03
oktober 2011
METRIUM magazine
Reflecties Terug naar het kind: Henk Pol over identiteit en de opdracht van de school Update Even voorstellen… Paulien Huizenga Actueel Begroten: beleid maken met geld
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
03
01
Inleiding
Inhoud
Wij werken voortdurend aan het verbeteren van onze administratieve dienstverlening en ons advies aan u. Om onze adviesdiensten verder uit te bouwen en onze kwaliteiten daarin verder te ontwikkelen is Paulien Huizenga in september begonnen bij METRIUM als directeur Bestuursadvies. In dit magazine komt zij uitgebreid aan het woord.
01
De ontwikkeling van onze administratieve dienstverlening is volop in beweging. Wij zijn druk bezig met andere personeels- en salarispakketten, digitalisering en andere tools om meer integraal, efficiënter en meer klantspecifiek onze diensten te leveren. Ook de opleiding en ontwikkeling van medewerkers van METRIUM speelt een belangrijke rol. Onze kennis, vaardigheden en ook houding krijgen alle aandacht. Want klantgericht ondernemen vergt een houding en vaardigheden die ik in deze context samenvat als goed luisteren, doorvragen, en vanuit overzicht en visie u helpen aan voortschrijdend financieel inzicht. Daarnaast blijven wij natuurlijk onze kennis onderhouden en ontwikkelen om u direct en tijdig antwoord te kunnen geven op vragen, maar ook om de planning en control cyclus met u in te richten en inhoudelijk te begeleiden. Dus op verzoek maar ook ongevraagd u aan informatie te helpen op het juiste moment. Ons doel is onderscheidend te zijn op een integrale en aangename manier waarmee wij u vooruit helpen. Dat kan altijd beter en daar mag u ons aan houden. Natuurlijk wenst u allereerst dat wij betrouwbaar zijn en tijdig juiste informatie verstrekken en u helpen om aan uw administratieve verplichtingen te voldoen. ‘Concentreer jullie daar maar op en val ons niet lastig met allerlei commercieel getint advies’, is een geluid dat zo nu en dan klinkt. Laat het u duidelijk zijn dat wij alleen willen verdienen aan advies waar u beter van wordt en dat wij er sterk in geloven dat goed administratief en advieswerk juist hand in hand moet gaan. Onze sleutel naar gewenst succes is met u als klant samen te werken met alle disciplines die wij in huis hebben. Daar mag u de vruchten van plukken ten bate van het onderwijs.
metrium magazine
02
03
04
05
Inleiding
2
Reflecties
4
Terug naar het kind: Henk Pol over identiteit en de opdracht van de school
Update
Column
10
Netwerken is net werken
Terzake
08
09
8
Begroten: beleid maken met geld
07
12
Passend Onderwijs - Aan de slag!
14
Van vereniging naar stichting: waarom en hoe?
Update
16
Toezicht houden en integriteitsbeleid
Terzake
Colofon METRIUM Magazine Oktober 2011
Actueel
Actueel
6
Even voorstellen… Paulien Huizenga
06
o k t ober 2011
18
Payroll: professioneel werkgeverschap
Redactie Bettie Blumers Alie Meindertsma Wim Sipma Rikste Wubs Freddy Zwart Eindredactie Bettie Blumers Alie Meindertsma Vormgeving en opmaak Okkinga Communicatie Fotografie Kristel Fotografeert www.kristelfotografeert.nl Redactieadres METRIUM Onderwijsdienstverlening Alie Meindertsma Postbus 586 8901 BJ Leeuwarden T (058) 267 72 08 E
[email protected]
Pieter Zondervan
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
2 2
3
02
Reflecties
Terug naar het kind: Henk Pol over identiteit en de opdracht van de school Henk Pol is lector Ontwikkeling van Veelvormig Christelijk Basisonderwijs aan de Stenden hogeschool te Leeuwarden. Hij denkt na over identiteitsvraagstukken en publiceert veel over onderwijs, theologie en identiteit. Zijn visie is voor veel besturen interessant en actueel. Een goede reden voor METRIUM Magazine om in een gesprek naar zijn opvattingen te vragen over samenwerking tussen scholen met een verschillende achtergond. School De school heeft volgens Henk Pol een verantwoordelijke taak in de opvoeding. Opvoeding is in zijn ogen opvoeding in humaniteit. Een school biedt scholing in humaniteit. Zaken als rekenen en taal zijn belangrijk, maar nog belangrijker is dat de school bijdraagt aan het ‘mens’ worden van kinderen. ‘Op de basisschool vormen we kinderen voor het leven,’ aldus Pol. Hij merkt ietwat geërgerd op dat de Minister zich vooral druk maakt als we een punt zakken op de PISA ladder alsof een school alleen maar de opdracht heeft arbeidskrachten voor de toekomst klaar te stomen. Hij maakt zich meer zorgen over de samenleving waarin de gemeenschapszin lijkt te verdwijnen. Terwijl respect voor de opvattingen van een ander een constructievere manier van samenleven is. Hij ziet het als taak van de school om een pedagogisch klimaat te scheppen waarbinnen kinderen zich kunnen oriënteren op het leven. Het schoolklimaat waarin dit plaatsvindt is daarom meer dan ‘een uur godsdienst per week’. Leerkracht Het is logisch dat de leerkracht in het pedagogische klimaat een speciale taak heeft. Hij is veel meer
