IK05 Impuls 5
06-05-2008
09:43
Pagina 1
Katern voor scholing, her- en bijscholing
05 Een uitgave van Intech Klimaat & Sanitair en OTIB mei 2008
inHoud 1
Basiskennis
Montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen
Montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen In de installatietechniek worden kunststofbuizen voor allerlei toepassingen, zoals cv-, gas-, drinkwater- en afvoerleidingen, gebruikt. In dit artikel aandacht voor de montage van kunststofleidingen voor drinkwater, riolering en hemelwaterafvoerleiding. Door: Han Brouwer-Keij Veel fabrikanten hebben eigen benamingen voor hun kunststofbuizen. De moderne leidingen voor drinkwater bestaan vaak uit meerdere lagen, waarvan een of meer van de tussenlagen van (verschillende) metalen kunnen zijn. In tabel 1 staan de meest toegepaste kunststoffen voor sanitaire leidingen. De buizen voor vuilwaterafvoer en hemelwaterafvoer zijn min of meer star en worden in lengten geleverd. Leidingmaterialen, zoals ZPE, PB en PEX, worden op rollen geleverd.
1. Buis op rol (PEX).
moet voorkomen dat ze plaatselijk worden dichtgedrukt. Over het algemeen worden dit soort buizen geheel opgesloten door de omringende grond, het beton of de specie. Bevestigingsmiddelen dienen dan ook alleen om tot die tijd de leiding op haar plaats te houden.
Monteren van buizen op rol Waterleidingbuizen op rol worden in de grond, in het beton of in de deklaag van een vloer gelegd. In alle gevallen moeten ze vorstvrij liggen. De buizen zijn soepel. Je soort kunststof
leidingwater
vuilwaterafvoer
hemelwaterafvoer
PVC
+
+
+
HPE (PE-80)
+*
+
+
ZPE
+*
-
-
PE-RT
+
-
-
PVC-C
+
-
-
PP-C
-
+
+
PB
+
-
-
PE-100
+*
-
-
PP-R
+
-
-
PEX
+
-
-
meerlagenbuis
+
-
-
+ = wel - = niet * voor dienstleiding drinkwater Tabel 1. Meest toegepaste kunststofleidingen in sanitaire installaties van woningbouw. 05 1
IK05 Impuls 5
06-05-2008
09:43
Pagina 2
montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen
Werkwijze aanleg in de grond - bepaal het leidingtracé en denk daarbij aan andere leidingen; - graaf de sleuf tot 105 cm onder het maaiveld; - verwijder puin en andere ongerechtigheden; - breng eventueel een schone zandlaag aan van enkele centimeters; - dop het leidingeind af met een prop; - als er geen opstakels zijn, leg het eind van de leiding dan met voldoende overlengte vast en rol de leiding uit. Als de leiding onder andere leidingen door moet, dan moet een persoon het eind onder die leidingen doortrekken en een ander moet de rol vasthouden. Zorg dat je aan beide einden voldoende overlengte hebt; - als er veel grondzetting is te verwachten, dan moet de leiding slingerend of met een lus (zie afbeelding 2) worden gelegd; - houd de leiding op het zandbed en vul dit aan met een laag van ongeveer 15 cm schone grond; - verdicht de grond met je schoenen, een stamper of een wacker;
2. Lus om schade door grondzetting te voorkomen (van bovenaf gezien).
3. Bevestiging van leidingen in een betonvloer. 05 2
- breng de rest van de grond in twee of drie lagen aan en verdicht die op dezelfde manier. Werkwijze aanleg in een betonvloer - bepaal het leidingtracé en denk daarbij aan andere leidingen en plaatsen waar gaat worden geboord; - bij een breedplaatvloer moet je de leiding uitrollen en die onder de supporters doorschuiven. Hierbij moet je geen leidingen kruisen die dikker zijn dan 50 mm; - bij een bekistingsysteem moet eerst het onderwapeningsnet worden aangebracht. Daarna moet je de leiding uitrollen op het ondernet. Hierbij moet je geen leidingen kruisen die dikker zijn dan 75 mm; - kort de leiding af met voldoende overlengte; - dop de leidingeinden af met een prop en tape; - bevestig de leiding aan het ondernet met tie-wraps of kabelbinders. Kies de bevestigingsafstand zo dat de leiding niet kan gaan drijven; - gebruik bij de opgaande einden hulpwapening op de hoogte van het bovennet; - nadat het bovennet is aangebracht moet je de maatvoering van de opgaande einden en bevestiging controleren. Werkwijze aanleg in de dekvloer (als deze nog moet worden aangebracht) - bepaal het leidingtracé en denk daarbij aan andere leidingen en plaatsen waar zal worden geboord (closetpot, dorpel en dergelijke); - kruis geen cv- of vloerverwarmingsleidingen; - houd de waterleiding, afhankelijk van de temperatuur, 250 – 750 mm verwijderd van de verwarmingsleidingen; - kort de leiding af met voldoende overlengte; - dop de leidingeinden af met een prop en tape; - bevestig de leiding aan de ruwe vloer. Kies de bevestigingsafstand zo opdat de leiding niet kan gaan drijven. (Let op: zand- en cementdekvloeren beschermen staal niet zoals dat het geval is bij beton. In deze gevallen moeten stalen bevestigingsmiddelen daarom gegalvaniseerd zijn.); - controleer de maatvoering van de opgaande einden.
