MoneyMindsets van Scholieren Houding en gedrag van scholieren in geldzaken September 2013, Nibud en WWJB
2 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
MoneyMindsets van Scholieren Houding en gedrag van scholieren in geldzaken September 2013, Nibud en WWJB
3 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
4 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Inhoud SAMENVATTING EN CONSLUSIE ........................................................ 6 1
INLEIDING ................................................................................. 8
1.1
De MoneyMindsets en het Nibud scholierenonderzoek ................................... 8
1.2
Doelstelling ..................................................................................................... 8
2
METHODE VAN ONDERZOEK ................................................... 9
2.1
Kenmerken van de scholieren ........................................................................10
2.2 2.3
Toelichting bij de gegevens in dit rapport .......................................................11 Leeswijzer ....................................................................................................... 8
3
SCHOLIEREN EN HUN HOUDING ............................................ 12
3.1
Impulsiviteit ....................................................................................................12
3.2 3.3
Statusgerichtheid ...........................................................................................13 Behoefte aan controle ....................................................................................13
3.4
Onafhankelijkheid...........................................................................................14
3.5 3.6
Leenaversie ...................................................................................................15 Leenbereidheid ..............................................................................................15
4
HET MONEYMINDSET-MODEL EN DE GELDTYPES ............... 16
4.1
Verdeling van de geldtypes onder scholieren .................................................17
5
DE INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN DE GELDTYPES ........... 18
5.1
Uitgavensoorten .............................................................................................20
5.2 5.3
Online aankopen ............................................................................................21 De mobiele telefoon .......................................................................................21
6
HET FINANCIEEL GEDRAG VAN DE GELDTYPES.................. 24
6.1
Overzicht over inkomsten en uitgaven ............................................................24
6.2
Spaargedrag ..................................................................................................24
6.3 6.3.1
Het leengedrag ..............................................................................................26 Geld tekort en lenen .......................................................................................26
6.3.2 6.4
Leendoelen ....................................................................................................29 Omgaan met geld ...........................................................................................30
7
OVER STICHTING WEET WAT JE BESTEEDT EN HET NIBUD31
7.1
Stichting Weet Wat Je Besteedt .....................................................................31
7.2
Het Nibud .......................................................................................................32
5 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Samenvatting en conclusie Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) onderscheidt vier geldtypes: de Trendsetter, de Regelaar, de Levensgenieter en de Toekomstplanner. Het onderscheid tussen de geldtypes wordt gemaakt op basis van de houding, normen en waarden van jongeren ten opzicht e van geld. De vier geldtypen vormen het MoneyMindset-model. Binnen het model zijn zes dimensies te onderscheiden die de houding van jongeren ten opzichte van geld bepalen. Deze zes dimensies zijn: impulsiviteit, statusgerichtheid, onafhankelijkheid, behoefte aan zekerheid, leenaversie en leenbereidheid. In dit onderzoek is gekeken naar de houding van jongeren ten opzichte van geld, hoe de geldtypes vertegenwoordigd zijn onder de scholieren en hoe zij met hun geld omgaan. Voor de vergelijking hoe de geldtypen met hun geld omgaan is alleen gekeken naar de 15 en 16-jarigen, om een leeftijdseffect uit te sluiten. De houding van scholieren ten opzichte van geld is nauwelijks ve randerd in de afgelopen twee jaar. Van alle scholieren is 37 procent in een bepaalde mate impulsief. Eén op de vijf scholieren geeft het geld dat hij heeft direct uit; 55 procent vindt het leuk om veel spullen te kopen. Scholieren houden van luxe, maar de meerderheid (57 procent) ziet wel in dat geld niet gelukkig maakt. Ze hebben veel behoefte aan controle en onafhankelijkheid op geldgebied. Ze regelen geldzaken dus het liefste zelf. De meerderheid van de scholieren zou zich schamen als ze schulden zouden hebben (60 procent) en lenen voor een dure aankoop of een vakantie vinden ze over het algemeen niet acceptabel. Opvallend is dat scholieren in vergelijking met twee jaar geleden minder vaak aangeven later rijk te willen worden. Het aantal scholieren dat verwacht rijk te worden is echter nauwelijks veranderd. Scholieren die Levensgenieter of Trendsetter zijn, de meer impulsieve jongeren, vertonen meer risicovol financieel gedrag dan scholieren die Regelaars of Toekomstplanner zijn . Ze geven meer geld uit, sparen minder vaker, komen vaker dan gemiddeld geld tekort en lenen ook vaker. Ook de belkosten liggen hoger dan die bij de Regelaars en Toekomstplanners. Trendsetters hebben meer inkomen dan scholieren van de andere drie geldtypen, maar geven ook het meeste uit. Trendsetters hebben vaker een abonnement met smartphone en internet. Regelaars kiezen juist vaker voor een prepaidtelefoon. Regelaars en Toekomstplanners doen het op financieel gebied goed : ze sparen nagenoeg allemaal en bijna driekwart van hen komt nooit geld te kort. Slechts 3 procent van de Regelaars en 1 procent van de Toekomstplanners komt vaak geld tekort, tegen 13 procent van de Trendsetters en Levensgenieters. In vergelijking met 2010-2011 zijn er nauwelijks verschillen te zien in het financieel gedrag van de geldtypes. Het is wel interessant dat het percentage Levensgenieters en Trendsetters dat het idee heeft geld tekort te komen is toegenomen, terwijl deze toename niet te zien is bij de
6 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Regelaars en Toekomstplanners. Het percentage scholieren dat leent is echter wel bij alle geldtypes gedaald. Uit het onderzoek blijkt dat, rekening houdend met de leeftijd, het geslacht en de inkomsten van de scholier, de houding van scholieren ten aanzien van geldzaken van grote invloed is op zijn geldgedrag. Met name de behoefte aan controle, zijn statusgevoeligheid en impulsivit eit zijn van invloed op de hoogte van de uitgaven en de kans of de scholier wel of niet spaart en leent.
