SECTORFOTO
Metaal arbeiders 2008
Departement Werk en Sociale Economie
Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel 02/553 42 56
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Dirk Vanderpoorten Secretaris-generaal Depotnummer: D/2009/3241/070 Lay-out: Vingerhoets.com Uitgave: februari 2009
Synthese • In 2007 werkten 108.580 Vlaamse werknemers in de metaalsector, die daarmee een aandeel van 5,3% in het totaal aantal loontrekkende Vlaamse werknemers heeft. Het aantal werknemers is in de periode 2005-2007 met 2.049 personen gedaald. • De metaalsector is een mannelijke arbeiderssector: bijna 90% van de werknemers is man, tegenover 55% mannen gemiddeld in Vlaanderen. • Jongeren zijn lichtjes oververtegenwoordigd in de metaalsector: bijna 12% van de werknemers is tussen 18 en 24 jaar oud, tegenover ongeveer 10% gemiddeld in Vlaanderen. • Bijna 90% van de werknemers in de metaalsector werkt voltijds, wat relatief hoog is in vergelijking met het Vlaams gemiddelde (67%). • Bijna 4 van de 10 loontrekkende jobs in de metaalsector zijn gesitueerd in ondernemingen met meer dan 1000 jobs, dit is veel hoger dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (16%). • In de metaalsector is men voornamelijk op zoek naar technisch gekwalificeerd personeel: 58% van de ontvangen vacatures is bestemd voor middengeschoolden, tegenover 22% gemiddeld in Vlaanderen. • Voor 64% van de vacatures was nauwelijks of geen ervaring vereist, tegenover 60% van de vacatures gemiddeld in Vlaanderen. Meer dan 2 jaar ervaring wordt minder gevraagd in de metaalsector (8%) dan gemiddeld in Vlaanderen (14%). • De uitzendsector is de belangrijkste sector waaruit de metaalsector werknemers rekruteert, maar ook ex-werknemers recupereert: 51% van alle nieuw ingestroomde werknemers kwam uit PC 322, tegenover een Vlaams gemiddelde van 19%. Van de uitgestroomde metaalarbeiders was 19% één jaar later actief in de uitzendsector, tegenover 14% voor alle sectoren samen. Een andere belangrijke in- en uitstroomsector is de bouwsector. • De uitstroom naar conventioneel brugpensioen ligt in de metaalsector hoger dan gemiddeld voor alle sectoren samen (5%, tegenover 4%), terwijl de uitstroom naar pensioen veel lager is in de metaalsector (3%) dan gemiddeld in Vlaanderen (7%). • 11,1% van de metaalbedrijven biedt opleidingsactiviteiten aan zijn werknemers, tegenover een Belgisch gemiddelde van 4,8%. Ook het aantal opleidingsuren per deelnemers is in de metaalsector (38,2 uren/deelnemer) hoger dan het Belgisch gemiddelde (29,6 uren/deelnemer). • In 2007 zijn 1.360 IBO’s opgestart in de metaalsector of 9% van alle opgestarte IBO’s in Vlaanderen, wat relatief hoger is dan het aandeel van de metaalsector in de totale Vlaamse privésector (7%).
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
3
Voorwoord Sectoren zijn een belangrijke motor in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. We denken hierbij bijvoorbeeld aan acties in het kader van diversiteit, opleiding van werknemers en toeleiding van leerlingen en werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de sectorale sociale partners zich om de prioriteiten van het arbeidsmarktbeleid mee gestalte te geven. Op die manier werkt het sectorale beleid versterkend ten aanzien van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2001 werd de eerste generatie sectorconvenants afgesloten in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2001-2002. De bestaande samenwerking van de Vlaamse Regering met de sectoren d.m.v. sectorconvenants werd later telkens verlengd en uitgebreid op basis van de volgende Werkgelegenheidsakkoorden. Anno 2008 is het vooral de Competentieagenda die inspirerend werkt op de werking van de sectorconvenants. Via de sectorconvenants trachten de sectoren meer mensen aan het werk te krijgen en houden en elk talent te (h)erkennen, ontwikkelen en benutten. Om de sectorconvenants en de sectoren te kunnen plaatsen binnen een socio-economisch kader, worden sectorfoto’s gemaakt die we ter beschikking stellen van de sectoren en publiek maken via de portaalsite www.werk.be. Op deze website kan u ook de gehanteerde cijferreeksen en uitleg bij de methodologie terugvinden. We geloven namelijk in de sectorfoto’s als steunpunt én hefboom om in overleg met de sectoren en vanuit een sectorale invalshoek een strategische visie te ontwikkelen als antwoord op de huidige en toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt. Sectoren krijgen aan de hand van de sectorfoto’s zicht op de realiteit in hun sector en op hun positie ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Dit kan inspirerend werken bij de totstandkoming van nieuwe sectorconvenants (verlengingen) of kan sectoren aanzetten om tussentijds bij te sturen. Alle gepubliceerde sectorfoto’s werden eerst gekeurd en goed bevonden door de sectorale sociale partners. We beseffen dat de onderstaande cijfers, tabellen en grafieken geen perfecte weergave zijn van de sectorale dynamiek. Misschien had uzelf als fotograaf vanuit een ander perspectief een andere kadering gekozen of gefocust op andere elementen. We nodigen u dan ook uit om dit instrument gaandeweg samen met ons te blijven versterken. We hopen met deze snapshots alvast het sectoraal beleid verder te inspireren.
