Methodecommissie Opdrachten methodecommissie: 1. Er moet een nieuwe methode komen voor een van de expressievakken. Met enkele teamleden verken je het traject 'het invoeren van een nieuwe methode in de basisschool': Wat is de visie van onze school op leren? Breng vervolgens duidelijk in kaart hoe zo'n traject op een basisschool eruit ziet. Hoe kom je aan informatie, welke kiezen we m.b.v. een criterialijst en waarom, hoe gaat de invoering, welk budget ...enz. 2. Schrijf samen met de teamcommissie een stukje voor de schoolgids over methodes op jullie school en de visie op leren. De opdracht over de visie op leren zal door de teamcommissie worden uitgevoerd vanwege de aansluiting en de overlapping met de onderwijsvisie.
Inhoudsopgave procesdocument methodecommissie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding, wat doet de methodecommissie? Wanneer kiezen Nederlanders in het buitenland voor digitaal Nederlands onderwijs? Lesmateriaal in een digitale school. Kijkwijzer voor de keuze van lesmethodes. Lesmethodes voor de DigiWereldwijzer en motivatie keuzes lesmethodes. Invoeringstraject nieuwe lesmethodes. Invoeringstraject methode Moet je doen.
1. Inleiding De methodecommissie binnen onze school houdt zich bezig met het selecteren en up-todate houden van lesmethodes en lesmaterialen binnen onze school. De methodecommissie heeft als taak methodes te selecteren op overeenkomsten met onze schoolvisie en de aansluiting op de tussen- en kerndoelen uit de Wet op het Basisonderwijs. Daarnaast bekijkt de methodecommissie of lesmethodes voldoende mogelijkheden bieden om verschillen tussen leerlingen in tempo en kennis op te vangen met herhalings- of verrijkingsstof. Daarnaast moet een methode gemakkelijk hanteerbaar zijn, duidelijke toetsmomenten kennen en aantrekkelijk vormgegeven zijn. Een heel eisenpakket dus waarbij dit alles ook nog moet passen binnen ons schoolbudget.
2. Wanneer kiezen Nederlanders in het buitenland voor digitaal Nederlands onderwijs? Wanneer ze voor korte tijd weg zijn en zodoende het Nederlandse systeem willen aanhouden (er zijn echter niet veel mensen met kinderen die dit doen). Wanneer ze te ver weg zitten van goede scholen. In dit geval zit je over het algemeen ook in gebieden met slecht internet. Wanneer ze geregeld verplaatsen van werkplek of op wereldreis / doorreis etc. zijn. Ook in dit geval komen de mensen geregeld in gebieden waar de internetverbinding te wensen overlaat. Wanneer veelvuldig van over de hele wereld wordt gekozen voor het volgen van alleen het vak Nederlands. Wanneer mensen die in het buitenland werken voor bijvoorbeeld een ideële organisatie het internationale onderwijs te duur vinden. (Ook ons onderwijs zal prijzig zijn). Door het interviewen van gezinnen die gekozen hebben voor Nederlands afstandsonderwijs heeft onze commissie een goede indruk gekregen van wat er op onderwijsgebied aan wensen leeft bij Nederlanders in het buitenland en wat hun motivatie zou kunnen zijn bij het kiezen van onze vorm van onderwijs.
