AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen
AMIBIOS® Setup-programma Systeemparameters en standaardinstellingen
Alleen ervaren gebruikers mogen wijzigingen aanbrengen in de BIOS Setupinstellingen. Onjuiste wijzigingen kunnen systeemfouten veroorzaken.
AMIBIOS Setup-programma, versie ML470, 09/2007
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Inleiding BIOS Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2 Menu Main (Hoofdmenu) . . . . . . . . . . . . . . . .4 Menu Advanced (Geavanceerd) . . . . . . . . . . .9 Menu Security (Beveiliging) . . . . . . . . . . . . .25 Menu PnP/PCI Configuration (PnP/PCI-configuratie) . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Menu Boot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Menu Exit (Afsluiten) . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 AMIBIOS® is een geregistreerd handelsmerk van American Megatrends Inc.
Pagina 1
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen
INLEIDING BIOS SETUP
UITLEG SCHERMEN
Uw computer heeft een Setup-programma waarmee u de systeemparameters van het BIOS kunt bekijken en aanpassen. Het BIOS (Basic Input/Ouput System) is software die in een chip is opgeslagen (firmware). Het BIOS vertaalt instructies van software (zoals het besturingssysteem) naar instructies die door de hardware van de computer kunnen worden uitgevoerd. De BIOS-instellingen zorgen ook voor de herkenning van geïnstalleerde apparaten en de ondersteuning van speciale voorzieningen.
BIOS Setup-schermen bestaan uit drie delen: • Menuopties - boven aan het scherm. Dit gedeelte markeert het actieve menu. • Parameters - links op het scherm. Dit gedeelte toont de parameters en hun huidige instellingen. • Beschikbare opties en Help-functie - rechts op het scherm. Dit gedeelte toont de diverse instellingen en Help-tekst voor de parameters. Opties in grijs zijn in de huidige selectie niet beschikbaar. Instellingen die in blauw worden weergegeven zijn automatisch door uw computer gedetecteerd.
GEBRUIK HET PROGRAMMA BIOS SETUP OM: • de juiste datum en tijd in te stellen, • de hardware-instellingen aan uw wensen aan te passen, • uw computer te beveiligen met een wachtwoord. BIOS SETUP STARTEN U kunt het BIOS Setup-programma kort na het inschakelen van de computer starten. Druk hiervoor op F2 zodra de volgende melding verschijnt: Press
to enter Setup. Als u op F2 drukt, onderbreekt het systeem de Power-On Self-Test (POST). Als de computer tijdens de POST een fout ontdekt, hoort u twee pieptonen en verschijnt de melding: Press to resume. Als u op F1 drukt, wordt het BIOS Setup-programma gestart. Als u de fout wilt corrigeren, moet u de informatie boven die melding aandachtig lezen (en eventueel noteren) en op F2 drukken. Opmerking: Als deze melding regelmatig verschijnt en de computer een verkeerde datum weergeeft, is de CMOS-batterij mogelijk leeg. Vraag dan de Technische ondersteuning om advies.
TOETSFUNCTIES De volgende tabel geeft aan welke functie bepaalde toetsen in het Setup-programma hebben. Toets
F1
Toont een algemeen helpscherm.
Í&Î
Doorlopen van de beschikbare menu's.
Ï&Ð
Verplaatsen van de cursor tussen de getoonde parameters.
Enter
Selecteren van een submenu (submenu's worden voorafgegaan door een X ), een menucommando (zoals Exit Discarding Changes) of weergave van de beschikbare opties voor de geselecteerde parameter.
+&-
Stap vooruit/terug bij de beschikbare instellingen voor de geselecteerde parameter.
Tab
Voor het verplaatsen van de cursor tussen subvelden bij sommige parameterinstellingen. Bijv. bij System Time verplaatst Tab de cursor van hour naar minute naar second.
Esc
Sluit pop-upvensters af en vraagt in elk menuscherm of de wijzigingen genegeerd kunnen worden alvorens af te sluiten.
F9
Laden van de standaardinstellingen; de instellingen die de computer in de fabriek heeft gekregen.
F10
BIOS Setup-programma opslaan en afsluiten.
SCHERMEN BIOS SETUP Na het indrukken van F2, toont het systeem de BIOS Setup-interface. Gebruik de toetsen pijl naar links en rechts om de menuopties van het BIOS Setup-programma te doorlopen.
Functie
Tabel 1: Toetsfuncties binnen BIOS Setup-programma
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 2
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen
SETUP-MENU'S Het Setup-programma bestaat uit de menu's die in de menubalk boven aan het scherm worden aangegeven. Main (Hoofdmenu) - Gebruik dit menu voor de algemene systeemconfiguratie. Advanced (Geavanceerd) - Gebruik dit menu voor toegang tot geavanceerde BIOS-instellingen. Security (Beveiliging) - Gebruik dit menu voor het instellen van gebruikers- en beheerderswachtwoorden of het wachtwoord voor de harde schijf. PnP/PCI Configuration (PnP/PCI-configuratie) - Gebruik dit menu voor toegang tot geavanceerde PnP/PCI-instellingen. Boot (Opstarten) - Gebruik dit menu om de opstartvolgorde in te stellen. Exit (Afsluiten) - Gebruik dit menu om BIOS Setup af te sluiten met diverse opties voor opslaan of ongedaan maken van wijzigingen. Deze menu's worden op de volgende pagina's uitvoeriger behandeld. Opmerking: We willen u steeds de nieuwste en grondig geteste functies en technologie leveren. Omdat we onze producten constant willen verbeteren kunnen er wijzigingen zijn aangebracht in de BIOS-menu's. Sommige menu's kunnen daarom afwijken van de beschrijvingen in deze handleiding. Bezoek onze website www.nec-computers.com voor de laatste informatie.
