Methodologie Midterm Evaluatie POP2

Methodologie Midterm Evaluatie POP2 Bijlagerapport bij de Midterm Evaluatie Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 Eindrapport december 2010

Opdrachtgever: Regiebureau POP Deze evaluatie is medegefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELPFO): Europa investeert in zijn platteland

Uitgevoerd door ECORYS Nederland BV in samenwerking met Witteveen+Bos

Rotterdam, december 2010

AvD/MS/II20984

ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E [email protected] W www.ecorys.nl K.v.K. nr. 24316726 ECORYS Regio, Strategie & Ondernemerschap T 010 453 87 99 F 010 453 86 50

AvD/MS/II20984

AvD/MS/II20984

Inhoudsopgave

1 Inleiding

6

2 Methodologie As 1

8

3 Methodologie As 2

26

4 Methodologie As 3

35

5 Methodologie As 4

50

6 Enquête onder begunstigden

56

7 Interviews

58

Bijlage: Enquêtevragen

59

AvD/MS/II20984

AvD/MS/II20984

1 Inleiding

Opzet van het rapport In de hoofdstukken 2 tot en met 5 van dit rapport wordt de methodologie van de midterm evaluatie van het Plattelandsprogramma 2007-2013 (POP2) beschreven in de vorm van beoordelingscriteria tabellen per As. Met deze beoordelingscriteria tabellen is de beoordeling van de voortgang van de maatregelen en de beantwoording van de EUevaluatievragen geoperationaliseerd. In de tabellen wordt aangegeven welke indicatoren en onderzoeksstappen worden gebruikt. De tabellen beschrijven gedetailleerd de methodologie van de midterm evaluatie per As en vormen tezamen het gedetailleerde werkplan voor de evaluatie. In de laatste twee hoofdstukken wordt de wijze beschreven waarop aanvullend informatie is verzameld via een enquête onder een streekproef van begunstigden en interviews met begunstigden en betrokkenen bij de uitvoering van het POP2. Gebruik indicatoren In de beoordelingstabellen is zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de programmaindicatoren (output en resultaat). Echter, een aantal EU-evaluatievragen kan niet worden beantwoord met de bestaande indicatoren. Voor deze vragen zijn door de evaluatoren extra indicatoren toegevoegd om de vraag te kunnen beantwoorden. Streefwaarden 2007-2009 In het programmadocument POP staan geen streefwaarden voor de periode 2007-2009 genoemd. In overleg met de begeleidingsgroep hebben de evaluatoren zelf een streefwaarde voor de periode 2007-2013 vastgesteld. Voor de beoordeling of de uitvoering van het programma op koers ligt, wordt een bandbreedte aangehouden: de waarde van een indicator gerealiseerd in de periode 2007-2009 ligt tussen 30% en 50% van het in het programma vastgelegde einddoel (streefwaarde in 2013). Bij de vaststelling van deze bandbreedte is rekening gehouden met het feit dat pas halverwege 2007 de formele instemming van de EU bekend was en de feitelijke uivoering van POP2 kon beginnen. Samen met de mogelijkheid om gedurende twee jaar na de formele einddatum van het programma (2013) nog verplichtingen aan te gaan, betekent dit dat de feitelijke uitvoeringsperiode voor het POP2 bijna 9 jaar betreft. De benedengrens van de bandbreedte is hiervan afgeleid. Ligt de gerealiseerde waarde onder of boven deze bandbreedte dan is dat een signaal voor nader onderzoek en eventuele acties. Voor elke indicator is de concrete bandbreedte aangegeven in de tabel. Dataverzameling Per indicator is aangegeven welke bron is gebruikt. Voor sommige indicatoren staan meerdere bronnen aangegeven, bijvoorbeeld monitoringdata, enquête en/of interviews. Hierbij zal het principe gelden dat primair gekeken is naar de monitoringdata, maar als deze er niet zijn of onvolledig zijn, gebruik is gemaakt van de informatie uit de enquête Methodologie Midterm Evaluatie POP2

6

c.q. interviews. In andere gevallen zijn de verschillende bronnen complementair aan elkaar gebruikt. Aansluiting op de EU vragen Geconstateerd wordt dat de EU vragen niet altijd direct aansluiten bij de wijze waarop in het Nederlandse POP2 maatregelen zijn vorm gegeven. Zo wordt bijvoorbeeld in As 3 bij elke maatregel gevraagd naar de bijdrage aan leefkwaliteit, terwijl de maatregelen hier niet expliciet op zijn gericht. In de enquête c.q. interviews is een algemene vraag gesteld in hoeverre POP2 maatregelen hebben bijgedragen aan de verbetering van de leefkwaliteit in de plattelandsgebieden. Tegelijkertijd geldt dat als gebruik wordt gemaakt van de bestaande indicatoren, EU vragen niet beantwoord kunnen worden. In dat geval zijn de aanvullende indicatoren gebruikt.

Methodologie Midterm Evaluatie POP2

7

2 Methodologie As 1

Maatregel 111: Beroepsopleiding en voorlichting Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator

Beoordelingscriterium

Bron

Wijze van beoordelen

Aantal deelnemers: 12.500

Aantal deelnemers die een

12.500 deelnemers

Analyse monitoring data

Bij beoordelingcriterium aangegeven

Aantal deelnemers aan

opleidingsactiviteit op het

uitgesplitst naar:

(financieel en output-

aantallen:

opleiding/voorlichting (unieke personen);

gebied van land- en/of

A+B: 700

resultaat indicatoren)

< 30%: negatief oordeel

uitgesplitst naar:

bosbouw, met succes hebben

(bandbreedte: 210 – 350)

30 < 50%: neutraal oordeel

- A. aantal gevolgde trainingen en opleidingen;

beëindigd.

C: 7.100

> 50%: positief oordeel

- B. aantal ontvangen adviezen

(bandbreedte: 2.130 – 3.550)

(rekening houdend met een

- C. aantal deelnemers aan

D: 4.700

slagingspercentage van 72%)

demonstratieprojecten;

(bandbreedte: 1.410 -2.350)

- D. aantal deelnemers aan praktijknetwerken.


8

Output indicator

Resultaatindicator

Aantal ontvangen trainingdagen: 36.700

Aantal trainingsdagen


Bron


36.700 (streefwaarde)



Aantal ontvangen trainingsdagen (van

Uitgesplitst naar:


aantallen:

alle deelnemers); uitgesplitst naar

A+B: 1.400



- A. aantal gevolgde trainingen en opleidingen;



- B. aantal ontvangen adviezen

C: 7.100


- C. aantal deelnemers aan

(bandbreedte: 2.130 – 3.550)

demonstratieprojecten;

D: 28.200

- D. aantal deelnemers aan

(bandbreedte: 8.460 –

praktijknetwerken.

14.100) LEI: op sectorniveau welke

Ontwikkeling toegevoegde waarde bij

toegevoegde waarde bij de

ontwikkeling in de periode

begunstigden en totale sector inzichtelijk

gesteunde bedrijven /

2007-2009 heeft

maken.

ondernemingen naar sector

plaatsgevonden.

Stijging van de bruto

0 (streefwaarde)

Enquête: Welke inkomensontwikkeling hebben de begunstigden in de periode 2007-2009 doorgemaakt?


9

EU-vragen EU vraag 111.1: In welke mate hebben de acties op het gebied van opleidingen, voorlichting en verspreiding van kennis tot een verbetering van andere aspecten in verband met het concurrentievermogen van de landbouw-, voedsel- en bosbouwsector? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Verband tussen acties op het gebied van

Interviewvraag: In hoeverre hebben

Interviews met opleidingsinstituut

De kwalitatieve eindbeoordeling is

opleidingen, voorlichting en verspreiding van

acties op het gebied van

c.q. bedrijfsconsultant (bijv. DLV) /

afhankelijk van de resultaten van de

kennis en ontwikkeling concurrentievermogen

opleidingen, voorlichting en

Expertbeoordeling

interviews en het oordeel dat door

Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 111

verspreiding van kennis geleid tot

de experts wordt gegeven.

een versterking van het concurrentie-vermogen van de land-, voedsel- en bosbouwsector

EU vraag 111.2: In welke mate hebben opleidingsactiviteiten een bijdrage geleverd aan duurzaam landbeheer (inclusief duurzaam beheer natuurlijke hulpbronnen)? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Verband tussen acties op het gebied van

Interviewvraag: In hoeverre



opleidingen, voorlichting en verspreiding van

hebben acties op het gebied van


afhankelijk van de resultaten van

kennis en ontwikkeling van duurzaam

opleidingen, voorlichting en

Expertbeoordeling

de interviews en het oordeel dat

landbeheer

verspreiding van kennis geleid tot

(inclusief duurzaam beheer natuurlijke

duurzaam landbeheer


door de experts wordt gegeven.

hulpbronnen)


10

EU vraag 111.3: In welke mate zijn de cursussen waarvoor bijstand is verleend, afgestemd op de behoeften en in overeenstemming met de andere maatregelen van het programma? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Interviewvraag 1: In welke mate



zijn de cursussen waarvoor



bijstand is verleend, afgestemd op

Expertbeoordeling

de interviews en het oordeel dat

Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 111 Match behoefte en aanbod cursussen

de behoeften van ondernemers in


de agrarische sector? Interviewvraag 2: In hoeverre wordt bij het opstellen van het opleidingsaanbod rekening gehouden met de behoefte in de sector, ofwel hoe vindt het proces van behoefteinventarisatie plaats? Match onderwerpen waarin in de cursussen

Match onderwerpen waarin in de



aandacht is besteed met onderwerpen

cursussen aandacht is besteed


afhankelijk van het oordeel dat

maatregelen van As 1

met onderwerpen maatregelen van

Expertbeoordeling


As 1


11

Maatregel 114: Gebruik adviesdiensten Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal begunstigden: 14.175

Aantal gesteunde landbouwers:




ingedeeld naar:

(bandbreedte: 4.252,5 – 7.087,5)

(financieel en output-resultaat

aantallen:

indicatoren)


Verdeling naar ontvangen steun:

- bijlage III of bijlage IV van Vo.

- gelijk aan/meer dan €15.000 of

1782/2003


- minder dan €15.000

> 50%: positief oordeel LEI: op sectorniveau welke

Ontwikkeling toegevoegde waarde bij

waarde bij de gesteunde bedrijven /

ontwikkeling in de periode 2007-

begunstigde bedrijven inzichtelijk


2009 heeft plaatsgevonden.

maken (naar sector).

Stijging van de bruto toegevoegde

0 (streefwaarde)

Enquête: Welke inkomensontwikkeling hebben de begunstigden in de periode 20072009 doorgemaakt?


12

EU-vragen EU vraag 114.1: In welke mate heeft het programma het beheer en de economische prestaties van landbouw- en bosbouwbedrijven verbeterd? Toelichting: a) productietechnieken b) kwaliteitsnormen c) arbeidsveiligheid d) beheer van natuurlijke hulpmiddelen? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 114 Ad a) verbetering beheer

Enquêtevragen:

Inschatting in welke mate de

productietechnieken en verbetering

(opmerking: onderstaande formuleringen aanscherpen obv de projecten

uitgevoerde projecten onder

economische prestaties

waarmee de respondenten bekend zijn)

maatregel 114 hebben geleid tot

productietechnieken

a1) In hoeverre heeft het programma volgens u geleid tot een verbetering

verbetering in beheer en de

Ad b) verbetering beheer

van het beheer van productietechnieken?

economische prestaties van

kwaliteitsnormen en verbetering

a2) In hoeverre leidt een verbetering van het beheer van

landbouw- en bosbouwbedrijven.


productietechnieken volgens u tot een verbetering van de omzetprestatie

Ofwel het verband tussen de vraag 1

kwaliteitsnormen

van uw bedrijf?

en vraag 2 van de desbetreffende

Ad c) verbetering beheer

b1) In hoeverre heeft het programma geleid tot een verbetering van het

enquêtevragen.

arbeidsveiligheid en verbetering

beheer van kwaliteitsnormen?


b2) In hoeverre leidt een verbetering van het beheer van kwaliteitsnormen

arbeidsveiligheid

volgens u tot een verbetering van de omzetprestatie van uw bedrijf?

Ad d) verbetering beheer natuurlijke

c1) In hoeverre heeft het programma geleid tot een verbetering van het

hulpmiddelen en verbetering

beheer van arbeidsveiligheid?

economische prestaties natuurlijke

c2) In hoeverre leidt een verbetering van het beheer van arbeidsveiligheid

hulpmiddelen

tot een verbetering van de omzetprestatie van uw bedrijf? d1) In hoeverre heeft het programma geleid tot een verbetering van het beheer van natuurlijke hulpmiddelen? d2) In hoeverre leidt een verbetering van het beheer van natuurlijke hulpmiddelen tot een verbetering van de omzetprestatie van uw bedrijf?


