ModusOne ModusOne Setup Version: 5.2
Written by: Product Documentation, R&D Date: February 2013
© 2012 Perceptive Software. All rights reserved ModusOne is een handelsmerk van Lexmark International Technology SA dat is gedeponeerd in de V.S. en andere landen. Perceptive Software is een zelfstandige businessunit van Lexmark International Technology SA. Alle andere merken en productnamen die worden genoemd in dit document, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren. Geen enkel onderdeel van deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Perceptive Software worden gereproduceerd, opgeslagen in een systeem voor het ophalen van gegevens of verzonden in welke vorm of op welke manier dan ook, waaronder op elektronische of mechanische wijze, of door middel van fotokopieën, opname of andere bestaande of toekomstige media.
Inhoud Technische specificaties ........................................................................................................................... 1 Bijwerken ................................................................................................................................................... 2
Update van ModusOne 5.1.0 naar ModusOne 5.2.0 ............................................................................ 2 Achterwaartse compatibiliteit ................................................................................................................ 6 .NET-installatie .......................................................................................................................................... 6
Algemeen ............................................................................................................................................... 6 De installatie starten .............................................................................................................................. 7 Installatieprocedure ............................................................................................................................... 7 ModusOne installeren ............................................................................................................................... 7
Windows-besturingssysteem ................................................................................................................ 7 De installatie starten .............................................................................................................................. 7 Installatieprocedure ............................................................................................................................... 7 Machtigingen configureren .................................................................................................................... 8 Windows opnieuw starten ..................................................................................................................... 8 Odin-/MWS-database installeren .............................................................................................................. 9
Oracle..................................................................................................................................................... 9 MS SQL Server ...................................................................................................................................... 9 Gebruikerstaal ......................................................................................................................................... 10
De gebruikerstaal kiezen ..................................................................................................................... 10 Help-bestanden ................................................................................................................................... 12 Repository installeren .............................................................................................................................. 13
Algemeen ............................................................................................................................................. 13 De installatie starten ............................................................................................................................ 14 Installatieprocedure ............................................................................................................................. 14 ModusOne-configuratie wijzigen............................................................................................................. 15
Algemeen ............................................................................................................................................. 15 Speciale instellingen voor Windows Server 2008 / Windows 7 .......................................................... 15 UserRepository.config wijzigen ........................................................................................................... 16 Modus_MWS.exe.config wijzigen........................................................................................................ 16 Normal.dotm opgeven ......................................................................................................................... 16 ModusClient.exe.config wijzigen ......................................................................................................... 16 ModusStudio.exe.config wijzigen ........................................................................................................ 17 ModusOne Core Service starten ......................................................................................................... 17
iii
Inhoud
Modus Studio starten .......................................................................................................................... 17 Verbindingsgegevens invoeren voor de Odin-/MWS-database in de configuratie ............................. 18 ModusOne-services starten ................................................................................................................ 18
iv
Technische specificaties Serverhardware •
Min. 2 CPU's met 2 GHz
•
Min. 4 GB RAM
•
Max. 3 GB beschikbare schijfruimte voor de installatie van: - .NET Framework 3.5 SP1 - Volledige versie van ModusOne
•
Verdere schijfruimte afhankelijk van de grootte van documenten
Clienthardware •
Pentium D of hoger
•
Min. 512 MB RAM voor Modus Client
•
Min. 2 GB RAM voor Modus Studio
•
Max. 3 GB beschikbare schijfruimte voor de installatie van: - .NET Framework 3.5 SP1 - Volledige versie van ModusOne (Client 40 MB) - Microsoft Word
Ondersteunde besturingssystemen •
Windows XP SP3
•
Windows Vista SP2
•
Windows 7 SP1
•
Windows 2003 Server SP2
•
Windows 2003 Server R2 SP2
•
Windows 2008 Server SP2
•
Windows 2008 Server R2 SP1
Opmerking voor 64-bits systemen: Op een 64-bits systeem wordt ModusOne uitgevoerd in de 32-bits compatibiliteitsmodus (WOW64). Ondersteunde databases •
MS SQL Server versie 2005, 2008 en 2008 R2
•
Oracle versie 10g en 11g. De 32-bits Oracle-client moet worden geïnstalleerd als vanaf de Modus-server en vanuit Modus Studio een Oracle-database moet worden geopend.
