Milieuraad Keerbergen 8 juni 2011 Aanwezig: Guido Baert, Philip Baken, Jean Pierre Bovele, Yves Busschaert, Bart Denayer (voorzitter), André De Vlieger, Kristien Grauwels, Paul Theunissen, Freddy Van den Broeck, Annemie Van der Hoeven, Henri Van Hest, Louis van Hoof, Yvonne Verschueren, Luk Verstraeten, Leen Van Craen. Verontschuldigd: Willy Geens, Evi Hens, Bas Luyten, Lydia Van Camp. Agenda: 1. Verslag vorige vergadering 16 maart 2011 2. Nieuwe leden 3. Amfibiemigratie in Keerbergen 4. Zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen 5. Milieubarometer 6. Lokaal milieu- en natuurbeleid ikv reorganisatie Vlaamse Overheid 7. Risico op heidebranden in Keerbergen 8. Varia Verslag. 1. Verslag vorige vergadering 16 maart 2011 Geen opmerkingen. Besluit: goedkeuring 2. Nieuwe leden De nieuwe leden André De Vlieger en Yves Busschaert hebben zich per mail voorgesteld en zullen deelnemen aan de milieuraad als stemgerechtigd lid onder de hoedanigheid van compostmeester in de geleding natuur- en milieuvereniging. Henri Van Hest zetelt niet meer als onafhankelijke, maar eveneens als compostmeester in de geleding natuur- en milieuvereniging. Besluit: André en Yves worden aanvaard als nieuw stemgerechtigd lid in de milieuraad. 3. Amfibiemigratie in Keerbergen Sonja Deneve en Jean Marie Vanhove , beiden lid van Natuurpunt, zetten zich actief in voor de bescherming van de amfibieën in Keerbergen. Sonja geeft een boeiende toelichting over de overzetacties die in het voorjaar hebben plaats gevonden. Het aantal verkeerslachtoffers in Keerbergen bereikt een kritisch niveau en vormt een bedreiging voor de populaties. Straten waar amfibieën migreren en waar overzetacties werden georganiseerd om verkeerslachtoffers te reduceren zijn : Vijfstraten, Mereldreef, A. Cleynhenslaan, Heidestraat, Raambeekvallei.
Philip verbaast zich dat er toch nog zoveel amfibieën in Keerbergen zijn, gezien het aantal verkeerslachtoffers en vermits er de laatste 20 jaar in Keerbergen slechts minimale maatregelen hiervoor genomen werden. De kwaliteit van de Keerbergse poelen is zeer goed en dit maakt dat de populatie zich toch in stand heeft kunnen houden. Structurele maatregelen ter hoogte van oversteekplaatsen zijn : het plaatsen van schermen (tijdelijk tijdens trekperiode of definitief), het aanleggen van amfibietunnels, het plaatsen van senbsibilisatieborden tijdens trekperiode, snelheidsbeperkingen (max. 30 km/h), bereikbaarheid van straten beperken tot inwoners. Annemie voegt toe dat ook de kinderen op school zeer enthousiast zijn met dergelijke overzetacties en over de amfibieën in het algemeen. De scholen zullen zeker aandacht schenken aan het onderwerp en willen zich ook actief hiervoor inzetten. Besluit: De MAR spreekt zijn bewondering uit voor de gemotiveerde initiatieven van Natuurpunt en wil stimuleren dat zo veel als mogelijk steun wordt gegeven aan dergelijke activiteiten die positief zijn voor de Keerbergse amfibiepopulaties. Advies: De MAR adviseert aan het gemeentebestuur om de nodige structurele maatregelen te nemen om verkeerslachtoffers bij migrerende amfibieën te verminderen en zo mogelijk te vermijden. Bij de herinrichting van straten kunnen gepaste maatregelen op knelpuntlocaties geïntegreerd worden (principe “werk met werk”). Ook moet er voldoende aandacht besteed worden aan de leefgebieden (zomer- en winterhabitats ; poelen) en moeten de poelen in een goede staat van instandhouding gehouden of ontwikkeld worden. 4. Zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen Het gemeentebestuur oppert het idee om de gemeentelijke gebouwen te voorzien van fotovoltaïsche zonnecellen. Hiervoor werden een firma, in samenwerking met een natuurvereniging , een privéfirma en Eandis uitgenodigd om een projectvoorstel en offerte in te dienen. Het gemeentebestuur heeft over de voorstellen adviezen ingewonnen. De standpunten over het uitvoeren van zonne-energie projecten blijken nogal divers te zijn. De schepen vraagt hierover advies aan de MAR. Het BREAM-attest beoordeelt de duurzaamheid van het aanpassen van gebouwen en van projecten, maar zal weinig indicaties geven over de drie voorgestelde offertes in Keerbergen. Twee kritische aandachtspunten komen uit de diverse standpunten naar voor : 1. Is het opwekken van energie met zonnepanelen een duurzaam initiatief? 