METAALHANDEL PSC 149.04
CAO 2013-2014
Inhoud
Inhoud Inkomen .................................................................................. 4 Index .................................................................................. 4 Ecocheques ....................................................................... 4 Vervoerkosten .................................................................... 5 Eindejaarspremie ................................................................ 5 Stand-by vergoeding .......................................................... 6 Sectoraal pensioenstelsel ..................................................... 7 Bestaanszekerheid ................................................................ 9 Toeslag bij tijdelijke werkloosheid ........................................ 9 Toeslag bij volledige werkloosheid ...................................... 9 Toeslag bij ziekte ................................................................ 9 Toeslag bij sluiting van de onderneming ............................ 10 Toeslag bij halftijds tijdkrediet ............................................ 10 Toeslag bij SWT ................................................................ 10 Contract ............................................................................... 12 Eengemaakt werknemersstatuut ........................................ 12 Opzegtermijnen ........................................................... 12 Werkgroep statuten arbeiders – bedienden ................... 16 Werkzekerheidsclausule ..................................................... 16 Interimarbeid ..................................................................... 17 Medische controle ............................................................. 17 Loopbaan ............................................................................. 19 Loopbaanverlof ................................................................. 19 Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) .................... 19 Tijdkrediet en loopbaanvermindering ................................. 20 Anciënniteitverlof ............................................................... 21 Opbouw anciënniteit ........................................................ 21 Klein verlet......................................................................... 21 Arbeidstijd en flexibiliteit...................................................... 22
Flexibiliteit...........................................................................22 Track & Trace....................................................................22
2
Vorming en opleiding .......................................................... 23 Vakbondsaanwezigheid in de onderneming ..................... 24 Syndicale voordelen ............................................................ 25 Syndicale premie .............................................................. 25 ACV-CSC METEA heeft jou nodig....................................... 26 Adressen................................................................................ 27
Het is weer zover. Een sectoraal akkoord geldig tot eind 2014 binnen de sector metaalhandel is een feit. Hierin staan de arbeidsvoorwaarden van toepassing voor alle werknemers en alle bedrijven binnen de sector metaalhandel. Dit sectoraal akkoord is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden. Het sectoraal overleg verliep bijzonder moeilijk. Niet alleen was er weinig onderhandelingsmarge, de werkgevers wilden eerst duidelijkheid omtrent het eenheidsstatuut. De belangrijkste discriminaties zijn weg: de carenzdag is afgeschaft en er is voortaan een gelijke opbouw van opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden (zie verder in deze publicatie). Deze publicatie is een momentopname. Nog niet alle verschilpunten tussen arbeiders en bedienden zijn weggewerkt. In de komende maanden wordt hierover nog overlegd. Die onderhandelingen kunnen aanleiding zijn tot wijzigingen in het statuut van de werknemer in de sector metaalhandel. Voor de laatste stand van zaken, neem een kijkje op www.acv-csc-metea.be. Verder vind je in deze publicatie alle belangrijke elementen uit deze cao, aangevuld met algemene informatie van toepassing in de sector. Nieuwe zaken herken je aan het icoontje . Met eventuele vragen kan je terecht bij jouw vakbondsafgevaardigde of in het ACV-dienstencentrum bij jou in de buurt. Veel leesplezier, ACV-CSC METEA
3
Inkomen
n
Index
De automatische koppeling van de lonen aan de index blijft behouden. Zowel de effectieve lonen als de baremalonen worden jaarlijks geïndexeerd. De indexering gebeurt jaarlijks op 1 februari. De lonen worden die dag telkens verhoogd volgens de “reële inflatie”. Concreet betekent dit dat de lonen op 1 februari 2013 verhoogd werden met 2,08 % en op 1 februari 2014 met 1,04 %. Om de reële inflatie op 1 februari te bepalen, wordt het indexcijfer van de maand januari vergeleken met het indexcijfer van de maand januari van het vorige jaar.
n
Ecocheques
Het stelsel van de ecocheques wordt verlengd. Elke voltijds tewerkgestelde arbeider heeft recht op ecocheques ter waarde van € 250 per jaar. Deze worden per semester uitbetaald, telkens met een waarde van € 125. De betaling gebeurt: - ten laatste op 15 juni op basis van de tewerkstelling in de referteperiode van 1 december van het voorgaande jaar tot en met 31 mei van het lopende jaar. - ten laatste op 15 december op basis van de tewerkstelling in de referteperiode van 1 juni tot en met 30 november van het lopende jaar.
4
Wanneer de arbeider in deze periode op bepaalde ogenblikken niet werkt, worden voor een aantal gevallen gelijkstellingen voorzien: - alle schorsingsdagen waarvoor loon werd betaald. - alle dagen van tijdelijke werkloosheid om economische redenen. - de volledige periode van moederschapsrust. - 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop het gewaarborgd maandloon.