Ondersteunde Word-versies •
Word 2007 SP1 met geïnstalleerde VBA
•
Word 2010 met geïnstalleerde VBA
1
ModusOneSetup
Ondersteunde LDAP-producten •
Active Directory
•
Novell eDirectory
•
SUN Directory Server
•
Oracle Internet Directory
•
Open LDAP
•
Microsoft ADAM (Active Directory Application Mode)
Virtualisatie Onze toepassingen kunnen worden geïmplementeerd in virtuele omgevingen waarin de bovenstaande besturingssystemen worden uitgevoerd, mits deze besturingssystemen officieel zijn goedgekeurd voor gebruik in een virtuele omgeving. De enige voorwaarde voor implementatie is dat virtuele omgevingen correct zijn geconfigureerd. Virusscanners Activiteiten van virusscanners kunnen belemmerend werken in ModusOne-productieomgevingen. Deze nadelige effecten kunnen leiden tot geringere verwerkingsprestaties of zelfs tot de beëindiging van kritieke transacties. Als u wilt voorkomen dat activiteiten kunnen worden onderbroken, is het essentieel dat de virusscanner zo wordt ingesteld dat deze zo weinig mogelijk invloed op de omgeving heeft.
Bijwerken Update van ModusOne 5.1.0 naar ModusOne 5.2.0 Voer de volgende stappen in de vermelde volgorde uit om een bestaand exemplaar van ModusOne versie 5.1.0 bij te werken naar versie 5.2.0. 1. Toepassingen sluiten ModusOne Client / ModusOne Studio Sluit het desktopprogramma. ModusOne Server Sluit alle instanties van ModusOne Studio en Client waarmee Modus Server wordt geopend. Stop alle Windows-services van ModusOne. 2. Update520.exe uitvoeren ModusOne Client / ModusOne Studio / ModusOne Server Voer het bestand Update520.exe uit. De volgende beweringen worden automatisch uitgevoerd: •
Alle bestanden in de Modus-programmamap met het achtervoegsel .config worden opgeslagen in de map Admin/Update520/Backup.
2
ModusOneSetup
ModusOne setup wordt zo geconfigureerd dat bestaande configuratiebestanden in de programmamap niet kunnen worden overschreven. Als een configuratiebestand moet worden overschreven, kan het worden hersteld vanuit de backupmap. •
Teneinde ervoor te zorgen dat de volgende configuratiebestanden worden bijgewerkt, worden ze verwijderd uit de programmamap: - ModusSuite.Runtime.ConsoleHost.exe.config - ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe.config - MonalisaEngine.exe.config - RepositorySetup.exe.config
•
Onder de map Admin wordt de map Update520 gemaakt met de volgende bestanden: - MSSql_Mws_Update_510_To_520.sql - MSSQL_Odin_Update_510_To_520.sql - MSSql_Rep_DB_Schema_Update_510_To_520.sql - ORA_Mws_Update_510_To_520.sql - ORA_Odin_Update_510_To_520.sql - Ora_Rep_Create_Schema_Update_510_To_520.sql - restoreConfiguration.cmd - updateConfiguration.cmd
•
Logboekregistratie De volgende logboekbestanden worden gemaakt: - Config_Restore-Log.txt - Config_Backup-Log.txt Deze bestanden kunt u vinden in de map %modusdir%\Admin\Update520\Backup.
Alternatief: Voer de volgende stappen uit als Update520.exe niet werkt, zoals hierboven staat beschreven: 1.
Pak de inhoud van het zipbestand Update520.zip uit in de Modus-programmamap zodat de bovenstaande mapstructuur wordt gemaakt.
2.
Ga naar de map Admin/Update520/Backup en voer het opdrachtbestand ModusOne520.ConfigSaver.cmd uit.
3. Installatie uitvoeren ModusOne Client / ModusOne Studio / ModusOne Server Voer een van de volgende bewerkingen uit, afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem: Windows Server 2008 / Windows 7 / Windows Vista:
Voer het bestand ModusOneSetup2008.msi uit.
Windows Server 2003 / Windows XP:
Voer het bestand ModusOneSetup.msi uit.
Opmerking: Voer in het installatievenster desgevraagd het pad naar de bestaande ModusOne-versie in als installatiemap. Nadat het MSI-bestand is uitgevoerd, zijn alle EXE- en DLL-bestanden bijgewerkt naar versie 5.2.0.