13

EU vraag 114.2: In welke mate heeft het programma een bijdrage geleverd aan het verbeteren van het menselijk potentieel van de landbouw? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Ontwikkeling menselijk potentieel van de

Enquêtevraag: In welke mate heeft

Enquête / Expertbeoordeling


landbouw-, voedsel- en bosbouwsector

het programma binnen uw bedrijf


een bijdrage geleverd aan het

de enquête en het oordeel dat door

verbeteren van het menselijk

de experts wordt gegeven..


potentieel (inzicht, kennis en kunde)?

EU vraag 114.3: In welke mate heeft het programma een bijdrage geleverd aan het verbeteren van het concurrentievermogen van de landbouw? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Verband tussen het programma en

Interviewvraag: In hoeverre heeft

Deskresearch / Expertbeoordeling

De kwalitatieve eindbeoordeling

concurrentievermogen van de landbouw

het programma geleid tot een

is afhankelijk van de resultaten

versterking van het

van het deskresearch, de

concurrentievermogen van de

interviews en het oordeel dat

landbouw?



Maatregel 121: Modernisering landbouwbedrijven Output en resultaat Output indicator


Bron


Aantal ondernemingen:

Resultaatindicator


Analyse monitoring data (financieel

Bij beoordelingcriterium


- aantal jonge landbouwers:

en output-resultaat indicatoren)

aangegeven aantallen:


1.600 (bandbreedte: 480 – 800)


- aantal duurzaamheid-


investeringen: 1.150 (bandbreedte:


14

Output indicator

Resultaatindicator


Bron


345 – 575) Totale volume van de

€ 1.170 mln. (streefwaarde)


investeringen: € 1.170 mln.

Waarvan:


(streefwaarde)

- Jonge landbouwers: €222 mln. (bandbreedte: 66,6 – 111

Onderverdeling naar type

mln)

investeringen

- Duurzaamheid: €948 mln. (bandbreedte: 284,4 – 474 mln.)

Nationale milieumaatregelen:

- Ammoniakemissiereductie / jaar: 4


gerealiseerde emissiebeperking

kton (na uitvoering van alle


uitgedrukt in kg ammoniak of CO2-

investeringen).

equivalenten waar van

- CO2-reductie/jaar: 0,25 mton (na

toepassing.

uitvoering van alle investeringen). Stijging van de bruto toegevoegde

2% (streefwaarde)

LEI: op sectorniveau welke

waarde bij de gesteunde

ontwikkeling in de periode 2007-

bedrijven/ondernemingen naar

2009 heeft plaatsgevonden.

sector

Enquête: Welke inkomensontwikkeling hebben de begunstigden in de periode 20072009 doorgemaakt?

Aantal bedrijven / ondernemingen



die

(Bandbreedte: 480 – 800)


nieuwe producten en/of nieuwe technieken hebben geïntroduceerd naar sector


15

EU-vragen EU vraag 121.1: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen een bijdrage geleverd aan a) beter gebruik van productiefactoren b) introductie van nieuwe technologieën en innovatie? Output indicator

Resultaatindicator


Bron



EU vraag 121.2: In welke mate hebben de ondersteunende investeringen een bijdrage geleverd aan verbetering markttoegang en marktaandeel? Output indicator

Resultaatindicator


Bron

Enquêtevraag: In welke mate

Enquête/ Expertbeoordeling


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 121 Vaststellen bijdrage verbeterde markttoegang


hebben de onder-steunende


investeringen een bijdrage


geleverd aan verbetering


markttoegang van uw bedrijf?

EU vraag 121.3: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen een bijdrage geleverd aan blijvende en duurzame activiteiten? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Vaststellen bijdrage aan blijvende en

Enquêtevraag: In welke mate

Enquête/ Expertbeoordeling

duurzame activiteiten

hebben de onder-steunende


investeringen een bijdrage


geleverd aan blijvende en


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 121 De kwalitatieve eindbeoordeling is

duurzame activiteiten?


16

EU vraag 121.4: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen een bijdrage geleverd aan verbetering concurrentievermogen landbouw? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Verband tussen ondersteunende investeringen


Deskresearch / Interviews (bijv.


en concurrentievermogen van de landbouw

hebben de ondersteunende

Productschap Tuinbouw) /


investeringen geleid tot een

Expertbeoordeling

het deskresearch, de interviews en


versterking van het

het oordeel dat door de experts

concurrentievermogen van de

wordt gegeven.

landbouw?

Maatregel 123: Verhoging toegevoegde waarde van land- en bosbouwproducten (nog niet uitvoering genomen) Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Interviews

Waarom is de maatregel nog niet in uitvoering genomen?

EU-vragen Output indicator

Resultaatindicator




Bron


Interviews

17

Maatregel 124: Samenwerking bij innovatie Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal ondersteunde

120 (streefwaarde)



samenwerkingsinitiatieven: 120 (naar sector en



aantallen:



type samenwerkingsinitiatief)

30 < 50%: neutraal oordeel > 50%: positief oordeel Stijging van de bruto

3% (streefwaarde)


toegevoegde


waarde bij de gesteunde

2007-2009 heeft

bedrijven/ondernemingen naar

plaatsgevonden.

sector

Enquête: Welke inkomensontwikkeling hebben de begunstigden in de periode 2007-2009 doorgemaakt?

Aantal bedrijven /

40 (streefwaarde)


ondernemingen die



nieuwe producten en/of nieuwe


technieken hebben geïntroduceerd


18

EU-vragen EU vraag 124.1: In welke mate heeft de steun de markttoegang en marktaandeel van primaire landbouw- en bosbouwproducten verbeterd dankzij samenwerking van de betrokken partijen in het productieproces bij de ontwikkeling van nieuwe producten, procédés en technologieën? Output indicator

Resultaatindicator


Bron Enquête / Expertbeoordeling


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 124 Vaststellen bijdrage aan bevordering van

Enquêtevraag: In welke mate heeft

markt-toegang en marktaandeel van primaire

samenwerking met de betrokken


landbouw- en bosbouwproducten dankzij

partijen in het productieproces de


samenwerking van de betrokken partijen in het

markttoegang bevorderd?


productieproces bij de ontwikkeling van

(opmerking: bovenstaande

nieuwe producten, procédés en technologieën.

formulering aanscherpen o.b.v. de


betreffende partijen waarmee de respondenten bekend zijn).

EU vraag 124.2: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren concurrentievermogen? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Deskresearch / Expertbeoordeling


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 124 Ontwikkeling concurrentievermogen door

In hoeverre heeft samenwerking

samenwerking ter bevordering van de

tussen bedrijven geleid tot een


ontwikkeling van nieuwe producten, procédés

versterking van het concurrentie-

het deskresearch en het oordeel

en technologieën

vermogen van de agrarische

dat door de experts wordt

sector.

gegeven.


19

Maatregel 125: Infrastructuur voor de ontwikkeling / aanpassing van land- en bosbouw Output en resultaat Output indicator

-


Bron


- Kavelruil- en/of infra-



Kavelruil- en/of infrastructurele projecten:

structurele projecten: 350


aantallen:

350




Aantal begunstigden onderverdeeld naar: -

Resultaatindicator

Bedrijfsverplaatsing 50

30 < 50%: neutraal oordeel - Bedrijfsverplaatsingen: 50

Aantal ondersteunde werken:



onderverdeeld naar: - Soort land (landbouw/bosbouw) - Soort operatie (toegang, energievoorziening, waterbeheer, ruilverkaveling/ landverbetering) Totale volume aan investeringen

- Kavelruil- en/of


onderverdeeld naar:

infrastructurele projecten:


- Soort land

€ 202 mln.


(landbouw/bosbouw)

(bandbreedte: 60,6 – 101

- Soort operatie (toegang,

mln.)

energievoorziening, waterbeheer, ruilverkaveling/

- Bedrijfsverplaatsingen:

landverbetering)

€ 51 mln. (bandbreedte: 15,3 – 25,5 mln.)


20

Output indicator

Resultaatindicator


Bron

Nationaal: aantal ha (her)ingerichte

129.000 ha (streefwaarde)


landbouwgrond: 129.000 ha

(bandbreedte: 38,7 – 64,5)



resultaat indicatoren) Stijging van de bruto

3% (streefwaarde)


toegevoegde waarde bij de


gesteunde bedrijven /

2007-2009 heeft


plaatsgevonden. Enquête: Welke inkomensontwikkeling hebben de begunstigden in de periode 2007-2009 doorgemaakt?

EU-vragen EU vraag 125.1: In welke mate heeft het programma door het verbeteren van de infrastructuur een bijdrage geleverd aan het herstructureren en ontwikkelen van het fysiek potentieel? Output indicator

Resultaatindicator


Bron




21

EU vraag 125.2: In welke mate heeft het programma door het verbeteren van de infrastructuur het concurrentievermogen van de land- en bosbouw-bedrijven verbeterd? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 125 Ontwikkeling concurrentievermogen door


Deskresearch (LEI) / Interview


verbetering van de infrastructuur van de land-

hebben de investeringen in de

(bijvoorbeeld LEI/PBL/Provincies) /


en bosbouwbedrijven.

verbetering van de infrastructuur

Expertbeoordeling

het deskresearch, de interviews en

het concurrentievermogen van de

het oordeel dat door de experts

land- en bosbouwbedrijven

wordt gegeven.

verbeterd?

Maatregel 132: Deelname door landbouwers aan voedselkwaliteits-regelingen Output en resultaat Output indicator


Bron


Aantal ondersteunde biologische bedrijven dat

Resultaatindicator

Groei aantal bedrijven met 32



deelneemt: 1.500 (groei van 32 bedrijven)

(streefwaarde), zodat het


aantallen:

aantal begunstigden toe-



neemt van 1.468 tot 1.500


(bandbreedte: 9,6 – 16)


Areaal onder een voedselkwaliteitssysteem/-

Groei van 151.235 ha


label: 200.000 ha (groei van 151.235 ha)

(bandbreedte: 45.371 –

(SKAL; contact met Bas Valk)

75.618 ha)

aangevuld met deskresearch


22

Output indicator

Resultaatindicator


Bron

Waarde van de landbouw-

5% marktaandeel


productie waarvoor een erkend

(streefwaarde)

(SKAL; contact met Bas Valk)

kwaliteitskeurmerk wordt

(3%punt groei tov 2005)

aangevuld met deskresearch


gevoerd / erkende kwaliteitsnormen worden toegepast

EU-vragen EU vraag 132.1: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren van de kwaliteit en doorzichtigheid van het productieproces voor consumenten? Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 132 Vaststellen verbetering van kwaliteit van

Interviewvraag: In hoeverre heeft de steun bijgedragen aan het


het productieproces voor consumenten.

verbeteren van de kwaliteit van het productieproces en hoe heeft zich


dit vertaald in de kwaliteit van producten?

van de interviews en het oordeel dat door de experts wordt gegeven.

Vaststellen verbetering van doorzichtigheid

Interviewvraag: in hoeverre heeft de steun bijgedragen aan het


van het productieproces voor consumenten

verbeteren van de doorzichtigheid van het productieproces en hoe


heeft zich dit vertaald in de kwaliteit van producten?

van de interviews en het oordeel dat door de experts wordt gegeven.


23

EU vraag 132.2: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan a) bevordering markttoegang b) bevordering marktaandeel en/of toegevoegde waarde Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 132 Vaststellen bijdrage aan bevordering van

Enquêtevraag: In hoeverre heeft de steun bijgedragen aan het


markttoegang van landbouwers die

bevorderen van de markttoegang?


deelnemen aan voedselkwaliteits-

van de enquêtes en het oordeel

regelingen;

dat door de experts wordt gegeven.

EU vraag 132.3: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren concurrentievermogen Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 132 Ontwikkeling concurrentie-vermogen door

Interviewvraag: in hoeverre heeft

Interview (bijv.


steun van landbouwers die deelnemen aan

de steun bijgedragen aan het

certificeringbedrijven) /


voedselkwaliteits-regelingen

verbeteren van het

Expertbeoordeling

van de interviews en het oordeel

concurrentievermogen?

dat door de experts wordt gegeven.

