Metamorfose Van Heutszmonument wordt Monument Indië-Nederland
In de rubriek Metamorfose worden heden en verleden van een plek in Holland vergeleken. In deze aflevering schrijft DAAN DE LANGE over het Van Heutszmonument in Amsterdam, dat in 2007 werd omgedoopt tot Monument Indië-Nederland. ‘Een volk dat nog steeds gedenkt dat het een ander volk onderdrukte, moet zich schamen. Geen eerbetoon voor van Heutsz!’ Met een stuk in de wijkkrant blies een activistische buurtbewoner in 1997 de discussie rond het Van Heutsz-monument nieuw leven in, nadat de deelraad van Amsterdam Oud-Zuid had besloten het een opknapbeurt te geven. Al sinds de oprichting in 1935 was het monument aan het Olympiaplein controversieel geweest. Aan de naam van generaal Van Heutsz kleefde immers het bloed van de Atjehoorlog. Op verzoek van het Comité Herdenking Gevallenen in Nederlands-Indië dienden de deelraadpolitici van Amsterdam Anders/ De Groenen een jaar later een nota in over naams- en functieverandering. Onder de titel ‘Held of houwdegen’ noemden zij het monument ‘een symbool voor kolonialisme, een zaak waar thans menigeen zich voor zou schamen’. Het was retoriek die naadloos aansloot bij de lange geschiedenis van (links) protest tegen het monument en tegen het establishment dat weigerde te accepteren hoe ‘fout’ het was. Het verschil was dat de
Op 15 juni 1935 wordt door Koningin Wilhelmina in Amsterdam Zuid een monument onthuld ter nagedachtenis aan generaal Van Heutsz. Het is een ontwerp van Gijsbert Friedhoff en beeldhouwer Frits van Hall. Het monument bestaat uit een 18.7 meter hoge zuil, een vrouwenfiguur, twee leeuwen en diverse reliëfs. Spaarnestad Photo.
van heutszmonument wordt monument indië-nederland
121
Olympiaplein, de speelvijver aan de voorzijde van het Van Heutszmonument in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Stadsarchief Amsterdam.
politiek deze keer gewilliger bleek. Het stadsdeel nodigde Instituut Clingendael uit om met verschillende betrokkenen in overleg te treden, het draagvlak voor naams- en functiewijzing te onderzoeken en daarover een advies uit te brengen. Op basis daarvan werd in 2001 besloten het monument om te dopen tot ‘Monument Indië – Nederland’. Het zou veranderen van ‘ereteken voor Van Heutsz’ in een ‘herinnering aan de relatie tussen Nederland en Indië tijdens de koloniale periode’. Een controversieel monument Joannes Benedictus Van Heutsz (1851-1924) is een van de grote namen uit de koloniale geschiedenis van Nederland. Vanaf 1873 maakte hij carrière in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, waarmee hij successen boekte in de oorlog tegen de Atjehers (Noord-Sumatra), dankzij een contraguerrillatactiek met kleine gevechtseenheden. In de langdurige Atjehoorlog (1873-1912) werd hij bekend als een keiharde legerleider die niet terugschrok voor terreur en verantwoordelijk was voor massale slachtpartijen. Naar schatting 70.000 Atjehers lieten het leven in een strijd die later eufemistisch ‘de pacificatie van Atjeh’ werd genoemd. ‘Pacificator’ Van Heutsz was hiervoor een van de hoofdverantwoordelijken.1 In Nederland was zijn optreden niet onomstreden, maar Van Heutsz’ ‘daadkracht’ oogstte ook bewondering. In 1904 verkreeg hij het ambt van gouverneur-generaal. Hij bekleedde deze hoog1
K. van Geemert, Monument Indië Nederland (Amsterdam 2007) 29-34.
122 metamorfose
Vier van de natuurstenen koppen die de gele pylonen sieren op het Monument Indië-Nederland, (ontworpen door kunstenaar Jan Kleingeld).