dan iemand die kinderen uitleg geeft over rekensommen. Volgens Pol is de leerkracht iemand die terughoudend over zijn opvattingen moet optreden. ‘Hij mag aan de rand van het leven van kinderen meekijken. Een goede manier van leren voor kinderen is dat de leerkracht niet zegt ‘zo is het’ maar dat hij verhalen vertelt waarin dilemma’s voorkomen, zodat kinderen daar zelf over nadenken. En ontdekken dat er meerdere conclusies en meningen uit één verhaal te halen zijn. Elk verhaal heeft meerdere kanten. Dat kunnen bijbelse verhalen zijn, maar dat hoeft niet. Op deze manier wordt kinderen geleerd dat het belangrijk is je in zaken te verdiepen alvorens je een mening te vormen. Je leert kinderen ook dat ze respect moeten opbrengen voor mensen met een andere mening.’ Volop samen Gezien zijn achtergrond is het niet onlogisch dat Pol voor christelijk onderwijs is. Maar hij is daarin niet dogmatisch. Uit pedagogisch oogpunt twijfelt hij aan een schoolomvang van minder dan 50 leerlingen. ‘Dat zijn er zes per groep, veel minder moet het niet worden,’ stelt hij. ‘Het kan een begrijpelijke keuze voor een christelijke
school zijn om samen te gaan met een openbare school. Deze nieuwe school moet gebouwd worden door beide tradities in de school in te brengen. Dat vraagt een zorgvuldig voortraject en een goede ondersteuning van de leerkracht.’ Hij is voorstander van ‘volop samengaan’ als eenmaal is besloten dat twee scholen fuseren. Oftewel: ontwikkel een curriculum dat een pedagogisch klimaat schept waarbinnen kinderen zich tot mens-zijn kunnen ontwikkelen. ‘Voor mij op basis van bronnen uit het christendom en benieuwd naar de bronnen van humaniteit uit een openbare traditie’, licht hij toe. ‘Een fusieproces tussen een openbare en een christelijke school hoort ook niet te beginnen met het innemen van standpunten, maar met een diepgaand open en niet vrijblijvend gesprek. Er zijn zoveel gemeenschappelijke uitgangspunten dat het verstandig is elkaar eerst daarin te vinden. Vervolgens zijn er verschillen waarover gesproken kan worden. Waarom zijn die verschillen er? Wat is essentieel? Wat willen we meenemen? Een fusieproces hoort ook geen onderhandeling te zijn. Het is samen een nieuwe weg ontdekken. Rekening houden met verschillen, maar wel zoeken naar een ‘common goal.’
“De samenleving wordt rijker als levensbeschouwing daarin een plaats krijgt.” Leerkrachten behoren zich in dit proces ook dienend op te stellen. Goed te luisteren naar wat ouders belangrijk vinden en een curriculum te ontwikkelen dat hier aandacht aan geeft, gevoed door de traditie van christendom en bijvoorbeeld humanisme (dus niet ouders vragen en wij draaien). Het vraagt veel van
Henk Pol
een team en het management, zo’n aanpak’, geeft hij toe. ‘Maar het zou mooi zijn als we scholen krijgen waarin door het hele lespakket heen een stuk levensbesef doorklinkt.’ Hij geeft een klein voorbeeld: ‘We zijn gewend percentages te leren als percentage van de winst. Je kunt er ook voor kiezen percentages uit te leggen als ‘zoveel procent van de wereldbevolking heeft honger.’ Het verplaatsen van de blikrichting van het bestuurlijk karakter van een school (de christelijke vereniging of een openbare stichting) naar het pedagogisch klimaat van de -nieuwe- school biedt veel kansen en mogelijkheden voor vernieuwing. Samenleving ‘De samenleving ontwikkelt zich in zekere zin zorgwekkend’, volgens
Henk Pol. ‘Het lijkt erop dat de meerderheid ook wil regeren over minderheden. Denk aan het hoofddoekjesverbod, het verbod op halal-slachten of kosjer-slachten en meer in algemene zin: het verbannen van persoonlijke (religieuze) over tuigingen naar het privé domein. De samenleving wordt rijker als levensbeschouwing daarin een plaats krijgt’, aldus Pol. ‘Democratie is juist oog hebben voor elkaars eigenheid en niet alleen maar besluiten nemen en verboden doen uitgaan op basis van de meeste stemmen gelden. De school is een belangrijk onderdeel van die samenleving en de basisschool in het bijzonder biedt kansen om kinderen op te voeden in humaniteit.’ Wim Sipma
Noot: Op de site van Stenden is een artikel van Henk Pol te downloaden met als titel ‘Op zoek naar een nieuwe toekomst – het kleine dorp en ruimte voor een (christelijke) school.’ Het is ook te vinden op de METRIUM-site onder www.metrium.nl.