7 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
1 1.1
Inleiding De MoneyMindsets en het Nibud scholierenonderzoek
Dit rapport is een samenwerking tussen Stichting Weet Wat Je Besteedt en he t Nibud. In 2010 heeft Stichting Weet Wat Je Besteedt onderzoek laten uitvoeren naar de houding, normen en waarden van jongeren ten opzichte van geld. Hieruit is het MoneyMindset -model voortgekomen, waarbinnen vier geldtypen onderscheiden worden: de Trendsetter, de Regelaar, de Levensgenieter en de Toekomstplanner. Het Nibud doet sinds 1984 onderzoek onder scholieren. In het Nibud scholierenonderzoek wordt gekeken welke inkomsten en uitgaven scholieren hebben, of ze sparen of lenen en hoe ze zelf vinden dat ze met geld omgaan. In het Nibud Scholierenonderzoek 2010-2011 en 2012-2013 zijn de vragen onderliggend aan het MoneyMindset-model meegenomen en uitgevraagd bij de scholieren. Dit rapport presenteert de resultaten van het MoneyMindset -model specifiek onder scholieren.
1.2
Doelstelling
Deze rapportage brengt de houding van jongeren en het financiële gedrag van de vier MoneyMindsets in kaart. De specifieke doelgroep hier zijn scholieren in het voortgezet onderwijs. Het betreft vmbo-, havo- en vwo-scholieren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. De gegevens uit dit onderzoek worden gebruikt in de voorlichting aan jongeren over omgaan met geld.
1.3
Leeswijzer
Het rapport begint met een beschrijving van de methode van onderzoek. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de resultaten gepresenteerd van hoe de houding van scholieren is ten aanzien van geld en geldzaken. Vervolgens wordt in hoofst uk 4 tot en met 6 beschreven hoe het financiele gedrag verschilt tussen scholieren met een verschillende houding ten aanzien van geld (een verschillend geldtype).
8 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
2
Methode van onderzoek
Vragenlijst:
Twee online vragenlijsten. Oproep om deel te nemen is geplaatst op nibud.nl/scholieren, edgie.nl, nibud.nl, Twitter, Jongin en diverse partners van het Nibud. Daarnaast is aan scholen gevraagd om de vragenlijst te verspreiden in combinatie met een huiswerkopdracht. Aan deelnemers van de eerste vragenlijst is gevraagd om nog een tweede vragenlijst in te vullen.
Veldwerkperiode:
November 2012 tot en met februari 2013.
Doelgroep:
Scholieren op het vmbo, havo en vwo in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar.
Steekproef:
Eerste vragenlijst n = 3.896, tweede vragenlijst n = 1.198. De netto steekproef is gewogen naar provincie, geslacht en leeftijd van jongeren in het reguliere voortgezet onderwijs. Daarmee is de steekproef representatief voor scholieren op het vmbo, havo en vwo in Nederland.
9 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
2.1
Kenmerken van de scholieren
Hieronder staat de verdeling van Nederlandse scholieren naar leeftijd, schooltype en geslacht. Op deze kenmerken is gewogen. Tabel 1: Verdeling van de Nederlandse scholieren, naar leeftijd, schooltype en geslacht
Leeftijd
Geslacht
Provincie
Aantal
%
12 jaar
119.415
13
13 jaar
184.854
20
14 jaar
182.968
20
15 jaar
180.687
20
16 jaar
142.617
15
17 jaar
81.211
9
18 jaar
30.390
3
Jongens
461.343
50
Meisjes
460.797
50
Groningen
28.891
3
Friesland
37.209
4
Drenthe
28.865
3
Overijssel
64.700
7
Gelderland
116.175
13
Utrecht
68.850
7
Noord-Holland
142.696
16
Zuid-Holland
190.928
21
Zeeland
21.432
2
Noord-Brabant
138.330
15
Limburg
56.825
6
Flevoland
25.085
3
922142
100
Totaal
10 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
2.2
Toelichting bij de gegevens in dit rapport
Bedragen worden inclusief of exclusief nullen weergegeven: exclusief 0: alleen de groep die de activiteit doet (bijvoorbeeld alleen de scholieren die ergens geld aan uitgeven) is meegenomen in de berekening;
inclusief 0: alle scholieren zijn meegenomen in de berekening.
Vanaf hoofdstuk 4 is uitsluitend gekeken naar 15- en 16-jarigen. Dit wordt gedaan om een leeftijdseffect uit te sluiten als een vergelijking wordt gemaakt tussen de verschillende geldtypes. Als in een tabel het getal schuin gedrukt staat, betekent dit dat de waarneming niet significant verschilt van gemiddelde.
