Monitor 2010
Dit rapport is opgesteld door Werkgroep Monitoring in opdracht van het LAT
Datum
14 juni 2011
Status
Definitief
Inhoudsopgave Samenvatting.......................................................................................... 3 1 Inleiding............................................................................................... 5 1.1 1.2 1.3 1.4
Achtergrond..................................................................................... 5 Doel ................................................................................................. 5 Uitvoering ........................................................................................ 5 Beperkingen .................................................................................... 6
2 Resultaten van het onderzoek .............................................................. 7 2.1 Aantal BRZO-bedrijven .................................................................... 7 2.2 Inspecties ........................................................................................ 8 2.2.1 Aantal inspecties en planning ....................................................... 8 2.2.2 Samenstelling inspectieteam ........................................................ 9 2.2.3 Inspectieagenda ......................................................................... 11 2.2.4 Inspectierapport ......................................................................... 12 2.3 Veiligheidsrapport (VR) ................................................................. 13 2.3.1 VR-beoordeling ........................................................................... 13 2.3.2 Kennisgeving VR-beoordeling ..................................................... 14 2.3.3 Leeftijd VR .................................................................................. 14 2.4 Dominoaanwijzing ......................................................................... 14 3 Conclusies en aanbevelingen.............................................................. 15 3.1 Conclusies...................................................................................... 15 3.2 Aanbevelingen ............................................................................. 16 bijlage 1:
Samenstelling werkgroep monitoring ..........................................18
bijlage 2:
Instructie Monitor 2010 .............................................................19
bijlage 3:
BRZO-coördinatoren BG Wabo (milieu)........................................21
2
Samenvatting Voor u ligt de Monitor 2010. In de Monitor 2010 worden de prestaties van de overheidsinstanties (Arbeidsinspectie, Bevoegd gezag Wabo en de Brandweer) die zijn belast met de uitvoering van het toezicht op het BRZO weergegeven voor 2010. De waterkwaliteitsbeheerder op rijkswateren, Rijkswaterstaat heeft in 2010 geparticipeerd als adviseur voor het bevoegd gezag Wabo in de BRZO-inspecties. Deze resultaten worden eveneens gegeven. Met de monitor wordt onder meer inzichtelijk gemaakt in hoeverre de wettelijke bepalingen en afspraken uit de Werkwijzer BRZO zijn nagekomen. De monitor is vastgesteld door de LAT regiegroep van het LAT risicobeheersing bedrijven. De resultaten zijn zichtbaar verbeterd ten opzichte van 2009. Het aantal afgeronde producten stijgt. In 2010 waren er 434 Brzo-inrichtingen actief in Nederland: 255 VR-inrichtingen en 179 PBZO-inrichtingen. Deze aantallen zijn gegenereerd uit de IR BRZO en niet gecorrigeerd op eventuele dubbelingen. Daarbij is geheel 2010 beschouwd. Inrichtingen die in de loop van 2010 niet meer onder het BRZO vielen (bijvoorbeeld door wijziging activiteiten, maar ook door faillissementen) zijn hierin wel meegeteld. Daardoor kan er een verschil zijn tussen deze Monitor 2010 en de lijst met BRZO-bedrijven op www.brzo99.nl. Over het algemeen kan gesteld worden dat er verbeteringen zichtbaar zijn ten opzichte van 2009. Zo is het aantal inspecties waaraan alle drie de inspectiediensten deelnamen 7% hoger dan in 2009. Ook is het in 2010 beduidend vaker voorgekomen dat de inspectieagenda eerder dan vier weken voor de inspectiedatum verzonden was. Dit was 65% in 2010, terwijl dit in 2009 nog 42% was. 85% van de inspectierapporten binnen de termijn van 8 weken na de close-out naar de bedrijven verzonden. Dit is ongeveer gelijk aan het resultaat over 2009. In 2010 is 92% van het totaal aantal geplande inspecties uitgevoerd. In 2009 betrof dit nog 98%. In 2008 was dit aantal 91%. Omdat er in deze monitoring uitsluitend is uitgegaan van kwantitatieve gegevens, is het niet bekend wat de oorzaak hiervan is. In dit rapport wordt ook aandacht besteed aan de beoordeling van het Veiligheidsrapport (VR). De hier gebruikte gegevens zijn om een aantal redenen niet geheel betrouwbaar. De conclusies ten aanzien van tijdigheid van de beoordeling van het VR en de leeftijd van de VR’en zijn dan ook uitsluitend indicatief. In het interne proces is vastgesteld dat een goede invuldiscipline vereist is om volledige en betrouwbare gegevens te genereren. Een verbetering op dit gebied is de verplichting om de data in te vullen voordat een inspectie kan worden afgesloten. Dit zal bij de update van de IR in het voorjaar 2011 worden meegenomen. Daarnaast zullen ook de inspecteurs hier – nogmaals – op gewezen moeten worden. Daarnaast is er enige vervuiling merkbaar in de IR BRZO, wat tot een vertekend beeld kan leiden. Kritisch blijven op de gegevens en tijdige onderlinge informatiedeling blijft vereist om de gewenste kwaliteit te blijven leveren.
