4.7.
Itemlijst postenquête PST-leden
In het onderstaande deel bespreken we de itemlijst die in de enquête voor de leden van het PST was opgenomen. De itemlijst werd samengesteld op basis van de definities van palliatieve zorg (zie hoofdstuk 1), een literatuurstudie over de inhoud van palliatieve zorg en uitspraken van palliatieve zorgexperts. Deze itemlijst is opgedeeld in vier hoofdstukken. Ook hier hanteren we deze indeling. Bij de bespreking van de items voeren we een selectie uit. Enkel die items waarvoor een consensus of een tegenstelling geldt komen aan bod. Daarvoor wordt de eerder reeds aangegeven verdeling van consensus en tegenstelling als criterium gebruikt: - consensus wordt hier vastgelegd als: minstens 80% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord, minstens 80% van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord, - tegenstelling wordt hier vastgelegd als: minstens 45% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord en 55%van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord (tot 50-50 verdeling), of, minstens 55% van de respondenten akkoord + helemaal akkoord en 45% van de respondenten niet akkoord + helemaal niet akkoord (tot 50-50 verdeling). De respons van de respondenten was ook voor dit gedeelte van de postenquête zeer goed te noemen (minstens 136/146 of een minimale respons van 93.2%). Achtereenvolgens gaan we in op de items betreffende de conceptuele invulling van palliatieve zorg (44), de werking van het PST (23), het functioneren van het PST (19) en de palliatieve zorgcultuur (42).
_____________________________________________________ - 189
4.7.1. Conceptuele invulling van de palliatieve zorg Het hoofdstuk in de vragenlijst over de conceptuele invulling bestaat uit 44 items. De meeste items leverden geen uitgesproken pro's en contra's op. Zo werd er in dit gedeelte geen enkele tegenstelling vastgesteld bij de respondentenpopulatie. Er bestaat een consensus over negen items, waarvan er met acht akkoord en met één niet akkoord wordt gegaan. Minstens 80% van de respondenten ging akkoord met volgende uitspraken: Er bestaat tussen de leden van het PST een grote consensus over de inhoud van de fysieke dimensie. Consensus 81.3% Helemaal akkoord Akkoord
20.1% 61.2%
De fysieke dimensie van PZ behelst onder meer comfortzorg (vb. lymfedrainage, relaxatietherapie, aromatherapie, yoga, …). Consensus 82.9% Helemaal akkoord Akkoord
24.3% 58.6%
De psychologische dimensie van PZ spitst zich vooral toe op de emoties van palliatieve patiënten en/of naastbestaanden. Consensus 82.9% Helemaal akkoord Akkoord
15.7% 58.6%
De leden van het PST trachten het mentale isolement van palliatieve patiënten en/of de naastbestaanden tegen te gaan. Consensus 86.4% Helemaal akkoord Akkoord
15.0% 71.4%
De leden van het PST proberen om de communicatie tussen palliatieve patiënten en hun naastbestaanden in goede banen te leiden. Consensus 90.0% Helemaal akkoord Akkoord
20.7% 69.3%
De leden van het PST begeleiden palliatieve patiënten bij de verwerking van het ziekteproces. Consensus 92.9% Helemaal akkoord Akkoord
25.7% 67.1%
Een goede dood is een dood die aansluit bij de eigenheid van een individu. Consensus 80.7% Helemaal akkoord Akkoord
28.9% 51.9%
_____________________________________________________ - 190
Na de diagnose van een terminale ziekte is het aangewezen zich te concentreren op comfortzorg en communicatie. Consensus 82.6% Helemaal akkoord Akkoord
23.9% 58.7%
Minstens 80% van de respondenten ging niet akkoord met volgende uitspraak: Binnen PZ is er geen plaats voor medisch-technisch ingrijpen. Consensus 85.5% Helemaal niet akkoord Niet akkoord
68.1% 17.4%
Met deze resultaten wordt bevestigd dat de duidelijkste dimensie in de palliatieve zorg de fysieke dimensie is. Dat deze fysieke dimensie echter niet te beperken is tot een louter medisch-technische of biomedische dimensie blijkt eveneens uit deze analyse. Er is plaats voor comfortzorg, hetgeen blijkt uit twee items. Desalniettemin moet er plaats zijn voor medisch-technisch ingrijpen binnen de palliatieve zorg. Deze bevindingen ondersteunen het idee dat het verlenen van palliatieve zorg zeker geen medisch-technische oplossingen mijdt, zoals bij het ontstaan van de palliatieve zorg wel eens het geval was. Ook over de psychologische dimensie is er een consensus wat betreft