3. Lesmateriaal 3.1 Lesmateriaal in de vorm van boeken, schriften, lesbrieven en antwoordenboekjes.
Uitgangspunt bij het lesgeven aan kinderen in de onderbouw (tot en met groep 4) is dat de ouder de directe begeleider is van de leerling en dat de leerling de lesinstructie via de lesbrief van de ouder krijgt. Naarmate kinderen ouder worden kunnen zij meer verantwoordelijkheden dragen, zijn ze meer bekend met de mogelijkheden van internet en kunnen zij de instructie via de leerkracht van onze school volgen. De rol van ouder als leerkracht verschuift langzamerhand wat meer naar de achtergrond. Dit betekent niet dat de rol van de ouder minder belangrijk wordt, want deze blijft wel degelijk zijn waarde houden als coach en ondersteuner van de leerling. De lesgebonden instructies kunnen voor leerlingen vanaf groep 5 op elk gewenst moment worden gedownload van onze website. Hiermee kunnen tijdsverschillen worden overbrugd. Voorwaarde voor het volgen van deze vorm van instructie is een goede internetverbinding. In het geval dat de verbinding of de snelheid ervan te wensen overlaat, kan de leerling door middel van instructie in de lesbrieven zelfstandig de lessen volgen. In dit geval vervult de ouder weer een meer prominente rol. In de lesbrieven wordt het doel van de les kenbaar gemaakt en de aandacht van de leerling gevestigd op bepaalde moeilijke of nieuwe onderdelen. Suggesties voor extra hulp bij bepaalde onderdelen van de lesstof kunnen door de ouder worden gedownload van de site of zijn verkrijgbaar in de vorm van lesbrieven.
3.2 Digitale mogelijkheden •
• • • • •
•
•
•
•
Educatieve software, via de website van de school kunnen de leerlingen werken met educatieve software die past bij de methode en het lesmateriaal waarmee de kinderen op dat moment aan het werk zijn. Voor gebieden waar slechts beperkt gebruik gemaakt kan worden van internet of de verbindingen traag zijn, is het mogelijk de software op cd-rom aangeleverd te krijgen. E-mail, docenten en medestudenten kunnen zo met elkaar contact onderhouden. Educatieve links en spelletjes voor kinderen en ouders. Chatroom, voor informeel contact. Instructie, een aantal leerkracht gebonden lessen kan via de website gedownload worden waarna de leerling zelfstandig aan het werk kan. Extra instructie, in geval de leerling moeite heeft met de lesstof of er is persoonlijk contact gewenst kan er via de webcam, videoconferentie of telefoon een extra instructie door de RT-er of digileerkracht worden gegeven. Dit gebeurt op aanvraag vanwege de verschillende tijdszones waarin gewerkt wordt. Webcam, indien een leerling over een webcam beschikt, kan er op deze manier visueel contact onderhouden worden met de leerkracht en de medestudenten. Omdat niet overal op de wereld de internetverbindingen even goed zijn en niet iedereen over een webcam beschikt, is deze optie niet verplicht. Toetsenbordvaardigheden als onderdeel van het vak schrijven. Dit vak wordt geheel digitaal aangeboden (dit vak omvat ook een juiste computerhouding ter voorkoming van RSI). Toetsen, methodegebonden toetsen worden indien mogelijk digitaal aangeboden. Mocht dit technisch nog niet mogelijk zijn dan kan de ouder deze toets afnemen. Cito-toetsen worden digitaal aangeboden. Leerlingvolgsysteem, resultaten worden via het leerlingvolgsysteem digitaal bijgehouden.
•
• •
Weekbrieven, de leerlingen worden met weekbrieven via de e-mail aangestuurd met betrekking tot de planning. Zo kunnen wij op afstand goed volgen of de leerlingen niet achter raken op schema. Teleconferentie biedt mogelijkheden om met meerdere personen tegelijkertijd in een document te werken. Een goede optie om digitaal in groepjes te werken. Via teamrooms kunnen gezamenlijke documenten op de site bewaard worden en waarmee een ander weer verder kan werken in een document.
4. Kijkwijzer voor de keuze van methodes Kijkwijzer voor de keuze van een nieuwe lesmethode 1.
Kerndoelen De methode voldoet aan de kerndoelen en de tussendoelen vastgelegd door het Ministerie van OC en W in de Wet op het primair onderwijs. De methode geeft aan welke minimumdoelen en welke streefdoelen er per groep zijn.
2.
Opbouw De methode kent een duidelijke opbouw (bijv. in blokken). De methode heeft een duidelijke handleiding voor de leerkracht. De lessen kennen een duidelijke lesopbouw. De methode biedt een doorgaande lijn voor groep 1 t/m 8. De methode geeft bij elke opgave aan, aan welke leerlijn wordt gewerkt.
3.