2. Is het investeren in zonnepanelen nog maatschappelijk te verantwoorden (gelet op subsidiëring, kwestie groene stroom certificaten en energiekost voor verbruiker)? De voorzitter doet een rondvraag om de standpunten van de MAR hierover te kennen. Algemeen staat de MAR positief tegenover projecten rond zonne-energie (en rond alternatieve groene energieprojecten in het algemeen). Volgende opmerkingen werden gemaakt: - na jaren van sensibiliseren en trage marktgroei is er momenteel een positief kantelmoment in de richting van alternatieve energie (zeker na de kernramp in Fukushima dat de risico’s van kernenergie heeft scherper gesteld). Omdat alternatieve energie nodig als een onderdeel van de te realiseren energiemix is de MAR het volmondig eens om nog meer projecten rond alternatieve energie te realiseren. - zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen zijn een investering in de energievoorziening voor overheidsgebouwen. Er zijn verschillende projectformules om aan de investering op zich tegemoet
te komen (verhuring van gemeentelijke dakoppervlakken (winsten voor projecthouder) vs. investering in eigen beheer (inkomsten voor gemeente). - de Vlaamse overheid voorziet de wettelijke mogelijkheid van groenestroomcertificaten voor alternatieve energieproducenten. De MAR ziet geen bezwaar dat ook een gemeente inspeelt op deze wettelijke mogelijkheid. - eventuele inkomsten van de stroomcertificaten kunnen sociaal herverdeeld worden (de MAR wenst dit louter te formuleren maar wenst hierover geen uitspraak te doen omdat dit deel uitmaakt van politieke besluitvorming). - voor grote gebouwen worden onderhoudscontracten afgesloten. In deze onderhoudscontracten kunnen desgewenst ook zonnepanelen worden opgenomen. - de gemeente heeft jaren gesensibiliseerd voor alternatieve energie, en heeft zelf ook een voorbeeldfunctie te vervullen. De gemeente geeft reeds invulling aan de voorbeeldfunctie met enkele alternatieve energietoepassingen. Zo zal de nieuwe kleuterschool uitgerust worden met zonnepanelen, een warmtepomp en een warmte recupererende ventilatie. De MAR acht het nog steeds aangewezen dat de gemeentelijke overheid alternatieve en duurzame energieprojecten blijft realiseren als positief en stimulerend signaal. - over de duurzaamheid van zonnepanelen wenst de MAR geen uitspreken te doen en geen vergelijkingen te maken met andere energiebronnen (omdat exacte en vergelijkbare cijfers ontbreken). De MAR suggereert wel om op gemeentelijke gebouwen zonnecellen te plaatsen met het hoogste energierendement. Advies: De MAR adviseert het gemeentebestuur om een positief en stimulerend beleid te blijven voeren om hernieuwbare energietoepassingen te integreren in gemeentelijke projecten en gebouwen. Na jaren van sensibilisering is er een kantelmoment en een gunstig momentum om projecten rond alternatieve energieopwekking of energiebesparing te realiseren. Hiermee kan de voorbeeldfunctie maximaal worden uitgeoefend. 5. Milieubarometer De duurzaamheidsambtenaar stelt de milieubarometer voor aan de MAR. De milieubarometer is een meetinstrument om de milieutoestand van de gemeente te meten, te analyseren en op te volgen. De milieubarometer is ook een communicatie-instrument om de milieutoestand van de gemeente aan de burgers te verduidelijken. Onder het thema “energie” wordt vastgesteld dat de zonneboiler nog weinig ingang heeft gevonden. Bijkomende sensibilisatie voor zonneboilers wordt wenselijk geacht. Besluit: De MAR stelt vast dat de milieutoestand in Keerbergen langzaam verbetert. Om belangstelling op te wekken en te sensibiliseren in een bredere context adviseert de Mar om de milieubarometer te communiceren via de gemeentelijke website. De MAR suggereert om bij de jaarlijkse bespreking van de milieubarometer eveneens thematische aanbevelingen voor het beleid te formuleren waarmee de milieubarometerscore in Keerbergen kan worden verbeterd. 6. Lokaal milieu- en natuurbeleid in het kader van de reorganisatie van de Vlaamse Overheid. Op 8 april 2011 keurde de Vlaamse regering het witboek “Interne staatshervorming” goed. In dit witboek vermeldt de actie D 38 ‘subsidies in leefmilieu en natuur’ de stopzetting van de samenwerkingsovereenkomst (SWO). Het budget van 25 miljoen euro wordt met prioriteit herverdeeld naar het aanleggen van de gemeentelijke riolering en naar gewestelijke handhaving.