Maatregel 133: Activiteiten op het gebied van voorlichting en afzetbevordering (nog niet in uitvoering genomen) Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Interviews


EU-vragen Output indicator

Resultaatindicator




Bron


Interviews

24


25

3 Methodologie As 2

Maatregel 212: Betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden EU Vraag 212.1: In welke mate hebben compenserende vergoedingen een bijdrage geleverd aan het waarborgen van een voortzetting van het gebruik van landbouwgronden in gebieden –zijn de geen berggebieden- met handicaps Indicator


output: aantal afgesloten contracten met

Bron


output: monitoring systeem/

agrariërs, oppervlakte landbouwgronden met

- toename van het aantal

handicap waar vergoeding voor is

vergoedingsafspraken in relatie

overeengekomen

tot vastgesteld mid term doel

resultaat: behoud van landbouwgrond in deze

(inclusief doelstelling in

resultaat: analyse

gebieden

oppervlakte)

beheerovereenkomsten met behulp

- inschatting of de pijplijn

van een enquête onder

voldoende gevuld is om doelen

begunstigden (indien e-

te halen - Nationale indicator behoud van landschap is 136.850 ha

mailadressen beschikbaar zijn)

outputindicatoren

Inschatting van de mate waarin compenserende vergoedingen een bijdrage hebben geleverd aan het waarborgen van een voortzetting van het gebruik van landbouwgronden in gebieden zijnde geen berggebieden- met handicaps

Interview met Provincie, DLG, VOORMALIG LNV


26

EU Vraag 212.2: In welke mate hebben compenserende vergoedingen bijgedragen aan het in stand houden van een van een levensvatbare plattelandsgemeenschap in gebieden - zijnde geen berggebieden - met handicaps Indicator


Bron


De maatregel heeft niet tot doelstelling om bij te dragen aan de leefbaarheid van het platteland. Deze vraag wordt daarom niet gemonitord voor deze maatregel.

EU Vraag 212.3: In welke mate hebben compenserende vergoedingen bijgedragen aan het in stand houden of bevorderen van duurzame landbouwsystemen? Indicator


Bron


resultaat: Bijdrage aan een duurzaam

bijdrage aan milieuaspecten in

resultaat: analyse

Inschatting van de mate waarin het programma een bijdrage heeft

landbouwsysteem, op basis van indicator

relatie tot mid term doel POP2


geleverd aan het in stand houden of bevorderen van duurzame

van een enquête onder de

landbouwsystemen

O.LFA en interviews/ enquete

begunstigden (indien Emailadressen beschikbaar zijn). Interview met Provincie, DLG, VOORMALIG LNV

EU Vraag 212.4: In welke mate hebben compenserende vergoedingen bijgedragen aan het in stand houden van het platteland en verbeteren milieu Indicator


Bron


Instandhouding van het platteland is geen

samenvatten van vraag 212.2. en

samenvatten van vraag 212.2. en

Inschatting in welke mate het programma een bijdrage heeft

doelstelling voor deze maatregel. Verbeteren

212.3

212.3

geleverd aan het in stand houden van het platteland en het

van het milieu wel.

verbeteren van het milieu

resultaat: samenvatten van vraag 212.2. en 212.3


27

Maatregel 214: Agromilieubetalingen EU Vraag 214.1: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het in stand houden of bevorderen van duurzame landbouwsystemen Indicator


Bron



Mate van toename in relatie tot


Inschatting van de mate waarin het programma een bijdrage

agrariërs, oppervlakte landbouwgronden waar

mid term doel.

outputindicatoren

heeft geleverd aan het in stand houden of bevorderen van

vergoeding voor is overeengekomen

In de nulsituatie is de oppervlakte

resultaat: (POP2 indicator 20 - surplus of

21.414 ha, de streefwaarde is

nitrogen, stikstof en fosfaatbalansen PBL;

193.880 ha.

duurzame landbouwsystemen

POP2 indicator 21 bestrijdingsmiddelen CBS/PBL; POP2 indicator 22 areaal biologische landbouw - CBS)

EU Vraag 214.2: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het in stand houden of verbeteren van habitats en biodiversiteit Indicator


Bron


- doelstelling POP2 is


agrariërs over weidevogelbeheer en/ of

geformuleerd in oppervlakte waar

outputindicatoren

akkerranden/ landschapselementen,

contract over is afgesloten.

resultaat: literatuuronderzoek

oppervlakte landbouwgronden waar

Beoordeling is op mate waarin

aanvullende indicatoren


deze oppervlakte gehaald is. Als

biodiversiteit, interviews (DLG,

resultaat:behoud van biodiversiteit - uitgedrukt

onderdeel van de streefwaarde

deskundigen, bijv Alterra).

in omvang populaties (pop2 indicator 17:

onder 214.1 is er voor behoud

population of farmland birds - CBS/SOVON)

van habitats en biodiversiteit een

(POP2 indicator 18: High Nature value

streefwaarde van 96.800 ha

farmland areas)

gesteld (4.700 ha extra


Inschatting van de mate waarin agromilieu-maatregelen hebben bijgedragen aan instandhouding en/ of verbetering van habitats en biodiversiteit

streefwaarde akkerranden). - inschatting of de pijplijn


28

Indicator


Bron


voldoende gevuld is om doelen te halen

EU Vraag 214.3: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het in stand houden of verbeteren waterkwaliteit Indicator


Bron





Inschatting of de agromilieubetalingen bijgedragen hebben aan

agrariërs over beperkingen ten aanzien van


outputindicatoren

het in stand houden of verbeteren van de waterkwaliteit

bemesting en chemische onkruidbestrijding,







deze oppervlakte gehaald is

waterkwaliteit, interviews





POP2 indicator 21 bestrijdingsmiddelen -

te halen

CBS/PBL; POP2 indicator 22 areaal biologische landbouw - CBS)

EU Vraag 214.4: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het in stand houden of verbeteren van de bodemkwaliteit Indicator


Bron





Inschatting of de agromilieubetalingen bijgedragen hebben aan

agrariërs over beperkingen ten aanzien van


outputindicatoren

het in stand houden of verbeteren van de bodemkwaliteit

erosie, bemesting en chemische



onkruidbestrijding, oppervlakte



landbouwgronden waar vergoeding voor is


bodemkwaliteit, interviews (DLG,

overeengekomen


deskundigen bijv alterra,


29

Indicator





te halen

Bron


Waterschap of provincie).

POP2 indicator 21 bestrijdingsmiddelen CBS/PBL; POP2 indicator 22 areaal biologische landbouw - CBS)

EU Vraag 214.5: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het beperken klimaatverandering Indicator


Bron


in het POP2 hoofddocument staan geen


interviews + screening aanvragen

Inschatten in welke mate agromilieu-maatregelen bijgedragen aan

maatregelen genoemd met de doelstelling om


op hoofdlijnen, literatuuronderzoek

het beperken van de klimaatverandering

klimaatverandering te beperken.



output: Inventarisatie van soort en aantal


klimaatverandering

maatregelen dat bijdraagt aan beperking


klimaatverandering


resultaat: productie van hernieuwbare


grondstoffen (POP2 indicator 25) en

te halen

broeikasgassen door agrarische productie (POP2 indicator 26)

EU Vraag 214.6: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het verbeteren landschappen en landschapskenmerken Indicator


Bron





Inschatten in welke mate agromilieu-maatregelen bijgedragen

agrariërs en andere landbeheerders (o.a.


outputindicatoren

hebben aan de verbetering van landschappen en

Waterschappen) over landschapspakketten,


resultaat: interviews (provincie,

landschapskenmerken



VOORMALIG LNV, SBNL, DLG).




30

Indicator


resultaat:behoud van landschappen/ behoud


van kenmerkende landschapselementen in


EHS en/ of Nationale Landschappen

te halen

Bron


EU Vraag 214.7: In welke mate hebben agromilieu-maatregelen bijgedragen aan het verbeteren van het milieu, a) agromilieumaatregelen veeleisend, b) minder veeleisende maatregelen die op grote schaal worden toegepast Indicator


Bron

Wijze van beoordelen samenvatting resultaten 214.3, 214.4 en 215.5

samenvatting resultaten 214.3,

samenvatting resultaten 214.3,

samenvatting resultaten 214.3, 214.4 en 215.5

214.4 en 215.5

214.4 en 215.5

uitsplitsing resultaten 214.1 - 214.6 voor

uitsplitsing resultaten 214.1 -

uitsplitsing resultaten 214.1 - 214.6

Inschatten in welke mate agromilieu-maatregelen hebben

locatiespecifieke maatregelen (bijvoorbeeld in

214.6 voor locatiespecifieke

voor locatiespecifieke maatregelen

bijgedragen aan het verbeteren van het milieu. Met een

EHS/ Nationale Landschappen) en algemeen

maatregelen (bijvoorbeeld in

(bijvoorbeeld in EHS/ Nationale

onderscheid tussen de bijdrage van agromilieumaatregelen die

in te zetten maatregelen

EHS/ Nationale Landschappen)

Landschappen) en algemeen in te

als veeleisend kunnen worden gekarakteriseerd, en

en algemeen in te zetten

zetten maatregelen

locatiespecieke maatregelen en minder veeleisende maatregelen

maatregelen

die op grote schaal worden toegepast

Maatregel 216: Steun voor niet-productieve investeringen EU vraag 216.1: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen op agro-milieugebied Indicator


Bron


onder deze maatregel worden investeringen

- voor POP2 zijn geen


Inschatting van de mate waarin de ondersteunde investeringen

gesubsidieerd om verdroging te bestrijden.

doelstellingen in oppervlakten

outputindicatoren

bijgedragen aan het verwezenlijken van de doelstellingen op

maar ook investering in landschapselementen

geformuleerd, aangezien dit

resultaat: interviews (waterschap,

agromilieu-gebied

etc.

afhankelijk is van

DLG)


beheerplannen. Beoordeling zal

agrariërs over aanvullende maatregelen

plaatsvinden door bijdrage van


31

Indicator


verdrogingbestrijding, oppervlakte

maatregel 216 aan opgave in het

landbouwgronden waar vergoeding voor is

beheerplan

overeengekomen

- streefwaarde aantal

Bron


landbouwers is 360 - inschatting of de pijplijn voldoende gevuld is om doelen uit beheerplannen te halen

EU vraag 216.2: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan het vergroten van de recreatieve waarde voor het publiek van Natura2000-zones en/ of andere gebieden met een hoge natuurwaarden Indicator


Bron


resultaat: aantal gerealiseerde aanvullende

voor POP2 geen kwantitatieve

resultaat: analyse


recreatievoorzieningen, openstelling van

doelstelling geformuleerd,


bijgedragen aan het vergroten van de recreatieve waarde voor het

terreinen voor recreanten

aanpak is een kwalitatieve

van een enquête (indien e-

publiek

beoordeling

mailadressen bekend zijn) interviews met provincie/ DLG (inhoudelijke subsidie afhandelaar).

EU vraag 216.3: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan het in stand houden platteland en verbeteren milieu Indicator


Bron


Instandhouding van het platteland is geen

voor POP2 geen kwantitatieve

resultaat: analyse


doelstelling voor deze maatregel.

doelstelling geformuleerd,


bijdragen aan de instandhouding van het platteland en verbetering

resultaat: Bijdrage van de maatregelen aan

aanpak is een kwalitatieve

van een enquête, interviews met

van het milieu

verdrogingbestrijding, landschap.

beoordeling

DLG/ waterschap/ provincie. meder op basis van vraag 216.1


32

Maatregel 221: De eerste bebossing van landbouwgrond EU vraag 221.1: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het creëren van aanzienlijke bosgebieden in overeenstemming met de bescherming van het milieu Indicator


Bron



- mate waarin mid-term doelen


Inschatting van de mate waarin de maatregel bijdraagt aan het

grondeigenaren, oppervlakte landbouwgronden

voor POP2 worden gehaald

outputindicatoren

creëren van aanzienlijke bosgebieden en bescherming van het

dat is omgezet naar bos

- doelstelling is 2500 ha, 250

resultaat: indicator R6

landbouwers

resultaat: analyse

- mate waarin de pijplijn voor

beheerovereenkomsten, in relatie

nieuwe contracten gevuld is

tot verandering in bosareaal

milieu

(literatuur) op hoofdlijnen.

