Mijn
Plicht jegens God vervullen
Voor Aäronisch-priesterschapsdragers
Mijn
Plicht jegens God vervullen
Voor Aäronisch-priesterschapsdragers
Een uitgave van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Salt Lake City (Utah, VS) © 2010 Intellectual Reserve, Inc. Alle rechten voorbehouden. Printed in Germany Engels origineel vrijgegeven: 1/08. Ter vertaling vrijgegeven: 1/08 Vertaling van Fulfilling My Duty to God: For Aaronic Priesthood Holders Dutch 06746 120
Dit boek is van:
Mijn foto
Diaken Ik ben geordend op: Ik ben geordend door: Leraar Ik ben geordend op: Ik ben geordend door: Priester Ik ben geordend op: Ik ben geordend door: Melchizedeks priesterschap Ik ontving het Melchizedeks priesterschap op: Ik ben tot ouderling geordend door:
Inhoud Boodschap van het Eerste Presidium. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Je plicht jegens God. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Diaken Geestelijke kracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Priesterschapsplichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Voor de kracht van de jeugd: lichamelijke gezondheid . . . 31 Leraar Geestelijke kracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Priesterschapsplichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Voor de kracht van de jeugd: opleiding . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Priester Geestelijke kracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Priesterschapsplichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Voor de kracht van de jeugd: gezin; vrienden en vriendinnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Voorbereiding op het Melchizedekse priesterschap. . . . . . 84 Aan quorumpresidenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Aan quorumadviseurs en ouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 Aanhangsel Verordeningen van het Aäronisch priesterschap. . . . . . . . 103 De levende Christus: het getuigenis van de apostelen. . . 106 Het gezin: een proclamatie aan de wereld . . . . . . . . . . . . . 107 Notities. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
4
Boodschap van het Eerste Presidium Je leeft in een tijd van grote mogelijkheden en uitdagingen — een tijd waarin het priesterschap op aarde is. Met het gezag dat je draagt kun je de verordeningen van het Aäronisch priesterschap bedienen. Als je dat gezag gebedvol en waardig uitoefent, zul je de mensen in je leven zeer tot zegen zijn. Met behulp van dit boek, de Schriften en Voor de kracht van de jeugd leer je hoe je je taken vervult. Vader in de hemel stelt veel vertrouwen in je. Hij wil dat je een belangrijke zending voor Hem vervult. Hij zal je helpen als je tot Hem in gebed gaat, luistert naar de influisteringen van de Geest, gehoorzaam bent aan de geboden, en de verbonden nakomt die je hebt gesloten. De vervulling van je plichten zal je diepe voldoening schenken en je voorbereiden om het Melchizedeks priesterschap te ontvangen, de verbonden en verordeningen van de tempel te ontvangen, een goede voltijdzending te vervullen, en een rechtschapen echtgenoot en vader te worden. Moge de Heer je hierin blijven zegenen. Het Eerste Presidium 5
6
Je plicht jegens God Je bent een zoon van God. Hij heeft het priesterschap in deze laatste dagen hersteld en Hij heeft dat priesterschap aan jou toevertrouwd. Met dit boek zul je: ▪▪ Je getuigenis en je band met God versterken. ▪▪ Je priesterschapsplichten leren vervullen. ▪▪ De normen in Voor de kracht van de jeugd leren toepassen. De Heer heeft de belofte gedaan dat jij, als je je priesterschapsplichten vervult, door de Geest zult worden geheiligd, tot de uitverkorenen Gods zult gaan behoren, en uiteindelijk alles zult ontvangen wat de Vader heeft (zie LV 84:33–38). De mensen die je dient, zullen zeer gezegend worden door jouw werk als priesterschapsdrager.
‘En zie, gij zijt mijn zoon; (…). En Ik heb een werk voor u’ (Mozes 1:4, 6).
7
Je plicht jegens God
Concentreer je op wat je aan het worden bent Je plicht jegens God vervullen is een levenstaak. Zie dit boek niet als een reeks taken die je zo snel mogelijk moet afmaken om een onderscheiding te verdienen. Je kunt je beter concentreren op de activiteiten die je kiest en hoe die je kunnen helpen om geestelijke eigenschappen te ontwikkelen en de soort priesterschapsdrager te worden die je hemelse Vader wil dat je wordt. Je hoeft de activiteiten in dit boek niet te doen om in het priesterschap verhoogd te worden. Het doel van de activiteiten is je voor te bereiden op je dienst in het priesterschap.
Leren, doen, bespreken De Heer heeft geboden: ‘Laat eenieder zijn plicht leren kennen en het ambt waartoe hij is aangewezen, met alle ijver leren uitoefenen’ (LV 107:99). Door de activiteiten in dit boek ijverig uit te voeren, krijg je de kans om je plichten te leren kennen, plannen te maken om die te vervullen, en je ervaringen met je ouders en quorumleden te bespreken. Maak plannen die aansluiten op je interesses en behoeften. Maak plannen die niet alleen een uitdaging vormen, maar ook plezier met zich meebrengen. Concentreer je op activiteiten waarmee je met je priesterschap anderen dient. Door plannen te maken en je eraan te houden, neem je verantwoordelijkheid voor je eigen geestelijke groei.
8
Je plicht jegens God Voor sommige leeractiviteiten zul je gevraagd worden om je gedachten en gevoelens op te schrijven over wat je leert. Overweeg die in een notitieboekje of een dagboek op te schrijven.
Hulp vragen De plannen die je in dit boek noteert zijn persoonlijk, maar je ouders, quorumgenoten, quorumpresident en andere kerkleiders kunnen helpen. Je kunt bijvoorbeeld: ▪▪ Hulp aan hen vragen wanneer je je plichten leert kennen en je plannen maakt. Zo draagt je quorumpresident de priesterschapssleutels voor het quorum waarvan je deel uitmaakt en op hem rust de verantwoordelijkheid om je je priesterschapsplichten te leren uitoefenen. ▪▪ Je ervaringen met hen bespreken in formele gesprekken, quorumvergaderingen en -activiteiten, en informele gesprekken. Zo krijg je inzicht in de vorderingen die je maakt en zul je met meer vertrouwen over het evangelie leren praten. De zaken die je bespreekt, kunnen ook andermans getuigenis vergroten. ▪▪ Je ouders of quorumgenoten vragen om ook plannen te maken en samen met jou aan je plannen te werken. Als je samen met iemand anders aan je plannen werkt, steun en stimuleer je elkaar.
9
Je plicht jegens God
De opzet van dit boek Je zult op de volgende gebieden beginselen leren en plannen maken: ▪▪ Geestelijke kracht. Door toe te passen wat je in dit hoofdstuk leert, kun je de geestelijke kracht ontwikkelen die je nodig hebt om op het pad van gerechtigheid te blijven. Je maakt een gewoonte van dagelijks gebed en schriftstudie, met inbegrip van de woorden van de levende profeten. Je leert en onderwijst in de leringen van het evangelie van Jezus Christus. Ook leer je beginselen toepassen waarmee je een goede priesterschapsdrager wordt. ▪▪ Priesterschapsplichten. Door toe te passen wat je in dit hoofdstuk leert, zal de uitoefening van je priesterschap je dichter tot de Heiland brengen. Je liefde voor anderen zal toenemen, doordat je hen namens de Heiland dient. Je leert hoe je de priesterschapsverordeningen bedient, anderen dient, en iedereen uitnodigt om tot Christus te komen. ▪▪ Voor de kracht van de jeugd. In dit hoofdstuk leer je bepaalde normen uit Voor de kracht van de jeugd kennen en toepassen, met inbegrip van die in de hoofdstukken ‘Lichamelijke gezondheid’, ‘Opleiding’, ‘Gezin’, en ‘Vrienden en vriendinnen’. Die normen toepassen zal je doeltreffender maken in dienst van de Heer en je beter voorbereiden op de toekomst. ▪▪ Voorbereiding op het Melchizedeks priesterschap. Alle plannen die je in dit boek maakt, zullen je voorbereiden om het Melchizedeks priesterschap te ontvangen en een 10
Je plicht jegens God voltijdzending waardig te zijn. Als je priester bent, krijg je de kans om een project te beginnen om je voorbereiding kracht bij te zetten. Je zult inzicht krijgen in de verbonden die je sluit wanneer je het Melchizedeks priesterschap ontvangt en in de eigenschappen die een goede zendeling van je zullen maken.
Certificaten Plicht jegens God De plannen die je als diaken en leraar uitvoert, leveren je een certificaat op als blijk van de vorderingen die je hebt geboekt in het vervullen van je plicht jegens God. De plannen die je als priester uitvoert, inclusief je project om je op het Melchizedeks priesterschap voor te bereiden, leveren je een certificaat op als blijk van wat je in je jaren als Aäronisch-priesterschapsdrager hebt bereikt.
11
Diaken
12
Diaken
Geestelijke kracht De Heer heeft priesterschapsdragers deze raad gegeven: ‘Weest rein’ (LV 38:42). In dit hoofdstuk leer je hoe persoonlijke waardigheid verband houdt met priesterschapsmacht (zie LV 121:34–46). Je maakt ook plannen om je de gewoonten dagelijks gebed en schriftstudie — met inbegrip van de woorden van de levende profeten — eigen te maken. Dit hoofdstuk valt uiteen in de volgende delen: ▪▪ Gebed en schriftstudie ▪▪ Waardige levenswijze ▪▪ Begrip van de leer
13
Gebed en schriftstudie Leren ‘Vergast [je] aan de woorden van Christus’ (2 Nephi 32:3).
▪▪ Bestudeer Jozua 1:8; 1 Nephi 15:23–24; 2 Nephi 32:3; Alma 17:2–3; en LV 21:4–6 aandachtig. Maak al doende een lijstje met woorden en zinsneden die aangeven:
1. Hoe je het beste je studie aanpakt van de Schriften en de woorden van de levende profeten. 2. Welke zegeningen je krijgt als je de Schriften en de woorden van de levende profeten bestudeert. Bespreek je lijstje met je ouders, priesterschapsleiders, of andere quorumleiders. Bespreek specifieke zegeningen die je hebt gekregen door de raad van de Heer in de Schriften en bij monde van levende profeten op te volgen. ▪▪ Schrijf op de volgende pagina op hoe je van plan bent om een vaste gewoonte te maken van gebed en schriftstudie. Je kunt bijvoorbeeld een plan opstellen om dagelijks een bepaalde tijd aan je studie van het Boek van Mormon te besteden. Je schriftstudie kan mede bestaan uit de woorden van de levende profeten in de conferentie-uitgave van de Liahona.
14
Diaken Doen Mijn plan om van dagelijks gebed en schriftstudie een vaste gewoonte te maken:
Bespreken ▪▪ Bespreek wat je leert uit je schriftstudie. Je kunt dat bijvoorbeeld bespreken met je ouders, je vrienden, of in quorumvergaderingen. Dat zal je getuigenis van het geleerde vergroten en je leren hoe je les geeft in het evangelie. Ook zullen anderen in hun getuigenis worden gesterkt.
Je plan voor schriftstudie kan er onder meer uit bestaan dat je opschrijft wat je geleerd hebt. Vraag je hemelse Vader elke keer als je de Schriften bestudeert of Hij je inzicht wil geven in wat je leest.
15
Waardige levenswijze Leren ‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan’ (LV 58:42).
▪▪ Lees het hoofdstuk ‘Bekering’ in Voor de kracht van de jeugd en noteer je antwoord op de onderstaande vragen in een notitieboekje of een dagboek: 1. Wat leren we uit dit hoofdstuk over de verzoening en bekering?
2. Hoe maakt bekering geestelijke groei mogelijk? 3. Wat is het verband tussen bekering, de verzoening en een waardige levenswijze? Bespreek je antwoorden met je ouders of je quorumleden. Bespreek hoe bekering je voorbereidt op de tempel en de heilige verordeningen. ▪▪ Kies ten minste drie andere hoofdstukken uit Voor de kracht van de jeugd die je zullen helpen om een waardig leven te leiden. Bestudeer de normen in deze hoofdstukken en schrijf op wat je zult doen om die normen na te leven en ook anderen daarbij te helpen.
16
Diaken Doen Hoofdstukken uit Voor de kracht van de jeugd die ik zal bestuderen: Specifieke dingen die ik zal doen om deze normen na te leven en ook anderen daarbij te helpen:
Bespreken ▪▪ Als je deze normen hebt bestudeerd en toepast, bespreek je met je ouders of quorumgenoten wat je hebt geleerd, hoe het van invloed is op je leven, en de soort mens die je aan het worden bent.
