Milieuzorgplan Golfclub Zwolle Oktober 2010 1. Inleiding Zorg voor het milieu is iets wat tegenwoordig “in” is. Dat is niet voor niets. Denk bijvoorbeeld maar aan de ontwikkelingen rondom de veranderingen van klimaat als gevolg van het menselijk handelen. Zorg voor het milieu is ook iets waarvoor de verantwoordelijkheid makkelijk bij anderen of op een hoger niveau gelegd wordt. Dit is onterecht, want ook op individueel of lokaal niveau is er met betrekking tot de milieuzorg winst te behalen en dus ook op het gebied van het beheer van een golfbaan en alles wat daarbij komt kijken. Het is dan ook logisch en terecht dat het milieu onderdeel uitmaakt van het programma “Golf Environment Organisation” (GEO). Dat gebeurt dus in de vorm van een milieuzorgplan, oftewel een plan voor het omgaan met de veelheid aan milieuaspecten, waarmee je op een golfbaan/vereniging te maken krijgt. Het milieuzorgplan bestaat het uit twee onderdelen. Het eerste deel richt zich op de eisen die gesteld worden in het kader van de milieuwetgeving, zowel landelijk als gemeentelijk. Het tweede deel gaat meer in op concrete milieuaspecten zoals het gebruik van energie, water, afvalverwerking, gewasbescherming e.d.. Voor het tweede deel zijn standaardvragenformulieren ontwikkeld. Deze formulieren zijn in dit plan opgenomen. Waar naar cijfermatige gegevens gevraagd wordt, wordt regelmatig naar bijlagen verwezen. Een andere tweedeling die in het milieuzorgplan aan te brengen is, hangt samen met de vragen “waar zijn we nu?” en “waar willen we naar toe?”. Het antwoord op de eerste vraag komt neer op het beschrijven van de huidige situatie met betrekking tot de zorg voor het milieu. Het antwoord op de tweede vraag richt zich meer op de ambitie één en ander verder te verbeteren. Hierbij hoort ook het vertalen van deze ambitie in concrete actiepunten, een hieraan gekoppelde tijdsplanning en een regelmatige evaluatie. Overigens kan naar aanleiding van de analyse van de huidige situatie geconcludeerd worden, dat met betrekking tot het milieubeleid de golfclub Zwolle al heel veel gedaan heeft. De nog te behalen winst is daardoor beperkt. 2. Milieuwetgeving. 2.1 Milieuvergunning. Het gaat te ver om in het kader van GEO een uitputtende beschrijving van de milieuwetgeving te geven. In de praktijk komt het erop neer dat de milieuwetgeving zich voor een golfbaan/vereniging vertaalt in de verplichting tot het hebben van een milieuvergunning. 2.1.1
Huidige situatie.
De milieuvergunning van de golfbaan te Zwolle is neergelegd in een officiële beschikking gedateerd 10 juni 1996. Deze beschikking bevindt zich in het archief van de golfvereniging en heeft een heleboel bijlagen, die o.a. gaan over bouwtekeningen van gebouwen en andere bouwwerken, rioleringstekeningen, bodemonderzoeksgegevens, opslag van gevaarlijke stoffen etc.. In bijlage 1 is een overzicht van de stukken m.b.t. de milieuvergunning gegeven. In 2008 heeft een uitgebreide controle van de milieuvergunning door de gemeente plaatsgevonden. Er moest slechts op enkele kleinere punten een aanpassing cq. aanvulling doorgevoerd worden. Toen dit gebeurd was heeft de gemeente aangegeven dat de golfbaan met alles wat daarbij hoort aan de eisen voldoet. 2.1.2
Ambitie.
De ambitie inzake het verbeteren van de situatie met betrekking tot de milieuvergunning vertaalt zich in de volgende actiepunten: a. Indien aanpassingen van de situatie dan wel de regelgeving hierom vraagt zal de milieuvergunning geactualiseerd dienen te worden. b. Het milieulogboek indien nodig actualiseren en bijhouden c. De afvalstoffenboekhouding indien nodig actualiseren en bijhouden.