EU vraag 221.2: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het creëren van gebieden die duurzaam beheerd worden en die een bijdrage leveren aan de ecologische functies van bossen en aan het voorkomen van natuurlijke catastrofes en bosbranden Indicator


Bron


resultaat: Doelstelling van de maatregel is niet

inschatting of bebossing

resultaat: analyse

inschatting van de bijdrage van de bebossing aan behoud en

natuurlijke catastrofes en bosbranden te

bijdraagt waarschijnlijk niet te

beheerovereenkomsten op

ontwikkeling van ecologische waarden

voorkomen.

relateren aan POP2 doelstelling

hoofdlijnen met behulp van een

bijdrage van de maatregel aan ecologische

enquête begunstigden (indien e-

functies van bossen

mailadressen beschikbaar) + interviews (DLG, bosdeskundigen)

EU Vraag 221.3: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het in stand houden van het platteland en verbetering van het milieu Indicator


Bron


resultaat: Instandhouding van het platteland is

inschatting of bebossing

resultaat: analyse

inschatting van de bijdrage van bebossing aan de leefbaarheid

geen doelstelling voor deze maatregel.

bijdraagt aan POP2 doelstelling

beheerovereenkomsten op

en een gezond milieu

Bos draagt bij aan beperken


hoofdlijnen met behulp van een

33

Indicator


Bron

klimaatverandering door vastleggen CO2 en/ of

enquête(indien e-mailadressen

productie van hernieuwbare grondstoffen

beschikbaar) + interviews (DLG,

(indicator 24 POP 2: production of renewable

bosdeskundigen)


energy). verbertering van het milieu door grotere biodiversiteit


34

4 Methodologie As 3

Maatregel 311: Diversificatie naar niet-agrarische activiteiten (bestaande ondernemingen) Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal begunstigden: 509

Bruto aantal behouden banen

Bandbreedte tussen:

In eerste instantie monitoring


data, wanneer niet aanwezig:

aantallen:

(FTE)*

(509*0,3 =) 152,7 personen

Nationaal:

In vastgestelde en

(509*0,5 =) 254,5 personen

Aantallen diversificatie-acties onderscheiden

gecommitteerde projecten.

naar: toerisme, ambachtelijke activiteiten, zorgverlening en overig (p. 92; V. 5.0; Bijlage

Stijging van de niet-agrarische

(18 mln * 0,3 =) 5,4 mln

4)

bruto toegevoegde waarde bij

(18 mln * 0,5 =) 9,0 mln

< 30%: negatief oordeel Deskresearch:


CBS voor TW


Of enquete

de gesteunde ondernemingen Projecten in pijplijn


Interviews

Interviews met Regiebureau POP

35

EU-vragen EU vraag 311.1: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan de diversificatie van de activiteiten van landbouwhuishoudens in de richting van meer niet-agrarische activiteiten? Leg bij de analyse van deze vraag de nadruk op de belangrijkste activiteiten Indicator


Bron



Aantal gecreëerde FTE in de richting van meer

Enquêtevraag:

niet-agrarische activiteiten: toerisme,

Hoeveel FTE zijn er bijgekomen door de ondersteunde investeringen in

ambachtelijke activiteiten, detailhandel en

de meer niet-agrarische activiteiten:

overig

toerisme, ambachtelijke activiteiten, detailhandel en overig?

Toegevoegde waarde in de richting van meer

Hoeveel is de extra toegevoegde waarde in de


richting van meer niet-agrarische activiteiten: toerisme, ambachtelijke


activiteiten, detailhandel en overig door de ondersteunde investeringen?

Beoordeling op basis van enquêtevraag

overig

EU vraag 311.2: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan nieuwe mogelijkheden voor landbouwhuishoudens qua werkgelegenheid buiten de landbouwsector? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 311 Aantal gecreëerde FTE in de richting van meer

Enquêtevraag:


Hoeveel FTE zijn er bijgekomen door de ondersteunde investeringen in


de meer niet-agrarische activiteiten:

overig

toerisme, ambachtelijke activiteiten, detailhandel en overig?

Toegevoegde waarde in de richting van meer

Hoeveel is de extra toegevoegde waarde in de


richting van meer niet-agrarische activiteiten: toerisme, ambachtelijke


Beoordeling op basis van enquêtevraag

36

Indicator ambachtelijke activiteiten, detailhandel en


Bron


activiteiten, detailhandel en overig door de ondersteunde investeringen?

overig

EU vraag 311.3: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan het verbeteren van de diversificatie en de ontwikkeling van de plattelandseconomie Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 311 In eerste instantie monitoring data, wanneer niet beschikbaar:

Diversificatie en ontwikkeling:

Enquête vragen:

Aantal nieuw gestarte ondernemingen

Heeft u een nieuwe onderneming opgestart door de ondersteunde Vragenlijst

investering? Aanbod werkgelegenheid (FTE) Hoeveel werkgelegenheid is er ontstaan door toedoen van de Toename niet agrarische werkgelegenheid

maatregel?

(FTE) bij landbouwbedrijven en buiten de landbouwsector.

Wat is de toename van de niet-agrarische werkgelegenheid bij landbouwbedrijven en buiten de landbouwsector door de maatregel?

EU vraag 311.4: In welke mate hebben de ondersteunde investeringen bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit op het platteland? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 311 Leefkwaliteit:

Vragenlijst

Beoordeling op basis van de Enquêtevraag en expertbeoordeling.

Heeft de maatregel onder 311 bijgedragen aan de leefkwaliteit?


Aangevuld met een expert beoordeling

37

Maatregel 312: Steun voor de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen (nieuwe ondernemingen) Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal begunstigden:

Bruto aantal geschapen banen

Bandbreedte tussen:



496

In vastgestelde en

(992* 0,3 =) 297,6

data, wanneer niet

aantallen:

Nationaal:


(992* 0,5 =) 496

beschikbaar:


Aantallen nieuw opgerichte bedrijven

30 < 50%: neutraal oordeel vragenlijst

Aantallen bedrijven waar verbeteracties


(25 mln. * 0,3 =) 7,5

plaatsvinden


(25 mln. * 0,5 =) 12,5


de gesteunde ondernemingen Projecten in pijplijn

Interviews


EU-vragen EU vraag 312.1: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het bevorderen van de diversificatie en het stimuleren van ondernemerschap? Leg bij de analyse van deze vraag de nadruk op de belangrijkste activiteiten Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 312 Diversificatie en ontwikkeling:

Enquette vragen:


Heeft u een nieuwe onderneming opgestart door de ondersteunde

Aanbod werkgelegenheid (FTE)

investering?

Toename niet agrarische werkgelegenheid

Hoeveel werkgelegenheid is er ontstaan door toedoen van de

(FTE) buiten de landbouwsector.

maatregel?

In eerste instantie monitoring data, wanneer niet beschikbaar: Vragenlijst

Wat is de toename van de niet-agrarische werkgelegenheid buiten de


38

Indicator


Bron


landbouwsector door de maatregel?

EU vraag 312.2: In welke mate heeft de steun in plattelandsgebieden voor nieuwe mogelijkheden qua werkgelegenheid gezorgd? Indicator


Bron



EU vraag 312.3: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren van de diversificatie en ontwikkeling in plattelandsgebieden? Indicator


Bron



Enquête vragen:

In eerste instantie monitoring data, wanneer niet beschikbaar:


Heeft u een nieuwe onderneming opgestart door de ondersteunde

Vragenlijst

Aanbod werkgelegenheid (FTE)

investering?


Hoeveel werkgelegenheid is er ontstaan door toedoen van de

(FTE) buiten de landbouwsector.

maatregel? Wat is de toename van de werkgelegenheid buiten de landbouwsector door de maatregel?

EU vraag 312.4: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit in plattelandsgebieden Indicator


Bron



Vragenlijst

Heeft de maatregel onder 312 bijgedragen aan


Beoordeling op basis van de Enquêtevraag en expertbeoordeling

de leefkwaliteit?


39

Maatregel 313: Bevordering van toeristische activiteiten Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal begunstigden: 192


Bandbreedte tussen:



Nationaal:


(18 mln* 0,3 =) 5,4 mln

data, wanneer niet

aantallen:

Toeristische infrastructuur aangelegd (km):

de gesteunde ondernemingen

(18 mln* 0,5 =) 9,0 mln

beschikbaar:


vragenlijst

fietspaden

Bruto aantal geschapen banen

Wandel/ ruiterpaden

Extra aantal toeristen

(384* 0,3 =) 115,2

Vaarroutes

In vastgestelde en

(384* 0,5 =) 192

Toeristische infrastructuur verbeterd(km):

30 < 50%: neutraal oordeel > 50%: positief oordeel


fietspaden

(192.000 * 0,3 =) 57.600

Wandel/ ruiterpaden

(192.000 * 0,5 =) 96.000

Vaarroutes Projecten in pijplijn

Interviews


EU-vragen EU vraag 313.1: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan een stijging van de toeristische activiteiten? Maak een onderscheid tussen activiteiten die door landbouwbedrijven worden georganiseerd en andere activiteiten Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 313 Landbouw/ Niet landbouw

Landbouw:

Vragenlijst voor landbouw

Beoordeling aan de hand van de vragenlijst, en op basis van

Aantal toeristische activiteiten

Hoeveel toeristische activiteiten

Overig via beschikbaar secundair

secundair bronnenmateriaal.

heeft u georganiseerd

bronnenmateriaal (interview met beleidsmedewerkers toerisme)


40

EU vraag 313.2: In welke mate heeft de steun in plattelandsgebieden voor nieuwe mogelijkheden qua werkgelegenheid gezorgd? Indicator


Bron



EU vraag 313.3: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren van de diversificatie en ontwikkeling in plattelandsgebieden Indicator


Bron




Enquête vragen:

In eerste instantie monitoring data,


Heeft u een nieuwe onderneming

wanneer niet beschikbaar:

opgestart door de ondersteunde Aanbod werkgelegenheid (FTE)

investering?


Hoeveel werkgelegenheid is er

(FTE) bij landbouwbedrijven en buiten de

ontstaan door toedoen van de

landbouwsector.

maatregel?

Vragenlijst

Wat is de toename van de nietagrarische werkgelegenheid bij landbouwbedrijven en buiten de landbouwsector door de maatregel?


41

EU vraag 313.4: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit in plattelandsgebieden Indicator


Bron



Vragenlijst


Heeft de maatregel onder 313 bijgedragen aan de leefkwaliteit?


Maatregel 321: Basisvoorziening voor de economie en plattelandsbevolking Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal ondersteunde acties: 85

Inwoneraantal van de

Bandbreedte tussen:



data, wanneer niet

aantallen:

beschikbaar:


plattelandsgebieden die Nationaal:

profiteren van de verbeterde

(637.500*0,3 =) 191.250

Aantal gerealiseerde diensten (stuks)

voorzieningen

(637.500*0,5 =) 318.750

Aantallen gerealiseerde fysieke voorzieningen


Stijging van de internetpenetratie op het

> 50%: positief oordeel .

platteland

(50%* 0,3) = 15%

In vastgestelde en

(50% *0,5) = 25%

gecommitteerde projecten. Projecten in pijplijn

Interviews



42

EU-vragen EU vraag 321.1: In welke mate hebben de geleverde voorzieningen bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit op het platteland? Maak een onderscheid naar verschillende sectoren Indicator


Bron



Expertvraag:

Heeft de maatregel onder 3211 bijgedragen

Hebben de voorzieningen

aan de leefkwaliteit?

bijgedragen aan de leefkwaliteit?

Vragenlijst



Benoemen fysieke voorzieningen in sectoren

EU vraag 321.2: In welke mate hebben de voorzieningen de aantrekkingskracht van de betreffende gebieden vergroot? Maak een onderscheid naar verschillende sectoren Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 321 Aantrekkingskracht:

In hoeverre heeft POP2

Deskresearch:

Migratiesaldo positief -> aantrekkelijker

Migratiesaldo (bevolkingsontwikkeling)

bijgedragen aan de verbetering

CBS

Migratiesaldo negatief -> minder aantrekkelijk

van de aantrekkingskracht?

Aangevuld met expertbeoordeling

En aanvulling op basis van de expertbeoordeling

EU vraag 321.3: In welke mate hebben de voorzieningen bijgedragen aan het omkeren van de trend van sociaal-economische achteruitgang en ontvolking van het platteland? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 321 Inkomen per hoofd van de bevolking (Bevolkingsontwikkeling) Migratiesaldo


Deskresearch:

Inkomen gestegen -> omkeren trend

bijgedragen aan het omkeren

CBS

Inkomen gedaald -> niet omkeren trend

van de trend van sociaal-

Aangevuld met een expert


economische achteruitgang en

beoordeling

ontvolking van het platteland?


