DAG VAN DE EERSTELIJN NOORD-HOLLAND 2014
MIETJES IN HET MAAGDARMSTELSEL: is het de man of de vrouw? Lisbeth Mathus-Vliegen MDL arts, Hoogleraar Klinische Voeding Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
[email protected]
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ • • • • • • • • •
Verschillen in motiliteit, maag-darm passagetijden en secretie Verschillen in circulerende hormonen Verschillen in viscerale perceptie Verschillen in centrale pijnmodulatie Verschillen in emoties Verschillen in stress reactiviteit Verschillen in psychologie Verschillen in farmacokinetiek Verschillen in immuunreactiviteit
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ • Verschillen in het ondergaan van onderzoek • Verschillen in het voorkomen van ziekten • Verschillen in de behandeling van ziekten
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ • Verschillen in het ondergaan van onderzoek – Voorkeur voor sexe van arts – Muziek en dromen tijdens onderzoek – Moeilijkheidsgraad van onderzoek
• Verschillen in het voorkomen van ziekten • Verschillen in de behandeling van ziekten
GENITORECTAAL INTIEM ONDERZOEK • HA praktijk M+V: 67% voorkeur HA van dezelfde sexe, hiervan 69% vrouw • HA praktijk RT bij M: 38% voorkeur voor HA van dezelfde sexe, 62% geen voorkeur, niemand echt voorkeur voor vrouwelijke HA • Eerste Hulp RT bij 126 M: 60 door ♀ arts en 66 door ♂ arts en VAS (0-100) voor pijn en schaamte ♀ arts ♂ arts pijn 36,5 37,4 schaamte 36,6 32,9 meer pijn en verlegenheid bij M < 40 jr geen verschil opleidingsniveau arts of prostaatonderzoek Fennema et al., J Fam Pract 1990;30:441-6; Heaton et al., Fam Pract Res J 1990;10:105-15; Macias et al., Am J Emerg Med 2000;18:676-8
VOORKEUR VOOR SEXE VAN ENDOSCOPIST N=946 % 80
73
70
65
60 50 40 30
26
24
20 10 0
Male endoscopist Female endoscopist No preference
9 3 Male patients
Female patients Lahat et al., Pat Prefer Adher 2013;7:897-903
VOORKEUR VOOR SEXE VAN ENDOSCOPIST ♀ vs ♂ OR sexe voorkeur 1,50 (1,14/1,98) OR zelfde sexe 0,37 (0,20/0,69), andere sexe 3.09 (1.73/5.51) Factoren geassocieerd met voorkeur voor zelfde sexe endoscopist: Lahat et al., Pat Prefer Adher 2013;7:897-903
Adjusted OR Males
Adjusted OR Females
Age Lower education Orthodox religious Non-Western Colonoscopy vs gastroscopy Not-Jewish faith No previous endoscopy
1.01 (0.99/1.03) 1.37 (0.84/2.24) 2.98 (1.81/4.90) 1.96 (1.05/3.65) 1.65 (0.94/2.91)
0.97 (0.94/1.99) 1.84 (0.99/3.40) 1.60 (0.87/2.91) 2.22 (0.91/5.42) 2.83 (1.49/5.40)
1.29 (0.24/6.92) 0.83 (0.50/1.39)
5.59 (1.42/22.0) 4.00 (2.21/7.25)
GENDER DIFFERENCES IN SCREENING COLONOSCOPY Patients N = 51969 Endoscopist ♀ N=20 Age 60yrs Age 60 yrs ♀ patient ♂ patient 6769 ♀ patients % 57.4% Giving sedation 76.6% Receiving 89.8 80.8*** ♀ ♂ sedation % 82.0 69.3
Endoscopist ♂ N=110 Age 61 yrs 45200 50.9% *** 86.8% * ♀ ♂ 91.1 90.2
Coecum intubation % Pain as reason for # intubation
95.2
93.5 **
63.2%
32.2% ***
Salzl et al., GIE 2012;75 (4 suppl 1):AB 331-2
MUZIEK TIJDENS COLOSCOPIE • Muziek invloed op hartslag, ademfrequentie, bloeddruk en zuurstofbehoefte, reductie van angst, pijn en stress • Instrumentele muziek met 60-80 beats/minuut in 120 personen (60 interventie groep) • ♀ minder angst • ♂ en ♀ maar ♂ > ♀ beter welbevinden • ♂ meer relaxed • Geen effect op pijn Björkman et al., Gastroenter Nurs 2013;36:14-20 Wilson 2008 Bechtold 2009 Cepeda 2010