Overweeg in Voor de kracht van de jeugd de hoofdstukken ‘Kleding en uiterlijk’, ‘Amusement en zijn vormen’ of ‘Taalgebruik’ te bestuderen en toe te passen.
17
Begrip van de leer Leren ▪▪ Lees Leer en Verbonden 11:21. Welke beloften doet de Heer aan wie zijn ‘Ik geef u een gebod dat woord bestuderen? Je zult een goed u elkaar in de leer van begrip en een getuigenis van het het koninkrijk zult evangelie nodig hebben om je huidige onderwijzen’ (LV 88:77). plichten van priesterschapsdrager na te komen, alsmede je toekomstige plichten van voltijdzendeling en die van echtgenoot en vader. ▪▪ Kijk in de lijst van leerstellige onderwerpen op p. 20 en kies vier of meer onderwerpen waar je meer over te weten wil komen. Eén van die onderwerpen dient in elk geval ‘Het priesterschap en de priesterschapssleutels’ te zijn. Gebruik de Schriften (inclusief de Gids bij de Schriften), Trouw aan het geloof, Predik mijn evangelie, en de woorden van de hedendaagse profeten om meer over deze onderwerpen te weten te komen. ▪▪ Maak voor elk onderwerp dat je bestudeert een eenvoudig schema. Dat kan er als volgt uitzien: (1) een definitie van het onderwerp, (2) leringen en voorbeelden uit de Schriften en uit je eigen leven, en (3) je gedachten en gevoelens over het belang van dit onderwerp. Zie voor voorbeelden van schema’s Predik mijn evangelie (hoofdstukken 2 en 3).
18
Diaken Doen Ik bestudeer de volgende leerstellige onderwerpen:
Bespreken ▪▪ Onderwijs met gebruik van je schema’s anderen in deze leerstellige onderwerpen. Bespreek met je ouders en quorumleiders wanneer je dat gaat doen. Wanneer ik in deze onderwerpen onderwijs:
Je kunt meer te weten komen over het priesterschap als je LV 4; 13; 20:46–60; 84:18–27; 107:1–21; 121:34–46; 124:142–43 bestudeert. Overweeg ook andere teksten die je in de Gids bij de Schriften vindt, te bestuderen.
19
Diaken Leerstellige onderwerpen ▪▪ De Godheid ▪▪ Het heilsplan ▪▪ De verzoening van Jezus Christus ▪▪ Profeten ▪▪ De afval en de herstelling van het evangelie ▪▪ De herstelling van het priesterschap ▪▪ Het priesterschap en de priesterschapssleutels ▪▪ Dienen ▪▪ Verbonden en verordeningen ▪▪ Geloof ▪▪ Bekering ▪▪ Doop ▪▪ De gave van de Heilige Geest ▪▪ Gebed en persoonlijke openbaring ▪▪ Keuzevrijheid ▪▪ Tempels ▪▪ Eeuwige gezinnen en familiegeschiedenis ▪▪ De wet van kuisheid ▪▪ Het woord van wijsheid ▪▪ Tiende
20
Diaken
Terugblik Praat tegen het eind van je jaren als diaken met je ouders of een priesterschapsleider over wat je geleerd hebt met je plannen om te bidden en de Schriften te bestuderen, waardig te leven, en de leer te begrijpen. Bespreek hoe deze zaken je helpen om je getuigenis en je band met je hemelse Vader te versterken.
Mijn handtekening Datum
Handtekening van ouder of leider Datum
21
Diaken
Priesterschapsplichten
22
Diaken De Heer heeft gezegd dat iedere priesterschapsdrager ‘zijn plicht [moet] leren kennen’ en ‘met alle ijver [moet] leren uitoefenen’ (LV 107:99). Dit hoofdstuk zal je helpen om de plichten van een diaken te leren kennen en te vervullen. Die plichten staan in Leer en Verbonden 20:57, 59; 84:111. Je plichten kunnen in drie categorieën worden ingedeeld: ▪▪ Priesterschapsverordeningen bedienen Diakenen dienen het avondmaal rond. ▪▪ Anderen dienen Diakenen assisteren de bisschop bij het ‘besturen van (…) stoffelijke zaken’ (LV 107:68). Dat kan bestaan uit het inzamelen van de vastengaven, zorgen voor de armen en behoeftigen, het netjes houden van het kerkgebouw en het daarbij behorende terrein, dienstdoen als bode voor de bisschop in kerkdiensten, en vervulling van taken die je van je quorumpresident krijgt. ▪▪ Allen uitnodigen om tot Christus te komen Diakenen waken ‘over de kerk [en zijn] plaatselijke dienaren der kerk’ (LV 84:111). Zij moeten ‘waarschuwen, uitleggen, aansporen en onderwijzen, en allen uitnodigen om tot Christus te komen’ (LV 20:59). Dat houdt onder meer in dat een diaken het goede voorbeeld geeft, quorumgenoten en anderen begeleidt, de leden verwittigt van kerkdiensten, in diensten spreekt, het evangelie uitdraagt en zijn getuigenis geeft.
23
Priesterschaps verordeningen bedienen ‘En dit zult gij altijd nauwgezet doen zoals Ik het heb gedaan, zoals Ik brood heb gebroken en het heb gezegend en het aan u heb gegeven’ (3 Nephi 18:6).
Leren ▪▪ Lees Leer en Verbonden 20:76–79. Waarvan zijn het avondmaalsbrood en -water het symbool? Lees Lucas 22:19–20 en 3 Nephi 18:1–11. Wie vertegenwoordig je als je het avondmaal ronddient?
▪▪ Stel je ouders of je quorumleiders de onderstaande vragen en schrijf hun antwoorden op: 1. Wat betekent de verordening van het avondmaal voor u? 2. Hoe kan ik u als diaken helpen om een betekenisvolle ervaring met het avondmaal te hebben? ▪▪ Schrijf, na overleg in je quorum, op de volgende pagina op wat je zult doen om het avondmaal zo rond te dienen dat er eerbied voor de Heiland en zijn verzoening uit spreekt en dat het anderen aanmoedigt om dezelfde eerbied te tonen. Schrijf ook op wat jij zult doen om zelf een betekenisvolle ervaring te hebben als je aan het avondmaal deelneemt.
24
Diaken Doen Wat ik zal doen om eerbied te tonen als ik het avondmaal ronddien en om anderen aan te moedigen dezelfde eerbied aan de dag te leggen: Wat ik zal doen om zelf een betekenisvolle ervaring te hebben als ik aan het avondmaal deelneem:
Bespreken ▪▪ Bespreek, na je plan te hebben uitgevoerd, met je quorumgenoten hoe jouw ervaringen met het avondmaal je hebben geholpen om eerbiediger te worden.
Overweeg om in je plan aandacht te besteden aan zaken zoals je kleding, je gedachten en je gedrag vóór en na de verordening.
25
Anderen dienen Leren ‘Wanneer gij in dienst van uw medemensen zijt, [zijt] gij louter in dienst van uw God’ (Mosiah 2:17).
▪▪ Noteer wat je uit de volgende teksten te weten komt over anderen dienen: Jakobus 1:27, Mosiah 2:17, en Mosiah 18:8–10. Praat met een van je ouders of een quorumleider over het verband tussen het priesterschap dragen en anderen dienen.
▪▪ Bespreek met je quorumgenoten welke mogelijkheden er zijn om anderen te dienen (vraag je bisschop of quorumleiders naar ideeën). Als Aäronisch-priesterschapsdrager dien je anderen door je bisschop of gemeentepresident te assisteren bij het ‘besturen van (…) stoffelijke zaken’ (LV 107:68). Dat kan bestaan uit zorg voor armen en behoeftigen, het netjes houden van het kerkgebouw en het daarbij behorende terrein, inzameling van vastengaven, en het vervullen van taken die je van je quorumpresident krijgt. Ook kan het bestaan uit dienstverleningsprojecten die je op eigen initiatief doet. ▪▪ Noem specifieke dingen die je quorum doet aan dienstverlening. Plan ook verschillende dingen die je op eigen initiatief wil doen om anderen te helpen, met inbegrip van hulp in de huiselijke kring.
26
Diaken Doen Het plan van mijn quorum voor dienstverlening: Mijn plan voor dienstverlening:
Bespreken ▪▪ Bespreek met een van je ouders of je quorumgenoten welke ervaringen je hebt gehad met anderen helpen. Je kunt bijvoorbeeld praten over hoe jouw dienstverlening jou en de mensen die je hebt geholpen, heeft beïnvloed.
Nodig je ouders uit om samen met jou hulp te verlenen. Dat is een goede manier om je band met hen te versterken en de kwaliteit van je dienstverlening te verbeteren.
27
Allen uitnodigen om tot Christus te komen ‘Wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid’ (1 Timoteüs 4:12).
Leren ▪▪ Lees Leer en Verbonden 20:59. Wat betekent de zinsnede ‘tot Christus te komen’ voor je? Bespreek je gedachten en gevoelens met een quorumleider of je ouders en vraag hun wat de zinsnede voor hen betekent.
▪▪ Vergelijk de zendingsverhalen van Ammon (Alma 17–19) en Corianton (Alma 39:1–11). Welke invloed hadden hun daden op de mensen onder wie zij werkten? Overweeg manieren waarop jij een voorbeeld kunt zijn om mensen tot Christus te helpen komen. ▪▪ Denk aan familieleden en vrienden die jij kunt uitnodigen om tot Christus te komen. Schrijf hun namen op en wat jij zult doen om ze daarbij te helpen (door ze bijvoorbeeld voor een kerkactiviteit uit te nodigen of ze het Boek van Mormon of een kerkelijk tijdschrift te geven).
28
Diaken Doen Hoe ik anderen het goede voorbeeld wil geven: Namen van mensen en hoe ik ze tot Christus wil helpen komen:
Bespreken ▪▪ Schrijf in een dagboek of een notitieboekje op welke ervaringen jij hebt gehad met anderen uitnodigen om tot Christus te komen. Schrijf ook op hoe je zelf een betere zendeling aan het worden bent. Overweeg je ervaringen met anderen te bespreken.
Je kunt lang voordat je op een voltijdzending gaat al een zendeling zijn. Bedenk hoe je dat thuis, op school en onder je vrienden kunt zijn.
29
Diaken
Terugblik Praat tegen het eind van je jaren als diaken met je ouders of een priesterschapsleider over je ervaringen met je plannen om priesterschapsverordeningen te bedienen, anderen te dienen, en allen uit te nodigen om tot Christus te komen. Bespreek hoe je anderen door middel van je dienst in het priesterschap tot zegen bent geweest. Bespreek hoe je ervaringen je helpen om een getrouwe, dienstvaardige priesterschapsdrager te worden.
Mijn handtekening Datum
Handtekening van ouder of leider Datum
30
Diaken
Voor de kracht van de jeugd:
Lichamelijke gezondheid
Als je eenmaal werkt aan je plannen in ‘Geestelijke kracht’ en ‘Priesterschapsplichten’, begin je aan een project dat je baseert op de normen in het hoofdstuk ‘Lichamelijke gezondheid’ in Voor de kracht van de jeugd. Gebruik de stappen op de volgende pagina’s als leidraad. Je project dient het nodige van je te vergen. Je dient er behoorlijk wat tijd in te steken. Je dient het te baseren op je eigen behoeften en interesses. Er dient een gewoonte uit te groeien die jou zal helpen om je hele leven lichamelijk gezond te blijven.
Stap 1: leren Lees ‘Lichamelijke gezondheid’ in Voor de kracht van de jeugd en lees de volgende teksten: Leer en Verbonden 88:124, Leer en Verbonden 89, en 1 Korintiërs 3:16–17. Stel beginselen vast die verband houden met de lichamelijke gezondheid. Schrijf
Je kunt stap 1 met je quorum doen. Overweeg ook om je project met iemand anders te doen, bv. een quorumgenoot, een van je ouders, of een leider. Op die manier kun je elkaar steunen en sterken.
31
je antwoorden op de onderstaande vragen op en bespreek die met een van je ouders, een priesterschapsleider of je quorumgenoten:
‘De tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!’ (1 Korintiërs 3:17).
1. Waarom is het belangrijk om lichamelijk gezond te zijn? Hoe zal een goede lichamelijke gezondheid de vervulling van je priesterschapsplichten ten goede komen (bv. als zendeling, als vader, en bij je hulp aan anderen)?
2. Wat zijn de geestelijke voordelen van lichamelijke gezondheid? Wat zijn de geestelijke gevolgen als je niet goed voor je lichaam zorgt?