3
ModusOneSetup
Installatie zonder toezicht voor ModusOne Client U kunt het MSI-bestand van ModusOne starten met parameters zodat tussenkomst van de gebruiker niet nodig is. Schakeloptie om de client te installeren: msiexec.exe /i "c:\ModusOneSetup.msi" /L*V "%Temp%\setup.log" /passive ADDLOCAL="ModusBasic,ModusClient,x86Components" APPLICATIONFOLDER="c:\modus" De volgende vermeldingen moeten worden gewijzigd voor elke afzonderlijke klantomgeving: /i "c:\ModusOneSetup.msi"
Naam van het MSI-bestand van ModusOne
APPLICATIONFOLDER
De map (het pad) waarin ModusOne moet worden geïnstalleerd
4. De ModusOne-configuratie bijwerken ModusOne Client / ModusOne Studio / ModusOne Server Ga naar de map Admin\Update520 en voer het volgende opdrachtbestand uit: restoreConfiguration.cmd: hiermee worden ModusOne-configuratiebestanden hersteld die worden opgeslagen wanneer Update520.exe of ModusOne520-Config-Saver.cmd wordt uitgevoerd. 5. Hernoemde EXE-bestanden van ModusOne vervangen door een nieuwe versie ModusOne Client / ModusOne Studio / ModusOne Server Als u het bestand ModusStudio.exe of ModusClient.exe in uw omgeving hebt gekopieerd of de naam ervan hebt gewijzigd, moet u deze kopieën vervangen door nieuwere versies van deze release. Voorbeeld: U hebt de naam ModusStudio.exe gewijzigd in ModusStudio_TST.exe. Vervang het bestand ModusStudio_TST.exe door ModusStudio.exe uit versie 5.2.0. Dit kunt u doen met de volgende DOS-kopieeropdracht: copy ModusStudio.exe ModusStudio_TST.exe ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe vervangen Als u Modus-processen als Windows-service gebruikt, hebt u het bestand ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe gekopieerd en de naam ervan gewijzigd. Vervang het hernoemde EXE-bestand door het bestand ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe uit versie 5.2.0, want dit bestand is gewijzigd. Voorbeeld: Voor het uitvoeren van Odin-processen hebt u het bestand ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe gekopieerd en de naam ervan gewijzigd in OdinService.exe. Vervolgens hebt u het bestand geregistreerd als Windows-service. Vervang het bestand OdinService.exe door het nieuwe bestand ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe uit versie 5.2.0.
4
ModusOneSetup
Dit kunt u doen met de volgende DOS-kopieeropdracht: copy ModusSuite.Runtime.WindowsServiceHost.exe odinService.exe Tip: Als u beheertijd voor latere updates tot een minimum wilt beperken, kunt u het beste alle kopieeropdrachten in één CMD-bestand opnemen. 6. Modus-databaseschema's bijwerken ModusOne Server Opmerking: U kunt het beste een back-up van alle databases maken voordat u de bijbehorende schema's bijwerkt. Voorwaarden: Voor de volgende SQL-scripts is schemaversie 5.1.0 of een recentere versie vereist. De SQL-scripts zijn ontworpen om meerdere malen probleemloos te worden uitgevoerd op hetzelfde schema. Odin-databaseschema Voer de volgende SQL-scripts uit op alle Odin-databases om het schema bij te werken: Voor Oracle-databases
•
Admin\Update520\ORA_Odin_Update_510_To_520.sql
Voor SQL Server-databases
•
Admin\Update520\MSSql_Odin_Update_510_To_520.sql
MWS-databaseschema Voer de volgende SQL-scripts uit op alle MWS-databases om het schema bij te werken: Voor Oracle-databases
•
Admin\Update520\ORA_Mws_Update_510_To_520.sql
Voor SQL Server-databases
•
Admin\Update520\MSSql_Mws_Update_510_To_520.sql
Modus Repository-databaseschema Voer de volgende SQL-scripts uit op alle Modus Repository-databases om het schema bij te werken: Voor Oracledatabases
•
Admin\Update520\Ora_Rep_Create_Schema_Update_510_To_520.sql
•
Admin\Oracle\Ora_Rep_CreatePackage.sql
Voor SQL Serverdatabases
•
Admin\Update520\MSSql_Rep_DB_Schema_Update_510_To_520.sql
7. Vertalingen bijwerken
5
ModusOneSetup
ModusOne Client / ModusOne Studio / ModusOne Server Als ModusOne wordt uitgevoerd in een andere taal dan Duits, moeten de betreffende taalbronnen worden bijgewerkt. Download de vereiste bestanden uit de map /ModusOne/V5_2_0/LanguageResources/ op de ftpserver van Modus (extranet.modus-suite.net). Zie het hoofdstuk De gebruikerstaal kiezen voor meer informatie. 8. Modus Web Client bijwerken Het handtekeningcertificaat voor ModusWebClient is gewijzigd. Verwijder een eerder geïnstalleerde Out-of-Browser-client en installeer deze opnieuw om ervoor te zorgen dat de automatische update goed werkt. U moet ook het nieuwe certificaat installeren om Word-automatisering te kunnen gebruiken wanneer u ModusWebClient start vanuit een browser. Voer hiervoor het bestand ModusOneSL5Setup.msi uit op elke afzonderlijke clientcomputer.
Achterwaartse compatibiliteit Opmerking: Objecten in ModusOne 5.2-systemen zijn niet compatibel met eerdere versies. Daarom kunnen objecten niet worden overgedragen van een repository met versie 5.2 naar systemen die zijn gebaseerd op eerdere versies van repository's, zoals 5.1 of 5.0.4.
