Notulen Raadsvergadering Gemeente Veenendaal 24 september 2015 Voorzitter
de heer A.W. Kolff
Griffier
mevrouw F.A. van Hooijdonk
Notulist
de heer W.E.J.M. van Wel
Wethouders
de heer F.H. Beckerman mevrouw J.F.M. Hollander mevrouw N. Kundić mevrouw M.A. Overduin-Biesma de heer C.M. Verloop
Raadsleden ChristenUnie
SGP
D66
VVD
ProVeenendaal CDA
Lokaal Veenendaal
PvdA SP GroenLinks
mevrouw S. Bette- van de Nadort de heer J.P. Blad de heer W. van Braak de heer C.M.A. Groenewegen de heer A.J. Koerts de heer D.E.P. Roodbeen de heer H.J. van Soest de heer E. Stroobosscher de heer D.D. Both de heer G. Geerts de heer T.J. van Iperen de heer L.D. van Klinken de heer D. Scheele de heer G. Çoban de heer R. Dielemans mevrouw J.M. van den Heuvel de heer H. Saidi mevrouw Y. Bottema de heer S.J. Gerritsen de heer D.S.K. Lochtenberg de heer M.R. Beek mevrouw N. Roelofsen de heer D. Cozijnsen de heer T.P.G. Helsen de heer W.J.C. van ’t Noordende mevrouw M. Jansen De heer C.J. Lochtenberg (aantredend raadslid) de heer C. van der Voet (scheidend raadslid) de heer P.J.F.S. van Aart de heer A.M. Doelwijt de heer H.J. Pottjewijd de heer J.P. Breur de heer C.S. Oskam
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 1
Afwezig m.k.
de heer A. Janssen, ProVeenendaal
AGENDA 1. 2.
PAGINA
8. 9. 10. 11.
Opening en vaststellen agenda 2 Onderzoek geloofsbrief, beëdiging en installatie nieuw benoemd raadslid de heer C.J. Lochtenberg en afscheid raadslid de heer C. van der Voet Ontslag schaduw-raadslid de heer H.M. Dijkstra en benoeming van de heer H. Roor tot schaduw-raadslid Vaststellen notulen raadsvergaderingen 25 juni en 6 juli 2015 Ingekomen stukken Initiatiefvoorstel PvdA tweede wijziging Verordening winkeltijden Veenendaal Hamerstukken: a. Aanpassing verwervingsbedrag startersleningen b. Vaststelling partiele herziening beeldkwaliteitsplan Stationskwartier deelgebied C c. Jaarrekening 2014 en begrotingswijziging 2015 AVU d. Auditplan 2015 e. Concept-Strategische Agenda 2015-2019 FoodValley – Van denken naar doen f. Wijziging gemeenschappelijke regeling VRU g. Koersdocument Omgevingsdienst regio Utrecht 2015-2018 h. Verdeelmodel BUIG-budget en tijdelijke vangnetregeling i. Verordening basisregistratie personen Veenendaal Algemeen belang besluit inrichting plangebieden in het kader van de Wet markt en overheid Lange termijn financiering / borgtocht Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal Oost Vertegenwoordiging gemeente in AVU Sluiting
1.
Opening en vaststellen agenda
3. 4. 5. 6. 7.
De voorzitter: Ik open bij deze de vergadering en ik wens u allemaal hartelijk welkom, uiteraard de raadsleden, mensen op de publieke tribune en de mensen die thuis via internet met ons meekijken, hartelijk welkom bij deze raadsvergadering van 24 september 2015. Ik heb een bericht van verhindering gekregen van de heer Janssen van ProVeenendaal en voor de rest is de raad compleet. Ik heb begrepen dat ten aanzien van het vaststellen van de agenda de heer Pottjewijd een orde voorstel wil doen. De heer Pottjewijd: Voorzitter, bedankt dat ik het woord krijg. Graag zou ik een ordevoorstel willen doen. Ik wil graag de raad verzoeken om agendapunt 8 en agendapunt 9 van de agenda te halen en de stukken terug te sturen naar het college. Gezien de gevulde publieke tribune hecht ik er waarde aan om dit orde voorstel nader toe te lichten. Heeft u daar bezwaar tegen voorzitter? De voorzitter: Ik heb daar geen bezwaar tegen en ik constateer dat u van tevoren al wist dat de publieke tribune gevuld zou zijn. De heer Pottjewijd: Dat klopt, voortschrijdend inzicht bij onze fractie is zoals altijd aanwezig. Agendapunt 8, Wet markt en overheid, het openbaar bestuur wordt geacht in het algemeen belang van Veenendaal zorgvuldige besluitvorming te nemen. Een voorwaarde voor zorgvuldige besluiten is dat de raadsvoorstellen zorgvuldig zijn opgebouwd. Het voorstel zoals nu voor ons ligt is niet zorgvuldig genoeg voorbereid. Het voorliggende voorstel is een zogenaamd aanwijsbesluit in het kader van de Wet markt en overheid. Hierbij is het van belang dat concreet wordt geformuleerd wat er door het raadsvoorstel wordt aangewezen in het algemeen belang. Dit omdat dit voorstel zodra het door de raad is aangenomen het geen algemeen verbindend voorschrift is maar een besluit waarvoor belanghebbenden de weg van beroep en bezwaar open staat. Naar onze mening zou het college de onderdelen waarop genoemd wordt beter moeten formuleren. Omschrijving zoals grondbedrijf OVO of duurzame energievoorziening Devo. Ik verwacht in de cyclus van oktober een beter voorstel. Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 2
Agendapunt 9, borgstelling OVO, ook dit voorstel is nog niet rijp voor besluitvorming. Het eerste beslispunt is verkeerd geformuleerd. Er wordt gevraagd of de raad akte van borgtocht wil afgeven terwijl volgens artikel 160 van de Gemeentewet dit een bevoegdheid is van het college. Volgens artikel 169 dient de raad gevraagd te worden om geen bedenkingen of bezwaar te hebben tegen het collegebesluit. Daarnaast vervalt het vierde beslispunt op het moment dat agendapunt 8 komt te vervallen. Dan is er geen grond meer voor jaarlijkse premie voor de borgtocht en dat zou de discussie in dat dossier moeilijk maken vanavond en dat is mede de reden waarom ik vraag om beide stukken af te voeren. Ik verneem graag wat mijn collega raadsleden van dit ordevoorstel vinden. De voorzitter: Ik kijk even rond of er behoefte is om te reageren op het ordevoorstel. De heer Van Soest: Ja voorzitter onze fractie heeft in de commissie al forse kritiek geuit op de beide voorstellen. Ik heb aanvullende schriftelijke vragen gesteld en de beantwoording in de commissie door verschillende wethouders wat voor mij onduidelijk en verwarrend. Daarnaast hebben we dinsdagmiddag nog nadere memo’s gekregen over beide onderwerpen en die geven nog eens aan hoeveel informatie er ontbrak. Door zoveel woorden te gebruiken om het nu helder te maken, het is mijn fractie niet gelukt om het helder te krijgen. Wij hebben ook in voorbereiding een paar amendementen op deze onderdelen maar ik deel wel de visie van de SP dat het beter is om het uit te stellen, de kwaliteit te verbeteren. In die zin is het standpunt van onze fractie doe uw huiswerk over, verbeter vooral de kwaliteit die te mager is en behandel het in de lijn van het voorstel van de SP. De heer Dielemans: Voorzitter, D66 zal ook het voorstel van de SP steunen. Aansluitend op de heer Van Soest wil ik nog wat opmerkingen plaatsen. We hebben het zeer prettig gevonden dat er een zeer gedegen overleg is geweest tussen de partijen onderling. Daarnaast, mocht het aangenomen worden, dan hoop ik dat het college het als zeer serieus neemt dat dit echt niet kan. Ik heb gezocht, gegoogled, het is zelden voorgekomen dat twee agendastukken niet behandeld worden op basis van te weinig informatie of onvoldoende kwaliteit. De ernst, het is een ordevoorstel, ervan willen wij wel onderstrepen, we hopen dan ook dat het college dit uiterst serieus neemt. De voorzitter: nog andere leden die willen reageren? Is er nog behoefte mijnheer Pottjewijd, of een ander, aan een reactie vanuit het college? De heer Pottjewijd: Wat mij betreft niet maar wellicht wil de heer Dielemans een reactie op zijn betoog? De heer Dielemans: De heer Dielemans wil graag op heel korte termijn goede raadsvoorstellen zien en dat is geen vraag, daar hoef ik geen antwoord op. De voorzitter: Ik constateer dat uw antwoord nee is. Dan stel ik voor dat we het ordevoorstel in stemming brengen, in tweeën, beide agendapunten apart. Dan komen we allereerst bij agendapunt 8, het voorstel over de Wet markt en overheid, het voorstel is om dat van de agenda te halen. Voor stemmen de fracties van de ChristenUnie, SGP, D66, VVD, ProVeenendaal, CDA, Lokaal Veenendaal, SP, PvdA, GroenLinks. Het voorstel is unaniem aangenomen. De voorzitter: Nu het voorstel inzake agendapunt 9, lange termijn financiering en borgtocht Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost. Voor stemmen de fracties van de ChristenUnie, SGP, D66, VVD, ProVeenendaal, CDA, Lokaal Veenendaal, SP, PvdA, GroenLinks. Het voorstel is unaniem aangenomen. De voorzitter: Ook dit voorstel is unaniem aangenomen. Kan ik de agenda met deze aanpassingen dan nu vaststellen? Ik kijk even rond. Dat is het geval.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 3
2.
Onderzoek geloofsbrief, beëdiging en installatie nieuw benoemd raadslid de heer C.J. Lochtenberg en afscheid raadslid de heer C. van der Voet
De voorzitter: Op 1 juni heeft de heer Van der Voet schriftelijk laten weten zijn raadslidmaatschap per 1 september te willen beëindigen. Op 7 september 2015 heeft de heer Lochtenberg zijn lidmaatschap van de raad aanvaard en is hij benoemd. We gaan een onderzoekscommissie geloofsbrieven instellen bestaande uit drie raadleden, te weten de heer Van Braak van de ChristenUnie, mevrouw Roelofsen van ProVeenendaal en de heer Saidi van D66. Ik schors de vergadering voor vijf minuten zodat de onderzoekscommissie haar werk kan doen. De voorzitter: Ik heropen de vergadering en geef het woord aan de heer Van Braak. De heer Van Braak: Dank u voorzitter, als commissie hebben wij gezien dat gebleken is dat benoemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet en daarom adviseren wij hem toe te laten als lid van de gemeenteraad van Veenendaal. De voorzitter: Dank u wel. Dan verzoek ik alle aanwezigen om te gaan staan en ik verzoek de heer Lochtenberg naar voren te komen. Ik verzoek u om na de tekst die ik ga voorlezen uit te spreken “dat verklaar en beloof ik”, Ik verklaar dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet en dat ik de wetten zal nakomen en mijn plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen. Dat verklaar en beloof ik. De heer C.J. Lochtenberg: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter: Dan wil ik u vanaf deze plek heel hartelijk feliciteren en u bloemen overhandigen om dat te bekrachtigen. Dames en heren, gaat u nog even zitten. Zoals u begrijpt, een nieuw raadslid wordt pas raadslid op het moment dat een oud raadslid afscheid neemt. Ik zou graag de heer Van der Voet even naar voren willen vragen om in de spotlights te komen. Dat doet hij natuurlijk niet graag, maar bij zo’n bijzondere gelegenheid is dat wel gebruikelijk. Geachte leden van de raad, in het bijzonder Kees, al een tijdje zijn de leden van de raad ermee bekend dat je afscheid neemt als lid van onze gemeenteraad. Op 28 mei jl. kreeg ik een brief van Kees, ik citeer: hoogedelachtbare heer, (dat is wel heel hoog) beste Wouter, per 1 september 2015 wens ik mijn lidmaatschap van uw gemeenteraad te beëindigen. Ik heb het invullen van mijn raadslidmaatschap als een eer ervaren en met genoegen en overtuiging mijn politieke denkrichting als lid van Lokaal Veenendaal ingebracht in de beraadslagingen van uw raad en zijn commissies. Ik wens u en uw raad toekomstig veel wijsheid en voldoening toe bij het besturen van Veenendaal. Einde citaat. Dat is eigenlijk de aankondiging van het einde van het raadslidmaatschap van Kees van der Voet. Maar in de raadsvergadering van 27 april 2006 wordt Kees van der Voet geïnstalleerd als lid van de raad. Daarvoor was hij al actief als schaduw raadslid in de toenmalige raadscommissie Middelen. Maar niet voor Lokaal Veenendaal maar voor D66. Wat de meeste mensen in de zaal niet weten is dat op 17 december 2005 Kees van der Voet en Jaap Pilon zich niet langer konden verenigen met de landelijke koers van D66. In de Veense raad hield D66 op te bestaan en Lokaal Veenendaal werd geboren. De heer Van der Voet schreef toen in de Veenendaalse Krant dat hij genoeg had van de mannetjesmakerij van de landelijke beroepspolitici met inwisselbare idealen. Hij wilde, ik citeer de Veenendaalse Krant, geen hogere politiek bedrijven maar vooral betrouwbaar bezig zijn met het directe belang van de mede inwoners. In 2006 deed Lokaal Veenendaal voor het eerst mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Zoals ik daarnet al zei, op 27 april van dat jaar werd Kees van der Voet voor de eerste keer geïnstalleerd als raadslid. Na de zomervakantie van 2008 nam Kees het stokje van fractievoorzitter Thierry Haasbroek over. Vervolgens bleef hij fractievoorzitter tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2014. Toen hij in 2008 fractievoorzitter werd liet hij de raad weten, ik citeer, voor mij mag politiek in Veenendaal geen diffuus schaakspel op hoog niveau zijn, maar niet meer of minder dan het geven van een stem in het raadhuis aan alle inwoners van Veenendaal. En in het raadhuis meer de mensen in de wijk, de buurt en de straat te brengen. Einde citaat. Kees van der Voet is een goede ruiter, vooral van stokpaardjes, zoals hij regelmatig de raad vermaande de Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 4
regeldruk tegen te gaan. Een citaat van Kees van der Voet in de Veenendaalse Krant van 14 december 2011 over de voorgenomen invoering van reclamebelasting: Lokaal Veenendaal is klaar met deze overheidsdwingelandij. Daarmee gaf hij aan, zij het misschien ongewild, dat er nog steeds een beetje D66-bloed door zijn aderen stroomt. Nog zo’n stokpaardje, Smart, natuurlijk heeft Kees van der Voet het fenomeen Smart formuleren niet uitgevonden maar hij heeft wel het woord Smart voor het eerst in deze raad geïntroduceerd. Ik denk dat er geen raadsvergadering voorbij is gegaan of het woord kwam over zijn lippen. Dames en heren, vooral Kees, het is jammer dat je afscheid neemt. Ik hoop dat je je goede kwaliteiten voor Veenendaal aan de man blijft brengen. Het is een goed gebruik dat bij het afscheid als raadslid de raadspenning wordt uitgereikt. Dat zou ik ook graag bij jou willen doen. Dat gaat vergezeld van een bos bloemen die je in het bijzonder thuis aan jouw Jolanda mag geven. Immers, iedereen in de zaal weet dat als het thuisfront het raadswerk niet ondersteunt, het vrijwel onmogelijk is om het goed uit te voeren. Heel hartelijk bedankt voor alles wat je voor Veenendaal hebt gedaan Kees. Dan geef ik graag het woord aan Kees van der Voet voor zijn afscheidsrede en daarna zou ik graag de vergadering schorsen zodat u het nieuwe raadslid, vers bloed in de raad, jong nieuw raadslid kunt feliciteren en ook afscheid kunt nemen van het oude vertrouwde gezicht van Kees van der Voet. De heer Van der Voet: Voorzitter dank u wel, ik zal het niet al te lang maken. Politiek is voor mij geen persoonlijk doel geweest maar slechts een persoonlijke bijdrage aan het maken van een mijns inziens leefbare maatschappij. De balans opmakend heb ik de conclusie getrokken dat het moment gekomen is het stokje over te dragen in het vertrouwen dat u het gedachtegoed van Lokaal Veenendaal ook zonder mij krachtig blijft horen. Ik wil u allen bedanken voor het luisterende oor maar vooral voor uw weerwerk in het debat waarmee u mij hielp mijn focus op het onderwerp te verscherpen. Ik dank de griffie voor de ondersteuning die noodzakelijk is om effectief te kunnen zijn. Tenslotte wil ik ook mijn vrouw Jolanda bedanken voor de steun, het geduld, het meedenken en haar nuchterheid. Voorzitter, rest mij uw college en uw raad wijsheid toe te wensen bij het zoeken naar uw positie in het spanningsveld tussen politieke correctheid, sociale wenselijkheid en alledaags burgerlijk onderbuikgevoel. Zoals u onze Veense inwoners vertegenwoordigt in deze roerige tijden. Ik dank u wel. (De aanwezigen reageren met applaus.) De voorzitter: Dank u wel voor deze korte krachtige toespraak, ik schors de vergadering voor een moment. De voorzitter: Ik heropen de vergadering.