Differentiatie en adaptief onderwijs De methode biedt per les verrijkings- en verdiepingsstof. De methode biedt per blok/hoofdstuk mogelijkheden voor herhalingsstof. De methode biedt suggesties voor differentiatie in tempo waarbij de lesdoelstelling voor ogen gehouden wordt. De methode biedt suggesties voor remediëring van de lesstof. De methode biedt suggesties voor indikken/ compacten en verrijken van de lesstof. De methode werkt met digitale toetsen of met een digitaal leerlingvolgsysteem waarbij suggesties voor het handelen worden gegeven.
4.
Vormgeving en materiaal De methode is overzichtelijk voor zowel leerling als leerkracht. De methode is aantrekkelijk vormgegeven en nodigt uit om mee aan het werk te gaan. De methode biedt aanvullende educatieve materialen: software, ontwikkelingsmateriaal, website met suggesties etc., othodidactisch materiaal.
Methode Opmerkingen
De teksten in de handleiding voor de leerkracht zijn gemakkelijk te converteren naar lesbrieven voor leerlingen en ouders. De handleiding en eventueel de methode zijn digitaal beschikbaar. 5.
Prijs De prijs/kwaliteitsverhouding van de methode is in balans. De methode past binnen het schoolbudget. De methode is qua prijs concurrerend met kwalitatief soortgelijke methodes. De methode is voor minimaal 7 jaar bruikbaar. De methode is bij wijzigen (b.v. nieuwe spelling) eenvoudig up-to-date te maken.
6.
Schoolvisie De methode past bij de schoolvisie op leren. De methode biedt voldoende mogelijkheden voor zelfstandig werken. De methode biedt suggesties voor samenwerkend leren. De methode biedt suggesties voor interactie tussen leerlingen en tussen leerlingen en leerkracht. De methode heeft oog voor de brede persoonsontwikkeling. De methode werkt met situaties uit de dagelijkse praktijk (authentiek en betekenisvol leren). De methode biedt suggesties voor het zien van de zone van de naaste ontwikkeling. De methode kent een geïntegreerde aanpak met andere lesmethodes of vakken (bijv. bij wereldoriëntatie) en samenhang in activiteiten. De methode werkt met een thematische opbouw.
7.
Implementatie/invoering De methode is eenvoudig in te voeren. De uitgever biedt een implementatieworkshop waarbij wordt ingegaan op de overgang van de oude naar de nieuwe methode. De uitgever biedt begeleiding bij het scholen van (nieuwe) leerkrachten over het werken met de methode.
5. Benodigde lesmethodes: Groep 1/2 Voor groep 1/2 werken we met de methode Schatkist en andere bronnenboeken.
Vak
Methode
Uitgever
Veilig Leren Lezen Tussen de regels
Zwijsen Zwijsen
Zwijsen Zwijsen Zwijsen Zwijsen
Engels
Zin in taal - taal Zin in taal - spelling Pennenstreken Schatkist instap Lezen doe je overal Veilig in stapjes Hello world
Rekenen/wiskunde Rekenen
Alles Telt
Thiememeulenhoff
Oriëntatie op jezelf en de wereld Verkeer Natuur/techniek Aardrijkskunde Geschiedenis Sociaal emotionele vaardigheden Levensbeschouwelijke en culturele vorming
Klaar… over! De grote reis De grote reis De grote reis Leefstijl Trefwoord
Wolters Noordhoff Malmberg Malmberg Malmberg Leefstijl SGO Uitgeverij
Taal Aanvankelijk technisch lezen (groep 3) Voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen, studerend lezen, leesbevordering (groep 4 t/m 8) Taal, woordenschat Spelling Schrijven NT2
Cultuureducatie en kunstzinnige vorming Muziek Kunst & Cultuur (waaronder dans & drama) Beeldende vorming (handvaardigheid en tekenen) Overig Toetsenbordvaardigheden
Malmberg
Moet je doen: muziek Thiememeulenhoff Moet je doen: Kunst Thiememeulenhoff &cultuur Moet je doen: Thiememeulenhoff Beeldende vorming
LOI kidzz, leren typen LOI op de pc Bewegingsonderwijs/gymnastiek* Planmatig Swets Test bewegingsonderwijs Publishers *In geval van een niet digitaal lesaanbod zou onze school voor deze methode kiezen. In onze lesomgeving is het invoeren van een dergelijke methode niet praktisch realiseerbaar. Dit betekent niet dat wij gymnastiek en bewegingsonderwijs geen belangrijke rol toekennen, maar wij beperken ons in de praktijk tot het nadrukkelijk adviseren van ouders om hun kinderen te laten deelnemen aan sportactiviteiten in lokale leef- en woonomgeving.
