QUICKSTART B140R WAARSCHUWING Dit is slechts een korte handleiding! Lees voor het gebruik of onderhoud van het apparaat de bij het apparaat gevoegde gebruiksaanwijzing. Bij niet-naleving van de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsinstructies kan schade aan het apparaat en kunnen gevaren voor de bediener en andere personen ontstaan.
Inbedrijfstelling
1
A
2
A
A Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken.
B
A Op de chauffeursstoel plaatsnemen. Sleutelschakelaar op „1“ stellen. B Toestand accu controleren.
Instructie Het apparaat beschikt over een beveiliging tegen volledige ontlading, d.b., indien de nog toegelaten minimumcapaciteit bereikt wordt, kan het apparaat alleen nog verplaatst worden en kan eventueel voorhanden verlichting ingeschakeld worden. Op het bedieningspaneel brandt de accubewaking in dat geval rood. Apparaat onmiddellijk naar het oplaadapparaat brengen en bergop rijd vermijden.
3
A
B
4
A
B
D
A Draai de stergreepschroeven los. B Rugleuning van stoel in gewenste positie schuiven. Draai de stergreepschroeven aan.
C
A Reinigingsmiddelfles in het apparaat plaatsen. Deksel van de fles losschroeven. Zuigslang van het doseerapparaat in de fles steken. B Deksel van het verswaterreservoir openen. C Schoon water (max. 60 °C) vullen tot de onderkant van de vulopening. Deksel van het verswaterreservoir sluiten. Variant zonder doseerinrichting „Dose“ D Reinigingsmiddel vullen. Deksel van het verswaterreservoir sluiten.
5.964-043.0 03/12
QUICKSTART Werking
1
A
2
A
A Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“ stellen.
D
3
4
Apparaat starten
B
E
C
Rijden A Programmaschakelaar op markering 1 (rijden) zetten. B Vooruit rijden Rijrichting met de rijrichtingschakelaar op de bedieningsconsole instellen. C Achteruit rijden Rijrichting met de rijrichtingschakelaar op de bedieningsconsole instellen. D Rijsnelheid bepalen door het bedienen van het gaspedaal. E Apparaat stoppen: Gaspedaal loslaten.
Reinigingsprogramma's A Schuurzuigen Vloer nat reinigen en vuil water opzuigen. B Natschrobben Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel laten inwerken. C Zuigen Zuig het vuile water op. D Polijsten Vloer zonder vloeistof polijsten. E Schuurzuigen zonder water (polijstzuigen) Vloer polijsten zonder vloeistof en polijststof opzuigen. F Handreiniging Reinigingsvloeistof met wand-plafondvloersproeier (optie) aanbrengen en opnieuw opzuigen. A
Infotoets Met de infotoets worden menupunten geselecteerd en instellingen uitgevoerd. A Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit door de menu's. Indrukken kwiteert een geselecteerde instelling.
5.964-043.0 03/12
QUICKSTART Werking
5
Doseerapparaat reinigingsmiddel inschakelen (optie)
A
A Schakelaar doseerapparaat reinigingsmiddel bedienen. Reinigingsmiddel wordt automatisch toegevoegd.
Werking stopzetten
1
A
2
A
A Alleen BR variant: lade voor grof vuil verwijderen en leegmaken.
C
3
Veeggoedcontainer legen
A
B
D
Reservoirs leegmaken 몇 Waarschuwing Lokale voorschriften inzake de behandeling van afvalwater in acht nemen. A Aftapslang uit de houder nemen en in een geschikt reservoir laten zakken. B Vuilwaterreservoir met zuiver water uitsp oelen. Aftapslang uit de houder nemen en in een geschikt reservoir laten zakken. Laat het deksel open om te drogen. C Slangkoppeling voor het aflaten van het vers water losmaken en boven een geschikte opvangbak houden. D Reinigingsprogramma "Handmatige Reiniging" met de programmaschakelaar instellen.
Accu laden A Vuilwaterreservoir naar achteren zwenken. Accustekker uittrekken en verbinden met de oplaadkabel. Oplaadapparaat verbinden met het stroomnet en inschakelen.
5.964-043.0 03/12
1
A
2
A
3
A
4 5 6 7
maandelijks
Dagelijks
Verzorging en onderhoud
Kärcher-klantendienst
QUICKSTART
A Pluizenzeef controleren, indien nodig reinigen.
B
A Zuiglippen en schraaplippen reinigen, op slijtage controleren en indien nodig vervangen. B Zuigkanaal reinigen.
A Borstels controleren op slijtage en reinigen. Borstels op slijtage controleren (borstellengte minstens 10 mm), indien nodig vervangen.
Alleen R-reinigingskop: lade voor grof vuil verwijderen en leegmaken.
Apparaat aan de buitenkant met een vochtige, in mild zeepsop gedrenkte doek reinigen. A
A Afdichting tussen vuilwaterreservoir en deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien nodig vervangen.
Voorgeschreven inspectie door klantendienst laten uitvoeren.
5.964-043.0 03/12
QUICKSTART Hulp bij storingen
1
A
B
C
Apparaat wil niet starten. A Accustekker insteken. B Veiligheidsschakelaar niet bediend, plaatsnemen op de stoel. Sleutelschakelaar op „1“ stellen. C Accu controleren, indien nodig opladen.
2
A
B
C
Onvoldoende zuigcapaciteit A Afdichting tussen vuilwaterreservoir en deksel reinigen en op dichtheid controleren, indien nodig vervangen. B Pluizenzeef controleren, indien nodig reinigen. C Zuiglippen aan de zuigbalk reinigen, indien nodig omdraaien of vervangen. D Zuigslang op verstopping controleren, indien nodig reinigen. Verbinding tussen zuigslang en zuigbalk en zuigslang en zuigslang en vuilwatertank controleren.
D
3
A
4
A
5
A
Onvoldoende reinigingsresultaat A Borstels controleren op slijtage en reinigen. Borstels op slijtage controleren (borstellengte minstens 10 mm), indien nodig vervangen.
B
C
Onvoldoende waterhoeveelheid A Peil van het schone water controleren, indien nodig reservoir bijvullen. B Controleer of de slangverbinding voor het aflaten van het vers water aangesloten is. C Filter vers water reinigen. Kogelkraan openen.
Borstels draaien niet A Aandrukkracht verlagen. – Borstels controleren op blokkering door vreemde voorwerpen, vreemde voorwerpen verwijderen. – Motor overbelast, laten afkoelen. Sleutelschakelaar in stand „0“ brengen. Ongeveer 10 seconden wachten, vooraleer de sleutelschakelaar opnieuw in stand „1“ gebracht wordt.
5.964-043.0 03/12