Handleiding voor toekomstig gebruik bewaren.
Montage-, Bedrijfs- en Onderhoudshandleiding Centrifugaalpompen SERIE „S“ Lagerstoel S3
Deze documenten zijn aan onze afnemers toevertrouwd en mogen niet, zonder onze uitdrukkelijke schriftelijke toestemming, worden vermenigvuldigd of aan derden worden doorgegeven. Auteur: HPp/Grinschgl, Arnus Controle:
DOKUMENTVOORBLAD
Wijziging: PTe/Ka 1996-07-10üfer: ............... ..... Deckblad delta.DOC,06-09-22
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
INHOUDSOPGAVE 1.
Technische beschrijving
Pagina
2
2.
Veiligheid
Pagina
3-6
3.
Plaatsen
Pagina
7-9
4.
Ingebruikneming en uitschakelen
Pagina
9
5.
Onderhoud
Pagina 10 - 25
6.
Demontage en montage
Pagina 26 - 30
7.
Reserveonderdelen
Pagina 31 - 33
8.
Krachten en momenten
Pagina
9.
Maatschets type “S”, vrij aseind
Pagina 35 - 36
34
10. Maatschets type “S”, met fundatie
Pagina
37
11. Maatschets type S, vrije opstelling
Pagina
38
12. Adressen en contactpersonen
Pagina
39
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 1. Technische beschrijving 1.1 Wijze van constructie Enkeltraps centrifugaalpomp uitgevoerd in een procesconstructie, waaier, slijtplaten, pakkingbusdeksel, aspakking en lagersteun kunnen als uitbouweenheid (Back pull out unit) gedemonteerd c.q. gemonteerd worden terwijl het pomphuis tussen de zuig- en persleiding kan blijven staan. 1.2 Waaier Open waaier met drie of zes schoepen garanderen een goede efficiëntie. 1.3 Lagering De pompas is gelagerd door olie of vetgesmeerde, goed gedimensioneerde, kogellagers. De overmaats bemeten pompas garandeert een trillingsvrije loop. 1.4 Aspakking Al naar gelang de gestelde bedrijfseisen kunnen verschillende asafdichtingen ingebouwd worden (zie 5.2): A) B) C) D) E)
Eenvoudige mechanical seal (standaard) Mechanical seal in tandem opstelling Zachte aspakking Dubbel mechanical seal Hydrodynamische asafdichting
1.5 Technische gegevens Zie het bijgevoegde gegevensblad, pompcurve, maatschets en doorsnede.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 2. Veiligheid Deze handleiding bevat fundamentele instructies, die bij de plaatsing, het gebruik en het onderhoud in acht moeten worden genomen. Daarom moet deze handleiding absoluut vóór de montage en de ingebruikneming door de monteur alsook door de verantwoordelijke vakmensen/eindgebruiker gelezen worden en moet ze permanent beschikbaar zijn op de plaats waar de machine/installatie wordt gebruikt. Niet alleen de algemene veiligheidsinstructies die in deze paragraaf Veiligheid vermeld staan moeten worden opgevolgd, maar ook de bij de andere paragrafen ingevoegde, speciale veiligheidsinstructies. Dit zijn bijv. de instructies voor privé-gebruik. 2.1 Markering van instructies in de handleiding De veiligheidsinstructies die in deze handleiding vermeld staan en die - als ze niet opgevolgd worden - een gevaar voor personen kan opleveren, zijn voorzien van het speciale algemene gevarensymbool
veiligheidsteken volgens DIN 4844 - W9 en bij een waarschuwing voor elektrische spanning van het
veiligheidsteken volgens DIN 4844 - W8.
Bij veiligheidsinstructies, die - als ze niet worden opgevolgd - gevaren kunnen opleveren voor de machine en de werking ervan, is de tekst
Let op ingevoegd. Direct op de machine aangebrachte instructies zoals • de draairichtingspijl • aanduiding voor de spervloeistof aansluitingen moeten absoluut in acht worden genomen en in volledig leesbare staat worden gehouden.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 2.2 Kwalificaties en opleiding van het personeel Het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening, het onderhoud, de inspectie en de montage moet de kwalificaties hebben om deze werkzaamheden te verrichten. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de controle van het personeel moeten door de eindgebruiker precies geregeld zijn. Indien het personeel over onvoldoende kennis beschikt, dan moet het geschoold worden en de juiste instructies ontvangen. Indien nodig, kan dit in opdracht van de eindgebruiker van de machine gebeuren door de fabrikant/leverancier. Bovendien dient de eindgebruiker ervoor te zorgen dat het personeel de volledige inhoud van de handleiding begrijpt. 2.3 Gevaren bij het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies Indien de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan dit zowel gevaar opleveren voor personen als voor het milieu en de machine. Indien de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan dit ertoe leiden dat men elke aanspraak op schadevergoeding verliest. Niet opvolgen van de instructies kan bijv. de volgende gevaren opleveren: • Belangrijke functies van de machine/installatie werken niet meer • De voorgeschreven methodes m.b.t. het onderhoud en de instandhouding werken niet meer • Gevaar voor personen als gevolg van elektrische, mechanische en chemische inwerking • Gevaar voor het milieu als gevolg van lekkage van gevaarlijke stoffen 2.4 Veiligheidsbewust werken De veiligheidsinstructies in deze handleiding, de geldende nationale voorschriften aangaande de ongevallenpreventie alsook eventuele interne werk-, gebruiks- en veiligheidsvoorschriften van de eindgebruiker dienen in acht te worden genomen. Het aanhouden van de bedienings- en onderhoudshandleiding dient absoluut door de eindgebruiker worden gewaarborgd.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
2.5. Veiligheidsinstructies voor de eindgebruiker/bediener •
Indien hete of koude machineonderdelen een gevaar opleveren, moeten deze onderdelen ter plaatse tegen aanraken beveiligd worden.