3
Tot slot is blijvende aandacht nodig voor het volgen van de eigen inspectieplanning. Bij deze planning hoort ook het tijdig versturen van de aankondiging, de inspectieagenda en het inspectierapport. Alleen een consequente en betrouwbare overheid mag van het bedrijfsleven hetzelfde verwachten.
4
1 Inleiding 1.1 Achtergrond De uitvoering van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo ’99) door de overheid is enkele jaren geleden geëvalueerd en verbeterd (verbeterprogramma BeteRZO). Uit dit traject is in 2006 het Landelijk regieteam BRZO (LAT BRZO) voortgekomen. Het LAT BRZO concentreert zich op de gezamenlijke uitvoering van het BRZO en ondersteunt de toezichthoudende overheden (Arbeidsinspectie, Bevoegd gezag Wabo en de Brandweer) bij de implementatie van de instrumenten van het verbeterprogramma. Rijkswaterstaat adviseert de toezichthoudende overheden en zal minimaal 1 keer per 5 jaar meegaan bij BRZO inspecties indien waterrelevantie aanwezig is. De Werkgroep Monitoring (zie de samenstelling van de werkgroep in bijlage 1) verzamelt de gegevens over de BRZO-uitvoering en rapporteert hierover aan de LAT Projectgroep en de LAT Regiegroep. In 2008 is de eerste monitor uitgebracht. Vanaf 2011 is het programma LAT BRZO samengevoegd met het programma Vernieuwing Toezicht (VT) Chemie. Het nieuwe gezamenlijke programma is genaamd Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing Bedrijven (LAT RB).
1.2 Doel Het doel van de Monitor 2010 is inzicht te krijgen in de prestaties van de overheidsinstanties die zijn belast met de uitvoering van het toezicht op het BRZO. Met de monitor wordt onder meer inzichtelijk gemaakt in hoeverre de wettelijke bepalingen en afspraken uit de Werkwijzer BRZO worden nagekomen. Met deze resultaten kunnen de LAT regiegroep en projectgroep sturing geven aan de verdere verbetering van de uitvoering van het BRZO door de toezichthoudende overheden. Daarnaast worden de gegevens vergeleken met de resultaten van 2009 en waar mogelijk uit 2008.
1.3 Uitvoering Om inzicht te krijgen in de prestaties van de toezichthoudende overheden in 2010 is een invultabel met instructie (zie bijlage 2) verspreid onder alle BRZO-coördinatoren van het bevoegd gezag Wabo (BG Wabo) (zie bijlage 3). Dit betreft de volgende organisaties: • • • • • • • • • • • • • •
Provincie Zuid-Holland Provincie Zeeland Provincie Utrecht Provincie Gelderland Provincie Noord-Holland Provincie Limburg Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD) Provincie Noord-Brabant Provincie Overijssel Provincie Fryslân (mede namens Milieuadviesdienst Noord-Fryslân en provincie Drenthe) DCMR Milieudienst Rijnmond (mede namens het Landelijk Steunpunt BRZO (LSB)) Provincie Groningen SRE Milieudienst Milieudienst Zuid-Holland Zuid 5
• Dienst Milieu-en Bouwtoezicht Amsterdam De instructie en invultabel van de Monitor 2010 zijn opgesteld door de Werkgroep Monitoring van het LAT RB. Op basis van de gegevens die de coördinatoren hebben aangeleverd en de gegevens die uit de Inspectieruimte BRZO (IR BRZO, voorheen GIR genoemd) zijn gegenereerd, heeft de Werkgroep Monitoring onderliggende rapportage opgesteld. Rijkswaterstaat heeft gegevens handmatig aangeleverd. Het LAT Bureau heeft de gegevens verzameld en verwerkt in samenwerking met de Werkgroep Monitoring. Voor eventuele vragen over de monitor kan contact op worden genomen met het LAT Bureau (via de mail
[email protected] of per telefoon 088-6025580). Op de peildatum 15 februari 2011 zijn de gegevens bevroren in de IR BRZO. Alle gegevens over 2010 die na de peildatum nog zijn ingevoerd in de IR BRZO zijn niet meegenomen in deze monitoringsrapportage. De resultaten zijn zowel per LAT-regio als landelijk totaal weergegeven. De regioindeling is als volgt: • • • •
Regio Regio Regio Regio
Noord: de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen; Oost: de provincies Flevoland, Gelderland, Overijssel en Utrecht; West: de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland; Zuid: de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.
Het LSB heeft in 2010 nog inspecties uitgevoerd in het hele land en de gegevens van deze inspecties zijn ondergebracht bij de diverse regio’s waarvoor deze inspecties zijn uitgevoerd. Voor begrippen en afkortingen wordt verwezen naar de website van het LAT Risicobeheersing Bedrijven, www.latrb.nl. Deze website is medio 2011 beschikbaar. Tot die tijd kunt u terecht op www.brzo99.nl hier is tevens de Werkwijzer BRZO te vinden waarnaar wordt verwezen in deze rapportage.