Stap 2: Een project beginnen Begin een project waarmee je in de praktijk kunt brengen wat je over lichamelijke gezondheid te weten bent gekomen. Het project dient in elk geval uit twee delen te bestaan: (1) lichamelijke oefening en (2) voeding. Laat een van je ouders of een leider je project goedkeuren voordat je eraan begint. Hierna volgen enkele voorbeelden van zaken die je in elk deel van je project kunt opnemen:
32
Diaken Voorbeelden — lichamelijke oefening ▪▪ Maak een maandelijks oefenschema. Neem verscheidene oefeningen op waarmee je je lichamelijke conditie kunt verbeteren, zoals hardlopen, fietsen of sporten. ▪▪ Leer een nieuwe sport beoefenen. ▪▪ Bekwaam je in de vaardigheden van een sport die je al beoefent.
Voorbeelden — voeding ▪▪ Neem je voor om het woord van wijsheid na te leven. Denk in dat verband na over het volgende: (a) hoe je situaties zult mijden waarin het je moeilijk wordt gemaakt om je aan je voornemen te houden en (b) hoe je zult reageren op verleidingen (bijvoorbeeld hoe je aan anderen gaat uitleggen waarom je je aan het woord van wijsheid houdt). ▪▪ Zoek naar beginselen van een goede voeding in Leer en Verbonden 89, op het internet en in andere boeken of informatiebronnen. Bespreek thuis of in je quorum wat je ontdekt. Houd een maand bij wat je eet en breng dan veranderingen in je eetgewoonten aan op basis van wat je over voeding hebt geleerd. ▪▪ Leer hoe je drie voedzame maaltijden kunt bereiden. Dien ze thuis op.
33
Diaken Mijn project: Lichamelijke oefening Voeding
Goedkeuring van ouder of leider
Geschatte voltooiingsdatum
Mijn handtekening Datum voltooid
34
Diaken
Stap 3: Beschrijf je ervaringen Schrijf hieronder op wat je hebt geleerd van je project en hoe je er je hele leven aan zult blijven werken. Praat thuis of met je quorumgenoten over je ervaringen.
35
Leraar
36
Leraar
Geestelijke kracht De Heer heeft priesterschapsdragers deze raad gegeven: ‘Weest rein’ (LV 38:42). In dit hoofdstuk zul je het verband tussen persoonlijke waardigheid en priesterschapsmacht beter gaan begrijpen (zie LV 121:34–46). Je maakt ook plannen om je te verbeteren in dagelijks gebed en schriftstudie, met inbegrip van de woorden van de levende profeten. Dit hoofdstuk valt uiteen in de volgende delen: ▪▪ Gebed en schriftstudie ▪▪ Waardige levenswijze ▪▪ Begrip van de leer
37
Gebed en schriftstudie Leren ▪▪ Denk na over je persoonlijke gebeden. Hoe vaak bid je? Hoe voel je je als je bidt? Bestudeer Jakobus 1:5–6; Alma 34:17–28; 3 Nephi 18:15–21; en Moroni 10:3–5. Stel vast welke beginselen je kunnen helpen om je gebeden meer betekenis te geven en welke zegeningen er volgen als je altijd bidt.
‘Bid altijd, opdat u de overwinnaar zult worden; ja, opdat u Satan zult overwinnen’ (LV 10:5).
▪▪ Bestudeer Helaman 3:29–30 en Leer en Verbonden 18:33–36; 84:85 aandachtig. Maak al doende een lijstje met woorden en zinsneden die aangeven: 1. Hoe je je studie aanpakt van de Schriften en de woorden van de levende profeten. 2. Welke zegeningen je krijgt als je de Schriften en de woorden van de levende profeten bestudeert. ▪▪ Schrijf op de volgende pagina op hoe je van plan bent om je gebeden en schriftstudie in de jaren dat je leraar bent te verbeteren. Je schriftstudie kan mede bestaan uit de woorden van de levende profeten in de conferentie-uitgave van de Liahona.
38
Leraar doen Mijn plan om mijn gewoonte van dagelijks gebed en schriftstudie vastere vorm te laten aannemen:
bespreken ▪▪▪Bespreek wat je leert uit je schriftstudie . Je kunt dat bijvoorbeeld bespreken met je ouders, je vrienden, in het seminarie, of in quorumvergaderingen . Maak er een vaste gewoonte van om met anderen te bespreken wat je leert . Dat zal je getuigenis vergroten en je leren hoe je les geeft in het evangelie . het zal ook anderen sterken in hun getuigenis .
Overweeg je schriftstudieplan te laten samenvallen met wat je in het seminarie, in de zondagsschool, of bij je thuis bestudeert.
39
Waardige levenswijze Leren ▪▪ Onderzoek Leer en Verbonden 121:41–45 en noteer de beginselen die het gebruik van het priesterschap regelen. Doe daarna het volgende (roep zo mogelijk de hulp van een van je ouders of een priesterschapsleider in):
‘Laten al uw gedachten tot de Heer uitgaan’ (Alma 37:36).
1. Zoek onbekende woorden op in het woordenboek. 2. Bedenk hoe je deze beginselen kunt toepassen. Onderzoek de verzen 45 en 46, en stel vast wat de zegeningen zijn van het naleven van die beginselen. Herhaal de stappen 1 en 2 voor elk van die zegeningen. ▪▪ Bestudeer Leer en Verbonden 63:16 en stel vast wat de gevolgen zijn van onreine gedachten. Vergelijk die waarschuwingen met de zegeningen van ‘deugd onophoudelijk [je] gedachten [te laten] sieren’ (LV 121:45). Kies ten minste vier hoofdstukken uit Voor de kracht van de jeugd die je wil bestuderen; overweeg voorrang te geven aan hoofdstukken die je zullen helpen om deug dzame gedachten te hebben. Overpeins in het bijzonder wat je kunt doen om de gevaren te ontlopen die in Leer en Verbonden 63:16 worden genoemd.
40
Leraar Doen Hoofdstukken uit Voor de kracht van de jeugd die ik zal bestuderen: Specifieke dingen die ik zal doen om deze normen na te leven en ook anderen daarbij te helpen:
Bespreken ▪▪ Bespreek met een van je ouders of een quorumleider hoe het naleven van deze normen invloed op jou en anderen heeft gehad. Praat ook over de soort persoon die je aan het worden bent.
Overweeg om aan de hand van de normen in Voor de kracht van de jeugd de muziek waarnaar je luistert en de films die je bekijkt te evalueren. Breng zo nodig veranderingen aan.
41
Begrip van de leer Leren ‘De ouderlingen, priesters en leraars dezer kerk moeten de beginselen van mijn evangelie onderwijzen’ (LV 42:12).
▪▪ Formuleer een paar vragen die mensen buiten de kerk misschien hebben over de kerkleer. Welke leerstellige onderwerpen kun je bestuderen om antwoord op deze vragen te geven?
▪▪ Neem de lijst met leerstellige onderwerpen door die je als diaken bestudeerd hebt (zie pagina 19). Werk je schema voor ‘Het priesterschap en de priesterschapssleutels’ bij op basis van je ervaringen en aanvullende studie. Kies vier of meer aanvullende onderwerpen uit waar je meer over te weten wil komen en waarin je wil onderwijzen (zie pagina 44) en noteer je keuzen op de volgende pagina. Gebruik de Schriften (inclusief de Gids bij de Schriften), Trouw aan het geloof, Predik mijn evangelie, en de woorden van de hedendaagse profeten om meer over deze onderwerpen te weten te komen.
▪▪ Maak voor elk onderwerp dat je bestudeert een eenvoudig schema. Dat kan er als volgt uitzien: (1) een definitie van het onderwerp, (2) leringen en voorbeelden uit de Schriften en je eigen leven, en (3) je gedachten en gevoelens over het belang van dit onderwerp. Zie voor voorbeelden van schema’s Predik mijn evangelie (hoofdstuk 2 en 3).
42
Leraar Doen Ik bestudeer de volgende leerstellige onderwerpen:
Bespreken ▪▪ Onderwijs met gebruik van je schema’s anderen in deze leerstellige onderwerpen. Dat kun je doen in een formele onderwijssituatie (gezinsavond, quorumvergadering, seminarie, avondmaalsdienst, of de opening van de wekelijkse activiteitenavond) of in een gesprek met een vriend. Wanneer ik in deze onderwerpen onderwijs:
Overweeg je seminarie leerkracht te vragen of je in de klas mag vertellen wat je over deze leerstellingen te weten bent gekomen.
43
Leraar Leerstellige onderwerpen ▪▪ De Godheid ▪▪ Het heilsplan ▪▪ De verzoening van Jezus Christus ▪▪ Profeten ▪▪ De afval en de herstelling van het evangelie ▪▪ De herstelling van het priesterschap ▪▪ Het priesterschap en de priesterschapssleutels ▪▪ Dienen ▪▪ Verbonden en verordeningen ▪▪ Geloof ▪▪ Bekering ▪▪ Doop ▪▪ De gave van de Heilige Geest ▪▪ Gebed en persoonlijke openbaring ▪▪ Keuzevrijheid ▪▪ Tempels ▪▪ Eeuwige gezinnen en familiegeschiedenis ▪▪ De wet van kuisheid ▪▪ Het woord van wijsheid ▪▪ Tiende
44
Leraar
Terugblik Praat tegen het eind van je jaren als leraar met je ouders of een priesterschapsleider over je ervaringen met je plannen om te bidden en de Schriften te bestuderen, waardig te leven, en de leer te begrijpen. Bespreek hoe deze zaken je helpen om je getuigenis en je band met je hemelse Vader te versterken.
Mijn handtekening Datum
Handtekening van ouder of leider Datum
45
Leraar
Priesterschapsplichten
De Heer heeft gezegd dat iedere priesterschapsdrager ‘zijn plicht [moet] leren kennen’ en ‘met alle ijver [moet] leren uitoefenen’ (LV 107:99). Dit hoofdstuk zal je helpen om de plichten van een leraar te leren kennen en te vervullen. Die plichten staan in Leer en Verbonden 20:53–59; 84:111 en omvatten
46
Leraar tevens alle plichten van een diaken (zie pagina 23). Je plichten kunnen in drie categorieën worden ingedeeld: ▪▪ Priesterschapsverordeningen bedienen Leraren zetten het avondmaal klaar en dienen het rond. ▪▪ Anderen dienen ‘[Een leraar] assisteert de bisschop bij het ‘besturen van (…) stoffelijke zaken’ (LV 107:68). Dat kan bestaan uit inzameling van vastengaven, zorg voor armen en behoeftigen, het netjes houden van het kerkgebouw en het daarbij behorende terrein, dienstdoen als bode voor de bisschop in kerkelijke bijeenkomsten, en het vervullen van taken die je van je quorumpresident krijgt. ▪▪ Allen uitnodigen om tot Christus te komen Leraren dienen ‘altijd over de kerk te waken, en bij hen te zijn en hen te versterken’ (LV 20:53). Dat doet hij onder meer door op huisonderwijs te gaan. Leraren zien er ook op toe ‘dat er geen ongerechtigheid in de kerk is, noch hardheid onder elkaar, noch liegen, laster of kwaadsprekerij; en erop toe te zien dat de kerk dikwijls tezamen komt’ (LV 20:54–55). Deze plicht houdt in dat een leraar een vredestichter is, een voorbeeld van morele integriteit en rechtschapenheid is, en dat hij anderen uitnodigt om naar de kerk te komen.
47
Priesterschaps verordeningen bedienen ‘Hij [nam] van het brood en brak en zegende het; en Hij gaf ervan aan de discipelen en gebood hun te eten’ (3 Nephi 18:3).
Leren
▪▪ Lees Leer en Verbonden 38:42. Het gebod: ‘Wees rein, gij die de vaten des Heren draagt’ heeft bijzondere betekenis wanneer je je plicht vervult om het avondmaal klaar te zetten. In de oudheid droeg een groep priesters voorwerpen — vaten, schalen, kommen — die in de tempel werden gebruikt (zie Ezra 1:5–11). Tegenwoordig draag jij schalen die het avondmaalsbrood en -water bevatten tot gedachtenis van de verzoening van Jezus Christus.
▪▪ Lees Matteüs 26:26–28. Noteer op de volgende pagina het antwoord op de onderstaande vragen: 1. Wat kun je doen om het avondmaal op een eerbiedige en waardige wijze klaar te zetten (hoewel de meeste mensen je deze plicht niet zien vervullen)? 2. Hoe kun je een goed voorbeeld zijn voor de diakenen als je wordt gevraagd het avondmaal rond te dienen?
