MILIEUJAARPROGRAMMA 2003 GEMEENTE AARTSELAAR Voorafgaande noot: Evaluatie: In functie van de opmaak van het MilieuJaarProgramma 2003 gebeurde reeds een eerste evaluatie van het MilieuBeleidsPlan 1998-2003. Thans wordt hieraan de evaluatie toegevoegd volgens de stand van zaken medio de maand december 2003. Een soortgelijke evaluatie wordt momenteel uitgevoerd door de heer Yves Goossens van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) te Antwerpen, in het kader van de opmaak van het tweede Gemeentelijke MilieuBeleidsPlan. Deze evaluatie zal worden geïntegreerd in de eerste teksten die aanvang 2004 zullen worden voorgelegd aan de nog formeel op te richten stuurgroep, waarvan leden van de gemeentelijke milieuraad deel van zullen uitmaken.
Bij beslissing dd. 6 mei 2002 van het college van burgemeester en schepenen werd beslist niet in te gaan op het advies 200204/1 van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur om in te tekenen op de nieuwe samenwerkingsovereenkomst Vlaams Gewest – gemeente Aartselaar “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling”. Na rijp beraad was het college de mening toegedaan dat voor het bekomen van een subsidie van 50.000 euro een uitgave zou moeten worden gedaan van ca. 175.000 euro. Bovendien zou men zaken moeten realiseren die helemaal niet passen bij het profiel van de gemeente Aartselaar of enkel de administratieve taken belasten. Omdat het college echter wel bereid is om meer dan voldoende middelen uit te trekken om een degelijk milieubeleid, geënt op de plaatselijke situatie, in uitvoering van het gemeentelijk milieubeleidsplan, uit te werken, werd het onderhavige ontwerp van gemeentelijk Milieujaarprogramma 2003 opgesteld. Het MJP 2003 koppelt terug naar het gemeentelijk milieubeleidsplan 1999-2003, geeft de actuele stand van zaken aan en biedt tevens een overzicht aan van de acties die in 2003 worden gepland. Als sluitstuk wordt het voorstel van de begroting 2003 toegevoegd, waarin een overzicht wordt gegeven van de kredieten die worden aangevraagd om het MJP 2003 te realiseren.
Milieuverstoring in het oppervlaktewater Het gemeentebestuur zal... WA.1.a1 op plaatsen waar nooit riolering kan komen, via een bouwverordening een verplichting tot aanleg van een kleinschalige waterzuivering opleggen bij nieuwbouw. Reeds bestaande woningen zullen er tegen het jaar 2005 over een kleinschalige waterzuivering moeten beschikken. Hierbij kan beroep gedaan worden op het provinciaal subsidiereglement. vanaf 1999.
1
MJP03/1: De Vlarem II-wetgeving stelt dat dergelijke woningen kunnen volstaan met een primaire zuivering via een septische put om te voldoen aan de milieukwaliteitsdoelstellingen, zodat de opmaak van dergelijke bouwverordening niet meer relevant is. WA.1.a2 ervoor zorgen dat tussen dit en het jaar 2009 riolering wordt aangelegd in de zuiveringszones A, B en C. Dit zal gebeuren met een maximale ontkoppeling van hemelwater tegen 2009. Budget: 30.000.000 BEF. MJP03/2: Geen dergelijke actie gepland. WA.1.a3 nieuwe rioleringen alleen nog volgens het gescheiden systeem aanleggen; hiertoe zal het lastenboek voor advies aan de milieuambtenaar voorgelegd worden vanaf 1999. MJP03/3: Dit gebeurt waar mogelijk en aangewezen. WA.1.a4 een striktere controle uitvoeren op zowel illegale, als vergunde lozingen vanaf 1999. MJP03/4: Voorlopig, doordat de personeelssituatie ongewijzigd blijft, omvat de milieudienst één voltijds milieuambtenaar. Preventieve controles kunnen om deze reden slechts uitzonderlijk plaats vinden en veel blijft derhalve beperkt tot controles n.a.v. klachten of n.a.v. ambtshalve vastgestelde sluiklozingen. Evaluatie: Het PIH werd gevraagd tegen september 2004 een inventaris van de lozingen op te stellen. Naar aanleiding hiervan zal tegen de illegale lozers actie worden ondernomen. WA.1.a5 in de entiteiten Struisbeekvallei en Wullebeekvallei een inventaris van alle lozingspunten opstellen waarvan het geloosde water al dan niet in de Grote Struisbeek of in de Wullebeek terecht komt en de nodige maatregelen nemen om deze zo snel mogelijk te laten afkoppelen (2000). MJP03/5: Wegens de specifieke personeelssituatie binnen de milieudienst kan hiervan voorlopig geen werk worden gemaakt. Evaluatie: Het PIH werd gevraagd deze inventaris op te stellen tegen september 2003. Tevens werd gevraagd deze inventaris uit te breiden met de in deze waterlopen aanwezige al dan niet vergunde kunstwerken (inbuizingen, beschoeiïngen…), dit in samenspraak met de afdeling water van het Antwerpse provinciebestuur. WA.1.a6 een geïntegreerde gemeentelijke verordening - naar VMM-model - opmaken waarin zowel de lozing van huishoudelijk afvalwater, de aansluiting op openbare riolering, als de afkoppeling van hemelwater worden gereglementeerd vanaf 1999. MJP03/6: Gemeentelijke verordening werd reeds enkele jaren geleden goedgekeurd. Evaluatie: In de gemeenteraad van mei 2003 werd deze verordening aangepast, in deze in dat voortaan ook de aanleg van een regenwateropvangsysteem met effectief hergebruik van het regenwater in nieuwe woningen en bedrijfspanden wordt gesubsidieerd. WA.1.a7 via een bouwverordening bij nieuwe woningen een gescheiden afvoer van enerzijds afvalwater en anderzijds hemelwater opleggen, ongeacht de aard van de al dan niet aanwezige riolering vanaf 2001. MJP03/7: Gemeentelijke verordening werd reeds enkele jaren geleden goedgekeurd. Evaluatie: In mei 2003 werd de gemeentelijke bouwdienst door het schepencollege opgedragen de naleving van deze voorwaarde en de aanleg van een regenwateropvangsysteem met effectief hergebruik van het regenwater daadwerkelijk te controleren. Wegens de personeelssituatie van de gemeentelijke bouwdienst gebeurt dit tot dusver evenwel niet. WA.1.a8 een TRP laten opmaken teneinde een volledig beeld te krijgen van zowel bestaande, als nog aan te leggen rioleringen tegen 2001. Buget: 3.000.000 BEF.