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
4
55
03
Update
Even voorstellen… Paulien Huizenga In september is Paulien Huizenga bij METRIUM als directeur Bestuursadvies begonnen. Zij gaat leiding geven aan het team van adviseurs en zal de adviestak van METRIUM verder uitbouwen. Paulien was afgelopen jaren managing partner bij Twynstra Gudde te
samen de gemeente Súdwest Fryslân vormen. Paulien Huizenga is overigens niet ‘alleen maar’ intern actief. Haar werk zal ook bestaan uit het uitvoeren van allerhande opdrachten voor onze huidige en nieuwe klanten. Zo is ze inmiddels projectleider bij de fusie tussen VCO Heerenveen en PCO
Tsjûkemar en begeleidt ze een reorganisatie voor SNS REAAL. ‘Die combinatie van intern iets opbouwen en ook externe opdrachten doen is voor mij ideaal’, zo besluit Paulien. Wim Sipma
Amersfoort en begon lang geleden als fysiotherapeut in het MCL te Leeuwarden. De keuze voor een nieuwe directeur Bestuursadvies past in de toekomstplannen van METRIUM. METRIUM voorziet een verdere uitbouw van haar adviesdiensten. Klanten hebben niet alleen behoefte aan een uitstekende administratie, maar komen steeds vaker complexe situaties en veranderingen tegen waarin het verstandig is advies te vragen aan een extern en onafhankelijk deskundige. Niet alle deskundigheden kun je als (school-) organisatie zélf in huis hebben. Dit is ook de reden dat METRIUM het afgelopen jaar een aantal nieuwe mensen heeft aangetrokken, vooral op het gebied van financieel management en advisering. Paulien is voorstander van goede persoonlijke contacten, zowel intern als bij klanten. ‘Dat is nu eenmaal mijn manier van werken. Het is prettiger én effectiever.’ Ze staat volledig achter de strategie van METRIUM waarin administratieve dienstverlening en advisering de twee belangrijkste peilers zijn.
“Een school moet ook actief bijdragen aan de leefbaarheid in de omgeving.”
Paulien Huizinga
Maar een school moet in de toekomst niet alleen het onderwijs en de organisatie op orde hebben, maar ook actief bijdragen aan de leefbaarheid in de omgeving. De school van de toekomst is een serieuze maatschappelijk onderneming met raakvlakken en mogelijke samenwerkingsverbanden op tal van terreinen met bijvoorbeeld jeugdzorg, gemeenten en kinderopvang. Paulien Huizenga hierover: ‘Het is mijn ambitie om markten en beelden met elkaar te verbinden. De jeugd is ontzettend belangrijk en alle voorzieningen voor de jeugd worden vaak versnipperd aangeboden met onvoldoende samenhang tussen de verschillende aanbieders. Als je je maatschappelijke opdracht serieus neemt moet je hiermee aan de slag,’ is haar stellige overtuiging. Ze kent inmiddels de verschillende betrokken beleidsterreinen goed. Zo was ze nauw betrokken bij de fusie van de vijf gemeenten in Zuidwest Friesland die nu
Foto: Meint de Vries
Volgens Paulien Huizenga is het belangrijk dat de adviestak van METRIUM zich nu verder ontwikkelt. ‘Onze klanten in het onderwijs ontwikkelen zich snel en daar willen wij actief aan meedoen.’ Extern samenwerken met klanten én intern samenwerken als adviseurs moet leiden tot een integrale aanpak van organisatievraagstukken bij onze klanten.
Opdrachten en vraagstukken zullen complexer worden en dan moet je als adviseurs goed kunnen samenwerken. De klant heeft hier alleen maar voordeel bij. Het onderwijs speelt zich nu eenmaal af in een ingewikkelde omgeving en er wordt veel verwacht van de prestaties van een school. Een schoolorganisatie die stáát en waar iedereen met plezier kan werken is een voorwaarde voor goede schoolprestaties, ook op langere termijn.
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
6
57
04
Actueel
Begroten: beleid maken met geld Of je nu in het onderwijs werkt, in het bedrijfsleven of in de zorg, elk jaar komt de begroting weer op ons pad. De begroting is een rekensom waarbij wij bekijken of de doelstellingen die we het komende school- of kalenderjaar willen bereiken, ook betaalbaar zijn. Of is het andersom en onderzoeken we wat we met de toegezegde zak met geld gaan doen in de komende periode? Het verhaal van de kip of het ei. Bij het maken van een begroting zijn verschillende tijdslijnen te onderscheiden. Een jaarbegroting maak je voor de korte termijn en een meerjaren begroting voor de lange termijn. Voor de korte termijn onderzoek je de financiële ruimte voor het komende jaar. Voor de lange termijn kijk je naast de financiële ruimte ook naar de risico’s waarmee de organisatie in de toekomst mogelijkerwijs geconfronteerd zou kunnen worden. Een meerjarenbegroting kan volgens mij niet zonder een degelijke risico-analyse geschreven kunnen worden. Echter dit kost veel tijd, vooral in de onderzoeksfase. In dit artikel ga ik dieper in op de jaarbegroting omdat de meeste besturen en stafmedewerkers daar de komende tijd mee bezig zullen zijn. Van wezenlijk verschil is of men de bril draagt van de financieel verantwoordelijke of dat men meer verantwoordelijk is voor de onderwijskwaliteit. Een combinatie van beide met wederzijds begrip voor de kleur van de bril zorgt volgens mij voor het beste resultaat. Uiteindelijk is begroten niets anders dan het vertalen van beleid in geld of andersom! Exploitatie: baten Baten zijn opbrengsten die aan een periode (meestal een kalenderjaar) worden toegekend. Bij de baten moet onderscheid worden gemaakt tussen structurele en incidentele baten. Voorbeelden van structurele baten vormen de rijksmiddelen die
het ministerie via een verdeelmodel aan een school toekent. De omvang van de baten wordt vooral bepaald door het aantal leerlingen op een teldatum. Projectsubsidies en gemeentelijke subsidies zijn voorbeelden van incidentele baten. Een gouden regel is dat structurele baten voor structurele lasten worden gebruikt (zoals bijvoorbeeld salarissen) en incidentele baten voor incidentele lasten (projectmatig). Op die manier wordt vermeden dat een school voor structurele lasten voortdurend op zoek moet naar incidentele gelden. Exploitatie: lasten Aan de lastenzijde van de exploitatiebegroting staan uitgaven die betrekking hebben op de begrote periode. De lasten worden meestal onderscheiden naar kosten voor personeel, afschrijving, huisvesting en leermiddelen. De uitsplitsing van de lasten kan zo gedetailleerd en gespecificeerd worden gemaakt als wenselijk. De rubricering in enkele hoofdgroepen zoals hier genoemd, sluit aan bij de EFJ-indeling (voorgeschreven door het ministerie) van de jaarrekening. Exploitatieresultaat: over of tekort Baten minus lasten vormen het exploitatieresultaat, dus de winst of het verlies van een school/afdeling over een periode. Op elk niveau is het wenselijk beleidsafspraken te hebben over hoe om te gaan met een mogelijk (begroot) exploitatiesaldo.