1.4 Beperkingen De gegevens voor de Monitor 2010 zijn deels afkomstig uit de IR BRZO en deels aangeleverd door de coördinatoren van het BG Wabo*.
* Het is nog niet mogelijk om alle gegevens uit de IR BRZO te genereren. Naar verwachting zal dit in 2011 wel het geval zijn.
6
2 Resultaten van het onderzoek De resultaten van de Monitor 2010 zijn in dit hoofdstuk per paragraaf ingedeeld aan de hand van de volgende onderwerpen: • Aantal BRZO-inrichtingen • Inspecties - Aantal inspecties en planning - Samenstelling inspectieteam - Inspectieagenda - Inspectierapport • Veiligheidsrapport (VR) - VR-beoordeling - Kennisgeving VR-beoordeling - Leeftijd VR • Dominoaanwijzing
2.1 Aantal BRZO-inrichtingen In figuur 1 is het totale aantal actieve BRZO-inrichtingen over het jaar 2010 weergegeven, met een onderscheid in VR- en PBZO-inrichtingen. In 2010 waren er in totaal 434 BRZO-inrichtingen actief in Nederland; 255 VR-inrichtingen en 179 PBZOinrichtingen. Dit is het aantal over geheel 2010, dat automatisch is gegenereerd uit de IR BRZO. Bij een klein aantal is geen regio/maatlatregio vermeld waardoor deze bedrijven in de genereerde dataset niet worden toebedeeld naar een regio. Deze bedrijven zijn handmatig verdeeld naar de regio. Een vervuiling van de lijst kan aanwezig zijn, omdat de bedrijven niet zijn gecontroleerd op dubbelingen. De BRZObedrijvenlijst. zoals weergegeven op de website, is een doorsnede op een bepaalde dag (momentopname) en een gecorrigeerde lijst. Hierdoor kan er een verschil aanwezig zijn tussen de Monitor 2010 en de BRZO-bedrijvenlijst. Figuur 1: Aantal BRZO-inrichtingen Aantal BRZO-bedrijven 300
Aantal BRZO-bedrijven
250 200 VR
150
PBZO
100 50 0 West
Zuid
Noord
Oost
Landelijk
LAT regio
Bron: IR BRZO
7
Een beperkt aantal zeer grote inrichtingen (bijvoorbeeld Chemelot in Limburg) is opgesplitst en als meerdere ‘deelinrichtingen’ geregistreerd in de IR BRZO. Zij hebben gezamenlijk wel één milieuvergunning. Het aantal BRZO-inrichtingen met een eigen milieuvergunning in 2010 is 392: 224 VRinrichtingen en 168 PBZO-inrichtingen. Tabel 1: Aantal BRZO-inrichtingen in 2010 Regio West Zuid Noord Oost Landelijk
VR 119 88 19 29 255
PBZO 74 47 27 31 179
Totaal 193 135 46 60 434
Vergelijking met 2009 In totaal waren er in 2009 442 BRZO-inrichtngen (uit de IR BRZO inclusief deelinrichtingen) actief in Nederland; 255 VR-inrichtingen en 187 PBZO-inrichtingen. Er zijn dus in 2010 8 BRZO-inrichtingen minder. Vergelijking inrichtingen met een eigen milieuvergunning bedroeg in 2009 394: 180 PBZO- en 214 VR-inrichtingen. In 2010 392: 168 PBZO- en 224 VR-inrichtingen (Bron: BRZO-coördinatoren BG Wabo). Er zijn dus 12 PBZO-inrichtingen minder dan vorig jaar en 10 VR-inrichtingen meer.