•
Contactbeveiligingen voor bewegende onderdelen (bijv. koppelingen) mogen bij lopende machine niet verwijderd worden.
•
Lekkages (bijv. in de aspakking) van gevaarlijke stoffen in de pomp (bijv. explosief, giftig, heet) moeten zodanig weggeleid worden dat er geen gevaar kan ontstaan voor personen en het milieu. De wettelijke regelingen dienen in acht te worden genomen.
•
Gevaren door elektrische energie dienen te worden voorkomen (kijk voor meer informatie hierover bijv. in de voorschriften van de VDE en het plaatselijke Energiebedrijf).
•
Om lagerschade voortijdig te ontdekken en een mechanische vonkenvorming te voorkomen, is het noodzakelijk de olietemperatuur te controleren en eventueel vibratiemetingen uit te voeren.
•
De pomp is door haar opstelling automatisch geaard.
•
De beschermkap mag geen beschadiging of vervorming vertonen, omdat dit tot een vonkvorming kan leiden. Indien er een beschadiging en/of vervorming is ontstaan, dient de pomp direct uitgeschakeld te worden, om door vonkvorming een eventuele brand en/of explosie te voorkomen. (Dit geldt vooral bij pompen met opstelling in het Ex-gebied)
• Het onderhoud van de rubbers in de koppeling dient volgens paragraaf 5.4 te worden doorgevoerd, om een mogelijke vonkvorming te verhinderen.
2.6 Veiligheidsinstructies voor onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden De eindgebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en montagewerkzaamheden door bevoegd, gekwalificeerd en vakkundig personeel verricht worden en dat deze persoon voldoende informatie heeft gekregen door de handleiding grondig te bestuderen. Alle werkzaamheden mogen uitsluitend bij stilstaande machine verricht worden. Bij het stilzetten van de machine dient u exact deze handleiding te volgen. - Motor ontkoppelen (spacer van de koppeling demonteren) Pompen of pompaggregaten die een media verpompen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, moeten van gif worden ontdaan. Direct na afloop van de werkzaamheden moeten alle veiligheidsvoorzieningen en beschermende voorzieningen weer aangebracht c.q. in werking gesteld worden. Vóór hernieuwde ingebruikneming dient u de in paragraaf Eerste ingebruikneming vermelde instructies op te volgen.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
2.7 Eigenmachtige ombouw en fabricage van reserveonderdelen Het ombouwen en veranderen van de machine is alleen toegestaan indien daarover afspraken met de fabrikant zijn gemaakt. Originele reserveonderdelen en door de fabrikant goedgekeurde toebehoren zijn er voor uw eigen veiligheid. Indien andere onderdelen worden gebruikt, bestaat er geen aansprakelijkheid voor de schade die daarvan het gevolg is. 2.8 Ongeoorloofde wijzen van gebruik De garantie van een veilige werking van de geleverde machine bestaat alleen als de machine op doelmatige wijze en volgens de handleiding wordt gebruikt. De grenswaarden die in het informatieblad vermeld staan, mogen in geen geval worden overschreden. De pomp mag niet in bedrijf zijn indien er geen vloeistof in het pomphuis aanwezig is, dit om een vonkvorming en/of oververhitting te voorkomen.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 3. Plaatsen 3.1 Het aggregaat monteren en afstellen a ) Plaats de pompaggregaat op een vlak fundatie met oplegrails (h = 50 - 100 mm). Stel het af op het zuigstuk c.q. op andere richtpunten.
Afbeelding 1
Fundatie oplegrails
b ) Boor door de gaten van het fundatieplaat heen en breng de pluggen aan.
Fixatiemoer voor het fundatieplaat Schroefdraadstang M20 Fundatieplaat
Oplegrails
Instelmoer Fixatiemoer voor schroefdraadstang HILTI compacte pluggen HKD M20
Afbeelding 2
c ) Breng de schroefdraadstang van boven af in. 2 Schijven en 2 zeskant moeren tussen het fundament en het fundatieplaat schroeven en schroefdraadstang in plug schroeven. Schroefdraadstang met fixatiemoer in de plug vastdraaien. d ) Met de instelmoer het pompaggregaat optillen en oplegrails verwijderen. e ) Pompaggregaat instellen met de instelmoer en met de fixatiemoer voor fundatieplaat vastdraaien. f ) Schroefdraadstang met 5 mm overmaat afzagen en ontbramen. g ) Fundatieplaat met gietbeton ingieten en laten uitharden.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” h ) Motormontage, voor zover de motor nog niet is opgebouwd. Geboorde koppelingshelft vlaksluitend op de motoras vastzetten en met een stelschroef op spie fixeren. De fundatieplaat is ontworpen voor de grootste motor van het pomptype. Indien een kleinere motor wordt opgebouwd, dan dient de passtukken die meegeleverd zijn te worden gebruikt. Voor de motorbevestiging gebruikt men doorloopbouten of afgekorte draadstangen. i ) De koppeling centreren Koppelingstype Flender (N-EUPEX) H Koppelingstype ATP (ELKU-N) H
95 10
110 16
125 25
140 40
160 63
180 100
200 160
225 200
250 250
5
5
5
5
6
6
6
6
8
+1
+1
+1
+1
+1
+1
+1
+1
+1
Max. haakse offset K [mm]
0,15
0,18
0,21
0,24
0,27
0,30
0,34
0,38
0,42
Max. radiale offset K [mm]
0,15
0,18
0,21
0,24
0,27
0,30
0,34
0,38
0,42
s 2 [mm] Geoorloofde afwijking s 2 [mm]
Tabel 1 KAV KAV
Afbeelding 3
KAV: Koppeling uitlijnvoorziening
1 … Naaf pompzijde (rubbers) 2 … Naaf motorzijde 6 … Spacer 7 … Ring met klauwen
De koppeling dient met de juiste speling volgens tabel 1 te worden gemonteerd. Na afstellen van de koppeling behoort deze conform de overheidsvoorschriften met een originele beschermkap te worden voorzien. 3.2 De pers- en zuigleidingen aansluiten Sluit de zuig- en persleiding spanningsvrij aan en controleer nogmaals de afstelling van het aggregaat en verdraai de pompas met de hand. Sluit de sperwaterleiding aan. Als er iets aan de diameter van de zuigleiding verandert, moet u excentrische zuigstukken (speciale toebehoren) of excentrische overgangsstukken gebruiken (zie afb. 20).