3.
Ontslag schaduw-raadslid de heer H.M. Dijkstra en benoeming van de heer H. Roor tot schaduw-raadslid
De voorzitter: Ik kom eerst bij de achtergrond van het ontslag van de heer Dijkstra. Hij is namens GroenLinks door de raad in de vergadering van 24 april 2014 benoemd als schaduw raadslid. Op 4 september 2015 heeft hij middels een brief te kennen gegeven per 25 september ontslag te willen nemen. Alles bij elkaar is de heer Dijkstra zo’n vijf jaar schaduw raadslid voor GroenLinks geweest. Gelet op zijn lange loopbaan bij AbnAmro is het niet vreemd dat GroenLinks destijds Tijmen Dijkstra naar voren schoof als financiële man. Hij heeft menige gemeentelijke jaarrekening en begroting doorgespit. Bij de behandeling daarvan in de raadscommissie gaf hij blijk van grote deskundigheid, hoewel zijn adviezen over deze stukken aan de raad en het college wat donkergroen getint waren. Ik stel voor dat we met een applaus in deze raadszaal de heer Dijkstra bedanken voor zijn jarenlange inzet voor de Veenendaalse samenleving. (De aanwezigen reageren met applaus.) De voorzitter: Hartelijk dank. Dan komen we bij het tweede deel van agendapunt 3 en dat is de benoeming van een nieuw schaduw raadslid, nog zo’n verse jonge nieuwe toevoeging aan onze raadsomgeving. Het is wel goed om te benadrukken dat je hier wel eerder kunt hebben gezeten maar dat je door middel van herintreding weer een verse kijk op zaken kunt hebben.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 5
We hebben een commissie in het leven geroepen, het stembureau bestaande uit mevrouw Bottema van de VVD en de heer Pottjewijd van de SP. De stembriefjes kunnen ingevuld worden en vervolgens opgehaald. De heer Pottjewijd: Voorzitter, ik kan u verheugd meedelen dat we de stemmen hebben geteld. De heer Roor kunnen we verwelkomen als commissielid met 30 stemmen voor en 2 blanco. De voorzitter: Ik herhaal 30 stemmen voor en 2 blanco, bij de volgende hamerslag is de heer Roor commissielid, schaduw raadslid voor deze raad. Gefeliciteerd daarmee! Welkom in on ze geledingen.
4.
Vaststellen notulen raadsvergaderingen 25 juni en 6 juli 2015
De voorzitter: Bij de griffie zijn geen opmerkingen ontvangen. Ik kijk even rond of dat zo blijft. Dat is het geval. Dan stellen we de notulen bij deze vast. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders.
5.
Ingekomen stukken
De voorzitter: De griffie heeft geen reacties ontvangen. We stellen voor de ingekomen stukken op de voorgestelde wijze af te doen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders.
6.
Initiatiefvoorstel PvdA tweede wijziging Verordening winkeltijden Veenendaal
De voorzitter: Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Doelwijt. De heer Doelwijt: Voorzitter, dank u wel, het komt niet elke vergadering voor dat er een initiatiefvoorstel is vanuit de raad over een onderwerp. Vandaag is dat de eerste keer, maar het kan ook meer zijn geweest. Het gaat over de winkeltijden in Veenendaal om het mogelijk te maken dat ook de supermarkten op zondag open kunnen zijn van 13.00 tot 17.00 uur. Dat dit onderwerp in Veenendaal en daarbuiten grote belangstelling heeft gehad, heeft ons niet echt verbaasd gezien de gevoeligheid van dit onderwerp bij velen en ongevoeligheid bij anderen. Kijkend naar hoe er in de media is gereageerd en op websites, dan zie je dat er meer dan honderd reacties zijn gegeven. Ik heb ze niet allemaal gelezen. Het geeft aan dat het toch erg leeft. Wat mij opviel, misschien ook anderen, is dat als iemand iets vindt, kan je daar niets tegen inbrengen want dat is de mening van iemand en dat mag. De wet beperkt tot hoever je kan gaan om iets te vinden om niet beledigend te zijn. Waar het om gaat is wat mag, wat wil je ermee. Ons voorstel houdt in om het mogelijk te maken voor supermarkten om op zondag hun winkel open te doen als ze dat willen. In het voorstel is op geen enkele manier aangegeven dat mensen verplicht worden te gaan werken op zondag of hun winkel open moeten doen op zondag. Wat mij verbaast is dat de discussie daarover ging, ook in de commissievergadering van vorige week was dat een leidend thema. Ook de insprekers hebben dat naar voren gebracht. Wat wij beogen is het mogelijk maken, niets meer. Wat mag, spreken we met elkaar af. Zoals je thuis in de privésfeer doet met je partner en kinderen, wat mag en wat mag niet. Zo is het ook in de maatschappij, daar maak je regels voor, wetten of verordeningen. We spreken af dat we op de snelweg op sommige delen 100 mogen rijden, 120, 130, soms 90. Als je niet oppast krijg je een dikke boete thuis. Kortom dat zijn de regels. Langs die lijn heb ik het voorstel gemaakt om het mogelijk te maken en daar ga je spelregels bij stellen. Er staat nergens in het voorstel dat wij van wie dan ook de zondagsrust willen afpakken. Daar is iedereen vrij in om die in te vullen op zijn of haar manier. De zondagsrust is ook geregeld in de wet. Daar kunnen we lang over praten maar daar staat in wat je mag doen en wanneer. Dat is de achtergrond van ons voorstel. Ik heb dit zo gedaan omdat Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 6
mij meerdere malen gevraagd is, ook in de Veenendaalse Krant gisteren kwam dat naar voren, waarom doet de PvdA dit niet. Om die reden dus. Verder is het geen verrassing dat wij met dit voorstel komen want het staat gewoon in ons verkiezingsprogramma. Alleen we hebben gekozen voor een beperkte opening van een aantal winkels, omdat dit onze mening het meest haalbare kon zijn in Veenendaal. Op een ander moment kan je dan een onderzoek doen om te kijken of er draagvlak is. Wij hebben dat gedaan met de supermarkten. Ik heb met vijf supermarkten gesprekken gehad en alle vijf waren er in die zin positief over, of ze het ook doen is een tweede. In de lijn van dit college, deze raad, om initiatieven te steunen vanuit het principe ja mits. Mits er draagvlak is en mensen het willen. Om wie het gaat, de winkeliers staan er open voor, niet allemaal, dat bestaat niet. Het voorstel is legitiem, er zijn winkeliers die het willen proberen vanuit hun optiek als ondernemer. Het is aan de ondernemer om te bepalen of hij zijn zaak open doet, met wie hij dat wil doen, hoe hij dat invult, of hij voldoende personeel op de been kan krijgen. Kortom het ondernemerschap dat wij respecteren. Ik kan nog heel lang doorgaan, maar ik wil nog even aankaarten dat er een enquête is gehouden door de SP. De SP geeft zelf aan dat het geen wetenschappelijke enquête is. Als je gaat onderzoeken moet je op zijn minst een mate van onafhankelijkheid hebben, wetenschappelijk kunnen aantonen, evidence based, en dat doet het gewoon niet. Dan is het voor mij het zoeken naar argumenten om je eigen standpunten te verdedigen. De heer Breur bij interruptie: Dank u wel voorzitter, ik weet niet of de heer Doelwijt bekend is met de rapporten over de CO2 uitstoot bij de Volkswagen fabrieken. Die onderzoeken voldoen wel aan de wetenschappelijke academische spelregels. Toch blijken ze niet helemaal te kloppen. Hoe kijkt de heer Doelwijt daar tegenaan? De heer Doelwijt: Heel simpel mijnheer Breur, die fraude bestaat, je kan niet alles waterdicht maken. Er worden ook computersystemen gehackt terwijl het niet mag. Die fraude kan ik niet voorkomen. Wat ook stoort in de enquête is dat het oncontroleerbaar is hoeveel keer er is gestemd of een mening is gegeven. Het is mogelijk dat je in één huishouden als één persoon met drie apparaten, een iPhone, iPad of computer drie keer kan stemmen. Wat is de waarde dan van zo’n enquête. Vervolgens is het ook zo, het heeft ook in de krant gestaan, dat er een discrepantie is tussen de reacties van de winkeliers. Een van twee moet waar zijn, of de Gelderlander heeft het onjuist of de heer Breur heeft het juist. Het zijn maar een paar zaken die ik aanhaal waarom zo’n enquête niet gebruikt mag worden om je standpunt te bepalen. Het is gewoon wegduiken voor je verantwoordelijkheid als raadslid waarbij je zonder last je stem laat bepalen. Gaat de SP in het vervolg bij elk punt een enquête houden? U bent er wel voor dat er op zondag evenementen zijn in Veenendaal, dat is uitgebreid. Wij werken ook op zondag. Ik begrijp het niet. Het is voor ons onduidelijk op welke gronden u deze enquête heeft willen gebruiken om uw mening vast te stellen. De voorzitter: Mijnheer Doelwijt, ik denk dat het goed is als u nu verder gaat met het verdedigen van uw voorstel. Toch even een interruptie van de heer Breur. De heer Breur: Zoals ik het nu ervaar is het de heer Doelwijt die nu op dit moment vragen stelt en is er voor mij op dit moment geen gelegenheid om daarop te reageren aangezien onze regels stellen dat je een interruptie mag gebruiken voor een vraag en een antwoord is geen vraag. Ik vind het een beetje een aparte manier van discussieren. De voorzitter: Daarmee erkent u wat ik zojuist zei tegen de heer Doelwijt, gaat u verder mijnheer Doelwijt. De heer Doelwijt: Ik wil gaan afronden en mijn collega’s oproepen om creatief te zijn en vragen te stellen. Dat zou ik zeer op prijs stellen. De voorzitter: Ik kijk even rond welke raadsleden op het voorstel willen reageren. Dat is ongeveer iedereen. Mevrouw Van den Heuvel: Dank u wel voorzitter. Wat D66 betreft gaat het voorliggende voorstel over de zondagopening van supermarkten niet om voor- of tegenstanders of draagvlak en wel of niet kloppende onderzoeken. Het gaat wat ons betreft om iets anders, iets fundamentelers. Het gaat hier om vrijheid. Dan ga ik het even over een ander onderwerp hebben maar het heeft met hetzelfde te maken. Wereldwijd is een groot aantal vluchtelingen onderweg naar een betere toekomst. Een toekomst in vrijheid waar mensen zelf keuzes kunnen maken voor de inrichting van hun leven en waar
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 7
hun kinderen in vrijheid kunnen opgroeien en perspectief hebben. Veenendaal kan ook een bijdrage leveren en bijvoorbeeld noodopvang bieden. Niet alleen uit het oogpunt van medemenselijkheid maar ook vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als ik de reacties lees op sociale media over de mogelijkheid van opvang van vluchtelingen, dan schrik ik wel en schaam ik me als inwoner van Veenendaal. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed en zal ik zeker als D66-er met hand en tand verdedigen. Maar ik vraag me oprecht af waarom mensen op een bepaalde manier reageren. Waarom zou je mensen niet helpen me het meest basale dat er is, een dak boven je hoofd, ook al is het maar tijdelijk. En met kleding en voedsel. Mensen die huis en haard hebben achtergelaten voor een betere toekomst. Een toekomst in vrijheid. En voorzitter, in dat licht beschouwd lijkt een zoveelste discussie over een koopzondag in Veenendaal vreselijk onbelangrijk. Ik begrijp dat het de gemoederen bezighoudt maar ook hier geldt voor D66 de vrijheid van het individu. En in dit geval de vrijheid om je zondag en werkweek in te vullen zoals je zelf wilt. De overheid hoort zich wat D66 betreft neutraal op te stellen en het aan ondernemers over te laten wanneer ze hun winkels willen opendoen. Met deze mogelijkheid wordt niemand verplicht op zondag te winkelen, niemand te werken of niemand de eigen winkel open te doen. Als ondernemers er brood in zien op hun winkel op zondag te openen, prima. Kiezen de ondernemers er in Veenendaal voor om niet open te gaan, dan vinden we dat ook prima. Maar laat ze alsjeblieft zelf de vrijheid hebben om zelf de keuze te maken. Voorzitter, het zal duidelijk zijn, we steunen het voorstel. Wat ons betreft is dat slechts een kleine stap en gaat het ons niet ver genoeg, want waarom de ene groep ondernemers wel en de andere niet. Wij zien uitbreiding van dit voorstel dan ook met belangstelling tegemoet. Dank u wel. De heer Breur: mevrouw Van den Heuvel stelt dat het niet aan een overheid is om de winkeltijden voor winkeliers te bepalen maar de laatste keer dan ik het gecheckt heb is het toch de wetgever geweest die die bevoegdheid aan de lokale overheden heeft toevertrouwd. Is mevrouw Van den Heuvel dat met mij eens. Mevrouw Van den Heuvel: Ik heb niet gezegd wat u net herhaald heeft, namelijk dat er winkeltijden worden bepaald. Ik heb gezegd dat de mogelijkheid wordt geboden, want de overheid moet zich neutraal opstellen en dat betekent in dit geval dat in ieder geval de mogelijkheden aanwezig zijn. De heer Breur: Het is natuurlijk uw recht om uw eigen standpunt te bepalen over dit voorstel net zoals ieder ander het recht heeft. Maar ik wil wel gezegd hebben dat er geen meer of minder democratisch standpunt in deze discussie