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 3
AMI BIOS Setup-programma
MENU MAIN (HOOFDMENU) Gebruik het scherm van het menu Main voor het bekijken en/of wijzigen van de systeemtijd, systeemdatum en schijfparameters. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
System Date (Systeemdatum)
mm/dd/yyyy (mm/dd/ Instellen van kalendermaand, dag en jaar op uw systeem. Deze instellingen blijven jjjj) in het geheugen, zelfs na het uitschakelen van het systeem. Voor het instellen van de datum gebruikt u de Tab- of Enter-toetsen om naar de verschillende velden te gaan. Voer de nieuwe gegevens indien nodig in.
System Time (Systeemtijd)
hh/mm/ss (uu/mm/ss) Instellen van de tijd. Voer de huidige uren, minuten en seconden in (uur/min/ sec) volgens de 24-uursnotatie. Voor het instellen van de tijd gebruikt u de Tab- of Enter-toetsen om naar de verschillende velden te gaan. Voer de nieuwe gegevens indien nodig in.
SATA Configuration (SATAconfiguratie)
Disabled (Uitgeschakeld) Enhanced (Verbeterd) Compatible (Compatibel)
Disabled: de SATA-controller is uitgeschakeld. Enhanced: schakelt PATA & SATA in, max. 6 IDE-schijven ondersteund. Compatible: maakt alleen SATA mogelijk, maximaal 4 IDE-schijven ondersteund.
Configure SATA as (SATA configureren als)
IDE RAID AHCI
Alleen als SATA Configuration is ingesteld op Enhanced. Voor het configureren van de IDE/RAID/AHCI (Advanced Host Contoller Interface)-modus voor de SATA-controller.
X SATA Port 1 (Poort 1) X SATA Port 2 X SATA Port 3 X SATA Port 4
Voorbeeld: Hard Disk (Harde schijf)
Druk op Enter voor informatie over het SATA-apparaat.
Floppy A (Diskette A)
Disabled (Uitgeschakeld) 360 KB, 5¼" 1,2 MB, 5¼" 720 KB, 3½" 1,44 MB, 3½" 2,88 MB, 3½"
Als u op Enter drukt, kunt u de afmeting en capaciteit van het diskettestation kiezen.
Tabel 2: Menu Main (Hoofdmenu)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 4
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
X Memory Information (Geheugeninformatie)
[Enter]
Druk op Enter voor weergave van de geheugeninformatie.
BIOS Information (BIOSinformatie)
Alleen weergave Tabel 2: Menu Main (Hoofdmenu) (Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 5
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU'S SATA PORTS (SATA-POORTEN)
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
Gebruik dit submenu voor het wijzigen van de schijfparameters en bijbehorende instellingen. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Device (Apparaat)
Dit veld is alleen-lezen. Soort apparaat, bijv. harde schijf.
Vendor
Dit veld is alleen-lezen. Fabrikant van het apparaat.
Size (Afmeting)
Dit veld is alleen-lezen. Grootte van het apparaat.
Schijfparameters
LBA Mode (LBA-modus)
De grijze opties in het bovenste frame van het submenu zijn de schijfparameters van de firmware van de geselecteerde schijf. Afhankelijk van het gedetecteerde apparaat, worden misschien niet alle opties in de tabel hiernaast weergegeven.
Dit veld is alleen-lezen. LBA (Logical Block Addressing) is een methode voor het benaderen van gegevens op een harde schijf.
Block Mode (Block-modus)
Dit veld is alleen-lezen. De Block-modus verbetert de prestaties van de IDE-schijf door de hoeveelheid dataoverdracht te vergroten.
PIO Mode (PIO-modus)
Dit veld is alleen-lezen. De IDE PIO-modus programmeert de timingcycli tussen de IDE-schijf en de programmeerbare IDE-controller. Als de PIO-modus toeneemt, neemt de cyclustijd af.
Async DMA (Asynchrone DMA)
Dit veld is alleen-lezen. Geeft de hoogste ondersteunde asynchrone DMA-modus aan.
Ultra DMA
Dit veld is alleen-lezen. Geeft de hoogste ondersteunde synchrone DMA-modus aan.
S.M.A.R.T.
Dit veld is alleen-lezen. De SMART-functie waarschuwt het BIOS bij een probleem met een IDEapparaat.
Type
Not Installed (Niet geïnstalleerd) Auto CD/DVD ARMD
Deze optie stelt het type apparaat in dat het AMIBIOS probeert op te starten na beëindiging van de Power-On Self-Test (POST). Not Installed (Niet geïnstalleerd): Selecteer deze waarde om te voorkomen dat het BIOS gaat zoeken naar een IDE-schijf op het gespecificeerde kanaal. Auto: Selecteer deze waarde om het BIOS het type IDE-schijf behorende bij het gespecificeerde kanaal automatisch te laten detecteren. Gebruik deze instelling als er een IDE-harde schijf is gekoppeld aan het gespecificeerde kanaal. CD/DVD: Deze optie geeft aan dat een IDE optisch station is gekoppeld aan het gespecificeerde IDE-kanaal. Het BIOS zal niet gaan zoeken naar andere soorten IDE-schijven op het gespecificeerde kanaal. ARMD: Deze optie specificeert een ATAPI verwijderbaar media-apparaat. Voorbeelden: ZIP of LS-120.