8 studies zwak effect op pijn 8 RCTs betere relaxatie, tevredenheid en welbevinden, geen effect op pijn 5 studies minder ongemak
DROMEN TIJDENS ENDOSCOPIE Kortdurend propofol voor endoscopie bovenste tractus Xu et al., Neuroreport 2013;24:797-802
Sedatietijd min. Tijd tot ogen openen sec. Tijd tot interview sec. Dromen % Inhoud herinnerend Positieve inhoud % Negatieve inhoud % Emotionele inhoud Memorabele inhoud Visueel levendig Betekenisvol Bewegingen Bekend overkomend
Man N=100 5,9 (4,1-6,8) 34 43 31 16/31 (51,6%) 45 6 3 (3-5) 3 (2-4) 4 (2-5) 3 (2-4) 3 (1-4) 4 (3-4)
Vrouw N=100 5,8 (4,2-6,6) 32 42 18 * 8/18 (44,4%) 18 * 29 * 3 (2-3) * 1 (1-3) * 3 (2-3) * 2 (1-3) * 1 (1-3) * 3 (1-4) *
MOEILIJKHEIDSGRAAD COLOSCOPIE • Coloscopie met coecum intubatie ♀ 95,7% versus ♂ 99,0% ** – Tijd ♀ 405 sec versus ♂ 275 sec – Predictief voor langere tijd bij ♀: oudere leeftijd, lagere BMI, hysterectomie, diverticulair lijden en obstipatie – Predictief voor langere tijd bij ♂: lagere BMI en obstipatie – Multivariaat: • • • •
Leeftijd Diverticulair lijden Obstipatie BMI 19-25 (t.o.v. ≥ 30) kg/m2:
♀ OR 1.02 (1.01/1.04) ♀ OR 1.69 (1.05/2.74) ♂ OR 6.33 (2.45/16.34) ♀ OR 2.61 (1.50/4.45) ♂ OR 5.01 (2.72/9.23)
• Coloscopie met coecum intubatie ♀ 88,0% versus ♂ 92,6% *** Anderson et al., GIE 2001;54:558-62; Vernia et al., GIE 2013;77 (suppl 1):A499-500
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ • Verschillen in het ondergaan van onderzoek • Verschillen in het voorkomen van ziekten – – – – –
Functionele klachten: dyspepsie/ IBS/ obstipatie Slokdarm / maag Colon Lever Pancreas
• Verschillen in de behandeling van ziekten
FUNCTIONELE DYSPEPSIE ROME III KLINISCH 1. Een of meer van de volgende klachten gedurende de laatste 3 maanden met begin ≥ 6 maanden geleden van - postprandiaal vol gevoel - vroege verzadiging - epigastrische pijn - epigastrisch brandend gevoel 2. Zonder evidentie van structurele afwijkingen RESEARCH Postprandiaal distress syndrome: enkele malen/week postprandiaal vol zitten na gewone maaltijd of vroege verzadiging waardoor einde normale maaltijd Epigastrische pijn syndroom: alle volgende pijn of brandend gevoel in epigastrio ≥ 1x/week, intermitterend, locaal of algemeen, niet verlicht door defecatie of flatus
MAAGONTLEDIGING • • • •
Postprandiale receptieve relaxatie van de fundus Ritmische antrale contracties Pylorus relaxatie voor passage naar het duodenum Fase III migrerend motorisch complex (MMC)
• Efferente vagustakken en enterisch zenuwstelsel • Interstitiële cellen van Cajal (maagpacemaker) • Maagontlediging bepaald door leeftijd, dagritme, geslacht, fase in menstruele cyclus, zwangerschap en menopause Parkman, Princ Gender-Specific Med 2010,326-329
FUNCTIONELE DYSPEPSIE PATHOGENESE 1. VERSCHILLEN IN PIJNPERCEPTIE 1. Lagere drempel voor somatische pijn bij ♀ 2. Lagere sensorische drempel bij maagdistensie ♀ = ♂ 3. Lagere maximale verdraagbare druk ♀ = ♂ 4. Minder tolerant voor proximale maagdistensie bij ♀ 5. Tijdens menses meer klachten door hormonale status bij ♀ 6. Vertraagde maagontlediging, gestoorde proximale accommodatie, antrum hypomotiliteit bij ♀ 2. H.PYLORI 3. POSTINFECTIEUZE DYSPEPSIE 4. VOEDSEL (uien, peper, citrusvruchten, specerijen, vet, noten, chocolade Flier & Rose, AJG 2006;101:S644-53
GENDER DIFFERENCES IN PREVALENCE OF DYSPEPSIA IN POPULATIONS Author, date ♀>♂ Stanghellini ’99 Kay ’96 Agreus ’94 Hollnagel ‘82 ♀=♂ Kay ’94 Drossman ’93 Talley ’92 Jones ‘90 ♀<♂ Johnsen ’88
