Moerasvogels in De Venen Hoe herinrichting van het land bedreigde soorten de kans geeft
1
Inhoud pag 1 Extra natuur voor De Venen
4
2 Wat is er mis met ons moeras van nu?
7
3 Vogels van De Venen
10
4 Wat moet er nu gebeuren?
13
5 Een plan waar iedereen beter van wordt
16
3
1
Extra natuur voor De Venen
Hoor de roerdomp eens! Een belangrijk deel van het Groene Hart, het gebied De Venen, gaat nóg groener worden. Iets beter gezegd: het krijgt er flink meer natuur bij. Deels groen, deels blauw. Boerengrasland zal over een aantal jaren veranderd zijn in nieuwe natuur; een flink deel daarvan is gereserveerd voor nat land en water. Dit moet meer ruimte bieden aan typisch Nederlandse moerasvogels, zoals zwarte stern, purperreiger en de mysterieuze roerdomp. De Venen vormen een waterrijk gebied van afwisselend weideland en moeras, op de grenzen van Utrecht en Zuid-Holland. Sinds 2001 wordt hier gewerkt aan de uitvoering van ambitieuze herinrichtingsplannen. De eer van het initiatief tot veel nieuwe natuur komt Natuurmonumenten toe. Later zijn de plannen opgenomen in het natuurbeleid van het ministerie van LNV. De provincies hebben de ideeën concreter uitgewerkt en er een integraal plan van gemaakt. Wat die herinrichting oplevert zal over een jaar of vijftien in alle glorie te bewonderen zijn. Kleine plukjes natte natuur zoals Botshol, die nu nogal geïsoleerd in het boerenland liggen, zijn dan met elkaar verbonden door forse stroken riet en ondiep water. Voor dierlijk en zelfs plantaardig leven betekent dat ruimte om te reizen, en die is nodig om te overleven. Zoals dorpen en steden in
woudaap
onze samenleving ook alleen maar kunnen bestaan zolang ze met elkaar door wegen verbonden zijn. Er bestaat een groot nationaal plan om op termijn alle belangrijke natuurgebieden in Nederland met elkaar te verbinden, en zelfs met verwante gebieden in onze buurstaten. Het Groene Hart is een essentieel element in dat netwerk, dat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) heet. En in dat Groene Hart zijn De Venen weer een heel belangrijke component.
4
Een ingrijpende verandering van het landschap gaat heel wat mensen aan. Daarom zijn er ook veel – zo’n 25 – organisaties betrokken bij de planning en de uitvoering. Natuurlijk het ministerie van LNV, de Provincies en de gemeenten. Maar ook de Waterschappen, agrarische organisaties, natuurbeschermings-organisaties en niet te vergeten: de ANWB. De nieuwe situatie moet alle belanghebbenden voordeel brengen. Dat wil zeggen: méér natuur – zowel voor weideals moerasvogels – en beter waterbeheer, een aantrekkelijker landschap en méér mogelijkheden voor recreatie. Vereniging Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer gaan de nieuw te maken natuur beheren. In de voorbereiding heeft
5
Natuurmonumenten nauw contact met Vogelbescherming Nederland. Want het nieuwe moerasgebied moet van zó’n kwaliteit zijn dat het alle plant- en dierleven dat er in thuishoort ook echt de ruimte geeft. Vogels zijn een heel goede ‘graadmeter’ om vast te stellen of een gebied ecologisch goed in elkaar steekt. Veel moerasvogels zijn sterk in aantal achteruitgegaan; het zou natuurlijk prachtig zijn als we deze oer-Hollandse soorten weer in aantal zouden zien toenemen. Daarom zijn de inspanningen erop gericht om in het gebied van De Venen de meeste moerasvogels die daar vroeger ruim voorkwamen weer leefruimte te bieden. Als dat lukt dan weten we zeker dat we heel rijke nieuwe natuur hebben gecreëerd in De Venen.