Tabel 3: Submenu's SATA Ports (SATA-poorten)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 6
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
LBA/Large Mode (LBA/Largemodus)
Disabled (Uitgeschakeld) Auto
LBA (Logical Block Addressing) is een methode voor het benaderen van gegevens op een schijf. Disabled: Stel deze waarde in om te voorkomen dat het BIOS de Large Block Addressing-modus gebruikt op het gespecificeerde kanaal. Auto: Stel deze waarde in om het BIOS de Large Block Addressing-modus te laten gebruiken op het gespecificeerde kanaal.
Block (Multi-Sector Transfer)
Disabled (Uitgeschakeld) Auto
Deze optie stelt de optie blockmodus multi-sector transfer in. Disabled: Stel deze waarde in om te voorkomen dat het BIOS Multi-Sector Transfer gebruikt op het gespecificeerde kanaal. Uw IDE-controller wordt gedwongen om slechts een single sector (512 bytes) per interrupt over te brengen en verlaagt daarmee de prestaties. Auto: Deze optie laat uw IDE-controller zoveel sectors per interrupt overbrengen als de harde schijf kan ondersteunen. Raadpleeg het Block Modeinformatieveld hierboven voor deze informatie.
PIO Mode (PIO-modus)
Auto 0 1 2 3 4
De IDE PIO-modus definieert de timingcycli tussen de IDE-schijf en de programmeerbare IDE-controller. Auto: Selecteer deze waarde om het BIOS de PIO-modus automatisch te laten detecteren. 0: dataoverdrachtssnelheid van 3,3 MB. 1: dataoverdrachtssnelheid van 5,2 MB. 2: dataoverdrachtssnelheid van 8,3 MB. 3: dataoverdrachtssnelheid van 11,1 MB. 4: dataoverdrachtssnelheid van 16,6 MB. Tabel 3: Submenu's SATA Ports (SATA-poorten)(Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 7
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
DMA Mode (DMA-modus)
Auto SWDMA0, 1, 2 MWDMA, 1, 2 UDMA0, 1, 6
Auto: Selecteer deze waarde om het BIOS de DMA-modus automatisch te laten detecteren. SWDMA0: dataoverdrachtssnelheid van 2,1 MB. SWDMA1: dataoverdrachtssnelheid van 4,2 MB. SWDMA2: dataoverdrachtssnelheid van 8,3 MB. MWDMA0: dataoverdrachtssnelheid van 4,2 MB. MWDMA1: dataoverdrachtssnelheid van 13,3 MB. MWDMA2: dataoverdrachtssnelheid van 16,6 MB. UDMA0: dataoverdrachtssnelheid van 16,6 MB. UDMA1: dataoverdrachtssnelheid van 25 MB. UDMA2: dataoverdrachtssnelheid van 33,3 MB. UDMA3: dataoverdrachtssnelheid van 44,4 MB. UDMA4: dataoverdrachtssnelheid van 66,6 MB. UDMA5: dataoverdrachtssnelheid van 99,9 MB. UDMA6: dataoverdrachtssnelheid van 133,2 MB.
S.M.A.R.T.
Auto Met deze optie stelt u in of SMART-monitoring in- of uitgeschakeld is. Disabled S.M.A.R.T. waarschuwt het BIOS bij een probleem met een IDE-apparaat. Na (Uitgeschakeld) ontvangst van deze waarschuwing, verwijst het BIOS u naar het probleem. Enabled (Ingeschakeld)
32-bit Data Transfer (32-bits dataoverdracht)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Disabled: Selecteer deze waarde om te voorkomen dat het BIOS 32-bits dataoverdracht gebruikt. Enabled: Selecteer deze waarde om het BIOS 32-bits dataoverdracht te laten gebruiken op ondersteunde harde schijven.
Tabel 3: Submenu's SATA Ports (SATA-poorten)(Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 8
AMI BIOS Setup-programma
MENU ADVANCED (GEAVANCEERD) Gebruik het menu Advanced voor toegang tot geavanceerde BIOS-instellingen.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
X CPU Configuration (CPU- [Enter] configuratie)
Voor het configureren van de CPU-instellingen.
X Advanced BIOS Setup (Geavanceerde BIOS Setup)
[Enter]
Voor het configureren van instellingen bij de systeemopstart.
X Advanced Chipset Setup (Geavanceerde Chipset Setup)
[Enter]
Voor de configuratie van de chipset.
X Intel VA Configuration (Intel [Enter] VA-configuratie)
Voor het configureren van Intel VA Tech.
X Intel TXT(LT) [Enter] Configuration (Intel TXT(LT)configuratie)
Voor het configureren van Intel TXT Tech.
X Intel VT-d Configuration (Intel VT-d-configuratie)
Voor het configureren van Intel VT-d Tech.
[Enter]
X Intel Robson Configuration [Enter] (Intel Robson-configuratie)
Voor het configureren van Intel Robson Tech.
X Integrated Peripherals [Enter] (Geïntegreerde randapparatuur)
Voor het configureren van de interne poorten en controllers (USB, audio, etc.).
X Power Management (Energiebeheer)
[Enter]
Voor het inschakelen of uitschakelen van controllers of het definiëren van slaapstanden.
X Trusted Computing
[Enter]
Voor het configureren van instellingen met betrekking tot Trusted Computing.
X Event Log configuration (Event log-configuratie)
[Enter]
Voor het als gelezen markeren, wissen of bekijken van event log-gegevens.
X Video Function Configuration (Videofunctieconfiguratie)
[Enter]
Voor het configureren van de video-instellingen.
Tabel 4: Menu Advanced (Geavanceerd)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 9
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
X PC Health Status
[Enter]
Druk op Enter voor informatie over: Huidige CPU-temperatuur Huidige systeemtemperatuur Huidige snelheid CPU-ventilator Spanning Tabel 4: Menu Advanced (Geavanceerd) (Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 10
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU CPU CONFIGURATION (CPUCONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
CPU Information (CPUinformatie)
Alleen weergave
Max CPUID Value Limit (Max. Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld) CPUID-waardelimiet)
Deze optie inschakelen om NT te kunnen installeren.