“Het zou natuurlijk heel vervelend zijn als in mei het vakantiegeld niet kan worden uitbetaald, omdat een aantal toegezegde subsidies pas in oktober worden ontvangen…”
Begroting: hulpmiddel In een ambitiegedreven omgeving zullen de opgestelde beleidsplannen meestal niet uit het beschikbare budget kunnen worden betaald. Een begroting is dan een hulpmiddel om prioriteiten te stellen, door te rekenen en om keuzes te maken. Hierbij kan naar de baten worden gekeken (hoe kan ik mijn financiële mogelijkheden vergroten?) en naar de lasten (moet ik mijn ambitieniveau bijstellen?). Begroting versus realiteit Verwachtingen en plannen komen om meerdere redenen niet altijd uit. Subsidies worden bijvoorbeeld niet (volledig) toegekend of er kan sprake zijn van kosten waar geen rekening mee gehouden is. Kan de school/ afdeling dergelijke tegenvallers dekken uit overschotten van een voorliggende periode? Of is er binnen de school sprake van een beperkte financiële ruimte? Bij het opstellen van een exploitatiebegroting is het verstandig rekening te houden met dergelijke risico’s.
Naarmate de omvang van de liquide middelen geringer is, wordt bewaking noodzakelijker in verband met het kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen. Naarmate de omvang van de liquide middelen groter is, wordt bewaking interessanter om tijdelijk overtollige gelden meer renderend te kunnen beleggen in bijvoorbeeld depositorekeningen. Bij het opstellen van een liquiditeitsbegroting houd je rekening met het saldo van de exploitatiebegroting, maar ook met investeringen en reguliere uitgaven (de uitgaande gelden) en afschrijvingen en dotaties aan voorzieningen (gelden die binnen de organisatie blijven).
Begrotingshorizon De waarde van een exploitatiebegroting neemt toe wanneer deze kan worden geplaatst in de context van een meerjarenexploitatiebegroting voor bijvoorbeeld vier jaar. De effecten van beleidskeuzes, prognoses van het leerlingenaantal, toekomstige afschrijvingskosten van investeringsplannen en de effecten van het formatiebeleid maken dan zichtbaar hoe groot het gat is tussen uw wensen en uw mogelijkheden op langere termijn. Mocht u nog vragen hebben of advies nodig hebben over uw jaarbegroting, neem gerust contact met ons op. Gerjan Heerkes
Gerjan Heerkes
Liquiditeitsbegroting Het maken van een exploitatiebegroting en het bewaken van het budgetverbruik gaan hand in hand met de bewaking van de stand van de liquide middelen (het saldo op de bankrekeningen). U stuurt dus aan de hand van twee instrumenten. Bewaking van het saldo liquide middelen is belangrijk, omdat de ontvangsten en uitgaven niet altijd op elkaar zijn afgestemd. Het zou natuurlijk heel vervelend zijn als in mei het vakantiegeld niet kan worden uitbetaald, omdat een aantal toegezegde subsidies pas in oktober worden ontvangen……
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
8
59
Foto: Ewoud Rooks
05
Column
Netwerken is net werken Johan Heddema
Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid dat ik mensen ontmoet, waarmee ik over mijn werk kan praten. Vooral in de eigen organisatie,want daar zijn directeuren te kust en te keur om me bij de les te houden. Nog dichterbij zijn de stafleden die als specialisten spiegelen en mij, en elkaar, scherp houden. Maar dat is allemaal redelijk dichtbij. In het noorden tref ik in wisselende samenstelling ook de gelijken, maar zoek bewust ook de contacten verder weg. Dat vraagt reistijd, maar levert veel op. Een ‘randstad-verhaal’ is geen ‘platteland-verhaal’, maar kan over en weer wel betekenis krijgen.
“Hoe haal je de talenten, hoe hou je ze, en hoe laat je ze gaan.”