2.2 Inspecties 2.2.1 Aantal inspecties en planning Figuur 2: Planning gehaald
Planning gehaald 450 400
Aantal inspecties
350 300 250
Aantal geplande inspecties
200
Aantal uitgevoerde inspecties
150 100 50 0 West
Zuid
Noord
Oost
Landelijk
LAT regio
Bron: IR BRZO
8
In totaal stonden landelijk 392 inspecties gepland voor 2010. Er zijn 360 inspecties daadwerkelijk uitgevoerd, dat is 92% van de planning (tabel 2). Tabel 2: Realisatie inspectieplanning Aantal Aantal geplande inrichtingen inspecties
Regio West Zuid Noord Oost Landelijk
193 135 46 60 434
177 116 39 60 392
Aantal uitgevoerde inspecties 164 104 39 53 360
Planning gehaald (%) 93 90 100 88 92
Tabel 3: Realisatie inspectieplanning: vergelijking met 2008 en 2009 Jaartal
Aantal geplande inspecties
2008 2009 2010
Aantal uitgevoerde inspecties 303 342 360
332 350 392
Planning gehaald (%) 91 98 92
In 2010 zijn er minder geplande inspecties uitgevoerd dan in 2009. Het absolute aantal uitgevoerde inspecties is in de loop der jaren duidelijk toegenomen, van ca. 300 in 2008 naar 360 ( + 20%) in 2010. 2.2.2 Samenstelling inspectieteam Figuur 3: Deelname diensten aan inspecties
Deelnam e diensten aan inspecties 100,00%
Percentage deelname
90,00% 80,00% 70,00%
Deelname alle diensten
60,00%
Deelname BG WABO
50,00%
Deelname AI
40,00%
Deelname Brw
30,00% 20,00% 10,00% 0,00% West
Zuid
Noord
Oost
Landelijk
LAT regio
Bron: IR BRZO
9
Bij gemiddeld 80% van alle BRZO-inspecties waren alle diensten vertegenwoordigd. De diverse inspectiepartners hanteren nog verschillende beleidscriteria voor participatie, hetgeen tot verschillen in de inzet leidt (tabel 4). De deelname aan de inspecties door alle diensten is gestegen. Deze trend zal echter naar verwachting onder druk komen te staan. Van belang is in ieder geval dat de afspraken over samen inspecteren worden nagekomen en dat inzichtelijk wordt gemaakt waarom een dienst wel of niet meegaat op een inspectie. Tabel 4: Deelname diensten aan inspecties Aantal uitgevoerde inspecties
Regio West Zuid Noord Oost Landelijk
164 104 39 53 360
Deelname inspectie met alle diensten (%) 77 72 90 79 80
Deelname BG WABO (%)
Deelname AI (%)
Deelname Brw (%)
100 95 100 100 99
77 86 97 83 86
96 85 92 96 93
In onderstaande tabel is de vergelijking gedaan met 2008 en 2009. Tabel 5: Deelname diensten aan inspecties: vergelijking met 2008 en 2009 Jaartal
Aantal Inspec- Deelname Deelname Deel- Deel- Deelname Deelname uitgevoerde ties met BG WABO BG WABO name name Brw (%) Brw inspecties alle AI AI aantal diensten (%) aantal (%) (%) aantal
2008
303
77
99
300
82
248
90
273
2009
342
73
99
339
78
267
92
315
2010
360
80
99
356
86
310
93
335
De deelname van alle diensten aan de inspectie is gestegen (7% meer dan 2009) ten opzichte van 2010. Alle diensten hebben in 2010 zo'n 60 inspecties meer uitgevoerd ten opzicht van 2008. Rijkswaterstaat heeft een adviserende rol en gaat alleen mee bij BRZO bedrijven met waterrelevantie. In onderstaande tabel is aangegeven per regio bij hoeveel bedrijven in 2010 Rijkswaterstaat bij een inspectie aanwezig is geweest. Tabel 6: Het aantal uitgevoerde inspecties door Rijkswaterstaat per regio in 2010 Regio West Zuid Noord Oost Totaal
Aantal uitgevoerde inspecties 22 11 3 3 39
10
2.2.3 Inspectieagenda Volgens proces 9 van de Werkwijzer BRZO moet de agenda uiterlijk vier weken voor de eerste inspectiedag zijn verstuurd. Of deze termijnen in 2010 behaald zijn, is te zien in figuur 4 en tabel 7. In tabel 8 wordt de vergelijking met 2008 en 2009 gemaakt. Figuur 4: Inspectieagenda verzonden
Term ijn inspectieagenda verzonden 100,00% Percentage verzonden agenda's
90,00% 80,00% 70,00% 60,00% Tenminste 4 w eken voor inspectie
50,00%
Minder dan 4 w eken voor inspectie
40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% West
Zuid
Noord
Oost
Landelijk
LAT regio
Bron: IR BRZO, gebaseerd op 360 uitgevoerde inspecties waarvan 345 agenda’s zijn verzonden
De gegevens zijn gebaseerd op 345 verzonden agenda’s. Het verschil tussen het aantal uitgevoerde inspecties en verzonden agenda’s is te verklaren door het niet volledig invullen van de datumvelden met betrekking tot de agenda in de IR BRZO. Tabel 7: Inspectieagenda verzonden Regio
Inspectieagenda is verzonden naar bedrijf: Tenminste 4 weken voor inspectie
West Zuid Noord Oost Landelijk
[%] 76 41 77 65 65
Minder dan 4 weken voor inspectie [%] 24 59 23 35 35
11
Tabel 8: Inspectieagenda verzonden: vergelijking met 2008 en 2009 Jaartal
Inspectieagenda is verzonden naar bedrijf: Tenminste 4 weken voor inspectie
Minder dan 4 weken voor inspectie [%]
[%] 57 42 65
2008 2009 2010
43 58 35
De inspectieagenda is in 2010 vaker binnen de gestelde termijn van 4 weken voor de inspectie verzonden (2008: 57%, 2009: 42%). Dit is een duidelijke verbetering ten opzichte van 2009. 2.2.4 Inspectierapport Volgens proces 9 van Werkwijzer BRZO dient het inspectierapport binnen acht weken na de terugkoppeling (close-out) te worden opgeleverd en verzonden aan het bedrijf en de Brzo-actoren. Het resultaat is te zien in figuur 5. Figuur 5: Termijn voor verzenden van inspectierapport Termijn inspectierapport verzonden 100,00%
Percentage verzonden rapporten
90,00% 80,00% 70,00% < 8 w eken
60,00%
8-12 w eken
50,00%
12-16 w eken
40,00%
> 16 w eken
30,00% 20,00% 10,00% 0,00% West
Zuid
Noord
Oost
Landelijk
LAT regio
Bron:IR BRZO, gebaseerd op 360 uitgevoerde inspecties waarvan 263 rapportages zijn verzonden
De gegevens zijn gebaseerd op 263 verzonden rapportages. Het verschil tussen het aantal uitgevoerde inspecties en verzonden rapportages is te verklaren door het niet volledig invullen van de datumvelden met betrekking tot de rapportage de IR BRZO. Een aantal hiervan kan verklaard worden doordat de verzending na 15 februari heeft plaatsgevonden.