4. Bevestiging leidingen in de dekvloer.
Montage van lengten kunststofbuis Lengten kunststofbuis worden in de woningbouw nauwelijks gebruikt voor drinkwaterleidingen. Voor afvoer van vuilwater en hemelwater worden ze echter veelvuldig toegepast. Bij de aanleg moet je onder andere met de volgende zaken rekening houden: - uitzetting en krimp; - gewicht van de (verstopte) leiding; - geluidsoverdracht; - afschot en luchttransport; - be- en ontluchting. Uitzetting en krimp De temperatuur kan bij de aanleg van afvoerleidingen variëren van 5 tot 30 °C of bij zonbestraling zelfs veel meer. Afvalwater kan in temperatuur variëren van 0 tot wel 90 °C. Hierdoor krimpt de leiding of zet die uit. Als een PVC-leiding van 3 m lengte 50 °C in temperatuur stijgt, neemt de lengte toe met 9 mm. Kunststoffen hebben niet allemaal dezelfde eigenschappen. Zo heeft PE een nog veel grotere uitzettingscoëfficiënt dan PVC. Verder is PE zachter en taaier dan PVC en daarom kunnen de uitzetting en krimp door het materiaal zelf worden opgenomen, tenminste als hiermee bij het beugelen van de leidingen rekening wordt gehouden. Door het productieproces hebben kunststofbuizen een ‘íngevroren’ lengtekrimp en die is verschillend voor elke kunststof. Deze zogenoemde extrusiekrimp treedt boven
IK05 Impuls 5
06-05-2008
09:44
Pagina 3
montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen
- voorkom contact met andere leidingen; - bij doorvoeren mogen leidingen niet de vloer of muur raken, dus moet het gat royaal worden uitgevoerd en worden gevuld met steenwol of iets dergelijks. Lichte scheidingswanden werken als een klankbord, terwijl zware constructies, zoals beton, het geluid absorberen. Afschot en luchttransport Afhankelijk van het soort toestel, de lengte en de middellijn van de leidingen moeten de leidingen onder een bepaald afschot
worden gelegd dat varieert van 5 tot 10 mm/m. Door een te klein afschot stroomt het water te langzaam en bezinken de vaste stoffen. Door een te groot afschot spoelt het water voor de vaste stoffen uit. In beide gevallen is de kans op verstoppingen groot. Vuilwaterafvoeren worden berekend met een gedeeltelijke vulling van zeventig procent. Het bovenste deel van de leiding transporteert dan de lucht in tegenovergestelde richting. Bij de aanleg moet je er dus rekening mee houden dat de lucht bovenin
lb
standleiding
lb c
b a
Δl lb c
Δl b
vastpuntbeugel
c
vaste glijbeugel standaard glijbeugel
lijmverbinding merkstreep
schuifdeel min. 20 mm monteerstand min. 70 mm
L F
min. 20 mm vast deel dubbele lijmmof
G
G
G
max. 6 m
Geluidsoverdracht Om geluidshinder te voorkomen moet je de volgende maatregelen nemen: - kies het leidingtracé zodanig dat het zo ver mogelijk van verblijfsruimten ligt verwijderd; - leg de leiding zo dat er geen wervelingen ontstaan; - gebruik beugels met rubberinlage; - bevestig beugels aan zware constructies zoals beton;
5. Expansiebenen in grondleiding.
RA = 15 x ø
Gewicht van (verstopte) leiding Kunststofleidingen zijn licht van gewicht, maar als door een verstopping een leiding geheel is gevuld met water, moeten de bevestigingsmiddelen sterk genoeg zijn om het gewicht van de geheel gevulde leiding te kunnen dragen. Het meest kritisch is vaak de bevestiging aan de onderzijde van een standleiding. De grondleiding is bevestigd met ophangbeugels. Als je daar de standleiding op gaat bouwen, terwijl er nog geen wanden staan waaraan je de leiding kunt monteren, breng je een stevig bevestigingspunt op de vloer aan. Dat onderste bevestigingspunt moet in staat zijn om het gewicht van de geheel gevulde standleiding te kunnen dragen.