De gemeenten zijn officieel nog niet in kennis gesteld over het stopzetten van de SWO. Het onderwerp werd bijgevolg nog niet op de agenda van de gemeenteraad geagendeerd. De huidige SWO loopt nog tot en met 2013. Het is niet onmogelijk dat in tussentijd nieuwe voorstellen van samenwerkingen worden ontwikkeld. De MAR wenst hierop niet vooruit te lopen en kan bijgevolg hierover nog geen uitspraken doen. De MAR herinnert eraan dat ze een tweetal jaren terug een positief advies gegeven heeft over het tewerkstellen van een milieuambtenaar en een duurzaamheidsambtenaar. Dit advies is nog steeds geldig. Besluit: De reorganisatie van de Vlaamse Overheid en de samenwerking met de lokale besturen worden verder opgevolgd. 7. Brandrisico in de heidegebieden. Paul T. geeft een toelichting over de risico’s voor brandgevaar in de Keerbergse heidegebieden bij aanhoudende droogte. Hij stelt vast dat hierover naar het grote publiek geen informatieverschaffing bestaat. Teneinde effectieve brand in de heidegebieden en veiligheidsrisico’s naar aanpalende eigenaars te vermijden, vraagt hij dat de gemeente een adequaat actieplan uitwerkt zodat in droogteperiode gepaste maatregelen (kunnen) genomen worden in potentieel brandgevoelige natuurgebieden in Keerbergen. In het recente verleden werd door Natuurpunt een klein brandje in Pommelsven in de kiem gesmoord. Op Kruisheide werden tijdens de voorbije droge periode enkele jongeren gewezen op het gevaar van roken in het natuurgebied. Het zou minstens wenselijk zijn dat vanuit de overheid gesensibiliseerd wordt voor de brandrisico’s in de heidegebieden tijdens droge perioden. Er wordt een korte toelichting gegeven hoe de brandpreventieplannen in Limburgse heidegebieden zijn opgebouwd. Uitgangspunt om de risicofaseringen (rood = sensibiliseren ; rood/rood = verhoogde waakzaamheid en gebieden afsluiten voor recreatie) in het brandpreventieplan uit te voeren is de droogte-index die volgens een gestandaardiseerde methode door de meteowing van het leger wordt bepaald. De Mar suggereert dat de gemeentelijke overheid meelift met de hogere overheden bij het instellen van fases in een brandpreventieplan voor Keerbergse heidegebieden. In het brandpreventieplan kan aangegeven worden hoe de gemeente kan sensibiliseren over droogte en brandrisico’s in heidegebieden, waar er zich brandkranen, watertappunten in de nabijheid van heidegebieden en eventueel sleutels van poorten bevinden. Een deelplan kan aangeven welke toegangen naar de gebieden dienen afgesloten te worden bij extreme droogte. Het kan belangrijk zijn om naast de heidegebieden ook na te gaan of er nog andere droogtegevoelige gebieden aanwezig zijn in Keerbergen (vb. boscomplex Piervensbos). Besluit: De MAR adviseert aan het gemeentebestuur om een beknopt preventieplan rond brandgevoelige natuur gebieden op te maken en de inwoners te sensibiliseren over de risico’s en de maatregelen die in functie van droogte en brandrisico moeten genomen worden.
8. Varia. * Kennisgeving over de samenaankoop van elektriciteit en gas. Binnen de actie “Samenstroom” wordt een grootschalige oproep gedaan om deel te nemen aan een samenaankoop van elektriciteit en gas. De aanbesteding start vanaf 1 juli en iedereen kan zich inschrijven om deel te nemen. Opgemaakt te Keerbergen op 17 juni 2011. Bart Denayer Voorzitter milieuadviesraad Keerbergen Verslaggever: Leen Van Craen