‘Veel praten’ kan een eerste conclusie zijn en dat beaam ik. Maar bij praten alleen blijft het niet. Netwerken is contact hebben en er een meer waarde aan ontlenen. Je moet halen en brengen, en als een van beide de overhand krijgt, doe je het netwerk te kort, en kun je er maar beter mee ophouden. De basis voor een netwerk is vertrouwen, elkaar niet de maat nemen, maar spiegelen en reflecteren op eigen handelen. De afgelopen week zijn we weer bij elkaar geweest in het ‘leer’netwerk. Een thema waartoe we werden aangespoord was het managen van talenten. De arbeidsmarkt verandert en daarmee ook de houding van de werknemer. Dit vraagt een andere manier van benaderen door schooldirecteur en bestuur.
Hoe haal je de talenten, hoe hou je ze, en hoe laat je ze gaan. Arbeidscontracten zijn in de toekomst kortdurend. Is de nieuwe leerkracht een generalist of een specialist? Moet iedereen àlles weten of mogen we elkaar aanvullen? Je moet wel zicht krijgen op die talenten. Van voetbal leer je dat je talent moet scouten en begeleiden. We hebben in het onderwijs vaak de focus op wat je minder goed kunt, maar investeren in talent is juist ontwikkelen waar je goed in bent. Maak van een spits geen verdediger. Ellenlange competentie lijsten voegen niks toe, alleen papierwerk. In gesprek kun je je talenten etaleren en dat levert wat op. Stel voor personeel de basisvaardigheid vast en geef daarnaast de ruimte om te excelleren. Wat is er nou leuker dan doen waar je goed in bent. Je personeel bloeit op en je ziekteverzuim daalt gegarandeerd.
Dat is voor mij de eerste opbrengst. De tweede is het inzicht dat een netwerk, buiten de eigen werkomgeving, voor iedereen verplicht wordt voor je professionele ontwikkeling. Het is net werk, alleen net even anders. Johan Heddema directeur-bestuurder Penta Primair in Grootegast
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
10
5 11
06
Actueel
Passend Onderwijs - Aan de slag! Kort voor de zomervakantie werd na een erg lange aanloop duidelijk wat de kaders en het invoertempo zouden worden van Passend Onderwijs en de hiermee samenhangende bezuinigingen. Terwijl ondertussen de definitieve wetgeving hieromtrent vorm krijgt, moeten alle betrokken partijen aan de slag met de inhoudelijke uitwerking. Gelet op het voorgeschreven tijdpad kan alvast één conclusie worden getrokken: treuzelen is geen optie!
Definitieve regio-indeling Tegelijk met de definitieve koers Passend Onderwijs maakte de Minister in juni ook bekend hoe de regio-indeling eruit komt te zien, die in plaats komt van de huidige samenwerkingsver banden WSNS en VO. Het is nu aan de partners binnen die regio’s om de verdere uitwerking van Passend Onderwijs vorm te geven. Er zijn nog ontzettend veel vragen waarop deze partners, in gezamenlijkheid, antwoord moeten geven. Om er een paar te noemen: - Hoe worden inhoudelijke keuzes getoetst aan de nieuwe financiële bandbreedte? - Hoe beslissen we hoe het beschikbare geld straks wordt verdeeld? - Wat betekent de invoering van Passend Onderwijs voor de personele verplichtingen die zijn aangegaan binnen de huidige samenwerkingsverbanden? - Welke indicatoren dienen te worden geformuleerd om voor elk kind het gewenste onderwijs te kunnen organiseren en bekostigen? - Hoe stellen we de wettelijk voorgeschreven onderwijszorgprofielen op?
De bekostiging van de leerlingzorg wordt met de invoering van Passend Onderwijs grondig herzien.
Referentiekader Passend Onderwijs Om het onderwijsveld te ondersteunen bij de invoering van Passend Onderwijs zal vanuit het Ministerie, in samenwerking met de verschillende belangenorganisaties, een aantal instrumenten worden aangereikt. Eén van die instrumenten is het referentiekader, dat inmiddels als concept aan het veld is voorgelegd. In dit referentiekader wordt zowel ten aanzien van het inrichten van de leerling zorg, als ten aanzien van het verdelen van middelen een aantal mogelijke opties geschetst. Hoe dit vervolgens binnen de verschillende regio’s wordt uitgewerkt, is een kwestie van afspraken maken.
geld overblijft. Want als de kosten voor speciaal (basis)onderwijs zo hoog zijn dat er geld tekort is, moet dit worden aangevuld door het reguliere onderwijs. Hiermee wordt duidelijk dat Passend Onderwijs niet alleen ingrijpend is voor het speciaal onderwijs (wat ten onrechte nog wel eens wordt gedacht), maar dat iedereen hiervan de gevolgen zal merken.
Op 6 oktober organiseerden we op de Metrium-vestiging in Hoogeveen de tweede klantbijeenkomst Passend Onderwijs. Aan de hand van presentaties van Cadenza-directeur Gert van Tol en Metrium-consultants Ben Mooibroek en Karsten Hiemstra hebben we, samen met ongeveer twintig geïnteresseerde klanten, de actualiteit rondom Passend Onderwijs besproken.
Klantenbijeenkomst 6 oktober Om klanten goed van dienst te kunnen zijn rondom Passend Onderwijs, hebben METRIUM en Cadenza Onderwijsconsult de handen ineen geslagen. Op deze manier kunnen zowel bestuurlijke en organisatorische (METRIUM) als onderwijskundige (Cadenza) vragen worden beantwoord.