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
3.3 Elektrische aansluiting van de motor Zie de bedieningsinstructie van de motorleverancier
4. Ingebruikneming en uitschakelen LET OP
4.1 Ingebruikneming
4.1.1 Controle op mogelijke vreemde voorwerpen (gereedschap enz.) in de pomp vóór ingebruikneming, zodat beschadigingen aan de aspakking c.q. aan de waaier worden voorkomen. 4.1.2 Optische controle van de pomp in het bijzonder de beschermkappen op eventuele vervormingen. 4.1.3 Bij oliesmering: Voorgeschreven olie volgens 5.1 tot aan het midden van het oliestandkijkglas. Bij vetsmering: Controle, of de lagers reeds voldoende gesmeerd zijn. 4.1.4 Open de zuig- en drukafsluiter, zodat de pomp met medium gevuld is. 4.1.5 Open de sperwaterleiding (tandem-seal, dubbelseal, pakking). 4.1.6 Controle van de draairichting zonder medium: - Spacer van de koppeling (deel 6, afbeelding 3) demonteren. - Voor controle van de draairichting, motor kort in- en uitschakelen. - Motor beveiligen - Spacer van de koppeling (deel 6, afbeelding 3) volgens 3.1.i monteren. 4.1.7 Controle van de draairichting met medium: - Pomp vullen, open de zuig- en drukafsluiter, zodat de pomp met medium gevuld is. - Sperwaterleiding openen bij asafdichtingen met sperwater. - Motor kort in- en uitschakelen voor controle van de draairichting. Waarschuwing: Voor de draaiende delen, zoals de koppeling. - Beschermkap monteren. 4.1.8 Motor inschakelen en even waarnemen of alles in orde is. 4.2 Uitschakelen Motor uitschakelen, en bij servicewerkzaamheden beveiligen. Bij langdurige stilstand en servicewerkzaamheden, de zuig- en persleiding en sperwaterleiding sluiten. Pomp leegmaken c.q. doorspoelen. Waarschuwing: Bij het uitlopen van de pomp, de motor niet inschakelen.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 5. Onderhoud
Bij alle onderhoudswerkzaamheden dient de motor tegen onbedoelde ingebruikneming beveiligd te worden (verwijderen van de hoofdzekering, motorbeveiligingsschakelaar,...) Indien noodzakelijk dient een protocol te worden opgesteld. 5.1 Oliesmering Eerste olievulling na 200 bedrijfsuren verversen, daarna jaarlijkse olieverversing. Geschikte soorten smeerolie: BP Esso Mobil Shell Castrol
BP Energol HLP 68 Teresso 68 D.T.E. Heavy Medium Shell Tellus Oil S 68 Hyspin AWS 32
Tabel 2
Vereiste hoeveelheid olie: Lagergrootte Gr. 28-S3 Gr. 38-S3 Gr. 42-S3 Gr. 55-S3 Gr. 80-S3
Pomptype S80-265 S100-265 S125-265 S100-350 S125-350 S150-330 S125-400 S150-400 S200-380 S150-470 S200-470 S250-430 S350-470 S500-600
Hoev. olie [ l ] ≈ 1,0 ≈ 1,5 ≈ 2,5 ≈ 4,0 ≈ 9,0
Tabel 3
Controle: Het olieniveau behoort in het midden van oliestandkijkglas te staan.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 5.2 Vetsmering Bij de fabrieksmontage worden de lagers met vet gesmeerd. Voor het in bedrijf nemen van de pomp moeten de lagers met 2 tot 10 gram vet, afhankelijk van de lagergrootte worden nagesmeerd. Geschikte vetsoorten: Voor bedrijfsomstandigheden, waarbij de oppervlaktetemperatuur van de lagerstoel onder 60 °C ligt, zijn de volgende smeermiddelen toe te passen: Exxon Mobil Shell SKF FAG
Exxon Beacon 2 Mobilux EP 2 Shell Alvania RL 2 SKF LGMT 2 FAG Arcand L71V
Tabel 4
Smering: De lagers dienen volgens de volgende tabel 5 nagesmeerd te worden. Eerste smering en nasmering (50Hz, Toerental)
Eerste smering (g) Lagerstoel
Gr. 28-S3 Gr. 38-S3 Gr. 42-S3 Gr. 55-S3 Gr. 80-S3 1)
Waaier- Koppelingszijde zijde 30 55 85 180 250
50 85 135 300 420
Nasmeerinterval 1) (Uren, Lagerstoeltemperatuur.< +60°C)
Nasmering (g) Waaierzijde
Koppelingszijde
10 15 20 30 45
15 25 30 50 65
740 rpm 16.000 14.000 12.000 10.000 8.500
980 rpm
1480 rpm
2950 rpm
12.000 10.000 8.000 7.500 6.000
8.000 6.500 6.000 5.000 3.500
3.000 2.500 2.000 -
Elke verhoging van de oppervlaktetemperatuur met 15°C verkort de smeerinterval met de helft.
Tabel 5
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Voor het in bedrijf nemen van de pomp dient het voor de smering toegepaste smeermiddel (olie of vet) van de pomp en het aandrijflager te worden gecontroleerd.