.NET-installatie Algemeen Deze installatie hoeft alleen te worden uitgevoerd als .NET Framework 3.5 SP1 nog niet is geïnstalleerd. Opmerking voor de Windows 2008 Server-productgroep Windows Server 2008 R2 bevat al .NET Framework 3.5 met servicepack 1. Windows Server 2008 bevat .NET Framework 3.0 met servicepack 1, dat moet worden uitgebreid met de functies in .NET Framework 3.5 SP1 door het .NET Framework-installatiepakket uit te breiden. Belangrijk: In beide gevallen moeten de functies van .NET Framework eerst worden geactiveerd. Dit doet u •
in de sectie Functies van de gebruikersinterface voor serverbeheer of
•
door de opdracht op de opdrachtregel uit te voeren servermanagercmd -i Net-Framework
Als de rol Toepassingsserver al is geïnstalleerd op de server waarop ModusOne wordt geïnstalleerd, is .NET Framework al geactiveerd.
6
ModusOneSetup
De installatie starten Download het bestand DotNetFX35SP1.zip vanuit het Modus Extranet en pak het bestand uit. Start de installatie door te dubbelklikken op het bestand dotNetFx35setup.exe in deze map.
Installatieprocedure 1. Licentievoorwaarden In het eerste venster moet u bevestigen dat u instemt met de licentieovereenkomst zodat de installatie wordt gestart. De download die onder in het venster is aangegeven, wordt niet gestart omdat de vereiste bestanden al beschikbaar zijn. Dit betekent dat het programma zonder netwerkverbinding kan worden geïnstalleerd. 2. Installatiestatus In het onderstaande venster wordt u geïnformeerd over de installatievoortgang. 3. De installatie voltooien In het laatste venster wordt bevestigd dat de installatie is voltooid.
ModusOne installeren Windows-besturingssysteem Besturingssysteem Windows Server 2008 / Windows 7 /Windows Vista Gebruik het bestand ModusOneSetup2008.msi om ModusOne te installeren. Overige besturingssystemen Gebruik het bestand ModusOneSetup.msi om ModusOne te installeren.
De installatie starten Start de installatie door te dubbelklikken op het bestand ModusOneSetup.msi of ModusOneSetup2008.msi. Er wordt eerst gecontroleerd of .NET Framework 3.5 is geïnstalleerd. Zo niet, dan wordt een bijbehorend bericht weergegeven en de installatie beëindigd. Voer .Net Setup uit voordat u ModusOne installeert.
Installatieprocedure 1. De componenten kiezen In deze stap kiest u de componenten die u wilt installeren. U kunt kiezen uit de volgende componenten:
7
ModusOneSetup
Componenten
Inhoud
ModusOne Basic System
Deze component is altijd vereist en kan niet worden verwijderd uit de installatie.
ModusOne Studio
Bevat de volledige ontwerpomgeving die Modus-beheerders nodig hebben.
ModusOne Client
Met deze componenten kunnen medewerkers documenten maken, doorsturen en afdrukken.
ModusOne Server
Hiermee worden de servercomponenten geïnstalleerd.
Klik op Browse als u de standaardinstallatiemap wilt wijzigen. Belangrijk: Installeer Modus niet in een map die haakjes bevat (zoals C:\Program Files (x86)). In diverse versies van de Oracle-client worden mappen met haakjes niet correct geparseerd. Het volgende foutbericht wordt weergegeven: ORA-12154 'TNS:could not resolve service name'. (Zie ook Oracle-fout nr. 574777 of Oracle-notitie 372485,1.) 2. De installatie starten In de volgende stap start u de installatie door op de knop Install te klikken. 3. Statusweergave De status biedt informatie over de installatievoortgang. 4. De installatie voltooien In het laatste venster wordt bevestigd dat ModusOne is geïnstalleerd.
Machtigingen configureren Op de computer waarop de ModusOne-serverservices worden uitgevoerd, moeten de volgende beveiligingsinstellingen worden geconfigureerd voor de ModusOne-programmamap: •
Aan de gebruikersgroep Gebruikers moet Volledig beheer zijn toegewezen.
•
Er zijn geen speciale machtigingen vereist voor computers waarop alleen Modus Client en/of Modus Studio is geïnstalleerd. Er hoeven geen handmatige wijzigingen te worden aangebracht.
Windows opnieuw starten Start Windows opnieuw zodat de omgevingsvariabele ModusDir die is gemaakt tijdens de Modusinstallatie, beschikbaar is in Windows-services.