2
MJP03/8: TRP-opmaak werd uitbesteed aan Studiebureau Talboom uit Puurs anno 2000. Einde 2002 zal deze studie, inclusief de remediëringsaanbevelingen/maatregelen, geheel zijn afgerond. Evaluatie: De TRP-studie is nog steeds niet gefinaliseerd. WA.2.a1 de aanbevelingen uit de in opmaak zijnde studie ‘Integraal waterbeheer’ zo accuraat mogelijk uitvoeren in samenwerking met de betrokken hogere overheden. Hierbij zal de nodige aandacht besteed worden aan de realisering van een maximale afkoppeling van hemelwater in combinatie met de nodige initiatieven om het opvangen en hergebruiken enerzijds en infiltratie anderzijds te stimuleren vanaf 1999. Budget: 5.000.000 BEF. MJP03/9: De resultaten van deze gemeentelijke studie zullen worden ingepast in de hydrologische en hydronautstudies die in opdracht van het provinciebestuur van Antwerpen in de loop van 2002 door gespecialiseerde studiebureaus werden afgerond. De afgeronde studies nopens de Struisbeek dienen bovendien op lijn te worden gebracht met de studie nopens het 1ste categorie-gedeelte van deze waterloop, die i.o.v. het Vlaams gewest momenteel in uitvoering is. WA.2.a2 een subsidiereglement - aanvullend op het provinciaal reglement - opmaken ter stimulatie van het opvangen en hergebruiken van hemelwater enerzijds en infiltratie anderzijds. Het betrokken reglement zal niet alleen voor particulieren gelden, maar ook voor KMO’s en bedrijven (1999). Budget: 140.000 BEF. MJP03/10: Gemeentelijke subsidiereglementering is aanwezig maar geldt uitsluitend voor particuliere gezinnen en enkel ingeval van verbouwingswerken (niet bij nieuwbouw). Evaluatie: In de maand mei 2003 werd het subsidiereglement mede toegankelijk gemaakt voor nieuwbouw en bedrijfsbouw. WA.2.a3 het ‘stand-still’ principe hanteren wat overwelvingen van waterlopen betreft. Illegale overwelvingen zullen op kosten van de aanpalende eigenaar verwijderd worden, indien deze na aanmaning niet op eigen initiatief worden verwijderd. Een inventaris van overwelvingen zal uitgevoerd worden samen met de slibruimingen vanaf 1999. Inventaris in 2000. MJP03/11: Inventaris van overwelvingen werd nog niet opgemaakt. In 2002 werd wel gestart met een nieuwe aanpak van het onderhoud van de gerangschikte waterlopen, dit in voortdurende samenspraak met de provinciale dienst waterbeleid. Daarenboven wordt voorgenomen in 2003 een gemeentelijke reglementering op te maken om eigenaars van private waterlopen hun onderhoudsverplichtingen te doen nakomen, gebeurlijk hinderlijke obstakels/overwelvingen te verwijderen, met de mogelijkheid om – ingeval de eigenaars in gebreke worden gevonden – deze werken ambtshalve op kosten van de eigenaars te doen uitvoeren. Evaluatie: • •
Zoals hiervoor gesteld wordt de inventaris van de lozingen, op te maken door het PIH, uitgebreid met een inventaris van de kunstwerken. Bij de afdeling water van de provincie Antwerpen werd in november 2003 opnieuw aangedrongen op een model van reglement of verordening m.b.t. de onderhoudsplicht en de uitvoering van kunstwerken in de waterlopen.
WA.2.a4 zal een gemeentelijk reglement opstellen dat de verplichtingen van de inwoners betreffende het beheer van privégrachten omschrijft. Bovendien zal onderzocht worden
3
in welke mate het beheer van cruciaal gelegen privégrachten door de gemeente kan overgenomen worden. Zie MJP03/11. Evaluatie: Zie hiervoor. WA.3.a1 waar mogelijk de natuurlijke structuur bij onbevaarbare waterlopen 3e categorie herstellen en er nauw op toe zien dat er geen bijkomende waardevolle structuurkenmerken verloren gaan. Budget vanaf 2000: 5.000.000 BEF. MJP03/12: Budget wordt jaarlijks overgeheveld in het MINA-fonds dat dienstig is voor de medeverwerving van de Reukens. WA.3.a2 de aanbevelingen inzake de ecologische potenties van de Struisbeekvallei en de Wullebeekvallei uit de in opmaak zijnde studie rond ‘Integraal Waterbeheer’ absolute prioriteit geven (vanaf 2000). Zie MJP03/9. WA.4.a1 een nieuwe slibinventarisatie laten uitvoeren en de resultaten hiervan toetsen aan de VLAREA-normen. Hierbij dient een selectie gemaakt te worden van die verontreinigingen die ecologische effecten teweeg kunnen brengen en die derhalve een dringende sanering vragen. Een samenwerking met het provinciebestuur en AMINAL is hierbij ten zeerste aangewezen (Budget 2000: 50.000). MJP03/13: Uit de slibanalyses die anno 2000 resp. 2002 in het Cleydael-gebied werden uitgevoerd, blijkt dat de situatie onveranderd is gebleven. Het slib blijft aangerijkt en bij slibruimingen moet het slib daadwerkelijk systematisch worden afgevoerd. In de bestekken m.b.t. de ruimingswerken aan de gemeentelijke waterlopen wordt dit vanaf het jaar 2002 ook derwijze opgenomen. Evaluatie: Medio 2003 werd door het PIH een analyse uitgevoerd van de waterbodems van een representatief staal van vier baangrachten. Hieruit is gebleken dat de waterbodems van alle baangrachten die door de gemeente worden geruimd wegens overschrijding van de VLAREAnormen niet op de oevers mogen worden opgebracht, maar naar een erkende verwerkingsinrichting moeten worden afgevoerd. Deze opdracht werd onmiddellijk aan de gemeentelijke technische buitendienst gegeven. . WA.6.a1 bijkomende middelen voorzien voor een stringenter controlebeleid rond de oppervlaktewaterkwaliteit. Budget vanaf 1999: 30.000 BEF. MJP03/14. Anno 2003: 2.479 euro. Evaluatie: Dit verhoogde krediet werd niet op de begroting 2003 ingeschreven. Het gemeentebestuur verzoekt... WA.1.i1 de VMM zo snel mogelijk de afbakening van de zuiveringszones over te maken aan het gemeentebestuur, zodat ze haar beleid hierop kan afstemmen (1999). MJP03/15: Hiermee is de VMM volop bezig. Verwacht wordt dat in het voorjaar 2003 deze voorstellen van afbakening volledig klaar zullen zijn en aan de gemeenten kunnen worden overgemaakt. Onder impuls van de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) wordt reeds geruime tijd aangedrongen op een voor de gemeenten/steden practisch en financieel haalbare taakverdeling wat betreft aanleg/beheer/onderhoud van het openbaar hydrografisch net binnen de toegewezen zuiveringszones. Evaluatie: Deze afbakening is einde december 2003 nog steeds niet gebeurd. De gemeente werd wel, in het kader van de opmaak van de DULO-waterplannen, ondergebracht in het deelbekken Beneden-Vliet, Vliet en Scheldeschorren.
4
WA.2.i1 de bevoegde minister en de provinciale overheid dringend hun respectievelijke administraties op te dragen om samen met AQUAFIN de nodige maatregelen te plannen c.q. te implementeren in het gebied van de Struisbeek opdat de verhoogde afvalwaterdebieten geen nadelige gevolgen zouden ressorteren in het betrokken valleigebied en meer stroomopwaarts (1999). MJP03/16: In de loop van 2002 werden zowel de hydrologische en hydronautstudie van de Wullebeek als de Struisbeek gefinaliseerd, die i.o.v. het provinciebestuur door gespecialiseerde studiebureaus werden uitgevoerd. Enkel de studie van het 1ste categorie-gedeelte van de Struisbeek (Vliet), uitbesteed i.o.v. het Vlaams gewest, is nog niet gefinaliseerd. Toch zijn momenteel reeds door de provinciale dienst waterbeleid de nodige voorbereidende stappen ondernomen om de in deze studies voorgestelde remediërende maatregelen t.a.v. de beheersing van de waterhuishouding in de beide beekvalleien in concrete uitvoeringsdossiers om te zetten. De gemeente zal in de loop van 2003 deze zaal van nabij blijven opvolgen, temeer daar de door de gemeente uitbestede TRP-studie, die normaliter eind 2003 moet zijn gefinaliseerd, hierop volledig aansluit. Evaluatie: -
Wat de Wullebeek betreft, is studiebureau Infrabo bezig om een ontwerp uit te werken, in opdracht van het provinciebestuur, houdende de inrichting van de kleiputten in de Matenstraat te Niel als overstromingsbekken en het vernieuwen van het pompstation aan de uitmonding van de Wullebeek te Niel.