Intel(R) Virtualization Tech
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Indien ingeschakeld kan een VMM de extra HW Caps. van Intel(R) Virtualization Tech gebruiken. Opmerking: Voor het wijzigen van de instellingen is een volledige reset vereist.
Execute-Disable Bit Capability Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Voor het in/uitschakelen van de NX-technologie. NX staat voor "No Execute" (Niet uitvoeren). Dit is een nieuwe technologie die voorkomt dat sommige schadelijke virussen de computer infecteren. Indien uitgeschakeld, forceert u de XD XD feature flag om altijd terug te keren naar 0. De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het CPU-type.
Core Multi-Processing
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Indien uitgeschakeld, schakelt u een execution core van iedere CPU uit.
Intel(R) SpeedStep(TM) Technology (Intel(R) SpeedStep(TM)-technologie)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u ondersteuning voor Intel® SpeedStep™ in- of uitschakelen. De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het CPU-type.
Tabel 5: Submenu CPU Configuration (CPU-configuratie)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 11
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU ADVANCED BIOS SETUP (GEAVANCEERDE BIOS SETUP)
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
Quick Boot (Snel opstarten)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Indien ingeschakeld kan het systeem snel opstarten.
Bootup Num-Lock
On (Aan) Off (Uit)
Indien ingeschakeld zorgt deze instelling ervoor dat de NumLock automatisch wordt ingeschakeld als het systeem wordt opgestart. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke voorkeur.
Logo Display (Weergave logo)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Indien ingeschakeld, wordt het NEC-logo tijdens de start getoond. Indien uitgeschakeld, wordt de POST getoond.
ACPI APIC Support (ACPI APIC-ondersteuning)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Wordt gebruikt om de Advanced Programmable Interrupt Controller (APIC) voor PC2001 in of uit te schakelen. Het inschakelen van de APIC-modus vergroot de beschikbare IRQ-bronnen voor het systeem.
Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Tabel 6: Submenu Advanced BIOS Setup (Geavanceerde BIOS Setup)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 12
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU ADVANCED CHIPSET SETUP (GEAVANCEERDE CHIPSET SETUP) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
Initiate Graphic Adapter (Grafische adapter initiëren)
IGD PEG/IGD PEG/PCI PCI/PEG PCI/IGD
Bepaalt welke videocontroller bij het opstarten van het systeem wordt gebruikt. IGD: Integrated Graphics Device PCI: PCI graphics adapter PEG: PCI Express graphics adapter
Internal Graphics Mode Select (Selectie Internal Graphics Mode)
Enabled, 8MB Geeft aan welk deel van het geheugen op het moederbord voor video wordt (Ingeschakeld, 8 MB) gebruikt. Een grotere framebuffer verbetert de prestaties van de videokaart. Enabled, 1MB (Ingeschakeld, 1 MB)
Intel AMT Support (Ondersteuning Intel AMT)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u het iAMT in- of uitschakelen. Raadpleeg de online documentatie voor meer informatie over iAMT.
Tabel 7: Submenu Advanced Chipset Setup (Geavanceerde Chipset Setup)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 13
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU INTEL VA CONFIGURATION (INTEL VACONFIGURATIE)
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Virtual Appliance Runtime Ver. 3.0 Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Beschrijving
Alleen weergave Tabel 8: Submenu Intel VA Configuration (Intel VA-configuratie)
Pagina 14
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU ITXT(LT) CONFIGURATION (ITXT(LT)CONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
Intel TXT Initialization (Intel TXT-initialisatie)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u Intel TXT-technologie in- of uitschakelen.
Tabel 9: Submenu ITXT(LT) Configuration (ITXT(LT)-configuratie)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 15
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU VT-D CONFIGURATION (VT-DCONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
Intel VT-d
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u Intel VT-d-technologie in- of uitschakelen.
Tabel 10: Submenu VT-d Configuration (VT-d-configuratie)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 16
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU ROBSON CONFIGURATION (ROBSONCONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
Intel Robson
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u Intel Robson-technologie in- of uitschakelen.
Tabel 11: Submenu Intel Robson
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 17
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU INTEGRATED PERIPHERALS Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
HDA Controller (HDAcontroller)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de desbetreffende schakelingen voor audio op het moederbord configureren.
SMBUS Controller (SMBuscontroller)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de SMBus (System Management Bus)-controller in- of uitschakelen.
GbE Controller (GbEcontroller)
Enabled (Ingeschakeld)
Alleen weergave. Geeft de status van de Gigabyte Ethernet Controller.
USB-functies
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Voor de configuratie van de USB-controllers.
USB 2.0 Controller
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u ondersteuning voor de USB 2.0-controller in- of uitschakelen.
Legacy USB Support (Legacy USB-ondersteuning)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld) Auto
Legacy USB Support heeft betrekking op de ondersteuning van de USBmuis en het USB-toetsenbord. Als deze optie niet is ingeschakeld, werkt de aangesloten USB-muis of het USB-toetsenbord pas als er een USB-compatibel besturingssysteem met alle USB-stuurprogramma's volledig is opgestart. Als deze optie is ingeschakeld kan iedere USB-muis of ieder USB-toetsenbord het systeem besturen zelfs als er geen USB-stuurprogramma's op het systeem geladen zijn. Disabled: Stel deze waarde in om te voorkomen dat er USB-apparaten gebruikt worden onder DOS of tijdens het opstarten van het systeem. Enabled: Stel deze waarde in om het gebruik van USB-apparatuur tijdens het opstarten en onder DOS toe te staan. Auto: Deze optie detecteert USB-toetsenborden of -muizen automatisch en als deze zijn gevonden is het toegestaan deze tijdens het opstarten en onder DOS te gebruiken.