Motivatie methodekeuze: Bij de methodekeuze hebben we ons naast de kijkwijzer laten leiden door een aantal zaken die speciaal voor onze digitale school belangrijk zijn: 1. Zoveel mogelijk lesmethodes van eenzelfde uitgever. Dit is praktisch omdat hun lesmateriaal op elkaar is afgestemd en hierdoor gemakkelijk transfer tussen vakken (bijvoorbeeld lezen en schrijven) kan plaatsvinden. De aangeleerde leesletter bij aanvankelijk lezen komt ook direct aan de orde in de schrijfmethode. Daarnaast zijn de methodes voor begrijpend lezen ook weer afgestemd op het voorgaande niveau. 2. Zoveel mogelijk vakoverstijgende methodes (methodes die meerdere vakken combineren). Dit punt vinden we vooral belangrijk voor de ouders, die toch ook een deel van de begeleiding op zich nemen. Door het aantal verschillende methodes te beperken, is er voor hen meer overzicht. Voor Taal is onze keuze hierbij gevallen op een aantal methodes van de uitgeverij Zwijsen (Schatkist, Veilig Leren Lezen, de schrijfmethode en de vervolgmethodes voor taal). Deze methodes zijn didactisch goed doordacht, er zijn voldoende mogelijkheden voor verrijkingsen herhalingsstof en interactief leren. Er is veel informatie over de methodes te vinden op internet net als praktijkideeën van gebruikers en thematips bij bepaalde lessen. Daarnaast kent de uitgever uitgebreide gebruikersondersteuning in de vorm van workshops en informatiedagen en een toetssite voor lezen. Voor rekenen hebben wij gekozen voor de methode ‘Alles Telt’. Deze methode kent goede mogelijkheden voor adaptief onderwijs op afstand door de bijbehorende maatschriften. Onderwijs in natuur, techniek, aardrijkskunde en geschiedenis hebben wij kunnen vangen in de methode ‘De grote reis’. Deze geïntegreerde methode is zeer compleet en voegt in één lesmethode al deze vakken samen. Voor Engels hebben wij gekozen voor de methode ‘Hello World’ omdat deze methode naast onze gebruikelijke eisen aan een methode, extra leesboeken, cd’s en een internetsite voor kinderen biedt. Voor de toetsenbordvaardigheden is onze keuze gevallen op de mogelijkheden die de LOI hierin biedt: LOI Kidzz leren typen op de pc. Het is een compleet pakket gericht op samenwerking met scholen en sluit af met een eindtoets en een diploma. Voor cultuureducatie en kunstzinnige vorming hebben we gekozen voor de geïntegreerde methode ‘Moet je doen’. ‘Moet je doen’ is het enige complete lespakket met een doorgaande lijn voor expressieonderwijs. Binnen de methode wordt aandacht besteed aan muziek, beeldende vorming (handvaardigheid en tekenen) en kunst & cultuur (waaronder dans en drama). Deze methode verschijnt het komend cursusjaar in geheel vernieuwde vorm, volledig aansluitend op de nieuwe kerndoelen. Voor de tussenliggende tijd wordt voor de bovenbouw gewerkt met het project: Kruistocht in spijkerbroek. Voor de overige groepen kunnen we kosteloos gebruik maken van de oude versie van de methode.