is. Wij hebben als gemeenteraad een beslissing te nemen en dat is onze democratische plicht. Voor of tegen dat is even democratisch in deze discussie. Mevrouw Van den Heuvel: Voorzitter, dat is nu helemaal precies mijn punt. De heer Breur: Dan zijn wij het eens. De heer Dielemans: Een technische opmerking, de heer Breur stoort zich net aan de manier van vergaderen, wilt u de volgende keer gewoon een vraag stellen en niet een statement geven. De voorzitter: volgens mij ben ik hier de voorzitter mijnheer Dielemans en wat ik hier toesta in aan mij. De heer Oskam: Dank dat u mij toestaat hier het woord over te mogen voeren. Laat ik beginnen met mij van harte aan te sluiten bij wat mevrouw Van den Heuvel heeft gezegd over vluchtelingen. Ik denk dat we inderdaad dingen in perspectief moeten zien en dat wat er in het midden Oosten gebeurt en wat er op tal van plaatsen gebeurt waar zich vluchtelingen bevinden op dit moment grotere drama’s plaatsgrijpen dan wij ooit zullen bereiken met een discussie over de zondagsopenstelling van winkels. Er zijn denk ik weinig Veenendalers die niet weten wat er vanavond in de raad besproken wordt. Dat is niet zo gek want het is wel van enig belang. Het gaat namelijk niet alleen over de supermarkt openstelling maar ook over wat Veenendaal is of wat Veenendalers denken dat Veenendaal is. Is Veenendaal een dorp waarin iedereen ongeveer hetzelfde doet en denkt over belangrijke zaken of is Veenendaal een stad waar vele leefstijlen en standpunten naast elkaar bestaan en op de een of andere manier moeten samenleven. U begrijpt, voorzitter, ik chargeer. Wat GroenLinks betreft moeten we niet doen of deze discussie vanavond alleen over supermarkten gaat. In de visie van GroenLinks zou de samenleving niet moeten worden bepaald door de markt of door traditie en autoriteit maar door het constante gesprek dat inwoners met elkaar voeren over wat we willen doen en wat we willen zijn. Een van de plaatsen waar dat gesprek plaatsvindt is hier in de raad. Dat gesprek gaat over wat we
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 8
van elkaar moeten pikken. Kan ik vriendelijk blijven met mensen die niet op mijn verjaardag willen komen als ik die op een zondag vier. Moet ik accepteren dat mijn hypothetische islamitische buurman – ik hoop niet dat alle moslims bij mij in de straat nu ineens op een AIVD-lijstje komen – het hele concept van democratie onverenigbaar vindt met zijn geloof. Op basis van die maatschappij opvatting komen we ertoe om voor het voorstel van de PvdA te stemmen. Niet omdat we vinden dat de markt altijd zijn zin moet hebben, niet vanwege het feit dat we een deel van de Veenendalers dwars willen zitten dat een open supermarkt onverenigbaar vindt mijn zijn levensovertuiging, maar omdat we elkaar die ruimte moeten gunnen om ook de zondag in te vullen op de manier die ons goed dunkt. Ook als we ons niet kunnen verenigen met de keuze. Zoals door de heer Doelwijt al is aangegeven, voor degenen die op principiële gronden niet wensen te werken op zondag is er een wettelijke bescherming. En op het moment dat iemand zich gedwongen voelt om op die zondag toch te werken, dan raad ik ze van harte aan om de arbeidsinspectie in te schakelen. De heer Breur: Laat ik eerst complimenteren met het betoog van de heer Oskam, een heel goed betoog. De laatste zin heeft alleen de bottleneck. Op het moment dat je je werkgever meldt bij de arbeidsinspectie heb je gelijk te maken met een arbeidsconflict en dat is niet een gewenste situatie want daar wordt niemand blij mee. De heer Oskam: Ik ben het zeker met de heer Breur eens dat niemand blij wordt van een arbeidsconflict. Wat ik niet met hem eens ben is dat op het moment dat er een melding wordt gedaan bij de inspectie SZW er meteen sprake is van een arbeidsconflict. Er is dan sprake van een werkgever die naar de mening van iemand de wet overtreedt en de inspectie doet daar onderzoek naar. Voor zover ik weet hoeft de inspectie niet kenbaar te maken wie dat geweest is. Ik kan die mensen dus ook geruststellen. De heer C.J. Lochtenberg: Laat ik eerst zeggen dat ik de woorden van mevrouw Van den Heuvel van harte steun. Ik zie bijna 40 iPads hier liggen op de bureaus. Als Steve Jobs tien jaar geleden aan de consument had gevraagd of daar behoefte aan was, hadden ze hier niet gelegen. Als ondernemer bestuurder moet je vooruit denken. Als je onderzoekt is dat slechts ter ondersteuning van kennis en kunde maar vooral van eigen visie. Heeft de SP die? Graag een reactie van de SP vooral na de column in de Gelderlander. Laat ik zeggen dat ik blij ben dat de PvdA het stokje van de koopzondag overneemt en daarmee het verzoek van de heer Van Klinken in de vorige raadsperiode. De PvdA heeft het alleen over supermarkten. Lokaal Veenendaal denkt hier anders over. We zullen met twee amendementen komen. Wat scheidt ons in de koopzondag. Uiteraard het geloof. En daar was de heer Van Klinken helderder in dan de heer Both die net als de ChristenUnie in de commissie met allerlei gezochte argumenten kwam. Het draait om het christelijk geloof en wel in het bijzonder om het vierde gebod. Met dank aan mijn oude juffrouw godsdienst mevrouw Tichelaar. Oorspronkelijk werd deze dag de sabbath genoemd en deze geldt in het Jodendom nog steeds. Het was de Romeinse keizer Constant de Grote die drie eeuwen na de geboorte van Christus als een soort compromis tussen twee geloven de zondag als rustdag instelde. Dit is een feit. Vandaar dat de zondag niet in de bijbel voorkomt. Mevrouw Kundíc heeft het al eens een keer gemeld. Als een mens dit destijds heeft voorgesteld waarom kunnen wij als democratisch gekozen raadsleden dit niet aanpassen. Ben ik dan voor de rustdag op de zaterdag; dat moet een ieder voor zichzelf weten. Ik vind geloof een privé zaak. Ik ben voor een sterke scheiding tussen kerk en staat. Ik zeg het nogmaals. Als overheid wil ik alleen de mogelijkheid bieden. Iemand die op deze dag niet wil werken, prima. Echter wat speelt is dat je als ondernemer moet inspelen op wat de consument wil, hoe vervelend dat ook kan zijn. In de vorige raadsperiode was overigens een meerderheid voor de koopzondag. Mevrouw De Heer verwoordde dit als volgt: ik kan tellen. De politieke trukendoos ging open. De ChristenUnie schaamde zich er niet voor. Maar een lid van de SGP werd het te veel en trad terug. Hij wilde zijn principe niet verloochenen. Daar had en heb ik veel respect voor. Het college wilde toen bij monde van de wethouder economische zaken toen niet eens reageren op vragen van de raad. Hoe denkt het college nu over dit voorstel? Hoe kijkt het college nu twee jaar later aan tegen het uitblijven van een koopzondag in het algemeen? En dan vanuit het economisch perspectief? Het democratisch appel, ik heb begrepen dat de C niet meer voorkomt bij het CDA, stelt nu dat ze principieel tegen de koopzondag zijn. Ik ken het standpunt uiteraard. Ook ik kon destijds tellen. Echter nu zeggen zij dat er voldoende draagvlak moet zijn. Ik zou tegen het CDA willen zeggen, ga een naar de Albert Heijn in Ede. Kijk eens op de zondag op onze NS-stations en kijk eens wat Winterstad Veenendaal wil, er stond vanavond nog een stukje in de krant. En bezie allerlei onderzoeken hierover. En weet dat er ketens niet naar Veenendaal komen wegens het ontbreken van de koopzondag. En deze tekens zijn overigens allemaal voor. Toon politieke moed. Gaarne een reactie van het CDA hierop. Natuurlijk wordt er al volop gewinkeld op
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 9
zondag, niet alleen bij de buurgemeentes. Destijds bij een politieke quiz in een horecagelegenheid was de ChristenUnie overigens geen tegenstander hiervan zolang het maar buiten Veenendaal gebeurt. Maar ook op het internet. Het is een illusie van de christenpartijen om het tegen te houden, vooral het kopen op de zondag. Steeds minder mensen geloven erin dat wij slechts van Adam en Eva afstammen. De ontkerkelijking gaat in een rap tempo voort in Nederland. Deze partijen houden vast aan oude normen en gaan niet met de tijd mee. Wees niet zo strak in de leer. Dit is een welgemeend advies. Zijn we al niet te laat? Ons koopcentrum staat onder grote druk mede door het uitblijven van de koopzondag. De koopzondag moet samen met een reeks andere maatregelen het koopcentrum laten floreren. Het wederom niet doorgaan van de koopzondag en het uitblijven van een ander verdienmodel kan wel eens de doodsteek van ons centrum zijn. Dat betekent een nog groter verlies van arbeidsplaatsen, dat moet de SP toch over de streek trekken. Ik heb twee amendementen voorbereid die ik graag wil indienen. De ene gaat over de openstelling van supermarkten en gaat vooral in op de rechtsongelijkheid voor de kleinere winkels die ook op de zondag open willen zijn en met de supermarkten willen concurreren. Overwegende dat: De zondagsopenstelling alleen voor supermarkten een concurrentievoordeel zal geven aan de supermarkten. De eigenaren van (gespecialiseerde) winkels in voedingsmiddelen kleine ondernemers zijn die meestal in Veenendaal wonen. Het belangrijk is dat deze Veenendaalse ondernemers kunnen concurreren met het groot winkelbedrijf dat meestal eigenaar is van de supermarkten. Dat daarvoor noodzakelijk is dat de kleine ondernemers er zelf voor kunnen kiezen om zijn winkel gelijktijdig met de supermarkten te openen. Het voor alle voedingsmiddelen winkels mogelijk moet zijn om op zondag open te gaan door in artikel 4 na “supermarkten (SBI Code 47.11)” toe te voegen “en gespecialiseerde winkels in voedingsmiddelen (SBI Code 47.2)” Ondergetekenden stellen te volgende amendement voor: De tekst van artikel 1 van de tweede wijziging Verordening Winkeltijden Veenendaal als volgt te wijzigen: onder C lid 1 wordt na sub a een nieuw sub b toegevoegd: b. gespecialiseerde winkels in voedings- en genotsmiddelen (SBI Code 47.2) Een tweede amendement gaat meer over de algemene opening op de zondag voor alle winkels; we hebben rekening gehouden met dezelfde tijden als de PvdA. Overwegende dat: Veenendaalse ondernemers op zondag hun winkel open willen kunnen doen. Het Veenendaalse winkelcentrum worstelt en een impuls kan gebruiken. Een verruiming van de openingstijden op zondag levert een bijdrage aan de versterking van de lokale detailhandelsstructuur en is daardoor van (bedrijfs)economisch belang. De wet het mogelijk maakt voor gemeenten om winkels toe te staan op zondag open te zijn. Steeds meer internet bedrijven op zondag bezorgen, direct in concurrentie met de winkels in Veenendaal. Veenendaalse ondernemers moeten in staat worden gesteld hiermee te concurreren. De keuzevrijheid van de Veense ondernemer wordt versterkt doordat de winkelier zelf een afweging kan maken om te bepalen of het financieel aantrekkelijk is de winkel te openen op zondag, dan wel dat de ondernemer zijn winkel om levensbeschouwelijke redenen liever gesloten houdt. Werknemers die om levensbeschouwelijke redenen niet op zondag willen werken beschermd worden door artikel 5.6 van de arbeidstijdenwet waarin staat dat werknemers uitsluitend arbeid op zondag verrichten indien zij daarmee instemmen. Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: De tekst van artikel 1 van de tweede wijziging Verordening Winkeltijden Veenendaal wordt vervangen door: Artikel 1 Wijziging Verordening Winkeltijden Veenendaal De Verordening Winkeltijden Veenendaal wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4 wordt vervangen door: Artikel 4 algemene vrijstelling 1. Voor de in artikel 2 eerste lid onder a en b van de Wet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling op zon- en feestdagen van 13.00 tot 18.00 uur.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 10