Voor alle gevallen van onvolledige tewerkstelling tijdens de referteperiode wordt in een pro rata voorzien. Uitzendkrachten hebben op het vlak van ecocheques dezelfde rechten als de vaste arbeiders.
Inkomen
Inkomen
In de onderneming kan op gelijk welk moment een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten omtrent een alternatieve besteding van de ecocheques. Voor meer informatie over ecocheques, ga naar www.ecocheques.be.
n
Vervoerkosten
De verplaatsing van en naar het werk met het openbaar vervoer wordt volledig terugbetaald. Voor privévervoer: wanneer een arbeider met eigen vervoer naar het werk komt, ontvangt hij een dagvergoeding. Deze dagvergoeding is gelijk aan de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS gedeeld door 5. Deze tussenkomst wordt elk jaar geïndexeerd op 1 februari. De regeling vervoerkosten is ook van toepassing voor leerlingen in een systeem van alternerend leren. Deze bedragen zijn terug te vinden in onze publicatie “Vervoerkosten”.
n
Eindejaarspremie
De eindejaarspremie is gelijk aan een dertiende maand of het uurloon van 31 december, vermenigvuldigd met het aantal uren per maand. Dat aantal verschilt naargelang het betaalregime:
40 39,5 39 38,5 38 37,5
uren per week: uren per week: uren per week: uren per week: uren per week: uren per week:
173,33 uren 171,17 uren 169,00 uren 166,83 uren 164,67 uren 162,50 uren.
5
Inkomen
Er is eveneens pro rata voor: - ontslag door de werkgever. - ontslag door de arbeider bij tijdelijke werkloosheid. - einde contract van bepaalde duur, of vervangingsovereenkomst. - beëindiging van het contract wegens overmacht. - SWT. - ontslag door de arbeider mits 3 jaar anciënniteit in de onderneming. - beëindiging van een contract in onderlinge toestemming mits een anciënniteit van 3 jaar in de onderneming. Recht op een volledige premie wanneer de arbeider in de loop van het jaar: - met pensioen gaat. - overlijdt. Sommige afwezigheden worden onder bepaalde voorwaarden met effectieve prestaties gelijkgesteld: - zwangerschapsverlof en vaderschapsverlof. - (arbeids)ongeval of (beroeps)ziekte: max. eerste 12 maanden. - tijdelijke werkloosheid: max. 150 dagen.
n
Stand-by vergoeding
Voor arbeiders die stand-by zijn, zijn 2 soorten vergoedingen voorzien: - stand-by vergoedingen. - uitrukvergoedingen.
6
De stand-by vergoedingen zijn afhankelijk van het tijdstip waarop de arbeider in “wacht” is en bedragen sedert 1 februari 2014:
€ 1,77/uur van maandag tot vrijdag van 6u00 tot 22u00 € 2,36/uur tijdens het weekend van 6u00 tot 22u00 € 2,36/uur van maandag tot vrijdag van 22u00 tot 6u00 € 2,95/uur tijdens het weekend van 22u00 tot 6u00.
Inkomen
Voorwaarden Op 31 december van het beschouwde jaar ten minste drie maanden ingeschreven zijn in het personeelsregister. Wie op 31 december geen jaar anciënniteit heeft, krijgt één twaalfde per maand tewerkstelling (pro rata). Een begonnen maand telt als volledig gepresteerde maand.
De uitrukvergoedingen zijn dan weer afhankelijk van het aantal keren dat een arbeider moet uitrukken en bedragen sedert 1 februari 2014: € 29,52 voor 1 oproep per kalenderdag € 47,23 voor 2 oproepen per kalenderdag € 59,03 voor 3 oproepen per kalenderdag + € 5,90 per extra oproep per kalenderdag. Deze vergoedingen worden elk jaar op 1 februari geïndexeerd. Voor de tijd dat de arbeider moet uitrukken en daardoor effectief prestaties moet leveren, moet loon worden betaald. Deze tijd wordt ook beschouwd als arbeidstijd. Op het vlak van de onderneming kan via een cao worden afgeweken van de hoogte van deze vergoedingen.
n
Sectoraal pensioenstelsel
Elke arbeider uit de sector metaalhandel heeft sedert 1 januari 2002 recht op een aanvullend pensioen bovenop het wettelijk pensioen, met uitzondering van de arbeiders van 1 onderneming die zelf de uitvoering van het aanvullend pensioen organiseert. De voordelen van dit sectoraal pensioenstelsel zijn dus van toepassing op alle arbeiders die verbonden zijn of waren met een werkgever uit de sector metaalhandel en dit ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst (bepaalde of onbepaalde duur, voltijds of deeltijds…). Vanaf 1 januari 2015 stijgt de bijdrage die de werkgever aan het sectoraal pensioenstelsel voor het aanvullend pensioen betaalt van 1,7 % naar 1,8 % van de brutolonen. Voor bepaalde arbeiders wordt op 1 januari 2015 de netto
7
Inkomen
Voor meer informatie: v.z.w. Sefocam Woluwedal 46 bus 7 1200 Brussel tel.: 02/761.00.70 e-mail:
[email protected] www.sefocam.be of jouw ACV-CSC METEA secretariaat.