11 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
3
Scholieren en hun houding
De scholieren hebben 21 stellingen voorgelegd gekregen over hun houding ten aanzien van geld. Deze houdingskenmerken zijn onder te verdelen in zes dimensies:
Impulsiviteit
Statusgerichtheid
Behoefte aan controle
Onafhankelijkheid
Leenaversie
Leenbereidheid
3.1
Impulsiviteit
De meeste scholieren zijn niet heel impulsief als het om geld gaat. Zo geeft 80 procent aan dat ze het geld dat ze krijgen niet meteen uitgeven en vindt 70 procent vindt het niet moeilijk om te sparen. Wel zegt iets meer dan de helft het leuk te vinden om veel spullen te kopen. Op de dimensie impulsiviteit zijn weinig verschillen te zien tussen scholieren nu en twee jaar geleden. Scholieren geven alleen meer dan twee jaar geleden aan dat ze meteen denken aan wat ze kunnen kopen zodra ze geld krijgen: 43 tegen 35 procent. Tabel 2: Stellingen over impulsiviteit
2010-2011
2012-2013
(n = 10.402) Eens
(n = 3.896) Eens
%
%
Als ik geld heb, geef ik het direct uit
21
21
Als ik wat geld krijg denk ik meteen aan wat ik daarvan
35
43
Ik vind het leuk om veel spullen te kopen
56
55
Ik vind het moeilijk om te sparen
27
30
kan kopen
12 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
3.2
Statusgerichtheid
Driekwart van de scholieren houdt van luxe en 55 procent van de scholieren verwacht later rijk te worden. 26 procent van de scholieren geeft aan dat geld hen niet interesseert. Ondanks het feit dat het merendeel van de scholieren geld en luxe belangrijk vinden, beseft de meerderheid wel dat geld niet gelijk staat aan geluk (57 procent). Dit percentage ligt een stuk lager bij de scholieren die later vooral rijk willen worden. Van deze sc holieren geeft 60 procent namelijk aan te denken dat geld gelukkig maakt. Minder scholieren dan in 2010-2011 (9 procentpunt minder) willen later vooral rijk worden. Ook denkt een kleiner percentage dat geld gelukkig maakt: 47 procent in 2010 -2011 tegen 43 procent in 2012-2013. De verwachtingen over de financiële toekomst zijn wel nagenoeg gelijk gebleven: twee jaar geleden verwachtte 57 procent later rijk te worden, tegen 55 procent van de scholieren nu. Tabel 3: Stellingen over statusgerichtheid
2010-2011
2012-2013
(n = 10.402)
(n = 3.896)
Eens %
Eens %
Ik houd van luxe
73
76
Ik verwacht later rijk te worden
57
55
Ik wil later vooral rijk worden
63
54
Geld interesseert mij niet veel
23
26
Geld maakt gelukkig
47
43
3.3
Behoefte aan controle
Scholieren hebben veel behoefte aan controle op geldgebied. 83 procent van de scholieren neemt adviezen van ouders/ verzorgers altijd serieus en 90 procent is netjes in het betalen van rekeningen. Positief is ook dat 83 procent van de scholieren geld gaat besparen als ze geld tekort komen. Hiernaast lijken scholieren een positieve houding ten opzichte van sparen te hebben: 86 procent wil graag sparen om geld achter de hand te hebben en 85 procent vindt het belangrijk om te sparen.
13 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
In vergelijking met twee jaar geleden, zijn er nu meer scholieren die gaan besparen als ze geld tekort komen (83 procent tegen 77 procent twee jaar geleden). Tabel 4: Stellingen over behoefte aan controle
2010-2011 (n = 10.402)
2012-2013 (n = 3.896)
Eens
Eens
%
%
In neem adviezen van mijn ouders/ verzorgers altijd serieus
79
83
Ik ben netjes in het betalen van rekeningen
87
90
Als ik geld tekort kom, ga ik geld besparen
77
83
Ik wil graag sparen zodat ik wat geld achter de
85
86
85
85
hand heb Ik vind het belangrijk om geld te sparen
3.4
Onafhankelijkheid
Scholieren geven aan geldzaken het liefst zelf te regelen. Als scholieren echter gevraagd wordt of ze graag worden geholpen bij geldzaken, is de verdeling van het antwoord fifty -fifty: iets minder dan de helft geeft aan graag hulp te krijgen en iets meer dan helft krijgt niet graag hulp van anderen bij geldzaken. Twee jaar geleden was dit ook al het geval. Wel is het percentage scholieren die het liefst zelf hun geldzaken regelen lichtelijk gedaald. Tabel 5: Stellingen over onafhankelijkheid
2010-2011 (n = 10.402)
2012-2013 (n = 3.896)
Eens
Eens
%
%
Bij geldzaken krijg ik graag hulp van anderen
45
46
Geldzaken regel ik het liefst zelf
69
65
Ik word graag geholpen bij geldzaken
48
47
14 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
3.5
Leenaversie
42 procent van de scholieren vindt dat je niet goed met geld om kunt gaan als je geld moet lenen en 60 procent zou zich ervoor schamen als ze schulden zouden hebben. Minder scholieren dan in 2010-2011 zouden zich schamen als ze schulden zouden hebben (60 procent nu tegen 68 procent twee jaar geleden). Tabel 6: Stellingen over leenaversie
2010-2011
2012-2013
(n = 10.402) Eens
(n = 3.986) Eens
%
%
39
42
Ik zou het aan zo min mogelijk mensen vertellen als ik geld geleend had
51
49
Ik zou me ervoor schamen als ik schulden zou hebben
68
60
Als je moet lenen, kun je niet goed met geld omgaan
3.6
Leenbereidheid
Respectievelijk 36 en 23 procent van de scholieren vindt dat het moet kunnen om te lenen voor een dure aankoop of voor je vakantie. Scholieren vinden het nu minder acceptabel om te lenen voor je vakantie dan twee jaar geleden. De mate waarin scholieren het acceptabel vinden om te lenen voor een dure aankoop is ongeveer gelijk gebleven. Tabel 7: Stellingen over leenbereidheid
2010-2011 (n = 10.402)
2012-2013 (n = 3.896)
Eens %
Eens %
Lenen voor een dure aankoop moet kunnen
38
36
Lenen voor je vakantie moet kunnen
30
23
15 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
4
Het MoneyMindset-model en de geldtypes
Het MoneyMindsets-model van Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) is gebaseerd op de stellingen over de houding en waarden ten aanzien van geld uit het voorgaande hoofdstuk. Op basis van de scores op de zes dimensies uit hoofdstuk 3, zijn vier verschillende financiële types (geldtypes) te onderscheiden. De jongeren binnen één type denken op vergelij kbare manier over geldzaken en hebben dezelfde houding ten aanzien van geld. Hieronder wordt kort beschreven hoe de houding van de typen is ten aanzien van geld. Meer 1 informatie is te vinden op de website van WWJB .