buis
L F
expansiemof
6. Expansiestuk in standleiding. 05 3
a
a
b
Δl
een bepaalde temperatuur op. PVC is hiervoor het gevoeligst. Dit is ook de reden dat voor instortleidingen in beton, dat tijdens uitharding wordt verwarmd tot boven de 50 °C, vaak PE of PP met steekverbinding wordt gebruikt. Als het beton eenmaal is verhard, kan de ingestorte leiding niet meer krimpen of uitzetten. Voor liggende leidingen onder de vloer of boven een verlaagd plafond, moet het tracé van de leiding zo worden gekozen dat de leiding vrij kan uitzetten en krimpen. We noemen dit expansiebenen. Bij standleidingen ontbreekt de mogelijkheid om een expansiebeen aan te brengen. Daarom moet je per verdiepingshoogte, met een maximum van 6 m, een expansiestuk zo laag mogelijk boven de vloer aanbrengen. Op verdiepingsvloeren worden closetpotten meestal boven de vloer op de standleiding aangesloten (P-potten). In dat geval komt het expansiestuk direct boven dat Tstuk. Een PVC-expansiestuk moet in de monteerstand 20 mm kunnen worden ingeschoven en 70 mm kunnen uitschuiven.
IK05 Impuls 5
06-05-2008
09:44
Pagina 4
montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen
Monteren van een PVC-standleiding Hoe je een standleiding moet monteren en waar je beugels moet plaatsen, hangt af van veel zaken. Een aantal belangrijke punten zijn: - zijn leidingen ingestort in beton; - is het T-stuk van de standleiding al ingestort in beton; - staat de standleiding langs een al geplaatste wand of wordt die wand samen met de leidingkoker later geplaatst; - komt er op de standleiding een closetpot met bovengrondse aansluiting; - zijn de leidingen geprefabriceerd. Werkwijze plaatsen standleiding begane grond Uitgangspunt is een standleiding langs een bouwmuur en een sparing in de verdiepingsvloer waarop de instortleiding uitkomt met een mofeind. De grondleiding eindigt met een mof- of spieeind aan de bovenzijde van de ruwe vloer. In dit geval zal de vloer voor voldoende fixatie zorgen en dus is geen extra vastpuntbeugel nodig om het expansiestuk op zijn plaats te houden. Als toch een vastpuntbeugel moet worden toegepast, dan wordt deze meestal op de buis direct onder het expansiestuk bevestigd, omdat de afmetingen van beugels zijn afgestemd op buismaten en niet op mofmaten (de mof van het expansiestuk is groter dan de buis en daaromheen past dus geen buisbeugel). Voorbereiding - maak het mofeind in de bovenliggende verdiepingsvloer bereikbaar (speciedeksel verwijderen); - maak het buiseind van de grondleiding bereikbaar (vuil opzij vegen). Aansluiten op de instortleiding - meet hoe lang het stuk buis voor de aansluiting op de instortleiding moet zijn; - zaag de buis voor de aansluiting op de instortleiding op lengte af; - verwijder de bramen; - reinig de binnenkant van middelste mof van het T-stuk en het spie-eind van de buis met doek (voorzien van een ontvettingsmiddel); - breng lijm aan volgens de voorschriften van de fabrikant; - steek het spie-eind van de buis zonder draaien in de mof van het T-stuk; - verwijder overtollige lijm; - breng glijmiddel aan in de steekmof met rubbermanchet van de instortleiding; - steek het andere spie-eind van de buis in de steekmof van de instortleiding; - zorg dat het T-stuk in de juiste stroomrichting wordt geplaatst (in verband met hellingshoek); - teken met een waterpas of schietlood de plaats van de geleidebeugel op de muur af.