43

Maatregel 322: Dorpsvernieuwing en -ontwikkeling Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal kernen die steun hebben ontvangen


Bandbreedte tussen:



voor investeringen gerelateerd aan vernieuwing

plattelandsgebieden die

(355.000*0,3=) 106.500

data, wanneer niet

aantallen:

en ontwikkeling: 71


(355.000*0,5=) 177.500

beschikbaar:


voorzieningen


Nationaal: Realisatie wegen (km)

In vastgestelde en

Realisatie paden (km)



Verbetering van objecten, inclusief terreinen (stuks) Projecten in pijplijn

Interviews



44

EU-vragen EU Vraag 322.1: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit op het platteland? Maak een onderscheid naar de verschillende sectoren Indicator


Bron



Vragenlijst



de leefkwaliteit?

beoordeling


EU Vraag 322.2: In welke mate heeft de maatregel de aantrekkingskracht van de betreffende gebieden vergroot? Maak een onderscheid naar de verschillende sectoren Indicator


Bron




Deskresearch:


Bevolkingsontwikkeling (Migratiesaldo)


CBS



Aangevuld op basis van

En aanvulling op basis van de expertbeoordeli

expertbeoordeling

EU Vraag 322.3: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het omkeren van de trend van sociaal-economische achteruitgang en ontvolking van het platteland? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 322 Inkomen per hoofd van de bevolking (Bevolkingsontwikkeling) Migratiesaldo



Deskresearch:

Inkomen gestegen -> omkeren trend

bijgedragen aan het omkeren

CBS

Inkomen gedaald -> niet omkeren trend

van de trend van sociaal-


economische achteruitgang en


ontvolking van het platteland?

beoordeling

45

Maatregel 323: Instandhouding en opwaardering van het landelijke erfgoed Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal ondersteunde acties voor investeringen


Bandbreedte tussen:



voor het behoud en de opwaardering van het

plattelandsgebieden die

(113.500* 0,3=) 34.050

data, wanneer niet

aantallen:

landelijk erfgoed (incl. top-up): 234


(113.500* 0,5=) 56.750

beschikbaar:


voorzieningen Nationaal:

In vastgestelde en

Ingerichte natuurgebieden (ha)




Ecologische verbindingszone (km) Aantal cultuurhistorische objecten (stuks) Projecten in pijplijn

Interviews


EU-vragen EU vraag 323.1: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het in stand houden van de aantrekkingskracht van plattelandsgebieden? Indicator


Bron




Deskresearch:


Bevolkingsontwikkeling (Migratiesaldo)


CBS



Aangevuld op basis van


expertbeoordeling


46

EU Vraag 323.2: In welke mate heeft de maatregel niet alleen bijgedragen aan een duurzame ontwikkeling van Natura 2000 gebieden en andere gebieden met een hoge natuurwaarde, maar ook aan een beter milieubewustzijn van de plattelandsbevolking? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 323 Natura2000 en

Hebben de acties bijgedragen

Beter milieubewustzijn

aan een beter milieubewustzijn?

Vragenlijst

Beoordeling op basis van de Enquêtevraag

En zo ja, hoe?

EU Vraag 323.3: In welke mate heeft de maatregel bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit in plattelandsgebieden Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 323 Vragenlijst

Leefkwaliteit:

Beoordeling op basis van de Enquêtevraag en


expertbeoordeling. Aangevuld met een expert

de leefkwaliteit?

beoordeling

Maatregel 341: Een maatregel betreffende verwerving van vakkundigheid en dynamisering met het oog op de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Aantal ondersteunde acties gericht op

Aantal deelnemers met succes

Bandbreedte tussen:



verwerving van deskundigheid en dynamisering

300* 0,3 = 90

data, wanneer niet

aantallen:

van een gebied: 358

300* 0,5 = 150

beschikbaar:

< 30%: negatief oordeel 30 < 50%: neutraal oordeel

Nationaal:

Vragenlijst


Aantal ondersteunde publiek-private


47

Output indicator

Resultaatindicator


Bron


Interviews

Interviews met Regiebureau

partnerschappen (PPP) niet zijnde Leaderpartnerschappen: 40 Aantal deelnemers in deze projecten: 400 Projecten in pijplijn

POP

EU-vragen EU vraag 341.1: In welke mate hebben de ondersteunde activiteiten de capaciteit van de betreffende actoren in plattelandsgebieden vergroot om plaatselijke ontwikkelingsstrategieën en maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling op te stellen, te ontwikkelen en uit te voeren? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 341 beoordelen, opstellen, ontwikkelen en

Op welke wijze was u betrokken bij het beoordelen, opstellen,

uitvoeren van plaatselijke

ontwikkelen en uitvoeren van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën en

ontwikkelingsstrategieën en maatregelen op

maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling en heeft de

het gebied van plattelandsontwikkeling

maatregel bijgedragen aan het verbeteren van uw capaciteit op dit

Beoordeling op basis van de Enquêtevraag

gebied? Vragenlijst

EU vraag 341.2: In welke mate hebben de ondersteunde activiteiten bijgedragen aan een betere territoriale coherentie en aan synergieen tussen maatregelen die bedoeld zijn voor de plattelandseconomie en –bevolking in ruimere zin? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 341 Beoordeling op basis van de Enquêtevraag


48

EU vraag 341.3: In welke mate hebben de ondersteunde activiteiten bijgedragen aan het verbeteren van de leefkwaliteit op het platteland? Indicator


Bron



Vragenlijst

Beoordeling op basis van de Enquêtevraag en



expertbeoordeling.

de leefkwaliteit?


49

5 Methodologie As 4

Maatregel 41: De uitvoering van plaatselijke ontwikkelingsstrategieën als bedoeld in artikel 62, lid 1, onder a), om de doelstellingen te verwezenlijken van een of meer van de drie andere in de afdeling 1,2 en 3 bepaalde assen Output en resultaat Output indicator Totale oppervlakte van de Leadergebieden (17.250 km2); Totale omvang van de bevolking in Leadergebieden (1.800.000 inw.).

Resultaatindicator


Bron


Output:

Monitoringssysteem


17250 * 0,3 = 5175 km2

aantallen:

1800000 * 0,3 = 540000


inwoners

30 < 50%: neutraal oordeel > 50%: positief oordeel

Projecten in pijplijn

Interviews



50

EU-vragen EU vraag 41.1: In welke mate heeft de Leader-aanpak bijgedragen aan het verbeteren van het bestuur in plattelandsgebieden? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 41 Aantal plaatselijke groepen gerealiseerd (35): Nieuwe plaatselijke groepen (35);

Nationaal: Aantal bereikte groepen (35)

Bestaande plaatselijke groepen (gesteund in

Output:

Analyse monitoring data (financieel en output-resultaat

35 * 0,3 = 10,5 plaatselijke groepen

indicatoren) , wanneer niet beschikbaar: vragenlijst

gerealiseerd

de periode 2000-2006); Het aantal eindbegunstigden,

Resultaat:

onderverdeeld naar:

35 * 0,3 = 10,5 bereikte groepen

personen onderverdeeld in geslacht, leeftijd boven de 25 of 25 of jonger; private sector; publieke sector; plaatselijke groep

EU vraag 41.2: In welke mate heeft de Leader-aanpak bijgedragen aan het mobiliseren van het endogene ontwikkelingspotentieel van plattelandsgebieden? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 41 De totale omvang van de steun die door elke plaatselijke groep is verleend. Het aantal eindbegunstigden, onderverdeeld naar: personen onderverdeeld in geslacht, leeftijd boven de 25 of 25 of jonger;

Output:

Analyse monitoring data (financieel en output-resultaat

Aantal bereikte groepen (35)

35 * 0,3 = 10,5 plaatselijke groepen

indicatoren) , wanneer niet beschikbaar:

Werkgelegenheid (800 banen

gerealiseerd

Vragenlijst

Toegevoegde waarde

Resultaat:

Voor toegevoegde waarde: omzet ontwikkeling vragen.

(multiplier) (3)

35 * 0,3 = 10,5 bereikte groepen

Nationaal:

gecreëerd)

private sector;

800 * 0,3 = 240 banen gecreëerd

publieke sector;

3 * 0,3 = 0,9 multiplier


51

Indicator


Bron


plaatselijke groep Aantal plaatselijke groepen gerealiseerd (35): Nieuwe plaatselijke groepen (35); Bestaande plaatselijke groepen (gesteund in de periode 2000-2006);

EU vraag 41.3: In welke mate heeft de Leader-aanpak bijgedragen aan het introduceren van een multisectorale aanpak en aan het bevorderen van de samenwerking bij het uitvoeren van programma’s voor plattelandsontwikkeling? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 41 Analyse monitoring data (financieel

Wordt streefwaarde behaald: Tevreden bij 0,3-0,4 x streefwaarde.

Aantal bereikte groepen (35)

en output-resultaat indicatoren) ,

Wanneer minder dan 0,3 x streefwaarde dan gevarenzone

experimenteel

Het aantal groepen dat een


van karakter is, ‘bottom up’ tot stand gekomen

multisectorale aanpak

vragenlijst

of een

geïntroduceerd heeft (12)

Nationaal: Het aantal gerealiseerde projecten (900) dat

multisectoraal karakter heeft

Nationaal:

Aantal nieuwe samenwerking

Output:

tussen groepen (12)

900 * 0,3 = 270 projecten Resultaat: 35 * 0,3 = 10,5 groepen 12 * 0,3 = 3,6 groepen 12 * 0,3 = 3,6 samenwerking


52

EU vraag 41.4: In welke mate heeft de Leader-aanpak bijgedragen aan het realiseren van de prioriteiten in de assen 1,2 en 3? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 41 Bijdrage van



Leaderaanpak tot stand is gekomen (900),

samenwerkingsprojecten aan



onderverdeeld naar projecten die:

doelen as 1,2,3 (sterk bij


realisatie doel, gemiddeld bij

vragenlijst

Aantal projecten dat volgens de

aansluiten bij de doelstelling as 1 (150), zowel naar toegepaste maatregel als bij de as

bijgedragen aan, niet bij geen

als zodanig;

bijdrage)

aansluiten bij de doelstelling as 2 (60), zowel

Output:

naar toegepaste maatregel als bij de as als

900 * 0,3 = 270 projecten

zodanig;

150 * 0,3 = 45 projecten

aansluiten bij de doelstelling as 3 (690),

60 * 0,3 = 18 projecten

zowel naar toegepaste maatregel als bij de as

690 * 0,3 = 207 projecten

als zodanig

Maatregel 421: De uitvoering van samenwerkingsprojecten met betrekking tot de overeenkomstig onder a) geselecteerde doelstellingen Output en resultaat Output indicator

Resultaatindicator

Aantal (35) gerealiseerde

35


samenwerkingsprojecten Aantal deelnemende plaatselijke groepen bij

35

Wijze van beoordelen Wordt streefwaarde behaald:


Tevreden bij 0,3-0,4 x streefwaarde.

resultaat indicatoren) ,

Wanneer minder dan 0,3 x


streefwaarde dan gevarenzone

vragenlijst

de samenwerkingsprojecten (35) Projecten in pijplijn

Bron Analyse monitoring data

Interviews



53

EU-vragen EU Vraag 421.1: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het bevorderen van de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 421 Aantal (35) gerealiseerde

Output:



samenwerkingsprojecten

35 * 0,3 = 10,5 projecten



35 * 0,3 = 10,5 groepen


Aantal deelnemende plaatselijke groepen bij

vragenlijst

de samenwerkingsprojecten (35) Resultaat: 35 * 0,3 = 10,5 groepen

EU Vraag 421.2: In welke mate hebben de samenwerkingsprojecten en/of de uitwisseling van beste praktijken gebaseerd op de Leader-aanpak bijgedragen aan het bereiken van doelstellingen van een of meer van de drie andere assen? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 421 Aantal (35) gerealiseerde samenwerkingsprojecten



Onderverdeeld in:



· interterritoriale samenwerking (23);


· transnationale samenwerking (12) en:

vragenlijst

· aansluiten bij de doelstelling as 1 (5), zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig; · aansluiten bij de doelstelling as 2 (3), zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig; · aansluiten bij de doelstelling as 3 (27), zowel naar toegepaste maatregel als bij de as als zodanig.