2. In aanvulling op het bepaalde in lid 1 geldt een algemene vrijstelling op nieuwjaarsdag, voor zover niet vallende op een zondag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag. De heer Stroobosscher: Voorzitter, dank u wel. Vandaag hebben we het weer over de koopzondag. Ik zeg weer omdat we daar twee jaar geleden na een uitgebreid draagvlakonderzoek ook al over hebben gehad. De conclusie van dat onderzoek was dat er onvoldoende draagvlak in Veenendaal was voor een koopzondag en dat zijn wij als ChristenUnie ook eens met het CDA die dat in de commissie al zei. De raad stemde in 2013 in meerderheid tegen een koopzondag. Vandaag hebben we het opnieuw op initiatief van de PvdA er weer over. Ik had het sterker gevonden wanneer het initiatief vanuit de samenleving was gekomen. Maar juist een partij die in het verleden pal stond voor de rechten van de arbeiders net als de SP heden ten dage doet, stelt voor op zondag ook aan het werk te gaan. In het oosten van het land is er een fractie van de PvdA die juist om die reden tegen de koopzondag stemde. De heer Doelwijt: Even iets rechtzetten voor de heer Stroobosscher, als het gaat over het openstellen van de supermarkten en de koopzondag, dan is het een kleine nuance. Als u mij daarop bevraagt, prima. Waarom zegt u dat de PvdA niet voor de arbeiders is. Wij zijn er ook voor ondernemers, de PvdA wil zeggen werken, niet alleen voor werknemers alleen. Vindt u het tegenhouden van de koopzondag voor de supermarkten in het belang van de ondernemers? De heer Stroobosscher: Ons bereiken allerlei geluiden, ook vanuit Ede waar volop geëxperimenteerd wordt met onder andere de supermarkten maar ook met meer winkels die open zijn. Juist de arbeiders die het niet willen komen in de verkeerde hoek terecht. Het is al gezegd, die mensen worden wel beschermd door de wet, alleen u weet ook dat de praktijk van alledag anders is. Die mensen zullen als ze hebben geweigerd geconfronteerd worden met een andere reden die gezocht wordt om hen te ontslaan. U zult zien bij een nieuw aannamebeleid dat deze mensen als ze niet op de koopzondag willen werken gewoon niet worden aangenomen. Dat is de werking van de wet. De heer Doelwijt: Bent u bekend met het feit dat in Nijkerk en Ronde Venen de ChristenUnie gedoogd heeft dat er een koopzondag komt in het ene geval en in het andere uit het college is gestapt? Over de werknemers die niet aangenomen worden, het is bekend dat als je in de verpleging gaat werken je op zondag moet worden. Als je gaat werken bij een bedrijf dat op zondag open is, weet je dat je op zondag zou kunnen werken. Als je dat niet wilt, ga je daar niet werken. De heer Stroobosscher: Dat ben ik helemaal met de PvdA eens en daarom zijn we ook tegen een koopzondag zodat je ook niet voor de vraag komt te staan. Mevrouw Van den Heuvel: Ik hoor de heer Stroobosscher zeggen dat hij het sterker had gevonden als het initiatief uit de samenleving was gekomen. Twee vragen: bent u het met me eens dat wij vertegenwoordigers van de samenleving zijn en stel het initiatief komt uit de samenleving, wat doet de ChristenUnie dan? De heer Stroobosscher: Dan blijven wij tegen. Het gaat mij erom waar het initiatief vandaan komt. We hebben twee jaar geleden een onderzoek gehad waaruit blijkt dat er geen draagvlak is, dan had ik het chiquer gevonden als de samenleving er nu wel mee kwam. Dat is niet het geval en dat toont aan dat de onderzoeken waar we het vanavond over hebben gehad, de PvdA vindt nogal wat van het onderzoek van de SP, maar andersom kan je net zoveel zeggen van het onderzoek van de PvdA. Er wordt snel gezegd dat het geen onderzoek is maar een enquête, een paar telefoontjes naar een paar ondernemers. Niet eens echt winkeleigenaren over het algemeen maar franchisenemers. Dat noemen we dan een onderzoek en daar baseren we het vanavond op. Ik heb het dan over een goed onderzoek van twee jaar geleden. Het zou goed zijn als dezelfde samenleving er hier mee terug komt en ik verwacht dan dat er ook van de samenleving een meerderheid tegen een koopzondag is. Mevrouw Van den Heuvel: U reageert op die onderzoeken en het draagvlak etc.. Wel of geen goed onderzoek. Als er een goed onderzoek ligt waar heel veel draagvlak uit blijkt wat is dan het standpunt van de ChristenUnie? De heer Stroobosscher: Dat is vragen naar de bekende weg. Ik heb net al het antwoord gegeven, wij blijven gewoon principieel tegen. Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 11
Mevrouw Van den Heuvel: Dan moet u ook niet zoveel over de onderzoeken zeggen. De heer Stroobosscher: Dat is gelukkig aan mij. De heer Doelwijt: De heer Stroobosscher zegt dingen waar ik vragen over wil stellen. U geeft aan dat wat wij gedaan hebben een enquête was. Als u goed heeft gelezen in de voorbereiding dan kunt u zien dat de PvdA één vraag heeft gesteld aan de ondernemers. Die vraag was helder: bent u bereid als de mogelijkheid bestaat voor de zondag openstelling om uw winkel open te doen. Daarop kwamen vijf antwoorden, eentje was zeker niet. Bent u het met me eens dat je dat een enquête kan noemen. Waarom zegt u dat? De heer Stroobosscher: Dat is een semantische discussie, een onderzoek, een enquête, een aantal telefoontjes. Waar het mij om gaat u kraakt het onderzoek van de SP af, andersom zeg is dat onderzoek van u valt even zeer af te kraken. Dat is wat ik zeg. De voorzitter: Ik zou de discussie over de inhoud willen laten gaan en de onderzoeken even te laten wat ze zijn. De heer Oskam: Het enige wat ik aan de heer Stroobosscher zou willen vragen is heeft u het vermoeden dat één persoon in deze zaal van mening zou veranderen vanwege een onderzoek? De heer Stroobosscher: Dat is waarom ik aangeef, dan zou misschien die ene persoon kunnen veranderen, dat is onze partij niet, dat is al duidelijk. Dat is het draagvlakonderzoek vanuit de bevolking. De heer Oskam: Ik schrijf op nee, dank u wel. De heer Stroobosscher: De ChristenUnie sluit zijn ogen niet voor de ontwikkelingen in bijvoorbeeld Ede maar kiest anders. Een koopzondag is mogelijk goed voor de economie van Veenendaal maar niet alles wat goed is voor de economie is daarmee ook goed voor de mens. Wij ervaren het dan ook als een geschenk van God dat hij reeds in zijn scheppingsorde aangeeft dat het goed is om na zes dagen werken te rusten van het vele werk. Niet altijd maar doorgaan, geen 24-uurs economie. Hier zijn wij het ook van harte eens met de SGP. Wij waken voor een burn out. Niet de mens als slaaf van de economie maar de economie ten dienste van de mens. Tijd voor de relatie met je echtgenoot, gezin, familie en vrienden. Daarom. De heer C.J. Lochtenberg: Is de heer Stroobosscher het met mij eens dat het slecht gaat met het centrum van Veenendaal. De heer Stroobosscher: Ik ben het met u eens dat het niet heel goed gaat met het centrum van Veenendaal. De heer C.J. Lochtenberg: En wat gaat de ChristenUnie hier dan aan doen? De heer Stroobosscher: Ik heb u zojuist toevertrouwd in de felicitaties dat wij daar of in oktober of november met een idee voor terugkomen. Dat gaat niet over de koopzondag. De voorzitter: zijn er nog vragen? Was u klaar? De heer Stroobosscher: Ik was natuurlijk net uitgedaagd en omdat het de maidenspeech was van de heer Lochtenberg veerde ik al op uit mijn stoel om te reageren op iets wat ik gezegd heb in een quiz. Je moet inderdaad goed oppassen wat je zegt als je in de politiek zit. Het is ook dapper mijnheer Lochtenberg dat u erbij zegt in welke context dat was, ik heb dat daarna ook aangegeven. Ik heb gezegd van buiten Veenendaal dat komt nu eenmaal omdat je als wetgever in Veenendaal niets te zeggen hebt over wat er buiten Veenendaal gebeurt. Die nuance wil ik graag aanbrengen. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik heb ook een vraag aan de heer Stroobosscher. Hij had het over het geschenk van God en hij doelt op de zondagsrust. Ik vond dat prachtige woorden die hij ook zo mag bezigen en dat mag ook voor hem gelden. Mijn vraag is en dan kom ik op de kern van het debat,
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 12
mevrouw Van den Heuvel zei net terecht, wat het onderzoek ook is, u stemt toch altijd tegen. Waarom geeft u mensen in Veenendaal niet zelf de vrijheid om het geschenk van God zoals u dat noemt te accepteren. Waarom maakt u er een gedwongen geschenk van? De heer Stroobosscher: Dit is een lastige discussie, dat erken ik ook, want andersom doet u hetzelfde naar de mensen toe die liever niet op zondag werken. Ik heb al een voorbeeld genoemd, een aantal mensen wil liever niet op zondag werken en er is een wet die bescherming biedt maar in de praktijk werkt dat gewoon anders. Dat is ook het lastige van dit onderwerp, het CDA heeft het ook al gezegd, dit onderwerp polariseert enorm in Veenendaal, dat blijft het ook doen. Daarover blijven we helaas van mening verschillen. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik zou graag zien dat de eer Stroobosscher inhoudelijk ingaat op de vraag in plaats van het terugkoppelen met een manier die volgens mij niet klopt. Over de werking van wetgeving, hoe de zondagswet functioneert kunnen we het wel hebben maar het is een discussie die thuishoort in de Tweede Kamer en niet in de lokale gemeenteraad. Ik stel simpel een vraag. Waarom wil de ChristenUnie Veenendaal een gedwongen geschenk opleggen, waarom laat u niet aan de mensen zelf de vrijheid om te kiezen of zij het geschenk wel of niet accepteren? De heer Stroobosscher: In feite doen we dat in Veenendaal continu, dat we mensen ruimte geven of geen ruimte geven. Als je het hebt over het coffeeshopbeleid, waarom hebben we twee of drie coffeeshops, omdat we er niet meer willen. Als we de markt zijn werk zouden laten doen hadden we er misschien wel tien. Ook daar reguleren we. In een restaurant mag je niet meer roken omdat het niet gezond is. Ik heb aangegeven dat wat ons betreft 7 keer 24 uur doorwerken niet goed is voor de mens. De mens is daar niet voor geschapen en het leidt tot overspannenheid, burn out enzovoort. Daar komen wij voor op en dat willen wij beschermen. De heer D.S.K. Lochtenberg: Als het gaat om coffeeshops dan is er een reëel belang dat je dient zoals het belang van veiligheid in de wijken. Maar hier heeft u het heel nadrukkelijk over het geschenk van God. En het geschenk van God is een heel persoonlijke afweging om dat wel of niet te accepteren. Ik laat u alle vrijheid om dat te accepteren en naar die maatstaven te leven maar bij alle dingen die u noemt is er een reëel belang wat je dient maar hier gaat het puur alleen om religieuze beleving. De vraag die blijft staan is, kun je hier als lokale overheid een religieuze regel opleggen aan anderen die dat zelf niet willen. Dat is de principiële vraag die ik aan de heer Stroobosscher stel. De heer Stroobosscher: Ja. De heer Van Aart: Is de heer Stroobosscher ermee bekend dat we in Nederland een 40-urige werkweek hebben en dat de week 168 uur telt zodat er volgens mij 128 uur overblijft die mensen in alle vrijheid aan zichzelf, hun gezin en alles en nog wat kunnen besteden en niet hoeven te werken? De heer Stroobosscher: Ja, u maakt een karikatuur van de situatie. Dat is ook niet wat zich hier voordoet. In Amerika heb je ook een 7 keer 24 uurs economie. De heer Van Aart: Daar heb je geen 40-urige werkweek. De heer Stroobosscher: Daar gaat het dag en nacht gewoon door. Hier zou dat ook op die manier gaan. Waar het mij om gaat, de sociale cohesie van de samenleving waarbij mensen over het algemeen op zondag vrij zijn zodat je op visite kunt bij je familie, zodat je tijd hebt voor je gezin. Dat geeft aan, als we dat stoppen, dan betekent dat dat je het door de week moet doen en dan zul je zien dat we daar spijt van krijgen. De heer Van Aart: Er blijven toch gewoon 128 uur over voor je gezin en je familie en wie dan ook te bezoeken. Misschien vind ik het wel leuk om op zondag te posten bij de eenpersoons maaltijden om iemand tegen te komen. De heer Stroobosscher: dat gaat vrij lastig als mijn buurvrouw toevallig op die zondagmiddag in uw supermarkt moet gaan werken, dat is het punt. De voorzitter: Ik constateer dat u het hier niet over eens gaat worden. Mijnheer Lochtenberg een laatste interruptie.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 13