Méér natte, beleefbare natuur! Guido Van Woerkom, directeur ANWB Als grootste recreanten-organisatie zijn we heel ingenomen met nieuwe natuur in De Venen. Persoonlijk heb ik moeite met het woord moeras; dat roept een beeld op van borrelende, onbegaanbare en dus gevaarlijke gebieden, met allerlei ongedierte. Ik noem het liever gewoon natte natuur, net als de Nieuwkoopse Plassen. Die vindt iedereen hartstikke mooi! Maar goed; in alle plannen heet het toch moeras. Er bestaat trouwens een misverstand over wat aantrekkelijke natuur is. Je hoort vaak dat mensen liever tussen akkers en weiden toeven dan in natte natuur. Uit onderzoek blijkt dat het omgekeerde waar is. Het enige is dat men ook voldoende open gebied wil; hier en daar moet je weer van mooie vergezichten kunnen genieten. Inwoners van een gebied dat ‘op de schop gaat’ voor nieuwe natuur houden vaak hun hart vast; ze zien liever niets veranderen. Dat geldt ook voor een aantal inwoners van De Venen. Maar eigenlijk is het vrees om zich aan koud water te branden. Waternatuur is immers prachtig? De meest gewilde plek om te wonen is nota bene aan de Nieuwkoopse Plassen!
Dit groene deel van ons land ligt zó dicht tegen grote bevolkingscentra aan, dat je niet anders kunt dan deze natuur beleefbaar te maken. Als je natuur verantwoord openstelt creëer je draagvlak voor het instandhouden en scheppen van natuur. Door de bestaande natuurgebieden groter te maken kun je er ook wandelen, fietsen en varen zonder de natuur te schaden. De ANWB is een warm voorstander van meer natuur, en dat mag zeker natte natuur zijn. Maar het moet voor ons beleefbare, geen afgesloten natuur zijn. We geloven dat de nieuwe moerasnatuur van De Venen op dat punt meer te bieden heeft. Daarom hebben we ook graag een zetel genomen in het bestuur van het project De Venen. Laat de roerdompen maar gaan hoempen!
6
2
Wat is er mis met ons moeras van nu?
Een grote karekiet wil waterriet, geen waterbos Sinds mensenheugenis is de grote regio waarvan De Venen deel uitmaakt een nat gebied geweest; polders, sloten, vaarten, plassen, moeras en veel rietland. En al minstens net zo lang is dit gebied een paradijs geweest voor heel diverse moerasvogels. Nog steeds zijn er in deze regio belangrijke broeden foerageerplekken: De Nieuwkoopse Plassen, Vinkeveen-Botshol, Kagerplassen, Reeuwijkse Plassen, de Krimpenerwaard.
in Demmerik. Zelfs hier zijn de populaties van sommige moerasvogelsoorten zó klein geworden dat hun kans op overleven
Maar in de afgelopen halve eeuw ging het hard achteruit met de populaties van veel soorten moerasvogels. Zo kwamen er van de woudaap (bij velen nog bekend als wouwaapje) in de jaren vijftig wel tot 100 broedparen in de regio voor, maar in de jaren negentig niet meer dan 5. De snor kelderde van maximaal 200 naar hooguit 25. Die dramatische terugval – overigens ook in andere delen van het land gezien – heeft alles te maken met de gebrekkige kwaliteit van de bestaande natte gebieden. Eenvoudig gezegd: de dynamiek is eruit en daarmee verdwijnt langzaam maar zeker ook het leven. De belangrijkste moerasgebieden in De Venen zijn Vinkeveen-Botshol en de Nieuwkoopse Plassen, op enige afstand gevolgd door de boezem bij Kockengen, de oeverlanden van de Grecht en rietputten
grote karekiet
7
minimaal is. Alleen purperreiger, krooneend en zwarte stern hebben door de jaren heen redelijk stand kunnen houden. Over de oorzaak bestaat geen twijfel; die is wetenschappelijk vastgesteld. In een gezond moeras, vol leven, draait alles om wisselende waterpeilen. Daar zorgt de natuur voor, tenminste; zo hoort het. Veel neerslag – dus hoge waterpeilen – in het late najaar, de winter en het vroege voorjaar. ’s Zomers kan het lang droog zijn en zelfs in een moeras is water dan soms ver te zoeken. Aan de andere kant: eens in de paar jaar, of zelfs nog iets langer, loopt zo’n gebied extra vol met water. Vanwege extreme weersomstandigheden of omdat er ergens een natuurlijke barrière is doorbroken. Die variërende waterstanden zorgen voor afwisseling in de vegetatie; je ziet dan droog riet (op land), waterriet, open water met kranswieren of krabbescheer, maar ook zeggenmoerassen. Dat zijn precies de condities die de verschillende moerasvogels graag hebben. Maar er zit al jaren niet of nauwelijks