Tijdens deze bijeenkomst stelden we vast dat er sprake is van een gigantische uitdaging. Enerzijds vanwege de bezuinigingen, anderzijds omdat er inhoudelijk en organisatorisch nog ontzettend veel moet worden uitgewerkt én dan ook nog binnen een erg krap tijdpad. Dit betekent dat er door iedereen hard zal moeten worden gewerkt aan de uitwerking binnen de regio, en op
basis daarvan het in beeld brengen van de (mogelijk ingrijpende) gevolgen voor de verschillende scholen en schoolbesturen. Door het unieke karakter van de samenwerking tussen Cadenza en METRIUM zijn wij in staat om de komende tijd u te ondersteunen bij alle voorkomende vragen in deze complexe verandering. Wie weet komt de Minister, op basis van de informatie die daaruit naar voren komt, nog tot hernieuwde inzichten. Daarop wachten is echter niet raadzaam, dus het enig mogelijke advies luidt op dit moment: aan de slag! METRIUM en Cadenza zullen u daarvoor actief benaderen. Mocht u nu al vragen hebben neem gerust contact op met
[email protected] Karsten Hiemstra
Karsten Hiemstra
Naar een nieuw zorgbudget De bekostiging van de leerlingzorg wordt met de invoering van Passend Onderwijs grondig herzien. De huidige budgetten voor de samenwerkingsverbanden, de Rijksbekostiging voor het speciaal onderwijs, de LGF-middelen (rugzakjes) en de middelen voor ambulante begeleiding worden op één hoop geveegd. Hierop worden vervolgens de (door velen verguisde) bezuinigingen van € 300 miljoen in mindering gebracht. Wat overblijft vormt de basis voor het nieuwe zorgbudget. Van dit nieuwe zorgbudget moeten de kosten van het speciaal (basis)onderwijs in de regio worden betaald. Wat overblijft kan worden ingezet voor leerlingzorg in het reguliere onderwijs… áls er
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
12
5 13
07
Terzake
Van vereniging naar stichting: waarom en hoe? Van de 7.500 scholen in het primair onderwijs is pakweg een derde openbaar, een derde katholiek en een derde protestants christelijk. Het merendeel van het primair onderwijs is ondergebracht in een stichting. Ook in het protestants christelijk onderwijs wordt de stichtingsvorm steeds populairder. Het is een trend die onomkeerbaar lijkt. Wat is er aan de hand?
Het leek vroeger zo duidelijk: het openbaar onderwijs was van de gemeente, het katholiek onderwijs was een stichting en het protestants christelijk onderwijs was een vereniging. Maar de stichtingsvorm wint aan alle kanten aan populariteit. Bijna de helft van de bij de Besturenraad aangesloten besturen heeft al de stichtingsvorm. Daar zijn wel een aantal motieven voor aan te voeren: -D oor schaalvergroting zijn ouders minder betrokken bij de vereniging als totaal. Veel ouders zijn betrokken bij de school van hun kind en minder bij bestuurlijke zaken. -F ormele betrokkenheid van ouders is keurig geregeld via de WMS (Wet medezeggenschap scholen). Informatierecht, adviesrecht en instemmingsrecht is op tal van terreinen duidelijk, voor iedere ouder. Het maakt daarbij niet uit of men lid is van een vereniging. Alle ouders hebben dezelfde rechten. -D e professionalisering van scholen, waarbij de bedrijfsmatige kant en de onderwijsinhoudelijke kant steeds meer met elkaar verweven zijn. Het financiële en personele beleid staan niet meer op zich maar zijn integraal onderdeel van wat een school wil bereiken. Het model waarbij het bestuur de financiën regelt en de school directeur het onderwijs, raakt uit de tijd. Bij deze verschuivingen is het passend na te denken over de organisatievorm. Veel verenigingen hebben gekozen voor de stichtingsvorm omdat dit in hun situatie beter past. Dat de verenigingsvorm wordt losgelaten is soms jammer, maar vaak nodig om een schoolorganisatie te krijgen die beter met alle externe ontwikkelingen kan omgaan. Hoe ziet zo’n proces van omzetting eruit? In de praktijk zal, al dan niet bewust, een fasering gehanteerd worden. De allerbelangrijkste vraag luidt: is de stichting iets voor ons? Stichtingen voor christelijk onderwijs kom je bij grote en kleine organisaties tegen. Omvang is niet het enige criterium. De bestuurscultuur, de kwaliteit van het management, de
voorkeuren van bestuur en directie, de betrokkenheid van de leden: het speelt allemaal een rol. Als het bestuur van de vereniging na deze fase van overweging met verschillende betrokkenen op deze vraag ‘ja’ zegt kan de realisatie worden georganiseerd. Het is in deze volgende fase verstandig stil te staan bij de vraag: hoe willen we in de nieuwe situatie werken? Aandachtspunten zijn de mandatering van de directie, de verdeling van taken binnen de directie (als die uit meerdere personen bestaat), vormgeving van de toezichthoudende rol van het bestuur, garanties inbouwen voor de identiteit, communicatie naar de huidige leden, de (G)MR en het personeel. Wanneer dat duidelijk is kan de formele realisatie beginnen.
