non MINISTERIE No.
39*+21
AFD.
kMi
^
H.o[ W. É
A N T W O O R D OP SCHRIJVEN V A N
ONDERWERP
collegegelden.
Verzoeke bij beantwoording datum, nummer en afdeeling win dit schrijven te vermelden. i
om
aamamm
VAN ONDERWIJS, KÜNSTfcfo EN WETENSCHAPPEN
«
i
. . .
4 2 Ckfni 19^
VGRAVENHÄGE, PRINSESSEGRACHT
'H
. .
*a
X -«Si,
Ulk'tXVSJSfr?
f isif.o
jgä
V
de Onderwi j ' i ^ a â n ^ S t a t e n l a a n 125» 's-G
. A YE NH A
Hierbij doe ik U een suggestie toekomen waarbij de mogelijkheid wordt overwogen studenten van het Kon. Conservatorium, die zich tevens voor het -afleggen van examens aan eefl-Rijksuniversiteit laten inschrijven, vrijstelling van Collegegeld te verlenen. Ik zal het zeer op prijs stellen hierover Uw advies te mogen vernemen. Het geschrift werd mij door een belanghebbende toegezonden. De Minister van Onderwijs, Kunsten en We'tenschappen, oor, de Minister, Het^öofd der Afdeling, 1 (/-Oü^^-
Model 250 (J$\ 8464 - '43 - K 983
28 H # 0 #
"
September
,^
12 Juni I947, Nr.394-2I, Afd,H.ü.VK. vrijstelling collegegeld voor leerlingen Kon. Conservatorium
De Eerste Afdeling van de Onderwijsraad biedt Uwe Excellentie hierbij wederom aan de haar bij Uwer excellenties schrijven van 12 Juni 1947 toegezonden suggestie van een belanghebbende " studenten van het Koninklijk Conservatorium, die zich tevens voor het afleggen van examens aan een Rijksuniversiteit laten inschrijven, vrijstelling van collegegeld te verlenen"• Daargelaten of het Koninklijk Conservatorium te 's-Gravenhage, zoals belanghebbende stelt, als een Rijksinstelling, kan worden aangemerkt, gaat in elk geval hetgeen hij in punt 2 vraagt, naar de mening der Afdeling te ver. Uwe Excellentie bepaalt zich d an ook in Haar schrijven van 12 Juli 1°A7 terecht tot de quaestie van het collegegeld, al veroorlooft de Afdeling zich de opmerking, dat in dat schrijven de scherpe onderscheiding wordt gemist tussen de inschrijving om de colleges te mogen volgen, en de mogelijkheid om examens af te leggen. De Afdeling kan in principe voor de gedachte gevoelen, dat aan de studenten van het Kon. Conservatorium, vrijstelling van collegegeld wordt gegeven. Evenwel kan men dit niet beperken tot dit ééne conservatorium, maar x± zal men de consequentie moeten aanvaarden, dat dit dan ook moet gelden voor andere Conservatoria zowel als voor andere instellingen, die op het ]Seiï van H.O. tot kunst-beoefening opleiden, zoals bijv. de Rijksacademie voor beeldende kunsten. Voorts sal deze vrijstelling niet eenzijdig mogen werken; er zal peciprociteit moeten bestaan: aan studenten van Rijksuniversiteiten zal dan ook vrijstelling moeten worden verleend voor het volgen van de lessen aan de conservatoria, of, voor zover dit op practische bezwaren stuit, althans aan studenten in muziekwetenschap en kunstgeschiedenis. Namens de Afdeling voornoemd, M£c4r^/^~^
t v,Qd#
voorzitter
, Secretaris
Z i j n e E x c e l l e n t i e de M i n i s t e r van O n d e r w i j s , Kunsten en Wetenschappen
•s-G R A V E N H A G E
Afschrift Onderwijsraad Nr. 28 H.O. iW
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN
*&
•s-Gravenhage, 12 Juni 1 9 4 7 ^ ! ps* jr
b . 39421 tfd.H.O.W.