beweging in de waterstand; die wordt door de mensen –vaak noodgedwongen – op een kunstmatig gelijk niveau gehouden. Terwille van de agrarische bedrijfsvoering is het waterpeil zelfs tegennatuurlijk: laag in de winter, hoog in de zomer. Dat betekent dat waterriet-randen vrijwel zijn verdwenen – waar roerdomp, woudaap en grote karekiet heel ongelukkig mee zijn – en dat er her en der moerasbossen zijn opgeschoten omdat de veengrond permanent boven water staat. Met bos kan bijna geen enkele moerasvogel leven. Dus ja; er is iets mis met de gezondheid van de huidige moerasgebieden. Daarom is er steeds minder typisch moerasleven te vinden. Kunnen we de kwaliteit van dit moeras repareren? Een beetje, in sommige gevallen. Het probleem blijft het vaste waterpeil en de economische activiteit, met name het elk jaar weer afmaaien van rietpercelen terwille van de riethandel. Elders met een schone lei beginnen biedt meer mogelijkheden. Dus nieuw, jong moeras creëren. En die kans doet zich rijkelijk voor met de herindeling van De Venen.
8
Agrariërs kunnen niet zo heel veel met dit gebied. De grond klinkt in door oxidatie omdat het water er voortdurend uitgehaald wordt. De koeien staan daardoor steeds vaker definitief op stal. De verkaveling zal de boeren betere grondstukken opleveren, soms zelfs buiten het gebied van De Venen.
Natuur met een veel leukere uitstraling Bert Post, wethouder VROM gemeente Nieuwkoop Als voormalig IVN-voorzitter word ik natuurlijk helemaal warm bij de gedachte dat we hier de roerdomp en misschien zelfs de woudaap terugkrijgen. En dat de purperreigers vanuit Nieuwkoop zullen uitzwerven. Maar ook als wethouder juich ik de herinrichting van De Venen toe. Die is goed voor de natuur én goed voor de boeren.
9
Tegelijk krijgt de natuur hier een veel leukere uitstraling. We hebben nu vooral veel weidevogelgebied. Overigens werken vooral de jongere boeren goed mee aan het weidevogelbeheer. Maar meer waterland erbij maakt het landschap veel afwisselender. Daarom zien de inwoners van onze gemeente het ook wel zitten; we kunnen rekenen op een redelijk groot draagvlak. Er is wat consternatie geweest over de aanleg van een groot retentiebekken; dat zou wel eens muggenoverlast kunnen geven. Maar dat bekken blijkt technisch niet haalbaar, dus die kou is uit de lucht. Belangrijk is dat Natuurmonumenten een omslag heeft gemaakt. Anders dan in het verleden staat de vereniging nu meer recreatief gebruik van zijn gebieden voor. Daardoor zal deze regio aantrekkelijker worden voor bezoekers; méér natuur en meer sóórten natuur. Niet alleen weidevogels om van te genieten, maar voortaan ook moerasvogels!
3
Vogels van De Venen
Enkele soorten nader bekeken Nederland heet een nat land. Toch hebben moerasvogels het hier niet makkelijk. Vogelbescherming Nederland ontwierp daarom – in opdracht van het ministerie van LNV – het Beschermingsplan Moerasvogels 20002004. Als de ideeën uit dat plan ook worden gebruikt voor de nieuwe inrichting van De Venen, dan mogen we een flinke opleving van moerasvogelsoorten verwachten. Van al die soorten krijgen er nu dertien speciale aandacht en ondersteuning. Van toch zeker vier van die dertien hopen we dat ze weer net zo talrijk worden in De Venen als in het verleden: roerdomp, purperreiger, grote karekiet en zwarte stern.
een misthoorn. Vroeger broedde hij tot vlakbij het dorp Kockengen. Maar hij heeft nu nauwelijks nog plek om te leven. Krijgt hij echter geschikt leefgebied, dan doet de soort het snel goed. Huidig aantal broedparen in Nederland: ruim 250. Heeft nodig: oud riet, waterriet, beschutte rietoevers en poelen.