De heer C.J. Lochtenberg: Ik had er twee jaar geleden moeite mee en ik heb er weer moeite mee. De ChristenUnie is bezig met allerlei gezocht argumenten. Alsof het zo lekker is om op zondagmiddag op visite te gaan. Ik ben wel eens blij dat ik niet naar mijn schoonmoeder hoef. Ik ga liever werken. Maar in heel Nederland functioneert het, vanaf 1990 al waren er koopzondagen en u doet net of het iets is wat compleet onmogelijk is. U komt weer met gezochte argumenten. Wat is uw reactie hierop? De heer Stroobosscher: Dat ze vooral niet gezocht zijn. De voorzitter: Volgens mij bent u door uw eerste termijn heen. Ik ga naar de fractie van ProVeenendaal. De heer Beek: Nu ben ik niet zo heel oud, zeg ik zelf heel wijs, maar ik krijg toch het gevoel van een deja vu, niet voor de eerste of tweede keer maar misschien wel voor de vierde keer. Volgens mij haalde de heer Lochtenberg al Steve Jobs aan van tien jaar geleden. Zo lang mag ik hier nu al en toe zitten en elke keer komt het terug. Het is jammer, met de iPads zijn we inmiddels ook vooruit gegaan maar in Veenendaal is dat nog niet gebeurd. Zoals eerder in de commissie aangegeven gaat het wat ProVeenendaal betreft om de visie op de koopzondag. Die discussie zagen we net ook alweer ontstaan. Veel argumenten zijn al vele malen en jaren gedeeld en de standpunten van de meeste partijen zijn bekend. Onderzoeken zus, telefoontjes zo zullen de standpunten naar onze mening niet wijzigen; de heer Oskam gaf het ook al aan, we weten al waar het op uit gaat draaien. De mening van ProVeenendaal mag helder zijn. Ieder heeft recht op vrijheid en ruimte. Ruimte en vrijheid om de dagen van de week op zijn of haar manier in te vullen, dus ook bijvoorbeeld een woensdag als rustdag. Mensen die de zaterdag gebruiken om te sporten of te recreëren. Wij kennen vele jongeren en anderen die graag op zaterdag sporten en op zondag gaan werken. Ook voor ondernemers wil ProVeenendaal een dergelijke keuzevrijheid. Zoals ook in de commissie aangegeven hebben de ondernemers in één jaar laten zien dat de markt zichzelf reguleert. Wij zullen dus voor de amendementen en voor het voorstel stemmen. De voorzitter: Dan gaan we naar de SP. De heer Breur: De zondag openstelling van de supermarkt is een buitengewoon politiek onderwerp waarover de meningen binnen de samenleving sterk uiteen lopen. Een onderwerp waarbij de emoties vaak de boventoon voeren en waar ideologische verblinding een constant risico vormt. Als het zo was dat het dereguleren van de economie synoniem was aan het bevorderen van de democratie waren we snel uitgepraat. Dan zou de SP zonder enige twijfel voor stemmen en was er geen discussie nodig. Helaas is dat niet zo. De democratisch gelegitimeerde lokale overheid heeft van onze al even democratisch gelegitimeerde wetgever de bevoegdheid gekregen om kader te stellen waarbinnen ondernemers mogen ondernemen. Via bestemmingsplannen bepalen wij waar en via de winkeltijdenverordening wanneer zij die mogelijkheid krijgen. Voor of tegen dit voorstel stemmen is geen kwestie van hoeveel democratie je in je hebt, het draait om de politieke afweging waarmee je die keuze motiveert. De SP is geen partij die aan de hand van een geloofsboek voor een ieder bepaalt hoe zij moet leven. Ook is de SP geen partij die de ongebreidelde vrije markt propageert. Bij de SP is de menselijke maat de norm. Hoe er invulling aan gegeven dient te worden, daarover bestaan binnen onze partij verschillende inzichten. Niet in de laatste plaats over dit onderwerp. Het is ook om die reden dat wij op korte termijn als SP Veenendaal zullen bediscussiëren hoe we in de toekomst zullen omgaan met dit onderwerp. Tot die discussie heeft plaatsgevonden blijft de manier waarop wij tot dusver hiermee zijn omgegaan, de manier zoals ook beschreven in ons verkiezingsprogramma geldig. Daar kan geen misverstand over bestaan. Aangetoond draagvlak onder diegenen die het werk zouden moeten doen is een vereiste voor onze instemming. Overigens is het idee van het draagvlak destijds gelanceerd door het raadslid Lochtenberg van Liberaal Veenendaal. Wij danken hem hartelijk voor het meedenken dat hij destijds voor ons heeft gedaan. Uit het onderzoek dat wij hebben gedaan, die geschiedenis is bekend, maken wij op dat dit draagvlak onvoldoende is aangetoond voor onze instemming. Wij hebben als fractie en bestuur de uitkomsten geduid en in meerderheid geconcludeerd dat wij tegen het voorstel moeten stemmen. De heer D.S.K. Lochtenberg: De heer Breur zegt dat de SP wil opkomen voor de belangen van werknemers. Waar is het belang van de werkzoekenden, studenten in Veenendaal, scholieren die graag op zondag een centje willen bijverdienen maar dat nu niet kunnen omdat u zo meteen tegen gaat stemmen.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 14
De heer Breur: Ook de werkzoekenden hebben wij meegenomen in ons onderzoek. Daar hebben er negen van gereageerd. Dat is te weinig om te concluderen dat men wil. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik vind het buitengewoon onprettig dat de heer Breur zich blijft beroepen op een onderzoek dat volgens zeer goed onderzoek van de Gelderlander vrij duidelijk niet klopt. Ik heb nog een andere vraag aan de heer Breur. Vindt de heer Breur dat hij pas voor de rechten van mensen kan opkomen nadat zij op zijn onderzoek gereageerd hebben? De heer Breur: Nee dat is een karikatuur van ons standpunt, dat weet de heer Lochtenberg ook. Wij hebben dit onderzoek gedaan om een beeld te krijgen van hoe het leeft. Om dat beeld te krijgen hebben we gewoon meer reacties nodig dus moeten we het doen met de reacties die we hebben. Als de heer Lochtenberg kritiek heeft op ons onderzoek dan daag ik hem uit om met een beter onderzoek te komen of erover te zwijgen. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik merk dat de heer Breur wat emotioneel wordt, volgens mij is dat nergens voor nodig want de kritiek die de Gelderlander heeft geuit is volgens mij helder. Ik zou de heer Breur willen uitdagen om dat hier in dit democratisch gelegitimeerde orgaan te weerleggen. Nog een laatste feitelijke vraag aan de heer Breur. Is hij het niet inhoudelijk met mij eens dat er in Veenendaal heel veel scholieren en studenten zijn die graag op zondag iets zouden bijverdienen en dat die niet geholpen worden met het besluit dat u zo dadelijk gaat nemen. De heer Breur: Ik heb die scholieren niet gesproken. Ik spreek heel veel jongeren maar ik heb er nog geen een gehoord die in een supermarkt wil werken op zondag. Als zij er zijn dan sta ik open voor ze en ik zal naar ze luisteren maar tot nu toe heb ik ze nog niet gesproken. De heer C.J. Lochtenberg: De heer Breur daagde mij uit over dat draagvlak. Daar kan ik een hele verhandeling over houden maar één ding is zeker, in het onderzoek destijds stond dat de meerderheid van de consumenten voor de koopzondag was. Het enige wat telt is de consument. Ik heb een vraag aan de heer Breur. Is de heer Breur niet bang dat er inmiddels helemaal geen werk meer is voor de jongeren in de winkels van Veenendaal. De heer Breur: Nee. De voorzitter: Dan ga ik naar de fractie van de VVD. De heer D.S.K. Lochtenberg: Een vergadering met slechts één inhoudelijk agendapunt en toch een volle publieke tribune en volgens mij kijken er thuis ook nog wel wat mensen mee. Dat betekent dat het onderwerp leeft in Veenendaal en dat is ook met een goede reden. Wat ons betreft gaat het vanavond om één vrij simpele vraag. Van wie is de zondag? Is de zondag van de gemeenschap hier vertegenwoordigd in de gemeenteraad die op basis van maatschappelijke en religieuze argumenten de winkels gedwongen dicht wil houden? Of is de zondag van de individuele Veenendaler die de vrijheid heeft om de eigen zondag in te richten of het nu is om naar de kerk te gaan, naar familie, naar de winkel te gaan, de winkel open te doen of wat zij dan ook willen. Dat is de vraag waar het vandaag om gaat. De VVD heeft al in de commissie aangegeven dat wij de vrijheid van winkelopenstelling noodzakelijk vinden. We kunnen niet claimen de winkelstad van de regio te zijn terwijl we tegelijkertijd de enige stad van formaat zijn in de regio die de winkels op zondag gedwongen dicht houdt. Uit talloze onderzoeken, ook al genoemd door de PvdA blijkt dat de populariteit van de zondag om inkopen te doen gestaag groeit. Ook de supermarkt kengetallen, de monitoring van hoe mensen inkopen doen bij de supermarkten laat dit zien. Om een paar kleine getallen te noemen, de omzet van supermarkten groeit gestaag tot nu al 1,3 miljard op zondag. Bijna 2 op de 3 huishoudens maakt daar frequent gebruik van en de avondomzet en de omzet op vrijdag en zaterdag valt verder terug, terwijl de omzet op zondag groeit. De veel gebruikte stelling dat de openstelling op zondag niets toevoegt omdat de euro maar één keer uitgegeven kan worden, behoort dan ook tot het rijk der fabelen. De euro wordt nu niet op zondag uitgegeven in Veenendaal. Het invoeren van deze vrijheid is op den duur dan ook onvermijdelijk. Confucius zei ooit: een reis van duizend mijl begint met de eerste stap. Vandaag bereiken we de bestemming of zetten we gewoon weer een stap. Dat we er komen is uiteindelijk niet te stoppen. De vraag is of we uiteindelijk niet te laat komen mede gezien ontwikkelingen in de gemeenten rondom ons heen. Gaat Ede ons niet simpelweg voorbij streven? Met die bestemming bedoelen wij niet alleen de supermarkten maar alle winkels. Want waarom überhaupt
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 15
een onderscheid maken. De amendementen van Lokaal Veenendaal zullen wij dan ook steunen. Dit debat gaat niet meer alleen over de zondags openstelling, niet alleen over economie, werkgelegenheid of de binnenstad. Het gaat om de vraag wat voor gemeente Veenendaal is. Het gaat om de vraag of de overheid levensbeschouwelijke keuzes mag maken voor mensen. Of de gemeente mag zeggen: jij mag niet open en jij mag niet winkelen omdat wij vinden dat dat niet hoort. De ChristenUnie en de SGP hebben in de afgelopen jaren vaak het verwijt gekregen alleen de eigen achterban te willen bedienen. Ik geloof dat niet. Ik geloof dat de beide partijen vanuit hun visie oprecht geloven het beste met Veenendaal voor te hebben door de Bijbelse normen en waarden op deze manier in regelgeving om te zetten. Met de heer Stroobosscher had ik net al even kort een debat hierover. Maar ik ben het wel ten stelligste met hem oneens. De samenleving is gebaat bij meer ruimte en minder regels en vooral bij meer openheid, verdraagzaamheid en respect. Mijn collega Gerritsen haalde al de woorden van de koning tijdens de troonrede van enkele weken geleden aan. “Wie het eigen belang boven alles stelt beperkt de ruimte voor de ander.” Ware woorden wat de VVD betreft. De heer Stroobosscher van de ChristenUnie wil Veenendaal behouden volgens Bijbelse waarden en normen. Dat bleek ook uit zijn woorden. Dat deed mij denken aan de onsterfelijke woorden van Janneman Robinson uit Winny the Pooh: “But now I am six, and as clever as clever, so I think I wil be six now for ever and ever.” Maar nee voorzitter ook Janneman wordt met de tijd ouder. En net zo onvermijdelijk verandert de wereld om ons heen naarmate de tijd verstrijkt. We hebben een college met meer vrouwelijke dan mannelijke wethouders. Honderd jaar geleden mochten zij nog niet eens stemmen. Vijftig jaar geleden mochten vrouwen niet eens zelf een contract sluiten. Vijftien jaar geleden mochten mensen van gelijk geslacht niet eens bepalen of ze met elkaar mochten trouwen of niet. En anno 2015 mag een Veenendaalse ondernemer niet zelf bepalen of hij zijn winkel open doet en mag een Veense consument niet zelf kiezen of hij deze gaat bezoeken. De wereld verandert en Veenendaal verandert mee. Het is de hoogste tijd voor de volgende stap, de hoogste tijd voor meer vrijheid. Voorzitter, op basis van allerlei berichten in de media is de hoop al vervlogen, maar de VVD legt zich daar niet zo maar bij neer. Wij zullen in het debat blijven aandringen op deze stap voor Veenendaal. De SP is en blijft vandaag de sleutelpartij en we staan in Veenendaal nu op een tweesprong. Linksaf voor een progressieve en bruisende gemeente, rechtsaf voor een conservatieve en rustige. Ik hoop dan ook dat de SP samen met de VVD vandaag de weg van links zal kiezen. Maar er is ook nog hoop voor steun bij het CDA. Hopelijk is het CDA de brede motie over de binnenstad enkele maanden geleden bij de kadernota nog niet vergeten. In die motie had het CDA opgeschreven dat we geen kansen moeten laten liggen voor ons centrum. Ik hoop dat het CDA vandaag ook deze kans niet zal laten liggen. In dit dossier wordt vaak gedaan of er een tegenstelling is tussen christenen en niet christenen. Er zijn vele christenen tegen de koopzondag en er zijn vele christenen juist voor de koopzondag. Het zou zo mooi zijn als het CDA deze mensen een stem geeft. Dat het CDA vandaag de stap maakt naar een moderne brede volkspartij voor iedereen geïnspireerd door Bijbelse principes. Het CDA wilde niet dat het initiatief vanuit de politiek maar vanuit de samenleving zou komen. Vandaag is het CDA op haar wenken bediend door een artikel in de Gelderlander. Hierin staat Stichting Winterstad Veenendaal bij monde van haar voorzitter en de binnenstadmanager dat de koopzondag noodzakelijk is. Zij roepen de gemeenteraad op geen beperkingen te stellen. Dit is de maatschappelijke partner op dit onderwerp en wij hopen dat de raad hiernaar zal luisteren. Ik rond af. Deze bijdrage begon met een vraag; van wie is de zondag. Het zal u niet verbazen dat wij als liberale partij kiezen voor individuele vrijheid. De zondag is niet van de gemeente, de zondag is van de Veenendaler. We hebben alle vertrouwen in onze ondernemers om eigen keuzes te maken. De zondag is een thema dat Veenendaal verdeelt. Wij willen als VVD benadrukken dat ons stemgedrag geen keuze is tussen bevolkingsgroepen, geen keuze tussen christelijk en liberaal. Wij maken een keuze voor heel Veenendaal, voor de ruimte van iedereen om de zondag naar eigen inzicht en overtuiging in te vullen. Wij stemmen dan ook voor de amendementen, voor het initiatiefvoorstel, voor vrijheid, vooruitgang, voor Veenendaal. De voorzitter: Dan kom ik bij de fractie van het CDA. De heer Van ’t Noordende: Tijdens de commissie vergadering afgelopen donderdag en in onze bijdrage op de gemeentepagina hebben wij duidelijk gemaakt waarom wij tegen het voorstel van de PvdA zijn. Ik wil hier in deze vergadering nog een paar korte opmerkingen aan toevoegen. Als christendemocraten staan wij voor een samenleving waarin ieder zich vertegenwoordigd voelt en waarin elke stem waarde heeft. Wij geloven niet in een samenleving waarin enkel het recht van de sterkste geldt. Democratie is voor ons meer dan het recht van de meerderheid, het is ook een stem geven aan minderheden, zeker wanneer deze substantieel zijn. De afgelopen tijd is er weer veel gediscussieerd over de koopzondag. Discussies die er soms heftig aan toegaan, ook vanavond weer.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 16