ste positie van het Nederlands-Indisch bestuur tot 1909, en vergrootte in die periode zijn faam door verschillende buitengewesten onder Nederlandse heerschappij te brengen. Hij werd beschouwd als de man die Nederlands-Indië tot eenheid had samengesmeed. Dit feit bezorgde hem overigens ook na dekolonisatie nog in Indonesische militaire kringen een goede naam. De reputatie die Van Heutsz in zijn militaire en politieke carrière had opgebouwd was zo groot dat er na zijn dood in 1924 meerdere beelden en eretekens voor hem werden opgericht, onder meer in Kotah Radjah (Atjeh) en in Batavia. Het laatste werd overigens direct na de Japanse bezetting gesloopt. In Amsterdam werd een geldinzameling georganiseerd waarmee in 1927 een imposant praalgraf werd gefinancierd. Dat staat nog altijd op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Na een drukbezochte rondgang, onder meer langs het mede door Van Heutsz geïnitieerde Koloniaal Instituut, werd Van Heutsz er herbegraven. Het praalgraf gaf weinig aanleiding tot discussie, het monument op het Olympiaplein des te meer. Al vanaf de oprichtingsplannen was het mikpunt van kritiek, waardoor het direct een controversiële reputatie kreeg. Het imposante bouwwerk, dat werd betaald met het geld dat het comité nog over had na de bouw van de graftombe, riep vooral binnen linkse kringen veel verzet op.2 Het Van Heutszmonument koppelde het eerbetoon aan de voormalig gouverneur-generaal met allerlei symbolen aan een lofzang op de Nederlandse prestaties in Indië. Van Heutsz zelf was te zien als kleine reliëfbuste op een plaquette; centraal stond een ruim vier meter hoge witte vrouwenfiguur, die het Nederlandse gezag verbeeldde: in haar hand een wetsrol en aan weerzijden een leeuwtje. Hoog boven haar hoofd op een enorme bakstenen boog was een stralenkrans te zien, terwijl het bassin onder haar de zeeën symboliseerde die Nederland van Indië scheidden. De kleinere bogen die het monument aan weerszijden twee ‘armen’ gaven, verbeeldden met reliëfs en plantenbakken de verschillende eilanden van de archipel met hun gewassen en natuur. In het monument was Van Heutsz metafoor voor het voltooide, gehandhaafde en rechtvaardige gezag van Nederland over Nederlands-Indië. Het linkse verzet tegen het Van Heutszmonument was in 1930 na twee jaar flink debatteren in de gemeenteraad tot zwijgen gebracht, door een compromis waarbij de socialisten toestemming kregen voor de plaatsing van een standbeeld van Domela Nieuwenhuis aan het Nassauplein (1931). Toch werd er bij de onthulling van het monument in 1935 door konin2
E. Vanvught, De maagd en de soldaat. Koloniale monumenten in Amsterdam en elders (Amsterdam 1998) 92.
van heutszmonument wordt monument indië-nederland
123
gin Wilhelmina nog gedemonstreerd, met spandoeken waarop onder andere de tekst ‘Van Heutsz-herdenking is bloedige koloniale onderdrukking’ te lezen stond. Het monument bleef velen daarna een doorn in het oog. Opvallend genoeg gold dat ook voor de nsb, die liever een militaristisch beeld had gezien, en voor J.B. Van Heutsz jr., een SS-er, die tijdens de oorlog had gevraagd het monument af te breken omdat het niet heroïsch genoeg zou zijn. De vooren tegenstanders van het monument zijn dus niet per se in links en rechts te verdelen. Zo was de beeldhouwer van het monument de communistische Frits van Hall, die luchtig beweerde dat de beeltenis van Van Heutsz desgewenst kon worden verwijderd en vervangen door de woorden ‘Vrijheid, Merdeka of Indonesia’.3 Naar een nieuwe betekenis In de jaren zestig werd het Van Heutszmonument een aantal keer mikpunt van links protest. Zo werd de beeltenis van Van Heutsz beklad door provo’s en vonden er manifestaties plaats van radicale marxisten. Twee keer werd het monument getroffen door kleine bomaanslagen (in 1967 en 1984), en in 1984 werden de letters van Van Heutsz en zijn beeltenis ontvreemd. Monument Indië-Nederland. Bron: wikipedia. De discussie over de wenselijkheid van het monument laaide daarna nog af en toe op. Dat de politiek uiteindelijk eind jaren negentig akkoord ging met een herziening van het monument, past in de omslag in de herinneringscultuur rond Nederlands-Indië: de koloniale geschiedenis veranderde met allerlei cultuurmaatschappelijke omwentelingen vanaf de jaren zestig van een verdrongen verlies van een overzees paradijs, tot een zwarte bladzijde in de vaderlandse geschiedenis. De begrippen ‘trots’ en ‘schaamte’ keerden in de discussies voortdurend terug. Het verzet tegen het monument werd verwoord in termen van ‘schaamte’ – ook schaamte óver de trots. Naar aanleiding de gespreksrondes door Clingendael over Van Heutsz draaide een deelnemer die stelling om: ‘Men is eigenlijk trots, maar verpakt dat in schaamte. Men is trots op de schaamte, eigenlijk.’4 De morele verontwaardiging die aan de herziening van het monument ten grondslag lag, staat in contrast met de gemoedelijke en a-politieke afronding van dit project, ruim tien (!) 3 4
Van Geemert, Monument Indië Nederland, 48. Interview met Tom van der Geugten (historicus Fontys Hogeschool Tilburg), gehouden op 18 maart 2008.