Serial Port 1 Address (Adres seriële poort 1)
Disabled (Uitgeschakeld) 3F8/IRQ4 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3
Voor het instellen van het adres en de interruptrequest voor seriële poort 1 op de optionele port replicator.
Tabel 12: Submenu Integrated Peripherals
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 18
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
Serial Port 2 Address (Adres seriële poort 1)
Disabled (Uitgeschakeld) 2F8/IRQ3 3E8/IRQ4 2E8/IRQ3 Chassis locking (Chassisvergrendeling)
Voor het instellen van het adres en de interruptrequest voor seriële poort 2 op de optionele port replicator. Als Chassis locking is geselecteerd, is seriële poort 2 uitgeschakeld en is beheer van de magnetische chassisvergrendeling mogelijk.
Parallel Port Address (Adres parallelle poort)
Disabled (Uitgeschakeld) 378 278 3BC
Voor het instellen van het adres voor de parallelle poort op de optionele port replicator.
Parallel Port Mode (Modus parallelle poort)
SPP Voor het instellen van modus voor de parallelle poort op de optionele port Bi-directional (Bidirectioneel) replicator. EPP ECP
Parallel Port IRQ (IRQ parallelle poort)
IRQ5 IRQ7
Voor het instellen van de interruptrequest voor de parallelle poort op de optionele port replicator.
Chassis locking (Chassisvergrendeling)
Lock (Vergrendeling) Unlock (Ontgrendeling)
Chassis Locking verwijst naar de magnetische chassisvergrendeling die wellicht in uw chassis is geïnstalleerd (optioneel). Indien ingesteld op Lock, kan het chassis niet worden geopend. Ter extra beveiliging raden we u aan een beheerderswachtwoord op uw systeem te zetten. Kijk voor meer informatie bij Beveiligingsvoorzieningen. Stel de waarde in op Unlock als u het chassis wilt openen. Alleen beschikbaar als Serial Port2 Address is ingesteld op Chassis locking, anders is deze optie verborgen.
Tabel 12: Submenu Integrated Peripherals (Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 19
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU POWER MANAGEMENT (ENERGIEBEHEER)
Systeemparameters en standaardinstellingen -
Parameter
Opties
Beschrijving
Suspend Mode (Slaapstand)
S1 (POS) S3 (STR) Auto
Stelt de SCPI stand-by-status in als het systeem op ACPI-stand-by gaat. S1/PSOS: Power on Suspend. In de S1-status, wordt er iets meer energie verbruikt en blijven de ventilators actief. S3/STR: Suspend to RAM. Zorgt voor de meeste energiebesparing. In de S3status is de PC stil en zijn het beeldscherm en de ventilators uitgeschakeld.
Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Repost Video on S3 Resume No (Nee) (Repost video bij S3 hervatten) Yes (Ja)
Stel deze waarde in voor ondersteuning van videorepost. No: Deze instelling voorkomt dat het video-BIOS wordt geïnitialiseerd na de S3-status. Yes: Deze instelling staat toe dat het video-BIOS wordt geïnitialiseerd na de S3-status.
Restore on AC Power Loss (Hertel bij stroomuitval)
Last State (Laatste status) Power ON (Inschakelen) Power Off (Uitschakelen)
Hiermee bepaalt u hoe het systeem reageert na stroomuitval. Last State betekent dat het systeem wordt hersteld in de staat van voor de stroomuitval. Power Off betekent dat u het systeem opnieuw moet starten met de aan/uitknop en Power On betekent dat het systeem zichzelf automatisch opnieuw start.
Power Button Mode (Modus Aan/uit-knop)
On/Off (Aan/uit) Suspend
Hiermee kunt u selecteren of het systeem door gebruik van de aan/uit-knop wordt uitgeschakeld (standaard) of in de suspend-modus wordt gezet.
PS/2 KB Wake Up From S3 (PS/2 KB wake-up vanuit S3)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Met deze optie kunt u kiezen of het systeem kan worden geactiveerd vanuit de S3-slaapmodus door een actie op het PS/2-toetsenbord.
PS/2 MS Wake Up from S3 (PS/2 MS wake-up vanuit S3)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Met deze optie kunt u kiezen of het systeem kan worden geactiveerd vanuit de S3-slaapmodus door een actie van de PS/2-muis.
USB Device Wake Up from S3 Enabled (Ingeschakeld) (USB-apparaat wake-up vanuit Disabled (Uitgeschakeld) S3)
Met deze optie kunt u kiezen of het systeem kan worden geactiveerd vanuit de S3-slaapmodus door een actie op een USB-apparaat.
GbE Wake up from S5 (GbE wake-up vanuit S5)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Voor het in- of uitschakelen van remote wake-up als het systeem is uitgeschakeld.
PCIE Wake on PME# (PCIE activeren bij PME#)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u kiezen of het systeem wel of niet reageert op activeringsgebeurtenissen van PCI Express Power Management.
Tabel 13: Submenu Power Management (Energiebeheer)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 20
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
Resume on PME#
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u kiezen of het systeem wel of niet reageert op activeringsgebeurtenissen van PCI Power Management.
Resume on RTC Alarm
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u kiezen of het systeem wel of niet reageert op activeringsgebeurtenissen van Real Time Clock (RTC).