N, country
Males %
Females % Total %
5581 1119 DK 1290 S 1198 DK
23.7 8.0 12.9 25.0
32.3 12.0 20.4 31.0
28.1 10.0 16.7 28.0
4581 DK 5430 USA 1021 USA 7428 UK
12.5 2.6 26.9 41.0
14.5 2.7 24.7 41.0
13.5 2.9 25.8 41.0
14390 N
22.6
18.1
20.4
Ahlawat et al., Gender Med 2006;3:31-41
PREVALENCE DYSPEPSIA SUBGROUPS Author, date
Ulcer-like
♂ Stanghellini ’99 14.0 Kay ’96 Kay ’94 Drossman ’93 0.2 Talley ’92 17.8 Johnsen ‘88
♀ 15.7
0.3 14.2
Reflux-like ♂ 46.4 49.5 21.0 11.1 16.2
♀ 23.1 39.7 24.0 7.8 10.1
Dysmotilitylike ♂ ♀ 50.3 61.3
0.9 7.9
1.1 7.5
Ahlawat et al., Gender Med 2006;3:31-41
IBS / PDS ROME III CRITERIA Recidiverende abdominale pijn of ongemak tenminste 3 dagen/ maand in de laatste 3 maanden met 2 of meer van de volgende karakteristieken – Verbetering met defecatie – Geassocieerd met veranderde ontlastingsfrequentie – Geassocieerd met veranderde ontlastingsvorm of –uiterlijk
Begin van klachten ≥ 6 maanden voor diagnose IBS-C IBS-D IBS-M IBS-U
Defecaties harde of keutelige ontlasting ≥ 25% en waterige ontlasting < 25% dunne, zachte of waterige ontlasting ≥ 25% en harde of keutelige ontlasting < 25% harde of keutelige ontlasting en dunne, zachte of waterige ontlasting ≥ 25% onvoldoende abnormale ontlastingsconsistentie criteria voor C, D of M
GENDER DIFFERENCES IN HEALTHY ♀ & ♂ Motility/ transit
Slowed GI transit and decreased colonic activity in ♀ Visceral perception Lower oesophageal threshold, similar or higher rectal threshold in ♀ Autonomous nervous system Increased sympathetic tone and lower vagal tone in ♂ Central nervous system Increased sensory and parietooccipital in ♂, increased anterior cingulate cortex and insula in ♀ Neuroendocrine system HPA axis: similar or increased basal cortisol levels in ♀, increased stressinduced cortisol responses in ♂ Catecholamines: similar or increased basal and increased stress-induced Chang & Heitkemper, Gastroenterology 2002;123:1686-1701 response in ♂
GENDER DIFFERENCES IN IBS Slowed GI transit and decreased colonic activity in ♀ Lower oesophageal threshold, similar Lower rectal threshold in ♀ or higher rectal threshold in ♀ Increased sympathetic tone and lower Increased sympathetic tone vagal tone in ♂ in ♂ and IBS-D, lower vagal tone in ♂ and IBD-C Increased sensory and parietoIncreased insula and occipital in ♂, increased anterior midcingulate cortex in ♂, cingulate cortex and insula in ♀ increased amygdala an infragenual cingulate in ♀ HPA axis: similar or increased basal cortisol levels in ♀, increased stress-induced cortisol responses in ♂ Catecholamines: similar or increased basal and increased stress-induced response in ♂
Unknown Chang & Heitkemper, Gastroenterology 2002;123:1686-1701
MODULATING FACTORS IN IBS Chang & Heitkemper, Gastroenterology 2002;123:1686-1701
BIOBEHAVIOURAL STRESS RESPONSE Tend-and-befriend ♀ Fight-or-flight ♂
GENDER ROLE Education Social role
CLINICAL/ PHYSIOLOGIC RESPONSE Motility/ transit Autonomic parameters Visceral perception CNS response Neuroendocrine factors Treatment response HORMONAL FACTORS Follicular / Luteal phase Menopause
PSYCHOLOGICAL FACTORS
GESLACHTSVERDELING PDS Populatie Op consult bij HA Bij specialist
Jaar 1992 1993 1995 1980 1983 1983 1983 1984 1966 1970 1972 1982
Land UK USA UK UK Zweden UK Canada Canada New Dehli Bombai Raipur Colombo
% Vrouw 72 65 86 74 70 80 74 79 28 26 18 30
WOMEN AND IRRITABE BOWEL SYNDROME: IS THE GAIN IN PAIN MAINLY IN THE BRAIN?