6. Invoeringstraject nieuwe methode: 1. 2. 3. 4. 5.
Oriënteren op verschillende methodes via internet. Bekijken welke methode binnen het budget past. Uitkomst oriëntatie voorleggen aan het team. Zichtzendingen bestellen. Met team bespreken wanneer de zichtzendingen in proeflessen worden omgezet en voor welke periode. 6. Kijkwijzer gebruiken bij het geven van proeflessen. 7. Individuele rapportages maken. 8. Rapportages naast elkaar leggen en evalueren. 9. Terugkoppeling naar het team. 10. Methode bestellen. 11. Introductieworkshops volgen. 12. Invoeren.
7. Uitvoering invoeringstraject expressievakken Hieronder volgt de uitwerking van de eerder genoemde stappen voor de expressievakken. Stap 1: Oriënteren op verschillende methodes via internet. We hebben besloten om verschillende methodes voor de expressievakken op te zoeken op internet en navraag te doen bij onze collega’s naar dergelijke methodes. Gezamenlijk hebben we in de afgelopen jaren op zo’n 25 verschillende scholen les gegeven en van deze expertise hebben we hierbij gebruik gemaakt. Hiermee kwamen we tot de conclusie dat er maar één gecombineerde methode voor de expressievakken op de markt is, te weten: ‘Moet je doen’. Daarnaast zijn er verschillende methodes verkrijgbaar voor de verschillende deelgebieden die elkaar hier en daar overlappen. De verschillende methodes voor de deelgebieden zijn versnipperd. Er zitten goede en minder goede tussen. Als uitgangspunt voor het kiezen van methodes hebben we als school waar mogelijk gekozen voor gecombineerde vakoverstijgende methodes. Dit heeft sterk meegespeeld in de beslissing om ons in eerste instantie verder te verdiepen in de methode ‘Moet je doen’. Mocht deze methode op meerdere punten niet voldoen aan de kijkwijzer dan zullen we alsnog andere methodes bekijken. Stap 2: Bekijken welke methode binnen het budget past. Als startende school moeten er veel methodes aangeschaft worden vanuit het startbudget. Leerlingenboeken worden doorverkocht naar de ouders, die kosten dragen we dus niet. Deze methode werkt echter niet met leerlingenboeken. De gehele methode kost € 2.935,50. De lessenserie voor de bovenbouw voor dit jaar kost € 49,50. Zoals het er nu naar uitziet kunnen we dit financieren met het huidige budget. Het gebruiken van de oude methode voor de rest van dit cursusjaar is kosteloos in die zin, dat we de methode moeten aanschaffen, maar het volledige bedrag verrekend wordt bij aanschaf van de nieuwe methode. Stap 3: Uitkomst oriëntatie voorleggen aan het team. We hebben in de vergadering van 14 november de bevindingen geplaatst en de verschillende teamleden hebben hierop gereageerd. In de vergadering van 28 november is dit nogmaals gebeurd nadat de opmerkingen van de overige teamleden verwerkt waren. Stap 4: Zichtzendingen bestellen. Probleem bij de invoering op dit moment is dat de nieuwe versie pas beschikbaar is met ingang van het nieuwe schooljaar. Een zichtzending is op dit moment niet te bestellen. Voor de nieuwe versie is deze vanaf maart beschikbaar en van de oude versie wordt deze niet meer verzonden. Hiervoor moeten we dus geduld hebben en ons vooralsnog baseren op een volledige methode zoals we die hebben kunnen bekijken op basisschool ‘De Brandaris’ te Dronten. Stap 5: Met team bespreken wanneer de zichtzendingen in proeflessen worden omgezet en voor welke periode. Velen van ons hebben op eerdere scholen met de oude methode ‘Moet je doen’ gewerkt. We besluiten daarom geen proeflessen te geven, maar aan degenen die met de methode hebben gewerkt vragen we om de kijkwijzer in te vullen. De hieruit verkregen informatie vullen we aan met de informatie die via de site ‘www.moetjedoen.nu’ te verkrijgen is. Stap 6: Kijkwijzer gebruiken bij het geven van proeflessen. Dit punt vervalt voor deze methode. Stap 7: Individuele rapportages maken. Verschillende leerkrachten die op eerder scholen met de methode ‘Moet je doen’ hebben gewerkt, hebben de kijkwijzer ingevuld. Daarbij hebben we opgemerkt steeds de huidige 5 verschillende onderdelen van ‘Moet je doen’ in ogenschouw te nemen.