12
Tabel 9: Termijn voor verzenden van inspectierapport
Regio West Zuid Noord Oost Landelijk
Aantal uitgevoerde inspecties 164 104 39 53 360
Eindrapport verzonden 139 42 36 46 263
%<8 weken
% 8-12 weken
% 1216 weken
% > 16 weken
93 79 67 80 85
4 17 17 18 10
1 0 8 2 2
2 5 8 0 3
Ongeveer 85% van het totale aantal verzonden eindrapportages (263) is binnen de gestelde termijn van 8 weken verzonden. Deze gegevens zijn uit IR BRZO gehaald. In 2009 was ongeveer 84% van het totale aantal verzonden eindrapportages (199) binnen de gestelde termijn van 8 weken verzonden.
2.3 Veiligheidsrapport (VR) 2.3.1 VR-beoordeling In de Werkwijzer BRZO, procesbeschrijving 8, is opgenomen dat binnen zes maanden na ontvangst van het Veiligheidsrapport (VR) de conclusies van de beoordeling bekend moeten worden gemaakt aan het bedrijf. Deze termijn kan verlengd worden tot negen maanden. Aan de coördinatoren is gevraagd aan te geven wanneer zij een VR hebben ontvangen, wanneer de VR-beoordeling naar het betreffende bedrijf is gestuurd en of de beoordelingstermijn verlengd is van zes naar negen maanden. Daarbij gaat het alleen om VR-beoordelingen die in 2010 zijn opgeleverd. Dit betreft dus ook de beoordeling van rapporten die in 2009 zijn ingediend en in 2010 zijn opgeleverd. In tabel 10 zijn de resultaten weergegeven. Omdat een aantal organisaties geen gegevens beschikbaar had, zijn de data niet per regio maar als landelijk totaal weergegeven. Tabel 10: Termijn verzenden VR-beoordelingen in 2010 < 6 maanden [aantal]
6-9 maanden [aantal]
9-12 maanden [aantal]
> 12 maanden [aantal] 1
VR-beoordeling 6 2 6 van 6-maanden 1 1 2 VR-beoordeling van 9-maanden Bron:BRZO-coördinatoren BG Wabo gebaseerd op gegevens van 19 beoordelingen
0
Het totale aantal VR-beoordelingen in 2010 is 19. In 2009 zijn 21 VR-beoordelingen geregistreerd. Meer dan de helft van de VR-beoordelingen in 2010 is niet binnen de gestelde termijnen afgerond (11 van de 19). De verwachting is dat in 2011 vanuit de IR BRZO de gegevens gegenereerd kunnen worden, indien deze zijn ingevuld.
13
2.3.2 Kennisgeving VR-beoordeling In de Werkwijzer BRZO, procesbeschrijving 8, wordt aangegeven dat uiterlijk 2 weken na het bekend maken van de conclusies van de VR-beoordeling aan het bedrijf, deze samen met het VR ter inzage moeten worden gelegd en dat een kennisgeving hierover moet worden gepubliceerd in een huis-aan-huisblad. Van de 19 beoordelingen hebben 17 kennisgevingen plaatsgevonden en allen binnen de gestelde termijn van twee weken. Van twee beoordelingen was dit niet bekend. 2.3.3 Leeftijd VR De gegevens van de leeftijd van het VR kunnen niet betrouwbaar worden weergegeven. De gegevens zijn op 15 februari 2011 bevroren in de IR BRZO. De monitoringstool genereert data met betrekking tot de actuele leeftijd van het VR. Om de gegevens over een heel kalenderjaar te kunnen laten zien, is een historie van indieningdata van VR nodig. Met de huidige database is het niet mogelijk een dergelijke historie naar boven te halen. Bijvoorbeeld bij VR’en die in januari 2011 zijn geactualiseerd wordt de in 2010 geldende leeftijd overschreven. De “oude” informatie is daardoor niet meer te achterhalen. Voor de monitor over 2011 zullen de gegevens over de leeftijd van de VR’en gegenereerd worden op 31 december 2011.