2.2 Milieubeleid bij de golfbaan/vereniging. Voor de uitwerking van dit onderdeel heeft men vanuit GEO standaardvragenformulieren ontwikkeld. In paragraaf 2.2.6 zijn deze formulieren conform de systematiek van GEO opgenomen. Voordat van Committed to Green de overstap naar GEO gemaakt werd, was er al een concept milieuzorgplan gemaakt. De paragrafen 2.2.1 t/m 2.2.5 komen hier uit voort. Gezien het feit dat in deze paragrafen niet alleen gegevens over de huidige situatie zijn opgenomen, maar ook een zeker ambitieniveau wordt neergelegd (meer dan bij GEO gevraagd wordt), is er voor gekozen deze paragrafen te handhaven. Dit ondanks het feit dat dit tot enige dubbele informatie leidt. 2.2.1
Energiegebruik
2.2.1.1 Huidige situatie De onderstaande tabellen geven de ontwikkeling van het gebruik van elektra, gas en water over de periode 2005 t/m 2009. Aanvullend op de tabellen is een korte toelichting toegevoegd. Elektra 2005 2006 2007 2008 2009
loods Shop restaurant overig totaal 26006 5943 45994 38737 116680 30499 6182 42228 38051 116960 23605 5520 44593 42884 116602 27693 5614 45911 41670 120880 25443 6203 46110 41563 119319
Het gebruik van elektriciteit is vrij stabiel. Reeds genomen maatregelen ter besparing zijn: de zonnecollectoren op het dak voor verwarming van de boiler, spaarlampen, waar mogelijk 1 lamp in dubbele armaturen, bewegingsmelders om te zorgen dat er geen licht onnodig aan blijft staan. Gas 2005 2006 2007 2008 2009
restaurant 1465 2015 2200 2459 2382
overig totaal 14604 13139 12916 10901 12449 10249 14424 11965 14857 12475
Ondanks wat schommelingen (hoogstwaarschijnlijk aan het weer in de winter toe te schrijven) is ook het gasgebruik vrij stabiel. Water
totaal 2005 2006 2007 2008 2009
657 759 767 790 800
Het gebruik van water is met wisselende sprongen licht stijgend. In de kranen is een waterbesparend ringetje/zeefje geplaatst. Brandstof
Diesel Benzine totaal 2007 12742 11569 1173 2008 12033 11190 843 2009 13290 12312 978
De brandstof wordt gebruikt voor de machines van de greenkeepers.
2.2.1.2 Ambitie De ambitie inzake het verbeteren van de situatie met betrekking tot het energiegebruik vertaalt zich in de volgende actiepunten: a. Ontwikkelingen met betrekking tot het op de markt komen van energiebesparende maatregelen (lampen, apparatuur, afstelling e.d.) zullen gevolgd en waar mogelijk toegepast worden. b. Bij vervanging van apparatuur, machines e.d. speelt het energiegebruik bij de keuze tussen verschillende alternatieven een belangrijke rol. 2.2.2
Afvalbeleid
Er is sprake van verschillende soorten afval, zoals groenafval (vooral maaisel), olie/vethoudend afval en overig afval. 2.2.2.1 Huidige situatie Groenafval. Het groenafval wordt afgevoerd naar de groenrecycling. De hoeveelheden hiervan worden precies bijgehouden. In het geval van groenafval heeft dit niet alleen met milieuaspecten te maken, maar ook met financiële aspecten. De afvoer van groenafval is een kostbare zaak. Olie/vethoudend afval. Dit afval bestaat uit afgewerkte olie, olie/water/slib en uit vet uit de vetafscheider. Het wordt volgens de vereiste kanalen opgevangen, bewaard en afgevoerd. Voor smering van machines wordt waar mogelijk al biologisch afbreekbare olie gebruikt. Overig afval. Het overig afval wordt via containers verzameld en afgevoerd. Waar mogelijk wordt het afval gescheiden verzameld en afgevoerd (zie 2.2.6). 2.2.2.2 Ambitie De ambitie inzake het verbeteren van de situatie met betrekking tot het afvalbeleid vertaalt zich in de volgende actiepunten: a. Waar mogelijk wordt bij de inkoop rekening gehouden met de hoeveelheid afval die een product teweeg brengt. Bij gelijke prijs/kwaliteitverhouding van het product zal gekozen worden voor dat product dat het minste afval oplevert. b. Waar mogelijk wordt afval gescheiden verzameld en afgevoerd. c. Waar mogelijk wordt afval gerecycled. 2.2.3