GEVAAR
Door verkeerde smering van de pomp!
Dit kan tot gevaarlijke situaties voor personen en tot beschadigingen aan de machine leiden. De pomp mag onder geen enkele omstandigheid zonder een geschikt smeermiddel in bedrijf genomen worden. Nooit verschillende smeermiddelen door elkaar heen gebruiken en/of vermengen.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 5.2 Asafdichting A) ENKELVOUDIG MECHANICAL SEAL (Afb. 4 en 5): Smering door pompmedium. (zonder externe spoeling) 230 161 211 504 433 556.1 556.2
Waaier Pakkingbusdeksel Pompas Afstandsring Mechanical seal Afstelring Afstelring
556.1 556.2
Afbeelding 4 Lagerstoel Ø D1 L1
Afbeelding 5 Tabel 6
Gr.28-S3 38 45
Gr.38-S3 48 45
Gr.42-S3 53 47,5
Gr.55-S3 Gr.80-S3 65 90 52,5 65
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Wisselen van het mechanical seal: - Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 - Beschermkap demonteren - Spacer van de koppeling demonteren - Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1 - Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren - Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren - Mechanical seal verwisselen (Originele mechanical seal toepassen en nieuwe seal volgens bijgaande voorschrift inbouwen) - Voor de montage: Controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele onderdelen monteren - Monteren in omgekeerde volgorde Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” B) TANDEM MECHANICAL SEAL en
MET DRUK TOEGELATEN TANDEM MECHANICAL SEAL (afb. 6 en 7):
Asafdichtingsuitvoering Type MG12/MG12: Het mechanical seal aan de mediumzijde wordt door het medium gesmeerd, als het medium uitvalt, gebeurt het smeren door secundaire spervloeistof aan de atmosferische zijde, thermosifon of continue externe spoeling. Een drukbegrenzing in het sperwatersysteem van 1 bar is noodzakelijk, om het openen van het mechanical seal aan de medium zijde te voorkomen. Asafdichtingsuitvoering Type 587SP/502 of Type 587SP/2100: Het is aanbevolen, het sperwatersysteem Het wordt aanbevolen, de sperwaterdruk hoger uit te voeren dan de pompdruk, om zodanig de smering van beide mechanical seals met de juiste sperwaterhoeveelheid te waarborgen. Bij uitval van de sperwaterdruk wordt het mechanical seal aan de mediumzijde door het medium gesmeerd en voorkomt het openen van dit mechanical seal. Benodigde sperwaterdruk: - Bij Tandem-normseal Type MG12/MG12 max. 1 bar - Bij druk toegelaten Tandem-normseal Type 587SP/502 of Type 587SP/2100 max. 3 bis 6 bar, Benodigde hoeveelheid vloeistof, zie Afb. 18
230 161 506 211 504 500.1 433 556.2 556.2
Waaier Pakkingbusdeksel Opsluitring Pompas Afstandsring Stelring Mechanical seal Afstelring Afstelring
Afbeelding 6
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Lagerstoel Ø D1 L1 L3
Gr.28-S3 38 45 65
Gr.38-S3 48 45 66
Gr.42-S3 53 47,5 68
Tabel 7
Afbeelding 7
Flow diagram: Drukloos TANDEM-NORMSEAL
Afbeelding 8
Gr.55-S3 65 52,5 74,5
Gr.80-S3 90 65 90,5
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Flow diagram: Druk toegelaten TANDEM-NORMSEAL
Afbeelding 9
Wisselen van het seal: - Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 - Beschermkap demonteren - Spacer van de koppeling demonteren - Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1 - Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren - Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren De afstandsring (504) wordt alleen bij een mechanical seal type MG12 of type 2100 toegepast - Mechanical seal aan medium zijde (433.1) demonteren - Sealdeksel (506) losmaken - Pakkingbusdeksel (161) met achterste slijtplaat demonteren - Mechanical seal aan de atmosferische zijde (433) demonteren - Mechanical seals verwisselen (Originele mechanical seals toepassen en nieuwe seals volgens bijgaande voorschrift inbouwen) - Voor de montage: controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele onderdelen monteren - Monteren in omgekeerde volgorde - Mechanical seal aan de atmosferische zijde op de maat L3 volgens tabel 7 met stelring (500.1) fixeren. Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” C) ZACHTE ASPAKKING (afb. 10 en 12): Er wordt gebruik gemaakt van voorgeperste aspakking volgens tabel 8. Smering gebeurt door middel van toevoer van sperwater.
230 451 452 211 524 461 458 556.2 556.2
Waaier Pakkingbusdeksel Gland Pompas Asbus Aspakking Lantaarnring Afstelring Afstelring
Sperwater in
Afstelring
Afbeelding 10
Flow Sheet: Zachte aspakking
Afbeelding 11
Lagerstoel Ø D1 T Aspakking Lange Pakking Aantal
Tabel 8
Gr.28-S3 38 36 48x68x10 ca. 190 mm 1 + 3 stuks
Gr.38-S3 48 36 60x80x10 ca. 230 mm 1 + 3 stuks
Gr.42-S3 Gr.55-S3 53 40 65x85x10 ca. 245 mm 1 + 3 stuks
65 40 75x95x10 ca. 275 mm 2 + 3 stuks
Gr.80-S3 90 56 105x130x12 ca. 380 mm 2 + 4 stuks
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
Lagerstoel Compleet
Afbeelding 12
Wisselen van de aspakking: -
Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 Beschermkap demonteren Spacer van de koppeling demonteren Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1 Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren Tweedelige gland (452) demonteren Aspakking ringen aan de atmosferische zijde (461) met pakkingtrekker uittrekken Lantaarnring (458) demonteren (met 2 haken of pakkingtrekker bij openingen uittrekken) Aspakking ringen aan de mediumzijde (461) met pakkingtrekker uittrekken Aspakking verwisselen, aanbevolen zijn voorgeperste aspakking Monteren in omgekeerde volgorde
Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen Let tijdens het inbouwen resp. het vervangen van de pakkingringen op het volgende: -
Controle van sperwaterleiding op verstopping De controlemaat „t“ volgens tabel 8 Het aansluiten van de pakkingringen; met 180 ° offset De toestand van de asbus bij revisies De moeren van de gland alleen met de hand aandraaien Na de controle voor ingebruikname en na het inlopen van de pomp, de gland licht nastellen, zodat het sperwater licht druppelt
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” D) DUBBEL MECHANICAL SEAL (afb. 13 en 15) Smering gebeurt door middel van externe spoeling.