Purperreiger
Roerdomp Een mysterieuze vogel, een van de grotere reigers. Strekt zich bij gevaar als een lange staak omhoog uit, en is dan vrijwel onzichtbaar tussen het riet. Hij wordt weinig gezien, maar vaker gehoord. Zijn geluid is als dat van
Lijkt oppervlakkig gezien op de blauwe reiger, die iedereen kent. Maar hij is wat kleiner en heeft een roodbruine hals en buik. De Nieuwkoopse Plassen is een van de twee plaatsen in ons land waar hij met meer dan honderd broedparen voorkomt. Hij is schuw, maar wordt vaak vliegend gezien, pendelend tussen broedkolonie en weideland. Echt een vogel van De Venen. Hij broedt in het riet, maar soms ook in struiken en lage bomen. Huidig aantal broedparen in Nederland: rond 400. Heeft nodig: waterriet, rust en slotenrijk boerenland.
10
met de snavel naar beneden om insecten op te pikken. Zijn nest bouwt hij op drijvende eilanden van waterplanten, liefst krabbescheer, maar is steeds meer aangewezen op kunstmatige vlotjes. De afgelopen dertig jaar is de soort met 75% teruggelopen. Huidig aantal broedparen in Nederland: 1.000-1.250. Heeft nodig: moerasgebied, brede heldere sloten en gevarieerd boerenland.
Grote karekiet Net als de roerdomp vaker te horen – en wel zeer luid – dan te zien. Uiterlijk niet opvallend; een beetje lijsterachtig. Zijn beroemde ‘karre-karre-karre-kiet’ klinkt als een krakende kikvors. Hij kwam in grote aantallen in het oostelijk Vechtplassengebied voor, maar nu – bij gebrek aan moerasdynamiek – nauwelijks meer. Huidig aantal broedparen in Nederland: 250-300. Heeft nodig: waterriet.
Blauwborst Niet alle moerasvogels doen het slecht. De blauwborst bijvoorbeeld; een soort roodborst, maar dan met een rood-wit-blauw halssnoer. Kwam vroeger niet in De Venen voor, maar heeft het gebied gekoloniseerd vanuit de Flevopolder. Dit vogeltje kan toevallig wél goed uit de voeten met verouderd en verruigd moerasland. Huidig aantal broedparen in Nederland: 9.000-11.000. Heeft nodig: ruig moeras met wilgenstruiken.
Zwarte stern Een buitengewoon sierlijk vogeltje, met veel spitse vormen. Hij scheert over het water,
11
Meer over moerasvogels en hun bescherming is te zien op www.moerasvogels.nl
Nacht in De Venen Nico de Haan, ambassadeur van Vogelbescherming De avond valt en mistflarden drijven over het boerenland. We stappen via het knuppelpad, dat dwars door het natuurgebied loopt, een gloednieuw moeras in De Venen binnen. Het gebied is nog maar een paar jaar oud maar blijkt nu al een magische aantrekkingskracht te hebben op mensen en vogels. Nu al hebben zich acht paartjes roerdomp in het gebied gevestigd, het wemelt er van de blauwborsten en de zwarte sterns scheren laag over het water in de ondergaande zon. Kleine en grote zilverreigers staan te vissen in de ondiepe poelen die open worden gehouden door stoere grauwe ganzen. Aan de horizon wiekt een purperreiger naar de kersverse kolonie die nu al meer dan honderd paren telt. De zoete geuren van watermunt en kalmoes zijn extra goed te ruiken op deze windstille avond en verhogen de sfeer. In het gebied zijn een paar waarnemingshutten en uitkijktorens gebouwd en wij gaan naar de uitkijktoren De Grote Karekiet die een prachtig uitzicht biedt over het uitgestrekte moeras. Het schemert en in de verte horen we de misthoorn van de eerste roerdomp over het water bassen. Een andere roerdomp antwoordt en na een minuut of tien komt het gehoemp uit alle richtingen. Waterrallen gillen op enkele meters afstand in het dichte moeras en na een poosje horen we het geluid waar we speciaal
voor gekomen zijn. Er lijkt een hondje te blaffen en nóg en en nóg een. De in ons land bijna uitgestorven woudaap heeft hier De Venen in korte tijd bevolkt met minstens zes paartjes, een aantal dat de komende jaren ongetwijfeld nog verder zal uitgroeien. Maar het meest spectaculaire nieuws is de vestiging van een nieuwe kwakkenkolonie van acht paar. In vroeger eeuwen broeden deze bijzondere nachtreigers op diverse plaatsen in onze moerassen. Nieuw moeras in De Venen blijkt te werken als een ware toverdoos! Het is inmiddels echt nacht geworden. We luisteren naar de krachtige zang van de grote karekieten, de hoempende roerdompen en blaffende woudapen; geluiden die eeuwenlang heel gewoon waren in het Hollandse moeras.