Baanbeheer
Er zijn diverse milieuaspecten verbonden aan het baanbeheer. Het meest voor de hand liggend is het gebruik van mest- en bestrijdingsmiddelen. Ook het grondwaterbeheer (ontwatering, beregening etc.) speelt hier een rol. Iets waar minder snel aan gedacht wordt, maar wat wel degelijk een rol kan betekenen is het effect van geluid en licht op de omgeving. 2.2.3.1 Huidige situatie Gebruik meststoffen. Het gebruik van meststoffen beperkt zich hoofdzakelijk tot de baan. Buiten de baan worden alleen het gazon en enkele borders beperkt bemest. Van de bemesting worden uitgebreide schema’s met informatie over wat, wanneer, waar en hoeveel er gebruikt wordt, bijgehouden. Gebruik bestrijdingsmiddelen. Er worden diverse bestrijdingsmiddelen gebruikt. Het gaat hierbij om mixture brabant, primus, primstar, mcpp en mcpa tegen ongewenste kruiden, heritage en signum tegen schimmels in de greens, caseron in de borders en de plantvakken rondom het clubhuis, roundup op het terras en
de paden en tenslotte pleksgewijs garlon tegen brandnetels in het bosplantsoen. Ook van het gebruik van de bestrijdingsmiddelen worden schema’s bijgehouden. Grondwaterbeheer. De golfbaan ligt in een laag en daarmee nat gedeelte. Dit zorgt voor een goede beschikbaarheid van grondwater. Hierdoor kan het gebruik van kraanwater beperkt worden. Geluid. Van geluidsoverlast van de golfbaan op zijn omgeving kan eigenlijk niet gesproken worden. Licht. De golfbaan is onverlicht. Er is sinds enige jaren wel een beperkte verlichting bij de drivingrange. Deze is zo ontworpen dat het effect op de omgeving minimaal is. Er zijn op diverse plaatsen op de drivingrange lampen op de grond geplaatst, die de ballen van onderaf verlichten. Door dit ontwerp en het beperkt aantal uren per week wat de verlichting aan is, wordt ook het energiegebruik beperkt. 2.2.3.2 Ambitie De ambitie inzake het verbeteren van de situatie met betrekking tot het baanbeheer vertaalt zich in de volgende actiepunten: a. De schema’s van het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen worden ook in de toekomst goed bijgehouden. b. Bij het beheer van de baan wordt gestreefd naar een minimaal gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen. c. Waar mogelijk wordt bij de inkoop van meststoffen en bestrijdingsmiddelen rekening gehouden met de ongewenste bijeffecten van de middelen op de omgeving. Bij gelijke prijs/kwaliteitverhouding van het product zal gekozen worden voor dat product dat het minste ongewenste bijeffecten heeft. 2.2.4
Bereikbaarheid
2.2.4.1 Huidige situatie De golfbaan is bereikbaar met de auto en de fiets. Van deze laatste mogelijkheid wordt eigenlijk nauwelijks gebruik gemaakt. Een belangrijke oorzaak hiervan ligt in het feit dat er (nog) geen mogelijkheid is de golfspullen op de vereniging op te slaan. 2.2.4.2 Ambitie De ambitie inzake het verbeteren van de situatie met betrekking tot bereikbaarheid vertaalt zich in de volgende actiepunten: a. De (financiële en ruimtelijke) mogelijkheden voor het realiseren van een opslagmogelijkheid van golfspullen voor de leden zal worden onderzocht, cq. meegenomen worden bij toekomstige verbouwingen. b. Indien meer mensen op de fiets wensen te komen, zal de vereniging voor een betere fietsenstalling zorgen. 2.2.5
Gedrag leden
2.2.5.1 Huidige situatie Wanneer we het hebben over gedrag van leden inzake milieuaspecten komen zaken aan de orde als het gebruik van houten of plastic tees, het achterlaten van afval in de baan e.d.. M.b.t. de tees zijn er geen voorschriften aanwezig. Ook zitten er tegenstrijdige aspecten aan de keuze van de tees. Voor het baanbeheer zijn houten tees gewenst (maaimachines e.d.), terwijl herbruikbare plastic tees vanuit het milieu wel eens gunstiger zouden kunnen zijn. Door de baan heen zijn voldoende afvalbakken geplaatst, die regelmatig worden geleegd.