Type 1: De Trendsetter De Trendsetter scoort het hoogst op ‘statusgerichtheid’ en ‘impulsiviteit’ en het laagst op ‘behoefte aan controle’. Status is belangrijk, zij willen graag laten zien wat ze hebben. Ze zijn niet geïnteresseerd in overzicht van inkomsten en uitgaven, begroten en kasboekjes. Ze maken zich wel regelmatig zorgen over hun geldzaken. Ze willen in de toekomst ook hun leefstijl kunnen volhouden. Geld maakt immers gelukkig.
Type 2: De Regelaar Deze jongeren scoren laag op ‘statusgerichtheid’ en ‘impulsiviteit’ en hebben relatief veel behoefte aan controle. Ze gaan op een beheerste, voorzichtige manier met geld om, hebben meestal een vrij sobere levensstijl. Ze hebben behoefte aan controle op hun financiën en zij beheren hun geld graag zelf.
Type 3: De Levensgenieter Levensgenieters scoren hoog op ‘impulsiviteit’ en laag op ‘statusgerichtheid’. Het type leeft volgens het motto pluk de dag en geld moet rollen, plannen is niet belangrijk. Deze jongeren zijn weliswaar niet erg geïnteresseerd in geldzaken, toch maken ze zich regelmatig zorgen over hun financiën. Ze staan ook meer open voor het lenen van geld van leeftijdsgenoten of ouders. Ze willen wel geholpen worden bij het overzichtelijk houden van hun financiën.
Type 4: De Toekomstplanner Deze groep scoort hoog op ‘statusgerichtheid’, ‘behoefte aan controle’ en ‘onafhankelijkheid’ en laag op ‘impulsiviteit’ en ‘leenbereidheid’. Ze vinden het belangrijk om zelf hun geld te verdienen en financiën te regelen. Hun behoefte aan status heeft meer met de toekomst te
1
http://www.wwjb.org/sidebar/boek-moneymindsets-alles-wat-je-moet-weten-over-jongeren-en-geld/ 16 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
maken dan met het heden, want ze zijn van plan flink te gaan verdienen. Ze zijn geïnteresseerd in zaken als belastingen, beleggen, internetbankieren en wat het kost om op jezelf te wonen.
4.1
Verdeling van de geldtypes onder scholieren
Een derde van de scholieren is Trendsetter. De Toekomstplanners komen het minst voor (16 procent). Er zit een verschil in de verdeling van de geldtypes naar geslacht: de meeste meisjes zijn Levensgenieter (32 procent), terwijl de meeste jongens Trendsetter zijn (40 procent). Er zijn meer jongens dan meisjes Toekomstplanner: 20 tegen 12 procent. Tabel 8: Scholieren naar geldtype (n = 3.896)
Trendsetter
Geslacht
Leeftijd
Regelaar
genieter
Toekomstplanner
Levens-
%
%
%
%
Jongen
40
23
17
20
Meisje
29
27
32
12
12 jaar
29
29
29
13
13-14 jaar
36
24
24
17
15-16 jaar
36
24
25
15
17-18 jaar
32
26
25
18
34
25
25
16
Totaal scholieren
De verdeling van de geldtypes onder de scholieren is de afge lopen twee jaar veranderd. In 2010-2011 waren de meeste scholieren Regelaar (31 procent), nu komen de Trendsetters het meeste voor (34 procent). Met name het percentage Levensgenieters is fors gestegen, van 16 naar 25 procent. Het percentage Toekomstplanners is gelijk gebleven. Tabel 9: Verdeling geldtypes in 2010-2011 en 2012-2013
2010-2011
2012-2013
%
%
Trendsetter
31
34
Regelaar
36
25
Levensgenieter
16
25
Toekomstplanner
17
16
17 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
De inkomsten en uitgaven van de geldtypes
5
Onderzocht is in hoeverre de inkomsten en uitgaven van de geldtypes verschillen. Trendsetters hebben de hoogste uitgaven, maar ook het hoogste inkomen. Ze houden gemiddeld ongeveer 30 euro per maand over. Regelaars en Toekomstplanners hebben de laagste ui tgaven en houden per maand ongeveer 60 euro over. Levensgenieters houden per maand het minste over. Ze hebben relatief hoge uitgaven (113 euro) en de laagste inkomsten (135 euro). Dit is niet vreemd als we kijken naar het geldtype: Levensgenieters hebben e en pluk-de-dag-houding en scoren hoog op impulsiviteit, wat ervoor kan zorgen dat ze snel geld uitgeven. Tabel 10:
Inkomsten en uitgaven van scholieren (15 en 16 jaar), naar geldtype
Gemiddelde inkomsten (n = 1.374)
Gemiddelde uitgaven (n = 1.364)
€
€
Trendsetter
158
128
Regelaar
140
81
Levensgenieter
135
113
Toekomstplanner
141
80
Totaal
145
106
De verschillen tussen de geldtypen in de hoogte van de inkomsten en uitgaven is tussen 2010 2011 en 2012-2013 gelijk gebleven. Alle geldtypen geven minder geld uit, net zoals de gemiddelde scholier minder geld is gaan uitgeven. Maar zowel in 2010 -2011 als in 2012-2013 geven de Levensgenieters en Trendsetters het meeste uit. Tabel 11:
Vergelijking 2010-2011 en 2012-2013, naar uitgaven
2010-2011
2012-2013
€
€
Trendsetter
144
128
Regelaar
117
81
Levensgenieter
145
113
97
80
128
106
Toekomstplanner Totaal