12
4
Wat moet er nu gebeuren?
Een uitstapje langs grutto én blauwborst Vereniging Natuurmonumenten, die nu al veel van de Venen-natuur in beheer heeft, is bezig om het bestaande moeras te verlevendigen. Daardoor zouden sommige moerasvogelsoorten al wat meer lucht en ruimte moeten krijgen. Wetenschappers hebben echter uitgerekend – niet vanachter het bureau maar met de voeten in het veen! – dat het niet genoeg is om alle belangrijke soorten een fatsoenlijk leefgebied te garanderen. De conclusie luidt: er moet moeras bij.
bestaande plannen voor De Venen, maar het betekent wel dat deze nieuwe natuur optimaal voor vogels moet worden ingericht. Het onderzoeksrapport is duidelijk over die inrichtingseisen. Wat er nu in de praktijk gebeurt is dat in de eerste plaats het boerenland efficiënter wordt verdeeld. Geen lapje hier en lapje daar,
Dat betekent niet dat er hele gebieden zonder meer worden omgezet naar blubber, zomp en ondiep water. Integendeel; juist de afwisseling tussen moeras en veenweideland maakt het gebied zo karakteristiek en waardevol. Ook de weidevogels hebben hun ruimte nodig, en daarnaast hebben sommige moerasvogels, zoals purperreiger en lepelaar, behoefte aan slotenrijk weiland om voedsel te kunnen zoeken. Waar tekort aan is, dat zijn overjarige rietlanden in ondiep water, rietranden in dieper water, ondiep helofytenmoeras (dat wil zeggen: met lage waterplanten zoals zeggen en liesgras) en droog rietland. De onderzoekers hebben uitgerekend dat voor een gezonde moerasvogelstand minimaal 1.200 hectare nieuw moerasgebied nodig is. Dat komt aardig overeen met de
krabbescheer
13
maar één ononderbroken ‘huiskavel’ rond de boerderij. Economisch minder aantrekkelijke gebieden voor het boerenbedrijf worden ‘opgegeven’ en krijgen een andere bestemming. Een mooi voorbeeld zijn de diepe droogmakerijen. Moeilijk land voor de boer, weinig aantrekkelijk ook voor weidevogels. Maar wel prachtig geschikt om er jong moerasland van te maken. ‘Beloofd Land’ voor moerasvogels.
voor beheer nog maar weinig mens- en machinekracht nodig. Maar De Venen is er niet voor moerasvogels alleen. Voor mensen is nieuwe natuur pas aantrekkelijk als je er ook van kunt genieten. Daar wordt, in de uitvoering van de ruilverkaveling en de planning van die nieuwe natuur, nadrukkelijk rekening mee gehouden. Rust en ruimte voor de nieuwe natuur komen op de eerste plaats. Maar met een goede planning zal er straks meer te zien en te horen zijn
Ook beheerstechnisch gezien zijn die diepe droogmakerijen heel interessant. Door het waterpeil er zijn eigen gang te laten gaan én eens in de vijftig jaar een gecontroleerde overstroming toe te laten, vernieuwt het gebied zichzelf voortdurend. Daardoor is
voor de fietsende en wandelende recreant. Na een weiland vol koekoeks- en boterbloemen, waar de grutto’s en kieviten luidruchtig baltsen, is er die geheimzinnige doorgang tussen rietmuren. Links en rechts gefluister, gekwetter en soms uitbundig gezang van vaak maar half zichtbaar leven.