RTC Alarm Date (days) (RTC- Every Day (Dagelijks) alarmdatum (dagen)) Number of days (Aantal dagen)
Voer hier de dag van het alarm in (alleen als Resume on RTC Alarm is ingeschakeld, deze optie wordt anders grijs weergegeven).
RTC Alarm Time (RTCalarmtijd)
Voer hier de tijd van het alarm in (alleen als Resume on RTC Alarm is ingeschakeld, deze optie wordt anders grijs weergegeven).
hh:mm:ss (uu:mm:ss)
Tabel 13: Submenu Power Management (Energiebeheer) (Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 21
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen
SUBMENU TRUSTED COMPUTING
Parameter
Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
TCG/TPM Support (TCG/TPM- No (Nee) Yes (Ja) ondersteuning)
Het TPM is een speciaal onderdeel op het moederbord van de computer dat verantwoordelijk is voor de veilige opslag van platforminformatie die uniek is voor de computerconfiguratie. U kunt via deze optie de TCG/TPMondersteuning in het BIOS activeren/deactiveren.
Soft Physical
No (Nee) Yes (Ja)
In/uitschakelen softwareindicatie van fysieke aanwezigheid.
TPM Deactivated (TPM gedeactiveerd)
Don't change (Niet wijzigen) Set (Instellen) Clear (Wissen)
TPM-apparaat activeren/deactiveren.
TPM Owner (Eigenaar TPM)
Don't change (Niet wijzigen) Enable Instal (Installeren inschakelen) Disable Install (Installeren uitschakelen) Clear (Wissen)
Eigenaar TPM Installeren inschakelen/Installeren uitschakelen/Wissen.
Opties
Beschrijving
Tabel 14: Submenu Trusted Computing
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 22
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU EVENT LOG CONFIGURATION (EVENT LOG-CONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
View Event Log (Weergave event log)
[Enter]
Druk hier op Enter om het logboek van DMI-gebeurtenissen te bekijken, dat informatie over een software- of hardwareonderdeel bevat.
Mark all Events as Read (Alle [Enter] gebeurtenissen als gelezen markeren)
Voor het als gelezen markeren van DMI-gebeurtenissen na het inzien van het DMI-logboek.
Clear Event Log (Event log wissen) [Enter]
Als u Yes selecteert, worden alle gegevens in het logboek van DMIgebeurtenissen gewist.
Tabel 15: Submenu Event Log Configuration (Event log-configuratie)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 23
AMI BIOS Setup-programma SUBMENU VIDEO FUNCTION CONFIGURATION (VIDEOFUNCTIECONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
DVMT Mode Select (Selectie DVMT-modus)
Fixed mode (Vaste modus) DVMT mode (DVMTmodus)
Dynamic Video Memory Technology DVMT mode is het geheugen dat dynamisch wordt toegewezen op basis van geheugenaanvragen van de toepassing en wordt aan het systeem teruggegeven als de toepassing er niet meer om vraagt. Fixed mode is niet aaneengesloten page locked-geheugen dat is toegewezen tijdens de stuurprogrammainitialisatie om te voorzien in een statische hoeveelheid geheugen.
DVMT/FIXED Memory (DVMT/FIXED geheugen)
128 MB 256 MB Maximum DVMT
Hier stelt u de maximale hoeveelheid videogeheugen in die wordt gedeeld met het systeemgeheugen.
Local Flat Panel Scaling (Schaling lokale flatpanel)
Auto Forced Scaling (Geforceerde schaling) Disabled (Uitgeschakeld)
Om te bepalen hoe de diverse resoluties op uw scherm verschijnen. Omdat een LCD uit een vast aantal gescheiden pixels bestaat, heeft deze een "oorspronkelijke" resolutie waarbij afbeeldingen het scherpst worden weergegeven. Deze resolutie (bijv. 1280x10254) is het aantal pixels in de breedte x het aantal pixels in de hoogte van het scherm. Als uw softwareresolutie afwijkt van deze oorspronkelijke resolutie, reageert de LCD afhankelijk van uw keuze als volgt: Auto: De schalingseenheid van uw videokaart verschaalt het beeld voordat het op uw LCD verschijnt. Deze optie resulteert in de beste beeldkwaliteit. Forced Scaling: Deze optie behoudt de originele beeldverhouding van de gekozen resolutie en geeft deze weer met zwarte balken aan de zijkanten/ bovenzijde/onderzijde van het schermbeeld. Disabled: Het beeld wordt niet verschaald, maar uw LCD gebruikt de maximale resolutie en het beeld wordt in het midden van uw beeldscherm weergegeven. Dit kan resulteren in een zwarte rand langs de zijkanten van het beeld.
Tabel 16: Submenu Chipset Configuration (Chipsetconfiguratie)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 24
AMI BIOS Setup-programma
MENU SECURITY (BEVEILIGING) Gebruik het Security-menu (Beveiliging) om wachtwoorden in te stellen. Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven. BEVEILIGING MET WACHTWOORD U kunt het systeem beveiligen met wachtwoorden op verschillende niveaus. U moet het beheerderswachtwoord instellen voordat u in het BIOS Setup-programma een gebruikerswachtwoord kunt invoeren. Opmerking: Als u het BIOS Setup-programma opent met het gebruikerswachtwoord, kunt u maar een beperkt aantal velden wijzigen. De belangrijkste items zijn alleenlezen.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
Supervisor Password (Beheerderswachtwoord)
Voorbeeld: Clear (Wissen)
Dit veld is alleen-lezen en wordt automatisch ingevuld op basis van de wijzigingen die in onderstaande velden worden aangebracht.
User Password (Gebruikerswachtwoord)
Voorbeeld: Clear (Wissen)
Dit veld is alleen-lezen en wordt automatisch ingevuld op basis van de wijzigingen die in onderstaande velden worden aangebracht.