Bestaanszekerheid Toeslag bij tijdelijke werkloosheid Bij tijdelijke werkloosheid wegens: - economische redenen - jaarlijkse vakantie - overmacht - technische stoornis - slecht weer betaalt het Sociaal Fonds vanaf 1 juli 2014 bovenop de normale werkloosheidsuitkering € 11,60 per werkloosheidsuitkering en € 5,80 per halve werkloosheidsuitkering.
Bestaanszekerheid
bijdrage bestemd voor de financiering van de individuele pensioenrechten aangevuld met een eenmalig netto forfaitair bedrag van € 500 indien de betrokken arbeider aan bepaalde voorwaarden voldoet. Eenzelfde eenmalige bijdrage van € 500 zal toegekend worden aan de arbeiders tewerkgesteld binnen die ene onderneming die zelf de uitvoering van het aanvullend pensioen organiseert indien de betrokken arbeider aan bepaalde voorwaarden voldoet.
Toeslag bij volledige werkloosheid Het bedrag van de aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid, uitbetaald door het Sociaal Fonds bedraagt vanaf 1 juli 2014 € 6,18 per werkloosheidsuitkering en € 3,09 per halve werkloosheidsuitkering. Er wordt een onderscheid gemaakt in leeftijd: - jonger dan 45 jaar: maximum aantal uitkeringen: 200 dagen. - 45 jaar en ouder: maximum aantal uitkeringen: 300 dagen. - 55 jaar en ouder en 20 jaar anciënniteit waarvan 5 jaar in de sector: maximum aantal uitkeringen tot aan het pensioen.
Toeslag bij ziekte
8
Bij ziekte en bij een gewoon ongeval ontvangt de arbeider vanaf 1 juli 2014 van het Sociaal Fonds een forfaitaire vergoeding, bovenop de ziekte-uitkering van de RSZ: na 60 dagen: € 91,94 na 120 dagen: € 91,94 na 180 dagen: € 119,71 na 240 dagen: € 119,71 na 300 dagen: € 119,71 na 365 dagen: € 119,71 na 455 dagen: € 119,71 na 545 dagen: € 119,71 na 635 dagen: € 119,71
9
Bestaanszekerheid
€ 119,71 € 119,71 € 119,71 € 119,71
Oudere zieke Arbeiders die ziek worden en op dat ogenblik 55 jaar of ouder zijn, ontvangen vanaf 1 juli 2014 van het Sociaal Fonds, als oudere zieke € 6,18 per ziekte-uitkering bovenop het bedrag uitbetaald door de mutualiteit en dit tot aan hun pensioen (mits 20 jaar anciënniteit waarvan 5 jaar in de sector). In geval van halftijdse tewerkstelling, ontvangt de arbeider € 3,09 per ziekte-uitkering.
Indien een arbeider in het kader van SWT zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in dit kader bij het Sociaal Fonds vastgeklikt.
Bestaanszekerheid
na 725 dagen: na 815 dagen: na 905 dagen: na 995 dagen:
Toeslag bij sluiting van de onderneming Arbeiders krijgen in geval van sluiting van de onderneming vanaf 1 juli 2014 een aanvullende vergoeding van € 306,07 uitbetaald door het Sociaal Fonds. Per jaar anciënniteit komt daar € 15,43 bij (met een maximum van € 1009,52). Voorwaarden - Op het ogenblik van de sluiting ten minste 45 jaar oud zijn. - Op het ogenblik van de sluiting ten minste 5 jaar anciënniteit hebben in de onderneming. - De arbeider moet bewijzen dat hij binnen de 30 kalenderdagen na het ontslag niet elders is beginnen werken.
Toeslag bij halftijds tijdkrediet Een arbeider van 53 jaar of ouder die halftijds tijdkrediet opneemt, ontvangt vanaf 1 juli 2014 van het Sociaal Fonds gedurende 60 maanden een maandelijkse vergoeding van € 76,51 bovenop de vergoeding van de RVA.