14
gels, waar we ‘midden in de Randstad’ van kunnen genieten! Vooral dat het een package deal is spreekt me aan. Natuur uitbreiden, landbouw versterken, nieuwe recreatieroutes scheppen én de waterbeheersing rigoureus aanpassen. Voor mijzelf ligt de uitdaging erin om zóveel partners, met zóveel wensen, op één lijn te krijgen. Nu we drie jaar bezig zijn zie je dat dat heel goed kan. Ook de medewerking van de boeren is in het algemeen goed. We hebben al eenderde van de benodigde grond verworven en dat is altijd de moeilijkste klus. Met de uitvoering van de plannen loopt het ’t laatste jaar minder hard. De inrichting van het land staat op een laag pitje omdat de beloofde fondsen niet afkomen. En als mensen niks zien gebeuren, dan moet je extra veel uitleggen. Een aantal boeren en burgers wijzen op hun voorhoofd; zó de boel ondersteboven halen! Mensen zien niet graag veranderingen. Maar ik kan het niet vaak genoeg herhalen: De Venen is en blijft landbouwgebied. Er komt alleen meer natuur in.
Over vijftien jaar ziet alles er anders uit Henk Moen, hoofd projectbureau De Venen Ik zal het eerlijk bekennen; van vogels heb ik weinig verstand. Maar ik vind het wel erg goed dat de natuur van ons project rijker wordt. In de Venen gaat het vooral om een grote oppervlakte nieuwe natte natuur. Die zal een nieuw tehuis worden voor vele zeldzame moerasvo-
15
Geef ons de tijd – en het geld – om deze grote klus uit te voeren. En gun de nieuw ingerichte natuur de tijd om body te krijgen. Dan zul je zien – daar ben ik van overtuigd – dat over vijftien jaar iedereen hartstikke enthousiast is.
5
Een plan waar iedereen beter van wordt
Goed voor de inwoner, de recreant, de boer en de waterbeheerder Het herinrichtingsplan De Venen is behoorlijk ambitieus. Niet alleen omdat het een van de grootste in zijn soort is, maar vooral omdat het de pretentie heeft het iedereen naar de zin te maken. Iedereen, dat zijn: boeren en riettelers, natuurorganisaties en waterschappen, bouwlustige gemeenten en hun inwoners, ondernemers en recreanten. Wat worden zij wijzer van de nieuwe inrichting?
Riettelers moeten hard werken voor hun brood. Tegelijk hebben natuurorganisaties kritiek op het effect van hun werk. Door elk jaar alle beschikbare riet te snijden ontneem je een flink aantal moerasvogelsoorten hun leefgebied. Het plan De Venen voorziet in het scheppen van nieuw moerasgebied met veel rietland. Dat geeft zowel rietsnijders als rietvogels de ruimte die ze nodig hebben.
Natuurorganisaties en Waterschappen. Boeren en Riettelers. Boeren genieten met het plan De Venen de voordelen van kavelruil, peilaanpassing, bedrijfsvergroting en plattelandstoerisme. Een bredere doelstelling voor de landbouw betekent dat boeren ook inkomen krijgen uit weidevogel- en natuurbescherming. Sommigen krijgen de kans om naar buiten de regio te verhuizen; in bepaalde delen van De Venen is er namelijk weinig toekomst voor boerenbedrijven.
Natuurbeheerders, agrarische natuurverenigingen en vrijwilligers spannen zich in voor de onder druk staande weidevogels. Voor goed moerasgebied ook, toch is het de moerasvogels nog slechter vergaan dan de weidevogels. De Venen is eigenlijk een eldorado voor beide groepen. Maar dan moet er minder intensief geboerd en aan de waterhuishouding gerommeld worden. Dat is precies wat het project met de uitbreiding aan nieuwe natuur beoogt.
16
Van de waterschappen vraagt die lossere visie nogal wat. Hun beleid is altijd gericht geweest op ‘droge voeten’ en berijdbaar boerenland. In de nieuwe situatie zullen ze ‘land moeten prijsgeven aan water’. Daar staat tegenover dat op dit land veel water tijdelijk kan worden opgeslagen in perioden van grote wateroverlast. Het nieuwe moeras vertraagt ook de gestage bodemdaling van de polders en vermindert het weglekken van water uit hoger gelegen moerassen. Allemaal winst voor de waterbeheerders.
redeneren de natuurbeschermingsorganisaties tegenwoordig. Bij de inrichting van nieuw natuurgebied wordt daar al direct rekening mee gehouden. Zo ook in het plan De Venen. Over een paar jaar genieten mensen hier van zowel boerennatuur als moerasnatuur. Dat is goed voor de economie in de regio en het is goed voor de mensen in de omringende Randstad. Onderzoek heeft laten zien dat die heel graag het nieuwe natte land zouden bezoeken.