-
Wat de Struisbeek betreft, is een studiebureau (Technum nv) bezig om een ontwerp uit te werken, in opdracht van het provinciebestuur, houdende de inrichting van een wachtbekken thv de Rijkrooistraat te Kontich en een gedeeltelijke herprofilering van de Mandoersebeek (profielverbreding) te Kontich.
-
Wat het 1ste categorie-gedeelte van de Struisbeek betreft, is de hydrologische en hydronautstudie, in opdracht van het Vlaams gewest, nog steeds niet door Studiebureau Talboom gefinaliseerd.
WA.4.i1 de Provincie Antwerpen en het Vlaamse Gewest met aandrang een grootschalige oplossing te zoeken voor het slibruimingsprobleem (1999). MJP03/17: Dit probleem is groot, maar geldt in gelijke mate voor iedere waterloopbeheerder. Voorlopig voorzien de gemeentelijke bestekken in een konsekwente afvoer van de geruimde specie, dit wegens de vastgestelde aanrijking van de ruimingsspecie. Evaluatie: Dit beleid wordt zowel voor de officiële als niet-officiële waterlopen gevolgd. WA.5.i1 de VMM en AQUAFIN de overstortproblematiek ernstig te nemen en in samenwerking met het provinciebestuur dringend maatregelen te nemen. Hiertoe zal eveneens contact opgenomen worden met de naburige gemeentebesturen (1999). MJP03/18: Deze problematiek werd opgenomen in de door de provincie uitbestede hydrologische en hydronautstudies van de Wullebeek en de Struisbeek. Indien de in deze studies voorgestelde maatregelen toekomstig worden gerealiseerd, wat wel degelijk de bedoeling van het provinciebestuur is, zal de overstortproblematiek zich voortaan veel minder frekwent en acuut stellen.
Milieuverstoring in de atmosfeer 5
Het gemeentebestuur zal... LU.1.a1 het gemotoriseerde verkeer in de dorpskom minimaliseren d.m.v. verkeerstechnische maatregelen. Hierbij dient voornamelijk het ‘sportief ‘ en agressief rijgedrag ontmoedigd te worden. Budget vanaf 1999: 6.000.000 BEF. MJP03/19: Tot dusver werd hieraan weinig aandacht besteed en werden geen concrete verkeerstechnische ingrepen gerealiseerd. Wel werd anno 2002 voor het eerst en met groot succes deelgenomen aan de sensibiliseringscampagne “Autoluwe zondag”. Het is de bedoeling ook in 2003 hieraan te participeren. Tevens zal in de tweede helft van de legislatuur meer werk worden gemaakt van de uitvoering van gerichte verkeerstechnische maatregelen in en om de dorpskom. LU.1.a2 bij nieuwe vergunningsaanvragen in de mate van het mogelijke ‘best beschikbare technologieën’ opleggen om bijkomende verontreiniging absoluut te vermijden (vanaf 1999). MJP03/20: Het opleggen van dergelijke BBT-maatregelen, die veelal van toepassing zijn op de 1ste klasse-inrichtingen, werden steevast benadrukt bij de vergunningverlenende overheid, i.c. de bestendige deputatie. Bijvoorbeeld bij de milieuvergunningsaanvragen van de nv Prodiparts/Prodinar, Molenveldstraat 18/Antwerpsesteenweg 61 (geluidskwaliteitsproblematiek), of van de nv Jorssen, Antwerpsesteenweg 126 (luchtkwaliteitsproblematiek). Dit beleid zal toekomstig konsekwent worden volgehouden. LU.1.a3 de landelijke voetwegen en het fietspadennetwerk grondiger onderhouden en waar mogelijk uitbreiden. Budget vanaf 1999: 300.000 BEF. MJP03/21: In het kader van de onderhoudswerken der gemeentewegen, werden anno 2002 een aantal onverharde en moeilijk toegankelijke voetwegen geasfalteerd. Het ligt in de bedoeling om anno 2003 voetweg nr. 19 in de Reukens beter toegankelijk te maken. Evaluatie: Dit laatste is tot nader order niet uitgevoerd. LU.2.a1 een gerichte monitoring van de luchtkwaliteit uitvoeren rond concrete problemen bv. zoals nabij de A12. Buget vanaf 2000: 50.000 BEF. MJP03/22: Medio 2002 werden door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) te Antwerpen luchtbemonstering-neerslagkruiken geplaatst in de Mastboomstraat (nabij de A12) en in de A. Sanderslei (landelijk en onbebouwd gebied), om de invloed van de A12 op de luchtkwaliteit in vergelijking met de situatie van medio de jaren ’90 te kunnen opvolgen en evalueren. Dit project zal door het PIH in de eerste helft van 2003 worden afgerond. Evaluatie: De onderzoekers besluiten dat de luchtkwaliteitsnormen van VLAREM II op beide plaatsen worden gerespecteerd. Er worden geen significant verhoogde meetwaarden teruggevonden. De in Vlaanderen meest voorkomende PAK’s worden ook in Aartselaar, in lage hoeveelheden, teruggevonden. Er werd geen significant verschil tussen de beide meetposten (landelijk gebied – industriële omgeving) vastgesteld. LU.3.a1 de naleving van het nieuwe politiereglement inzake het verbranden van afval in open lucht strenger controleren (vanaf 1999). MJP03/23: Dit is een doorlopende opdracht, die konsekwent ingeval van klachten of preventief, bij ambtshalve vaststellingen, wordt uitgevoerd. Het gemeentebestuur verzoekt... LU.1.i1 de hogere overheden rekening te houden met de reeds overschreden milieuhygiënische draagkracht bij beslissingen omtrent nieuwe industrieterreinen of nieuwe woonzones (1999).
6
MJP03/24: Dit is een aandachtspunt waarmee vergunningsprocedures wordt rekening gehouden.
doorlopend
in
het
kader
van
LU.1.i2 de minister voor leefmilieu om de ISVAG-oven definitief te sluiten; dit gelet op de onaanvaardbare inplanting tenmidden van diverse woonzones en de reeds aanwezige bronnen van luchtverontreiniging (verkeer en industrie) (1999). MJP03/25: Bij de Vlaams minister van leefmilieu werd medio 2001 een verzoek ingediend tot opheffing van de milieuvergunning van ISVAG. Tot dusver werd hierop door de minister niet ingegaan. Wel werd door de minister in de maand mei 2002 aangekondigd dat tesamen met alle betrokken actoren een economisch-ecologisch evenwichtig scenario wordt uitgeschreven, dat in 2007 zou moeten leiden tot een vervroegde sluiting van de ISVAG-oven, gekoppeld aan een nieuwe, aanvaardbare herbestemming van de ISVAG-site. De gemeente Aartselaar zal in dit overleg een stem blijven opeisen. LU.1.i3 de inwoners van Aartselaar het autoverkeer in de dorpskom te minimaliseren (1999). MJP03/26: Door de participatie onder impuls van de Aartselaarse milieuraad en dankzij de medewerking van tal van lokale verenigingen en bedrijven, was de eerste Aartselaarse “autoluwe zondag” anno 2002 een groot succes. Temeer daar op dat ogenblik ook de tentoonstelling “Ecologische voetafdruk” in de gemeentelijke bibliotheek werd georganiseerd. Het is de bedoeling om ook in 2003 hieraan opnieuw deel te nemen en de bevolking op deze wijze omtrent deze problematiek ter dege te sensibiliseren. LU.1.i4 de inwoners van Aartselaar de betrokken wetgeving rond luchtverontreiniging door het verwarmen van gebouwen strikt na te leven. MJP03/27: Dit is een blijvend aandachtspunt, zeker waar het gaat om verwarming via open haard/houtkachel/allesbrander, waarop de bevolking via informatieve artikels in het infoblad meermaals per jaar de aandacht wordt gevestigd. LU.2.i1 de VMM het meetnet uit te breiden en hierbij de nodige aandacht aan de dag te leggen voor de specifieke problemen van Aartselaar en omgeving (1999). MJP03/28: Uit de VMM-jaarverslagen inzake de luchtemissies blijkt dat de emissies van de industrieën in onze omgeving langsom meer onder controle geraken. Zorgwekkend daarentegen zijn de emissies van het verkeer en van privé-verwarmingstoestellen. Via regelmatige mediaaandacht en ook via artikels in het infoblad wordt de aandacht van de bevolking hierop gevestigd i.f.v. het terugdringen van de emissies van deze duidelijk persoonsgebonden bronnen. LU.2.i2 de hogere overheid het effect van de luchtverontreiniging op de gezondheid - met een specifieke aandacht voor ademhalingsstoornissen - grondig te onderzoeken (1999). MJP03/29: Dankzij de sterke mediatieke aandacht voor de ISVAG-problematiek, waaraan diverse gezondheidsproblemen worden gelinkt en waarin de Aartselaarse milieuraad een belangrijke rol heeft gespeeld door onafhankelijke milieu- en gezondheidsdeskundigen toe te laten zich in het debat te mengen, werd aanvang 2002 door het Vlaams gewest een steunpunt “Milieu en Gezondheid” opgericht, naast de opstart van een grootschalig en meerjarig milieugezondheidsonderzoek in een achttal gebieden verspreid over het Vlaamse grondgebied. LU.3.i1 de burgers hun verantwoordelijkheden te nemen inzake verbranding in open lucht en het gebruik van allesbranders en aanverwanten (1999). MJP03/30: Dit gebeurt via informatieve en sensibiliserende artikels die meermaals per jaar in het infoblad worden opgenomen. Het gemeentebestuur zal...