18 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Om inzicht te krijgen in de kenmerken die direct van invloed zijn op de aanwezigheid van een studielening, is een multivariate analyse toegepast. Door alle mogelijke verklarende variabelen tegelijkertijd mee te nemen, kan worden bepaald welke kenmerken d aadwerkelijk van invloed zijn op de hoogte van de uitgaven, zonder dat andere kenmerken daar (indirect) de oorzaak van zijn. Tabel 12 toont de resultaten. De kenmerken waarvan met grote betrouwbaarheid gesteld kan worden dat zij van invloed zijn op de hoogte van de uitgaven van de scholieren, zijn weergegeven met een (+)+ en een (-)-. Als in de tweede kolom niets staat aangegeven, dan heeft dit kenmerk geen invloed op de kans op een studielening. Een positief teken betekent dat een scholier met dit kenmerk hogere uitgaven heeft, een een negatief teken geeft aan dat scholieren met dit kenmerk lagere uitgaven heeft. Tabel 12:
2
De invloed van kenmerken op de hoogte van de uitgaven (N=3637; R =0.383)
Kenmerk Achtergrondkenmerken Leeftijd Meisje (referentie = jongen)* Totale inkomsten Houdingskenmerken Heeft behoefte aan controle Is statusgericht Vindt onafhankelijkheid m.b.t. het regelen van geldzaken belangrijk Is leenavers Is impulsief Is leenbereid Constante * **
Invloed** ++ -++ -+
++
Referentie geeft de groep aan waarmee vergeleken is ++ positief effect; significant op 1%-niveau/ + :positief effect; significant op 5%-niveau -negatief effect; significant op 1%-niveau/ - :negatief effect; significant op 5%-niveau
De resultaten laten zien dat achtergrondkenmerken van invloed zijn op de hoogte van de uitgaven. Hoe ouder een scholier is, hoe meer uitgaven hij heeft. En ook hoe hoger zijn inkomen, hoe hoger de uitgaven zijn. Meisjes geven minder geld uit dan jongens, als alle andere kenmerken constant worden gehouden. Naast achtergrondkenmerken blijkt ook de houding van invloed op de hoogte van de uitgaven. Hoe impulsiever en statusgerichter een scholier is, hoe hoger de uitgaven zijn. Hoe meer een scholier behoefte heeft aan controle, hoe lager zijn uitgaven zijn. De m ate van risico-aversiteit en risico-bereidheid heeft geen invloed op de hoogte van de uitgaven.
19 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
5.1
Uitgavensoorten
Hieronder is de top 5 uitgaven per geldtype weergegeven. Hierbij is gekeken naar de uitgavenposten waar de meeste scholieren geld aan uitgeven en niet naar het bedrag dat er per uitgavenpost wordt uitgegeven. De populairste uitgaven komen sterk overeen tussen de geldtypes. Zo komt snoep en snacks, kleding en schoenen en cadeaus bij elk geldtype in de top 5 voor. Tabel 13:
Top 5 uitgaven van scholieren (15 en 16 jaar), naar geldtype
Trendsetter (n = 491)
%
Regelaar (n = 331)
Snoep en snacks
78
Cadeaus
72
Kleding en schoenen
68
Kleding en schoenen
67
Uitgaan, bioscoop, café
68
Mobiele telefoon (verbruikskosten)
65
Cadeaus
65
Snoep en snacks
62
Persoonlijke verzorging
62
Persoonlijke verzorging
58
Levensgenieter (n = 342)
%
Snoep en snacks
76
Snoep en snacks
75
Cadeaus
73
Cadeaus
72
Kleding en schoenen
70
Kleding en schoenen
71
Persoonlijke verzorging
67
Mobiele telefoon (verbruikskosten)
69
Mobiele telefoon (verbruikskosten)
63
Uitgaan, bioscoop, café
65
20 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Toekomstplanner (n = 211)
%
%
In tabel 14 zijn de uitgavenposten weergegeven waarvan de verschillen in uitgaven tussen de geldtypes meer dan 10 euro is. Toekomstplanners geven aan alle genoemde uitgavenposten minder uit dan de andere geldtypen. Tabel 14:
Uitgavenposten met een verschil groter dan 10 euro tussen geldtypes (15-16 jaar)
Uitgavenpost
Trendsetter (excl. 0)
Regelaar (excl. 0)
Levensgenieter (excl. 0)
Toekomstplanner
Verschil*
€
€
€
(excl. 0) €
€
22
17
43
17
26
Kleding en schoenen
57
40
48
40
17
(Spel)computer, games en/of andere
25
20
22
13
12
Openbaar vervoer
21
10
13
14
11
Lunch
25
25
20
14
11
Verzekering (brommer, mobiele telefoon)
computeraccessoires
* Het verschil dat hier wordt weergegeven is het grootste verschil tussen de verschillende geldtypes.
5.2
Online aankopen
Bijna 70 procent van de scholieren doet wel eens aankopen via internet. Er zijn geen significante verschillen tussen de geldtypes in het percentage dat wel eens online aankopen doet. Wel geven Trendsetters meer dan gemiddeld aan dat zij vergeten dat er extra kosten, zoals verzendkosten, bij kunnen komen als ze online aankopen doen (21 procent tegen 14 procent).
5.3
De mobiele telefoon
Bijna alle scholieren, ongeacht welk geldtype ze zijn, hebben een mobiele telefoon. Het type telefoon verschilt wel tussen de geldtypen. Regelaars hebben het meer dan anderen een prepaidtelefoon, Trendsetters meer dan de andere types een abonnement inclusief mobiel en Toekomstplanners relatief vaak een sim-only abonnement.