48
Leraar Doen Mijn plan om het avondmaal op een eerbiedige en waardige wijze klaar te zetten: Mijn plan om een goed voorbeeld zijn voor de diakenen als ik word gevraagd om het avondmaal rond te dienen:
Bespreken ▪▪ Bespreek, na je plan te hebben uitgevoerd, met je quorumgenoten hoe jouw ervaringen je gevoelens over het avondmaal en de Heiland hebben beïnvloed.
Overweeg hoe je dient te reageren op gelegenhe den om de diakenen te assisteren bij het ronddienen van het avondmaal.
49
Anderen dienen Leren ▪▪ Vergelijk de houding van Nephi met die van Laman en Lemuël ten ‘En ieder [geve], niet opzichte van de taken die ze kregen met tegenzin (…), (zie 1 Nephi 2:16–18; 3:1–7, 28–31; want God heeft de 4:1–2; 17:7–19, 50–51; 18:1–4). Schrijf blijmoedige gever lief’ hieronder verschillende zinsneden (2 Korintiërs 9:7). op die je bij je studie bent tegengekomen, die de houding weergeven die je behoort te hebben als je je taken vervult. Overweeg je lijstje met je quorumgenoten te bespreken. Voorbeeld: ‘Laten wij getrouw zijn’ (1 Nephi 4:1) ▪▪ Bespreek met je quorumgenoten welke mogelijkheden er zijn om anderen te dienen (vraag je bisschop of quorumleiders naar ideeën). Noem specifieke zaken die je quorum doet om anderen te helpen. Plan ook verschillende zaken die je op eigen initiatief doet om anderen te helpen, met inbegrip van hulp in de huiselijke kring.
50
Leraar Doen Het plan van mijn quorum voor dienstverlening: Mijn plan voor dienstverlening:
Bespreken ▪▪ Vertel een van je ouders, leiders of quorumgenoten over je ervaringen met het dienen van anderen. Je kunt bijvoorbeeld praten over hoe jouw dienstverlening van invloed is geweest op de mensen die je hebt gediend, en hoe jouw houding je ervaringen heeft beïnvloed. Je kunt bespreken hoe deze ervaringen je helpen om Jezus C hristus te dienen (zie Matteüs 25:35–40) en meer op Hem te gaan lijken.
Nodig je ouders uit om samen met jou de leeractiviteit te doen. Voeg de zinsneden die zij vinden aan je lijstje toe.
51
Allen uitnodigen om tot Christus te komen ‘Zij hadden zich overgegeven aan veel gebed en vasten; (…) en wanneer zij leerden, leerden zij met kracht en met gezag van God’ (Alma 17:3).
Leren
▪▪ Lees Leer en Verbonden 20:53. Als onderdeel van je plicht om ‘altijd over de kerk te waken, en bij hen te zijn en hen te versterken’ ben je in de gelegenheid als huisonderwijzer te dienen. Bespreek met je quorum president, je ouders, of je huisonderwijscollega wat je kunt doen om een goede huisonderwijzer te worden.
▪▪ Lees Alma 17:2–3, 9 en schrijf op wat de zoons van Mosiah hebben gedaan om zichzelf voor te bereiden op zendingswerk. Overweeg hoe je hun voorbeeld kunt volgen? ▪▪ Blijf met anderen over het evangelie praten. Denk aan familieleden en vrienden die jij kunt uitnodigen om tot Christus te komen. Schrijf hun namen op en wat jij zal doen om ze daarbij te helpen (door ze bijvoorbeeld voor een kerkactiviteit uit te nodigen of ze het Boek van Mormon of een kerkelijk tijdschrift te geven).
52
Leraar Doen Mijn plan om een goede huisonderwijzer te worden: Namen van mensen en hoe ik ze tot Christus wil helpen komen:
Bespreken ▪▪ Als je je plannen hebt uitgevoerd, bespreek je met een van je ouders of quorumleiders hoe het voelde om als huisonderwijzer te dienen en met anderen over het evangelie te praten. Bespreek hoe deze ervaringen je helpen om jezelf voor te bereiden op een voltijdzending.
Je plan om een goede huisonderwijzer te worden kan ook omvatten dat je je op de hoogte stelt van de noden en interesses van de gezinnen die je bezoekt.
53
Leraar
Terugblik Praat tegen het eind van je jaren als leraar met je ouders of een priesterschapsleider over je ervaringen met je plannen om priesterschapsverordeningen te bedienen, anderen te dienen, en allen uit te nodigen om tot Christus te komen. Bespreek hoe je anderen door middel van je dienst in het priesterschap tot zegen bent geweest. Bespreek hoe jouw ervaringen je helpen om een getrouwe, dienstvaardige priesterschapsdrager te worden.
Mijn handtekening Datum
Handtekening van ouder of leider Datum
54
Leraar
Voor de kracht van de jeugd:
Opleiding
Als je eenmaal werkt aan je plannen in ‘Geestelijke kracht’ en ‘Priesterschapsplichten’, begin je aan een project dat gebaseerd is op de normen in het hoofdstuk ‘Opleiding’ in Voor de kracht van de jeugd. Gebruik de stappen op de volgende pagina’s als leidraad. Je project dient het nodige van je te vergen. Je dient er behoorlijk wat tijd in te steken. Je dient het ook te baseren op je eigen behoeften en interesses. Er moet een gewoonte uit groeien die je ertoe aanzet om altijd te blijven leren.
Stap 1: leren Bestudeer het hoofdstuk ‘Opleiding’ in Voor de kracht van de jeugd en Leer en Verbonden 88:77–80, 118. Daaruit leer je het belang van kennisverwerving. Stel aan de hand van die verzen vast (a) wat de Heer wil dat je leert, (b) waarom Hij wil dat je het leert, en (c) hoe Hij wil dat je leren benadert. Lees ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ en stel vast wat je rol is als toekomstige echtgenoot en vader (zie p. 107 van dit boek).
Sommige aspecten van je project kun je als quorumactiviteit afwerken (zoals een werkplek of een loopbaancentrum bezoeken).
55
Schrijf je antwoorden op de onderstaande vragen op en bespreek die met een van je ouders of je quorumgenoten: ‘Put woorden van wijsheid uit de beste boeken; zoekt wetenschap, ja, door studie alsmede door geloof’ (LV 88:118).
1. Wat zijn de voordelen van een opleiding volgen? 2. Hoe zal een goede opleiding het vervullen van je priesterschapsplichten ten goede komen (inclusief als zendeling, als echtgenoot, als vader, en als je anderen dient)?
Stap 2: een project beginnen Begin een project waarmee je in de praktijk kunt brengen wat je over het volgen van een opleiding te weten bent g ekomen. Het project dient in elk geval uit twee delen te bestaan: (1) plannen om een opleiding te volgen en (2) plannen om diverse beroepsmogelijkheden te onderzoeken. Laat een van je ouders of een leider je project goedkeuren voordat je eraan begint. Hierna volgen enkele voorbeelden van zaken die je in elk deel van je project kunt opnemen:
Voorbeelden — opleiding ▪▪ Schrijf op waar je goed in bent op school. Schrijf daarna op wat je kunt doen om betere resultaten op school te behalen.
56
Leraar Ga daarmee aan de slag en let op of het verschil maakt in je resultaten, je houding ten opzichte van school enzovoort. ▪▪ Maak een plan om een opleiding of een cursus te volgen. Overweeg in je plan op te nemen welke opleidingen of cursussen je wil volgen. Geef ook aan wat je moet doen om tot een opleiding of cursus te worden toegelaten en hoe je opleiding kan worden bekostigd. ▪▪ Kies een onderwerp waarin je nu geen les krijgt op school en verdiep je buiten school in dat onderwerp. Geef daar een voordracht over of schrijf er een opstel over.
Voorbeelden — beroep ▪▪ Win inlichtingen in over beroepen of loopbanen die je aanspreken. Dat kan bestaan uit het bezoeken van werkplekken en praten met mensen die daar werken. ▪▪ Bezoek het plaatselijke loopbaancentrum van de kerk en praat met een beschikbare medewerker over de beroepen of loopbanen die je op het oog hebt. Vraag hem of haar welke opleiding je moet volgen om in die beroepstak een baan te vinden. Bespreek wat je geleerd hebt in een quorumvergadering of op de wekelijkse activiteitenavond. ▪▪ Stel een spaarplan en een budget op als je een inkomen hebt en houd je eraan. Daarin dien je het betalen van tiende en sparen voor een zending in op te nemen. Bespreek je plan met je ouders of quorumgenoten.
57
Leraar Mijn project: Opleiding Beroep
Goedkeuring van ouder of leider
Geschatte voltooiingsdatum
Mijn handtekening Datum voltooid
58
Leraar
Stap 3: Beschrijf je ervaringen Schrijf hieronder op wat je hebt geleerd van je project en hoe het je heeft voorbereid op toekomstige taken. Praat thuis of met je quorumgenoten over je ervaringen.
59
Priester
60
Priester
Geestelijke kracht De Heer heeft priesterschapsdragers deze raad gegeven: ‘Weest rein’ (LV 38:42). In dit hoofdstuk zul je meer begrip opdoen over het verband tussen persoonlijke waardigheid en priesterschapsmacht (zie LV 121:34–46). Je maakt ook plannen om je te verbeteren in dagelijks gebed en schriftstudie, met inbegrip van de woorden van de levende profeten. Dit hoofdstuk valt uiteen in de volgende delen: ▪▪ Gebed en schriftstudie ▪▪ Waardige levenswijze ▪▪ Begrip van de leer
61
Gebed en schriftstudie Leren ‘Het waren mannen met een zuiver begrip en zij hadden de Schriften zorgvuldig onderzocht om het woord Gods te leren kennen’ (Alma 17:2).
▪▪ Overpeins de onderstaande vragen en overweeg of je de antwoorden in je notitieboekje of dagboek wil schrijven. 1. Welke invloed hebben consistente gebeden en schriftstudie op (a) je vermogen om de geboden te onderhouden? (b) je band met je familie? (c) je band met God?
2. Welke schriftteksten zijn in het bijzonder van betekenis voor je? Waarom? 3. Welke specifieke zaken heb je in de laatste algemene conferentie van de levende profeten geleerd? Hoe is het opvolgen van die raad je tot zegen geweest? ▪▪ Schrijf op de volgende pagina op hoe je van plan bent om in de jaren dat je priester bent zinvolle gebeden en schriftstudie te hebben. Je schriftstudie kan mede bestaan uit de woorden van de levende profeten in de conferentie-uitgave van de Liahona.
62
Priester Doen Mijn plan om van dagelijkse gebeden en schriftstudie een vaste gewoonte te maken:
Bespreken ▪▪ Bespreek wat je leert uit je schrift studie. Je kunt dat bijvoorbeeld bespreken met je ouders, je vrienden, in het seminarie, of in quorumvergaderingen. Maak er een vaste gewoonte van om met anderen te bespreken wat je leert. Dat zal je getuigenis vergroten en je leren hoe je les geeft in het evangelie. Het zal ook anderen sterken in hun getuigenis.
Bid elke keer als je met je studie begint om de inspiratie van de Heilige Geest. Overweeg de ingevingen die je krijgt op te schrijven.
63
Waardige levenswijze Leren ▪▪ Lees Leer en Verbonden 121:34–40, en stel vast welke invloed zonde op priesterschapsmacht heeft. Vergelijk de voorbeelden van Jozef (in Genesis 39, 41) en David (in 2 Samuël 11–12) met elkaar. Overpeins hoe hun daden van invloed waren op hun geestelijke kracht en bespreek je gedachten daarover met een van je ouders of een quorumleider. Bespreek wat David had kunnen doen om zoveel hartzeer te mijden.
‘Wat voor mannen behoort gij (…) te zijn? Voorwaar zeg Ik u: zoals Ik ben’ (3 Nephi 27:27).
▪▪ Bereid een les of een toespraak voor waarin je bespreekt hoe bekering en de verzoening ons kunnen helpen om het priesterschap waardig te blijven. Overweeg Predik mijn evangelie, pp. 51–52; Trouw aan het geloof, pp. 14–21; of ‘De levende Christus’ (zie p. 106 van dit boek). Stel met behulp van je ouders of een priesterschapsleider vast wanneer en waar je je toespraak kunt houden of je les kunt geven, en schrijf je plan op de volgende pagina op. ▪▪ Kies ten minste vier hoofdstukken uit Voor de kracht van de jeugd die je wil bestuderen en toepassen; kies hoofdstukken uit die je zullen sterken in je waardige levenswandel, zodat je in de tempel aan heilige verordeningen kunt deelnemen.