7
GL.1.a1 de VLAREM II-normen als uitgangspunt gebruiken om nieuwe industriële of commerciële activiteiten een halt toe te kunnen roepen of bijkomende verplichtingen op te leggen. Hiertoe zullen gerichte geluidsmetingen uitgevoerd worden (Vanaf 1999). MJP03/31: Dit is een gegeven waaraan doorlopend aandacht wordt geschonken. Deze Vlarem II-conforme geluidsmetingen worden hetzij aan de exploitant opgelegd, hetzij aan het PIH uitbesteed. GL.1.a2 erover waken dat er bij het in gebruik nemen van nieuwe woonzones nabij zones met luidruchtige activiteiten voldoende bufferzones worden voorzien (vanaf 1999). MJP03/32: Dit zal een aandachtspunt vormen vanaf het ogenblik dat na de goedkeuring van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en het hierop gebaseerde Ruimtelijk Uitvoeringsplan, en dit is ten vroegste vanaf 2006, nieuwe woonzones zullen worden aangesneden. GL.2.a1 strengere controles uitvoeren bij verstoring van de nachtelijke rust en gerichte geluidsmetingen uitvoeren (vanaf 1999). MJP03/33: Dit is in eerste instantie een aandachtspunt voor de lokale politie. Preventief werd er anno 2002 door het gemeentebestuur op toegezien dat de exploitanten van de plaatselijke lokalen met dansgelegenheid en feestzalen maatregelen werden genomen, die een waarborg bieden dat de toepasselijke Vlarem II-geluidskwaliteitsnormen voortaan niet meer zouden mogen worden overschreden. Deze brongerichte maatregelen werden telkenmale voorgesteld door erkende geluidsdeskundigen n.a.v. door de gemeente opgelegde akoestische onderzoeken. Het gemeentebestuur verzoekt... GL.1.i1 de hogere overheid de gepaste aanpassingen uit te voeren langsheen de A12 (bv. door het doortrekken van de sleuf van Boom tot Atlas Copco (1999). MJP03/34: Dit voorstel werd in het verleden reeds verschillende malen aangekaart bij de bevoegde Vlaamse ministers. Een nieuwe insteek zal gebeuren via het in opmaak zijnde Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. GL.1.i2 de bewoners het autoverkeer voor korte afstanden tot een absoluut minimum te beperken d.m.v gerichte sensibiliseringsacties (vanaf 1999). MJP03/35: Anno 2002 werd voor het eerst geparticipeerd aan de “Autoluwe zondag”. Wegens het grote succes en de bijzonder zinvolle boodschap zal hier voortaan telkenjare aan worden deelgenomen, indien de milieuraad tenminste als positieve “trekker” kan/wil blijven fungeren. GL.2.i1 burgers bij avondlijke activiteiten rekening te houden met eventuele burenhinder en zich strikt te houden aan de reglementering. Hiertoe zal het gemeentebestuur periodiek sensibilisatie-acties opstarten ter kennisgeving van deze reglementering (vanaf 1999). MJP03/36: Deze materie is tot op heden stiefmoederlijk behandeld. In het infoblad zal daarom in het voorjaar 2003 een oproep worden gelanceerd om geluidshinder tengevolge van avond- en nachtelijke activiteiten tot het strikte minimum te beperken. Het gemeentebestuur zal... LI.1.a1 een actieplan uitwerken binnen de termijn van het milieubeleidsplan dat moet leiden tot een aanzienlijke vermindering van de lichtintensiteit in Aartselaar; dit echter zonder een gevoel van onveiligheid te creëren of commerciële belangen te benadelen (2000).
8
MJP03/37: Dit is een actiepunt waarvan de noodzakelijkheid niet onderbouwd is door geobjectiveerde wetenschappelijke gegevens. Indien uit dergelijk onderzoek zou blijken dat er in Aartselaar daadwerkelijk een probleem op dit vlak is, kan een actieplan worden opgesteld. LI.1.a2 een gemeentelijk reglement opstellen dat overmatig en nutteloos verlichten van bomen, vijvers, gevels, e.d. na bepaalde uren verbiedt (2000). MJP03/38: Zie onder MJP03/37. Bovendien kan de burger zich steeds tot de Vrederechter wenden ingeval hij/zij het slachtoffer zou zijn van abnormale lichthinder. Het gemeentebestuur verzoekt... LI.2.i1 de burgers zuinig om te springen met lichtbronnen. Praktische tips zullen via de geijkte kanalen aangerijkt worden (vanaf 2000). MJP03/39: Via het infoblad zal de bevolking worden opgeroepen om overbodige of weinig zinvolle lichtbronnen, die potentieel hinderlijk zijn voor de omwonenden, zoveel mogelijk te vermijden of uit te schakelen.
Milieuverstoring aan het bodemoppervlak Het gemeentebestuur zal.... BO.1.a1 een subsidiereglement opstellen dat burgers met een niet meer gebruikte stookolietank ertoe moet aanzetten deze volgens de regels van de kunst onschadelijk te laten maken (2001). MJP03/40: Dergelijk subsidiereglement is mogelijks overbodig, aangezien de Vlaamse overheid het initiatief heeft genomen om met de vzw Informazout (de vereniging van mazouthandelaars) een milieubeleidsovereenkomst te sluiten, waarin de financiering via een speciaal aan te leggen fonds van de sanering van bodem- en grondwaterverontreinigingen ingevolge lekgeslagen stookoliehouders, maar mogelijkerwijze ook van de Vlarem II-conforme buitengebruikstelling van stookoliehouders wordt geregeld. Deze MBO zal normaliter in de eerste helft van 2003 worden goedgekeurd. BO.2.a1 een subsidiereglement opstellen waarop geïnteresseerde burgers beroep kunnen doen om een onderzoek te laten uitvoeren naar het voorkomen van voornamelijk cadmium in de bodem van hun tuin en de erop geteelde gewassen. Om de 2 jaar: 50.000 BEF. MJP03/41: Anno 2002 vond nog een dergelijke actie plaats. Deze zal anno 2004 worden herhaald. BO.3.a1 de nodige initiatieven nemen om de door het bodemsaneringsdecreet opgelegde inventaris van risico-gronden tijdig klaar te krijgen, zonder dat hierdoor andere taken van de milieudienst verwaarloosd zouden worden (tegen 2000). MJP03/42: Het gewijzigde VLAREBO voorzag deze verplichting tegen 1 januari 2002. Wegens tijds- en personeelsgebrek is hiermee voorlopig nog niet begonnen. GW.2.a1 een inventaris opstellen van de grondwaterwinningen op het grondgebied van Aartselaar (2000). MJP03/43: Zie opmerking MJP03/42. Het gemeentebestuur verzoekt....