21 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Tabel 15:
Type abonnement van scholieren (15 en 16 jaar) naar geldtype (n = 1.374)
Trendsetter
Regelaar
Levensgenieter
Toekomstplanner
Totaal
%
%
%
%
%
Ja, ik heb prepaid
43
57
53
47
50
Ja, ik heb een abonnement inclusief
40
25
29
30
32
15
14
14
21
16
2
4
4
2
3
mobiel Ja, ik heb een sim-only abonnement Nee
Trendsetters hebben meer dan de andere geldtypen een smartphone met internet en Regelaars hebben het vaakst een ‘gewone’ telefoon. Tabel 16:
Type mobiele telefoon van scholieren (15 en 16 jaar) naar geldtype (n = 1.374)
Trendsetter
Regelaar
Levensgenieter
Toekomstplanner
Totaal
%
%
%
%
%
Een 'gewone' telefoon
11
29
19
20
19
Een smartphone, zonder
30
38
31
36
33
56
31
47
42
46
internet abonnement (alleen wifi) Een smartphone met internet abonnement/ prepaid internet
22 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Trendsetters en Levensgenieters hebben de hoogste belkosten per maand. Opvallend is dat Regelaars het vaakst niet weten hoeveel belkosten ze per maand hebben: 24 procent van de Regelaars weet dit niet, tegen 7 procent van de Toekomstplanners en respectieve lijk 18 en 17 procent van de Trendsetters en Levensgenieters. Tabel 17:
Belkosten van scholieren (15 en 16 jaar) naar geldtype (n = 1.077)
Gemiddelde belkosten € Trendsetter
19
Regelaar
12
Levensgenieter
18
Toekomstplanner
14
Totaal
16
23 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Het financieel gedrag van de geldtypes
6 6.1
Overzicht over inkomsten en uitgaven
Regelaars en Toekomstplanners maken meer dan Levensgenieters en Trendsetters vaak een begroting. De belangrijkste reden voor Levensgenieters om de inkomsten en uitgaven op een rij te zetten is om erachter te komen hoeveel ze nog te besteden hebben . Voor Regelaars is de voornaamste reden om overzicht te krijgen. Tabel 18:
Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat een begroting maakt, naar geldtype (n = 1.374)
Trendsetter
Regelaar
Levens-
Toekomst-
Totaal
%
%
genieter %
planner %
%
Vaak
10
19
11
22
14
Soms
40
46
47
42
43
Nooit
50
35
42
36
42
6.2
Spaargedrag
Alle Toekomstplanners sparen, terwijl bij de Trendsetters en Levensgenieters 19 respectievelijk 16 procent niet spaart. Regelaars en Toekomstplanners sparen meer dan Trendsetters en Levensgenieters een vast bedrag: 54 en 51 procent van de Regelaars en Toekomstplanners tegen 36 procent van de Trendsetters en 33 procent van de Trendsetters en Levensgenieters. Er zijn niet alleen minder Trendsetters en Levensgenieters die sparen. Het komt onder deze twee geldtypen ook meer voor dat, als ze sparen, ze ook het spaargeld snel weer nodig hebben; respectievelijk 14 en 15 procent, tegen 4 en 5 procent bij de Regelaars en Toekomstplanners.
24 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Tabel 19:
Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat spaart, naar geldtype (n = 1.372)
Trendsetter
Regelaar
Levens-
Toekomst-
Totaal
%
%
genieter %
planner %
%
Nee, ik spaar zelf niet
19
4
16
1
12
Ja, ik spaar (automatisch)
21
29
18
21
22
31
38
36
43
36
Ja, ik spaar een vast bedrag en wat ik overhoud
15
25
15
30
20
Ja, ik spaar wel, maar heb het geld meestal snel weer
14
4
15
5
11
een vast bedrag Ja, ik spaar wat ik overhoud
nodig Op spaargebied zijn er nauwelijks verschillen tussen de geldtypen ontstaan ten opzichte van 2010-2011. Ook toen waren er minder Trendsetters en Levensgenieters die spaarden dan Toekomstplanners. In 2012-2013 spaart zelfs nog een groter gedeelte van de Toekomstplanners dan in 2010-2011: toen spaarde 95 procent, tegen 99 procent nu. Tabel 20:
Vergelijking 2010-2011 en 2012-2013 naar sparen
Trendsetter %
Regelaar %
Levensgenieter %
Toekomstplanner %
20102011
Ja, ik spaar
81
90
82
95
20122013
Ja, ik spaar
81
96
84
99
Tabel 21 geeft de uitkomsten van een multivariate analyse (logistische regressie) weer. Het maakt inzichtelijk welke kenmerken bepalend zijn voor de kans dat een scholier spaart. De kenmerken waarvan met grote betrouwbaarheid gesteld kan worden dat zij hier invloed op hebben, zijn weergegeven met een (+)+ en een (-)-. Als in de tweede kolom niets staat aangegeven, dan heeft dit kenmerk geen invloed op de kans dat de scholier spaa rt. Een positief teken betekent dat met dit kenmerk de kans vergroot dat een scholier spaart; een negatief teken geeft aan dat bij aanwezigheid van dit kenmerk de kans dat een scholier spaart wordt verkleind.
25 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Tabel 21: 2 R =0.245)
De invloed van kenmerken op de kans dat een scholier spaart (N=3899; Nagelkerke
Kenmerk Achtergrondkenmerken Leeftijd Meisje (referentie = jongen)* Totale inkomsten Houdingskenmerken Heeft behoefte aan controle Is statusgericht Vindt onafhankelijkheid m.b.t. het regelen van geldzaken belangrijk Is leenavers Is impulsief Is leenbereid Constante * **
Invloed**
++ -++ -++
Referentie geeft de groep aan waarmee vergeleken is ++ positief effect; significant op 1%-niveau/ + :positief effect; significant op 5%-niveau -negatief effect; significant op 1%-niveau/ - :negatief effect; significant op 5%-niveau
De resultaten laten zien dat de kans dat een scholier spaart niet zo zeer afhangt van zijn leeftijd, zijn geslacht of zijn totale inkomsten (aan zakgeld, kleedgeld en bijbaantje), maar juist van zijn houding ten aanzien van geldzaken. Bij scholieren die statusgericht en impulsief zijn, is de kans kleiner dat zij sparen. Aan de andere kant is de kans groter dat je als scholier spaart, als je behoefte hebt aan controle. Hoe de scholier aankijkt tegen lenen, heeft geen invloed op het al dan niet gaan sparen.
