldoornse Binnenstad In de naoorlogse jaren kreeg het centrum van Apeldoorn een geheel nieuw aanzicht. Nieuwe ruimtes zoals een binnenstadsentree aan het Leienplein werden gerealiseerd. Hier werd bij nieuwbouw van panden vaak kunst boven de winkelverdieping geplaatst. Dit is bijvoorbeeld te zien bij Leienplein 6. Elders in de stad zijn op een aantal winkelpanden fraaie reliëfs van de Apeldoornse kunstenaar Harry Meek te vinden. De kunstwerken maken op een harmonieuze wijze onderdeel uit van de architectuur van de panden. Een opvallend object is de kleurrijke vitrinekast, uitgevoerd in betonreliëf met keramiek, bij het winkelpand van Witteveen aan de Hoofdstraat. De ontwerper van dit kunstwerk is helaas nog onbekend.
Het artistiek bekleden van een wand was vooral een populaire keuze bij scholen. De voorbeelden van monumentale kunst in, op of bij scholen zijn talrijk in Apeldoorn. Twee uitzonderlijk fraaie voorbeelden zijn te vinden aan de Henri Dunantlaan. De vroegere Huishoudelijke school (thans Fotovakschool) heeft naast de ingang een baksteenreliëf van waarschijnlijk de Haagse kunstenaar Vollmer. Het verbeeldt de ontwikkeling van het jonge meisje tot moeder van een gezin. Dit reliëf is lange tijd aan het zicht onttrokken geweest door een boom die direct voor de gevel stond. Ter gelegenheid van de Open Monumentendag in 2007, met als thema Moderne Monumenten, heeft de gemeente in overleg met de Fotovakschool de boom verwijderd. Daardoor is het baksteenreliëf nu weer goed te zien. De voormalige Kweekschool voor Kleuterleidsters heeft op
Op één van de kopgevels van de voormalige Kweekschool voor Kleuterleidsters aan de Henri Dunantlaan bevindt zich een sgraffito van Gaby Bovelander. Het is gemaakt in 1964.
een naar de straat gekeerde gevel een fraaie sgraffito in wit, grijs, zwart en blauw van de hand van Gaby Bovelander.
Ger van Iersel ontwierp rond 1959 deze monumentale kunst in de Openbare Lagere School. Het is uitgevoerd in beschilderd glas.
Andere opvallende voorbeelden van monumentale kunst in, aan of bij scholen zijn te vinden bij de Parkenschool aan de Jhr. G.W. Molleruslaan en de Openbare Lagere School aan de Einsteinlaan. De Parkenschool heeft op de voorgevel een fraai mozaïek. Bij de Openbare Lagere School is op een gedeelte van het glas een kleurrijke schildering aangebracht, die ondanks de sloop van de school, behouden is.
Woonwijken Monumentale kunst uit de jaren ’50 en ’60 komt regelmatig bij, in of tegen woningen en flatgebouwen voor. In het geval van particuliere woningen, gaat het om kunst die op initiatief van de bewoners zelf is gemaakt. Deze voorbeelden zijn zeldzaam en vaak niet zo bekend, maar ook hier zijn tal van varianten aan te treffen, bijvoorbeeld in de vorm van geëtst sierglas, gevelreliëfs of draadplastieken. Fraaie voorbeelden van monumentale kunst aan particuliere woningen zijn bijvoorbeeld te vinden aan de Grindberglaan. Ook woningbouwverenigingen probeerden de openbare ruimte te verfraaien. Zo werden de gevels van flatgebouwen uit de wederopbouwperiode wel eens verlevendigd met sgraffito, betonreliëfs of siermetselwerk. Soms werd ook los van het gebouw, bijvoorbeeld in het plantsoen voor een flatgebouw, een kunstwerk geplaatst. Op deze wijze kregen de vaak gelijkvormige flatgebouwen een eigen accent.
Bij de flats aan de Koninginnelaan staat, op de hoek met de Gemzenstraat, dit kunststenen plastiek van de hand van Harry Meek. Het kunstwerk heeft als titel ‘Verbondenheid’.
Religieuze gebouwen en begraafplaatsen Bij religieuze gebouwen is de toepassing van monumentale kunst al eeuwenlang zeer gebruikelijk. Te denken valt aan glas-in-loodramen of gebeeldhouwde toegangsportalen. Ook in de wederopbouwperiode was er bij nieuwbouw van religieuze gebouwen veel aandacht voor monumentale kunst. Glas-in-loodramen waren erg geliefd, maar ook meer eigentijdse kunstvormen en materiaaltoepassingen kwamen voor. Een zeer eigentijdse vorm van monumentale kunst vinden we bij de gereformeerde kerk aan de Graaf van Lijndenlaan. Hier is in 1959 een betonplastiek in modernistische stijl aangebracht. Een ander voorbeeld is de synagoge aan de Paslaan. Hier zijn boven en onder de glas-in-loodramen fraaie sgraffito’s aangebracht; alle zijn ontworpen door Harry Meek. Tegen de buitengevel van de aula van begraafplaats Heidehof bevindt zich een keramisch reliëf dat een rouwende familie verbeeldt. De gevels van de synagoge aan de Paslaan zijn in 1959-1960 door Harry Meek voorzien van glas-in-loodramen en sgraffito.