9
BO.1.i1 de eigenaars van particuliere stookolietanks hun verplichtingen aangaande de opslag van stookolie na te komen en hun verantwoordelijkheden terzake te nemen. Ter ondersteuning hiervan zal een sensibilisatieplan uitgewerkt worden om de bewoners in te lichten (vanaf 2000). MJP03/44: Meermaals per jaar wordt in dit verband in het infoblad een informatief artikel opgenomen, waarbij ook sensibiliserende klemtonen worden gelegd. BO.1.i2 de energie-intercommunale IVEG op een regelmatige basis de nodige controles rond gasleidingen uit te voeren. MJP03/45: IVEG doet deze controles in principe ambtshalve. BO.2.i1 de OVAM - in samenwerking met de VMM - een onderzoek uit te voeren naar
enerzijds de ernst en anderzijds de bron van de verontreiniging (natuurlijk voorkomen, historische activiteiten, ...) en een risico-analyse op te stellen naar mogelijke risico’s voor spelende kinderen (2000). MJP03/46: Deze risico-analyse is niet langer relevant, gelet op de grootschalige milieu- en gezondheidsonderzoeken die de laatste jaren in de onmiddellijke omgeving van onze gemeente i.o.v. het Vlaams gewest werden uitgevoerd. BO.2.i2 de verbruikers van ter plaatse geteelde gewassen om zowel de bodems van hun tuinen als de gewassen ten minste tweejaarlijks aan een onderzoek te onderwerpen. De burgers zullen hiervoor beroep kunnen doen op een gemeentelijke subsidie (vanaf 1999 *). MJP03/47: Dit onderzoek vond anno 2002 plaats en zal in 2004 worden hernomen. GW.1.i1 de gebruikers van putwater jaarlijks een kwaliteitscontrole te laten uitvoeren. Een periodieke sensibilisatiecampagne moet de bevolking duidelijk maken dat een dergelijke jaarlijkse controle noodzakelijk is. Hierbij zal voor de meest voorkomende oorzaken eveneens een oplossing vermeld worden (bv. loden buizen vervangen, regelmatig reinigen van filters,...) (vanaf 1999). MJP03/48: Dergelijk artikel wordt jaarlijks in het infoblad opgenomen; zo ook in 2003.
Verlies van biodiversiteit Het gemeentebestuur zal... BIO.1.a1 in de begroting jaarlijks een som voorzien om aankopen te realiseren van hetzij natuurgebieden, hetzij gebieden met een potentieel op het vlak van natuurontwikkeling of waar bosaanplanting mogelijk is (budget vanaf 2000: 5.000.000 BEF). MJP03/49: Sedert 2001 wordt een MINA-fonds aangelegd ten belope van maximaal 371.840,29 euro, bestemd voor de mede-financiering van de verwerving van ca. 75 ha gronden in het landelijke gebied van de Reukens. Na verwerving zullen de Reukens onder het beheer van de Afdeling Bos en Groen van de AMINAL tot gemengd bos- en landschapsgebied worden ontwikkeld, waarbij de bestaande agrarische activiteiten zullen kunnen uitdoven. BIO.2.a1 een GNOP-opvolgingscommissie oprichten (1999). MJP03/50: De GNOP-opvolgingscommissie werd onmiddellijk na de heropstart van de milieuraad (medio 2001) opgericht. BIO.2.a2 een GNOP-actie uitselecteren en hiervoor optie 6 (uitvoering van het GNOP) van de gemeentelijke milieuconvenant 1997-1999 ondertekenen voor het jaar 1999. (Budget vanaf 1999: 500.000 BEF).
10
MJP03/51: De GNOP-commissie werkt sedert 2001 jaarlijks projecten uit, die na advisering door de milieuraad voor concrete uitvoering aan het college worden voorgelegd. BIO.3.a1 een aantal zones afbakenen waar kleinschalige landschapselementen zelf aangelegd en/of onderhouden kunnen worden. De aanleg en/of het onderhoud zal gebeuren met het niet opgenomen bedrag dat voor het betrokken subsidiereglement jaarlijks in de begroting is voorzien (Budget vanaf 2000: 100.000 BEF). MJP03/52: Zie opmerking MJP03/51. BIO.4.a1 het bestaande bermbeheer ten gronde evalueren en bijsturen waar nodig is. Het uitvoeren in eigen beheer kan hierbij overwogen te worden (1999). MJP03/53: Een nieuwe evaluatie wordt in het voorjaar 2003 voorzien. Evaluatie: Plant de VMPA, ontwerper van het gemeentelijk bermbeheersplan en uitvoerder van de eerste evaluatie, deze nieuwe evaluatie in 2004? Het gemeentebestuur verzoekt... BIO.3.i1 de bewoners van Aartselaar, op wiens eigendom kleine landschapselementen voorkomen, er zorg voor te dragen dat deze belangrijke natuurelementen regelmatig onderhouden worden. Hiervoor kunnen ze beroep doen op het subsidiereglement. Om dit reglement beter onder de aandacht te brengen, zal een gerichte sensibilisatie-aanpak uitgewerkt worden (vanaf 1999: 25.000 BEF). MJP03/54: Jaarlijks wordt in dit verband in het infoblad een informatief artikel opgenomen, zo ook in 2003.
Afvalbeleid De gemeente zal... AF.1.a1 het thuiscomposteren actief blijven stimuleren door: sensibilisatie thuisverwerking van GFT, subsidiëring compostvaten en verdere ondersteuning compostmeesters (budget vanaf 1999: 50.000 BEF). MJP03/55: I.s.m. de gemeentelijke basisschool CADE en met de wijkraden werd in de tweede helft van 2002 een project opgestart dat erop gericht is de wijkbewoners in de loop van 2003 te laten kennis maken met de mogelijkheden en de voordelen van thuiscompostering, dit alles onder deskundige leiding van de gemeentelijke compostmeesters. AF.2.a1 de nodige initiatieven nemen om de ingezamelde hoeveelheid van de frakties metaal en textiel te laten stijgen (vanaf 1999). MJP03/56. In de tweede helft van 2001 werd door de vormingsorganisatie Eclips/Prisma vzw een gemeentelijke afvalaudit georganiseerd, waarbij een rits aanbevelingen en voorstellen tot optimalisering van het gemeentelijke afvalbeleid, met inbegrip van deze fracties, werden uitgewerkt. Omdat echter tegen 1 januari 2004 door de intercommunale Igean een herbestemmingsproject wordt uitgewerkt van de site waar vroeger de afvaloven van de intercommunale IHK werd uitgebaat, gelegen te Edegem en thans in gebruik als composteringsruimte en op- en overslagplaats voor restafval van de ex-IHK-gemeenten (w.o. Aartselaar), wenst de gemeente de aanbevolen wijzigingen van zijn afvalbeleid hieraan gekoppeld te zien. Anno 2003 zal derhalve alles ongewijzigd blijven. Evaluatie: Omwille van de problemen op de site-IHK en de lopende vergunningsaanvragen (stedenbouw, milieu), heeft het ganse proces vertraging opgelopen, vermoedelijk tot einde 2004.