Toeslag bij SWT De aanvullende vergoeding bij stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT of het vroegere brugpensioen) valt volledig ten laste van het Sociaal Fonds met een minimum van € 6,18 per dag. Voorwaarde is wel dat de betrokken arbeider 5 jaar anciënniteit in de sector kan bewijzen.
10
11
Contract
n
Eengemaakt werknemersstatuut
Opzegtermijnen Voor werknemers die vóór 1 januari 2014 in dienst traden, worden hun verworven rechten “vastgeklikt” op basis van hun anciënniteit binnen de onderneming op 31 december 2013 en op basis van de sectorale bepalingen die op dat moment toegepast werden.
Opzeg door WN (in weken) (anc. = 0 op 1 januari 2014)
Tegenopzeg WN na opzeg door WG (in weken)
0
2
1
1
3m
4
2
2
6m
6
3
3
9m
7
3
3
1j
8
4
4
Algemeen regime
SWT
1j3m
9
4
4
Anciënniteit
WN
WG
WG
1j6m
10
5
4
- 5 jaar
14 d
40 d
28 d
1j9m
11
5
4
5 – 9 jaar
14 d
48 d
28 d
2
12
6
4
10 - 14 jaar
21 d
70 d
28 d
3
13
6
4
15 - 19 jaar
21 d
105 d
28 d
4
15
7
4
56 d
5
18
9
4
6
21
10
4
7
24
12
4
8
27
13
4
20 - 24 jaar + 25 jaar
28 d 28 d
140 d 154 d
56 d
d = kalenderdagen
Vanaf 1 januari 2014 wordt voor de opzegtermijnen geen onderscheid meer gemaakt tussen arbeiders en bedienden. De opzegtermijn wordt bepaald op basis van het criterium anciënniteit binnen de onderneming. Voor degenen die al in dienst waren, start men met anciënniteit 0 op 1 januari 2014. Wat niet wil zeggen dat de anciënniteit tot 31 december 2013 verloren gaat. Hun rechten werden immers “vastgeklikt” zoals hierboven vermeld.
12
Anciënniteit
Opzeg door WG (in weken) (anc. = 0 op 1 januari 2014)
9
30
13
4
10
33
13
4
11
36
13
4
12
39
13
4
13
42
13
4
14
45
13
4
Opmerking: de opzeg door de werknemer kan maximum 13 weken bedragen.
15
48
13
4
16
51
13
4
Sinds 1 januari 2014 zijn volgende opzegtermijnen van toepassing:
17
54
13
4
18
57
13
4
Contract
Contract
13
Contract
60
13
4
20
62
13
4
21
63
13
4
22
64
13
4
23
65
13
4
24
66
13
4
25
67
13
4
26
68
13
4
27
69
13
4
28
70
13
4
29
71
13
4
30
72
13
4
31
73
13
4
32
74
13
4
Tenslotte werd ook een compensatieregeling voorzien voor de arbeiders die reeds vóór 2014 in dienst waren en die na 1 januari 2014 ontslagen worden. Het doel van die regeling is het compenseren van het verschil in opzegtermijnen tussen arbeiders en bedienden van het verleden. De compensatie gebeurt ofwel via de ontslagcompensatievergoeding (OCV) ofwel via de ontslaguitkering. Er is recht op een ontslagcompensatievergoeding op basis van de anciënniteit die de arbeider heeft: - Vanaf 1 januari 2014: 20 jaar anciënniteit - Vanaf 1 januari 2015: 15 jaar anciënniteit - Vanaf 1 januari 2016: 10 jaar anciënniteit - Vanaf 1 januari 2017: iedereen
14
De periode gedekt door de OCV wordt bepaald aan de hand van volgende formule:
Alle jaren anciënniteit alsof de arbeider altijd al werkte onder de nieuwe regeling (vastgeklikte rechten op 31 december 2013 + opgebouwde anciënniteit vanaf 1 januari 2014 tot ontslag)
Contract
19
Voorbeeld Arbeider PSC 149.04 In dienst op 12.01.1993 Uit dienst op 01.02.2015 Totale anciënniteit = 22 jaar en 0,5 maand = 64 weken (cfr. nieuwe opzegtermijnen) Opzeg arbeider tot 31.12.2013: PSC 149.04: 20 jaar + 11 maand = 20 weken (140 kalenderdagen) Opzeg van 01.01.2014 tot 01.02.2015: 1 jaar en 1 maand = 8 weken Deze werknemer krijgt dus (20 + 8) 28 weken opzeg (te presteren of als opzegvergoeding) én een uitbetaling van een netto ontslagcompensatievergoeding van 36 weken (= 64 – 28).