En de vogels natuurlijk! Gemeenten en hun inwoners. De gemeenten in de regio hebben vanouds rekening te houden met de belangen van twee beroepsgroepen: de boeren en de recreatieondernemers. Alle gemeenten hebben ervoor gezorgd dat die belangen ook goed op tafel zijn gekomen in het project. Dankzij het project De Venen kunnen boeren efficiënter werken en doen recreatie-ondernemers hun voordeel met méér en afwisselender natuur. Waar het waterbeheer ook wordt ingesteld op het bergen van overtollig water is de veiligheid van de burger verbeterd.
Ondernemers en recreanten. Recreatie mág, als je het maar goed stuurt, zo krooneend
17
Ze hebben geen eigen stem gehad in het project, maar uiteindelijk vormen de moerasvogels een groep die heel dankbaar zal profiteren van de nieuwe natuur. Het is bekend dat deze bedreigde groep vogels snel positief reageert op betere omstandigheden. Dat is de reden waarom Vogelbescherming Nederland de creatie van minstens 1.200 hectare nieuw ‘wetland’ van harte toejuicht.
Colofon Uitgave
Fotografie
Vogelbescherming Nederland, 2004
Foto Natura: Cisca Castelijns (pag 6, De Wieden), Frits van Daalen (pag 11, blauwborst), Do van Dijck (pag 10,
Teksten en samenstelling
roerdomp), Danny Ellinger (pag 7, grote karekiet; pag 11,
René de Vos
grote karekiet), Fred Hazelhoff (pag 11, zwarte stern), Bert Muller (pag 9, De Wieden; pag 14, Noord-West Utrecht;
Eindredactie & productiebegeleiding
pag 16, De Wieden), Flip de Nooyer (pag 4, woudaap; pag
Bernd de Bruijn, Gerald Derksen
10, purperreiger; pag 12, De Wieden; pag 15, Nieuwkoopse Plassen), Rob Reijnen (achterzijde omslag, zwarte stern),
Vormgeving
Steven Ruiter (pag 17, krooneend), Hans Schouten (pag 13,
Edwin van de Laar Grafisch Ontwerpburo, Breda
krabbescheer); Karel Tomei (pag 5, Nieuwkoopse Plassen; pag 8, Nieuwkoopse Plassen)
Druk
KINA: Jan vd Geld (voorzijde omslag, roerdomp)
Koninklijke Drukkerij C.C. Callenbach BV, Nijkerk
Bernd de Bruijn (voorzijde omslag, moeras)
Papier Omslag: 250 gr Reviva Mega Matt Binnenwerk: 115 gr Reviva Mega Matt
Oplage 2.500 Bureau Waardenburg bv Adviseurs voor ecologie & milieu
Deze brochure is gebaseerd op de onderzoeksrapportage
“Moerasvogels in De Venen - Bepaling van streefwaarden en oppervlaktes moeras voor prioritaire soorten. J. van der Winden & R.M.G. van der Hut, Bureau Waardenburg. Uitgave Vogelbescherming Nederland, 2004”
© 2004 Vogelbescherming Nederland, Zeist Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schrif-
Het werk van Vogelbescherming Nederland wordt
telijke toestemming van de uitgever.
ondersteund door de Nationale Postcode Loterij.
18
Help mee vogels beschermen! Vogelbescherming Nederland zet zich in voor vogels en hun leefgebieden. Vogels zijn een goede graadmeter voor de kwaliteit van natuur en milieu. Handhaving van hun soortenrijkdom onder natuurlijke leefomstandigheden is een essentiële voorwaarde voor het behoud van de biodiversiteit op aarde. Samenwerking is de sleutel tot succesvolle bescherming. Op regionaal, nationaal en internationaal niveau werkt Vogelbescherming Nederland samen met collega-organisaties, overheden en vele vrijwilligers. Vogelbescherming Nederland is Partner van BirdLife International, wereldwijd actief voor vogels en natuur.
Postbus 925 3700 AX Zeist tel 030 693 77 00 fax 030 691 88 44 www.vogelbescherming.nl e-mail:
[email protected]