Titel: Mijnbouw in Peru Locatie: Ugent, Universiteitstraat, Auditorium D Datum en uur: 4 maart: 13u00-15u00 Verslaggever: Charlotte Christiaens Aanwezig: +/- 40 studenten
Reinaldo Rodriguez Cruzado Reinaldo is afkomstig uit Peru. Hij is geoloog met een specialisatie in geotechniek, milieubeheer en ontwikkelingsfinanciering. Verder is hij adviseur aan het seniormanagement van de ontwikkelingscorporatie van Cajamarca, beschikt hij over uitgebreide kennis van mijnbouwproblematiek en de hierbij gerelateerde problemen en is hij consultant in de grondmechanica en voor ontwikkelingsprojecten. Bovendien is hij de directeur van de school voor geologische techniek en de school voor mijnbouwkunde in Peru.
Inhoud Na een korte introductie in de thematiek door Prof. Bart Van de Putte en Charlotte Christiaens, kwam Reinaldo Rodriguez aan het woord. Hij startte met een korte inleiding over de Congamijn, een nieuw gepland goudontginningsproject in Peru. Het betreft een uitbreiding op de Yanacochagoudader, de grootste goudader van Latijns-Amerika en de tweede grootste van de wereld. Yanacocha is genoemd naar het meer dat in 1992 daar nog bestond, nu is het een kale oppervlakte met een enorme krater. Dit project houdt in dat er vier meren zullen verdwijnen: Lake Alforjacocha, Lake Perol, Lake Mamacocha en Lake Alto Peru. Goudontginning vereist enorme hoeveelheden zuiver water, meer dan 10.000 liter zuiver water per gram puur goud. De lokale bevolking is echter afhankelijk van deze watervoorraden voor hun dagelijks leven: drinken, eten koken, wassen, water voor het vee, voor de planten,… Mijnbedrijven beloven ontwikkeling te brengen tot de streek, ze beloven economische welvaart, maar we zien het tegendeel. Reinaldo is afkomstig uit Cajamarca. Momenteel ligt meer dan 50% van dit gebied onder concessies: petroleum, goud, metaal, houtkap,… Als al deze projecten allemaal effectief doorgaan, wordt het gebied compleet onleefbaar. 10 bedrijven hebben zich gevestigd in deze streek, afkomstig uit onder andere China, Brazilië, Canada, de VS en
Zuid-Afrika. Cajamarca is de regio van Peru die het rijkst is aan grondstoffen. Conga is eigendom van meerdere bedrijven: Buenaventura, Newmont Mining, International Monetary Fund (van de Wereldbank). Allemaal beloven ze de lokale bevolking ontwikkeling, maar deze wilt niets liever dan dat ze vertrekken uit hun streek, en hen het leven laten zoals hun voorouders het deden: leven van wat de natuur hen voorbrengt, la Pacha Mama. Het gebied is erg vruchtbaar en bevat rijke visgronden. De lokale bevolking verkiest dit boven goud. De gevolgen van de mijnbouw op de gronden, waterreservoirs, reserves, grondwater,… zijn nauwelijks te overzien. Het Conga project betreft openpitmijnbouw: Men start met het uitgraven van de ertsen die goud bevatten in de oppervlakte, zo ontstaat er een diepe, trapvormige mijnbouwkrater. De ertsen worden besproeid met een Cyanide oplossing. Cyanide zorgt er namelijk voor dat het goud zich bindt en zo uit de ertsen kan geëxtraheerd worden. Dit proces heet heap leaching. De “pregnant solution”: de Cyanide oplossing die gouddeeltjes bevat, wordt dan weer uit elkaar gehaald met actief kool. Het goud