De OCV wordt betaald door de RVA via de uitbetalingsinstellingen en is een netto-uitkering (dus vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing). Deze OCV kan niet gecumuleerd worden met werkloosheidsuitkeringen. Ook in geval van SWT heeft men recht op de ontslagcompensatievergoeding. De andere wijze van compensatie is het systeem van de ontslaguitkering en geldt voor diegenen die geen recht hebben op de OCV omdat ze onvoldoende anciënniteit hebben. Voor contracten vanaf 1 januari 2012 bedraagt die ontslaguitkering € 1.250.
15
Contract
- < 5 jaar: € 1.250 netto - > 5 jaar < 10 jaar: € 2.500 netto - > 10 jaar: € 3.750 netto
- ten minste 5 arbeiders in ondernemingen van 23 tot 28 arbeiders - ten minste 6 arbeiders in ondernemingen vanaf 29 arbeiders in een periode van 60 kalenderdagen.
n
Ook de ontslaguitkering wordt betaald door de RVA via de uitbetalingsinstellingen en is vrijgesteld van RSZ en bedrijfsvoorheffing. De ontslaguitkering kan wel gecumuleerd worden met werkloosheidsuitkeringen. Werkgroep statuten arbeiders – bedienden Met het oog op de verdere toenadering in de statuten arbeiders/bedienden op sectorvlak werd in het nationaal akkoord 2013-2014 overeengekomen om een inventaris te maken van de loon – en arbeidsvoorwaarden van zowel arbeiders als bedienden actief binnen de ondernemingen die behoren tot het PSC van de metaalhandel.
n
Werkzekerheidsclausule
De werkgever die de intentie heeft over te gaan tot meervoudig ontslag, moet hierbij de juiste organen informeren en het nodige overleg plegen om deze ontslagen te vermijden. Zo moet de werkgever nagaan of alle tewerkstellingsbehoudende maatregelen zijn uitgeput, zoals: tijdelijke werkloosheid, beroepsopleiding… Volgt de werkgever de procedure niet correct, dan moet hij een dubbele opzegvergoeding betalen.
16
Met meervoudig ontslag wordt bedoeld: elk ontslag van - ten minste 2 arbeiders in ondernemingen met 8 arbeiders en minder - ten minste 3 arbeiders in ondernemingen van 9 tot 17 arbeiders - ten minste 4 arbeiders in ondernemingen van 18 tot 22 arbeiders
Contract
Voor contracten vóór 1 januari 2012 gelden volgende bedragen, ook afhankelijk van de anciënniteit die men heeft op het moment van het ontslag:
Interimarbeid
Ondernemingen in de sector metaalhandel kunnen enkel een beroep doen op dagcontracten indien hiertoe echt een noodzaak bestaat. Het moet gaan om werken waarvan voor aanvang van de opdracht duidelijk is dat het gaat om een opdracht van minder dan 5 opeenvolgende arbeidsdagen. Zie ook vakbondsaanwezigheid in de onderneming.
n
Medische controle
Let op: nieuwe wettelijke bepalingen in verband met de beschikbaarheid voor medische controle! De werkgever heeft steeds de mogelijkheid om de arbeidsongeschiktheid van de werknemer te laten controleren door een controlearts. De werknemer is verplicht deze controle te ondergaan. Daaraan werd niets gewijzigd. De nieuwe wettelijke bepalingen voorzien evenwel dat bij collectieve arbeidsovereenkomst (op sectorniveau of op vlak van de onderneming) of via het arbeidsreglement een zogenaamde beschikbaarheidsperiode kan bepaald worden. De ‘beschikbaarheidsperiode’ is een periode tijdens de dag gedurende dewelke de werknemer zich verplicht op zijn verblijfplaats ter beschikking moet houden voor de controlearts. Deze periode omvat maximum 4 aaneengesloten uren tussen 7 en 20 uur. Deze verplichting moet beperkt zijn in de tijd en in het begin van de ziekteperiode worden vastgelegd, bijvoorbeeld
17
Contract
Loopbaan
In de sector metaalhandel werd geen collectieve arbeidsovereenkomst gesloten die zo’n beschikbaarheidsperiode vastlegt. Zonder collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak of bepalingen in het arbeidsreglement, is het dus toegelaten om de woonst te verlaten voor zover dit zo op het geneeskundig getuigschrift voorzien is.
n
Indien jouw werkgever bepalingen in het arbeidsreglement wil invoeren aangaande deze problematiek, is het raadzaam om contact op te nemen met jouw plaatselijk secretariaat van ACV-CSC METEA die je de nodige informatie zal verstrekken.
n
Loopbaanverlof
Loopbaan
beschikbaar zijn voor controle op de 2de en 3de dag van de arbeidsongeschiktheid tussen 10 en 14 uur.
Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider de leeftijd van 58 jaar bereikt, heeft deze recht op 2 bijkomende verlofdagen per jaar.
Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
Sedert 2012 spreken we niet langer van “brugpensioen” maar van “SWT” namelijk stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag. In de sector metaalhandel bestaan volgende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag: SWT vanaf 58 jaar voor mannen en vrouwen Deze regeling wordt verlengd tot en met 31 december 2014. Om op 58 jaar in SWT te kunnen gaan, moet zowel mannen als vrouwen 38 jaar dienst kunnen bewijzen. SWT vanaf 57 jaar voor mannen en vrouwen na 38 jaar loopbaan Deze regeling wordt verlengd tot en met 31 december 2014. Sinds 1 januari 2013 is de minimumleeftijd opgetrokken van 56 jaar naar 57 jaar. SWT vanaf 56 jaar voor mannen en vrouwen na 40 jaar loopbaan Dit systeem wordt verlengd tot en met 31 december 2015. SWT vanaf 56 jaar voor mannen en vrouwen Dit systeem wordt verlengd tot 31 december 2014. Deze regeling op 56 jaar geldt voor arbeiders met 33 jaar loopbaan, waarvan minstens 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties.
18
SWT zwaar beroep vanaf 58 jaar na 35 jaar loopbaan Vanaf 1 januari 2014 wordt dit systeem in de sector ingevoerd.
19
Loopbaan
n
Tijdkrediet en loopbaanvermindering
Sinds 1 september 2012 is cao nr. 103 in werking getreden. Deze vervangt cao nr. 77 bis en heeft hieraan belangrijke wijzigingen aangebracht aangaande het recht op tijdkrediet en landingsbanen.
Uitgezonderd voor servicetechniekers waarvoor de instap in dit systeem beperkt wordt tot 10 % van de rechthebbenden voor de periode van 1 april 2014 tot en met 31 december 2014 maar met een minimum van 1 arbeider. De Vlaamse premies blijven van toepassing.
n
n
20
Anciënniteitverlof
Eén dag anciënniteitverlof na 15 jaar anciënniteit in de onderneming.
We zetten alles kort op een rijtje:
Opbouw anciënniteit
1. Tijdkrediet zonder motief: een basisrecht op tijdkrediet van 12 maanden voor elke werknemer op te nemen als 1 jaar voltijds, 2 jaar halftijds of 5 jaar 1/5 tijdkrediet.
Arbeiders nemen hun anciënniteit van contracten van bepaalde duur en uitzendcontracten mee als zij later met een contract van onbepaalde duur worden aangeworven. Bovendien mag er geen nieuwe proefperiode worden opgenomen in die arbeidsovereenkomst.
Tijdkrediet met motief (zorg voor een kind tot de leeftijd van 8 jaar, palliatieve zorg, zorg voor een zwaar ziek familielid of opleiding): deze motieven geven recht op een bijkomend krediet van 36 maanden zonder dat het tijdkrediet zonder motief moet uitgeput zijn.
n
Voor de motieven ‘zorg voor een gehandicapt of zwaar ziek kind’ bedraagt dit bijkomend krediet 48 maanden.
Loopbaan
Voorwaarden: - effectieve tewerkstelling in een zwaar beroep: minstens 5 jaar in de laatste 10 jaar of minstens 7 jaar in de laatste 15 jaar - zwaar beroep = wisselende ploegen of onderbroken uurroosters of regelmatige nachtarbeid
Klein verlet
Het huwelijk van de arbeider alsook de ondertekening en het officieel neerleggen van een samenlevingscontract, geven recht op 3 dagen klein verlet zelf door de arbeider te kiezen.
2. De landingsbaan, op te nemen als halftijds of 1/5 vermindering vanaf 55 jaar. In de sector is het vanaf 1 april 2014 mogelijk om in te stappen in een landingsbaan vanaf 50 jaar, mits voldaan is aan volgende voorwaarden:
Het aantal dagen klein verlet bij overlijden van een familielid in de eerste graad, is sedert juli 2011 verhoogd tot 5 dagen. Met een familielid in de eerste graad wordt bedoeld: - echtgenoot of echtgenote - kind - vader, moeder - schoonvader of schoonmoeder.
- arbeider is 50 jaar of ouder - arbeider heeft 28 jaar loopbaan, waarvan minstens 5 jaar anciënniteit in de onderneming
De andere regelingen inzake klein verlet volgen de wettelijke regeling.