8
ModusOneSetup
U moet het systeem opnieuw opstarten omdat omgevingsvariabelen pas zichtbaar zijn nadat Windows opnieuw is gestart. Zie ook: Microsoft Support, artikel-ID: 821761
Odin-/MWS-database installeren Oracle Databasegebruiker De Oracle-gebruiker moet over de volgende rollen en machtigingen beschikken: Rollen
Systeemmachtigingen
Verbinden
Tabel maken
Bron
Weergave maken Procedure maken Reeks maken
Een overeenkomende Oracle-gebruiker kan worden gemaakt door het script Ora_Odin_CreateUser.sql uit te voeren. Met beide scripts kunnen foutberichten worden gegenereerd, zoals •
ORA-00942 - Table or View does not exist
•
ORA-02289 - Sequence does not exist
Deze berichten kunnen worden genegeerd. Ze treden op omdat de SQL-scripts DROP-instructies bevatten voor objecten die niet bestaan in de database. Databaseschema De map \Admin\Oracle bevat de bestanden •
Ora_Odin5.sql en
•
Ora_Mws.sql,
waarmee de Odin- en MWS-schema's worden gemaakt.
MS SQL Server Databaseschema De map \Admin\MS-SQL bevat de bestanden •
MSSql_Odin5.sql en
•
MSSql_Mws.sql
9
ModusOneSetup
waarmee de Odin- en MWS-schema's worden gemaakt. Belangrijk: •
Voer beide scripts vanuit het SA-administratoraccount uit.
•
Mogelijk moet u SQL Server-databases maken om de scripts uit te voeren.
•
U kunt de databases elke gewenste naam geven. Noteer de naam. U hebt deze later nodig tijdens de configuratie.
Databasegebruiker Voor elke gebruikte database moet een databasegebruiker met de volgende rechten worden gemaakt. Deze gebruiker schakelt verdere toegang tot de bovenstaande ModusOne-schema's in: Object
Rechten
Tabellen
INVOEGEN, SELECTEREN, BIJWERKEN, VERWIJDEREN
Weergaven
SELECTEREN
Opgeslagen procedures
UITVOEREN
De map \Admin\MS-SQL bevat een SQL-scriptsjabloon MSSql_CreateUser.sql. Dit script kan worden afgestemd om een gebruiker en SQL Server-aanmeldingsnaam te maken voor een ModusOne-database op een SQL-server. Het script bevat standaardparameters om waarden in te stellen voor aanmeldingsnaam, wachtwoord en standaarddatabase voor de databasegebruiker. Voer gemakshalve het script uit in SQL Server Management Studio (SSMS). Alle benodigde informatie over het uitvoeren van deze bewerking is opgenomen in de scriptkoptekst. Het script moet worden gebruikt om een aanmeldingsnaam voor elke gebruikte databasecatalogus te maken. Slechts één aanmeldingsnaam is vereist als beide schema's worden gemaakt in dezelfde databasecatalogus.
Gebruikerstaal De gebruikerstaal kiezen De gebruikersinterface van ModusOne Studio en Client is momenteel beschikbaar in de volgende talen: •
Duits (default)
•
Engels (GB)
•
Engels (US)
•
Nederlands
•
Frans
•
Italiaans
10
ModusOneSetup
•
Portugees (BR)
•
Spaans
Ga als volgt te werk als u een andere taal dan Duits wilt kiezen: 1. Bestanden downloaden Download het juiste zipbestand vanuit de map /ModusOne/V5_2_0/LanguageResources/ op de ftpserver van modus (extranet.modus-suite.net): •
EN-GB_ModusOne.zip voor Engels (GB)
•
EN-US_ModusOne.zip voor Engels (US)
•
NL_ModusOne.zip voor Nederlands
•
FR_ModusOne.zip voor Frans
•
IT_ModusOne.zip voor Italiaans
•
NL_ModusOne.zip voor Nederlands
•
PT_ModusOne.zip voor Portugees
•
ES_ModusOne.zip voor Spaans
2. Submappen maken Maak in de installatiemap van Studio of Client de map: •
en-gb voor Engels (GB)
•
en-us voor Engels (US)
•
nl voor Nederlands
•
fr voor Frans
•
it voor Italiaans
•
pt-br voor Portugees
•
es voor Spaans
Voorbeeld: Modus is geïnstalleerd in de map c:\program files\modusone en de Engelse (US) taalbronnen moeten worden gebruikt. Maak de map c:\program files\modusone\en-us 3. Het zipbestand uitpakken •
Pak de inhoud van het zipbestand uit in de map die u in stap 2 hebt gemaakt.
11
ModusOneSetup
•
Selecteer in deze map het bestand Modus_One.chm. Open het context-menu en selecteer het item Eigenschappen. Klik in het volgende dialoogvenster op de knop Toestaan.
•
Selecteer in deze map het bestand ModusOneClient.chm. Open het context-menu en selecteer het item Eigenschappen. Klik in het volgende dialoogvenster op de knop Toestaan.
4. De taal voor de Odin-weergaven instellen •
Als u de strings in het Engels (GB) wilt weergeven, gaat u naar de tabel ODIN_SETTING en wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in en-gb.