de inhoud die zou neerkomen op de emoties van palliatieve patiënten en/of naastbestaanden. In dezelfde sfeer liggen een aantal andere items waarvoor er een consensus bestaat. Men poogt het mentale isolement van patiënten en/of naastbestaanden tegen te gaan. De verwerking van de ziekte door de patiënt opvolgen gebeurt eveneens door het PST. De communicatie tussen patiënten en naastbestaanden wordt door het PST in goede banen geleid. Deze items over de psychologische dimensie en communicatie tonen aan dat het PST zich niet beperkt tot het geven van advies van professionelen maar dat men wel degelijk zorg aan het bed verricht. Het ondersteunt tevens de stelling dat het PST (tegenwoordig vaker) bij patiënten wordt geroepen voor psychologische ondersteuning. Aanvullend uit de diepte-interviews blijkt dat de ziekenhuisprofessionelen vaak geen tijd hebben of ook wel dat ze weinig of geen raad weten met emotionele problemen die aan het sterven zijn verbonden. Ten slotte is er een consensus over het feit dat een goede dood op een geëigende dood neerkomt. 4.7.2. Werking van het PST Het hoofdstuk over de werking van het PST bestaat uit 23 items. De meeste items leverden geen uitgesproken pro's en contra's op. Ook in dit gedeelte werd er geen enkele tegenstelling vastgesteld bij de respondentenpopulatie. Ook hier bestaat er een consensus over negen items, waarvan minstens 80% van de respondentenpopulatie met acht items akkoord en met één item niet akkoord gaat. Minstens 80% van de respondenten ging akkoord met volgende uitspraken: Mijn eigen bijdrage tot de geboden PZ is even belangrijk als de bijdrage van mijn collega's binnen het PST. Consensus 92.0% Helemaal akkoord Akkoord
32.8% 59.1%
_____________________________________________________ - 191
Door de samenwerking met mijn collega's van het PST kan ik een betere PZ verlenen dan alleen. Consensus 98.6% Helemaal akkoord Akkoord
60.9% 37.7%
Ik leer veel bij van mijn collega's uit het PST. Helemaal akkoord Akkoord
Consensus 92.8%
39.9% 52.9%
Binnen het PST ligt de nadruk op de menselijke benadering van de stervende patiënten. Consensus 94.9% Helemaal akkoord Akkoord
44.9% 50.0%
Verpleegkundigen van een PST hebben een signaalfunctie naar de arts van het PST wat betreft de problemen bij de palliatieve patiënt. Consensus 92.0% Helemaal akkoord Akkoord
23.9% 68.1%
Het opstarten van de PST's in ziekenhuizen zal meer patiënten die baat kunnen hebben van PZ in aanraking brengen met de PZ. Consensus 95.7% Helemaal akkoord Akkoord
41.0% 54.7%
Een PST moet streven naar een afname van de toepassing van palliatieve sedatie. Consensus 84.9% Helemaal akkoord Akkoord
23.7% 61.2%
Een PST moet ernaar streven actief betrokken te zijn bij de ontslagregeling van palliatieve patiënten. Consensus 94.2% Helemaal akkoord Akkoord
34.5% 59.7%
Minstens 80% van de respondenten ging niet akkoord met volgende uitspraak: Binnen het PST ligt de nadruk op de technische interventie. Consensus 86.9% Helemaal niet akkoord Niet akkoord
44.9% 50.0%
Uit bovenstaande items waarvoor een consensus bestaat binnen de respondentenpopulatie kan worden afgeleid dat de teamwerking als belangrijk wordt bevonden. Er bestaat namelijk een _____________________________________________________ - 192
grote consensus over het feit dat ieder lid van het PST een belangrijke bijdrage kan leveren aan de werking en dat daardoor er ook een betere zorgverlening mogelijk is. Men stelt ook veel bij te leren van de collega's. We vinden ook een bevestiging van de stelling dat verpleegkundigen een signaalfunctie naar de artsen hebben. Dit leidt ons naar een bevestiging dat ze de draaischijf zijn binnen een PST en dat artsen het PST volgen vanop een zekere afstand. Verder bestaat er een duidelijk positieve attitude naar de eigen functie binnen het ziekenhuis; men is het er namelijk over eens dat patiënten een grotere kans hebben om met palliatieve zorg in aanraking te komen door de werking van de PST's. Dat ondanks de bevinding uit de diepte-interviews er nogal wat tegenkanting in ziekenhuizen is terug te vinden op verschillende niveau's. Verder is er een consensus over de inhoudelijke werking qua nood aan menselijke benadering, de beperkte plaats van de technische interventie, de afbouw van palliatieve sedatie, de taak van het PST bij de ontslagregeling. De eerste twee items sluiten aan bij de nieuwe' zorgcultuur waarvoor palliatieve zorg staat. Het derde item over de sedatie is moeilijker te plaatsen omdat palliatieve sedatie in een eerder deel van de vragenlijst nog tot de goede praktijk werd gerekend. Dat het PST een taak heeft bij de ontslagregeling sluit aan bij het KB van 15.07.1997 op de pluridisciplinaire equipes (zie hoofdstuk 2). 