“ Bijna de helft van de bij de Besturenraad aangesloten besturen heeft al de stichtingsvorm.” De formele aspecten vallen mee als je weet waarop je moet letten. De omzetting gebeurt in twee stappen: de leden geven toestemming tot omzetting. Hiervoor is een meerderheid vanuit de leden nodig van 9/10 van de uitgebrachte stemmen. Vervolgens keuren de leden de nieuwe statuten goed. Formeel is er geen sprake van opheffing van de vereniging, maar de vereniging wordt omgezet in een stichting. Er zijn dus geen vermogens- of arbeidsrechtelijke gevolgen. De uiteindelijke omzetting wordt via de rechtbank vastgesteld, iets wat de notaris regelt. Keuze Welke keuze ook gemaakt wordt, het is belangrijk erover na te denken. Wilt u een verkenning uitvoeren naar de voor- en nadelen in uw specifieke situatie neem dan contact op met METRIUM. Wim Sipma
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
14
5 15
08
Update
Toezicht houden en integriteitsbeleid In augustus 2010 is de Wet goed onderwijs, goed bestuur van kracht geworden. In deze wet is onder meer geregeld dat het interne toezicht op het bestuur zo geregeld moet zijn dat er een functiescheiding is tussen intern toezicht en het bestuur. De organisatievorm is daarbij vrijgelaten. De functiescheiding is een wettelijk vereiste waaraan alle schoolbesturen vanaf 1 augustus 2011 moeten voldoen. Dit betekent dat sinds die datum ieder schoolbestuur de functiescheiding gerealiseerd moet hebben en volgens deze principes moet werken.
Veel van onze klanten in het PO en VO hebben, mede onder begeleiding van METRIUM, de verplichte scheiding tussen bestuur en toezicht al formeel geregeld. Anderen zijn in een afrondende fase. We merken dat er geregeld gevraagd wordt: en hoe nu verder? Want het formele is maar één kant van de zaak. Hoe zorg je ervoor dat iedereen (bestuur/directie, toezichthouder) zich aan zijn rol
“Hoe zorg je als bestuur bijvoorbeeld voor een hoge effectiviteit van het risicomanagement? ” houdt? Hoe geef je als intern toezichthouder vorm aan je toezichthoudende functie? Welke informatie is belangrijk en welke niet? Hoe zorg je als bestuur bijvoorbeeld voor een hoge effectiviteit van het risicomanagement? Hoe geef je als bestuur zekerheid aan de interne toezichthouder dat de organisatie ‘in control’ is?
Een andere relevante vraag is hoe ook andere medewerkers uit de organisatie hierbij kunnen worden betrokken, immers Good Governance richt zich op àlle belanghebbenden binnen een organisatie, de daarmee samenhangende doelstellingen van de organisatie en de verantwoordelijkheid van de leiding van de organisatie om deze doelstellingen te verwezenlijken. Een trend welke al geruime tijd in andere sectoren ‘good practice’ is, lijkt over te waaien naar het onderwijs, namelijk het formuleren en hanteren van integriteitbeleid! Hierin dienen duidelijke gedragsregels te zijn beschreven voor zowel het bestuur, het management als het personeel. Hierbij kunt u onder andere denken aan een gedragscode en een meldprocedure. De geschreven gedragscode is één van de meest effectieve middelen om ethisch gedrag te promoten binnen een organisatie. De code moet een duidelijke vertaling geven van de waarden en normen waar de school voor staat. In het christelijk onderwijs zijn deze veelal in de statuten geborgd. Met andere woorden: in dit
Ben Mooibroek
Workshops document zijn de gedachten vastgelegd van het bestuur, het management en de medewerkers, over de manier waarop hieraan wordt vormgegeven. De meldprocedure, ook wel ‘klokkenluiderregeling’ genoemd, in combinatie met een vertrouwenspersoon integriteit (VPI) biedt vervolgens de mogelijkheid om misstanden aan het licht te brengen. Ben Mooibroek
Om hierover met u door te praten en op de hierboven geschetste praktische vragen antwoord te geven organiseren we twee workshops, op 15 november in Leeuwarden en 22 november in Hoogeveen. Deze workshops worden geleid door Ben Mooibroek en Wim Sipma en zijn bestemd voor toezichthouders, bestuursleden en directeuren. Op een avond praten we u bij over de hoofdlijnen van het toezicht houden. De opzet is een kleine groep van maximaal tien besturen, twee personen per bestuur. Wij vragen hiervoor een bijdrage van € 150,- per bestuur (twee personen). U ontvangt hiervoor nog een uitnodiging, maar u kunt zich ook nu al opgeven via
[email protected] onder vermelding van workshop ‘Bestuur en Toezicht’. Uiteraard kunnen besturen ook bij ons terecht voor een workshop op maat.
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
16
5 17
09
Terzake
Payroll: professioneel werkgeverschap Uw personeel bepaalt in grote mate de kwaliteit van uw bedrijfsvoering. Of het nu gaat om een school, de kinderopvang of een gemeentelijke instelling, het begint bij het personeel. Deze kwaliteit gaat vaak samen met professionaliteit en vakvolwassenheid. Vakvolwassenheid door meer te doen dan alleen de functieomschrijving aangeeft en professionaliteit door deze keer op keer te willen verbeteren. Dit is ook waar METRIUM Payroll voor staat “dienstverlening altijd willen verbeteren ten opzichte van de gemeenschappelijke standaard”. Het ‘willen’ alleen is niet voldoende, je moet ook kunnen aantonen dat je het doet. Om deze redenen zijn er kwaliteitskeurmerken in het leven geroepen.