05 4
Expansiestuk plaatsen - plaats indien nodig een sprongstuk dat bijvoorbeeld is samengesteld uit twee bochten van 45 graden; - reinig de spie-einden van de grondleiding en bocht, en de binnenkanten van de moffen van de bochten, met een doek; - breng lijm aan; - steek het spie-eind van ene bocht in de mof van de andere bocht (= sprongstuk); - steek de onderste mof van het sprongstuk over het spie-eind van de grondleiding; - verwijder overtollige lijm; - reinig het spie-eind van het expansiestuk en de binnenkant van de mof van het sprongstuk met een doek; - breng lijm aan; - steek het expansiestuk zonder draaien in de mofeind van het sprongstuk; - verwijder overtollige lijm; - plaats een speciekap in de mof van het expansiemof; - in de meeste gevallen is de aansluiting op de grondleiding (na het aanwerken van de sparing) voldoende gefixeerd in de vloer. Mocht dit niet het geval zijn, dan onder het expansiestuk een vastpuntbeugel plaatsen; - schuif het schuifdeel van het expansiestuk helemaal in; - boor het gat in de muur voor de geleidebeugel; - plaats de plug en draai de stang met nok van de beugel in de plug tot de juiste diepte vast (kan per beugeltype verschillen). Standleiding plaatsen - meet hoe lang het stuk buis van de standleiding moet zijn (onderkant buis iets boven de bovenkant van de mof van het expansiestuk); - zaag de buis voor de standleiding op lengte af; - verwijder de bramen; - reinig de mof van het T-stuk en het expansiestuk en de spieeinden van de buis met een doek; - breng lijm aan; - steek het spie-eind van de buis zonder draaien in de mof van het T-stuk; - breng lijm aan in de mof van het expansiestuk en op het spie-eind van de buis; - schuif de mof van het expansiestuk over het spie-eind van de buis; - verwijder overtollige lijm; - monteer de geleidebeugel om de standleiding; - controleer het geheel. www.intechks.nl www.instaltv.nl www.isso.nl/ www.bouwvademecum.nl www.nicomax.nl/ www.bouwproducten.nl/
IK05 Impuls 5
06-05-2008
09:44
Pagina 5
montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen
05 5
IK05 Impuls 5
06-05-2008
09:44
Pagina 6
montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen
7. Haakse aansluiting op een standleiding.
9. De verschillende beugels.
de leiding kan stromen. De meeste fouten worden gemaakt bij de aansluiting van een liggende leiding op een standleiding. Voor het luchttransport is het nodig dat die aansluiting onder een hoek van 90° plaatsheeft. Een andere aspect dat veel aandacht verdient, is verloop in een liggende leiding. Door het verloop bovenin de leiding te plaatsen kan de lucht goed worden getransporteerd.
middellijn van de standleiding, dus 90 in plaats van 110 (in geen geval 75). De vrije doorlaat boven de dakuitmonding en de afdekkap moeten gelijk zijn aan de doorlaat van de buis (dus geen ‘beluchtingsdakpan’ gebruiken).
starre beugel wordt veel gebruikt om PE-leidingen onwrikbaar vast te zetten (zie ook Intech januari 2008).
Toepassingen van beugels
Be- en ontluchting Als veel water door de riolering wordt geloosd, ontstaan er momenten dat de lucht op bepaalde plaatsen niet meer in tegengestelde richting kan stromen. Om te voorkomen dat stankafsluiters dan worden leeggezogen, moeten een drukvereffening plaatshebben. Daarom worden standleidingen doorgetrokken tot bovendaks op een plek waar geen stankoverlast kan ontstaan. In eengezinswoningen mag de be- en onluchting een maat kleiner zijn dan de
Beugels in rioleringsleidingen hebben niet allemaal dezelfde functie. Sommige beugels zijn bedoeld om de leiding in zijwaartse richting op haar plaats te houden. De leiding kan wel in die beugels schuiven. We noemen dit geleidebeugels. Andere beugels zijn bedoeld om een deel van de leiding stevig op haar plaats te houden. We noemen dit vastpuntbeugels. Expansiestukken zijn altijd vaste punten in de leiding. Naast deze twee typen beugels onderscheiden sommige fabrikanten ook nog de vaste glijbeugel en de starre beugel. De vaste glijbeugel wordt vooral als geleidebeugel toegepast in standleidingen. De
10. Geleidebeugel.
8. Be- en ontluchting.
11. Vastpunt accuboormachine.
12. Vastpuntbeugel.
05 6