JH
Uderwerp: C o l l e g e g e l d e n
Aan de O n d e r w i j s r a a d , S t a t e n l a a n 125 f
s-G
RAVENHAGE
Hierbij doe ik U een suggestie toekomen waarbij de mogelijkheid wordt overwogen studenten van het Kon. Conservatorium, die zich tevens voor het afleggen van examens aan een Rijksuniversiteit laten inschrijven, vrijstelling van Collegegeld fee verlenen. Ik zal het zeer op prijs stellen hierover Uw advies te moeen vernemen. Het geschrift werd mij door een belanghebbende toegezonden. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Voor de Minister, Het wnd. Hoofd der Afdeling
De f a c i l i t e i t , d i e de Hoger Onderwijswet biedt aan de studenten van a l l e u n i v e r s i t e i t e n en hogescholen om c o l l e g e s aan andere s o o r t g e l i j k e i n s t e l l i n g e n van hoger onderwijs t e volgen, zonder daarvoor ten tweede male collegegeld verschuldigd t e z i j n , berust b l i j k b a a r formeel op het a l of n i e t erkend z i j n van de betrokken o n d e r w i j s i n s t e l l i n g e n a l s u n i v e r s i t e i t of hogeschool, komt evenwel i n de p r a c t l j k neer op de r e g e l , d a t a l l e studenten ongeacht hun s t u d i e r i c h t i n g , de deuren geopend vinden n i e t a l l e e n van a l l e andere f a c u l t e i t e n maar ook, zonder verdere kosten aan c o l l e g e geld, desverlangend vakstudie kunnen genieten i n de technische i n g e n i e u r s , landbouwkundige en handeïsecoaomisehe vakken aan de betrokken g e s p e c i a l i s e e r d e o n d e r w i j s i n s t e l l i n g e n , en dat a l l e studenten die hun vakopleiding genieten aan de technische, landbouwkundige of handelseconoaische hogescholen, g r a t i s aanspraak kunnen maken op aanvullend algemeen vormend ax u n i v e r s i t a i r onderwijs, aan welke u n i v e r s i t e i t ook» Niemand z a l i n deze t i j d het denkbeeld willen opperen, dat men op deze r e g e l i n g zou moeten terugkomen. Zf3T v o o r z i e t i n een erkende behoefte. G e l e i d e l i j k aan i s z i j t e c h n i c i , landbouwkundigen, v e e a r t s e n , handelseconomen en zoo meer gaan omvatten. Terecht. Zij evenwel, die na volbracht" voorbereidend hoger onderwijs de KUNSTrichting u i t g a a n , » i j n daarentegen nog s t e e d s van deze f a c i l i t e i t u i t g e s l o t e n . Dit i s voorzeker n i e t t e w i j t e n aan net f e i t dat hun s t u d i e r i c h t i n g ( muziek, b . v . of beeldende kunst ) minder behoefte zou hebben aan aanvullend algemeen u n i v e r s i t e i t onderwijs. Integendeel, men sou z e l f s het tegenovergestelde kunnen beweren, zeker voor onze t i j d . Zijn ook de toekomstige hogere t e c h n i c i , landbouwkundigen, v e e a r t s e n , handelseconomen daarvan voor heen n i e t verstoken geweest, t o t man t o t andere i n z i c h t e n i s gekomen? Waarom dan thans ook n i e t voor de KUNST-studenten de studiemogelijkheden aangepast, aan de eisen van de t i j d , a l t h a n s voor zover z i j de v e r e i s t e voorbereidende hoger-onderwijs-opleiding hebben genoten? Waarom moeten de kunst»studenten voor hun vakopleiding ( b i j v . op een Koninklijk Conservatorium, dat toch ook een r i j k s i n s t e l l i n g i s ) na het Gymnasium of de H.B.S. t e hebben af»gelopen, ƒ 300.— c o l l e g e geld betalen en daarenboven, a l s z i j enige c o l l e g e s aan een u n i v e r s i t e i t willen volgen en exn eventueel t . z . t . ook nog enig examen w i l l e n afleggen, nog eens ƒ 325.—? I n t o t a a l dus ƒ 625.