blijft Cyanidevrij achter. Cyanide is een erg gevaarlijk goedje, minder dan 1 gr is genoeg om een mens te doden. Als de zuurtegraad van Cyanide van 10 tot 11,8 daalt naar 9,8 en 9,9 wordt dit heel gevaarlijk. Je ziet het niet, ruikt het niet en proeft het niet, maar het is dodelijk. Men vindt echter niet alleen goud in deze krater, maar ook zware metalen: lood, arseen, kwik, chroom, zink,…Deze komen allemaal in contact met zuurstof en oxideren. Via het grondwater en luchtcirculatie komen ze in het milieu terecht. Ook krijgen we te maken met zure drainage en de vorming van zwavelzuur. De hele techniek heet Lixiviacion: Dit is een heel gevaarlijke techniek met grote risico’s voor de volksgezondheid. Door het hoge risico verbonden aan deze techniek, is er in een resolutie in Europa gestemd om deze techniek te verbieden. De Yanacochamijn is tot nu toe 20 km lang. Voor CONGA zou men 18.000 hectares gaan omgraven. Het project zal in totaal 1.085.000.000ton erts verplaatsen. Het gecontamineerde grondwater + water mengt zich met het rivierwater en zakt af uit de hoger gelegen gebieden naar de lagergelegen stad Cajamarca. Op deze manier krijgt de bevolking het vervuilde water binnen. En dit met huidontstekingen, problemen op de luchtwegen, gezondheidsproblemen, irritatie aan de luchtwegen, verlammingen,…tot gevolg. De vier variabelen van de waterhuishouding, zullen in dit verhaal verstoord worden, met enorme gevolgen voor de watervoorraden. Mijnbedrijven stellen de projecten voor alsof ze ontwikkeling naar het gebied brengen en de lokale economie zullen bevorderen. Peru heeft reeds een lange ervaring in dit soort projecten en het draaide steeds negatief uit voor de bevolking. Geen enkel positief voorbeeld vormde tot nu toe een uitzondering. Als er dan toch zoveel goud in de omgeving aanwezig is, waarom zijn er dan toch zoveel problemen? De regering en bedrijven blijven het project toch als een investering voor het land voordoen. De lokale bevolking weet wel beter. Ze verkiezen water uit het meer boven de projecten, want als het project doorgaat, zal de hele watervoorraad van het gebied verdwijnen. Heel wat studies toonden reeds de link aan tussen mijnbouwactiviteiten en armoede. Bijvoorbeeld in de stad Cerro De Pasco: gebied waar de mijn letterlijk in het centrum van de stad ligt en de bevolking steeds verder weg moet gaan verhuizen. Als we de kaart van uitgeleende concessies in Cajamarca boven op de kaart leggen van de regio’s met sociale conflicten, zien we een 100% match. Waar er mijnbouw is, zijn er sociale conflicten. Momenteel zijn er 18 plaatsen binnen Cajamarca met grote sociale conflicten. Er zijn echter nog 9 nieuwe mijnbouwprojecten gepland. Het antwoord van de regering op deze protesten is duidelijk: Algemene Repressie. De politie wordt ingeschakeld om deze protesten brutaal te onderdrukken. De politie verandert in lokale knokploeg die reeds vele slachtoffers gemaakt heeft onder de boeren. Regering en mijnbedrijven gaan erg ver, ze hebben zelfs spionage-eenheden en houden constant lokale boerenleiders in de gaten. De protesten worden gecriminaliseerd en de prostesterenden worden als terroristen afgeschilderd in de media.