2.4 Dominoaanwijzing In Werkwijzer BRZO proces 4 staat: iedere 5 jaar wordt van alle BRZO-bedrijven vastgesteld of zij als veroorzakend dominobedrijf aangewezen moeten worden. Aan de coördinatoren is gevraagd om handmatig bij te houden welke inrichtingen een dominoaanwijzing hebben (veroorzakend en/of ontvangend). In onderstaande tabel is per regio het aantal dominobedrijven in 2009 en 2010 aangegeven. Tabel 11: Aantal dominobedrijven Regio
Aantal Dominobedrijven 2009 West 79 Zuid 14 Noord 4 Oost 0 Landelijk 99 Bron:BRZO-coördinatoren BG Wabo
Aantal Dominobedrijven 2010 79 11 8 0 98
Het aantal dominobedrijven is in twee regio’s (West en Oost) gelijk gebleven ten opzichte van 2009. In Zuid zijn er 3 dominobedrijven minder en in Noord zijn er 4 dominobedrijven bijgekomen.
14
3 Conclusies en aanbevelingen 3.1 Conclusies Algemeen Op basis van de resultaten kan gesteld worden dat over het geheel genomen de resultaten zichtbaar zijn verbeterd ten opzichte van 2009. De IR BRZO wordt nog steeds niet volledig ingevuld. Als diverse datumvelden niet worden ingevuld – zoals datum van close-out, datum agenda verzonden et cetera – dan kunnen de termijnen niet worden berekend. Dit is te zien aan het verschil tussen het aantal inspecties en het aantal verzonden agenda’s en rapporten. Verder wordt bij de bedrijven niet altijd de regio/maatlatorganisatie ingevuld, waardoor een deel niet kan worden verdeeld over de regio’s. Dat is dit jaar handmatig hersteld. Aantal BRZO-bedrijven en inrichtingen met eigen milieuvergunning In totaal waren er in 2010 434 BRZO-inrichtingen actief in Nederland: 255 VRinrichtingen en 179 PBZO-inrichtingen. Het aantal is ten opzichte van 2010 licht gedaald (8 BRZO-bedrijven minder). Dit aantal is het aantal over het gehele jaar van 2010 automatisch genereert uit de IR BRZO. Bij een klein aantal is geen regio/maatlatregio vermeld waardoor deze inrichtingen in de genereerde dataset niet worden toebedeeld aan een regio. Deze inrichtingen zijn daarom handmatig verdeeld naar de regio. Een vervuiling van de lijst kan aanwezig zijn, omdat de inrichtingen niet zijn gecontroleerd op dubbelingen. De BRZO-bedrijvenlijst, weergegeven op de website www.brzo99.nl, is een doorsnede op een bepaalde dag (momentopname) en een gecorrigeerde lijst. Hierdoor kan er een verschil aanwezig zijn tussen de Monitor 2010 en de BRZO-bedrijvenlijst. Het aantal BRZO-inrichtingen met een eigen milieuvergunning in 2010 is 392: 224 VRinrichtingen en 168 PBZO inrichtingen. Vergelijking inrichtingen met een eigen milieuvergunning bedroeg in 2009 394: 180 PBZO- en 214 VR-inrichtingen. In 2010 392: 168 PBZO- en 224 VR-inrichtingen (Bron: BRZO-coördinatoren BG Wabo). Er zijn dus 12 PBZO-inrichtingen minder dan vorig jaar en 10 VR-inrichtingen meer. Inspecties Planning In 2010 is 92% van de planning behaald. Ten opzichte van 2009 zijn er minder geplande inspecties uitgevoerd (6% minder). In absolute aantallen is sinds 2008 een stijgende lijn in de aantallen uitgevoerde inspecties zichtbaar, in 2010 zijn 20% meer inspecties uitgevoerd dan in 2008. Deelname van diensten Bij gemiddeld 80% van alle BRZO-inspecties waren alle diensten vertegenwoordigd. De deelname van alle diensten aan de inspectie is gestegen (7% meer dan 2009). Inspectieagenda verzonden De inspectieagenda is in 2010 vaker voor de gestelde termijn van 4 weken voor de inspectie verzonden (2009: 42%, 2010: 65%). Dit is een duidelijke verbetering ten opzichte van 2009.