Dirk Vanderpoorten Secretaris – generaal, departement Werk en Sociale Economie
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
4
Inhoudsopgave SYNTHESE
3
VOORWOORD
4
INHOUDSOPGAVE
5
1. INLEIDING
6
2. HET AANTAL VLAAMSE WERKNEMERS
7
3. AANTAL JOBS EN VESTIGINGEN IN VLAANDEREN
9
4. KENMERKEN VAN DE BEROEPEN EN VACATURES
11
5. JOBMOBILITEIT
15
6. OPLEIDINGSINSPANNINGEN
19
7. DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING
20
8. DIVERSITEITSPLANNEN
22
Figuren 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007)
8
2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
3: Werknemersstromen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2003-2004)
17
4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)
18
Tabellen 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de metaalsector (2005-2007)
7
2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007)
8
3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaanderen, 2005)
10
5: Faillissementen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2006-2007)
10
6: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2007)
11
7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de metaalsector (Vlaanderen, 2007)
12
8: Instroom van werkzoekenden naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007)
15
9: Werknemersstromen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2003-2004)
16
10: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)
18
11: 0pleidingsinspanningen in de bedrijven in de metaalsector (België, 2006)
19
12: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007)
20
13: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007)
22
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
5
1. Inleiding De bedrijven die arbeiders tewerkstellen in de metaalsector behoren tot het PC 111. Deze sector betreft werknemers, werkzaam in de volgende nace-activiteiten: 27.22
Vervaardiging van stalen buizen
27.32 Koudwalsen van bandstaal 27.33 Koudvervormen en koudfelsen 27.34
Draadtrekken
27.41 Productie van edele metalen 27.51
Gieten van ijzer
27.52
Gieten van staal
27.53
Gieten van lichte metalen
28
Vervaardiging van producten van metaal
29
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
31 (excl. 31.61, 31.62) Vervaardiging van elektrische machines en apparaten 33.20
Vervaardiging van meet-, regel-, navigatie- en
controleapparatuur
33.5
Vervaardiging van uurwerken
34
Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen,
aanhangwagens en opleggers
35 (excl.35.3)
Vervaardiging van overige transportmiddelen
De databestanden waarmee de cijfers uit deze sectorfoto opgemaakt zijn steeds afgebakend volgens óf paritair comité óf nace-activiteiten. Een afbakening volgens paritair comité geeft gewoonlijk een licht andere populatie dan bij een afbakening op basis van nace-activiteiten, maar dit staat een correcte interpretatie van de cijfers niet in de weg. De resultaten van de analyse worden per sector steeds afgewogen tegen een gemiddelde voor alle sectoren samen. Hierdoor kan vastgesteld worden of de sector beneden- of bovengemiddelde cijfers haalt voor de verschillende indicatoren. De sectorfoto biedt zo een globaal cijfermatig portret van de sector. Een uitgebreide toelichting over de gebruikte methodologie/bronbestanden kan u terugvinden op www.werk.be. De cijfers die in deze sectorfoto gebruikt worden, evenals in de sectorfoto’s van andere sectoren, worden u integraal online aangeboden. Ook de sectorfoto’s zijn downloadbaar in pdf-formaat.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
6