64
Priester Doen Mijn plan om een toespraak te houden of een les te geven over bekering en de verzoening: Hoofdstukken uit Voor de kracht van de jeugd die ik zal bestuderen: Specifieke dingen die ik zal doen om deze normen na te leven en ook anderen daarbij te helpen:
Bespreken ▪▪ Bespreek met anderen hoe het naleven van de normen in Voor de kracht van de jeugd zijn invloed heeft laten gelden op jou en anderen in je omgeving. Dat kun je thuis, in de kerk of op het seminarie bespreken.
Overweeg de hoofd stukken ‘Taalgebruik’, ‘Seksuele reinheid’, ‘Eerlijkheid’, of ‘Tiende en gaven’ in Voor de kracht van de jeugd nog eens door te nemen.
65
Begrip van de leer Leren ▪▪ Lees Leer en Verbonden 20:68. Een onderdeel van je plicht als priester is ‘Tracht niet Mijn woord om ‘alle dingen betreffende de kerk te verkondigen, maar van Christus duidelijk (…) uit te legtracht eerst Mijn woord gen’. Neem de lijst met leerstellige te verkrijgen, en dan zal onderwerpen door die je als diaken [je] tong worden en als leraar bestudeerd hebt (zie losgemaakt’ (LV 11:21). pp. 19 en 43). Noteer daarna op de volgende pagina vier of meer aanvullende onderwerpen uit waar je in de komende twee jaar meer over te weten wil komen en waarin je wil onderwijzen (zie p. 68). ▪▪ Maak voor elk onderwerp dat je bestudeert een lesschema op basis van de beginselen en methoden die in Predik mijn evangelie staan (zie hoofdstuk 2 en 3). ▪▪ Bestudeer de schriftteksten op p. 19 nogmaals. Denk na over je ervaringen en werk je schema voor ‘Het priesterschap en de priesterschapssleutels’ bij (zie p. 18). Noteer hoe je begrip van en waardering voor het priesterschap is veranderd. ▪▪ Maak in voorbereiding op je voltijdzending een lijst met vragen die iemand je zou kunnen stellen over de onderwerpen die je hebt bestudeerd en bespreek deze vragen met een van je ouders of een priesterschapsleider.
66
Priester Doen Ik bestudeer de volgende leerstellige onderwerpen:
Bespreken ▪▪ Onderwijs met gebruik van je schema’s anderen in deze leerstellige onderwerpen. Je kunt dat doen op de gezinsavond, in een quorumvergadering, op huisonderwijs, op het seminarie, of als je met de voltijdzendelingen samenwerkt. Wanneer ik in deze onderwerpen onderwijs:
Je kunt voor je lesschema’s wellicht raad inwinnen bij een voltijdzendeling of een onlangs teruggekeerde zendeling.
67
Priester Leerstellige onderwerpen ▪▪ De Godheid ▪▪ Het heilsplan ▪▪ De verzoening van Jezus Christus ▪▪ Profeten ▪▪ De afval en de herstelling van het evangelie ▪▪ De herstelling van het priesterschap ▪▪ Het priesterschap en de priesterschapssleutels ▪▪ Dienen ▪▪ Verbonden en verordeningen ▪▪ Geloof ▪▪ Bekering ▪▪ Doop ▪▪ De gave van de Heilige Geest ▪▪ Gebed en persoonlijke openbaring ▪▪ Keuzevrijheid ▪▪ Tempels ▪▪ Eeuwige gezinnen en familiegeschiedenis ▪▪ De wet van kuisheid ▪▪ Het woord van wijsheid ▪▪ Tiende
68
Priester
Terugblik Praat tegen het eind van je jaren als priester met je ouders of een priesterschapsleider over je ervaringen met je plannen om te bidden en de Schriften te bestuderen, waardig te leven, en de leer te begrijpen. Bespreek hoe deze zaken je helpen om je getuigenis en je band met je hemelse Vader te versterken.
Mijn handtekening Datum
Handtekening van ouder of leider Datum
69
Priester
Priesterschapsplichten
De Heer heeft gezegd dat iedere priesterschapsdrager ‘zijn plicht [moet] leren kennen’ en ‘met alle ijver [moet] leren uitoefenen’ (LV 107:99). Dit hoofdstuk zal je helpen om de plichten van een priester te leren kennen en te vervullen. Die plichten staan in Leer en Verbonden 20:46–52, 75–79 en omvatten tevens
70
Priester alle plichten van een diaken en een leraar (zie pp. 23 en 46–47). Je plichten kunnen in drie categorieën worden ingedeeld: ▪▪ Priesterschapsverordeningen bedienen Priesters officiëren aan de avondmaalstafel en spreken de avondmaalsgebeden uit. Zij kunnen het avondmaal klaarzetten en ronddienen. Zij zijn bevoegd om te dopen, het Aäronisch priesterschap te verlenen en diakenen, leraren, en andere priesters te ordenen. ▪▪ Anderen dienen Priesters assisteren de bisschop bij het ‘besturen van (…) stoffelijke zaken’ (LV 107:68). Dat kan bestaan uit inzameling van vastengaven, zorg voor armen en behoeftigen, het netjes houden van het kerkgebouw en het daarbij behorende terrein, dienstdoen als bode voor de bisschop, en vervulling van taken die je van je bisschop krijgt. ▪▪ Allen uitnodigen om tot Christus te komen Priesters hebben tot plicht ‘om te prediken, te onderwijzen, uit te leggen, aan te sporen (…), en om elk lid thuis te bezoeken, en hen aan te sporen om overluid en in het verborgen te bidden, en alle huiselijke plichten na te komen’ (LV 20:46–47). Dat doet hij onder meer door op huisonderwijs te gaan. Priesters blijven er ook op toezien ‘dat er geen ongerechtigheid in de kerk is, noch hardheid onder elkaar, noch liegen, laster of kwaadsprekerij’ (LV 20:54). Deze plicht sluit ook in dat hij een vredestichter is en een voorbeeld van morele integriteit en rechtschapenheid.
71
Priesterschaps verordeningen bedienen ‘Hem zal Ik de macht geven om brood te breken en het te zegenen en het aan het volk van mijn kerk te geven’ (3 Nephi 18:5).
Leren ▪▪ Lees 3 Nephi 18:1–11 en Matteüs 26:26–28. Wat leer je uit deze verzen over je plicht om het avondmaal te bedienen?
▪▪ Lees de avondmaalsgebeden aandachtig door (zie LV 20:77, 79). Schrijf je gedachten op over de betekenis van de verbonden en de heilige woorden in deze gebeden.
▪▪ Noteer op de volgende pagina het antwoord op de onderstaande vragen: 1. Wat kun je doen wanneer je aan de avondmaalstafel officieert om een goed voorbeeld te stellen voor de andere priesterschapsdragers? 2. Wat kun je doen om van het avondmaal een betekenisvolle ervaring voor de mensen in de avondmaalsdienst te maken? ▪▪ Woon een doopdienst bij en bespreek daarna met een van je ouders of een quorumleider wat je over de doopverordening te weten bent gekomen.
72
Priester Doen Mijn plan om een goed voorbeeld zijn voor andere Aäronischpriesterschapsdragers wanneer ik het avondmaal zegen: Mijn plan om van het avondmaal een betekenisvolle ervaring voor de mensen in de avondmaalsdienst te maken:
Bespreken ▪▪ Bespreek, na je plannen te hebben uitgevoerd, met je quorumgenoten hoe jouw ervaringen je gevoelens over het avondmaal en de Heiland hebben beïnvloed.
Jongere Aäronischpriesterschapsdragers zullen jou als hun voorbeeld nemen. Neem bij je plannen in overweging hoe jouw kledingwijze, verzorging en daden invloed op hen zullen hebben.
73
Anderen dienen Leren ‘Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander’ (Johannes 13:35).
▪▪ Denk aan de diensten die je in je jaren als diaken en leraar hebt verleend en beantwoord de onderstaande vragen: 1. Hoe was je houding van invloed op de diensten die je verleende? (Neem de zinsneden die je op p. 50 hebt opgeschreven nog eens door.)
2. Hoe zorgt dienstverlening ervoor dat je minder zelfzuchtig wordt en je meer bewust wordt van de noden van anderen? 3. Hoe zijn de mensen die je van dienst was beïnvloed door je dienstverlening? 4. Wat kun je als priester doen om doeltreffender te dienen? ▪▪ Lees Matteüs 22:36–40, Johannes 13:34–35, en Mosiah 2:17 en kijk naar redenen waarom we anderen dienen. Bespreek met je quorum welke mogelijkheden er zijn om anderen te dienen (vraag je bisschop of quorumleiders naar ideeën). Noem specifieke zaken die je quorum doet om anderen te helpen. Stel ook een plan op om zelfstandig in de huiselijke kring en elders te dienen.
74
Priester Doen Het plan van mijn quorum voor dienstverlening: Mijn persoonlijke plan voor dienstverlening:
Bespreken ▪▪ Bespreek met een van je ouders of je quorumgenoten welke ervaringen je hebt gehad met anderen dienen. Je kunt bijvoorbeeld praten over hoe jouw dienstverlening van invloed is geweest op de mensen die je hebt gediend, en hoe jouw houding je ervaringen heeft beïnvloed. Bespreek hoe jouw ervaringen je helpen om meer op Christus te gaan lijken.
Overweeg wanneer je je plan opstelt op welke manieren je in de huiselijke kring, je vriendenkring of in de gemeenschap kunt dienen.
75
Allen uitnodigen om tot Christus te komen ‘O gij die u in dienst van God begeeft, ziet toe dat gij Hem met geheel uw hart, macht, verstand en kracht dient, opdat gij ten laatsten dage schuldeloos voor God zult staan’ (LV 4:2).
Leren ▪▪ Bekijk het plan dat je hebt opgesteld om een goede huisonderwijzer te worden (zie p. 53). Wat heb je, als je terugkijkt op je huisonderwijs, volgens jou goed gedaan? Noteer op de volgende pagina hoe je je zou willen verbeteren.
▪▪ Noteer je antwoord op de volgende vragen en bespreek die met je ouders of quorumgenoten: 1. Hoe is jouw voorbeeld van invloed op je vermogen om anderen in het evangelie te onderwijzen? 2. Wat kun je, nu je priester bent, doen om zowel door je daden als je woorden in het evangelie te onderwijzen? ▪▪ Blijf met anderen over het evangelie praten. Denk aan familieleden en vrienden die jij kunt uitnodigen om tot Christus te komen. Noteer hun namen en wat je kunt doen om hen te helpen. Noteer ook namen van Aäronisch-priesterschapsdragers die momenteel niet participeren in de kerk.
76
Priester Doen Mijn plan om mij als huisonderwijzer te verbeteren: Namen van mensen en hoe ik ze tot Christus wil helpen komen:
Bespreken ▪▪ Bespreek met je ouders of een priesterschapsleider hoe je anderen hebt geholpen om tot Christus te komen. Bespreek hoe dit je helpt om je voor te bereiden op een voltijdzending en daarna een zendingsgericht leven te leiden.
Je kunt mensen tot Christus brengen door ze uit te nodigen om naar de kerk te komen of met de zendelingen te praten, of door ze het Boek van Mormon te geven.
77
Priester
Terugblik Praat tegen het eind van je jaren als priester met je ouders of een priesterschapsleider over je ervaringen met je plannen om priesterschapsverordeningen te bedienen, anderen te dienen, en allen uit te nodigen om tot Christus te komen. Bespreek hoe je anderen door middel van je dienst in het priesterschap tot zegen bent geweest. Bespreek hoe jouw ervaringen je helpen om een getrouwe, dienstvaardige priesterschapsdrager te worden.
Mijn handtekening Datum
Handtekening van ouder of leider Datum
78
Priester
Voor de kracht van de jeugd:
Gezin; vrienden en vriendinnen Als je eenmaal werkt aan je plannen in ‘Geestelijke kracht’ en ‘Priesterschapsplichten’, begin je aan een project dat gebaseerd is op de normen in het hoofdstukken ‘Gezin’ en ‘Vrienden en vriendinnen’ in Voor de kracht van de jeugd. Gebruik de stappen op de volgende pagina’s als leidraad. Je project dient het nodige van je te vergen. Je dient er behoorlijk wat tijd in te steken. Je dient het ook te baseren op je eigen behoeften en interesses. Het dient gericht te zijn op je vrienden zorgvuldig uitkiezen en leren hoe je anderen op een christelijke manier bejegent, in het bijzonder in de huiselijke kring.