Gangula & Pasricha, J Gastreoenterol Hepatol 2006;21:468-473
Visceral stressor = gut-derived - ♂ activation insula and thalamus - ♀ activation of amygdala and anterior and infragenual cingulate cortex Anticipation of stressor = CNS-derived - ♂ activation of dorsolateral prefrontal cortex -♀ activation of ventromedial prefrontal cortex Males: activation cognitive areas (DLPFC) activation sympaticus areas (insula, PAG) inhibition limbic system Females: activation affective and autonomic regions (VMPFC, amygdala, ACC), i.e. limbic system Naliboff et al., Gastroenterology 2003;124
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ IN IBS / PDS • Prevalentie ♀ : ♂ 2-2,5 : 1 tot 3-4:1 • IBS-D meer bij ♂ meer dunne, waterige ontlasting en hogere defecatie frequentie • IBS-C meer bij ♀ inclusief opgeblazen gevoel en buikopzetting • Meer somatische klachten bij ♀ • ♀ bij menses meer diarree, buikpijn en opgeblazen gevoel • ♀ bij menopauze meer opgeblazen gevoel, buikopzetting en somatische klachten t.o.v. ♂ met IBS en ♀ met IBS en menses • ♀ ernstiger klachten, meer impact op dagelijks leven en lagere QOL dan ♂
SEX DIFFERENCES IN IBS – NON-GI SYMPTOMS IN 452 IBS PATIENTS (193 M) Fatigue Insomnia Inappetence
Female Male
Muscular pain Back ache Dizziness Headache
0
20
40
60
80 % of patients
Differences significant at p <0.01 level Tang et al., Europ J Gastroenterol Hepatol2012;24:702-707
COMORBID EXTRAINTESTINAL PAIN CONDITIONS ASSOCIATED WITH IBS • Affect women more than men – – – – – –
Interstitial cystitis Chronic pelvic pain Migraine headache with aura Temporomandibular joint disorder Fibromyalgia Depression and/ or anxiety
• Affect women with IBS more than women without IBS – Premenstrual syndrome or dysphoric disorder – Dysmenorrhoea
Heitkemper & Jarrett, Nutr Clin Pract 2008;23:275-283
VERKLARING VOOR SEXE VERSCHILLEN BIJ PDS • PDS bij vrouwen erger, vrouwen klagen meer en eerder • Culturele verschil in toegankelijkheid medische sector • Mannen kortere intestinale en totale gastrointestinale transit • Vrouwen hogere colorectale perceptie van viscerale stressoren zoals maaltijd of sigmoïd distensie • Hormonale factoren: mannen met PDS lagere LH-RH, vrouwen meer klachten rondom menses door lagere oestrogeenspiegels
Chang & Heitkemper Gastroenterol 2002;123:1686-1701; Sadik et al., Scand J Gastroenterol 2003;38:36-42; Nalibott et al., Gastroenterology 2003;124:1738-1747
VERKLARING VOOR SEXE VERSCHILLEN BIJ PDS • Mannen met PDS grotere activatie in corticale gebieden (insula, dorsolaterale prefrontale cortex, dorsale pons en periaqueductale regio), die betrokken zijn bij pijnintensiteit en cognitie • Vrouwen met PDS grotere activatie in corticale gebieden (amygdala, arterieure cingulate cortex, ventromediale prefrontale cortex), die betrokken zijn bij affectieve en autonome reacties
Chang & Heitkemper Gastroenterol 2002;123:1686-1701; Sadik et al., Scand J Gastroenterol 2003;38:36-42; Nalibott et al., Gastroenterology 2003;124:1738-1747
FUNCTIONELE OBSTIPATIE ROME III CRITERIA 2 of meer van de volgende criteria aanwezig gedurende 3 laatste maanden met een begin 6 maanden geleden (zonder diarree, laxantia of klachten van IBS) • persen bij de defecatie
• • • •
harde ontlasting incomplete evacuatie gevoel van anorectale obstructie/ blockade manuele manoevres ter evacuatie (digitale