2.2.5.2 Ambitie Bij dit onderwerp gaat het vooral over het gedrag van mensen en dit vereist een aanpak gericht op communicatie, verantwoordelijkheid, sociale controle e.d.. 2.2.6 GEO standaardvragenformulieren 4.0 Water 4.0.1. Context for wateruse Er wordt zowel leidingwater als grondwater gebruikt. Het water wordt benut voor consumptie, huishoudelijke doelstellingen (wc, douche etc.) en beregening. 4.1 Consumption 4.1.1 Water source Leidingwater 4.1.2 Zie 2.2.1.1 4.2 Irrigation 4.2.1 and 4.2.2 Greens: 1,4 ha Voorgreens: 1 ha Tees: 0,8 ha Fairways: 10 ha Drivingrange: 2 ha 4.2.3 Irrigation system In de baan computergestuurd en op de drivingrange met haspel 4.2.4 Maintainance irrigation system Jaarlijkse onderhoudscontract en update van software wanneer beschikbaar 4.2.5 Evaporation and weather Geen koppeling met verdamping een klimaatgegevens 4.2.6 Soil water content monitoring Ja middels een AT W.E.T sensor Kit 4.3 Analysis 4.3.1 en 4.3.2 Environmental monitoring of water quality Beregeningswater testen op chemische bestanddelen. Laatste analyse dateert van 2006. De jaren daarvoor ook monsters genomen en de uitslagen verschillen weinig van elkaar. 2010/2011 opnieuw laten analyseren. 4.4 Activities 4.4.1 Activities to conserve, reduce and minimise water consumption ‘s avonds en ‘s nachts beregenen Beluchten van de toplaag Gras rassen selectie Inspectie op lekkage Vochtpercentage van de toplaag meten Monitoren van regenval Monitoren van de verdamping Toedienen van surfactans 4.4.2 Activities to protect and enhance water quality Alleen middelen gebruiken die op sportterreinen in Nederland zijn toegestaan Drift reductie spuitdoppen Gebruik Uitvloeiers/hechters 5.0 Turf 5.1 Grasses & Cultural Practices 5.1.2 Turfgrass species Festuca, Agrostis, Poa pratensis, Lolium perenne 5.1.3 Cultural practices Zie bijlage 5.3 Nutrition Zie bijlage 5.4 Pest & Disease control Het gebruik van bestrijdingsmiddelen tot een minimum beperken en alleen die middelen gebruiken die toegestaan zijn op sportvelden/golfbanen in Nederland.
Controle op ziekten en plagen gebeurt dagelijks/wekelijks in geval van verhoogde ziektedruk. De hoofdgreenkeeper is verantwoordelijk. Verder zie bijlage 6.0 Waste De volgende afvalstromen worden gescheiden verzameld en verwerkt: Groenafval, papier, glas, metaal, olie, garageaval & overig (grijs) 7.0 Energy Maandelijks worden de meterstanden opgenomen en in een excelbestand geplaatst, zie ook 2.2.1.1.