Kantoren en bedrijfsgebouwen Bedrijven en instellingen gebruikten monumentale kunst als ‘visitekaartje’. In deze gevallen concentreerde de kunst zich dan ook op de entree en de foyer van het gebouw. Fraaie voorbeelden van monumentale kunst in kantoor- en bedrijfsgebouwen zijn te vinden in de entreepartij en het trappenhuis van de voormalige Provinciale Geldersche Electriciteits Maatschappij (hoek HoofdstraatKanaalstraat). De kunstwerken zijn gemaakt door Gijs Jacobs van den Hof. In het kantoorgebouw van de voormalige nettenfabriek is aan beide zijden van de voordeur glas-in-lood aangebracht. In het interieur bevindt zich een muurschildering. Beide zijn van de hand van Harry Meek. Rond 1955 heeft Harry Meek een wandschildering gemaakt in het kantoorgebouw van de nettenfabriek. Op deze afbeelding zien we een deel van deze schildering. Het moge duidelijk zijn dat de producten van deze fabriek (visnetten) als inspiratiebron hebben gediend.
Herdenkingsmonumenten Een bijzondere categorie van monumentale kunst wordt gevormd door de herdenkingsmonumenten. Deze kunstwerken zijn over het algemeen geplaatst in de openbare ruimte, in een park of plantsoen of bij een dorpshuis of kerk. In de naoorlogse jaren was er veel behoefte om monumenten op te richten ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog, zo ook in Apeldoorn. In Apeldoorn zelf en ook in de andere kernen van de gemeente zijn oorlogsmonumenten te vinden. Een aantal monumenten is gemaakt van zwerfkeien. Deze monumenten zijn bijvoorbeeld te vinden aan de Sportlaan in Apeldoorn en aan de Soerenseweg in het Kruisjesdal. Strakker vormgegeven herdenkingstekens, uitgevoerd in bewerkt natuursteen, staan aan de Loenenseweg in Beekbergen en op begraafplaats Heidehof in Ugchelen. Op het ereveld in Loenen bevindt zich een fraai bronzen monument, dat een vallende man verbeeldt. Veel oorlogsmonumenten in Apeldoorn zijn geadopteerd door basisscholen. Leerlingen helpen mee aan het onderhoud en nemen deel aan de organisatie van de jaarlijkse herdenking. Tevens wordt hen het verhaal verteld van de oorlog en wat hun monument daarmee te maken heeft.
De toekomst van onze monumentale kunst Het naoorlogse gedachtegoed dat ligt opgesloten in de Apeldoornse voorbeelden van monumentale kunst is zeker geen verleden tijd! De gewenste maatschappelijke functie van kunst die voor iedereen te zien is, blijft een waardevol uitgangspunt. Helaas is in de loop der jaren een aantal kunstwerken met de sloop van gebouwen verdwenen. De gemeente Apeldoorn besteedt daarom momenteel specifieke aandacht aan de categorie kunstuitingen die deel uitmaken van gebouwen en naoorlogse wijken. Hopelijk lukt het om samen met eigenaren, gebruikers en omwonenden deze bijzondere iconen op hun oorspronkelijke plek te behouden voor de toekomst. Samen met het Instituut Collectie Nederland (ICN) wil de gemeente Apeldoorn in ieder geval haar best doen om bedreigde kunstwerken in beeld te brengen en – wanneer sloop van het gebouw onvermijdelijk is - zo mogelijk te herbestemmen in nieuwbouw op dezelfde of wellicht een andere plek.
Dit oorlogsmonument van omstreeks 1951 staat in Ugchelen en is gemaakt van zwerfkeien.
In 1967 werd naar ontwerp van Edward Luytens dit oorlogsmonument op de begraafplaats Heidehof in Ugchelen opgericht.
Meer informatie Voor meer informatie over de inventarisatie van het Apeldoornse naoorlogse erfgoed is een brochure uitgebracht in oktober 2007. Interessante websites: www.apeldoorn.nl/cultuurhistorie www.gabybovelander.nl www.harrymeek.nl www.icn.nl www.wederopbouwkunst.nl www.racm.nl
Colofon Uitgave: Gemeente Apeldoorn, dienst Ruimtelijke Ontwikkeling, afdeling Stedebouw en Cultuurhistorie Foto’s: Monumenten Advies Bureau - Harry Noback, architectuurfotograaf Vormgeving: Update Design, Apeldoorn Druk: Felua-groep, Apeldoorn Maart 2008