21
Arbeidstijd en flexibiliteit
n
Flexibiliteit
De bestaande regeling inzake overuren wordt aangepast aan de wettelijke bepalingen. De arbeider heeft de keuze om de eerste schijf van 91 overuren op jaarbasis uitbetaald te krijgen of te recupereren. Werkgevers die meer dan 91 overuren willen laten presteren, moeten hierover een ondernemings-cao afsluiten.
n
Track & Trace
Tegen 1 juli 2014 wordt een sectoraal kader uitgewerkt omtrent het geolokalisatiesysteem dat een aantal minimumafspraken vastlegt. Op ondernemingsvlak kan een systeem van track & trace enkel ingevoerd worden: - via een cao in ondernemingen met een vakbondsafvaardiging. - via een procedure tot wijziging van het arbeidsreglement in ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging. Bovendien moet elke betrokken arbeider zijn akkoord geven op het uittreksel van het arbeidsreglement dat als bijlage bij de arbeidsovereenkomst wordt gevoegd.
22
Vorming en opleiding Het is de bedoeling om meer arbeiders uit de sector de kans te geven om vorming te volgen. Het aantal arbeiders dat vorming volgt, moet jaarlijks met 5 % worden verhoogd. 1. Hoeveel recht op vorming? Per onderneming wordt een collectief recht op permanente vorming opgebouwd van 2 dagen per jaar per arbeider. Elke arbeider moet van deze dagen collectief recht verplicht één opleidingsdag volgen per 2 jaar. Welke opleiding moet worden gevolgd, wordt bepaald op ondernemingsvlak in overleg met de arbeider in kwestie.
Vorming en opleiding
Arbeidstijd en flexibiliteit
2. Wie heeft recht op vorming? Per onderneming wordt op die manier een “vormingskrediet” samengesteld. Dit vormingskrediet wordt in overleg met de vakbondsafgevaardigde of met de arbeiders maximaal gespreid over alle categorieën van de arbeiders in de onderneming. 3. Opleidingsplannen? Elke onderneming met meer dan 15 werknemers stelt jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op dat rekening houdt met de noden van het bedrijf en de kwalificaties van de arbeiders. De OR, de vakbondsafvaardiging of het personeel moet dit bedrijfsopleidingsplan jaarlijks goedkeuren en evalueren. Dit opleidingsplan moet jaarlijks worden overgemaakt aan Educam en de uitvoering van dit plan verloopt in samenwerking met Educam. Vanaf 1 januari 2014 moet een bedrijfsopleidingsplan goedgekeurd worden door alle in de onderneming vertegenwoordigde vakbonden. Ook moet elke wijziging aan een bedrijfsopleidingsplan dat voorafgaandelijk al was goedgekeurd binnen de onderneming, opnieuw ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging.
23
Vakbondsaanwezigheid in de onderneming
Vakbondsaanwezigheid in de onderneming De drempel voor het installeren van een vakbondsafvaardiging blijft behouden op 15 arbeiders. Vanaf 1 juli 2014 treedt een nieuwe procedure tot oprichting van een vakbondsafvaardiging in werking in ondernemingen vanaf 15 werknemers en met minder dan 50 werknemers. De belangrijkste wijzigingen zijn dat de potentiële kandidaat – afgevaardigde een betere bescherming geniet en dat de Voorzitter van het Paritair Subcomité een actievere rol krijgt toebedeeld bij de aanstelling van de afvaardiging. Ook voor de vernieuwing van de mandaten van de vakbondsafvaardiging is een verbetering aangebracht. Het aantal beschikbare mandaten wordt vanaf 1 juli 2014 bepaald op basis van het aantal arbeiders die zijn ingeschreven in het personeelsregister van de onderneming op 1 januari van het jaar waarin er verkiezingen voor het CPBW/OR kunnen worden georganiseerd. In ondernemingen vanaf 50 werknemers is een comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) verplicht en vanaf 100 werknemers moet een ondernemingsraad (OR) worden geïnstalleerd. Hierdoor worden de werknemers meer betrokken bij het beleid van de werkgever en wordt deze laatste aan welbepaalde regels gebonden.
melden aan de OR, de vakbondsafgevaardigde of aan de vakbonden. Werkgevers met minder dan 15 werknemers moeten de representatieve functie van de vakbonden, die deel uitmaken van het Paritair Subcomité, erkennen. Deze erkenning betekent: - Verantwoordelijken van de vakbonden kunnen contact opnemen met de werkgever. - De werkgever kan zich laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie. - Dit contact is veeleer preventief van aard en kan betrekking hebben op informatieverstrekking aan werknemers.
Syndicale voordelen
4. Databank Educam, het opleidingscentrum binnen de sector metaalhandel, heeft vanaf juni 2013 een databank aangelegd die elke gevolgde opleiding van de arbeider registreert. Het opleidings-cv wordt in deze databank geïntegreerd.