6.3
Het leengedrag
6.3.1
Geld tekort en lenen
In hoofdstuk 5 was te zien dat Trendsetters en Levensgenieters minder geld overhielden dan Regelaars en Toekomstplanners. Uit tabel 20 blijkt ook dat deze twee geldtypen vaker geld tekort komen. Tabel 22:
Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat geld tekort komt, naar geldtype (n = 1.373)
Trendsetter
Regelaar
Levensgenieter
Toekomstplanner
Totaal
%
%
%
%
%
Vaak
13
3
13
1
9
Soms
46
26
52
25
40
Nooit
41
71
35
74
52
26 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Ook lenen Trendsetters en Levensgenieters vaker dan de andere twee geldtypes. Vooral Regelaars geven aan nooit te lenen (73 procent). Tabel 23:
Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat geld leent, naar geldtype (n = 1.373)
Trendsetter
Regelaar
Levensgenieter
Toekomstplanner
Totaal
%
%
%
%
%
2
-
2
-
1
Soms
51
27
49
45
44
Nooit
47
73
49
55
55
Vaak
Twee derde van de scholieren geeft aan geleend geld zo snel mogelijk terug te betalen. Onder Toekomstplanners en Regelaars gebeurt dit meer dan onder Trendsetters en Levensgenieters: 91 en 78 procent tegen 58 en 63 procent. Ten opzichte van 2010-2011 komen Levensgenieters en Trendsetters nu vaker geld tekort: twee jaar geleden kwam 49 procent van de Trendsetters en 59 procent van de Levensgenieters soms of vaak geld tekort. Nu is dit 59 respectievelijk 65 procent. Het percentage Regelaars en Toekomstplanners dat geld tekort komt, is wel nagenoeg gelijk gebleven.
27 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
n Tabel 24:
2010-2011
2012-2013
Vergelijking 2010-2011 en 2012-2013 naar geld tekort
Trendsetter
Regelaar
Levensgenieter
Toekomstplanner
%
%
%
%
Vaak
13
4
12
-
Soms
37
25
47
25
Nooit
51
70
41
74
Vaak
13
3
13
1
Soms
46
26
52
25
Nooit
41
71
35
74
Wel geldt dat alle geldtypes minder vaak geld lenen dan twee jaar geleden. Vooral bij de Regelaars is er een groot verschil te zien: in 2010-2011 gaf 47 procent aan nooit geld te lenen, tegen 73 procent dit jaar. Tabel 25:
2010-2011
2012-2013
Vergelijking 2010-2011 en 2012-2013 naar lenen
Trendsetter
Regelaar
Levensgenieter
Toekomstplanner
%
%
%
%
8
2
4
2
Soms
60
51
64
48
Nooit
32
47
32
50
Vaak
2
-
2
-
Soms
51
27
49
45
Nooit
47
73
49
55
Vaak
Tabel 26 geeft de uitkomsten van een multivariate analyse (logistische regressie) weer. Het maakt inzichtelijk welke kenmerken significant van invloed zijn op de kans dat een scholier leent. Tabel 26: 2 R =0.206)
De invloed van kenmerken op de kans dat een scholier leent (N=3899; Nagelkerke
Kenmerk Achtergrondkenmerken Leeftijd Meisje (referentie = jongen)* Totale inkomsten Houdingskenmerken Heeft behoefte aan controle
28 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Invloed**
--
Is statusgericht Vindt onafhankelijkheid m.b.t. het regelen van geldzaken belangrijk Is leenavers Is impulsief Is leenbereid Constante * **
++ -++ ++
Referentie geeft de groep aan waarmee vergeleken is ++ positief effect; significant op 1%-niveau/ + :positief effect; significant op 5%-niveau -negatief effect; significant op 1%-niveau/ - :negatief effect; significant op 5%-niveau
De kans dat een scholier leent hangt niet af van achtergrondkenmerken, maar wel van zijn houding. De kans dat een scholier leent, is groter als hij impulsief is, statusgericht en/of niet leenavers is. Scholieren die behoefte hebben aan controle zullen minder snel geld lenen.