Change Supervisor Password [Enter] (Beheerderswachtwoord wijzigen)
Instellen van wachtwoordbeveiliging bij openen van het BIOS Setup-programma. Als de optie Password Check (Wachtwoord controleren) is ingesteld op Always (Altijd), wordt dit wachtwoord ook gevraagd bij het inschakelen van de computer.
Change User Password (Gebruikerswachtwoord wijzigen)
[Enter]
Instellen van wachtwoordbeveiliging bij het openen van het BIOS Setup-programma, sommige menu's zijn echter niet beschikbaar. Er moet een beheerderswachtwoord worden ingesteld voordat er gebruikerswachtwoorden gebruikt kunnen worden. Als de optie Password Check (Wachtwoord controleren) is ingesteld op Always (Altijd), wordt dit wachtwoord ook gevraagd bij het inschakelen van de computer.
Chassis Intrusion (Beveiliging systeemkast)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Hiermee kunt u de functie voor beveiliging van de systeemkast in- of uitschakelen.
Reset Chassis Intrusion (Reset beveiliging systeemkast)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Als deze parameter is ingesteld op Disable en de systeemkast wordt geopend, is de melding van deze inbraak zichtbaar bij iedere systeemstart na de ongeoorloofde opening. Als deze parameter is ingesteld op Enable en de systeemkast wordt geopend, is de melding van deze inbraak alleen zichtbaar bij de eerste systeemstart na de ongeoorloofde opening.
Boot Sector Virus Protection (Virusbescherming bootsector)
Disabled (Uitgeschakeld) Enabled (Ingeschakeld)
Beveilig de bootsector van de harde schijf tegen schrijven om virusinfecties te voorkomen.
HDD Password Status (HDD-wachtwoordstatus)
Disabled (Uitgeschakeld) Enabled (Ingeschakeld)
Dit veld is alleen-lezen en wordt automatisch ingevuld op basis van de wijzigingen die in onderstaand veld worden aangebracht.
Tabel 17: Menu Security
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 25
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
Change HDD User Password (HDDgebruikerswachtwoord wijzigen)
[Enter]
Het wachtwoord van de harde schijf kan hier worden ingesteld of gewist. Er moet voeding aanwezig zijn voor de vergrendeling van de schijf.
Boot Device Menu (Menu opstarteenheid)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u het opstartapparaat selecteren tijdens het opstarten.
System Recovery (Systeemherstel)
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u een systeemherstel starten tijdens het opstarten.
Onboard LAN Option ROM
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld)
Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u kiezen voor opstarten op het netwerk tijdens het opstarten.
Tabel 17: Menu Security (Vervolg)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 26
AMI BIOS Setup-programma
WACHTWOORDEN INSTELLEN Opmerking: In de online-documentatie vindt u bij 'Onderhouds- en beveiligingsvoorzieningen' meer informatie over beveiligingsopties (wachtwoorden voor hardware en het besturingssysteem) en over wachtwoorden voor Windows®, voor een netwerk en voor het activeren vanuit stand-by of de screensaver. WACHTWOORDEN VOOR BIOS SETUP EN OPSTARTEN Als u de toegang tot het Setup-programma of het opstarten van uw computer met een wachtwoord wilt beveiligen, moet u eerst een beheerderswachtwoord opgeven voordat u een gebruikerswachtwoord opgeeft. • Daartoe selecteert u eerst Change Supervisor Password (Beheerderswachtwoord wijzigen), typt dan een wachtwoord in en drukt daarna op Enter. Daarna typt u het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in en drukt u weer op Enter en indien gevraagd drukt u nogmaals op Enter om verder te gaan. Klik op Change User Password (Gebruikerswachtwoord wijzigen) en herhaal deze procedure voor het instellen van een gebruikerswachtwoord. WACHTWOORD HARDE SCHIJF U kunt wachtwoordbeveiliging voor de interne harde schijf instellen. Deze beveiliging beperkt toegang tot de schijf als deze in uw computer is geïnstalleerd maar ook als de schijf uit uw computer wordt verwijderd en in een ander systeem wordt geïnstalleerd. Het HDD-wachtwoord wordt naar het systeem-BIOS en de harde schijf geschreven om ervoor zorgen dat de wachtwoordbeveiliging met de schijf meegaat als deze in een ander systeem wordt geplaatst.
Systeemparameters en standaardinstellingen Wachtwoord voor harde schijf wijzigen 1. In het BIOS Setup-programma selecteert u het menu Security. 2. Selecteer Change HDD User Password en druk op Enter. Opmerking: Als de optie Primary Master HDD User Password in grijs wordt weergegeven kunt deze niet wijzigen: sluit uw computer af met de aan/uit-knop, start deze daarna opnieuw op en open het BIOS Setup-programma. 3. Typ het nieuwe wachtwoord in en druk op Enter. Opmerking: Als u geen ander wachtwoord wilt instellen, drukt u op Enter zonder een nieuwe waarde in te vullen. 4. Typ het ter bevestiging nogmaals in en druk op Enter. Als de melding Password installed verschijnt, drukt u op OK om verder te gaan. 5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het BIOS Setup-programma af te sluiten. Harde schijf verplaatsen Als een met een wachtwoord beveiligde harde schijf uit zijn oorspronkelijke systeem wordt gehaald en in een ander systeem wordt geplaatst, verschijnt er een foutmelding die aangeeft dat de schijf is geblokkeerd. Als het systeem is uitgerust met dezelfde mogelijkheid voor wachtwoordbeveiliging van de harde schijf, verschijnt er een Security Setup-venster, dat de gebruiker vraagt het wachtwoord in te voeren om de blokkering van de schijf op te heffen. Als u de harde schijf naar een ander systeem wilt verplaasten, wist u eerst het wachtwoord van de harde schijf.