Het onderwerp raakt mensen tot in het diepst van hun overtuigingen. Ook wij hebben met het onderwerp geworsteld. Indachtig het stem geven aan minderheden kunnen wij op dit moment niet anders dan tegen het voorstel stemmen. Zoals in de commissie al gezegd, de heer Lochtenberg refereerde hier er al aan, hopen wij dat het onderwerp voorlopig van de politieke agenda verdwijnt. Als het onderwerp meer vanuit de samenleving – dat is breder dan de ondernemers – en minder vanuit de politieke ambities op de agenda wordt gezet, zullen wij opnieuw de discussie aangaan. Mevrouw Van den Heuvel: U heeft het over dat niet het recht van de meerderheid geldt, dat de minderheid ook belangrijk is, maar die moet wel substantieel zijn. Wat bedoelt u daar precies mee? De heer Van ’t Noordende: Ik heb zeker niet gezegd dat die substantieel moet zijn, is heb gezegd dat die minderheid substantieel is. Mevrouw Van den Heuvel: Dank u wel. En stel die meerderheid blijkt substantieel te zijn, wat doet u dan? De heer Van ’t Noordende: Ik volg uw vraag even niet. Mevrouw Van den Heuvel: U zegt letterlijk dat u ook rekening houdt met minderheden zeker wanneer die substantieel zijn. De heer Van ’t Noordende: Ja, dat heb ik gezegd en dat is ook een van de redenen, ik heb in een eerder betoog het draagvlak genoemd, maar dat is een van de belangrijkste redenen waarom wij nu niet voor dit voorstel zijn. Mevrouw Van den Heuvel: Ik probeer het nog één keer, u zegt er geldt niet louter het recht van de meerderheid, maar ook van de minderheid. Als die minderheid dan een andere minderheid blijkt dan die waar u nu op doelt, wat doet u dan? De heer Van ’t Noordende: Dan wordt het wel een heel hypothetische discussie. Er is een aantal jaren terug een onderzoek gedaan waar duidelijk uit bleek dat een zeer grote groep mensen in Veenendaal tegen de koopzondag is en dat is de substantiële minderheid waar ik het over heb. Ik snap de hypothetische discussie eigenlijk niet zo goed. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik was wel geraakt door de woorden van de heer Van ’t Noordende want het is natuurlijk zo dat je het recht van minderheden altijd moet beschermen. Als er een heel academisch onderzoek zou liggen waarbij 90% van de Veenendalers zou zeggen we moeten de kerkgang verbieden, dan zou ik nog steeds staan voor de 10% die nog steeds wil. Maaar het onderscheid dat de heer Van ’t Noordende maakt gaat op de een of andere manier mank. Dit voorstel zorgt helemaal niet voor onvrijheid of beperking bij de minderheid, het zorgt voor meer vrijheid voor Veeendalers. Kunt u daarop reageren? De heer Van ’t Noordende: Dan wil ik u toch de inspreker vanuit de Lijnbaanstraat in herinnering brengen, die aangaf dat zij een supermarkt in de straat hebben gekregen waar zij niet zo heel erg blij mee waren. Die heel veel drukte en onrust veroorzaakt en er is dan nog één dag in de week dat er nog rust is in de straat. Waar zij heel erg bang voor zijn, christenen en niet christenen, is dat ze één dag in de week ook geen rust meer hebben. U kunt wel zeggen dat het voorstel allemaal vrijheid geeft maar dat is helemaal niet waar. Het veroorzaakt ook onvrijheid voor mensen die die ene dag in de week ook geen rust meer hebben in de straat. De heer D.S.K. Lochtenberg: Volgens mij hebben wij in de gemeentelijke regelgeving allerlei bepalingen opgenomen als het gaat om de voorwaarden voor winkels om er voor te zorgen dat mensen bijvoorbeeld op zondag van een rustige dag kunnen genieten. De heer Van ’t Noordende zegt nu dus eigenlijk op basis van de vermeende ervaringen en verwachtingen in één straat hij bereid is om de hele koopzondag voor Veenendaal tegen te houden. Ik vind dat een boude stelling. Ik zal er geen vraag over stellen. Ik heb een vraag over een ander punt, over het artikel dat vandaag is verschenen in de Gelderlander vanuit de Stichting Binnenstad Veenendaal. De heer Van ’t Noordende heeft gezegd ik wil geen initiatief vanuit de politiek, ik wil een initiatief vanuit de samenleving. Hoe waardeert hij het initiatief dat Winkelstad Veenendaal heeft genomen?
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 17
De heer Van ’t Noordende: Ik waardeer dat ten zeerste, dat soort initiatieven komt ook bij ons op tafel en dat zullen wij ook zeker gaan bespreken. Maar wat ik in mijn betoog al gezegd heb is de samenleving is breder dan één groep, breder dan alleen maar ondernemers. Natuurlijk zijn ondernemers een belangrijke stem hierin maar alle groepen die belangrijk zijn in deze discussie zullen wij meewegen. Als het dan op een gegeven moment breed vanuit de samenleving alle geledingen hier weer op tafel komt dan zullen wij overeenkomstig ons verkiezingsprogramma gewoon opnieuw de discussie aangaan. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik vind het jammer dat de heer Van ’t Noordende voor dit antwoord kiest want we zijn nu aan de lat om een afweging te maken, nu ligt de reactie van Binnenstad Veenendaal er en nu kunnen we een besluit nemen. De heer Van ’t Noordende zegt, ja ik wil er nog even naar kijken en ik kom er later misschien wel op terug. Dat vind ik jammer. De heer Van Aart: Ik wil eerst even afstand nemen van de notie die de heer Van ’t Noordende maakte dat wij dit op de agenda hebben gezet vanuit politieke ambitie. Wij hebben dit geagendeerd omdat wij vinden dat dit belangrijk is voor Veenendaal en dat wordt volgens mij best breed gedragen. En dan over de meerderheden en minderheden, dat standpunt van de heer Van ’t Noordende begrijp ik niet zo goed. U beschermt nu de minderheid die tegen een koopzondag is, zou u dan op een moment dat de minderheid voor een koopzondag is die minderheid gaan beschermen? Het is toch van twee kanten een medaille waar je nu gewoon een afweging in moet maken als politieke partij. Als het dan toch om minderheden beschermen gaat, hoe staat u dan tegenover zo’n mevrouw van de supermarkt die voornamelijk Islamitische klanten hebben, die hebben helemaal niets met de koopzondag, die kunnen gewoon op zondag daar hun boodschappen niet doen. Hoe beschermt u die minderheid dan? De heer Van ’t Noordende: Volgens mij ligt dit voorstel nu niet voor, voor de opening van de Islamitische supermarkt. Er ligt een voorstel voor, voor de opening van alle supermarkten. Ik heb gezegd dat wij vanuit onze achtergrond, vanuit onze christen democratische visie naar de samenleving kijken, ook naar minderheden, de democratie is ook stem geven aan minderheden. Natuurlijk kijk je vanuit je eigen blik naar die hele discussie. Net zoals u dat doet doen wij dat ook en dat lijkt mij een heel gezonde manier van debat voeren hier. De heer Van Aart: Dan heb ik nog de vraag of u afstand wil nemen van de notie dat wij dit uit politieke overwegingen hebben geagendeerd. De heer Van ’t Noordende: Nee dat wil ik niet. De heer Van Aart: Dat vind ik heel jammer. De heer C.J. Lochtenberg: In een vorige raadsperiode was het CDA voor een koopzondag, in ieder geval een groot gedeelte van het CDA. Ze zijn nu aan het draaien, ik vind dat vreemd, graag een reactie hierop. Een tweede punt van de supermarkt in de wijk; er zouden heel veel wijken in Nederland blij zijn als er een supermarkt in de wijk was. Er zijn best oplossingen te bedenken, misschien moet de gemeente die aandragen, dat het daar rustiger kan, via een elektrische auto, die zijn er al. Iets anders, er is nu duidelijk een antwoord van de Winkelstad, we willen op zondag open, en u haalt ten onrechte dat onderzoek aan. Daar wil ik een reactie op. In dat onderzoek – dat op een hele rare manier tot stand is gekomen trouwens - bleek gewoon dat de consument voor de koopzondag is. U heeft ook een beetje gestudeerd, u weet hoe de marketing werkt, wat is uw reactie hierop? De heer Van ’t Noordende: Volgens mij heb ik nooit beweerd dat in enig onderzoek heeft gestaan dat de meerderheid tegen een koopzondag is. Ik heb gezegd dat wij vanuit onze visie kijken naar deze discussie en de discussie in de samenleving en de groepen die daarbij betrokken zijn en dat er heel grote groepen zijn die er moeite mee hebben, ook bij de ondernemers die wij gesproken hebben. Als je dan kijkt naar de hele discussie dan zien wij onvoldoende ruimte en draagvlak om nu over te gaan tot opening van deze supermarkten. Om terug te komen op het punt dat het CDA zou draaien, volgens mij is er nooit gestemd toen dit onderwerp op tafel lag. Dus u weet ook niet hoe wij gestemd zouden hebben. Natuurlijk is er toen inderdaad gezegd dat het CDA mogelijk verdeeld zou stemmen, dat weet ik maar hoe de verdeling lag zullen we nooit weten. Tenminste, wij wel maar u niet. De heer C.J. Lochtenberg: Ik wist dat wel want ik had goede contacten met de oude fractievoorzitter die er anders over dacht. Trouwens de meerderheid van de raad wist hoe het zat. Vandaar dat het
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 18
onderzoek er kwam. Maar u hebt het er ieder keer over dat er draagvlak moet zijn. Je kunt toch niet stellen dat er geen draagvlak is. Als uit het onderzoek blijkt dat de consument voor is, als nu vandaag Binnenstad Veenendaal zegt voor te zijn en dat is niet toevallig vandaag, als we in heel Nederland kijken. In alle grote steden zijn er koopzondagen. Dan kunt u niet blijven volhouden dat er geen draagvlak is. Of is dat ook een gezocht argument? De heer Van ’t Noordende: Ik heb niet gezegd dat er geen draagvlak is, ik heb gezegd dat wij vanuit onze visie onvoldoende draagvlak zien. Volgens mij is dat echt een andere benadering dan wat u zegt. De heer D.S.K. Lochtenberg: Los van het feit dat ik het onderscheid niet zie heb ik nog een andere vraag, niet meer over de inhoud maar over de woorden die de heer Van ’t Noordende zojuist gebruikte. Ik zou hem willen verzoeken toe te lichten wat hij bedoelt met de politieke ambities. De heer Van ’t Noordende: Wat ik in mijn bijdrage heb gezegd is dat dit onderwerp vanuit politieke ambities waar ik trouwens niets op tegen heb op deze agenda staat. Er zijn partijen die dit bijna principieel willen, waar ik ook begrip en respect voor heb. Als die partijen het vanuit politieke ambities op de agenda zetten dan is dat hun goed recht maar wat ons betreft is dit een onderwerp dat vanuit de samenleving naar ons toe zou moeten komen omdat daar de discussies werkelijk gevoerd worden en niet meer vanuit politieke ambities. De heer D.S.K. Lochtenberg: Ik ben heel blij dat de heer Van ’t Noordende dit zegt want je kan het ook op een negatiever manier interpreteren maar ik begrijpt dat hij dit nu op een positieve manier duidt. De voorzitter: Dan kom ik tot slot bij de SGP-fractie. De heer Both: Er is al veel over gezegd. Eerste Kamerleden hebben de reputatie vaak wijze woorden te spreken. Senatoren komen vaak weloverwogen tot hun standpunt en denken vaak twee of drie keer na voor ze iets roepen. Daarom zijn het ook mensen om serieus te nemen. Daaraan dacht ik toen ik de bijdrage las van het tot voor kort Eerste Kamerlid mevrouw Sylvester, geen SGP-senator maar een kamerlid voor de PvdA. Bij de behandeling van de verruiming van de winkelopenstelling op zondag kwam ze tot een geheel andere afweging dan mijn partij maar stelde ze