15
Inspectierapport verzonden Van de 360 uitgevoerde inspecties zijn volgens de IR BRZO 263 inspectierapporten verzonden. Ongeveer 85% van het totale aantal verzonden eindrapportages (263) is binnen de gestelde termijn van 8 weken verzonden. Veiligheidsrapport Het totale aantal VR-beoordelingen in 2010 is 19. In 2009 zijn 21 VR-beoordelingen geregistreerd. Meer dan de helft van de VR-beoordelingen in 2010 zijn niet binnen de gestelde termijnen afgerond (11 van de 19). Van de 19 beoordelingen hebben 17 kennisgevingen plaatsgevonden en allen binnen de gestelde termijn van twee weken. Van twee beoordelingen was dit niet bekend. Dit is grote verbetering ten opzichte van vorig jaar (in 2009 drie kwart). De gegevens van de leeftijd van het VR kunnen niet betrouwbaar worden weergegeven. De gegevens zijn op 15 februari 2011 bevroren in de IR BRZO. De monitoringstool genereert data met betrekking tot de actuele leeftijd van het VR. Om de gegevens over een heel kalenderjaar te kunnen laten zien, is een historie van indieningdata van de VR’en nodig. Met de huidige database is het niet mogelijk een dergelijke historie naar boven te halen. Bijvoorbeeld bij VR’en die in januari 2011 zijn geactualiseerd wordt de in 2010 geldende leeftijd overschreven. De “oude” informatie is daardoor niet meer te achterhalen. Voor de monitor over 2011 zullen de gegevens over de leeftijd van de VR’en gegenereerd worden op 31 december 2011. Dominoaanwijzing Het aantal dominobedrijven is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2009 (2009: 99, 2010: 98). Dit zijn veroorzakende en ontvangende dominobedrijven.
3.2
Aanbevelingen
De werkgroep monitoring stelt het volgende voor: -
De gegevens consequent en uniform vast te leggen in de IR BRZO. Alleen wanneer dit gebeurt, kan men monitoren op een correcte uitvoering van het BRZO-toezicht. Op deze wijze krijgt men zicht op de kwaliteit van het werk en kan men hierop sturen.
-
Aandacht te houden voor de inspectieplanning en de opvolging hiervan. Deze was lager dan voorgaand jaar. Het niet nakomen van de eigen planning zegt iets over de efficiëntie en de kwaliteit van de uitvoer van eigen werkzaamheden. Het opvolgen van de gemaakte planning draagt bij aan het consequent uitvoeren van acties en de betrouwbaarheid van de inspectiepartners.
-
De deelname aan de inspecties door alle diensten is gestegen. Ook het absolute aantal inspecties is toegenomen. Deze trend zal echter naar verwachting onder druk komen te staan. Het wordt van belang geacht dat in ieder geval de planning wordt nagekomen en dat gemaakte keuzen ten aanzien van wel of niet participeren inzichtelijk zijn.
-
Ondanks dat er al veel verbetering heeft plaats gevonden, blijft tijdigheid een aandachtspunt. Tijdigheid bij het versturen van documenten, het nakomen van afgesproken procedures en het op een consequente manier verzamelen en 16
vastleggen van gegevens zijn hierbij blijvend van groot belang. Een consequente, betrouwbare overheid kan een betere relatie onderhouden met het bedrijfsleven.
17
bijlage 1: Samenstelling werkgroep monitoring Maurice Stijfs - Provincie Brabant, Portefeuillehouder Antje Tack - Provincie Fryslân, voorzitter Theo de la Ruelle - Regionale Brandweer Groningen Marscha van der Ham - NIFV Claudia Lambermont-Lanser - DCMR Frans Hettinga - Arbeidsinspectie Hanneke van der Bijl-Stolk - LAT Bureau
18
bijlage 2:Instructie Monitor 2010 Invulinstructie Monitoring 2010 LAT-BRZO – versie: 3-8-2010 De onderstaande tabel betreft de landelijke instructielijst voor de BRZO-coördinatoren en de inspecteurs om gegevens bij te houden in de Inspectieruimte BRZO (voorheen genoemd GIR) ten behoeve van de LAT-monitoring 2010. Aandachtspunten bij het invullen van de Inspectieruimte BRZO: Alle reguliere BRZO-inspecties invoeren in de Inspectieruimte BRZO. Geen andere zaken in • de Inspectieruimte BRZO invoeren, zoals: herinspecties, handhavingrapportages en ongevalonderzoeken! Het actueel houden van de Brzo-plicht (PBZO,VR of niet BRZO) en de maatlatorganisatie die • de inspecties uitvoert. Selecteer de namen van alle inspecteurs die hebben deelgenomen aan een inspectie (in het • scherm ‘inspectie deelnemers’). Gaat één van de inspecteurs niet mee, dan moet deze voor het afsluiten van de inspectie verwijderd worden. Voorwaarden van het kunnen invullen van de velden onder het blad 'samenvatting' in de • Inspectieruimte BRZO is dat je als inspectiedeelnemer in het dossier ingevoerd bent. Als initiatiefnemer kun je jezelf als inspectiedeelnemer toevoegen en daarna de data invoeren. Niet vergeten om jezelf weer als inspectiedeelnemer te verwijderen! Vul de datum in van het laatst ingediende VR (bij beheer register inrichtingen • ‘inrichtingsgegevens’) en tot wanneer deze geldig is. Het aanmaken van een VR-dossier in de module Beoordeling VR wanneer veiligheidsrapport • wordt beoordeeld. Dit geldt alleen voor de papieren beoordeling van de volledigheid van het complete VR. Geef bij annuleren van een inspectiedossier aan bij toelichting wat de reden is, zodat • gemonitord kan worden welke inspecties daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Nr. 1
2
In te vullen in: Inspectieruimte BRZO
Inspectieruimte BRZO
Onderwerp
Instructie
Registreren mutaties BRZObedrijven
In register Inrichtingen alle mutaties van VR- en PBZO-bedrijven invullen; van nieuw op te richten en wijzigingen van bestaande inrichtingen de n.a.w.gegevens binnen 1 maand & wijziging van de BRZOverplichting (PBZO VR).