230 451 506 211 504 433 500.2 556.1 556.2
Waaier Pakkingbusdeksel Sealdeksel Pompas Afstandsring Mechanical seal Steunring Afstelring Afstelring
556.1 556.2
Sperwater uit
Sperwater in Afbeelding 13
Lagerstoel Ø D1 L2 L4
Gr.28-S3 38 90 61
Gr.38-S3 48 90 67
Gr.42-S3 53 95 62,5
Tabel 9
Flow diagram: BACK to BACK NORMSEAL
Afbeelding 14
Gr.55-S3 65 105 71,5
Gr.80-S3 90 130 77
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
Afbeelding 15
Wisselen van een dubbel mechanical seal: -
Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 Beschermkap demonteren Spacer van de koppeling demonteren Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1 Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren Sealdeksel (506) losmaken Pakkingbusdeksel (451) met achterste slijtplaat (135.2) demonteren Mechanical seals (433.1) demonteren Mechanical seal verwisselen (Originele mechanical seal toepassen en nieuwe seal volgens bijgaande voorschrift inbouwen) Voor de montage: controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele onderdelen monteren Monteren in omgekeerde volgorde
Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” E) HYDRODYNAMISCHE ASAFDICHTING (Afb. 16 en 17) De werking van deze asafdichting zonder sperwater is als volgt: In bedrijf, als gevolg van het roteren van de repeller ontstaat er een stroming van het medium terug naar het pompgedeelte. Dit veroorzaakt een druk, die de druk achter de waaier opheft. Bij stilstand neemt een “stilstand” pakking de afdichting over. 230 Waaier 211 Pompas 135.3 Achterste slijtplaat Dynamic seal 161 Pakkingbusdeksel Dynamic seal 235 Repeller 410 “Stilstand” pakking uit PTFE 500.3 Stelring 511 Steunring 540 Asbus 932.1 Klemring 904.2 Borgschroef 904.3 Borgschroef 556.1 Afstelring 556.2 Afstelring Afbeelding 16 Lagerstoel Ø D1 Tabel 10
Afbeelding 17
Gr.28-S3 38
Gr.38-S3 48
Gr.42-S3 53
Gr.55-S3 65
Gr.80-S3 90
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Wisselen van het dynamic seal:
-
Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 Beschermkap demonteren Spacer van de koppeling demonteren Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1 Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren Stelring (500.3) demonteren (Borgschroef (904.3) losschroeven) Asbus borging (904.2) losschroeven Complete eenheid (achterste slijtplaat, pakkingbusdeksel, repeller, “stilstand”-pakking en asbus van de pompas demonteren Steunring (511) en de “stilstand”-pakking (410) demonteren Reinigen en een nieuwe originele “stilstand”-pakking uit PTFE toepassen Voor de montage: Controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele onderdelen monteren Monteren in omgekeerde volgorde
-
Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen Pompas met de hand doordraaien en controleren of alles in orde is Bij de start kan er kort lekkage ontstaan
-
Instellen van het dynamic seal: -
Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 Losdraaien van de borgschroeven (904.3) - 3 stuks. – van de stelring (500.3) Met gevoel de stelring met de draairichting van de klok mee draaien tot de opening tussen de “stilstand”-pakking (PTFE – pakking) en de stelring gesloten is (geen lekkage meer aanwezig) Gelijkmatig (synchroon) aandraaien van de borgschroeven (904.3), om verdraaien van de stelring te voorkomen (kan weer lekkage veroorzaken) Pompas met de hand doordraaien en controleren of alles in orde is Bij de start kan er kort lekkage ontstaan
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
Wisselen van de repeller:
-
Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 Beschermkap demonteren Spacer van de koppeling demonteren Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1 Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren Stelring (500.3) demonteren (Borgschroef (904.3) losschroeven) Asbus borging (904.2) losschroeven Complete eenheid (achterste slijtplaat, pakkingbusdeksel, repeller, “stilstand”-pakking en asbus van de pompas demonteren Achterste slijtplaat (135.2) van pakkingbusdeksel (161) demonteren Klemring (932.1) demonteren Wisselen van de repeller Reinigen en een nieuwe originele “stilstand”-pakking uit PTFE toepassen Voor de montage: controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele onderdelen monteren Monteren in omgekeerde volgorde
-
Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen Pompas met de hand doordraaien en controleren of alles in orde is Bij de start kan er kort lekkage ontstaan
-
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Let op
5.3 Sperwater voor asafdichtingen
Als Sperwater voor de zachte aspakking moet schoon water aangevoerd worden. In de toevoerleiding dient een afsluiter te worden geplaatst, zodat de druk geregeld kan worden. Het verbruik van schoon water voor de zachte aspakking bedraagt 0,25 – 1,0 l/min. De benodigde druk vindt U in tabel 11. Voor smering en koeling van normseals met externe spoeling moet schoon water of geprepareerd water met een maximum van 30°C en een maximale korrelgrootte van 80µm aangevoerd worden. Voor een perfecte bedrijfsomstandigheid moet het sperwater door middel van een speciale sperwaterbewakingseenheid bewaakt worden. (Zie diagrammen bij de afdichtingvarianten)
Benodigde hoeveelheid [l/min]
De benodigde hoeveelheid voor de normseals met externe spoeling kan worden afgelezen in afb. 18 en de benodigde sperwaterdruk in de afdichtingruimte kan worden afgelezen in Tabel 11.