Grufides, een lokale NGO, doet de algemene oproep naar mijnbedrijven om verantwoord te ondernemen. Momenteel geven ze de bevolking enkele zoethouders, charities ipv echt verantwoord te werk te gaan. Kinderen krijgen letterlijk snoepgoed van de bedrijven om hen gunstig te stemmen en hen te beïnvloeden. Ze bouwen een school, maar ondertussen maken ze het hele gebied onbruikbaar voor landbouw en veeteelt. De lokale bevolking blijft achter met vervuilde gronden en opgedroogde rivieren. Niets duurzaam dus. We zien ook dat het de bedrijven zijn die de maatschappij leiden en de touwtjes in handen hebben, niet de regering. Zij dansen naar de pijpen van de mijnbedrijven, want er zijn voor hen persoonlijk veel financiële voordelen aan verbonden. En dus ook voor de staatskas en in een land als Peru, waar de staat arm is, zijn deze financiële middelen erg welkom. We moeten hier allemaal samen op reageren. De mijnbedrijven doen de samenleving momenteel meer kwaad dan goed. Het is de plicht van ieder bedrijf om aan verantwoord ondernemen te doen. In 2008 beloofde het mijnbedrijf Yanacocha minería het reservoir San José te vullen als waterbevoorrading, ter compensatie voor het verdwenen meer. Deze reservoir werd echter nooit helemaal gevuld, en vanaf 2010 stond hij gewoon helemaal droog. Het probleem is dat het reservoir dicht bij de mijn ligt. Door boringen en schokken in de mijn, is ook het nabijgelegen reservoir gebarsten. Het water loopt gewoon weg en mengt zich met het vervuilde grondwater dat zware metalen bevat. Voor het CONGAproject plant het mijnbedrijf ook een reservoir aan te leggen, maar het voorbeeld van San José toont dat dat plan niet realistisch en niet haalbaar is. De Yanacochamijn beloofde zuiver water aan de omwonenden, maar in plaat van een helder rivierwater kregen ze behandeld water dat niet geschikt is voor menselijke consumptie. Het gecontamineerde water zal uiteindelijk in de Atlantische en stille oceaan terechtkomen. Bovendien beweert het mijnbedrijf maar twee meren te gaan vernietigen, maar geologen en hydrologen beweren dat door de geplande mijnactiviteiten 7 meren zullen verdwijnen: de hele watervoorraad waar de lokale bevolking en de stad Cajamarca van afhankelijk is. Ook beweren ze geen schade aan de oppervlakte te zullen aanbrengen, maar gezien de geplande open pit is dat ook totaal onhaalbaar. Er zullen 3000 hectares totaal vernietigd worden, in plaats van van 2000 hectares, zoals de mijnbouwbedrijven zelf beweren. Door de stijgende goudprijs, stijgen de winstmarges van het bedrijf exponentieel. De productiekost blijft echter nagenoeg een constante. 98,3 procent van de winst gaat naar het buitenland, maar 1,7 procent blijft achter in het land. Dit gaat grotendeels naar de regering. Dit is één van de redenen waarom de Peruaanse regering samen met Colombia het vrijhandelsakkoord met Europa ondertekende. Dit zal vanaf dit jaar van kracht zijn. Het maakt de investeringen van buitenlandse bedrijven nog gunstiger. NGO’s als CATAPA en Grufides zijn hier fel tegen.
Vragen/ opmerkingen uit het publiek 1) Wat kunnen we vanuit het Westen doen om deze projecten een halt toe te roepen? De financiële stromen naar de mijnbouwprojecten stopzetten. Momenteel investeert zelfs het IMP in de Yanacochamijn. Alle kleine financiële investeringen samen, maken deze projecten mogelijk.
2) Zijn er alternatieven? Voor grootschalige mijnbouw tot nu toe nog niet. Wel bestaat er het FT&FMgoud: een certificeringsinitiatief van de FLO-ARM voor kleinschalige, artisanale mijnbouw (niet te vergelijken met grootschalige openpitmijnbouw). In deze standaard zijn een aantal regels vastgelegd om sociaal en ecologisch verantwoord goud te produceren.
Milieuimpactstudies wijzen ook uit dat sommige gebieden een minder grote impact zullen ondervinden. Vaak geldt dat hoe hoger gelegen men gaat ontginnen, hoe slechter, want dan wordt van bovenaf aan heel het gebied vervuild. De hoofdboodschap van de campagne is echter minder consumeren en meer inzetten op recyclage en gerecycleerd goud en andere metalen.