54

Maatregel 431: Het beheer van de plaatselijke groep, de verwerving van vakkundigheid en de dynamisering van het gebied, als bedoel in artikel 59 EU-vragen EU Vraag 431.1: In welke mate heeft de steun de mogelijkheden van de plaatselijke groepen en andere partnemers vergroot voor het uitvoeren van de plaatselijke ontwikkelingsstrategieën? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 431 Aantal ondersteunde projecten (900*)

Output:



Onderverdeeld naar:

900 * 0,3 = 270 projecten



studies over het desbetreffende gebied (15);

15 * 0,3 = 4,5 projecten


activiteiten om informatie over het gebied en

30 * 0,3 = 9 projecten

vragenlijst

het lokale ontwikkelingsplan te verschaffen

450 * 0,3 = 135 projecten

(30);

30 * 0,3 = 9 projecten

training van de stafleden die betrokken zijn

15 * 0,3 = 4,5 projecten

bij voorbereiding en implementatie van een lokaal ontwikkelingsplan (450); promotieactiviteiten (30);

Resultaat: 25 * 0,3 = 7 strategieen

andere (15) (* 360 nog niet onder te verdelen)

EU Vraag 431.2: In welke mate heeft de steun bijgedragen aan het vergroten van de mogelijkheden om LEADER uit te voeren? Indicator


Bron


Output en Resultaat beoordeling voortgang maatregel 431 Tevredenheid Leader

Steun 100% gecommiteerd Tevredenheid over gegeven

Enquête

Analyse monitoring data (financieel en output-resultaat indicatoren) , wanneer niet beschikbaar: vragenlijst

LEADER steun (cijfer 1=slecht10=uitstekend)


55

6 Enquête onder begunstigden

Als aanvulling op de monitoringsdata die voor de programma indicatoren beschikbaar was, is een enquête uitgevoerd onder een steekproef van begunstigden. Naast een aantal algemene vragen over de uitvoering van het POP2 is in de enquête vooral de nadruk gelegd op de resultaten en impact van de maatregelen voor individuele begunstigden. Het monitoringssysteem van het POP2 levert daar geen informatie over, terwijl de gemeenschappelijke evaluatievragen door de EU zijn voorgeschreven daar met name op zijn gericht. In totaal is een steekproef ruim 2.700 begunstigden benaderd. Middels een brief van het Regiebureau POP werden de begunstigden uitgenodigd deel te nemen aan een elektronische enquête via internet. Een directe benadering via e-mail bleek niet mogelijk, omdat emailadressen van begunstigden niet systematisch worden bijgehouden door de instanties die de maatregelen van het POP in de praktijk uitvoeren. Hoewel getracht is een korte en gebruiksvriendelijke enquête samen te stellen, is de respons zeer laag gebleven. De indirecte benadering van respondenten (via een brief met een link naar een internetenquête) verklaart waarschijnlijk voor een deel de lage respons. Daarnaast bleek uit de reactie van begunstigden die zijn benaderd dat veel respondenten zich niet bewust zijn van het feit dat de regeling waaronder de subsidie verstrekt is een onderdeel vormt van een groter programma. Een tussentijdse evaluatie van dat programma vormde klaarblijkelijk te weinig stimulans om de enquête in te vullen. Het samenvoegen van (bestaande) regelingen onder een totaalprogramma heeft in de beleidsvoorbereiding duidelijk voordelen als het gaat om coördinatie en afstemming van maatregelen. Naar buiten toe blijft de individuele regeling voor de begunstigden echter het beeldbepalende element. De enquête is online beschikbaar gesteld op 26 april 2010 en is met een netto respons van 174 (6,4%) op 10 juni 2010 afgesloten. Hoewel de respons hiermee in het algemeen onvoldoende houvast biedt voor analyse, kan zij voor enkele maatregelen toch worden gebruikt om de resultaten van het programma te beoordelen. Tabel 6.1 geeft aan dat de respons per maatregel sterk verschilt. Indien de respons aan één of beide onderstaande voorwaarden voldoet, is de informatie die in de enquête is verzameld (deels) bruikbaar geacht voor het beantwoorden van de evaluatievragen over die betreffende maatregel: Indien de absolute respons bij een maatregel meer dan 30 bedraagt; en/of Indien het responspercentage meer dan 25% bedraagt.


56

Tabel 6.1

Netto respons op de enquête die is gehouden onder 2.722 begunstigden van het POP 2007-2013 As/Maatregel

Aantal geldige

Aantal verzonden

Respons

respondenten

enquêtes

percentage

AS 1 - 111 (1)

35

616

5,7%

AS 1 - 114 (2)

10

191

5,2%

AS 1 - 121 (3)

10

143

7,0%

AS 1 - 123

niet in uitvoering genomen

AS 1 - 124 (4)

10

79

12,7%

AS 1 - 125 (5)

3

4

75,0%

AS 1 - 132 (6)

12

222

5,4%

AS 1 – 133 AS 2 - 212 (7)

niet in uitvoering genomen 34

AS 2 - 213 (8)

448

7,6%

niet in uitvoering genomen

AS 2 - 214 (9)

13

448

2,9%

AS 2 - 216 (10)

5

299

1,7%

AS 2 - 221 (11)

5

158

3,2%

AS 3 - 311 (12)

14

45

31,1%

AS 3 - 312 (13)

2

1

200,0%

AS 3 - 313 (14)

3

14

21,4%

AS 3 - 321 (15)

5

7

71,4%

AS 3 - 322 (16)

2

2

100,0%

AS 3 - 323 (17)

5

4

125,0%

AS 3 - 341 (18)

0

0

AS 4 - 412/413/421/431

6

41

14,6%

174

2.722

6,4%

(19) Totaal

In de bijlage zijn de enquêtevragen op genomen.


57

7 Interviews

Zoals in de inleiding is aangegeven en uit de beoordelingscriteria tabellen per As blijkt, is er voor de beantwoording van de EU vragen en de aanvullende vragen additionele informatie verzameld naast de gegevens die uit het monitoringsysteem POP2 gehaald kunnen worden. Door de lage respons op de enquête onder begunstigden zijn de uitkomsten maar beperkt bruikbaar gebleken voor de midterm evaluatie. Zoveel als mogelijk, is voor de in de beoordelingscriteria tabel geïdentificeerde aanvullende indicatoren in interviews met sleutelfiguren aanvullende informatie verzameld. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de geïnterviewden. As 1

Organisatie Kavelruilcommissie

Naam Stichting Bevordering Kavelruil Gelderland (hr. Wiltink)

1

LTO

Marijke van Hooijdonk/ Frank van Oorschot

1

Dienst landelijk gebied plattelandshuis Voormalig Ministerie van LNV Natuur en Milieu Federatie Utrecht Waterschap

Meneer van der Veen

1 2 2

Karel van Bommel Joris Hogenboom (directeur) Waterschap Regge en Dinkel, contacpersoon: dhr. P.J.J. van Erp

2 2 en 3

Veelzijding Boerenland Dienst Regelingen

Hans Hoek (dir) Eefke Peeters (Roermond); Peter van de Boel (Roermond); West: Rick van Donkelaar / Bas Valk

2 en 3

DLG

Tjebbe de Boer (accountmanagerDLG-Utrecht): Gonda LaPorte (teamhoofd regelingen; Utrecht)

2 en 3 2 en 3

Natuurmonumenten Provincies

dhr. J. Th. Bos (lid CvT) Naast Limburg (Reinders), Gelderland (v. Reeuwijk) en Drenthe (de Bruin) bijv. Zeeland (Maljaars/Wandel), Zuid-Holland (v. Westbroek), Groningen (Bouman)

3

Landschap Overijssel

Judith Snepvangers

3

Taskforce Multifunctionele landbouw Streekcommissie Wageningen Universiteit

Ellen Kok

4 Assen 1 t/m 4

De heer IJlst de heer H. Oostindië

Aanvullende vragen bij de enquête As AS 1 - 121 AS 2 - 214 AS 3 - 313 Gebiedsmakelaar Gebiedsmakelaar Directeur

Organisatie

Naam

Fokken en houden van varkens cor buist bv (schildersbedrijf) Recreatieschap Drenthe Zeeland Optifield Stimuland

Ketelaars (Moergestel) K. Buist (Oudlaren), 9479 TL Noordlaren dhr. Hans Hartog (directeur) Mariska van Nieuwenhuijzen Jan-Olaf Tjabringa Bart Jaspers Faijer


58

Bijlage: Enquêtevragen

*

Hoe bent u in het bestaan te weten gekomen van de regeling waaronder u subsidie hebt gekregen? Via website Voormalig Min LNV Via publikatie Voormalig Min LNV Via de Provincie Via Leader-groep Anders, nl

*

Wat is uw mening over de volgende uitvoeringsaspecten van de regeling? 1

2

3

Ja

Nee

Weet niet

a) Is de informatie over de regeling voldoende? b) Is de beslissingstermijn over uw aanvraag overschreden? c) Zijn de uitbetalingstermijnen overschreden?

*

d) Hoe ervaart u de administratieve verplichtingen?

Toelichting: Onder administratieve verplichtingen verstaan we

de hoeveelheid documenten die u bij de aanvraag hebt moeten invullen of meesturen, maar ook de rapportageverplichtingen.

*

1

2

3

4

Omvangrijk

Neutraal

Matig

Geen mening

Kent u het Netwerk Platteland? 2

*

1

Ja, maar geen idee wat het Netwerk

3

Ja

doet

Nee

Maakt u gebruik van het Netwerk Platteland? Zo ja, kunt u aangegeven hoe tevreden u bent over de samenwerking? (1= slecht, 10= uitmuntend) 1

*

2

3

4

5

6

Hoe heeft uw bedrijfsinkomen zich ontwikkeld in de periode 2007-2009?

7

8

9

10

Toelichting: We verstaan onder

bderijfsinkomen de toatal inkomsten van uw bedrijf minus de totale kosten . De belasting wordt niet afgetrokken. gedaald

gelijk gebleven


gestegen

n.v.t

59

*

Wat is het nummer van de maatregel(en) uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma waaronder u subsidie hebt gekregen? Als u dit nummer invult, wordt u direct doorverwezen naar de vragen over deze maatregel(en). nummer van de maatregel(en) is in de uitnodigingsbrief voor de enquête vermeld.

Het

GRAAG BEGINNEN

MET DE LAAGSTE NUMMER!!! AS 1 - 111

AS 1 - 114

AS 1 - 121

AS 1 - 124

AS 1 - 125

AS 1 - 132

AS 2 - 212

AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431 NEE

*

AS 1 - Maatregel 111

Heeft u gebruik gemaakt van trainingen en opleidingen gedurende de periode 2007-2009?

Ja Nee

*

Heeft de door u ontvangen training en opleiding gedurende de periode 2007-2009 geleid tot: Ja

Nee

NVT

a) Productie verhoging? b) Kostprijs verlaging? c) Verkoopprijs verhoging? d) Diversificatie van uw productie?

*

Op welke wijze hebben de door u ontvangen trainingen en opleidingen de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen beïnvloed?

Toelichting: Bedrijfsinkomen = omzet - totale kosten in de periode 2007-2009

Negatief Geen invloed Positief

*

In hoeverre hebben de onderstaande ontwikkelingen bijgedragen aan de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen? 1

2

3

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels


*

Heeft de door u ontvangen training en opleiding gedurende de periode 2007-2009 geleid tot een versterking van de concurrentiepositie van uw bedrijf door: 1

2

3

Ja

Nee

NVT

a) Aanbieden betere kwaliteit? b) Lagere prijs? c) Betere kennis van de markt? d) Verbetering naambekendheid van bedrijf? Anders, namelijk ............................................................

*

Heeft u nog een andere maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma waaronder u subsidie hebt gekregen? AS 1 - 114


AS 1 - 121

AS 1 - 124

60

AS 1 - 125

AS 1 - 132

AS 2 - 212

AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*

AS 1 - maatregel 114

Heeft het gebruik van de adviesdiensten gedurende de periode 2007-2009 geleid tot:

Toelichting: Met een adviesdienst wordt bedoeld een bedrijfsadvies aan de ondernemer omtyrent de wijze waarop deze zijn landbouwbedrijf kan ontwikkelen 1

2

Ja

Nee

NVT

a) Productie verhoging? b) Kostprijs verlaging? c) Verkoopprijs verhoging? d) Diversificatie van uw productie? e) Verlagen milieudruk (vermindering emissies / rest- & afvalstoffen, energiebesparing)

*

Op welke wijze hebben de door u ontvangen adviesdiensten de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen beïnvloed? Toelichting: Bedrijfsinkomen = omzet - totale kosten in de periode 2007-2009 negatief geen invloed positief

*

In hoeverre hebben de onderstaande effecten van de adviesdienst bijgedragen aan de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen? 1

2

3

Niet

Beperkt

In sterke mate


*

In hoeverre heeft het gebruik van de adviesdiensten gedurende de periode 2007-2009 voor uw bedrijf geleid tot: 1

2

3

Niet

Beperkt

In sterke mate

a) Introductie van nieuwe productie technieken? b) Verbetering beheer van uw huidige productie technieken? c) Introductie van nieuwe kwaliteitsnormen d) Verbetering van uw huidige kwaliteitsnormen? e) Verbetering van arbeidsveiligheid? f) Verbetering van beheer natuurlijke hulpmiddelen?