Temperatuur medium
Lagerstoelgrootte
Afbeelding 18
Benodigde sperwaterdruk bij verschillende pomptoerentallen Lagerstoel Gr. 28-S3 Gr. 38-S3 Gr. 42-S3 Gr. 55-S3 Gr. 80-S3
n = 1000 min-1
n = 1500 min-1
n = 3000 min-1
0,7 bar + Pompdruk 1,2 bar + Pompdruk 1,5 bar + Pompdruk 1,8 bar + Pompdruk 2,0 bar + Pompdruk
1,5 bar + Pompdruk 2,5 bar + Pompdruk 3,0 bar + Pompdruk 3,5 bar + Pompdruk 3,5 bar + Pompdruk
5,0 bar + Pompdruk 6,0 bar + Pompdruk 8,0 bar + Pompdruk -
Tabel 11
5.4 Koppeling Minimaal na elke 4.000 tot 6.000 bedrijfsuren moet er een controle van het koppelingspakket plaatsvinden.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 6. Demontage en montage 6.1 Demontage 6.1.1 De uitbouweenheid uitbouwen (afb. 19)
Afbeelding 19
R
SST S: Pomphuis A: Uitbouweenheid Z: Spacer R: Reinigingsopening met deksel SST: Instroomstuk (speciaal toebehoren)
Afbeelding 20
- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2 - Zuig- en drukafsluiter sluiten - Beschermkap demonteren - Spacer van de koppeling demonteren - Sperwateraansluiting demonteren - Bevestigingsschroeven van de voetsteun verwijderen - Verbinding tussen het pomphuis en de lagersteun losmaken - Lagerstoel van het pomphuis afdrukken - Uitbouweenheid volgens afbeelding 19 verwijderen
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 6.1.2 Demontage van de pomponderdelen van de lagerstoel (afb. 21)
Lagerstoel Compleet
Afbeelding 21
Demontage bij aspakking: - Borgplaat (931.1) open buigen - Waaiermoer (922) demonteren - Waaier (230) demonteren - Gland (452) verwijderen - Pakkingbusdeksel (451) met achterste slijtplaat (135.2) van lagerstoel losmaken - Aspakking (461) en lantaarnring (458) demonteren - Asbus (524) van de pompas (211) verwijderen - Voorste slijtplaat (135.1) demonteren uit het pomphuis (102) De demontage van de andere asafdichtingen is beschreven in hoofdstuk 5.3.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 6.1.3 Demontage van de lagerstoel (afb. 22):
Afbeelding 22
- Voetsteun (183) verwijderen - Spatring (507.90) demonteren - Spatring (507.91) indien aanwezig, demonteren - Lagerdeksel aan de zijde van de koppeling (360.2) demonteren - Radiale afdichtingsring (411.2) demonteren - Pompas (211) met lagering (320, 322) demonteren, buitenring en kooi van het kogellager (322) blijven daarbij in de lagerstoel - Borgplaat (931.2) open buigen en kogellagermoer (923) van de as afdraaien - Kogellagers (320 en 322) verwarmen en van de as aftrekken - Lagerdeksel aan de zijde van de pomp (360.1) demonteren - Radiale afdichtingsring (411,1) demonteren - Buitenring met kooi van het kogellager (322) uit de lagerstoel (350) demonteren
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 6.2 Monteren 6.2.1 Bij het monteren moet u in omgekeerde wijze te werk gaan als van het demonteren. 6.2.2 Montage van de lagerstoel (afb. 22): -
Controle van de onderdelen op beschadiging en indien nodig nieuwe originele onderdelen toepassen
-
Verwarmen van het lager (koppelingszijde) tot 80°C
-
Lager (koppelingszijde) op de pompas schuiven – Opstelling volgens afb. 22
-
Borgplaat (931.2) monteren en kogellagermoer (922) op de pompas schroeven (Uit veiligheidstechnische redenen altijd een nieuwe borgplaat gebruiken) en borgen
-
Binnenring van het lager (pompzijde)(322) verwarmen tot 80°C en op de pompas schuiven
-
Kogellager (pompzijde)(322) in de lagerstoel drukken
-
Lagerdeksel (pompzijde)(360.1) met de o-ring als afdichting monteren
-
Pompas in de lagerstoel verticaal van boven monteren
-
Lagerdeksel (koppelingszijde)(360.2) met o-ring als afdichting monteren
-
Speling tussen het lagerdeksel (koppelingszijde) en de lagerstoel instellen op 0,1 tot 0,2 mm door middel van vulringen, zodat de buitenring van het vaste kogellager is gefixeerd
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Let op
6.2.2 Indien de waaier en de slijtplaten worden vervangen, moet u bij het inbouwen van de nieuwe onderdelen letten op de spleet tussen de waaier en de slijtplaten. De spleet tussen de waaier en het achterste slijtplaat bedraagt 0,5 mm. U bereikt dit door de desbetreffende afstandsplaten tussen de pompas en de waaiernaaf te monteren. De spleet tussen de waaier en de voorste slijtplaat bedraagt 0,5 mm. U bereikt dit door de betreffende afdichtingen tussen het pomphuis en de voorste slijtplaat te monteren. Controlematen zie afb. 23 tabel 12. Na het monteren moet u controleren of het aggregaat exact is uitgelijnd (zie 3.1).