Recentelijk zijn wij conform NEN-4400 normen gecertificeerd en beschikken wij over het kwaliteits keurmerk van de Stichting Normering Arbeid (SNA). Dit SNA-keurmerk is van belang omdat het aangeeft dat METRIUM Payroll de zaken op orde heeft en kwaliteit biedt aan opdrachtgevers en werknemers. Wij worden periodiek getoetst of wij nog steeds voldoen aan de gemeenschappelijke standaard. Met het keurmerk van de SNA is het risico voor de klant beperkt ten aanzien van verhaalsrecht en boetes van de Belastingdienst of andere overheidsinstanties. Naast de hiervoor genoemde kwaliteitseisen heeft METRIUM Payroll zich kunnen aansluiten bij de Vereniging voor Payroll Ondernemingen (VPO). Met deze aansluiting onderscheiden wij ons van de vele andere partijen in de markt die ook payroll aanbieden. Het Vervangingsfonds kent namelijk de mogelijkheid
“Ook bij afwezigheid door ziekte onderscheiden wij ons in onze dienstverlening.”
van externe vervanging via payrollen, mits de payroll-onderneming aangesloten is bij de VPO.
bezig met het ontwikkelen van een kwaliteitskeurmerk voor professioneel werkgeverschap. Dit keurmerk is een vorm van arbeidsvoorwaarden regeling bovenop de per januari 2012 geldende ´kale´ ABU-CAO. Dit pakket aan arbeidsvoorwaarden past uitstekend binnen de visie die METRIUM Payroll heeft. Het klinkt mooi, maar de markt vraagt tijdens momenten van bezuinigingen om lagere lasten. De afgelopen maanden waren de vakbonden erg actief en hebben zich veel laten horen. Alles met één doel, de werknemers beschermen en meer rechten geven. Echter, het is met de marktontwikkeling niet altijd mogelijk om deze bescherming te bieden. Bij afname van inkomsten dienen de uitgaven hierop aangepast te worden. Mensen benoemen en vervolgens de verplichting hebben om ze te moeten herbenoemen, past niet als er geen financiële of formatieve ruimte is. Niets is fijner om dan gebruik te kunnen maken van een bedrijf dat goed is voor uw personeel. Zo kunt u het zelf geworven personeelslid toch inzetten, terwijl u tegelijkertijd een flexibele schil om uw personeelsbestand bouwt. Wij mogen werknemers acht tijdelijke contracten geven
binnen een periode van 3,5 jaar, terwijl u nog steeds de persoonlijke aansturing heeft, u nog steeds de gesprekken voert en u ook het toezicht houdt op uw werknemers en kwaliteit. METRIUM Payroll neemt de salarislasten en overige werk geversverplichtingen op zich. Na afloop van het dienstverband heeft uw werknemer in de meeste gevallen gewoon recht op een uitkering, zonder dat deze op u verhaald kan worden. Een ander voordeel kan zijn dat vanuit onze vestigingsadministratie het vaak al mogelijk is om arbeidsverleden en andere medewerkergegevens op te vragen of te achterhalen (zoals een geldig ID-bewijs of VOG). Dit bespaart u werk en daarmee tijd. Met METRIUM Payroll houdt u dus de aansturing en zeggenschap over de kwaliteit van bedrijfsvoering en zorgen wij goed voor een zo klein mogelijk verschil tussen uw intern en ‘extern’ personeel. Daarmee is professioneel werkgeverschap meer dan alleen juridisch werkgeverschap. Wij zijn er trots op om ons hierin te onderscheiden. Sebastiaan de Groot
Sebastiaan de Groot
Andere payroll-organisaties zeggen de salarisbetaling te hanteren conform cao, er zijn echter weinig organisaties die dit strikt volgen. De verschillen ontstaan vaak in uitbetaling van eindejaarsuitkeringen en overige toeslagen en heeft hierdoor invloed op de pensioenopbouw van betrokken werknemers. METRIUM Payroll heeft inmiddels voor ruim 475 payrollers de verloning gedaan. Ook bij afwezigheid door ziekte onderscheiden wij ons in onze dienstverlening. Wij betalen bij afwezigheid i.v.m. ziekte de afwezige werknemer door, maar stoppen standaard de facturatie na een periode van vijf wachtdagen. Wij denken met u mee of payroll werkelijk de oplossing voor u is, wij hebben inhoudelijke kennis van de markt en wij zijn transparant in onze afspraken. Per 1 januari 2012 vindt een wijziging plaats binnen de VPO. Alle aangesloten leden van de VPO zijn
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g
18
5 19
METRIUM Leeuwarden Archipelweg 204 Postbus 586 8901 BJ Leeuwarden T (058) 2677277 F (058) 2660004 METRIUM Groningen Peizerweg 87-c Postbus 70130 9704 AC Groningen T (050) 5472121 F (050) 5791873 METRIUM Enschede Capitool 1 Postbus 195 7500 AD Enschede T (053) 4803600 F (053) 4357035 METRIUM Hoogeveen Crerarstraat 6A Postbus 2073 7900 BB Hoogeveen T (0528) 820920 F (0528) 233524
Aangenaam o n d e rw i j s d i e n s t v e r l e n i n g