61

*

Heeft het gebruik van de adviesdiensten gedurende de periode 2007-2009 geleid tot een verdere verbetering van uw kennis en kunde in uw bedrijfsvoering? Ja Nee

*

Een verbetering in welk opzicht? 1

2

3

Niet

Beperkt

In sterke mate

a) Administratief b) Financieel c) Technisch d) Marketing

*

Kunt u een indicatie geven van uw totale kosten van de adviesdiensten gedurende de periode 2007-2009 waarvoor u subsidie heeft gekregen? < 1.000 1000 -3000 >3000 n.v.t

*


AS 1 - 124

AS 1 - 125

AS 1 - 132

AS 2 - 212

AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*


Heeft u als jonge landbouwer (<40 jaar, max. 3 jaar geleden een bedrijf begonnen of

overgenomen in de land- en tuinbouwsector) gebruik gemaakt van de financiele ondersteuning van de overheid voor het moderniseren van uw bedrijf gedurende de periode 2007-2009? Ja Nee

*

Zo ja, zijn de financieel ondersteunde investeringen gerelateerd aan duurzaamheid zoals: 1

2

Ja

Nee

a) energiebesparing? (subsidieplafond 2.100.000) b) marktintroductie energieinnovaties? (subsidie max. 40% en ten hoogste 1.500.000) c) gecombineerd luchtwassysteem? (subsidie max. 35% en met subsidieplafond van 5.000.000) d) technieken ter vermindering van de uitstoot fijn stof (subsidie max. 60% en met subsidieplafond van 20.000.000)


62

*

Wat was voor het moderniseren van uw bedrijf: 1

2

3

4

<50.000

50-100.000

100-200.000

> 200.000

a) De financiele bijdrage van de overheid? (in euro) b) Uw eigen bijdrage (incl. afgesloten leningen)? (in euro)

*

Hoe beoordeelt u de effecten van de investering waarvoor u in de periode 2007-2009 financiële ondersteuning hebt gekregen? 1

2

Beperkt

In sterke mate

NVT

a) Beter gebruik van productiefactoren? (Machines, gebouwen, arbeid, energy, grond, etc) b) Nieuwe technologieen en innovatie? c) Verbetering markttoegang en marktaandeel? d) Verbetering concurrentievermogen? e) Blijvende en duurzame activiteiten?

*

Op welke wijze hebben deze investeringen de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen beïnvloed?(Bedrijfsinkomen = omzet - totale kosten in de periode 2007-2009) Negatief Geen invloed Positief

*

Welke effecten hebben de meeste invloed gehad op de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen? 1

2

3

Niet

Beperkt

In sterke mate

a) Beter gebruik van productiefactoren? b) Nieuwe technologieen en innovatie? c) Verbetering markttoegang en marktaandeel? d) Verbetering concurrentievermogen? e) Blijvende en duurzame activiteiten?

*


AS 2 - 125

AS 2 - 132

AS 2 - 212

AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431


63

NEE

*


Werkt u samen met andere bedrijven voor het ontwikkelen van nieuwe producten, procédés

en technologieen? Ja Nee

*

In hoeverre heeft deze samenwerking geleid tot verbeteringen in:

Toelichting: Het gaat hierbij o.a. om het

aanbieden van betere kwaliteit, een lagere prijs, betere kennis van de markt en/of een verbetering van de naamsbekendheid van het bedrijf. 1

2

3

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

a) Markttoegang en marktaandeel? b) Concurrentievermogen?

*

Op welke wijze heeft deze samenwerking de ontwikkeling van uw bedrijfsinkomen beïnvloed? Negatief Geen invloed Positief

*


AS 1 - 132

AS 2 - 212

AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*

AS 1 - Maatregel 125 Waarvoor heeft u ondersteuning gekregen? 1

2

Ja

Nee

a) Kavelruil? b) Infrastructurele verbeteringen? c) Bedrijfsverplaatsing?

Op hoeveel ha heeft het plan betrekking waarvoor u subsidie heeft gekregen?

*


AS 2 - 212

AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*

AS 1 - Maatregel 132 Heeft u deelgenomen aan de voedselkwaliteitsregelingen? Ja Nee


64

*

In welke mate heeft deze deelname geleid tot:

Toelichting: Het gaat hierbij o.a. om het aanbieden van betere

kwaliteit, een lagere prijs, betere kennis van de markt en/of een verbetering van de naamsbekendheid van het bedrijf. 1

2

3

Niet

Beperkt

In sterke mate

a) Verbetering markttoegang en marktaandeel? b) Verbetering concurrentievermogen? c) toename bedrijfsinkomen?

*


AS 2 - 213

AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431 Nee

*


Wat is uw bedrijfsstrategie? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Volledig

a) doorgroeien naar een grotere bedrijfsomvang b) continueren van de huidige bedrijfsvoering c) verbreden van het bedrijf (incl. natuur, recreatie, zorg, etc.) d) anders, namelijk…..

*

Welke argumenten zijn van belang voor het voortzetten van uw bedrijf? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Volledig

a) de opbrengst/ winst van het bedrijf b) voortzetting van het familiebedrijf c) ik heb geen alternatieven voorhanden d) ik ben trots op mijn bedrijf e) mijn bedrijf draagt bij aan behoud van landschap en natuurwaarden f) anders, namelijk…

*

Heeft uw bedrijf te maken met beperkingen ten aanzien van de bedrijfsvoering als gevolg van de natuurlijke omstandigheden? Ja Nee

*

Zo ja, om welke beperkingen gaat het? 1


2

65

Ja

Nee

a) hoog grondwaterpeil b) akkerranden/ slootranden c) aanwezigheid van landschapselementen d) kleine kavelgrootte e) microrelief op de percelen f) hellingen g) overstroming door rivier of beek f) anders, namelijk

*

Welke kosten zijn gekoppeld aan deze beperkingen? 1

2

3

4

Niet

Nauwelijks

Wel

In sterke mate

a) minder efficiente bedrijfsvoering (brandstof, arbeidstijd) b) hogere beheer- en onderhoudskosten c) lagere opbrengsten d) anders, namelijk ……

*

U ontvangt subsidie voor het beoefenen van landbouw in gebieden met een handicap. Volstaat de vergoeding voor het compenseren van de handicap? Ja Nee

Zo nee, kunt u aangeven wat de extra kosten per hectare zijn als gevolg van de handicap?

(Onderbouwing geven

van meerkosten bedrijfsvoering als gevolg van de handicap)

*

Stel dat u besluit te stoppen met uw bedrijf. Wat verwacht u dat er met de vrijkomende grond gebeurt? 1

2

3

Nee

Kleine kans

Grote kans

a) overgenomen door boeren in de directe omgeving b) overgenomen door natuurbeherende organisaties c) daar heeft niemand interesse in. Het komt braak te liggen. d) verkopen aan projectonwikkelaar e) anders, namelijk…

*


AS 2 - 214

AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322


66

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*

AS 2 - Maatregel 213 Zijn er van uw project effecten te verwachten op het watersysteem? Ja, postieve effecten Ja, negatieve effecten Nee

*

Zo ja, aan welke volgende doelen draagt uw project bij? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Weet niet

a) verbeteren ecologische/ biologische kwaliteit oppervlaktewater b) verbeteren chemische kwaliteit oppervlaktewater c) verbeteren chemische kwaliteit grondwater d) bereiken juiste grondwaterstand

*

Is uw project opgenomen in het KRW stroomgebiedsbeheersplan 2010-2015? Ja Nee Weet niet

*

*


AS 2 - 216

AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

AS 214 - Maatregel 214 Wat is uw bedrijfsstrategie? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Volledig

a) continueren van de huidige bedrijfsvoering b) doorgroeien naar een grotere bedrijfsomvang c) intensiveren van de bedrijfsvoering d) extensiveren van de bedrijfsvoering e) verbreden van het bedrijf (incl. natuur, recreatie, zorg, etc.) f) (omvormen naar) biologische bedrijfsvoering

Hoeveel grond heeft u tot uw beschikking?


67

*

Welk pakket (welke pakketten) heeft u aangevraagd? ha. N10.01) Nat schraalland N10.02) Vochtig hooiland N11.01) Droog schraalland N12.01) Bloemdijk N12.02) Kruiden- en faunarijk grasland N12.03) Glanshaverhooiland N12.04) Zilt-en overstromingsgrasland N12.05) Kruiden- en faunarijke akker N12.06) Ruigteveld N13.01) Vochtig weidevogelgrasland N13.02) Wintergastenweide L01.01) Beheertype poel en historisch water L01.02) Beheertype houtwal en houtsingel L01.03) Beheertype elzensingel L01.04) Beheertype bossingel en bosje L01.05) Beheertype knip- of scheerheg L01.06) Beheertype struweelhaag L01.07) Beheertype laan L01.08) Beheertype knotboom L01.09) Beheertype hoogstamboomgaard L01.10) Beheertype struweelrand L01.11) Beheertype hakhoutbosje L01.12) Beheertype griendje L01.13) Beheertype bomenrij en solitaire boom L01.14) Beheertype rietzoom en klein rietperceel L01.15) Beheertype natuurvriendelijke oever L02.02 Beheertype historisch bouwwerk en erf L04.01) Beheertype wandelpad over boerenland Anders, nl ............................................................

*

In welke mate zijn onderstaande argumenten voor u van belang voor het sluiten van een overeenkomst? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Volledig


68

a) het behoud van een aantrekkelijk landschap b) extra inkomen c) behoud/ beheer van natuur d) het valt goed in te passen in mijn bedrijfsvoering e) bijdrage aan groen imago van de landbouw f) anders, nl…

*

Heeft u voor al uw percelen een beheerspakket afgesloten? Ja Nee

*

Zo nee, in welke mate zijn onderstaande argumenten voor u van belang? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Volledig

a) niet al mijn percelen liggen in een gebied waar subsidie aangevraagd kan worden b) voor mijn bedrijfsvoering is het ongunstig om voor alle percelen een overeenkomst te sluiten c) de regeling is niet voor al mijn percelen financieel interessant d) het zou teveel administratieve lasten met zich meebrengen e) te sterke afhankelijk van vergoedingen is een bedrijfsrisico f) anders, namelijk…

*

Welke consequenties heeft de gesloten overeenkomst voor uw bedrijfsvoering? 1

2

3

4

Niet

Nauwelijks

Wel

In sterke mate

a) extra kosten voor beheer en onderhoud b) opbrengstderving c) inefficiente bedrijfsvoering d) anders, namelijk…

*

Vergoedt de verkregen subsidie de opbrengstderving/ extra kosten in voldoende mate? Ja Nee

*

In welke mate limiteert de gesloten overeenkomst het gebruik van kunstmest op uw bedrijf? Niet Nauwelijks Wel


69

In sterke mate

*

Hoeveel kunstmest zou u mogen gebruiken zonder de beheerovereenkomst? Kg/jaar a) stikstof b) fosfaat c) kali d) weet niet e) anders, namelijk

Hoeveel kunstmest zou u gebruiken als u geen overeenkomst had gesloten? (% van de toegestane hoeveelheid)

*

Hoeveel kunstmest gebruikt u nu voor uw bedrijfsvoering? Kg/Jaar a) stikstof b) fosfaat c) kali d) weet niet e) anders, namelijk

*

In welke mate limiteert de gesloten overeenkomst het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen? Niet Nauwelijks Wel In sterke mate

Hoeveel bestrijdingsmiddelen zou u mogen gebruiken zonder de overeenkomst?

Kg (of liter)/ jaar

Hoeveel bestrijdingsmiddelen zou u gebruiken als u geen overeenkomst had gesloten?

(% van de toegestane

hoeveelheid)

Hoeveel bestrijdingsmiddelen gebruikt u nu voor uw bedrijfsvoering? (kg of liter/jaar)

*


AS 2 - 221

AS 3 - 311

AS 3 - 312


70

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*

AS 2 - Maatregel 216 Zijn er van uw project effecten te verwachten op het watersysteem? Ja, postieve effecten Ja, negatieve effecten Nee

*

Zo ja, aan welke volgende doelen draagt uw project bij? 1

2

3

4

Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Weet niet

a) verbeteren ecologische/ biologische kwaliteit oppervlaktewater b) verbeteren chemische kwaliteit oppervlaktewater c) verbeteren chemische kwaliteit grondwater d) bereiken juiste grondwaterstand

*

Is uw project opgenomen in het KRW stroomgebiedsbeheersplan 2010-2015? Ja Nee Weet niet

*


AS 3 - 311

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

AS 2 - 221

Hoe groot is het areaal dat u heeft bebost?