•
Als u de strings in het Engels (US) wilt weergeven, wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in en-us.
•
Als u de strings in het Nederlands wilt weergeven, wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in nl.
•
Als u de strings in het Frans wilt weergeven, wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in fr.
•
Als u de strings in het Italiaans wilt weergeven, wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in it.
•
Als u de strings in het Portugees wilt weergeven, wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in pt-br.
•
Als u de strings in het Spaans wilt weergeven, wijzigt u de waarde van het veld OD_ISO_LANG_CODE in es.
5. Programma's starten Als u ModusOne wilt gebruiken in een andere taal dan de taal die is gedefinieerd in de Windowssysteeminstellingen, moet u ModusOne Studio en ModusOne Client starten met behulp van een schakeloptie op de opdrachtregel. Voorbeeldbestanden kunt u vinden op de ftp-server van Modus in de map /ModusOne/V5_2_0/LanguageResources/: •
DE_ModusClient.cmd / DE_ModusStudio.cmd
•
EN-GB_ModusClient.cmd / EN-GB_ModusStudio.cmd
•
EN-US_ModusClient.cmd / EN-US_ModusStudio.cmd
•
ES_ModusClient.cmd / ES_ModusStudio.cmd
•
FR_ModusClient.cmd / FR_ModusStudio.cmd
•
IT_ModusClient.cmd / IT_ModusStudio.cmd
•
NL_ModusClient.cmd / NL_ModusStudio.cmd
•
PT_ModusClient.cmd / PT_ModusStudio.cmd
Help-bestanden Help-bestanden van ModusOne zijn beschikbaar in het Duits, Engels en Nederlands en kunnen worden gedownload vanuit de map
12
ModusOneSetup
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/DE
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/EN-GB
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/EN-US
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/ES
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/FR
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/IT
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/NL
•
/ModusOne/V5_2_0/CurrentHelp/PT-BR
op de ftp-server van Modus (extranet.modus-suite.net).
Repository installeren Algemeen Tijdens de installatie van de repository wordt een eerste Modus-systeem in een database geïnstalleerd. Momenteel worden Oracle en MS SQL Server ondersteund. Belangrijk: Deze toepassing moet worden uitgevoerd op de computer waarop de ModusOne-serverservices worden uitgevoerd. Voer de installatie van de repository uit via een gebruikersaccount met schrijfmachtigingen voor de ModusOne-installatiemap. Voordat u de repository installeert, moet het volgende zijn geregeld: Licentie Stuur een e-mail naar de ModusOne-ondersteuning als u geen geldige licentie hebt:
[email protected] en vraag naar het licentiebestand voor uw omgeving. Kopieer het licentiebestand naar de ModusOne-programmamap en zorg ervoor dat de bestandsnaam Modus.lic is. MS SQL Server •
Een lege database voor het databaseschema van de Modus-repository.
•
De SQL Server-verificatiemodus moet actief zijn.
•
Het SA-gebruikerswachtwoord wordt gebruikt om de installatie uit te voeren.
Oracle •
Voer het script Ora_Rep_CreateUser.sql uit om een Oracle-gebruiker te maken voor de database waarin het databaseschema van Modus moet worden geïnstalleerd. Het script bevindt zich in de map Admin\Oracle\.
•
U moet over SYSDBA-machtigingen beschikken om het script uit te voeren.
13
ModusOneSetup
De installatie starten Als u de installatie van de repository wilt starten, voert u het bestand RepositorySetup in de map ModusOne uit.
Installatieprocedure 1. De database selecteren Definieer eerst of de ModusOne-repository moet worden geïnstalleerd op een SQL-server of in een Oracle-database. 1.1 SQL Server De volgende gegevens zijn nodig om de repository te installeren op een SQL-server: Server:
Naam van de SQL-serverinstantie
Database:
Naam van de SQL Server-database waarin het databaseschema van de ModusOnerepository moet worden geïnstalleerd
Gebruiker:
Databasegebruiker die het databaseschema heeft gemaakt. Meld u aan als SAgebruiker.
Wachtwoord:
Wachtwoord van de databasegebruiker
Klik op Test Database Connection om te testen of er verbinding met de database kan worden gemaakt via de ingevoerde gegevens. 1.2 Oracle Voer in dit venster de vereiste gegevens in als u de repository wilt installeren in een Oracle-database. Server:
Naam van de Oracle-serverinstantie.
Gebruiker:
Databasegebruiker die het databaseschema heeft gemaakt. Gebruik een gebruiker die is gemaakt met het script Ora_Rep_CreateUser.sql, omdat de gebruiker over specifieke machtigingen moet beschikken.
Wachtwoord:
Wachtwoord van de databasegebruiker
SqlPlus-pad:
Voer het pad naar de Oracle-toepassing SqlPlus.exe in. Tijdens de installatieprocedure wordt automatisch gezocht naar dit pad. SqlPlus.exe is nodig om de Oracle SQL-scripts uit te voeren.