bij ≥ een kwart van de defecaties
evacuatie/ bekkenbodem ondersteuning)
• < 3 defecaties per week
Longstreth et al., Gastroenterology 2006;130:480-491
GENDER DIFFERENCES IN PREVALENCE OF CONSTIPATION Definition
Males %
Females %
Self-report Rome I functional constipation Rome I outlet delay Rome II functional constipation Rome II outlet delay
0.9-18.5 2.4-22.1 5.2-11.5 8.3 10.9
2.8-35.4 4.8-26.1 16.0-27.5 21.1 27.1
Prevalence constipation higher in females - Females more likely to report symptoms - Females at higher risk of injury to pelvic floor muscles and nerves - Females more likely to participate in research studies McCrea et al., J Pain Symptom Manage 2009;37:737-45
SPECIALITY CLINIC FOR CONSTIPATION • N=518; ♂ 109; ♀ 409 • Vrouwen t.o.v. mannen: meer comorbiditeit (3,87 vs 2,85) meer hemorrhoiden, IBS, depressie, chronisch rugklachten, arthritis meer sexueel misbruikt (15,2 vs 3,5%) • Vrouwen anders dan mannen in 9/13 ontlastingskenmerken – Obstipatie (duur, frequentie, consistentie) – Darmklachten (opgeblazen, pijn, incomplete evacuatie, niet succesvolle poging tot defecatie) – Darmgewoonten (anale digitatie, houdingsverandering ter evacuatie)
McCrea et al., Gender Med 2009;6:259-271
SPECIALITY CLINIC FOR CONSTIPATION • N=518; ♂ 109; ♀ 409 • Na correctie voor co-morbiditeit (meer klachten gerapporteerd door patiënten met IBS, depressie en rugpijn en minder klachten door patiënten met arthritis) ♀ ten opzichte van ♂ infrequente ontlasting (≤ 2/wk) abnormale consistentie (hard, keutels) langere duur obstipatie (≥ 1 jaar) meer buikpijn meer opgeblazenheid meer niet succesvolle stoelgang meer anale digitatie
OR 2,97 (1,67/5,28) 3,08 (1,80/5,28) 2,00 (1,05/3,82) 2,22 (1,22/4,05) 2,65 (1,50/4,70) 1,74 (1,01/3,00) 3,37 (1,15/9,90)
McCrea et al., Gender Med 2009;6:259-271
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ • Verschillen in het ondergaan van onderzoek • Verschillen in het voorkomen van ziekten – – – – –
Functionele klachten: dyspepsie/ IBS/ obstipatie Slokdarm / maag Colon Lever Pancreas
• Verschillen in de behandeling van ziekten
INFLAMMATOIR DARMLIJDEN (IBD) • Piek 2e en 3e decade • Probleem ♀ – – – –
Hogere leeftijd menarche Amenorrhoe, dysmenorrhoe, menorrhagie, irregulaire menses Micronutrient deficiënties (Fe) Rectovaginale fistels
• Osteoporose • Erfelijkheid – – – – –
CD concordantie MZ 50%, DZ 3% 1 ouder CD: lifetime risk kind 5% (Ashkenazi 7,8%) UC concordantie MZ 10%, DZ 5% 1 ouder UC: lifetime risk kind 1,6% (Ashkenazi 4,5%) Beide ouders IBD: lifetime risk kind tot 35-50%
• Fertiliteit Munsell et al., Princ Gender-Specific Med 2010,305-317
INFLAMMATOIR DARMLIJDEN (IBD) • Piek 2e en 3e decade • Fertiliteit ♂ met IBD
♀ met IBD
Acieve ziekte
Geen effect
Vermindering
Sulfasalazine 5 ASA Corticosteroïden Mercaptopurine/azathioprine Anti-TNF
Vermindering Geen effect Vermindering Geen effect Mogelijk
Geen effect Geen effect Geen effect Geen effect Onwaarschijnlijk
Dunne darm/ colon resectie IPAA
Onwaarschijnlijk Vermindering
Onwaarschijnlijk Vermindering
• Beloop ziekte Heetun et al., APT 2007;26:513-33
INFLAMMATOIR DARMLIJDEN (IBD) • Beloop ziekte Bij In remissie In remissie Verergering/ chronisch conceptie CD UC actieve ziekte CD Ziekte in 70% 70-80% 30% remissie