Datum agenda verzonden
Datum ontvangst van het VR invullen in het veld ‘Datum laatste VR ingeleverd’ en datum volgende VR in het veld ‘VR geldig t/m’ bij ‘Details inrichting’ in het register Inrichtingen De datum van verzending van de inspectieagenda naar het bedrijf in het veld ‘Datum agenda verzonden’ bij ‘Algemene kenmerken’ in het inspectiedossier. Als de agenda wordt verzonden door gemeente dan de datum van verzending opvragen bij gemeente.
3
Inspectieruimte BRZO
Uitgevoerde inspecties
4
Inspectieruimte BRZO
Datum terugkoppeling (close-out)
Werkwijzer BRZO proces 9: Uiterlijk vier weken voor de eerste inspectiedag moet de inspectieagenda zijn verstuurd. De datum van de eerste inspectiedag moet worden ingevuld in het veld ‘Datum vanaf’ bij ‘Algemene Kenmerken’ in het inspectiedossier. De datum van terugkoppeling (close-out) moet worden ingevuld in het veld ‘Datum close-out' bij ‘Samenvatting’ in het inspectiedossier. Dit i.v.m. het toetsen aan de datum van verzenden van inspectierapport.
19
Nr. 5
In te vullen in: Inspectieruimte BRZO
Onderwerp
Instructie
Datum inspectierapport verzonden
Invullen van de datum waarop het inspectierapport naar het bedrijf is verzonden in het veld ‘datum inspectierapport verzonden’ bij ‘Samenvatting’ in het inspectiedossier. Als het rapport wordt verzonden door gemeente dan de datum van verzending opvragen bij gemeente. Als de gemeente zelf het rapport naar het bedrijf verzendt, dan de datum waarop het rapport naar de gemeente is gestuurd, invullen in het veld ‘Datum eindrapport bg Wm’ bij “Samenvatting” in het inspectiedossier.
6
Tabel
Beoordeling en verlenging VR Bedoeld wordt hier de papieren beoordeling van de volledigheid van het complete VR.
7
Tabel
Dominoaanwijzing
Werkwijzer BRZO proces 9: Het inspectierapport dient binnen 8 weken na de terugkoppeling (closeout) te worden opgeleverd en verzonden aan het bedrijf en Brzo-actoren. Invullen van de datum waarop het verzoek om aanvullende gegevens op het VR naar het bedrijf is verzonden en de datum waarop de aanvullingen zijn ontvangen in de datumvelden in processtap ‘Beoordeling volledigheid’ in het VR –dossier per bedrijf in de module Beoordeling VR. Deze datumvelden werken niet naar behoren en zullen aan het einde van 2010 in de realease worden aangepast. Handmatig bijhouden van de data per bedrijf in een aparte tabel. Handmatig bijhouden welke inrichtingen een dominoaanwijzing hebben. Werkwijzer BRZO proces 4: Iedere 5 jaar wordt van alle BRZO-bedrijven vastgesteld of zij als veroorzakend dominobedrijf aangewezen moeten worden.
20
bijlage 3: BRZO-coördinatoren BG Wabo (milieu) LAT Regio Noord
Midden-Oost
West
Zuid
Maatlatorganisatie BG Wm Provincie Groningen Provincies Fryslân – Drenthe Milieuadviesdienst NoordFryslân Provincies UtrechtFlevoland Provincie Gelderland Provincie Overijssel Provincie Noord-Holland Provincie Zuid-Holland DCMR Milieudienst Rijnmond Dienst Milieu en Bouwtoezicht, gemeente Amsterdam Milieudienst Zuid-Holland Zuid Provincie Noord-Brabant Provincie Zeeland Provincie Limburg Regionale Milieudienst West-Brabant (RMD) SRE Milieudienst
Contactpersonen Bert Oeseburg Antje Tack Via Antje Tack Ronald Schipper Peter Andringa Karel Meijer Iman Tel/Sandy Kasifa Martin Aardenburg Claudia LambermontLanser/Robert Mout Otmar Zorg Willem-Jan van der Ark Maurice Stijfs Marcel den Boer Jean Schrijnemakers Ron Ooms Ignace Cichy
21