3
Bijlagen
Bijlage 1. Overzicht aanwezige vergunningen etc. in archief: Doos 1 huurovereenkomst boiler greenkeepersruimte 1995 tekening i.v.m. pompput naar persriool plus opvangput t.b.v. afvoer wasplaats 1995 bouwvergunning overkapping drivingrange en ballenhok vergunning waterschap voor bruggen, vlonders, duikers, drainage, natuurontwikkeling oevers 1994 bouwtekeningen greenkeeperaccommodatie 1995 bouwvergunning middenspanningsruimte bij begin parkeerplaats 1994 vergunning uitrit 1995 bouwvergunning kapschuur 1996 bouwvergunning greenkeeperaccommodatie 1995 vergunning belastingsdienst voorhanden hebben laagminerale olie (fiscaal) 1996 bouwvergunning voorlopig clubhuis 1993 milieuvergunning rioolgemaal 1996 Doos 2 Productboek uitbreiding golfbaan 2001 Bouwvergunning 1e fase golfbaan 1993 plus bijhorende stukken en correspondentie bouwcommissie Doos Milieuvergunning De aanwezige milieuvergunning bestaat uit de volgende onderdelen: Officiële beschikking dd. 10 juni 1996 Kopie aanvraagformulier vragenlijst inrichting clubgebouw (horeca) overzichtslijsten: aanwezige bouwvergunningen elektromotoren verbrandingsmotoren transportmiddelen Technische specificaties van de bezinksel afscheider, de olie/benzine afscheider, het leidingwerk en de controleput bouwtekening bouwaanvraag greenkeepersaccommodatie bouwtekening kapschuur bouwtekening tijdelijk clubhuis bouwtekening tijdelijk clubhuis tekening riolering en bijhorende voorzieningen ingetekende kaart bestemmingsplan hele golfbaan bouwtekening bouwaanvraag overkapping drivingrange en ballenhok bouwtekening schuilhut tekening locaties middenspanningsruimte, wasplaats, pompput persriool, afvalcontainer etc. tekening beregeningsinstallatie golfbaan tekening beplantingsplan/drainage golfbaanbouwtekening kapschuur bemestingsschema 1996 nulsituatie onderzoek Consulmij 1995, betreft bodemonderzoek en grondwateranalyses. nota van 32 pagina’s met voorschriften betreffende: algemene zaken (aansluiting bij NEN normen, doorgeven wijzigingen, goed onderhoud, ongediertebestrijding, milieulogboek, vloeistofdichte vloer), geluids- en trillingsvoorschriften (o.a. te hanteren normen), afvalstoffen (o.a. afvalstoffenboekhouding, riolering), opslag van gevaarlijke stoffen (o.a. onverenigbare combinaties, maximale hoeveelheden, waarschuwingssignalen, instructies) opslag bestrijdingsmiddelen (voorschriften kast, instructies, waarschuwingssignalen e.d.), bovengrondse opslag vloeibare aardolieproducten (o.a. eisen tank, leidingen e.d., gebruiksvoorschriften, voorschriften onderhoud en inspectie),
afleveringsinstallaties van brandstoffen onder toezicht (o.a. gebruiksvoorschriften, vloeistofdichte verharding), herstelinrichtingen (o.a. gebruiksvoorschriften werkplaats, ventilatie), reinigen machines en werktuigen (o.a. eisen wasplaats), opslag en gebruik gassen, acculaadplaats, bak- en braadinrichtingen, opslag kunstmest.
Bijlage 2. Bemestingsschema 2009
Bijlage 3. Speciaal onderhoud golfbaan, enkele voorbeelden van de bijgehouden gegevens Greens:
Tees:
Vijverranden ecogebieden
Bijlage 4. Gewasbescherming 2010 tot op heden