Pomptype S 80-265 S 100-265 S 125-265 S 100-350 S 125-350 S 150-330 S 125-400 S 150-400 S 200-380 S 150-470 S 200-470 S 250-430 S 350-470 S 500-600
p 63 70 77,5 70,5 81 88 77,5 89,5 99,5 105,5 115,5 121 139,5 156,2
p’ 62,5 69,5 77 70 80,5 87,5 77 89 99 105 115 120,5 139 155,5
s 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,7
Tabel 12
Afbeelding 23
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 7. Reserveonderdelen Wij adviseren u de volgende reserveonderdelen: Waaier, onderdeel 230 Voorste slijtplaat, onderdeel 135.1 Achterste slijtplaat, onderdeel 135.2 Asbus, onderdeel 524 Aspakking, onderdeel 461 of Mechanical seal, onderdeel 433 Kogellager, onderdeel 320, 322 Radiale afdichtingsringen, onderdeel 411.1, 411.2 O-ring pomphuis, onderdeel 412.1 Pakkingringen en afstandsringen, onderdeel 400.1 – 400.4 Bij bestellingen van reserveonderdelen a.u.b. de volgende gegevens vermelden: - Benaming en onderdeelnr. volgens hoofddoorsnede (zie pag. 32) - Pomptype met fabricagenr. van de pomp (zie het infoblad) - Materiaal van het onderdeel (zie het infoblad) - Bij bestelling van een waaier, het aantal schoepen aangegeven (zie het infoblad) Register van de kogellagertypes: Lagergrootte Gr.28-S3
Gr.38-S3
Gr.42-S3
Gr.55-S3 Gr.80-S3 Tabel 13
Pomptype S80-265 S100-265 S125-265 S100-350 S125-350 S150-330 S125-400 S150-400 S200-380 S150-470 S200-470 S250-430 S350-470 S500-600
Stuks
Lager pompzijde
Stuks
Lager Koppelingzijde
1
NU 308 ECP/C3
2
7308 BECBP
1
NU 310 ECP/C3
2
7310 BECBP
1
NU 312 ECP/C3
2
7312 BECBP
1
NU 316 ECP/C3
2
7316 BECBP
1
NU 320 ECP/C3
2
7320 BECBP
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” Lijst van de radiale afdichtingsringen: Lagergrootte Gr.28-S3
Gr.38-S3
Gr.42-S3
Gr.55-S3 Gr.80-S3 Tabel 14
Pomptype S80-265 S100-265 S125-265 S100-350 S125-350 S150-330 S125-400 S150-400 S200-380 S150-470 S200-470 S250-430 S350-470 S500-600
Pompzijde
Koppelingszijde
ASL 38 x 52 x 7
ASL 35 x 47 x 7
ASL 48 x 62 x 8
ASL 45 x 60 x 8
ASL 55 x 70 x 8
ASL 55 x 70 x 8
ASL 70 x 90 x 10
ASL 70 x 90 x 10
ASL 95 x 120 x 12
ASL 95 x 120 x 12
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
Afbeelding 24 Positie 102 135.1 135.2 161 183 211 230 320 322 350 360.1 360.2 400.1 400.2 400.3 400.4 411.1
Stuks 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 4 12 12 1
Tabel 15
Reserveonderdeel Pomphuis Voorste slijtplaat Achterste slijtplaat Pakkingbusdeksel Voetsteun Pompas Waaier Kogellager (koppelingszijde) Kogellager (pompzijde) Lagerstoel Lagerdeksel (pompzijde) Lagerdeksel (koppelingszijde) Pakking PTFE 1 mm Pakking PTFE 0,5 mm Pakking PTFE 0,3 mm Pakking PTFE 0,3 mm Radiale afdichtingsring (pompzijde)
Positie Stuks Reserveonderdeel 411.2 1 Radiale afdichtingsring (koppelingszijde) 412.1 1 O-ring pomphuis 433 1 Mechanical seal 451 1 Pakkingbusdeksel 452 1 Gland 458 1 Lantaarnring 461 4 Stopbuspakking 504 1 Afstandsring 524 1 Asbus 642 2 Oliepeilglas 672 1 Ontluchtingsstop 922 1 Waaiermoer 923 1 Kogellagermoer 931.1 1 Borgplaat voor waaiermoer 931.2 1 Borgplaat voor kogellagermoer 507.90 1 Spatring (pompzijde) 507.91 1 Spatring (koppelingszijde)
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 8. Krachten en momenten Leidingaansluitingen: In principe dienen de pers- en zuigleidingen spanningsvrij gemonteerd te worden. Voor de eerste in gebruik name bevelen wij een spanningscontrole aan. De mogelijkheid bestaat dat tijdens bedrijf toch enkele krachten via de pers- en zuigleiding worden overgebracht op de pompunit. De maximaal toelaatbare krachten staan in de onderstaande tabel voorgeschreven. Pomptype S80-265 S100-265 S125-265 S100-350 S125-350 S150-330 S125-400 S150-400 S200-380 S150-470 S200-470 S250-430 S350-470 S500-600 Tabel 16
Afbeelding 25
Krachten (N) Fy Fx = Fz 8.500 8.500 8.500 10.500 10.500 10.500 12.500 12.500 12.500 14.000 14.000 14.000 15.000 17.000
2.800 2.800 2.800 3.500 3.500 3.500 4.000 4.000 4.000 4.500 4.500 4.500 4.800 5.100
Momenten (Nm) Myz Mzx = Mxy 650 650 650 850 850 850 1.200 1.200 1.200 1.600 1.600 1.600 2.100 3.000
400 400 400 550 550 550 650 650 650 850 850 850 1.100 1.500
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 9. Maatschets: Type „S“, vrij aseind
Afbeelding 26 Maten in mm bindend DN 80 100 125 150 200 250 300 350 500