Verergering/ chronisch actieve ziekte UC 20-30%
Actieve ziekte
50-70%
33%
30%
67%
• Beloop zwangerschap – Vroeggeboorte voor wk 37, geboortegewicht < 2500 g en small-for-age – Doodgeboorte: actief, niet fulminante CU 18.4%, fulminante CU 60% Heetun et al., APT 2007;26:513-33
KLINISCH BELOOP CROHN EN GENDER N=541 (♀ 275; ♂ 266) • Incidentie NL ♀: ♂1:1; Noord-Amerika en Europa: 1,5-2:1 • Start klachten, diagnose, scala aan klachten, initiële localisatie, tijd eerste operatie ♀ = ♂ ♀
♂
Verkeerde diagnose appendicitis Ileocoecaal resectie Tijd tussen 1e OK en recidief klachten 1e en 2e graad verwanten CD
1,8% 44% ** 4,8 jr * 15% *
4,9% * 32% 6,5 jr 8,5%
Extraintestinale verschijnselen Arthritis Erythema nodosum Oogklachten (uveitis, iridocyclitis,
17% * 11% 12% *** 2,6% 6,9% * 2,6%
conjunctivitisepiscleritis) Wagtmans et al., AJG 2001;96:1541-6
GENDER DIFFERENCES IN RESPONSE TO SMOKING IN COLITIS ♂ smoker 41 *** 32
♀ nonsmoker 33 35
♀ smoker 33 29 ***
10 yr need in % in UC Immunosuppressants 26 Excisional surgery 25
8 ** 21
23 34
13 26
10 yr need in % in CD Immunosuppressants 53 Excisional surgery 40
40 37
48 35
58 *** 36
UC onset CD onset
♂ nonsmokers 32 31
Mannen beneficieel effect van roken op CU en geen nadelig effect bij CD Vrouwen geen voordeel van roken bij CU en nadelig effect bij CD Cosnes et al., Clin Gastroenter Hepatol 2004;2:41-8
PANCREATITIS, GALSTENEN EN GENDER • ♀♀ 2 maal frequenter galstenen dan mannen (5 F’s) • Mannen vaker pancreatitis door galstenen (14%) dan vrouwen (5,5%) – Door meer gedilateerde d. cysticus en d. hepaticus communis – Door meer reflux in de d. pancreatitus (62% vs 14%) – Door meer steen migratie dan bij vrouwen
Taylor et al., Ann Surg 1991;214:667-670
PANCREATITIS AND GENDER
Diagnosis age Alcohol intake G/d Times/wk Pancreatitis Yrs of alcohol G of alcohol Smoking %
Acute P ♂ Acute P ♀ Chronic P ♂ Chronic P ♀ N=338 N=58 N=609 N=61 53.3 43.5 55.0 45.3 93.0 6.8
84.2 6.5
96.8 6.8
85.9 6.2
29.8 2689 79
22.2 1816 66
34.3 3181 88
23.0 2164 76
Complete abstinence Reduced drinking Ongoing drinking as before Increase in drinking
36.6% 29.2% 33.7% 0.5%
OR recurrence within 2.1 yrs 2.5 (1.6/4.1) 7.1 (4.5/11.4) ? Masamune et al., Pancreas 2013;42:578-83
FUNCTIONELE DYSPEPSIE THERAPIE 1. Test-and-treat H.pylori 2. TCA: verminderde maagdistensie gevoeligheid 3. SSRI of 5HT1 receptor antagonist: relaxatie proximale maag 4. Antidepressiva (bij depressie ♀ SSRI beter, ♂ TCA beter, maar ook TCA=SSRI) 5. Persisterende klachten: endoscopie en indien negatief dieetmodificatie, psychotherapie
Flier & Rose, AJG 2006;101:S644-53
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ IN IBS / PDS • IBS-C obstipatie: laxantia – Lubiprostone – Tegaserod 5HT4 agonist
♂ en ♀ obstipatie; ♀ IBS-C IBS-C (♂ > ♀)
• IBS-D diarree: loperamide – Alosetron 5HT3 antagonist
♀ IBS-D
• Behandeling buikpijn/ buikklachten ♀=♂ depressie: ♀ beter op SSRI, ♂ beter op TCA – Cognitieve gedragstherapie ♀ +, ♂ ? – Hypnotherapie ♀>♂ – Mindfulness-based stress reductie ♀ + IBS klachten, angst en QOL ♂ + angst en QOL, geen verbetering IBS klachten – Probiotica – Antidepressiva TCA en SSRI
VERSCHILLEN ♀ EN ♂ • Verschillen in het ondergaan van onderzoek • Verschillen in het voorkomen van ziekten • Verschillen in de behandeling van ziekten