Stap 8: Rapportages naast elkaar leggen en evalueren. In de bijlage is de ingevulde kijkwijzer opgenomen zoals die is opgesteld door de verschillende rapportages samen te voegen. Op basis hiervan hebben we besloten dat de methode in voldoende mate voldoet aan onze wensen en we tot invoering willen overgaan. Stap 9: Terugkoppeling naar het team. In de vergadering van 4 december is de uitkomst teruggekoppeld naar het team. Zij hebben zich aangesloten bij de keuze van de methodecommissie. De methode kan besteld worden. Stap 10: Methode bestellen. Deze stap is in het kader van deze studieopdracht niet verder uitgevoerd. Stap 11: Introductieworkshops volgen. Wij gaan in ieder geval met het team naar NOT 2007 in de Jaarbeurs in Utrecht, waar uitgebreide informatie gegeven wordt over de methode. Of er introductieworkshops gegeven zullen worden is op dit moment nog niet bekend. Wel kunnen we een gratis voorlichting voor de school aanvragen. Het hangt er vanaf of dit na het bezoek aan de NOT 2007 nog nodig is. Een groot aantal leerkrachten van onze school heeft op eerdere scholen al wel gewerkt met de oude versie van ‘Moet je doen’ en is dus bekend met de werkwijze. Stap 12: Invoeren. Deze stap is in het kader van deze studieopdracht niet verder uitgevoerd.
Opmerking: De methode “Moet je doen” is eenvoudig in te voeren in het reguliere contactonderwijs. In geval van een digitale school is het praktisch gezien wat complexer uit te voeren. De methode moet je doen biedt wel lesinstructies die eenvoudig converteerbaar zijn naar lesbrieven voor ouders. Gezien het feit dat de nieuwe versie van deze methode pas vanaf volgend schooljaar volledig leverbaar is, kiezen wij er als school voor om tot die tijd een pilot te houden waarbij wij in samenwerking met de uitgever van “Moet je doen” onderzoeken in hoeverre we het lesaanbod digitaal kunnen vormgeven.
Bijlage 1: Samenvoeging individueel ingevulde kijkwijzers door de verschillende leerkrachten.
Kijkwijzer voor de keuze van een nieuwe lesmethode
Opmerkingen Moet je doen: Kunst en Cultuur (K&C) / Muziek (M) / Beeldende Vorming (BV)
1.
2.
Kerndoelen De methode voldoet aan de kerndoelen en de tussendoelen vastgelegd door het Ministerie van OC en W in de Wet op het primair onderwijs. De methode geeft aan welke minimumdoelen en welke streefdoelen er per groep zijn. Opbouw De methode kent een duidelijke opbouw (bijv. in blokken). De methode heeft een duidelijke handleiding voor de leerkracht. De lessen kennen een duidelijke lesopbouw. De methode biedt een doorgaande lijn voor groep 1 t/m 8.
De methode geeft bij elke opgave aan, aan welke leerlijn wordt gewerkt. 3.
Differentiatie en adaptief onderwijs. De methode biedt per les verrijkings- en verdiepingsstof. De methode biedt per blok/hoofdstuk mogelijkheden voor herhalingsstof.
De methode biedt suggesties voor differentiatie in tempo waarbij de lesdoelstelling voor ogen gehouden wordt.
De methode biedt suggesties voor remediëring van de lesstof. De methode biedt suggesties voor indikken/ compacten en verrijken van de lesstof. De methode werkt met digitale toetsen of met een digitaal leerlingvolgsysteem waarbij suggesties voor het handelen worden gegeven.
Ja, de nieuwe versie (2007) is aangepast aan nieuwe kerndoelen.
Ja, in elk geval in de huidige methode. Voor de nieuwe methode is dit niet te achterhalen via de site.
