Spel- en gedragsregels voor de
MINI-HOCKEY F-jeugd (3 tegen 3) NB: De onderstaande tekst en afbeeldingen is een compilatie van publicaties van de KNHB.
Voorwoord In het hockey sta je er niet alleen voor. Vanaf nu speel je in een team. Eerst 3-tal hockey, dan 6-tal hockey en als je wat ouder bent 8-talhockey. Teamsport betekent: je samen inzetten, samen plezier maken, samen trainen, samen wedstrijden spelen, samen winnen en ook verliezen. Behalve trainen met je teamleden, ga je nu ook uit- en thuiswedstrijden spelen. De regels die je daarvoor moet kennen zijn hier beschreven. Heel veel plezier op het hockeyveld.
Wat hebben we nodig Stick De juiste lengte van je stick meet je zo. Ga rechtop staan op lage schoenen. Laat je armen naar beneden hangen en buig je onderarm naar voren. De afstand van de onderkant van de elleboog tot aan de grond is de juiste maat van jouw stick. De stick is aan de linkerzijde plat. Met de bolle kant mag je de bal niet spelen.
Clubtenue Iedere vereniging heeft een clubtenue. De kleuren van onze hockeyclub zijn lichtgrijs voor het shirt, een rode broek of rok en grijze kousen met rode strepen. Dit tenue draag je tijdens de wedstrijden. Zorg ervoor dat het shirt goed in de broek of rok zit en dat je kousen zijn opgetrokken. Draag een gebitsbeschermer en onder de kousen scheenbeschermers. Goede (kunstgras) schoenen met nopjes zorgen ervoor dat je niet uitglijdt.
Trainingspak Voor en vaak ook tijdens de trainingen draag je een trainingspak. Dit voorkomt dat je ziek wordt. Vlak voordat de wedstrijd begint doe je het trainingspak uit.
Gevaarlijk Draag bij trainingen en wedstrijden geen kettinkjes, ringen, oorbellen, horloges en armbanden. Dat is gevaarlijk. Je kunt er iemand of jezelf mee bezeren.
Keeper Bij 3-tal hockey hebben we geen keeper. Iedereen speelt mee. Pas bij 6-tal hockey hebben we een keeper.
Trainen In de wedstrijd doe je altijd goed je best. Om goed te leren hockeyen ga je naar de training. Het is belangrijk dat je altijd aanwezig bent. Als je echt niet kunt, geef je dit door aan je teamgenoten en de trainer of coach. Door te trainen leer je steeds beter hockeyen.
Voor de wedstrijd Zorg ervoor dat al je hockeyspullen in orde zijn. Samen met je teamgenoten verzamel je bij het clubhuis. Dit doe je ruim voor het begin van de wedstrijd. Als je bij elkaar zit vertelt de coach waar je speelt en waar je op moet letten. Samen probeer je doelpunten te maken en tegendoelpunten te voorkomen.
De doelen Bij 3-tal hockey hebben we 4 doelen, 2 voor ons en 2 voor de tegenpartij. De 2 doelen van elk team staan op de achterlijn, zoals in de tekening is afgebeeld. Elk doel is ongeveer 2 stappen groot. Er wordt gespeeld op één achtste hockeyveld oftewel een half E-hockeyveld.
Meestal komt het andere team ook met 6 of meer spelers. Deze worden dan, net als jullie, verdeeld in twee teams, een team A en een team B. De wedstrijd duurt 2 x 15 minuten of soms wat langer met een kleine pauze. In de eerste 15 minuten speel je tegen team A en na de pauze speel je tegen team B.
Regels Doelpunt Samen met je teamgenoten probeer je zo goed mogelijk te spelen. De bedoeling van het spel is dat je doelpunten maakt. Er is een doelpunt gemaakt zodra een aanvaller in het 5 meter-gebied de bal heeft aangeraakt, die vervolgens het doel ingaat. Winnen is leuk, maar verliezen moet je ook leren. Tijdens de wedstrijd toon je respekt voor je teamgenoten, je tegenstander en de spelleid(st)er. Accepteer ook beslissingen van de spelleid(st)er. Iedereen maakt wel eens een fout, maar iedereen probeert ook zijn best te doen.
Beginslag Het spel start met de beginslag vanaf het midden van het veld. Na ieder doelpunt wordt het spel hervat met een beginslag door de partij die een doelpunt tegen heeft gekregen. Ieder moet afstand houden. De bal mag naar alle richtingen worden gespeeld.
In balbezit probeer je door aan te vallen een doelpunt te maken. Heeft de tegenstander de bal, dan probeer je de bal te veroveren.
Vrije slag In het spel komen ook overtredingen voor. Bijvoorbeeld: iemand krijgt de bal op z'n voet of er is gevaarlijk spel. Het team dat de overtreding niet heeft gemaakt, neemt de vrije slag. Je neemt de bal buiten het 5 meter-gebied op de plaats van de overtreding en speelt de bal over de grond naar een medespeler. Iedereen moet 5 meter afstand houden.
Bal over de zijlijn Een inslag mag je nemen wanneer de tegenstander de bal over de zijlijn heeft gespeeld. Iedereen moet 5 meter afstand houden.
Bal over de achterlijn Bij 3-tal hockey kennen we geen hoekslag.
Overtredingen Shoot Als veldspeler mag je de bal niet expres met de voet, het been of het lichaam spelen.
Voordeel Soms kun je er niets aan doen. Dan wordt de bal tegen je voet of je been gespeeld, zonder dat je die kunt ontwijken. De spelleider fluit daar ook meestal niet voor. Dit noemen we 'voordeel'. In dat geval wordt er doorgespeeld omdat niemand nadeel ondervindt van de overtreding. Hij fluit wel als er uit dat 'shoot' voordeel voor jouw team komt.
Wat mag niet Hockey moet voor iedereen leuk blijven. Zorg ervoor dat de spelleider niet hoeft te fluiten voor gevaarlijk of ruw spel. Je voorkomt zo blessures. Gevaarlijk spel is altijd verboden !!!
Dit mag niet: Je stick gevaarlijk hoog uithalen. Hoog uitzwaaien mag ook niet. Dit noemen we "STICKS". Wanneer maak je sticks? Dat gebeurt zo gauw er een deel van je stick boven de schouder uitkomt bij het SPELEN VAN DE BAL.
Een hoge bal spelen mag niet. Dat is gevaarlijk. Soms ligt de bal wel op de grond, maar de speler houdt zijn stick zó schuin dat de bal vanzelf omhoog gaat (snijbal).
Vasthouden, duwen of laten struikelen van je tegenstander mag niet.
Time–out Bij een time-out kan je coach een extra aanwijzing geven. Hij zorgt ervoor dat jullie allemaal plezier in het hockey hebben. Je coach vertelt je ook wat je op een bepaalde plaats moet doen.
Spelleider De spelleider zorgt ervoor dat het voor iedereen veilig is om te spelen. Als er een overtreding wordt gemaakt legt de spelleider het spel even stil. Hij kan je vragen waarom het spel is stilgelegd. Samen met de coaches zal hij ervoor zorgen dat je een leuke wedstrijd speelt.
Publiek Een wedstrijd voor veel publiek is hartstikke leuk. Vraag of je ouders, je vriendjes of vriendinnetjes komen kijken naar de wedstrijden. Laat iedereen je team aanmoedigen.
Einde wedstrijd Samen met de tegenstander drink je in het clubhuis limonade en praat je over de wedstrijd die je hebt gespeeld.