Klik op Test Database Connection om te testen of er verbinding met de database kan worden gemaakt via de ingevoerde gegevens. 2. Het Modus-systeem maken
14
ModusOneSetup
Geef in de volgende stap de naam en ID op van het Modus-systeem dat moet worden gemaakt. Voer een unieke ID voor het nieuwe systeem in en noteer deze. U hebt deze later nodig tijdens de configuratie. 3. De installatie starten Start in het laatste venster de installatie door op de knop Start Installation te klikken. Via het venster van het logboekbestand wordt u geïnformeerd over de installatievoortgang. Als u de installatie uitvoert voor een Oracle-database, wordt de SqlPlus-uitvoer naar de bestanden •
Ora_Rep_Create_Schema.log
•
Ora_Rep_CreatePackage.log
•
Ora_modus_rep_lookup.log
weggeschreven. Deze bestanden bevinden zich in de ModusOne-programmamap en moeten worden gecontroleerd op foutberichten.
ModusOne-configuratie wijzigen Algemeen Nadat de repository is geïnstalleerd, moet de systeemobject-ID die is ingevoerd tijdens de installatie van de repository, worden ingevoerd in een aantal configuratiebestanden.
Speciale instellingen voor Windows Server 2008 / Windows 7 Het programma ModusConfig moet worden uitgevoerd met expliciete administratorbevoegdheden als u aangebrachte wijzigingen wilt opslaan. Voer hiervoor de volgende stappen uit: 1.
Open Verkenner en ga naar de ModusOne-installatiemap.
2.
Selecteer het bestand ModusConfig.exe en selecteer het item Als administrator uitvoeren in het contextmenu.
De toepassing beschikt nu over expliciete administratorbevoegdheden en heeft daarom schrijftoegang tot de ModusOne-installatiemap. Gebruikersaccountbeheer in Windows 7 Als Gebruikersaccountbeheer (UAC) is ingeschakeld in Windows 7, worden programma's altijd uitgevoerd met de machtigingen van een standaardgebruiker, zelfs als de gebruiker een administrator is. Daarom heeft een gebruiker niet de rechten die zijn toegewezen aan de administratorrol wanneer ModusOne Studio wordt gestart. Als u de rechten van de administratorrol wilt toewijzen aan de gebruiker, moet ModusOne Studio expliciet worden gestart met Als administrator uitvoeren of moet UAC worden uitgeschakeld.
15
ModusOneSetup
UserRepository.config wijzigen 1.
Start ModusConfig vanuit de Modus-programmamap.
2.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie openen om het bestand UserRepository.config te openen.
3.
Kies in de bovenste tabel de optie Systeemobject-ID en voer de systeemobject-ID in die u tijdens de installatie hebt ingevoerd.
4.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie opslaan om uw wijzigingen op te slaan.
Modus_MWS.exe.config wijzigen 1.
Start ModusConfig vanuit de Modus-programmamap.
2.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie openen om het bestand modus_MWS.exe.config te openen.
3.
Kies in de bovenste tabel de optie Systeemobject-ID en voer de systeemobject-ID in die u tijdens de installatie hebt ingevoerd.
4.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie opslaan om uw wijzigingen op te slaan.
Normal.dotm opgeven Kopieer Normal.dotm naar de Modus-installatiemap die u in de stap Componenten kiezen hebt gemaakt.
ModusClient.exe.config wijzigen 1.
Start ModusConfig vanuit de Modus-programmamap.
2.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie openen om het bestand ModusClient.exe.config te openen.
3.
Kies in de bovenste tabel de optie Systeemobject-ID van Odin-weergave en voer de systeemobject-ID in die u tijdens de installatie hebt ingevoerd.
4.
De bijbehorende URL moet worden gewijzigd als de service wordt uitgevoerd op een andere computer. Kies de gewenste service en voer de gewijzigde URL in. Voor de wijziging moet u normaal gesproken het lokale IP-adres (of localhost) vervangen door het IP-adres (of hostnaam) van de server waarop de service wordt uitgevoerd. Met name moet de localhost-vermelding van URL's worden gewijzigd voor de specifieke serverhostnaam/het specifieke IP-adres voor de volgende vermeldingen: - Security Token Service - Login Service - Modus User Service - Modus Web Service Repository - Modus Web Service - Data Provider Service - Odin Web Service - License Service Voorbeeld:
16
ModusOneSetup
Als de Modus Server-service zich op de host ModServer bevindt, moet de URL van Security Token Services worden gewijzigd van http://localhost:8000/sts in http://ModServer:8000/sts 5.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie opslaan om uw wijzigingen op te slaan.
ModusStudio.exe.config wijzigen 1.