Ja Ja, uniforme handleiding voor de 3 verschillende disciplines: K&C, M en BV. Ja, elke les heeft de opbouw: inleiding, kern en afsluiting. Ja, de nieuwe methode loopt door van groep 1 t/m 8. Er is geen sprake meer van een losstaande versie voor de groepen 1/2. Nee, via de duidelijke doelen per les is dit wel eenvoudig te zien.
Ja, bij vrijwel alle lessen worden uitbreidingsmogelijkheden gegeven. Nee. Dit punt vinden we voor de expressievakken ook minder van belang. De verschillende technieken komen wel bij herhaling steeds terug binnen een leerjaar en binnen de gehele methode. Nee, niet binnen alle disciplines is dit het geval. De lessen binnen de discipline K&C geven wel suggesties om (een gedeelte) van de les eenvoudiger of moeilijker te maken. Nee. Ja, per les. Nee, er wordt niet getoetst. De beoordeling is aan de leerkracht.
4.
5.
Vormgeving en materiaal De methode is overzichtelijk voor zowel leerling als leerkracht. De methode is aantrekkelijk vormgegeven en nodigt uit om mee aan het werk te gaan. De methode biedt aanvullende educatieve materialen: software, ontwikkelingsmateriaal, website met suggesties etc., othodidactisch materiaal. De teksten in de handleiding voor de leerkracht zijn gemakkelijk te converteren naar lesbrieven voor leerlingen en ouders. De handleiding en eventueel de methode zijn digitaal beschikbaar. Prijs De prijs/kwaliteitsverhouding van de methode is in balans. De methode past binnen het schoolbudget. De methode is qua prijs concurrerend met kwalitatief soortgelijke methodes.
De methode is voor minimaal 7 jaar bruikbaar. De methode is bij wijzigen (b.v. nieuwe spelling) eenvoudig up-to-date te maken. 6.
Ja Ja, zeker de nieuwe methode In geringe mate. Zo nu en dan zijn er aanvullende actuele materialen zoals nu de module: Kruistocht in Spijkerbroek voor de bovenbouw. Redelijk eenvoudig
Nee
Ja Ja Ja, voor een deelmethode voor alleen muziek of alleen beeldende vorming ligt de prijs veelal rond de € 1000,= voor de doorlopende lijn van groep 1 t/m 8. Ja, waarschijnlijk langer doordat er geen leerlingenboeken zijn die slijten. n.v.t.
Schoolvisie De methode past bij de schoolvisie op leren. Ja, de methode is gebaseerd op ontwikkelingsgericht leren. Dit komt dicht bij onze visie op leren. De methode biedt voldoende Ja, maar zelfstandig werken is bij deze mogelijkheden voor zelfstandig werken. methode misschien niet helemaal van toepassing. Er wordt veel gebruik gemaakt van samenwerken, maar dit is voor ons in de praktijk niet mogelijk. De meeste opdrachten zijn ook individueel uit te voeren. De methode biedt suggesties voor Ja samenwerkend leren. De methode biedt suggesties voor Ja interactie tussen leerlingen en tussen leerlingen en leerkracht. De methode heeft oog voor de brede Ja persoonsontwikkeling. De methode werkt met situaties uit de Ja dagelijkse praktijk (authentiek en betekenisvol leren). De methode biedt suggesties voor het Ja zien van de zone van de naaste ontwikkeling. De methode kent een geïntegreerde Ja, alle expressievakken zijn
aanpak met andere lesmethodes of vakken (bijv. bij wereldoriëntatie) en samenhang in activiteiten. De methode werkt met een thematische opbouw. 7.
Implementatie/invoering De methode is eenvoudig in te voeren. De uitgever biedt een implementatieworkshop waarbij wordt ingegaan op de overgang van de oude naar de nieuwe methode. De uitgever biedt begeleiding bij het scholen van (nieuwe) leerkrachten over het werken met de methode.
gecombineerd in één methode.
Gedeeltelijk
In onderzoek door middel van pilot Nog onduidelijk
Ja