6.3.2
Leendoelen
Hieronder staan de vijf populairste doelen waarvoor geld wordt geleend. Het gaat om de doelen waar de meeste scholieren voor lenen, en niet waar het meeste geld voor wordt geleend. De leendoelen verschillen niet sterk tussen de geldtypen. Eten en drinken; uitgaan, bioscoop en café; kleding en schoenen; en cadeaus staan bij alle vier de geldtypes in de top 5. Tabel 27:
Top 5 uitgaven van scholieren (15 en 16 jaar), naar MoneyMindsets
Trendsetter (n = 491)
%
Regelaar (n = 331)
%
Eten en drinken
79
Eten en drinken
82
Uitgaan, bioscoop, café
26
Cadeaus
19
Kleding en schoenen
17
Uitgaan, bioscoop, café
16
Roken en/of drugs
14
Kleding en schoenen
11
Cadeaus
10
Schoolspullen
Levensgenieter (n = 342)
%
Eten en drinken
78
Eten en drinken
91
Uitgaan, bioscoop, café
28
Uitgaan, bioscoop, café
17
Kleding en schoenen
20
Kleding en schoenen
9
Cadeaus
13
Cadeaus
6
Make-up
8
Mobiele telefoon
5
29 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
Toekomstplanner (n = 211)
7
%
6.4
Omgaan met geld
De Regelaars en de Toekomstplanners vinden dat zij vaak goed met hun geld omgaan, respectievelijk 81 en 87 procent. Van de Trendsetters vindt 55 procent dat ze vaak goed met hun geld omgaan, bij de Levensgenieters vindt slecht 38 procent dat ze vaak goed m et hun geld omgaan. Tabel 28:
Percentage scholieren (15 en 16 jaar) dat vindt dat ze goed met geld kunnen omgaan, naar geldtype (n = 1.373)
Trendsetters
Ja
Regelaars
Levens-
Toekomst-
genieters
planners
Totaal
%
%
%
%
%
55
81
38
87
62
40
18
57
13
35
6
1
5
-
3
Soms wel, soms niet Nee
30 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
7 Over Stichting Weet Wat Je Besteedt en het Nibud 7.1
Stichting Weet Wat Je Besteedt
Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB) is een onafhankelijke stichting met als partners KPMG, Nibud, PGGM, SNS REAAL, Ballsmedia, Emakina, Microsoft, SNS REAAL Fonds en Vodafone. WWJB richt zich op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid bij jongeren van 12 tot 25 jaar. WWJB is daarvoor continu in gesprek met jongeren (zowel offline als online) en ontwikkelt samen met hen initiatieven die bijdragen aan hun financiële inzicht en weerbaarheid. De aanpak van WWJB bestaat uit drie pijlers: 1.
Inzicht & evaluatie: vergroten van inzicht in het financieel gedrag van jongeren door
het laten doen van onderzoek, waaronder het scholierenonderzoek, en door het meten van de effectiviteit van de inspanningen. Eerder onderzoek heeft geleid tot het MoneyMindsets model met de geldtypetest en de financiële competentietest MoneySkills. Publicaties van alle onderzoeken zijn beschikbaar via de website www.wwjb.org. 2.
Co-creatie & tools: WWJB ontwikkelt samen met jongeren workshops en lessen voor
op school en online tools voor het vergroten van financiële zelfredzaamheid. 3.
Dialoog en interactie: online en via scholen. Voor jongeren is er de interactieve site
Edgie (www.edgie.nl), met daarop artikelen en video’s over slim uitgeven goed verdienen en het managen van je geld. Maar ook met de geldtypetest en de Moneyskills test, met de geldcoach en met een maandelijkse wedstrijd om slim met geld om te gaan. Ook kunnen jongeren Edgie volgen op Facebook en Twitter. Voor (aankomende) studenten is het Financieel Studieplan online beschikbaar, voor inzicht in de kosten en inkomsten tijdens studie en de gevolgen van een eventuele lening (www.financieelstudieplan.nl). Voor scholen heeft WWJB samen met jongeren lessen ontwikkeld die zich richten op:
Grip op geld: deze lessen leren jongeren om nu beter met hun geld om te gaan. De lessen richten zich op de invloed van reclame (MoneyPoster), kleine uitgaven ( Snoep & Snacks), keuzes (Bright About Money en Edgie The Movie) en financiële kennis (MoneyRace) ;
Klaar voor later: deze lessen bieden jongeren inzicht in de toekomst en met name hoe belsissingen in het nu invloed hebben op later. Voor studenten is er het gastcollege Starters Helpen Starters. Voor scholieren is de online game MoneyMatters ontwikkeld: een spel waarin jongeren leren keuzes te maken over de inzet van hun tijd en geld en ervaren wat de mogelijke gevolgen van die keuzes zijn.
Alle lessen zijn gratis te downloaden of te bestellen via de website www.wwjb.org.
31 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]
7.2
Het Nibud
Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over financiën van huishoudens. Het Nibud richt zich daarbij vooral op consumenten, maar ook op professionals die werken bij de overheid en financiële en maatschappelijke dienstverlening. De missie van het Nibud is het vergroten van de zelfredzaamheid van consumenten op het gebied van huishoudfinanciën. Om deze missie te kunnen waarmaken is kennis van de consument noodzakelijk. Het Nibud doet dan ook onderzoek naar de financiële situatie en het financiële gedrag van huishoudens en vervult als kenniscentrum hierin een expertrol. Scholieren & geld en financiële educatie is een van de aandachtsgebieden van het Nibud. Op dit terrein richt het Nibud zich zowel op de scholieren en het onderwijs, als op de ouders. Dit doet het Nibud door het ontwikkelen van lesmaterialen over omgaan met geld voor scholen. Voor ouders heeft het Nibud diverse voorlichtingsmaterialen, van richtlijnen voor zakgeld op de website tot een boek over financiële opvoeding en een Geldwijzer over kinderen en geld. Aan alle informatie en adviezen over scholieren & geld ligt onderzoek ten grondslag, waaronder het Nibud Scholierenonderzoek. Op basis van de Nibud leerdoelen ontwikkelen we (les)materialen voor jongeren in de leeftijd van het voortgezet onderwijs. Dit doen we vaak samen met of in opdracht van andere partijen zoals Stichting Weet Wat Je Besteedt (WWJB), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), de individuele banken, Deloitte, Podium, Codename Future et cetera. Zo proberen we geldzaken steeds weer onder de aandacht van scholen, ouders en scholieren te brengen. Speciaal voor scholieren is er de scholierensite nibud.nl/scholieren. Hier vinden scholieren voor hun relevante informatie over geld. Docenten kunnen hier voor verschillende thema’s over omgaan met geld lesopdrachten en filmpjes vinden. Ook kunnen scholieren ons volgen via twitter @nibudscholieren.
32 / [MoneyMindsets van scholieren, 2013]