3) Waarom doet de Peruaanse regering niets? Mijnbedrijven hebben in deze maatschappij veel macht, ze hebben vaak de ware touwtjes van de staat in handen. Een arme Peruaanse regering heeft het moeilijk om aan deze inkomsten voor de staat te weerstaan. 25procent van de inkomsten voor de Peruaanse regering, komt van ontginningsconcessies. De wetten om mijnbouw kunnen ook niet zomaar veranderd worden. NGO’s ijveren er al jaren voor. De belasting die het mijnbedrijf aan de regering verschuldigd is, ligt al 20 jaar vast. We moeten echter opletten met steeds de Peruaanse regering met de vinger te wijzen. Er zijn inderdaad verbeterpunten, maar als consument in het Noorden, aan de vraagzijde, hebben we echter ook onze verantwoordelijkheid. Europa zou zich sterk kunnen maken door een resolutie te stemmen dat er geen goud meer wordt ingevoerd uit deze gebieden en zijn bedrijven ter verantwoording zou roepen en aanzetten tot onderzoek doen in milieusaneringen of hoe de schade te beperken. Momenteel steekt iedereen zijn hoofd in het zand. Daarom ook deze campagne. Andere mogelijkheden voor Europa zijn ook de investeringen van banken in mijnbouwprojecten inperken, schendingen van de mensenrechten onderzoeken en aanklagen en het aanpassen van de vrijhandelsakkoorden. Het is een globaal verhaal. Think global, act local.
4) Wat wordt er gedaan met het onderzoek naar de milieu-impact? Momenteel nog niet veel. Het bedrijf zelf pakt uit met economische cijfers. Het mijnbedrijf zelf publiceert wel een document over de milieu-impact en legt dit voor aan de Peruaanse overheid. Het bevat echter veel onwaarheden en door belangenvermenging wordt het project toch goedgekeurd. Het bedrijf vreest echter een milieu-impact studie want het resultaat zal sowieso zijn dat mijnbouw in deze regio onder deze condities niet aangewezen is.
5) Is de Peruaanse regering corrupt? Reinaldo wilt voorzichtig zijn met op deze vraag te antwoorden. Hij toont echter ook aan in zijn presentatie dat er veel deals gesloten worden met de regering waarbij de bevolking van het geconcessioneerd gebied, niet geconsulteerd werd.
6) Zien we deze protesten in alle lagen van de bevolking weerklinken? Ja, in alle lagen van de bevolking. De middenklasse mobiliseert. Maar ook afgelegen dorpen verenigen zich in gezamenlijke protesten. CONCLUSIE: Mijnbedrijven moeten meer verantwoord ondernemen: investeren in saneringsmethodes, lokale bevolking consulteren en inlichten. En wat ze claimen, ook echt waarmaken en de regio duurzame perspectieven bieden.
Mijnbedrijven zouden echt moeten investeren in duurzame ontwikkeling en economische welvaart brengen tot de regio. Nu brengen ze enkel vernieling en grote milieuschade. Ze geven zoethoudertjes aan de lokale bevolking: snoep aan de kinderen, wegen aanleggen voor hun mijnbouwactiviteiten, maar geen duurzame investeringen. Mijnbedrijven hebben in deze huidige tijd veel macht en domineren vaak de regering. Anders dan bij de eerste kolonisatiegolf zijn het nu bedrijven in plaats van staten die de grondstoffen weghalen uit het Zuiden. Het resultaat voor de bevolking in het Zuiden, blijft echter hetzelfde: vervuilde gronden + armoede. Het geld dat deze grondstoffen opbrengen, vloeit niet terug naar de lokale bevolking, integendeel, het gaat integraal naar het Westen. Ook het Westers sociaal-economisch model moet aangepast worden. Momenteel is het volledig gericht op consumptie en uitputting van de grondstoffenreserves. Binnen enkele decennia raken de grondstoffen echter op, we staan dus allen samen nog voor grote uitdagingen in de toekomst! In Peru is het protest tegen het CONGAProject momenteel uitgegroeid tot een nationaal protest van meer dan 100.000 mensen die zich in februari 2012 verenigden op het centrale plein te Lima. De boodschap van de bevolking is duidelijk: CONGA NO VA! CONGA GAAT NIET DOOR! De strijd wordt hevig gevoerd. Mensen zijn bereid er hun leven voor te geven: ze sterven liever in het slagveld ter verdediging van hun natuurlijke rijkdommen dan dat ze langzaam vergiftigd worden door de mijn. We zien dat sociale protesten wel degelijk iets uitmaken. Een verenigd volk staat sterker dan eerst gedacht. Het Congaproject staat voorlopig op hold. De vrees dat als dit project doorgaat dat de andere 8 nieuwe in de regio de volgen, is erg groot. Dit toont de waarde aan van CONGA als voorbeeldcase.