Stap 1: leren Bestudeer Matteüs 5–7 of 3 Nephi 12–14 en maak een lijstje met wat de Heiland predikte over de bejegening van anderen. Ga daarna op zoek naar voorbeelden in de Schriften waarin Christus of anderen deze beginselen in de praktijk brengen. Lees ‘Gezin’ en ‘Vrienden en vriendinnen’ in Voor de kracht van de jeugd en zoek naar zinsneden waarin deze beginselen worden verwoord. Noteer je antwoord op de volgende vragen en bespreek die met je ouders of quorumgenoten: 79
1. Hoe is je dienst in het priesterschap anders als je liefde voelt voor wie je dient?
‘Alles wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo’ (3 Nephi 14:12).
2. Welke ervaringen heb je gehad waarin iemand jou christelijke liefde betoonde? 3. Hoe kun je je liefde tonen voor gezinsleden en anderen?
Stap 2: een project beginnen Begin een project waarmee je in de praktijk kunt brengen wat je over anderen liefhebben te weten bent gekomen. Het project dient in elk geval uit twee delen te bestaan: (1) plannen om je band met gezinsleden te verbeteren en (2) plannen om een goede vriend te zijn. Laat een van je ouders of een leider je project goedkeuren voordat je eraan begint. Hierna volgen enkele voorbeelden van zaken die je in elk deel van je project kunt opnemen:
Voorbeelden — gezin ▪▪ Maak een lijst met dingen waarmee je tot een gelukkig gezin kunt bijdragen. Baseer je lijst op de normen in het hoofdstuk ‘Gezin’ in Voor de kracht van de jeugd (bijvoorbeeld, wees opgewekt, behulpzaam en houd rekening met anderen; wees een vredestichter; en eer je ouders). Doe die dingen en schrijf op wat er daardoor thuis veranderde. 80
Priester ▪▪ Plan een activiteit met een gezinslid met wie je de band wil aanhalen. Je kunt bijvoorbeeld belangstelling tonen voor zijn of haar hobby’s, een goed gesprek hebben, of samen spelletjes doen.
Voorbeelden — vrienden en vriendinnen ▪▪ Maak een lijst met dingen die je kunt doen om een goede vriend te zijn. Zie voor voorbeelden het hoofdstuk ‘Vrienden en vriendinnen’ in Voor de kracht van de jeugd. Doe die dingen en schrijf op wat er daardoor veranderde in je band met anderen. Indien gepast kun je de namen van bepaalde mensen in je lijst opnemen. ▪▪ Spreek met een moeder, grootmoeder, zus, of andere vrouw om te weten te komen hoe je respect voor vrouwen kunt tonen. Maak een plan om het geleerde in praktijk te brengen. Geef aan hoe de uitvoering van je plan je band met vrouwen ten goede is gekomen. Hieronder staan vragen die je kunt stellen: 1. Hoe kan een zoon respect tonen voor zijn moeder? 2. Hoe kan een Aäronisch-priesterschapsdrager respect tonen voor jongevrouwen? 3. Hoe kan een jonge man respect tonen voor zijn toekomstige vrouw vóór het huwelijk en ook daarna? ▪▪ Nodig een nieuw lid, een vriend die een ander geloof heeft, of een minderactief lid uit om mee naar een kerkactiviteit te gaan. Zorg dat hij of zij zich welkom voelt.
81
Priester Mijn project: Gezin Vrienden en vriendinnen
Goedkeuring van ouder of leider
Geschatte voltooiingsdatum
Mijn handtekening Datum voltooid
82
Priester
Stap 3: Beschrijf je ervaringen Schrijf hieronder op wat je hebt geleerd van je project en hoe het je heeft geholpen om een betere discipel van Jezus Christus te worden. Praat met je familie of quorumgenoten over wat je hebt geleerd.
83
Priester
Voorbereiding op het Melchizedekse priesterschap Gebruik in de jaren dat je priester bent de stappen op de volgende pagina’s om een project te beginnen dat je zal sterken in je voorbereiding op het Melchizedekse priesterschap en een voltijdzending. Dit project borduurt voort op alles wat je hebt bereikt in je jaren als Aäronisch-priesterschapsdrager. Het dient het nodige van je te vergen. Je dient er behoorlijk wat tijd in te steken. Je dient het ook te baseren op je eigen behoeften en omstandigheden.
Stap 1: leren Als je het Melchizedeks priesterschap ontvangt, ga je de eed en het verbond van het priesterschap aan. Lees Leer en Verbonden 84:33–44 en ‘Melchizedeks priesterschap’ in Trouw aan het geloof (pp. 109–110) om meer te weten te komen over deze eed en dit verbond. Daarna plan je, met behulp van je bisschop of je ouders, een tijd waarop je anderen onderwijst in wat je geleerd
84
Priester hebt (bijvoorbeeld, in de quorumvergadering priesters, de avondmaalsdienst, of op de gezinsavond). Een belangrijke plicht van de Melchizedekse priesterschap is het evangelie prediken (zie LV 53:3). Bereid je voor op deze plicht door uit te zoeken wat er van je op een voltijdzending wordt verwacht. Overweeg het volgende: 1. Waardigheid en getuigenis. 2. Evangeliekennis. 3. Christelijke eigenschappen. 4. Werkgewoonten en lichamelijke gezondheid. De vereisten voor een voltijdzending kun je uit de volgende bronnen te weten komen: je ouders, je bisschop, teruggekeerde zendelingen, het Handboek zendeling, Predik mijn evangelie, en toespraken van algemene autoriteiten. Schrijf op wat je leert.
Stap 2: een project beginnen Begin een project waarmee je in de praktijk kunt brengen wat je hebt geleerd. Het dient uit twee delen te bestaan: (1) voorbereiding op het Melchizedekse priesterschap en (2) voorbereiding op een voltijdzending. Laat een van je ouders of een leider je project goedkeuren voordat je eraan begint. Hierna volgen enkele voorbeelden van zaken die je in elk deel van je project kunt opnemen:
85
Voorbeelden — Melchizedeks priesterschap
‘Aanvaard mijn ordening, ja, die van ouderling, om geloof en bekering en vergeving van zonden te prediken, volgens mijn woord’ (LV 53:3).
▪▪ Lees het Boek van Mormon in zijn geheel. Schrijf in een dagboek op wat je van je studie hebt geleerd en geef specifieke voorbeelden aan die aantonen dat consistente schriftstudie je de kracht geeft om verleiding te weerstaan.
▪▪ Spreek met drie Melchizedekspriesterschapsdragers (bijvoorbeeld je vader of de quorumpresident ouderlingen in de wijk). Stel ze de volgende of soortgelijke vragen en schrijf hun antwoord op: 1. Welke plichten heeft een ouderling? 2. Wat is het verschil tussen het gezag van het priesterschap dragen en sleutels van het priesterschap dragen? 3. Wat adviseert u mij dat ik doe om het Melchizedeks priesterschap te begrijpen en mij daarop voor te bereiden? 4. Welke ervaringen hebt u gehad waarin u anderen kon dienen door het Melchizedeks priesterschap uit te oefenen? 5. Hoe is het dragen van het Melchizedeks priesterschap u tot zegen geweest? 6. Hoe worden de verordeningen van het Melchizedeks priesterschap (zoals olie wijden, zieken zalven, de gave van de Heilige Geest verlenen) verricht?
86
Priester Voorbeelden — voltijdzending ▪▪ Zoek naar voorbeelden van zendelingen in de Schriften (zoals de Heiland, Henoch, Ammon en de Lamaniet Samuël). Stel vast wat hen doeltreffend maakte, de beloften die ze kregen, en het effect van hun werk op de mensen onder wie zij werkzaam waren. Maak een lijst met je bevindingen. Bespreek je lijst met een teruggekeerde zendeling. Vraag hem of haar ervaringen te vertellen uit zijn of haar zending die deze beginselen en eigenschappen illustreren. ▪▪ Oefen je in het onderwijzen van de lessen in hoofdstuk 3 van Predik mijn evangelie. Ga geregeld met de zendelingen in je wijk mee en bereid je erop voor om de zendelingen bij te staan in hun onderwijs. ▪▪ Spreek met drie teruggekeerde zendelingen. Stel ze de volgende of soortgelijke vragen en schrijf hun antwoord op: 1. Wat stel je voor dat ik doe om mij voor te bereiden op een voltijdzending? 2. Welke eigenschappen maken een zendeling doeltreffend, en wat kan ik doen om die eigenschappen te ontplooien? 3. In welke opzichten is je leven door je zending verandert? ▪▪ Bekijk wat je opgeschreven hebt over de vereisten van een voltijdzending (zie p. 85), en stel een plan op om je op elk gebied te verbeteren (waardigheid en getuigenis, evangeliekennis, christelijke eigenschappen en werkgewoonten en lichamelijke gezondheid).
87
Priester Mijn project: Melchizedeks priesterschap Voltijdzending
Goedkeuring van ouder of leider
Geschatte voltooiingsdatum
Mijn handtekening Datum voltooid
88
Priester
Stap 3: beschrijf je ervaringen Schrijf hieronder op wat je hebt geleerd van je project en hoe het jou geholpen heeft om je voor te bereiden op het Melchizedeks priesterschap. Laat thuis of aan je quorumgenoten zien wat je hebt geleerd.
89
Introduction
Aan quorumpresidenten
90
Aan quorumpresidenten De Heer heeft jou de priesterschapssleutels van je quorum toevertrouwd (zie LV 124:142–143). Een deel van je verantwoordelijkheid om leiding te geven aan het werk van je quorum is quorumleden ‘hun plicht te leren’ (zie LV 107:85–87). Dit boek kan een uitstekend hulpmiddel zijn om de quorumleden hun priesterschapsplichten te leren en hen te stimuleren om hun getuigenis te vergroten en hun band met hun hemelse Vader te verbeteren. Overweeg het volgende om ze te helpen bij het opstellen en uitvoeren van hun plannen: ▪▪▪Bezoek een jongeman die nieuw is in het quorum thuis en zorg ervoor dat hij een exemplaar van dit boek heeft. Gebruik het boek om hem inzicht te geven in zijn priesterschapsplichten. Toon hem een deel van jouw plannen en praat met hem over jouw ervaringen. ▪▪▪Wees een goed voorbeeld door zelf plannen op te stellen en uit te voeren. Vertel over je ervaringen aan de quorumleden. ▪▪▪Nodig de quorumleden uit om hun ervaringen in de quorumvergaderingen te bespreken, en moedig hen aan die ook thuis te bespreken. Je kunt ze bijvoorbeeld uitnodigen om in de eerste paar minuten van de quorumvergadering te vertellen wat ze leren uit de uitvoering van hun plannen om de Schrift te bestuderen of anderen te dienen. ▪▪▪Houd bij het plannen van quorumvergaderingen en -activiteiten rekening met de plannen van de quorumleden. Je kunt bijvoorbeeld een quorumlid uitnodigen om in de quorumvergadering een les te geven over een van de leerstellingen die hij aan het bestuderen is (zie pp. 19, 43, en 67). 91
Introduction
‘Laat eenieder zijn plicht leren kennen en het ambt waartoe hij is aangewezen, met alle ijver leren uitoefenen’ (LV 107:99).
92
Door je priesterschapssleutels uit te oefenen om de quorumleden hun plichten te leren uitvoeren, zal je een sterke band met hen krijgen. Als quorumleden nauw samenwerken, sterken ze niet alleen elkaar in het evangelie, maar maken ze ook het quorum hechter.
Aan quorumadviseurs en ouders
93
Aan adviseurs en ouders Het programma Plicht jegens God is bedoeld om Aäronischpriesterschapsdragers: ▪▪ Te sterken in hun getuigenis en hun band met hun hemelse Vader. ▪▪ Te leren hoe ze hun priesterschapsplichten vervullen. ▪▪ Te leren hoe ze de normen in Voor de kracht van de jeugd toepassen. De instructies in dit hoofdstuk geven in grote lijnen aan hoe u de jongemannen daarbij kunt helpen.
Concentreer u op wat ze aan het worden zijn Onze plicht jegens God vervullen is een levenstaak. Daarom moet u dit boek niet zien als een reeks taken die de jongemannen zo snel mogelijk moeten afmaken om een onderscheiding te verdienen. Zorg dat de jongemannen zich concentreren op de plannen die ze maken om geestelijke eigenschappen te ontwikkelen en de soort priesterschapsdrager te worden die hun hemelse Vader wil dat ze worden.