11
AF.2.a2 strenger toezien op de kwaliteit van het selectief ingezamelde afval; hiertoe zal het gemeentelijk reglement terzake aangepast worden (vanaf 1999). MJP03/57: Het gemeentelijk politiereglement werd anno 2001 geheel geconformeerd met het modelreglement dat hiertoe door de OVAM werd opgesteld. De containerparkwachters, de eigen ophaaldiensten en de ophaaldiensten die i.o.v. de intercommunale Igean de geselecteerde afvalfracties inzamelen, hebben concrete controle-opdrachten gekregen, die algemeen erg stipt worden uitgevoerd. Zo gebeurt sedert 1 augustus 2002 op het gemeentelijk containerpark de registratie van de parkbezoekers (inclusief de verificatie van de woonplaats) en van de aangeleverde fracties en hoeveelheden. AF.3.a1 bij elke melding van sluikstorten onmiddellijk het sluikstort verwijderen. Daders zullen indien mogelijk onverwijld beboet worden. Bovendien zal aan de politie gevraagd worden regelmatig te patrouilleren langs de glasbollen vanaf 1999. MJP03/58: Deze politiek wordt konsekwent doorgevoerd en zal toekomstig ook worden volgehouden. AF.4.a1 zo snel mogelijk een keuze maken aangaande de mogelijke aansluiting bij een of meerdere intercommunales. MJP03/59: Ter zake werd inmiddels geopteerd voor de intercommunales Igean en Hooge Maey. AF.5.a1 de inzameling van gave flessen opstarten, volgens het door OVAM beschreven principe (Budget vanaf 2000: 50.000 BEF). MJP03/60: Er worden reeds drie verschillende glasfracties ingezameld. Een bijkomende glasfractie inzamelen, is wegens de te beperkte beschikbare oppervlakte op het containerpark voorlopig niet mogelijk. Evaluatie: Deze mogelijkheid kan worden overwogen wanneer het gemeentelijk containerpark zal worden overgedragen aan IGEAN. AF.5.a2 voor nog nader te bepalen fracties zal een retributie geheven worden op het aanbieden van grotere hoeveelheden of op fracties die te vermijden zijn (vanaf 1999). MJP03/61: Dergelijke kostenaanrekening zal in intergemeentelijk verband worden overwogen wanneer het Igean-voorstel nopens de bijsturing van het afvalbeleid in de ex-IHK-gemeenten (w.o. Aartselaar) tegen 2004 zal zijn geformuleerd. AF.5.a3 de diverse fracties uit het grofvuil in afzonderlijke containers op het containerpark inzamelen (Budget vanaf 1999: 150.000 BEF). MJP03/62: Deze opsplitsing van de grofvuilfracties op het containerpark is reeds sedert 1999 een feit. AF.5.a4 het gebruik van compost en gerecycleerde producten in bestekken maximaal stimuleren. Hiertoe zullen alle bestekken die hiervoor in aanmerking komen voor advies aan de milieu-ambtenaar voorgelegd worden (vanaf 1999). MJP03/63: In de bestekken wordt hier inderdaad rekening mee gehouden. AF.5.a5 in alle lagere scholen preventie-acties coördineren en subsidiëren. Aan elke school zal gevraagd worden een contactpersoon aan te duiden (Budget vanaf 1999: 30.000 BEF). MJP03/64: Wegens tijds- en personeelsgebrek is dit tot dusver niet gebeurd. Wel hebben de gemeentelijke scholen in dit verband reeds zelf verregaande initiatieven genomen. AF.5.a6 bij elke aanvraag tot organisatie van een manifestatie of evenement strikte voorwaarden opleggen inzake afvalvoorkoming en –ophaling (vanaf 1999).
12
MJP03/65: Dit is tot dusver niet gebeurd en wordt voorlopig ook niet voorzien. De gemeente verzoekt... AF.1.i1 de burgers d.m.v. van een continue sensibilisatie-actie de principes van preventie en recuperatie nauwgezet toe te passen, teneinde zowel een vermindering van het afvalaanbod te verkrijgen en een kwalitatieve verbetering van de selectieve inzameling te bekomen (Budget vanaf 1999: 50.000 BEF). MJP03/66: Quasi in ieder infoblad, derhalve zesmaal per jaar, worden informatieve en sensibiliserende artikels omtrent afval gepubliceerd. Voor 2003 werd i.s.m. de intercommunale Igean een qua lay-out en inhoud volledig nieuwe afvalkalender en –brochure uitgewerkt, waarin de bevolking rond afval wordt gesensibiliseerd. Ten slotte richt zich de intercommunale Igean i.s.m. Fost Plus sedert einde 2002 met een afvalkrant ook rechtstreeks tot de bevolking, waarin concrete informatie en tal van tips rond afval worden gegeven. AF.1.i2 de burgers meer gebruik te maken van het kringloopcircuit. Hiertoe zal een sensibilisatiecampagne opgestart worden om de werking van het kringloopcentrum waarmee Aartselaar een samenwerkingsovereenkomst heeft beter bekend te maken onder de bevolking (Budget vanaf 1999: 25.000 BEF). MJP03/67: In ieder infoblad, derhalve zesmaal per jaar, wordt voor kringloopwinkel WRAK publicitaire ruimte vrijgemaakt. AF.3.i1 de burgers hun verantwoordelijkheden te nemen, zowel wat het melden van sluikstortingen betreft, als het verwijderen van het huishoudelijk afval. Sensiblisatie-acties zijn hiervoor het aangewezen middel. Hierbij is fotografisch materiaal de aangewezen methode om de publieke opinie mee te krijgen (vanaf 1999). MJP03/67: Wegens tijds- en personeelsgebrek zijn de acties tot dusver beperkt gebleven tot het opnemen van informatieve en sensibiliserende artikels in het infoblad.
Groenvoorziening en -beheer Het gemeentebestuur zal.... GV.2.a1 de aanleg van het openbaar groen bijsturen volgens het principe ‘meer groen met minder onderhoud’ (Budget vanaf 1999: 500.000 BEF). MJP03/68: I.s.m. de VVOG werd de werking van de gemeentelijke groendienst in 2001 grondig doorgelicht en bijgestuurd. Sedertdien gebeuren het onderhoud en de aanleg van het openbaar groen op planmatige wijze: er wordt jaarlijks een groenplan opgesteld door de milieuambtenaar i.s.m. de ploegbaas van de groendienst, dat formeel door het schepencollege wordt goedgekeurd en na uitvoering gezamenlijk wordt geëvalueerd. Basisprincipes hierbij zijn o.m. meer groen met minder onderhoud, respect voor het openbaar groen, reductie van bestrijdingsmiddelen. Evaluatie: Het groenplan 2002-2003 werd door de groendienst niet goed uitgevoerd, in deze zin dat zowel bepaalde algemene richtlijnen als specifieke richtlijnen onvoldoende werden nageleefd. Om deze reden zag de milieuambtenaar zich in juni 2003 genoodzaakt zich te distantiëren van het groenbeleid. Tengevolge van recente ontwikkelingen in het personeelsbeleid die de nodige waarborgen moeten bieden opdat het groenbeleid opnieuw volgens de in 2001 opgestelde richtlijnen zal kunnen verlopen, werd de milieuambtenaar aanvang december door het college gevraagd opnieuw de groendienst te gaan leiden.
13
GV.2.a2 het uitvoerend personeel de mogelijkheid geven regelmatig de nodige vorming te volgen (Budget vanaf 1999: 30.000 BEF). MJP03/69: In de maanden september-oktober 2002 volgden de groenarbeiders een meerdaagse cursus rond ecologisch beheer van het openbaar groen, georganiseerd door de vzw VELT. Deze ecologische principes zullen de ruggegraat vormen van het gemeentelijk groenbeheer voor de komende jaren. Het gemeentebestuur verzoekt.... GV.1.i1 de bewoners meer respect te hebben voor het openbaar groen. Hiertoe zal het bestuur de nodige sensibilisatie-initiatieven nemen (vanaf 1999). MJP03/70: Jaarlijks worden in het infoblad artikels opgenomen, waarin de bevolking in dit verband duidelijk wordt geïnformeerd en gesensibiliseerd.