PN 10 / 16 10 / 16 10 / 16 10 / 16 10 10 10 10 10
Df 200 220 250 285 340 395 445 505 670
kf 160 180 210 240 295 350 400 460 620
df 138 158 188 212 268 320 370 430 585
s 19 19 19 24 24 24 24 24 26
zf 8 8 8 8 8 12 12 16 20
bf 23 24 26 26 26 26 28 28 34
x ... Uitbouwmaat
Tabel 17
Lagerstoel Gr. 28-S3 Gr. 38-S3 Gr. 42-S3 Gr. 55-S3 Gr. 80-S3 Tabel 18
d 28 38 42 55 80
l 60 72 80 100 140
e1 80 100 100 125 125
e2 19 24 28 28 32
e3 19 24 28 28 32
g1 16 21 26 26 29
g2 10 10 10 10 12
p1 31 48 45 60 88
p2 50 70 70 95 115
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S”
Type
Lagerstoel
S80-265
DNs DNd
m
n
x
h1
h2
a1
a2
b1
b2
c1
c2
f
100
80
130
480
100
240
300
160
112
400
315
80
130
370
125
100
130
480
100
240
300
160
112
400
315
80
130
370
S125-265
150
125
130
480
100
240
300
160
112
400
315
80
130
370
S100-350
125
100
130
555
140
315
400
200
142
500
400
100
150
414
150
125
130
555
140
315
400
200
142
500
400
100
150
414
S150-330
200
150
130
555
140
315
400
200
142
500
400
100
150
414
S125-400
150
125
150
590
140
355
480
260
192
550
450
100
150
440
200
150
150
590
140
355
480
260
192
550
450
100
150
440
S200-380
250
200
150
590
140
355
480
260
192
550
450
100
150
440
S150-470
200
150
160
720
180
410
550
270
202
650
550
120
180
530
250
200
160
720
180
410
550
270
202
650
550
120
180
530
300
250
160
720
180
410
550
270
202
650
550
120
180
530
350
350
180
1055
180
500
700
320
230
770
650
180
240
780
500
500
340
1072
250
605
895
400
310
960
840
180
240
794
S100-265
S125-350
S150-400
S200-470
Gr.28-S3
Gr.38-S3
Gr.42-S3
Gr.55-S3
S250-430 S350-470 S500-600
Tabel 19
Gr.80-S3
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 10. Maatschets: Type „S“, met fundatie
Afbeelding 27
A) Flens zuigzijde B) Flens perszijde
Maten in mm bindend
Type
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
S80-265 S100-265 S125-265
1225
450
330
300
412
130
480
28
100
100
180
158
220
19
80
160
138
200
19
1225
450
330
300
435
130
480
28
100
125
210
188
250
19
100
180
158
220
19
1225
450
330
300
455
130
480
28
100
150
240
212
285
24
125
210
188
250
19
S100-350 S125-350 S150-330
1500
550
425
400
511
130
555
38
140
125
210
188
250
19
100
180
158
220
19
1500
550
425
400
540
130
555
38
140
150
240
212
285
24
125
210
188
250
19
1500
550
425
400
570
130
555
38
140
200
295
268
340
24
150
240
212
285
19
S125-400 S125-400.2 S150-400 S150-400.2 S200-380
1680
600
468
480
574
150
590
42
140
150
240
212
285
22
125
210
188
250
19
2000
770
502
480
574
150
590
42
180
150
240
212
285
22
125
210
188
250
19
1680
600
468
480
625
150
590
42
140
200
295
268
340
24
150
240
212
285
24
2000
770
502
480
625
150
590
42
180
200
295
268
340
24
150
240
212
285
24
1680
600
468
480
680
150
590
42
140
250
350
320
395
24
200
295
268
340
24
S150-470 S200-470 S250-430
2170
770
542
550
681
160
720
55
180
200
295
268
340
24
150
240
212
285
24
2170
770
542
550
740
160
720
55
180
250
350
320
395
24
200
295
268
340
24
2170
770
542
550
800
160
720
55
180
300
400
370
445
24
250
350
320
395
24
S350-470 S500-600
2595
870
672
700
950
180
1055
80
180
350
460
430
505
24
350
460
430
505
24
2895
1100
830
895
1195
340
1072
80
250
500
620
585
670
26
500
620
585
670
26
Tabel 20
Fundatiebevestiging door middel van draadstang M20
BEDRIJFSVOORSCHRIFT TYPE “S” 11. Maatschets: Type “S”, vrije opstelling
Afbeelding 28 Maten in mm bindend Type
A
B
C
D
E
F
G
H
J
K
L
S80-265 S100-265 S125-265
1.655 1.655 1.655
900 900 900
405 405 405
247,5 247,5 247,5
50 50 50
330 330 330
300 300 300
80 80 80
130 130 130
240 240 240
1.175 1.175 1.175
S100-350 S125-350 S150-330
1.950 1.950 1.950
1.000 1.000 1.000
500 500 500
250 250 250
50 50 50
425 425 425
300 300 300
100 100 100
130 130 130
250 250 250
1.450 1.450 1.450
S125-400 S125-400.2 S150-400 S150-400.2 S200-380
2.150 2.200 2.150 2.200 2.150
1.050 1.200 1.050 1.200 1.050
550 715 550 715 550
250 242.5 250 242.5 250
50 50 50 50 50
468 502 468 502 468
300 300 300 300 300
100 120 100 120 100
150 150 150 150 150
260 245 260 245 260
1.630 1.415 1.630 1.415 1.630
S150-470 S200-470 S250-430
2.400 2.400 2.400
1.200 1.200 1.200
715 715 715
242,5 242.5 242.5
50 50 50
542 542 542
300 300 300
120 120 120
160 160 160
260 260 455
1.585 1.585 1.390
S350-470 S500-600
2.800 3.200
1.300 1.550
805 1.030
247,5 260
50 50
672 830
300 300
160 200
180 340
502,5 320
1.800 2.610
Tabel 21