wel een paar zeer relevante toetsingsvragen richting gemeenten. Die wil ik u niet onthouden. De vragen die zij als aandachtspunten meegaf zijn bijvoorbeeld: heeft de belangenafweging die lokaal plaatsvindt zorgvuldig plaatsgevonden? Zijn de werkgelegenheid, de positie van de werknemers, het belang van de kleine ondernemer, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde voldoende geborgd? En kunnen burgers, bedrijven of andere belanghebbenden met kritiek hun stem voldoende laten horen. Is er ruimte voor bezwaar? Het zijn onder andere deze vragen waar mijn fractie vorige week een paar vragen over heeft gesteld aan de initiatiefnemers en waar we naar gezocht hebben in het debat een week geleden. De heer C.J. Lochtenberg: Als al deze vragen met ja beantwoord worden, gaat u dan voor de koopzondag stemmen? De heer Both: Misschien mag ik mijn verhaal afmaken dan komt ook het antwoord op uw vraag. Na een week van bezinning en reflectie die we denk ik allemaal hebben doorgemaakt vallen een paar dingen op die bij ons zijn blijven haken. Er is een wettelijke mogelijkheid zo hoorden we op onze vraag naar de motivatie. Dus nemen we in Veenendaal het initiatief. Er is een wet zo krijgen we te horen als we onze zorgen uiten over het belang van de werknemer, dus is het rechtspositionele aspect van de werknemer goed geregeld. We hebben ook gehoord de consument wil dit. Als we vragen naar de wijze van formuleren of definiëren van de consument. Dus moeten we ook de mogelijkheid bieden. De winkelier kan ook kiezen geeft de heer Doelwijt aan als wij aangeven dat er misschien wel een ongewenst speelveld ontstaat. Dus is het geen probleem als de ene supermarkt open gaat en de andere niet. Voorzitter het zal u niet verbazen dat de SGP-fractie een andere belangenafweging maakt. Om principiële redenen. Dat vooral en daarover straks meer, maar zeker ook vanwege economische maatschappelijke en sociale motieven. Een paar opmerkingen nog na alles wat er al gedeeld is op dit terrein. Ik heb de heer Doelwijt na de commissievergadering een onderzoek gestuurd van de FNV, ik heb er in de commissie iets over gezegd en ik hecht er aan om dat nog even te noemen. Ondanks dat er een wet is die de werknemer beschermt is het toch de vraag of we het niet te
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 19
rooskleurig inschatten. Ik ga het hier niet uitgebreid herhalen maar het is wel goed om ook die gegevens mee te nemen. Het ligt voor de hand dat supermarktketens zich wel twee keer zullen bedenken om iemand aan te nemen die uit principe niet op zondag wil werken. De consument wil dit; voor ons laat de behandeling van dit onderwerp zien dat de consument niet bestaat. Er zijn veel consumenten die dit willen en er zijn er ongeveer evenveel die dit niet willen. De heer D.S.K. Lochtenberg: De heer Both begon net over de bescherming van de Zondagswet en zegt dat het te rooskleurig wordt voorgesteld en dat het in de praktijk vaak mis gaat, dat is natuurlijk bij meer onderwerpen zo. Als ik even een onderwerp kies dicht bij mijn politieke voorkeur, de tegenprestatie in de bijstand, ook daar zie je dat het af en toe mis gaat en dat de inspectie moet optreden tegen een gemeente die te ver buiten de grens van de wet gaat. Maar dat wil toch niet zeggen dat we gelijk de hele wet gaan intrekken. Dat we niet gaan toestaan dat de wet uitgevoerd wordt. Dat is wel wat de heer Both nu zegt, graag een toelichting hierop. De heer Both: Ik heb op geen enkele manier gezegd dat we de wet moeten intrekken, ik heb alleen aangegeven dat ik vind dat er wel heel gemakkelijk en rooskleurig gesproken wordt over die vraag, we hebben een wet en het komt wel goed. Ik denk dat het FNV onderzoek dat niet alleen in Alkmaar maar ook in andere plaatsen is gehouden wel een ander beeld opwerpt. Daarmee hoeft de wet nog niet verkeerd te zijn maar het laat wel de complexiteit van het onderwerp zien. De heer D.S.K. Lochtenberg: Dat was niet mijn vraag. De wet geeft een bescherming als het gaat om op zondag werken en als het gaat om een tegenprestatie en op beide terreinen gaat het wel eens fout. Op beide terreinen heb je dan de inspectie van SZW die naar binnen vliegt en gaat handhaven. Maar bij de tegenprestatie zeggen we dan het gaat een paar keer fout en daar leren we van maar bij de zondag zegt u het gaat een paar keer fout dus we moeten het helemaal niet doen. Dat is een wezenlijk verschil en ik verzocht de heer Both dat toe te lichten. De heer Both: Een heel simpel voorbeeld, we kunnen honderden wetten hebben, het blijkt gewoon dat 14% van de respondenten aangeeft het bezwaar niet eens te durven uiten omdat ze bang zijn dat dit hun positie binnen het bedrijf onder druk zet. Dat los je niet op met een wet. Daarom vind ik het te gemakkelijk om het zo rooskleurig neer te zetten dat de wet alle bescherming biedt en de problemen oplost. De heer Doelwijt: Ik heb een vraag aan de heer Both. Hoe ziet u de rol van de overheid, de gemeente, de gemeenteraad, als kader stellende, wetgevende, om mogelijk te maken dat er activiteiten plaatsvinden in de gemeente. Met andere woorden, is daar geen zelfstandige rol van de gemeenteraad om het economisch deel waar wij ons profileren als winkelstad van de regio en wij in de regio buiten de boot vallen. Hoe ziet u dan de rol van de overheid in dat perspectief om mogelijk te maken dat de wet er komt voor ondernemers die de economie moeten maken. Mijn vraag is concreet hoe ziet u dan de rol van de gemeenteraad in dezen? De heer Both: Dat heb ik vorige week ook al proberen te zeggen. De rol van de gemeenteraad vind ik vooral dat er een heel zuivere belangenafweging moet plaatsvinden. Voor mijn fractie is het zo dat op het moment dat we tegemoet komen aan de behoefte van de ene groep we ook moeten uitspreken dat het ten koste gaat van de belangen van een andere groep. Als die groep gedwongen wordt om in lijn met principes die heel diep zitten te moeten gaan werken, net is het voorbeeld genoemd van bewoners die er last van hebben en ik heb het nu niet over werknemers alleen maar ook allerlei aanverwante bedrijfstakken in de keten. De belangenafweging komt voor ons heel duidelijk uit bij niet doen. De heer Doelwijt: Hoe kijkt u dan aan tegen de ontwikkelingen in de buurgemeenten, in Nederland. De grote steden wil ik even er buiten laten. Je ziet dat het koopgedrag en de vrije tijdsbesteding drastisch is veranderd. Vindt u dat Veenendaal zich dan nog kan profileren als winkelstad van de regio als je op dit gebied in de regio niet meetelt? De heer Both: Ik geef direct toe dat dit een heel spannend vraagstuk is. U zult begrijpen dat we alles moeten doen om te zoeken naar manieren om Veenendaal als winkelstad wel op de kaart te zetten maar dat zou wat ons betreft nooit op zondag zijn. Ik zal er zo nog iets over zeggen. Ik had het nog even over de belangenafweging. Ik had ook nog wat opmerkingen over het imago, de eigenheid van Veenendaal maar dat laat ik maar even rusten. Er is veel meer voor mijn fractie. Ik heb
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 20
dat ook in de commissie gezegd. Als zou 99% of zelfs 100% van de consumenten – wat ik eigenlijk nog belangrijker vindt de inwoners van Veenendaal – voor zijn dan nog zal dit het standpunt van mijn fractie op dit onderwerp niet veranderen. Het is al een paar keer genoemd, we worden bedolven onder onderzoeksrapporten, ik vind het goed om daar kennis van te nemen. Het kan voorkomen dat we te gemakkelijk statements poneren die nergens op gebaseerd zijn. Tegelijkertijd weten we altijd wel rapporten te vinden die passen in onze denklijn. Dat geeft ook de relativiteit aan van deze onderzoeken en ook van toekomstige onderzoeken. Ik ben dan ook dankbaar dat wij als fractie bij het nadenken over dit complexe vraagstuk terug kunnen vallen op een kompas, een kompas dat niet afhankelijk is van draagvlak, persoonlijke voorkeuren, maar wat een heldere richting aanwijst. U kent dat kompas, dat is de bijbel. De zondag is voor ons geen menselijk idee, geen toevalligheid maar een bijzonder geschenk van onze God en heilzaam voor iedereen. Dat gaat geen 1700 jaar terug maar dat gaat terug tot de scheppingsordening. Een dag van rust om afstand te nemen van de hectiek van alledag en de waarde van een algemene rustdag wordt voor ons alleen maar groter naarmate onze samenleving dag en nacht in beweging is. Mevrouw Van Dam een van de insprekers vorige week gaf het ook aan. De Albert Heijn is momenteel 72 uur per week geopend. Een onwaarschijnlijk aantal als je dat op je laat doordringen. En zelfs dat lijkt nog niet genoeg. Er zijn duizenden Veenendalers die grote waarde hechten aan de zondag van rust, bezinning, kerkgang, sociale contacten, aandacht voor familie en vrienden, ontmoeting. Tot op de dag van vandaag is onze maatschappij zo ingericht. Dat ervaren wij als een heel groot voorrecht. Daarom wil ik mijn bijdrage afsluiten met een dringende oproep vanuit ons verkiezingsprogramma: laat Veenendaal alstublieft die dag van rust, het eeuwenoude geschenk van onze goede God mogen behouden. De heer C.J. Lochtenberg: Ik had een vraag gesteld en de heer Both zei dat hij met een antwoord zou komen. De heer Both: Wilt u het nog even herhalen? De heer C.J. Lochtenberg: Het was een heel simpele vraag in de lijn van het betoog van de heer Van Klinken in het verleden. Als op al die vragen van de senator van de PvdA, een vrouwelijke senator, die kan nooit van de SGP zijn, het antwoord ja was geweest, wat was dan uw antwoord geweest? De heer Both: Volgens mij heb ik daar een antwoord op gegeven. Het standpunt van onze partij hangt niet af van onderzoeken, randvoorwaarden, al is de zorgvuldigheid belangrijk, maar het hangt af van onze principiële stellingname en die voeren wij terug op het kompas waar ik iets over gezegd heb. De heer C.J. Lochtenberg: We zitten hier als gemeenteraad altijd voor het algemeen belang. Het moge duidelijk zijn uit alle onderzoeken, de consument zeg ik maar weer, dat de koopzondag een noodzaak is voor ons centrum. U stelt feitelijk als SGP-fractie uw eigen belang ook als 100% voor zou zijn, ook als u zelf zou gaan kopen, boven het belang van de gemeente Veenendaal. Klopt dat? De heer Both: Klopt dat, ik stel mijn eigen belang nergens boven. Volgens mij geldt dat voor iedere partij. Wij denken dat wij een boodschap hebben voor Veenendaal gebaseerd op onze principes, die kent u ongetwijfeld van mijn voorganger ook en die veranderen niet in dit opzicht. Nog even over de consument. U heeft het steeds over de 53%, ik zou het veel liever hebben over wat de inwoners vinden, u weet ook dat dat 47% was. Ook dat geeft aan hoe gevoelig het ligt en dat we voorzichtigheid moeten betrachten om in hele absolute termen te spreken over de consument die op zondag wil winkelen. De heer C.J. Lochtenberg: Ik stelde een veel principiëler vraag en ik heb het antwoord al gehoord. Dus u stelt feitelijk uw eigen belang, het belang van uw fractie, boven het algemeen belang van de gemeente Veenendaal. De heer Both: Ik sta hier niet voor mijn eigen belang maar ik probeer politiek te bedrijven op grond van een principe, dat kent u en dat geeft richting aan onze politieke besluitvorming. De heer D.S.K. Lochtenberg: Eén vraag, de heer Both heeft net verteld wat voor hem de waarde is van leven in Veenendaal, ik vond het een mooi betoog. Ik wil ook nadrukkelijk zeggen dat de VVD altijd wil staan voor zijn vrijheid en die van zijn gezindte om te leven op de manier zoals hij dat wil. Ik heb nog één vraag, u weet dat wij voor uw vrijheid staan, waarom wil de SGP niet staan voor onze vrijheid al ik het zo mag zeggen om op onze manier te leven en de zondag in te richten.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 21