4.7.3. Functioneren van het PST Het hoofdstuk over het functioneren van het PST bestaat uit 19 items. De meeste items leverden geen uitgesproken pro's en contra's op. Net zoals in de vorige gedeelten werd er geen enkele tegenstelling vastgesteld bij de respondentenpopulatie. We vonden een consensus voor drie items waarmee de respondentenpopulatie akkoord of helemaal akkoord gaat. Er waren geen items waarvoor er een consensus was dat men er niet mee akkoord ging. Met andere woorden: minstens 80% van de respondenten ging akkoord of helemaal akkoord met volgende uitspraken: De vrijstelling voor palliatief werk bevordert de optimale werking van ons PST. (n = 138) Consensus 85.5% Helemaal akkoord Akkoord
36.2% 49.3%
De interdisciplinaire werking bevordert de optimale werking van ons PST. (n = 138) Consensus 95.7% Helemaal akkoord Akkoord
45.7% 50.0%
Om tot een optimale sensibilisering van andere ziekenhuisprofessionelen te komen is mondeling contact veel belangrijker dan geschreven informatie-uitwisseling. (n = 139) Consensus 84.2% Helemaal akkoord Akkoord
28.8% 55.4%
Uit deze items waarvoor een consensus wordt bereikt binnen de respondentenpopulatie kan worden afgeleid dat de leden van de PST's het een noodzaak vinden om vrijgesteld te worden voor hun werk binnen het PST. Dat dat vaak niet het geval is nu bleek uit de eerder besproken _____________________________________________________ - 193
resultaten wat betreft de samenstelling van het PST (zie hoofdstuk 4.3). Ook hier vinden we een bevestiging dat het samenwerken tussen de verschillende beroepen met allen eenzelfde doel en elk werkend vanuit de eigenheid van het eigen beroep belangrijk is. We vinden ook een bevestiging dat de mondelinge overdracht van informatie tot de meest optimale manier wordt gerekend wat betreft de sensibilisering van de ziekenhuisprofessionelen. 4.7.4. Palliatieve zorgcultuur Het hoofdstuk over de palliatieve zorgcultuur bestaat uit 42 items. De meeste items leverden geen uitgesproken pro's en contra's op. Net zoals in de vorige gedeelten werd er geen enkele tegenstelling vastgesteld bij de respondentenpopulatie. We vonden een consensus voor vijf items. Daarvan zijn er vier waarmee de respondentenpopulatie akkoord of helemaal akkoord gaat en een waarmee de respondentenpopulatie niet akkoord of helemaal niet akkoord gaat. Minstens 80% van de respondenten ging akkoord of helemaal akkoord met volgende uitspraken: Palliatieve zorg draagt bij tot een meer menselijk klimaat in de algemene gezondheidszorg. Consensus 98.6% Helemaal akkoord Akkoord
42.8% 55.8%
De palliatieve patiënt heeft ten allen tijde het recht om de behandeling te weigeren. Consensus 98.5% Helemaal akkoord Akkoord
50.7% 47.8%
De palliatieve patiënt moet alle informatie over zijn gezondheid krijgen indien hij er naar vraagt. Consensus 93.5% Helemaal akkoord Akkoord
48.2% 45.3%
Palliatieve zorg is eerder patiënt-gericht dan ziektegericht. Consensus 96.4% Helemaal akkoord Akkoord
55.8% 40.6%
Minstens 80% van de respondenten ging niet akkoord of helemaal niet akkoord met volgende uitspraken: De dood van een palliatieve patiënt voelt aan als een mislukking van de behandeling. Consensus 86.9% Helemaal niet akkoord Niet akkoord
44.9% 50.0%
_____________________________________________________ - 194
Met dit deel naar palliatieve zorgcultuur trachtten we te achterhalen wat er specifiek is aan de palliatieve zorg. Waar meer dan 80% van de respondenten het eens over zijn is dat de palliatieve zorgcultuur bijdraagt tot een meer menselijk klimaat in de gezondheidszorg, dat er een grotere gerichtheid is op de patiënt dan op de ziekte, dat de patiënt het recht heeft een behandeling te weigeren en alle informatie over zijn gezondheid moet krijgen waar hij naar vraagt. Verder wordt de dood er niet gezien als een mislukking van de verstrekte zorg. Hiermee worden de bevindingen uit de diepte-interviews bevestigd.
_____________________________________________________ - 195