94
Aan adviseurs en ouders
De jongemannen helpen Leren Het doel van het hoofdstuk ‘Leren’. Elk deel van dit boek begint met een leeractiviteit, waaruit de jongemannen leren wat onze hemelse Vader van hen verwacht en waarom het belangrijk is. Als een jongeman het ‘waarom’ achter zijn priesterschapsplichten begrijpt, inspireert de Heilige Geest hem tot handelen. En zijn daden vergroten zijn geloof en getuigenis. Wanneer u jongemannen met hun leeractiviteiten helpt. Jongemannen dienen hun priesterschapsplichten te gaan leren zodra zij tot een priesterschapsambt zijn geordend. Adviseurs, overweeg tijd vrij te maken zodat de jongemannen als een quorum aan de leeractiviteiten kunnen werken. U kunt dat bijvoorbeeld tijdens de quorumvergadering of de wekelijkse activiteitenavond doen. U kunt de jongemannen zelfstandig laten werken aan een leeractiviteit en ze in de quorumvergadering verslag laten uitbrengen. In quorumverband van gedachten wisselen over priesterschapsplichten, geestelijke kracht, en de normen van de Heer komt de eenheid in het quorum ten goede. Ouders, overweeg met uw zoon aan de leeractiviteiten te werken zodra hij tot een priesterschapsambt is geordend. Vraag uw zoon te vertellen wat hij leert over het vervullen van zijn plicht jegens God.
95
Aan adviseurs en ouders Doen Het doel van het hoofdstuk ‘Doen’. Na de leeractiviteit te hebben voltooid, wordt de jongemannen gevraagd plannen te maken om hun priesterschapsplichten te vervullen en in geestelijke kracht toe te nemen. Zelf plannen maken biedt de jongemannen de kans om: ▪▪ Naar eigen inzicht te handelen. ▪▪ De activiteiten aan hun eigen omstandigheden aan te passen. ▪▪ Geestelijke zelfredzaamheid te ontwikkelen. Wanneer u jongemannen met hun plannen helpt. Sommige jongemannen hebben wellicht hulp nodig bij het plannen. Adviseurs, overweeg tijd vrij te maken om de jongemannen de gelegenheid te geven om als quorum van gedachten te wisselen wanneer zij hun individuele plannen opschrijven. U kunt dat bijvoorbeeld tijdens de quorumvergadering of de wekelijkse activiteitenavond doen. Of u kunt de jongemannen in overweging geven hun plannen zelfstandig of met hun ouders te maken, waarna ze hun plannen in een quorumvergadering bespreken. Vraag ze hoe dan ook om hun plannen met hun ouders te bespreken. Door de jongemannen in de gelegenheid te stellen hun plannen in het quorum te bespreken, doen ze elkaar ideeën aan de hand en verlenen elkaar zo steun. Evenzo kunnen ouders hun zoons bij het plannen bijstaan met ideeën en raad. Door hun plannen met quorumleden en ouders te bespreken, worden de jongemannen gesterkt in hun voornemen om de plannen uit te
96
Aan adviseurs en ouders voeren. Sommige plannen kunnen in quorum- of gezinsverband worden gemaakt en uitgevoerd.
Bespreken Het doel van het hoofdstuk ‘Bespreken’. Als de jongemannen eenmaal aan hun plannen werken, worden ze aangemoedigd om met anderen over hun ervaringen te spreken. Doordat ze hun ervaringen bespreken, zullen ze: ▪▪ Worden gesterkt in hun getuigenis en in hun band met hun hemelse Vader. ▪▪ Een idee krijgen van de vooruitgang die ze maken. ▪▪ Met meer vertrouwen en makkelijker met anderen over het evangelie praten. De jongemannen zullen wellicht eerst verlegen zijn om hun plannen te bespreken, maar hoe meer ze daartoe de kans krijgen, des te beter zal het hen afgaan. Wanneer u jongemannen met het bespreken van hun ervaringen helpt. Adviseurs, overweeg tijd vrij te maken om de jongemannen in het quorum de kans te geven om hun ervaringen met de uitvoering van hun plannen te bespreken. De quorumpresident kan ze bijvoorbeeld uitnodigen om in de eerste paar minuten van de quorumvergadering te vertellen wat ze leren nu ze hun plannen
Aäronisch-priesterschapsdragers moeten ‘waarschuwen, uitleggen, aansporen en onderwijzen, en allen uitnodigen om tot Christus te komen’ (LV 20:59).
97
Informele evangeliegesprekken zullen uw band met de jongemannen ten goede komen en hun getuigenis van het herstelde evangelie vergroten.
uitvoeren om de Schrift te bestuderen (zie pp. 15, 39, en 63). Of hij kan ze uitnodigen om een ervaring met het dienen van anderen te vertellen (zie pp. 27, 51, en 75). Luisteren naar de ervaringen van hun quorumgenoten herinnert de jongemannen aan hun eigen plannen en stimuleert ze om zelf ervaringen op te doen. Moedig de jongemannen aan om hun plannen en ervaringen ook met hun ouders te bespreken.
Ouders, vraag uw zoon te vertellen wat hij leert en welke ervaringen hij heeft. Daardoor zal hij inzien dat hij vooruitgang maakt. Gesprekken tussendoor. Jongemannen leren vaak meer uit evangeliegesprekken dan door te luisteren naar een lezing over het evangelie. Grijp elke kans aan om de jongemannen over hun ervaringen te laten praten. Er moet niet slechts één keer over een plan worden gesproken, en ook niet alleen maar als het plan is verwezenlijkt. Het hoeft niet heel formeel te gebeuren; het kan heel goed plaatsvinden in een informele sfeer tijdens quorumactiviteiten, met vrienden, en met gezinsleden.
Voor de kracht van de jeugd Als de jongemannen eenmaal werken aan hun plannen in ‘Geestelijke kracht’ en ‘Priesterschapsplichten’, kunnen ze aan een project beginnen dat gebaseerd is op bepaalde normen uit 98
Aan adviseurs en ouders Voor de kracht van de jeugd. Priesters worden uitgenodigd om een aanvullend project te beginnen om ze voor te bereiden op het Melchizedeks priesterschap en een voltijdzending. De jongemannen dienen hun projecten te laten goedkeuren door een van hun ouders of een leider voordat ze aan het project beginnen. U kunt ze helpen om een project te beginnen dat een uitdaging vormt, maar dat ook aansluit op hun behoeften en interesses.
Hun vorderingen bespreken De beste manier om een jongeman inzicht te geven in de vooruitgang die hij maakt, is vaak met hem te praten over zijn plannen en zijn ervaringen. Minstens een van die gesprekken dient plaats te vinden als de jongeman de leeftijd nadert waarop hij tot een ambt in het priesterschap wordt geordend. In dit gesprek vraagt u hem om de plannen door te nemen die hij als diaken, leraar of priester gemaakt heeft. Bespreek hoe de verwezenlijking van zijn plannen hem hebben voorbereid op de aanvullende priesterschapsplichten die hij binnenkort zal ontvangen. Dit is een goede gelegenheid voor de jongeman om na te denken over de soort priesterschapsdrager die hij aan het worden is. Na elk van de hoofdstukken ‘Geestelijke kracht’ en ‘Priesterschapsplichten’ volgt een terugblikblad. Hier kunnen u en de jongeman met een handtekening aangeven dat dit gesprek heeft plaatsgevonden. Voltooiing van de activiteiten in dit boek is geen vereiste om in het priesterschap verhoogd te worden. Het doel van de activiteiten is jongemannen voor te bereiden op dienen in het priesterschap. 99
Aan adviseurs en ouders
Certificaten Plicht jegens God Als u de terugblikbladen hebt ingevuld, en als de jongeman zijn project ‘Voor de kracht van de jeugd’ heeft voltooid, komt hij in aanmerking voor een certificaat Plicht jegens God. Er zijn drie certificaten verkrijgbaar: een voor diakenen (bestelnummer 08686 120), leraren (08687 120), en priesters (08688 120). Deze certificaten bevestigen dat de jongeman vorderingen maakt in de vervulling van zijn plicht jegens God. De jongeman ontvangt het certificaat voor priesters pas als hij ook het project in het hoofdstuk ‘Voorbereiding op het Melchizedeks priesterschap’ voltooit. Een priester hoeft niet eerst de certificaten voor diakenen en leraren te ontvangen om het certificaat voor priesters in ontvangst te nemen. De certificaten worden uitgereikt onder leiding van de bisschop. Er is een frame verkrijgbaar waarin het certificaat voor priesters kan worden bevestigd (08694).
Gebruik het programma Plicht jegens God om het quorum te versterken Het programma Plicht jegens God versterkt het quorum doordat: ▪▪ De quorumleden hun plicht jegens God gaan begrijpen. U kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat de quorumleden hun taken gaan begrijpen door ze de leeractiviteiten in dit boek in quorumverband te laten doen. Van gedachten wisselen
100
Aan adviseurs en ouders over priesterschapsplichten en geestelijke groei kan hun begrip verruimen en hen tot handelen inspireren. ▪▪ De quorumleden de kans krijgen om samen te werken en gezamenlijk hun priesterschapsplichten vervullen. De quorumleden kunnen in bepaalde gevallen overleggen over de plannen die zij maken en die plannen samen uitvoeren. Daardoor kunnen zij elkaar steunen en stimuleren. ▪▪ De quorumleden ideeën en ervaringen kunnen uitwisselen. Sommige jongere quorumleden hebben wellicht moeite om een plan te bedenken; in het quorum ideeën uitwisselen zal hen op ideeën brengen. Ervaringen uitwisselen met de quorumleden kan leiden tot meer geloof, getuigenis en broederschap in het quorum. Overweeg dit geregeld te doen tijdens de quorumvergaderingen en activiteiten. ▪▪ De quorumpresident de gelegenheid krijgt om het goede voorbeeld te geven. Als een jongeman tot het quorum toetreedt, kan de quorumpresident het boek Plicht jegens God gebruiken om het nieuwe lid van het quorum zijn plichten uit te leggen. De quorumpresident kan het quorum ook vertellen welke plannen hij in zijn eigen boek heeft genoteerd en wat zijn ervaringen zijn met de uitvoering van die plannen. ▪▪ De quorumleden het belang van de priesterschapssleutels kan worden geleerd. De quorumpresident bezit de sleutels van het presidentschap voor zijn quorum (zie LV 124:142–143). Quorumadviseurs dienen hem in de gelegenheid te stellen om die sleutels uit te oefenen. Jongemannen die onder leiding van de quorumpresident samen dienen, zullen groeien in hun begrip van hoe de Heer door middel van priesterschapsleiders 101
Aan adviseurs en ouders werkt. Dan zien zij dat een quorum een door God ingestelde organisatie is, die hen de kans biedt om hun priesterschapsplichten te leren kennen, priesterschapswerk te doen en geestelijk te groeien.
Gebruik het programma Plicht jegens God om banden te sterken Als u een goede band hebt met uw zoon of de jongemannen in het quorum, zal dat een positieve uitwerking hebben op hun verdere bekering tot het evangelie en getrouwheid. De activiteiten in het boek Plicht jegens God verschaffen een uitstekende gelegenheid om deze banden te sterken. Als u bijvoorbeeld uw eigen plannen maakt en daar samen met uw zoon of een quorumlid aan werkt, bent u in de gelegenheid om samen tijd met zinvolle activiteiten door te brengen. Ervaringen uitwisselen geeft beiden de kans om getuigenis te geven en elkaar geestelijk te sterken.
102
Aanhangsel Verordeningen in het Aäronisch priesterschap Het avondmaal zegenen Priesters zegenen het avondmaalsbrood met deze woorden: ‘O God, eeuwige Vader, wij vragen U in de naam van uw Zoon, Jezus Christus, dit brood te zegenen en te heiligen voor de zielen van allen die ervan nemen, opdat zij mogen eten ter gedachtenis van het lichaam van uw Zoon en U, o God, eeuwige Vader, betuigen dat zij gewillig zijn de naam van uw Zoon op zich te nemen en Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden die Hij hun heeft gegeven, opdat zij zijn Geest altijd bij zich mogen hebben. Amen’ (LV 20:77). Zij zegenen het water met deze woorden: ‘O God, eeuwige Vader, wij vragen U in de naam van uw Zoon, Jezus Christus, [dit water] te zegenen en te heiligen voor de zielen van allen die ervan drinken, opdat zij het mogen doen ter gedachtenis van het bloed van uw Zoon dat voor hen is vergoten, opdat zij U, o God, eeuwige Vader, mogen betuigen dat zij Hem altijd indachtig zijn, opdat zij zijn Geest bij zich mogen hebben. Amen’ (LV 20:79).