Syndicale voordelen n
Syndicale premie
Elk lid van ACV-CSC METEA, tewerkgesteld in één van de metaal- of textielsectoren, heeft recht op een syndicale premie. Voor de metaalsectoren is deze syndicale premie voor elk lid gelijk. Het bedrag en de toekenningvoorwaarden worden jaarlijks vastgesteld. In 2014 stijgt de premie naar € 120 voor leden die een bijdrage betalen als actieve en voltijdse werknemer. Voor schoolverlaters, zieken, enz. zijn speciale regelingen voorzien.
Indien de werkgever arbeiders wenst aan te werven met een contract van bepaalde duur of indien hij wenst beroep te doen op uitzendkrachten of op onderaanneming, moet hij dit vooraf
24
25
Syndicale voordelen
ACV-CSC METEA heeft jou nodig
Je kan terecht in onze secretariaten: HOPMARKT 45 9300 AALST T 053 73 45 46
ONDER DEN TOREN 5 2800 MECHELEN T 015 71 85 20
NATIONALESTRAAT 111 2000 ANTWERPEN T 03 222 70 51
RUE CLAUDE DE BETTIGNIES 10-12 7000 MONS T 065 37 25 80
RUE PIETRO FERRERO 1 6700 ARLON T 063 24 20 58
PLACE CHARLES DE GAULLE 3 7700 MOUSCRON T 069 88 07 45
• Onze informatie is duidelijk en correct.
CHAUSSÉE DE LOUVAIN 510 5004 BOUGE T 081 25 40 18
RUE DES CANONNIERS 14 1400 NIVELLES T 067 88 46 15
• Je kan met “al” jouw vragen in volle vertrouwen bij ons terecht.
OUDE BURG 17 8000 BRUGGE T 050 44 41 83-84
DR. L. COLENSSTRAAT 7 8400 OOSTENDE T 059 55 25 36-37
• Onze militanten zijn gemakkelijk aanspreekbaar. Zij dragen zorg voor jouw bekommernissen.
RUE PLETINCKXSTRAAT 19 1000 BRUSSEL / BRUXELLES T 02 557 87 00
H. HORRIESTRAAT 31 8800 ROESELARE T 051 26 55 32-33-34
• Als onderhandelen niet lukt, dan pas voeren we actie.
RUE PRUNIEAU 5 6000 CHARLEROI T 071 23 08 64
AIME DELHAYEPLEIN 16 9600 RONSE T 053 73 45 48-49
AACHENER STRASSE 89 4700 EUPEN T 087 85 99 46
H. HEYMANPLEIN 7 9100 SINT-NIKLAAS T 03 765 23 30
Je kan bovendien heel wat geld besparen op jouw uitgaven voor vakantie en vrije tijd op vertoon van jouw lidkaart bij onze partners.
POEL 7 9000 GENT T 09 265 43 20-22
OUDE STATIONSSTRAAT 4 8700 TIELT T 051 23 11 52
Lid worden kan heel eenvoudig! Spreek gerust een militant aan of bezoek www.acv-csc-metea.be en ontdek wat ACV-CSC METEA jou te bieden heeft!
GULDENSPORENLAAN 7 3530 HOUTHALEN T 011 30 67 00
AV. DES ÉTATS-UNIS 10 BTE 4 7500 TOURNAI T 069 88 07 45
MARTELARENLAAN 8 3010 KESSEL-LO T 016 21 94 50-51
KORTE BEGIJNENSTRAAT 20 2300 TURNHOUT T 014 44 61 15
PR. KENNEDYPARK 16D 8500 KORTRIJK T 056 23 56 30
PONT LÉOPOLD 4-6 4800 VERVIERS T 087 85 99 85
PLACE MAUGRÉTOUT 17 7100 LA LOUVIÈRE T 065 37 28 27
TOEKOMSTSTRAAT 17 1800 VILVOORDE T 02 557 87 10
ACV-CSC METEA is een sterke nationale industrievakbond. Leden en militanten maken onze organisatie sterk.
Alleen maar voordelen: • Wij verdedigen jouw belangen.
• En als het moet, stappen we samen naar de arbeidsrechtbank.
Je kan terecht in onze secretariaten
n
BOULEVARD SAUCY 10 4020 LIÈGE T 04 340 73 20
26
27
www.acv-csc-metea.be
Voor meer informatie kan je ook op onze website terecht: www.acv-csc-metea.be. Via het contactformulier kan je altijd vragen stellen. Of stuur gewoon een mailtje naar
[email protected]. Wij trachten je zo snel mogelijk een antwoord te bezorgen.
Verantwoordelijke uitgever: Marc De Wilde Pagodenlaan 1-3, 1020 Brussel