De heer Both: Daar heb ik denk ik iets over gezegd en dat wil ik even samenvatten met de belangenafweging. Op het moment dat die ruimte er is en de winkels open gaan heeft dat consequenties voor werknemers, inwonenden, voor aanverwante beroepsgroepen en die brengen we hiermee vanuit onze optiek in een onmogelijke situatie. De voorzitter: Hartelijk dank, het is overigens niet geheel toevallig denk ik dat u mevrouw Sylvester aanhaalt want die is natuurlijk niet alleen maar Eerste Kamerlid voor de PvdA maar ook nog burgemeester en dus zorgvuldig. Ik hoor dat er nog een vraag is gesteld door de heer Lochtenberg aan het college. Ik kijk even naar wethouder Verloop om daarop te reageren. Wethouder Verloop: De heer Lochtenberg vraagt naar de opvatting van het college over dit voorstel, ook in economische opzicht. Het college is van mening dat u op dit moment als raad de discussie voert en dat u daarover een standpunt inneemt. De voorzitter: Ik kijk even rond of er behoefte is aan een tweede termijn vanuit de raad. De heer C.J. Lochtenberg: Niet een tweede termijn maar een antwoord op het college. Het college wilde een aantal jaren geleden niet antwoorden en nu weer niet. Ik wil graag van het college horen wat het economisch betekent voor de gemeente Veenendaal als de koopzondag niet doorgaat. De voorzitter: Ik heb de wethouder net horen antwoorden, misschien is het een antwoord waarvan u zegt dat wil ik niet horen maar het is wel het antwoord dat hij heeft gegeven. De heer C.J. Lochtenberg: Het geeft maar weer aan dat het college geen idee heeft hoe het met de economie in Veenendaal gaat als het over dit onderwerp niet eens een antwoord heeft. Daarom vind ik het bijzonder betreurenswaardig dat een wethouder economische zaken, dat heb ik in mijn bijdrage ook al aangegeven, hier geen antwoord op wil geven en ook niet zoals de SGP vanavond zegt en de ChristenUnie heeft het ook al aangekondigd, met een ander verdienmodel te komen voor ons centrum. Dat hebben we in de afgelopen twee jaar niet gezien. Wat is hierop uw antwoord, college? De voorzitter: Ik kijk even of de wethouder behoefte heeft nog verder te reageren. Wethouder Verloop: Ik sta voor de economie van Veenendaal, laat dat helder zijn, maar ik herhaal wel dat u vanavond als raad de afweging maakt in al zijn complexiteit en dat u uiteindelijk daar een standpunt over inneemt. De voorzitter: Ik kijk of er behoefte is aan een tweede termijn. Alleen bij de heer Doelwijt. De heer Doelwijt: Even kort. Er is uitgebreid gediscussieerd over ons initiatiefvoorstel. We vinden het jammer dat het erop lijkt dat dit het niet gaat halen. We realiseren ons dat dit voor Veenendaal een zwarte dag zal zijn. Het is al gememoreerd, het stond bij de ingekomen stukken en in de krant, Winkelstad Veenendaal over de koopzondag. Dit onderwerp gaat waarschijnlijk van de agenda en de komende drie jaar zullen we er niets meer van vernemen. Misschien tot tevredenheid van het CDA die dit liever niet op de agenda heeft want de burgers moeten ermee komen. Wij van de PvdA willen er bij aantekenen wat er nog waard is van Veenendaal om zich te profileren als winkelstad van de regio. Misschien moeten we een andere naam gaan zoeken voor de slogan. Ik zal daarover nadenken. Het is ook zo dat wij het jammer vinden te constateren dat er in ieder geval drie partijen in de raad zijn, het CDA, de ChristenUnie en de SGP, het niet uitmaakt wat er gebeurt, wat men vindt. Men is altijd tegen. Ik denk, als wij over een paar jaar weer wakker worden in Veenendaal, zijn wij dan blij dat we een mooi winkelcentrum hebben of zoals iemand schreef op de website van de Veenendaalse krant, we hebben nog een gracht, kunnen we rondleidingen geven over zo was het vroeger in Veenendaal om te winkelen. Na een reactie van onze fractie op de amendementen vraagt de PvdA om hoofdelijke stemming over het initiatiefvoorstel en de amendementen. De heer Van Aart: In de weg die collega Lochtenberg van Confucius ons heeft voorgesteld van iedere reis begint met een kleine stap, hebben wij Veenendaal in de reis naar een koopzondag mee willen nemen in wat wij dachten dat de kleinst mogelijke eerste stap zou zijn. We dachten dat het voor Veenendaal ook in het proces waarin we zitten eigenlijk de beste oplossing zou zijn om kleine stapjes
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 22
te maken. Er liggen twee amendementen voor die allebei eigenlijk een iets grotere stap of een hele sprong voor hebben. Wij hebben daar principieel geen bezwaren tegen. Wij hebben gekozen voor deze kleine weg omdat wij dachten dat dit het beste is voor Veenendaal maar wij hebben geen principiële bezwaren tegen een grotere stap of uiteindelijk tegen een hele koopzondag zoals dat ook in ons verkiezingsprogramma staat dus wij zullen voor beide amendementen stemmen. De voorzitter: Nog anderen in tweede termijn? De heer D.S.K. Lochtenberg: Heel kort, eigenlijk een beetje in reactie op wat de heer Doelwijt zei. Ik kan me zijn teleurstelling goed voorstellen maar dat het voor drie jaar van de agenda af is, is voor ons zeer zeker niet aan de orde. Ik heb ook al gerefereerd aan het onderzoek dat door Winkelstad Veenendaal is aangekondigd, dat zij in het najaar mogelijk gaan doen. Als dat onderzoek gereed is, we hopen dat het een goed en breed onderzoek zal zijn vanuit de samenleving, dan komt wat de VVD betreft dit onderwerp gewoon weer op de politieke agenda. Wij hopen dat een van de partijen dan alsnog het initiatief zal nemen. De voorzitter: Nog anderen? Dat is niet het geval. Dan gaan we richting stemming. We hebben twee amendementen, één amendement van Lokaal Veenendaal dat ziet op een algehele openstelling en één amendement dat ziet op een iets bredere openstelling dan in het voorstel van de PvdA, dat is een openstelling voor aanverwante winkels zeg ik maar even in mijn eigen woorden. De heer Lochtenberg, u wilt nog iets zeggen? De heer C.J. Lochtenberg: Ik zou willen verzoeken om een schorsing van vijf minuten. De voorzitter: Dat krijgt u van mij. We schorsen de vergadering voor vijf minuten. De voorzitter: Ik heropen de vergadering. We waren gebleven bij de stemming. Er is gevraagd om hoofdelijke stemming over de amendementen en het voorstel zelf. De heer Lochtenberg vroeg om een schorsing, wilt u daar nog iets over zeggen of komt dat straks? Dat komt straks. Dan gaan we als eerste amendement 1 in stemming brengen, dat is de openstelling van alle soorten winkels op zondag; dat is het meest verstrekkend. Is er behoefte aan stemverklaringen? De heer Pottjewijd: Om de avond wat korter te houden zal ik één stemverklaring afgeven voor alle stukken die voorliggen ter besluitvorming. Mijn fractie heeft mij toegestaan om af te wijken van het fractiestandpunt. Graag wil ik mijn stemgedrag toelichten en mijn fractie bedanken voor de vrijheid die ik hierin heb gekregen. Ik heb het reces gebruikt om goed na te denken over het voorliggende voorstel. Gezien het feit dat ik belijdend christen ben zou je denken dat de keus makkelijk zou zijn. Niets is minder waar. Zonder meer tegenstemmen vanuit geloofsovertuiging voelde niet goed. Het voelde enigszins belerend en betuttelend naar de samenleving toe. Dit is echter mijn persoonlijke gevoel en geen waardeoordeel over de tegenstemmers voor het geval dat dit als zodanig zou worden opgevat. Het belangrijkste van het geloof is liefde. Zonder liefde is het geloof inhoudsloos. Voor mij betekent dit dat je vanuit die liefde de ander altijd hoger moet achten dan jezelf. Dit betekent voor mij dat ik anderen niet de maat wil nemen of mijn overtuiging op welke wijze dan ook wil opleggen. Veenendaal is een gemeente met een diversiteit aan mensen die in goede harmonie moeten kunnen samenleven, een vrije kerkgang voor christenen en geen belemmeringen om als moslim naar de moskee te gaan. Daarbij hoort ook dat mensen die minder met het geloof hebben de vrijheid verdienen om zelf invulling te geven aan de zondag. We leven in een vrij land waarbij ik de stellige overtuiging heb dat het een het ander niet hoeft uit te sluiten zolang we met elkaar de liefde maar blijven omarmen. Ook de vluchteling die op zoek is naar een onderkomen. Bij zeer lange wandelingen in de Oostenrijkse bergen heb ik uiteindelijk deze zomer mijn besluit genomen om toch voor het voorstel van de PvdA te stemmen inclusief de amendementen. Ik hoop op uw begrip en dank u voor uw aandacht. De voorzitter: Zijn er nog anderen in de raad die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval. Dan gaan we over tot stemming. Amendement 1 Voor stemmen de raadsleden: Van Aart, Beek, Bottema, Çoban, Dielemans, Doelwijt, Gerritsen, Van den Heuvel, Jansen, C.J. Lochtenberg, D.S.K. Lochtenberg, Oskam, Pottjewijd, Roelofsen, Saidi.
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 23
Tegen stemmen de raadsleden: Bette, Blad, Both, Van Braak, Breur, Cozijnsen, Geerts,Groenewegen, Helsen, Van Iperen, Van Klinken, Koerts, Van ’t Noordende, Roodbeen, Scheele, Van Soest, Stroobosscher. Amendement 1 wordt met 15 stemmen voor en 17 stemmen tegen verworpen. Amendement 2 Voor stemmen de raadsleden: Van Aart, Beek, Bottema, Çoban, Dielemans, Doelwijt, Gerritsen, Van den Heuvel, Jansen, C.J. Lochtenberg, D.S.K. Lochtenberg, Oskam, Pottjewijd, Roelofsen, Saidi. Tegen stemmen de raadsleden: Bette, Blad, Both, Van Braak, Breur, Cozijnsen, Geerts, Groenewegen, Helsen, Van Iperen, Van Klinken, Koerts, Van ’t Noordende, Roodbeen, Scheele, Van Soest, Stroobosscher. Amendement 2 wordt met 15 stemmen voor en 17 stemmen tegen verworpen. De voorzitter: Dan de stemming over het initiatiefvoorstel. Zijn er stemverklaringen? De heer C.J. Lochtenberg: Alhoewel concurrentievervalsend voor de kleine winkelier willen wij samen met de PvdA deze kleine stap maken dus we zullen voor stemmen. De heer D.S.K. Lochtenberg: Onze stemverklaring is gelijk aan die van de heer C.J. Lochtenberg. Initiatiefvoorstel van de PvdA Voor stemmen de raadsleden: Van Aart, Beek, Bottema, Çoban, Dielemans, Doelwijt, Gerritsen, Van den Heuvel, Jansen, C.J. Lochtenberg, D.S.K. Lochtenberg, Oskam, Pottjewijd, Roelofsen, Saidi. Tegen stemmen de raadsleden: Bette, Blad, Both, Van Braak, Breur, Cozijnsen, Geerts, Groenewegen, Helsen, Van Iperen, Van Klinken, Koerts, Van ’t Noordende, Roodbeen, Scheele, Van Soest, Stroobosscher. Het initiatiefvoorstel van de PvdA wordt met 15 stemmen voor en 17 stemmen tegen verworpen.
7.
Hamerstukken: a. Aanpassing verwervingsbedrag startersleningen b. Vaststelling partiele herziening beeldkwaliteitsplan Stationskwartier deelgebied C c. Jaarrekening 2014 en begrotingswijziging 2015 AVU d. Auditplan 2015 e. Concept-Strategische Agenda 2015-2019 FoodValley – Van denken naar doen f. Wijziging gemeenschappelijke regeling VRU g. Koersdocument Omgevingsdienst regio Utrecht 2015-2018 h. Verdeelmodel BUIG-budget en tijdelijke vangnetregeling i. Verordening basisregistratie personen Veenendaal
De voorzitter: Ik heb begrepen dat bij twee hamerstukken een stemverklaring wordt afgelegd, dat is bij e door de SP en bij g door GroenLinks. De heer Breur: Lang zal mijn stemverklaring niet duren. Ik heb in de commissie al toegelicht het waarom van onze overwegingen en nu hoeft alleen te worden aangetekend dat wij tegen het voorstel hebben gestemd. De heer Oskam: Ook daar hebben wij in de commissie al het een en ander over gezegd en ik denk dat wij moeten zeggen dat wij willen worden geacht tegen gestemd te hebben. Mevrouw Jansen: Ik heb het u niet horen noemen, maar wij willen geacht worden tegen beslispunt 2 van hamerstuk g te hebben gestemd. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met de aantekening dat de fractie van de SP geacht
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
Pagina 24
wordt te hebben gestemd tegen hamerstuk e, de fractie van GroenLinks tegen hamerstuk g en de fractie van Lokaal Veenendaal tegen beslispunt 2 van hamerstuk g.
8.
Algemeen belang besluit inrichting plangebieden in het kader van de Wet markt en overheid
Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd.
9.
Lange termijn financiering / borgtocht Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal Oost
Dit onderwerp is van de agenda afgevoerd.
10.
Vertegenwoordiging gemeente in AVU
De voorzitter: Op 8 juni 2015 heeft het college de raad een memo gemaild waarin o.a. is gemeld dat de portefeuilles van de collegeleden wat zijn gewisseld, onder andere het lidmaatschap van het AB van de AVU gaat over van wethouder Kundić naar wethouder Hollander. De benoeming tot lid van het AB van de AVU betreft volgens de statuten een bevoegdheid van de raad vandaar dat het voor ligt. Voor u vindt u een stembriefje. Het stembureau bestaat uit mevrouw Bottema en de heer Pottjewijd. De stembriefjes worden opgehaald. Mevrouw Bottema: Ik kan melden dat er 32 stemmen zijn uitgebracht en allen voor de benoeming van mevrouw Hollander. Na schriftelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van het college van burgemeester en wethouders.
11.
Sluiting
De voorzitter: Ik sluit de vergadering en nodig iedereen uit om in de bedrijfskantine een drankje te drinken en ik dank iedereen hartelijk voor de geleverde inbreng in deze raadsvergadering.
Aldus vastgesteld te Veenendaal op 29 oktober 2015.
drs. F.A. van Hooijdonk griffier
Notulen raadsvergadering 24 september 2015
mr. A.W. Kolff voorzitter
Pagina 25