Ruimtelijke beleid Het gemeentebestuur zal... RU.1.a1 door middel van een actief aankoopbeleid het aantal groene gebieden trachten uit te breiden (Budget vanaf 2000: 500.000 BEF). MJP03/71: Zie opmerking MJP03/49 m.b.t. het gemeentelijk MINA-fonds inzake de verwerving van de Reukens. RU.2.a1 met alle middelen de nog resterende open ruimtes op het grondgebied van Aartselaar beschermen en in de mate van het mogelijke aankopen verrichten (vanaf 2002). MJP03/72: Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS), dat in opmaak is, biedt het wettelijk kader om dit te realiseren. Parallel wordt inmiddels ook gewerkt aan de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) voor de Reukens. Van zodra het GRS zal goedgekeurd zijn (einde 2003), zal de goedkeuringprocedure van dit RUP onmiddellijk worden opgestart, die in de 2de helft van 2004 geheel moet zijn afgerond. Evaluatie: De finalisering heeft vertraging opgelopen en wordt verwacht tegen einde 2004. Intussen (november 2002) werd de minister van leefmilieu schriftelijk om een princiepsakkoord van de Vlaamse regering verzocht m.b.t. de gevraagde verwerving van de de Reukens, om vervolgens de Afdeling Bos en Groen officieel op te dragen met de grondeigenaars/-gebruikers te gaan onderhandelen nopens de aankoop, in eerste instantie in der minne, van de betrokken gronden. Evaluatie: De minister heeft tot dusver niet geantwoord. De Afdeling Bos en Groen hulidgt het standpunt dat eerst een goedgekeurd RUP voor de Reukens moet aanwezig zijn (wordt verwacht tegen einde 2005), vooraleer onderhandelingen met de grondeigenaars kunnen worden aangeknoopt. RU.2.a2 bij de opmaak van het Gemeentelijke Structuurplan de milieu-ambtenaar nauw betrekken (vanaf 1999). MJP03/72: Dit gebeurt effectief. Idem dito wat betreft het RUP voor de Reukens. De gemeente verzoekt... RU.2.i1 de hogere overheid het gebied ‘De Reukens’ te vrijwaren van een mogelijke bestemmingswijziging naar industriegebied toe (1999).
14
MJP03/73: Dit is inmiddels achterhaald, doordat de Reukens einde 1999 bij gewestplanwijziging als landbouwgebied werden herbestemd. RU.2.i2 de hogere overheid de nog niet geklasseerde waardevolle landschappen dringend te klasseren (1999). MJP03/74: Deze vraag werd aan de bevoegde minister overgemaakt wat betreft de landelijke gebieden van Oever en Geuzenhoofd. Wegens de actuele te geringe natuurwaarden werd ons verzoek door het Bestuur Monumenten en Landschappen afgewezen. Inmiddels worden deze gebieden wel voorgedragen om tesamen met de aansluitende gebieden langsheen de E19 te Kontich, Edegem en Wilrijk, als stadsrandboscomplex te worden aangeduid. Evaluatie: De aanduiding van deze gebieden, samen met het gebied van Cleydael en Moretus te Aartselaar, Hemiksem en Hoboken, als stadsrandbossen ten zuiden van Antwerpen, wordt effectief voor goedkeuring en uitvoering door de Vlaamse minister van leefmilieu aan de Vlaamse regering voorgelegd.
Duurzaam gemeentelijk beleid Het gemeentebestuur zal... DO.1 enkele locaties uitkiezen in eigendom van het gemeentebestuur waar geleidelijk aan de nodige structurele aanpassingen - passend binnen de duurzame principes - aangebracht kunnen worden en waar regelmatig educatieve projecten plaats kunnen vinden. (Budget vanaf 1999: 750.000 BEF). MJP03/75: Hieromtrent werd wegens tijds- en personeelsgbrek nog geen actie ondernomen. DO.2 een beleidsdocument opmaken rond bedrijfsinterne milieuzorg binnen de gemeentelijke diensten (1999). MJP03/76: Hieromtrent werd wegens tijds- en personeelsgebrek nog geen actie ondernomen. Bij de intercommunale Igean zal worden aangedrongen om hieraan aandacht te besteden in het tegen 1 januari 2004 op te maken nieuwe afvalbeleidsplan voor de ex-IHK-gemeenten, w.o. onze gemeente. Evaluatie: In februari 2003 werd door een studente “Milieukunde” aan de Katolieke Hogeschool Limburg een voorstel van stageproject ingediend, met als onderwerp de uitwerking van een actieplan rond bedrijfsinterne milieuzorg in de gemeentelijke gebouwen en inrichtingen. Gedurende de stageperiode van zes maanden werden de gebouwen/inrichtingen uitvoerig doorgelicht en werd op basis van de gedane vaststellingen een actieplan uitgewerkt, waarin een rits van voorstellen werden geformuleerd om de gemeentelijke gebouwen en inrichtingen enerzijds te conformeren met de milieu- en (brand)veiligheidsrichtlijnen, anderzijds in overeenstemming te brengen met de duurzaamheidsprincipes. Elementair was hierbij de oprichting van een stuurgroep, bestaande uit alle diensthoofden en een minimale bestuurlijke vertegenwoordiging, onder leiding en coördinatie van (idealiter) een duurzaamheidsambtenaar. Wat betreft de conformering met de wettelijke richtlijnen, besloot het college om vanaf september 2003 een aantal maatregelen te nemen in het kader van een grootschalige inhaalbeweging, die er toe moet leiden dat tegen 1 mei 2004 het grootste gedeelte van de achterstand moet zijn ingelopen. Wat betreft de facultatief in te vullen duurzaamheidsprincipes, wordt het initiatief overgelaten aan de individuele diensthoofden. Er wordt dus geen stuurgroep in het leven geroepen, evenmin wordt een duurzaamheidsambtenaar aangeworven.
15
DO.3 de werking van ECO-Teams ondersteunen.(Buget vanaf 1999*: 10.000 BEF). MJP03/77: Vanaf 2002 heeft dit project opgehouden te bestaan. DO.4 een inventaris opstellen van aangekochte producten, gekoppeld aan de afvalstromen (2000). MJP03/78: Wegens tijds- en personeelsgebrek werd hieromtrent nog geen actie ondernomen. DO.5 een permanente overlegstructuur creëeren binnen eigen diensten (vanaf 2000). MJP03/79: Zie MJP03/78. DO.6 een sensibilisatieprogramma rond preventie opstarten binnen eigen diensten (vanaf 1999). MJP03/80: Zie MJP03/78. DO.7 in samenwerking met de toekomstige intercommunale een intergemeentelijk preventieproject opstarten (2001). MJP03/81: Zie het op stapel zijnde initiatief van de intercommunale Igean nopens de bijsturing tegen 1 januari 2004 van het afvalbeleid van de ex-IHK-gemeenten, w.o. onze gemeente. DO.8 stelselmatig in alle gemeentelijke eigendommen de nodige aanpassingen verrichten om het hemelwater nuttig te kunnen aanwenden of te laten infiltreren in de bodem (vanaf 2000). MJP03/82: Hieromtrent werd tot dusver geen actie ondernomen. DO.9 een sensibiliseringscampagne uitwerken voor de opvang en het gebruik van hemelwater, waarbij het gemeentelijke subsidiëringsbesluit wordt gelanceerd (Budget vanaf 1999: 10.000 BEF). MJP03/83: Een eigenlijke campagne werd tot dusver niet georganiseerd. Wel wordt de bevolking jaarlijks via een artikel in het infoblad geïnformeerd. DO.10 de bouwverordening rond de verplichte aanleg van een regenwaterput daadwerkelijk controleren (vanaf 1999). MJP03/84: Wegens tijds- en personeelsgebrek ingevolge talloze andere verplichtingen, is de bouwdienst hier tot dusver niet toe gekomen. Evaluatie: Niettegenstaande er een nieuwe opdracht van het schepencollege aan de gemeentelijke bouwdienst werd gegeven in de maand mei 2003, werd hier om dezelfde redenen nog geen gevolg aan gegeven. DO.11 de diverse uitgevoerde aanpassingen ter opvang en hergebruik van hemelwater onder de aandacht brengen van de bevolking (vanaf 2000). MJP03/85: Hieromtrent werd tot dusver niets ondernomen. DO.12 het gebruik van ecologisch verantwoorde materialen opnemen in relevante bestekken. Hiertoe zullen de bestekken in de toekomst voor advies voorgelegd worden aan de milieuambtenaar (vanaf 1999). MJP03/86: Vanaf 2002 is het bestek van de jaarlijkse ruimings- en (buiten)gewone onderhoudswerken van de 3de cat.-waterlopen in deze zin aangepast. DO.13 het gebruik van duurzame grondstoffen illustreren bij het uitvoeren van werkzaamheden in de uitgezochte locaties (vanaf 2000). MJP03/87: Hieromtrent werd tot dusver geen actie ondernomen. Evaluatie: Dit gebeurt voor het eerst in het kader van de heraanleg van de omgeving van het gemeentehuis.