Start ModusConfig vanuit de Modus-programmamap.
2.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie openen om het bestand ModusStudio.exe.config te openen.
3.
De bijbehorende URL moet worden gewijzigd als de service wordt uitgevoerd op een andere computer. Kies de gewenste service en voer de gewijzigde URL in. Voor de wijziging moet u normaal gesproken het lokale IP-adres (of localhost) vervangen door het IP-adres (of naam) van de server waarop de service wordt uitgevoerd. ' Met name moet de localhost-vermelding van URL's worden gewijzigd voor de specifieke serverhostnaam/het specifieke IP-adres voor de volgende vermeldingen: - Security Token Service - Login Service - Data Provider Service - Odin Web Service - Repository Service - Modus Web Service Repository - License Service Voorbeeld: Als de Modus Server-service zich op de host ModServer bevindt, moet de URL van Security Token Services worden gewijzigd van http://localhost:8000/sts in http://ModServer:8000/sts
4.
Selecteer het menu-item Bestand - Configuratie opslaan om uw wijzigingen op te slaan.
ModusOne Core Service starten De configuratie is gewijzigd zodat de ModusOne-service kan worden gestart. Open Windows Services en start de service Modus_Core.
Modus Studio starten Als de service is gestart, kan Modus Studio worden gestart: Start -> ModusOne -> ModusOne Studio Tip:
17
ModusOneSetup
Als Modus Studio voor de eerste keer wordt gestart, zijn belangrijke besturingselementen zoals Navigator niet zichtbaar. Navigator en andere besturingselementen worden weergegeven door op het ribbon Studio - Windows op de betreffende knoppen te klikken. U kunt Navigator weergegeven door op de wereldbol te klikken:
Verbindingsgegevens invoeren voor de Odin-/MWS-database in de configuratie Klik in Modus Studio linksboven op de knop Systeem selecteren om het actieve systeem te selecteren. Hiermee wordt het dialoogvenster Systeem selecteren weergegeven, waarin u uw selectie kunt invoeren. Ga in Studio naar het tabblad Beheer en klik op het pictogram Beheer van databasealiassen. De databasealiassen Mws en Odin worden weergegeven in de interface van Beheer van databasealiassen. De databaseverbinding Mws of Odin wordt als volgt geconfigureerd: 1.
Dubbelklik op Mws of Odin. Het dialoogvenster voor de instellingen van de databaseverbinding wordt geopend.
2.
Selecteer het gewenste databaseproduct in het veld Gegevensprovider: - Systeemeigen SQL voor MS SQL Server of - Microsoft Oracle voor een Oracle-database
3.
Klik in het veld SQL-sjabloon op de knop Standaardwaarde. De standaardwaarde wordt gelezen vanuit de configuratie en ingevoerd.
4.
Klik in het veld SQL-veldsjabloon op de knop Standaardwaarde. De standaardwaarde wordt gelezen vanuit de configuratie en ingevoerd.
5.
Klik in het gebied Verbindingsreeks op de knop met het beletselteken. Het productspecifieke verbindingsvenster wordt geopend.
6.
Voer de verbindingsgegevens in voor de databasegebruiker die eerder is gemaakt voor het respectieve schema met behulp van het script Ora_Odin_CreateUser.sql of MSSql_CreateUser.sql.
7.
Zorg ervoor dat de optie Opslaan van wachtwoord toestaan is geselecteerd.
8.
Klik op OK om uw invoer te bevestigen.
9.
Breng de beschreven wijziging aan voor het databasealias Odin en Mws.
10. Sla uw wijzigingen op in Beheer voor databasealiassen.
ModusOne-services starten Open Windows Services en start de volgende services: •
Modus_Core
•
Modus_Mws
•
Modus_Ows
18
Index A
MS SQL Server .................................................. 9
Achterwaartse compatibiliteit ............................ 6
MWS-database ................................................ 18
Algemeen ...............................................6, 13, 15
N
C
Normal.dotm .................................................... 16
Configuratie ...................................................... 18
O
Configureren ..............................................16, 17
Odin ................................................................. 18
G
Oracle................................................................. 9
Gebruikerstaal .................................................. 10
S
H
Speciale instellingen ........................................ 15
Help-bestanden ............................................... 12
Starten ......................................................... 7, 17
I
T
Installatie ...................................................... 7, 14
Technische specificaties ................................... 1
Installatieprocedure ..................................... 7, 14
V
K
Verbindingsgegevens invoeren ....................... 18
Kiezen............................................................... 10
W
M
Windows .......................................................... 15
Machtigingen configureren ................................ 8
Windows opnieuw starten ................................. 8
Modus Studio starten ...................................... 17
Windows Server 2008 ...................................... 15
ModusOne Core Service .................................. 17
Windows-besturingssysteem ............................ 7
ModusOne-services starten............................. 18