124 metamorfose
Monument Indië-Nederland (23 maart 2011). Foto: auteur.
jaar later. Er was nauwelijks belangstelling. En dat terwijl de inzet van de discussie destijds niets minder was geweest dan af te rekenen met een foute koloniale erfenis. Zo werd het althans vooral vanuit politieke hoek voorgesteld. Uit de gespreksrondes die Clingendael met verschillende betrokkenen organiseerde, bleek dat het Van Heutsz-monument voor verschillende groepen een fundamenteel andere betekenis had. Veel politici noemden het monument een ‘ereteken’ voor iets wat naar huidige maatstaven een ‘massamoord’ zou worden genoemd. Het ongewijzigd laten van het monument betekende voor hen het ongewijzigd laten van een anachronistisch oordeel over kolonialisme. In het academische discours werden verleden en monument losgekoppeld: een oordeel over het verleden lag niet besloten in het monument, dat dus niet als ‘publieke herinnering’ vertaald mocht worden. Het was zélf geschiedenis, en daarom vooral een interessant object dat in zijn context moest worden gezien. De historici stelden voor om slechts tekst en uitleg bij het monument te geven, en het verder zo te laten. Het adviesrapport van Clingendael werd een saillant voorbeeld van polderpolitiek. Het strooide met consensusbevorderende opmerkingen: het monument moet ‘vragen oproepen’ en het verleden ‘ter discussie stellen’. Ook de naam Indië-Nederland vijlde zorgvuldig de scherpe kantjes van het debat. Zelfs over de ongelukkig gekozen hollandocentrische jaartallen 1596 (‘eerste schipvaart’) en 1949 (soevereiniteitsoverdracht) die werden aangebracht, ontstond maar weinig discussie. Al was de uitkomst daarvan wel dat ook 1945 (proclamatie Indonesië) werd toegevoegd. Inmiddels kan het resultaat van de naams- en functieverandering worden bewonderd. Kunstenaar Jan Kleingeld heeft, naar eigen zeggen in de stijl van Plan Zuid, vier gele pylonen ontworpen en die haaks op de oost-west-as van het monument gezet. Op de pylonen
van heutszmonument wordt monument indië-nederland
125
Een van de gele pylonen bij het Monument Indië-Nederland (23 maart 2011). Foto: auteur.
staan natuurstenen koppen waarop de letters ‘I’ en ‘N’ in verschillende posities ten opzicht van elkaar staan, van compleet los tot innig vervlochten. Oftewel: ‘Nederland’ en Indië delen een geschiedenis, ze zijn vervlochten geraakt en weer uiteen gegaan. De scherpte van de discussies over goed en fout is niet in het nieuwe monument doorvertaald; de symboliek die ervan uitgaat lijkt zelfs eerder op die van een door Van Heutsz bijeengesloten Indië dan op een kritisch ‘ter discussie stellen’ van het verleden. Nauwelijks historische ‘uitleg’, of ‘context’, maar een vleugje tempo doeloe: een rokende vulkaan en de woorden ‘Innig Nederlands-Indië’. Eén kop laat de jaartallen 1596, 1935, 1945, 1949, 2001 en 2007 zien. Met zoveel jaartallen zal niemand zich nog voor het hoofd gestoten voelen. Maar waar ze precies voor staan, is de gemiddelde voorbijganger niet duidelijk. Die zal hooguit op een zwoele zomeravond, wanneer de pylonen gaan gloeien en onder de zacht ruisende bomen het bassin tropisch blauw oplicht, even wegdromen naar ons verloren paradijs.