Welke boomsoort(en) heeft u geplant?

Wat is de geplande omlooptijd van het beboste perceel?

*

JAAR (omlooptijd is de periode van aanplant tot oogst)

In welke mate waren onderstaande argumenten van belang voor uw keuze voor bebossing van het perceel? Niet

Gedeeltelijk

Grotendeels

Volledig

a) het perceel is moeilijk te bereiken


71

b) het perceel had lage opbrengsten c) op het perceel heb ik te maken met handicaps (erosie, hoog waterpeil, etc.) d) bebossing draagt bij aan een mooi landschap e) ik heb hout nodig voor mijn houtkachel f) bebossing draagt bij aan natuurwaarden g) anders, namelijk…….

*

Wat gaat u doen na het oogsten van het hout? 1

2

Ja

Nee

a) (opnieuw) beplanten met bomen b) (opnieuw) in gebruiknemen als landbouwgrond c) niet oogsten vanwege landschap- en natuurwaarden d) anders, namelijk…

*

Is het beboste perceel toegankelijk voor wandelaars/ fietsers? Ja Nee

*


AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*


Heeft uw project geleid tot toegevoegde waarde in een van de volgende sectoren? 1

2

Ja

Nee

NVT

a) Toerisme b) Ambachtelijke activiteiten c) Detailhandel d) Overig

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan het verbeteren van de diversificatie en de ontwikkeling van de plattelandseconomie in uw regio?

Toelichting: De diversificatie en ontwikkeling van de plattelandseconomie is

gebeurd wanneer de werkgelegenheid is toegenomen buiten de landbouwsector in uw regio. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet


72

*

Heeft uw project extra werkgelegenheid opgelever? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

Is deze extra werkgelegenheid gerelateerd aan de landbouw? Ja Nee Weet niet

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan de leefkwaliteit in uw regio?

Toelichting: De leefkwaliteit in uw regio

is verbeterd als er meer banen zijn gekomen, en/of als het voorzieningenniveau gelijkgebleven is of gestegen is en/of de kwaliteit van de natuur of het milieu en/of de sociale samenhang in zijn verbeterd door de investering. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan de werkgelegenheid in de regio? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan het voorzieningenniveau in de regio? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan de kwaliteit van natuur en milieu in de regio? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan sociale contacten in de regio? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

In welke categorie(en) valt uw project het beste te plaatsen? 1

2

Ja

Nee

NVT

zorglandbouw recreatie en toerisme kinderopvang natuur en milieu streekproducten/ productbereiding verkoop aan huis


73

Anders, nl.

*

Hoeveel extra arbeid heeft uw project opgeleverd? Mandagen

Arbeidsplaatsen

betaalde arbeid - eenmalig betaalde arbeid structureel onbetaalde arbeid eenmalig onbetaalde arbeid structureel

*

In hoeverre waren onderstaande argumenten van belang voor uw afweging om uw project te starten? Niet

Nauwelijks

Wel

In sterke mate

In sterke mate

Weet niet

ik was op zoek naar aanvullende inkomsten er werd beleidsruimte gecreerd/ de vergunningverlening werd vereenvoudigd in de regio werden investeringen gedaan in natuur, landschap en recreatievoorzieningen gedaan ik zag enkele aansprekende voorbeelden in de regio Anders, nl ............................................................

*

Wat is naar uw idee nodig om meer projecten zoals de uwe te realiseren? Niet

Beperkt

meer beleidsruimte/ kansen bieden voor nieuwe initiatieven een interessante(re) subsidie verlenen meer kennis/ goede voorbeelden uitwisselen Anders, nl ............................................................

*

Voldoet uw project aan uw verwachtingen? Ja Gedeeltelijk Nee

*

Op welke van onderstaande criteria beoordeelt u het succes van uw project? Niet

Nauwelijks

Wel

In sterke mate

Het behaalde inkomen/ verbetering van de financiele situatie Persoonlijke ontwikkeling Sociale contacten (met klanten, de buurt)

*

Heeft u nog een andere maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma waaronder u subsidie hebt gekregen?


74

*

AS 3 - 312

AS 3 - 313

AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE


In welke mate heeft uw project bijgedragen aan het verbeteren van de diversificatie en de

ontwikkeling van de plattelandseconomie in uw regio?

Toelichting: De diversificatie en ontwikkeling van de

plattelandseconomie is gebeurd wanneer de werkgelegenheid is toegenomen buiten de landbouwsector in uw regio. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*




*


AS 3 - 321

AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

*


Wat is de hoofdactiviteit van uw bedrijf?

Landbouwbedrijf Anders, nl.

*

Heeft de subsidie geleid tot: 1

2

3

Ja

Nee

NVT

a) meer overnachtingen b) meer dagbezoekers

*

Heeft u een nieuwe onderneming opgestart door toedoen van de subsidie? Ja Nee

*




*

Wat voor soort project heeft u gestart? Ja

Nee

Weet niet

Verbetering van de recreatieve infrastructuur


75

Realisatie van toeristische voorzieningen Marketing/ promotie van recreatie in de regio

Wat is ongeveer de projectomvang in euro's?

*

Wie is intiator van het project? Ja

Nee

NVT

particulier dorpsbelang de school of sportvereniging de buurtvereniging

*

Tot hoeveel extra arbeid heeft het project geleid? 1

2

Mandagen

Arbeidsplaatsen

betaalde arbeid - eenmalig betaalde arbeid structureel onbetaalde arbeid eenmalig onbetaalde arbeid structureel

*

Voldoet het project aan uw verwachtingen? Ja Gedeeltelijk Nee

*

Op welke van onderstaande criteria beoordeelt u het succes van uw project? 1

2

3

4

Niet

Nauwelijks

Wel

In sterke mate

verbetering van de openbare ruimte/ openbare voorzieningen het (recreatief) gebruik van de nieuwe voorziening toename van de sociale contacten in de regio verbetering van de naamsbekendheid van de regio Anders, nl ............................................................

*

Heeft uw project naar uw inschatting geleid tot meer recreatieve dagtochten (bijvoorbeeld wandelen, fietsen, paardrijden, ect)? Sterke toename Toename Bescheiden toename In sterke mate


76

Weet niet

Heeft uw project geleid tot meer overnachtingen? (gemiddeld overnachtingen/jaar)

*

*


AS 3 - 322

AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

AS 3 - Maatregel 321 In welke categorie valt uw project? a) ICT- initatief (bv. Infrastructuur) b) Mobiliteit c) Cultuur en sociaal maatschappelijke infrastructuur d) Milieu-infrastructuur e) Opleiding f) Kinderopvang Anders, nl.

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan de leefkwaliteit van uw regio?

Toelichting: De leefkwaliteit in uw

regio is verbeterd als er meer banen zijn gekomen, en/of als het voorzieningenniveau gelijkgebleven is of gestegen is en/of de kwaliteit van de natuur of het milieu en/of de sociale samenhang in zijn verbeterd door de investering. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

Heeft uw project geleid tot een sterkere aantrekkingskracht van plattelandsgebieden? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

In welke woonkern is uw project uitgevoerd?

*


AS 3 - 323

AS 3 - 341

AS 4 - 412/413/421/431

NEE

AS 3 - Maatregel 322 In welke woonkern is/ wordt uw project uitgevoerd?

*

In welke categorie valt uw project?

Toelichting: fysiek: gebouwen, wegen etc./ sociaal-maatschappelijk: theehuis,

ontmoetingsplaats etc. / economisch: promoten van voorzieningen, commerciele voorzieningen, opknappen winkelstraat etc. a) fysiek


77

b) sociaal-maatschappelijk c) economisch Anders, nl.

*

In welke mate heeft uw project bijgedragen aan de leefkwaliteit van uw regio?

Toelichting: De leefkwaliteit in uw

regio is verbeterd als er meer banen zijn gekomen, en/of als het voorzieningenniveau gelijkgebleven is of gestegen is en/of de kwaliteit van de natuur of het milieu en/of de sociale samenhang in zijn verbeterd door de investering. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

In welke mate heeft uw project geleid tot een sterkere aantrekkingskracht van uw regio?

Toelichting: De

aantrekkingskracht is verhoogd wanneer er mensen gebleven zijn, of naar het platteland getrokken zijn vanwege de aanwezigheid van de voorziening. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

Licht uw antwoord toe…

*

Heeft u nog een andere maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma waaronder u subsidie hebt gekregen? AS 3 - 323 AS 3 - 341 AS 4 - 412/413/421/431 NEE

*


In welke woonkern is/wordt uw project uitgevoerd?

Toelichting: Met woonkern wordt

bedoeld de gemeente of als de gemeente uit meerdere kernen bestaat, de kern waarin het projectis/wordt uitgevoerd. In dat laatste geval vrage n we u naast de naam van de woonkern ok de gementenaam te vermelden.

Naam woonkern Naam gemeente

*

In welke mate heeft uw project geleid tot een sterkere aantrekkingskracht van uw regio? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

* Bevat uw project een activiteit gericht op het stumuleren van het milieubewustzijn? Ja Nee Weet niet

* In welke mate heeft uw project bijgedragen aan de leefkwaliteit van uw regio?

Toelichting: De leefkwaliteit in uw regio is

verbeterd als er meer banen zijn gekomen, en/of als het voorzieningenniveau gelijkgebleven is of gestegen is en/of de kwaliteit van de natuur of het milieu en/of de sociale samenhang in zijn verbeterd door de investering.


78

Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

Heeft u nog een andere maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma waaronder u subsidie hebt gekregen? AS 3 - 341 AS 4 - 412/413/421/431 NEE

* AS 3 - Maatregel 341 Welke activiteiten zijn er gesubsidieerd binnen uw partnerschap? studies over het betrokken gebied acties om voorlichting te geven over het gebied en over de plaatselijk ontwikkelingsstrategie Opleiding van personeel dat wordt betrokken bij de opstelling en de uitvoering van een plaatselijke ontwikkelingsstrategie Dynamiseringsacties Andere, nl

*

Heeft uw partnerschap een plattelandsstrategie? Ja Wordt nog ontwikkeld Weet niet

*

Heeft naar uw mening de gesubsidieerde actie bijgedragen aan een betere kwaliteit van de ontwikkelingsstrategie? Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

Licht uw antwoord toe

*

In welke mate heeft de opleidingsactiviteit gezorgd voor een betere leefkwaliteit in uw regio?

Toelichting: De

leefkwaliteit in uw regio is verbeterd als er meer banen zijn gekomen, en/of als het voorzieningenniveau gelijkgebleven is of gestegen is en/of de kwaliteit van de natuur of het milieu en/of de sociale samenhang in zijn verbeterd door de investering. Niet Beperkt In sterke mate Weet niet

*

Heeft u nog een andere maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma waaronder u subsidie hebt gekregen? AS 4 - 412/413/421/431 NEE

*

AS 4 - Maatregelen 412 of 413 of 421 of 431

In welke mate is de ontvangen subsidie essentieel voor het uitvoeren

van het initiatief (beheer van de plaatselijke groep, verwerving van vakkundigheid en dynamisering van het gebied) waar u bij betrokken bent?

Toelichting: Is het beheer van de plaatselijke groep, verwerving van vakkundigheid en

dynamisering van gebied gedeeltelijk gerealiseerd, vul dan 'gedeeltelijk' in en licht dit toe. Niet Beperkt In sterke mate


79


*

Bent u in het verleden betrokken geweest bij een initiatief of project dat werd gesubsidieerd via LEADER+? Toelichting: Toelichting: LEADER+ was in de periode 2001-2007 een experimenteel EU programma waarmee subsidie werd gegeven aan lokale en regionale initiatieven ter bevordering van de sociaal-economische ontwikkeling van plattelandsgebieden. De fondsen vormen onderdeel van de zogenaamde EU structuurfondsen die bedoeld zijn om marginale regio's mee te trekken in de vaart der volkeren. LEADER+ wordt wel genoemd: de kraamkamer voor nieuw plattelandsbeleid. Initiatiefnemers van LEADER+projecten kunnen private partijen, plaatselijke verenigingen, provincies en gemeenten zijn. Ja Nee

*

In hoeverre is naar uw mening het huidige LEADER programma een verbetering ten opzichte van de vroege LEADER+? LEADER minder goed dan LEADER+ LEADER en LEADER+ zijn vergelijkbaar LEADER beter dan LEADER+ geen mening

*

In hoeverre voegt het LEADER programma iets toe aan de maatregelen in het Plattelandsontwikkelingsprogramma? LEADER is een nuttige aanvulling LEADER voegt niets toe



80

Methodologie Midterm Evaluatie POP2

Recommend Documents