16
DO.14 een actieplan opstellen in nauwe samenwerking met de groendienst dat moet leiden tot een drastische vermindering van het gebruik van de klassieke bestrijdingsmiddelen door de gemeentelijke diensten (2000). MJP03/88: Dit actieplan werd in het voorjaar 2002 opgesteld, door het college goedgekeurd en in de loop van 2002 uitgevoerd. Er werd derwijze een reductie van zowat 90% op de chemische bestrijdingsmiddelen gerealiseerd in vergelijking met de vorige jaren. Mits de nodige kleine bijsturingen zal dit beleidsplan in de toekomst worden bestendigd. Er zal bij de minister van leefmilieu tegen 1 juni 2003 een afwijkingsaanvraag worden ingediend om toelating te verkrijgen voor het beperkt gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op de gemeentelijke begraafplaats. Evaluatie: Het gemeentelijk reductieprogramma werd aanvang mei effectief door het college goedgekeurd en, conform de richtlijnen van het bestrijdingsmiddelendecreet, voor 1 juni 2003 aan de Vlaamse minister van leefmilieu overgemaakt. Medio december werd nog geen antwoord van de gewestelijke administratie ontvangen. DO.15 de burgers d.m.v. nodige sensibilisatie-acties het gebruik van de klassieke bestrijdingsmiddelen tot een absoluut minimum te beperken (vanaf 1999). MJP03/89: Via verschillende artikels in het infoblad werden de burgers in 2002 omtrent het hiervoor genoemde ruductieplan uitvoerig geïnformeerd en gesensibiliseerd. Dit zal in 2003 worden herhaald. Evaluatie: In oktober 2003 werd beslist in februari 2004 een infoavond te organiseren t.b.v. de ganse bevolking rond het bestrijdingsmiddeldecreet. Hierbij zal het gemeentelijk ruductieprogramma nader worden voorgesteld. Om dit te kaderen wordt door een gezondheidsdeskundige nadere toelichting verstrekt bij de gezondheidsproblematiek in relatie met het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Ten slotte wijdt een spreker van de vzw VELT uitvoerig uit over de mogelijkheden van een gifvrij onderhoud van je bloemen- of moestuin. Deze infoavond zal breedvoerig in de lokale media worden aangekondigd. DO.16 de jaarlijks op te stellen energienota grondig analyseren en verder laten uitbouwen met speciale aandacht voor de staat van de verwarmingsinstallaties en de isolatiegraad van de gebouwen. Deze nota moet binnen de planningstermijn uitgroeien tot een beleidsinstrument aangaande rationeel energieverbruik binnen de gemeentelijke infrastructuur (vanaf 2000). MJP03/90: Een jaarlijkse energienota werd niet opgesteld. Wel werd in 2002 met de gasmaatschappij IVEG, die het onderhoud van alle CV-installaties uitvoert, afgesproken dat van elke installatie een onderhoudsfiche wordt aangelegd, die jaarlijks wordt geactualiseerd en waarbij het gemeentebestuur telkenmale tijdig en preventief wordt gewezen op noodzakelijke investeringen ingeval van slijtage of te hoge verbruiken. Derwijze kunnen de nodige kredieten op de meerjarenplanning worden ingeschreven i.f.v. de uitvoering van de nodige aanpassingsen/of renovatiewerken. Evaluatie: Een energienota, in de zin zoals hiervoor beschreven, is op de milieudienst niet aanwezig. DO.17 binnen de eigen infrastructuur energiebesparende maatregelen toepassen en deze duidelijk kenbaar maken aan de burgers (vanaf 2000). MJP03/91: Zie MJP03/90. Communicatie hiervan naar de burgers toe is tot dusver niet expliciet gebeurd.
Instrumenten voor een nieuw gemeentelijk milieu- en natuurbeleid
17
Het gemeentebestuur zal... IN.1.a1 bijkomend personeel aanwerven ter ondersteuning van milieu-ambtenaar tegen het jaar 2000. MJP03/92: De milieuambtenaar houdt zich sedert 1 juli 2002 voltijds met milieu bezig. Bijkomend personeel werd tot dusver niet aangeworven. IN.2.a1 de milieu-ambtenaar zo snel mogelijk voorzien van moderne communicatiemiddelen en informatiekanalen, met als minimum een e-mailadres en een centraal gelegen internetaansluiting (1999). MJP03/93: Dit is sedert 2000 een feit. IN.3.a1 jaarlijks een apart budget vastleggen dat kan aangewend worden voor de aankoop van de benodigde uitrusting of voor het laten uitvoeren van controles door derden (Budget vanaf 1999: 100.000 BEF). MJP03/94: Dit gebeurt jaarlijks op de begroting. IN.4.a1 de toekomstige milieujaarprogramma’s koppelen aan het eigen gemeentelijke milieubeleidsplan en aan de overige beschikbare milieubeleidsplannen (vanaf 1999). MJP03/95: Het huidige milieubeleidsplan vervalt einde 2003. Tegen 1 mei 2005 moet een nieuw gemeentelijk milieubeleidsplan zijn goedgekeurd. Het ligt in de bedoeling om dit nieuwe milieubeleidsplan reeds in de loop van 2003 op te stellen, om te vermijden dat de gemeente in een vacuüm terecht komt. Immers, doordat de gemeente hiertoe eigenlijk niet voor 1 mei 2005 verplicht is wegens de niet-ondertekening van de nieuwe MINA-samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams gewest, zou zij theoretisch de periode 2004-2005 kunnen overbruggen zonder milieubeleidsplan. Dit moet uiteraard worden vermeden. Vanzelfsprekend zal het nieuwe milieubeleidsplan, dat vanaf 1 januari 2004 in voege moet treden, telkenjare via milieujaarprogramma’s worden uitgewerkt. Evaluatie: Het PIH, auteur van het eerste milieubeleidsplan, werd medio 2003 opgedragen met de opmaak van het tweede milieubeleidsplan. Einde 2003 is auteur rond met de opmaak van de “stand van zaken”. Vervolgens, aanvang 2004 zal met de milieubeleidsverantwoordelijke een gesprek plaats vinden en aansluitend zal de stuurgroep voor de eerste maal worden samengeroepen.
*: werden reeds in 1998 opgestart.
18