— p e r j a a r ? En waarom worden de studenten die een technische i n g e n i e u r s o p l e i d i n g , een landbouwkundige, een veeartsenijkundige of een handelseconomisehe vakopleiding genieten, g r a t i s t o t de u n i v e r s i t e i t s c o l l e g e s toegelaten indien z i j daaraan behoefte hebben of er neiging toe gevoelen? Niemand zal toch willen ontkennen, dat de e i s e n die aan de kunstbeoefenaar en de mask wetenschappelijke kunstbekschouwer i n onze moderne ># tijd worden g e s t e l d , evenzeer gestegen z i j n a l s , enige decenniën geleden, de eisen waaraan de hogere t e c h n i c i , landbouwkundig e n e n handelseconomen z i j n moeten gaan beantwoorden. Ook op k u n s t gebied s t e l l e n wetenschap en beoefening thans andere eisen dan vroegerde vooropleiding i s anders geworden ( i a vele gevallen gymnasium of a . ä . b . ; en naast de vakopleiding hebben - evenals b i j de t e c h n i c i , e n z . een beperkt aantal studenten behoefte aan aanvullend u n i v e r s i t a i r onderwios v Men opene daar ook voor hen de deur, zoals men ze voor h L £ r ? oe C te,û„d e l a ^ 0 l l w k u û à l g e n , de v e e a r t s e n , de handelseconomen .rflil 8 ? P , - a l t h a n s voor die kunst-student en, die het v e r e i s t e I n S Ï f ^ d e K dV h r° d? es re er h e1r wd i j sb e-ome fé t vrucht hebben deerlopen. tcn^ï^i>^ ? 8 Î* ? e a i n g van de kunst-vakken i n wetenRes?hi^eniï W ^ .d oJ« ^ ^ r si t ei ten ( muziekwetenschap of kunstor leleeennÏÏS tï'Zïd „ y o o £ d e * e studenten een s o o r t g e l i j k e gelegenheid t e s e r p e n , die hen i n s t a a t s t e l t aanvullende vakopleiding ----""-ir*"'
2.
( voor zoover daaraan behoefte en gelegenheid zou bestaan ) aan conservatorium of academie te genieten, als andere studenten, die aan een technische, landbouwkundige of handelseconomische hogeschool college willen volgen, thans reeds vrij staat, zonaer tweemaal collegegeld te betalen. 1. Erkenning van het principe dat studenten, die voorbereidend hoger onderwijs genoten en dus voldoen aan de eisen van toelating tot de universiteit, op rijksènsteilingen van hoger onderwijs of daarmede gelijk gestelde scholen, dezelfde ontwikkelingsen studiemogelijkheden moeten worden geboden, ongeacht de vraag of hun^studierichting respectievelijk vakopleiding van artistieken, technische, landbouwkundige, veeartsennijkundigeof handelseconomische aard is, m.a.w. wat de eeaea gratis respectievelijk zonder betaling van dubbel college-geld geboden wordt? moge de anderen voortaan niet langer onthouden worden. Wat bijv. op rijksconservatorium of rijksacademie voor hogere vakopleiding aan collegegeld betaald is, moge in mindering worden gebracht op het collegegeld dat op de universiteit verschuldigd is, waarbij het recht op het afleggen van universitaire examens onaangetast moge hMjven ( hetgeen bij het inschrijven als toehoorder voor een of een paar colleges B uiteraard vervalt ) . 2. In verband met het feit, dat conservatoria en academies ook open staan voor leerlingen, die geen voorbereidend hoaer onderwijs genoten, in tegenstelling tot technische, landbouwkundige enhandelseconomische hogescholen ( aanleg en begaafdheid spelen hier natuurlijk een andere rol ) zal de nieuwe regeling bijzondere voorschriften vereisen. Wellicht is een regeling denkbaar waardoor de beoogdetfvrijstellingen door de Minister verleend worden, na de betrokken instellingen van hoger onderwijs ( conservatorium resp. academie en universiteit ) te hebben gehoord. | ^: C T o 1 e ? S e l i d k h e i d ° ? d a t ; i n afwachting van de nieuwe wettelijke regeling, - waarmede uiteraard een min of meer lange tijd gemoeid J f ^ H V * » e e a. overgangsmaatregel worde getroffen, een ffin ,1-- v-oorzfeai,ag v o o r d e betrokken studenten, die - kan het ? T T**°5 ? e z e ùer rst toepassing zou kunnen vinden. (. Incidentele vrijstelling of restitutie ? ) .