103
Aanhangsel Dopen Op aanwijzing van de presiderende gezagsdrager mag een priester de verordening van de doop verrichten. Hij: 1. Staat met de dopeling in het water. 2. Houdt (ter wille van het gemak en de veiligheid) de rechterpols van de dopeling in zijn linkerhand. Die omklemt met zijn linkerhand de linkerpols van de doper. 3. Steekt zijn rechterarm in een rechte hoek op. 4. Noemt de dopeling bij de volledige naam en zegt: ‘Door Jezus Christus gemachtigd doop ik u in de naam van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest. Amen’ (LV 20:73). 5. Laat (gemakshalve) de dopeling diens neus met de rechterhand dichtknijpen; hij legt zijn rechterhand hoog op diens rug en dompelt hem geheel, kleding en al, onder. 6. Helpt de dopeling uit het water.
104
Aanhangsel Het Aäronisch priesterschap verlenen en tot een ambt ordenen Met toestemming van de presiderende gezagsdrager mag een priester een ander het Aäronisch priesterschap verlenen en hem tot een ambt in het Aäronisch priesterschap ordenen. Bij een ordening in het priesterschap leggen een of meer bevoegde priesterschapsdragers hun handen licht op het hoofd van de broeder. De persoon die de ordening verricht: 1. Noemt de persoon bij zijn volledige naam. 2. Noemt het gezag waarmee de ordening wordt verricht (Aäronisch of Melchizedeks priesterschap). 3. Verleent het Aäronisch priesterschap, tenzij het al verleend is. 4. Ordent de persoon tot een ambt in het Aäronisch priesterschap (diaken, leraar of priester) en verleent alle rechten, machten en gezag van dat ambt. (Bij de verlening van het priesterschap of de ordening tot een van de priester schapsambten worden er geen priesterschapssleutels verleend.) 5. Voegt een zegen toe naar de Geest ingeeft. 6. Sluit in de naam van Jezus Christus.
105
DE LEVENDE CHRISTUS H ET
N
D E K ERK
GETUIGENIS VAN DE APOSTELEN C HRISTUS VAN DE H EILIGEN DER L AATSTE D AGEN
VAN J EZUS
u wij gedenken dat Jezus Christus twee millennia geleden geboren is, getuigen wij dat Hij werkelijk bestaan heeft, dat zijn leven onvergelijkbaar was en dat zijn grote zoenoffer oneindige kracht bezit. Geen ander heeft zo’n diepgaande invloed gehad op allen die op aarde geleefd hebben en nog zullen leven. Hij was de grote Jehova van het Oude Testament, de Messias van het Nieuwe Testament. Onder leiding van zijn Vader heeft Hij de aarde geschapen. ‘Alle dingen zijn door het Woord [Christus] geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is’ (Johannes 1:3). Hoewel zondeloos, liet Hij Zich niettemin dopen om alle gerechtigheid te vervullen. ‘Hij is rondgegaan, weldoende’ (Handelingen 10:38), maar werd ervoor veracht. Zijn evangelie was een boodschap van vrede en welbehagen. Hij drukte allen op het hart zijn voorbeeld te volgen. Hij doorkruiste het land Palestina, waarbij Hij zieken genas, blinden hun gezichtsvermogen gaf en doden opwekte. Hij verkondigde eeuwige waarheden, zo leerde Hij zijn volgelingen dat wij vóór dit leven al bestonden, dat ons leven op aarde een doel heeft, en dat de zoons en dochters van God ongekende mogelijkheden hebben in het hiernamaals. Hij heeft het avondmaal ingesteld om ons te herinneren aan zijn grote zoenoffer. Hij is in hechtenis genomen en schuldig verklaard op grond van lasterlijke aantijgingen, gevonnist om het gepeupel ter wille te zijn, veroordeeld tot de dood aan het kruis op Golgota. Hij heeft zijn leven gegeven ter verzoening van de zonden van het hele mensdom. Zijn plaatsbekledende lijden was zijn gift aan allen die ooit op aarde zouden leven. Wij getuigen plechtig dat zijn leven, waar de hele menselijke geschiedenis om draait, niet in Betlehem is begonnen, noch op Golgota is geëindigd. Hij is de Eerstgeborene van de Vader, de eniggeboren Zoon in het vlees, de Verlosser van de wereld. Hij is herrezen uit het graf ‘als eersteling van hen, die ontslapen zijn’ (1 Korintiërs 15:20). Als herrezen Heer heeft Hij degenen bezocht die Hij tijdens zijn leven had liefgehad. Ook is Hij in het oude Amerika onder zijn ‘andere schapen’ werkzaam geweest (zie Johannes 10:16). In de hedendaagse HET EERSTE PRESIDIUM
1 januari 2000
106
wereld zijn Hij en zijn Vader verschenen aan de jonge Joseph Smith, waarmee de lang geleden beloofde bedeling ‘van de volheid der tijden’ (Efeziërs 1:10) werd ingeluid. Over de levende Christus heeft de profeet Joseph Smith geschreven: ‘Zijn ogen waren als een vurige vlam; zijn hoofdhaar was zo wit als reine sneeuw; de straling van zijn aangezicht overtrof de glans der zon; en zijn stem was als het geruis van grote wateren, ja, de stem van Jehova, zeggende: ‘Ik ben de Eerste en de Laatste; Ik ben het, die leeft, Ik ben het, die werd gedood; Ik ben uw Voorspraak bij de Vader’ (Leer en Verbonden 110:3—4). Van Hem heeft de profeet ook gezegd: ‘En nu, na de vele getuigenissen, die van Hem zijn gegeven, is dit het getuigenis, het allerlaatste, dat wij van Hem geven: Dat Hij leeft! ‘Want wij zagen Hem, namelijk ter rechterhand Gods; en wij hoorden de stem, die getuigenis gaf, dat Hij de Eniggeborene des Vaders is — ‘Dat door Hem, en in Hem, en uit Hem de werelden worden en werden geschapen, en dat de bewoners ervan Gode gewonnen zonen en dochteren zijn’ (Leer en Verbonden 76:22—24). Wij verklaren plechtig dat zijn priesterschap en zijn kerk op aarde hersteld zijn — ‘gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is’ (Efeziërs 2:20). Wij getuigen dat Hij eens op aarde zal terugkeren. ‘En de heerlijkheid des Heren zal zich openbaren, en al het levende tezamen zal dit zien’ (Jesaja 40:5). Hij zal heersen als Koning der koningen en regeren als Heer der heren, en elke knie zal zich buigen en elke tong zal Hem in aanbidding loven. Ieder van ons zal voor Hem staan om door Hem te worden geoordeeld naar onze werken en de verlangens van ons hart. Wij getuigen, als zijn naar behoren geordende apostelen, dat Jezus de levende Christus is, de onsterfelijke Zoon van God. Hij is de grote Koning Immanuël, die Zich nu aan de rechterhand van zijn Vader bevindt. Hij is het licht, het leven en de hoop van de wereld. Zijn weg is het pad dat leidt tot geluk in dit leven en tot het eeuwige leven in de wereld hierna. God zij dank voor de weergaloze gave van zijn goddelijke Zoon.
HET QUORUM DER TWAALF
HET GEZIN
EEN PROCLAMATIE AAN DE WERELD H�� E����� P�������� �� �� R��� ��� T����� A�������� ��� D� K��� ��� J���� C������� ��� �� H������� ��� L������ D����
W
IJ, HET EERSTE PRESIDIUM en de Raad der Twaalf Apostelen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, verklaren plechtig dat het huwelijk tussen man en vrouw van Godswege is geboden en dat het gezin centraal staat in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen.
IEDER MENS — man of vrouw — is geschapen naar het beeld van God. Ieder is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft ieder een goddelijke aard en bestemming. Het geslacht is een essentieel kenmerk van iemands voorsterfelijke, sterfelijke en eeuwige identiteit en doel.
IN HET VOORSTERFELIJKE LEVEN kenden en aanbaden geestzonen en -dochters God als hun eeuwige Vader, en aanvaardden zijn plan waardoor zijn kinderen een stoffelijk lichaam konden krijgen en aardse ervaringen konden opdoen om vooruitgang te maken op weg naar volmaking en om uiteindelijk hun goddelijke bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven te verwezenlijken. Het goddelijk plan van geluk maakt het mogelijk dat familiebanden ook na de dood blijven bestaan. Heilige verordeningen en verbonden die in heilige tempels beschikbaar zijn, maken het mogelijk dat de mens in de tegenwoordigheid van God terugkeert en dat het gezin voor eeuwig verenigd wordt.
HET EERSTE GEBOD dat God aan Adam en Eva gaf, had betrekking op hun vermogen om als man en vrouw kinderen te krijgen. Wij verklaren dat Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen van kracht blijft. Wij verklaren ook dat God geboden heeft dat het heilige voortplantingsvermogen alleen gebruikt mag worden tussen een man en een vrouw die wettig met elkaar gehuwd zijn.
WIJ VERKLAREN dat de manier waarop het sterfelijk
leven tot stand komt door God is voorgeschreven. Wij bevestigen de heiligheid van het leven en het belang ervan in Gods eeuwige plan.
MAN EN VROUW hebben de plechtige taak om van elkaar en van hun kinderen te houden, en voor elkaar en hun kinderen te zorgen. Kinderen ‘zijn een erfdeel des Heren’ (Psalmen 127:3). Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en
rechtschapenheid op te voeden, te voorzien in hun stoffelijke en geestelijke behoeften, en ze te leren dat ze elkaar moeten liefhebben en helpen, de geboden van God moeten naleven, en gezagsgetrouwe burgers behoren te zijn, waar ze zich ook bevinden. De echtelieden — de moeders en vaders — zullen door God verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van deze verplichtingen.
HET GEZIN is door God ingesteld. Het huwelijk van
man en vrouw is van essentieel belang in zijn eeuwige plan. Kinderen hebben er recht op om binnen het huwelijk geboren te worden, en te worden opgevoed door een vader en een moeder die de huwelijksgelofte met volledige trouw eren. De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen. Een geslaagd huwelijk en een hecht gezin worden gegrondvest op, en in stand gehouden met, de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezonde ontspanning. Volgens het goddelijk plan behoort de vader zijn gezin met liefde en in rechtschapenheid te presideren. Hij heeft tot taak te voorzien in de levensbehoeften en de bescherming van zijn gezin. De taak van de moeder is op de eerste plaats de zorg voor de kinderen. Vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners met deze heilige taken te helpen. Invaliditeit, overlijden of andere omstandigheden kunnen individuele aanpassing noodzakelijk maken. Andere familieleden behoren zo nodig steun te verlenen.
WIJ WAARSCHUWEN degenen die het verbond van huwelijkstrouw schenden, hun partner of kinderen mishandelen, of hun taken in het gezin niet nakomen, dat zij op een dag aan God rekenschap moeten a�eggen. Verder waarschuwen wij ervoor dat het verval van het gezin de rampen voor personen, gemeenschappen en volken tot gevolg zal hebben die de profeten van vroeger en nu voorzegd hebben. WIJ DOEN EEN BEROEP OP burgers en overheids-
dienaren met verantwoordelijkheidsbesef overal ter wereld om maatregelen te bevorderen die erop gericht zijn het gezin als de fundamentele eenheid van de maatschappij te handhaven en te versterken.
Deze proclamatie heeft president Gordon B. Hinckley op 23 september 1995 in de algemene bijeenkomst van de zustershulpvereniging in Salt Lake City (Utah) voorgelezen.
107
Notities
108
109
110
111
Pagina 16: Heinrich Hofmann, Christus’ beeltenis, met dank aan C. Harrison Conroy Co., Inc. Pagina 19: Del Parson, De herstelling van het Aäronisch priesterschap, © 1984 IRI Pagina 24: Walter Rane, Tot mijn gedachtenis, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis Pagina 28: Joseph Brickey, De barmhartige Samaritaan, © 2001 Joseph Brickey Pagina 38: Carl Heinrich Bloch, Ga weg, Satan, met dank aan het Nationaal Historisch Museum Frederiksborg in Hillerød (Denemarken) Pagina 48: Simon Dewey, Het laatste avondmaal, © 2001 Simon Dewey Pagina 64: Del Parson, De Here Jezus Christus, © 1983 IRI Pagina 80: Carl Heinrich Bloch, De Bergrede, met dank aan het Nationaal Historisch Museum Frederiksborg in Hillerød (Denemarken)
112
‘En zie, gij zijt mijn zoon (…). En Ik heb een werk voor u’ (Mozes 1:4, 6).