Wachtwoord voor harde schijf instellen 1. In het BIOS Setup-programma selecteert u het menu Security. 2. Selecteer Change HDD User Password en druk op Enter. 3. Typ uw wachtwoord in en druk op Enter. 4. Typ het ter bevestiging nogmaals in en druk op Enter. Als de melding Password installed verschijnt, drukt u op OK om verder te gaan. 5. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het BIOS Setup-programma af te sluiten.
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 27
AMI BIOS Setup-programma
MENU PNP/PCI CONFIGURATION (PNP/PCI-CONFIGURATIE) Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
Beschrijving
Clear NVRAM
No (Nee) Yes (Ja)
Indien ingesteld op Yes, wordt het NVRAM tijdens het opstarten van het systeem gewist.
Plug & Play OS (Plug & Playbesturingssysteem)
Yes (Ja) No (Nee)
Als No is gekozen, zal het BIOS uitbreidingskaarten initialiseren. Als Yes wordt gekozen, wordt dit gedaan door het besturingssysteem.
IRQ-3 IRQ-4 IRQ-5 IRQ-7 IRQ-9 IRQ-10 IRQ-11 IRQ-14 IRQ-15
Available (Beschikbaar) Reserved (Gereserveerd)
Available houdt in dat deze IRQ beschikbaar is voor een PnP-apparaat. Reserved betekent dat deze IRQ gereserveerd is voor een ander niet-PnPapparaat.
Reserved Memory Size (Gereserveerde geheugencapaciteit)
Disabled (Uitgeschakeld) Memory Size (Geheugencapaciteit)
Voor het reserveren van geheugen voor een PCI-kaart.
Tabel 18: Menu PnP/PCI Configuration (PnP/PCI-configuratie)
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 28
AMI BIOS Setup-programma
MENU BOOT In dit menu kunt u de opstartmethode en de opstartvolgorde instellen.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Opties
1st Boot Device (Eerste opstarteenheid)
Removable Dev. Stelt de eerste opstarteenheid in. (Verwisselbaar apparaat) CD/DVD SATA Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld)
2nd Boot Device (Tweede opstarteenheid)
Removable Dev. Stelt de tweede opstarteenheid in. (Verwisselbaar apparaat) CD/DVD SATA Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld)
3rd Boot Device (Derde opstarteenheid)
Removable Dev. Stelt de derde opstarteenheid in. (Verwisselbaar apparaat) CD/DVD SATA Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld)
OPSTARTVOLGORDE Het venster geeft aan vanaf welke eenheden de computer kan worden opgestart. Na het inschakelen zoekt de computer op iedere eenheid (volgens de in de lijst opgegeven volgorde) naar opstartinstructies. Indien het systeem die instructies op een diskette of CD vindt, dan zal het vanaf die schijf opstarten. Dit kan nuttig zijn als die schijf een 'reddings'-programma bevat voor het oplossen van een ernstig probleem op de computer (zoals uw hersteldiskette of herstel-CD). Daarom dient u de verwijderbare apparaten boven uw interne harde schijf in deze lijst te plaatsen. Als er een ernstige fout op de harde schijf zou optreden, kunt u de computer ook vanaf een opstartdiskette of CD starten. SNELLE TOEGANG TOT PRIORITEITSMENU OPSTARTVOLGORDE
Het prioriteitsmenu voor de opstartvolgorde is toegankelijk bij het opstarten van de computer. Druk op F8 zodra de volgende melding verschijnt: «Press F8 key to run boot menu». In het menu dat daarna verschijnt, selecteert u vanaf welk apparaat u wilt opstarten en drukt u op Enter.
Beschrijving
Tabel 19: Menu Boot
OPSTARTEN VANAF HET NETWERK Druk op F12 zodra de volgende melding verschijnt: «Press F12 key for LAN Boot.»
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 29
AMI BIOS Setup-programma
Systeemparameters en standaardinstellingen
Parameter
Opties
Beschrijving
4th Boot Device
Removable Dev. (Verwisselbaar apparaat) CD/DVD SATA Network (Netwerk) Disabled (Uitgeschakeld)
Stelt de vierde opstarteenheid in.
Hard Disk Drives (Harde schijven)
[Enter]
Druk op Enter om de opstarteenheidprioriteit voor de beschikbare harde schijven te specificeren. Tabel 19: Menu Boot (Vervolg)
© 2007 NEC Computers SAS
Pagina 30
AMI BIOS Setup-programma
MENU EXIT (AFSLUITEN) Gebruik dit menu om de aangebrachte wijzigingen te activeren of te negeren en/of het BIOS Setup-programma af te sluiten. Selecteer een parameter en druk op Enter om de bijbehorende opdracht te laten uitvoeren. Opmerking: U wordt altijd om een bevestiging gevraagd.
Systeemparameters en standaardinstellingen Parameter
Beschrijving
Save changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten)
Hiermee kunt u de wijzigingen in de huidige instellingen opslaan en daarna het Setup-programma afsluiten.
Discard Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten)
Hiermee kunt u het Setup-programma afsluiten zonder de wijzigingen op te slaan.
Discard Changes (Wijzigingen negeren)
Hiermee kunt u alle tijdens deze sessie aangebrachte wijzigingen ongedaan maken.
Load Optimal Defaults (Optimale standaardwaarden laden)
Hiermee kunt u de standaardinstellingen laden die in de fabriek zijn ingesteld.
Tabel 20: Menu Exit
Copyright 2007 NEC Computers SAS
Pagina 31