2. Het aantal Vlaamse werknemers Voor het berekenen van het aantal loontrekkende werknemers in de metaalsector maken we gebruik van de gecentraliseerde statistieken van de RSZ1. In deze statistieken wordt de tewerkstelling berekend in functie van de woonplaats van iedere werknemer. De afbakening is gebeurd op basis van PC 111. In het tweede kwartaal van 2007 telde de metaalsector 108.580 Vlaamse loontrekkende werknemers. In alle sectoren samen waren op dat moment 2.045.049 Vlaamse werknemers actief, dus van alle Vlaamse werknemers werkt 5,3% in de metaalsector. Ten opzichte van 2005 is het aantal loontrekkenden met 2.049 personen gedaald, wat neerkomt op een daling van -2,2% op 2 jaar tijd. Deze evolutie is ongunstiger dan de algemene daling van de tewerkstelling in de secundaire sector (-0,7%) en tegengesteld aan de jobgroei in de totale Vlaamse loontrekkende werkgelegenheid (+2,5%). Tabel 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de metaalsector (2005-2007) Metaal arbeiders
(n)
2005
2006
2007
110.989
109.890
108.580
-1,0%
-1,2%
532.372
529.258
-0,1%
-0,6%
2.014.451
2.045.049
+1,1%
+1,5%
(%) Secundaire sector
(n)
533.119
(%) Alle sectoren
(n)
1.992.293
(%)
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2005-2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
• De metaalsector is een mannelijke arbeiderssector: bijna 90% van de werknemers is man, tegenover 55% mannen gemiddeld in Vlaanderen • Jongeren zijn lichtjes oververtegenwoordigd in de metaalsector: bijna 12% van de werknemers is tussen 18 en 24 jaar oud, tegenover ongeveer 10% gemiddeld in Vlaanderen. De 50-plussers zijn lichtjes ondervertegenwoordigd: 18% van de werknemers is ouder dan 50 jaar, tegenover 20% gemiddeld in Vlaanderen. • Bijna 90% van de werknemers in de metaalsector werkt voltijds, wat relatief hoog is in vergelijking met het Vlaams gemiddelde (67%).
De gecentraliseerde statistieken worden opgemaakt op basis van de onderneming als een homogeen geheel en worden geteld naar personen. Hierdoor worden dubbeltellingen door personen met meerdere jobs uitgezuiverd.
1
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
7
Tabel 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) Metaal arbeiders
Totaal Vlaams Gewest
n
%
%
108.580
100,0
100,0 (n=2.045.049)
Mannen
94.816
87,3
54,8
Vrouwen
13.764
12,7
45,2
108.580
100,0
38,7
Totaal aantal Geslacht
Statuut Arbeiders Bedienden
-
-
48,5
Ambtenaren
-
-
-
18-24 jaar
12.617
11,6
9,8
25-49 jaar
76.285
70,3
69,2
50-64 jaar
19.388
17,9
20,1
290
0,3
0,8
Voltijds
96.863
89,2
67,4
Deeltijds
11.713
10,8
28,7
4
0,0
3,8
Leeftijdsklasse
Andere (-18 en +65) Arbeidsregime
Speciaal regime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) Ambtenaren
Andere
Andere
Speciaal regime 100%
Deeltijds
Vrouwen
50-64
90%
50-64 Deeltijds
Vrouwen
80% 70% 60% 50%
Bedienden
40% 30%
Mannen
Mannen
Arbeiders Arbeiders
Metaal arbeiders
Vlaams Gewest
Metaal arbeiders
Geslacht
Vlaams Gewest
20%
25-49
25-49
18-24
18-24
Voltijds
Voltijds
Metaal arbeiders
Vlaams Gewest
Metaal arbeiders
Vlaams Gewest
Statuut
Leeftijd
10% 0%
Arbeidsregime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
8
3. Aantal jobs en vestigingen in Vlaanderen De cijfergegevens betreffende het aantal jobs en vestigingen zijn gebaseerd op de gedecentraliseerde statistieken van de RSZ. In deze statistieken wordt de tewerkstelling berekend in functie van de werkplaats van iedere werknemer, ongeacht de woonplaats. De afbakening is gebeurd op basis van PC 111. In 2005 is de metaalsector goed voor een totaal van 108.261 jobs of 7% van het totale aantal jobs in de Vlaamse privésector. Bijna 4 van de 10 loontrekkende jobs in de metaalsector zijn gesitueerd in ondernemingen met meer dan 1000 jobs, dit is veel hoger dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (16%). Deze sector heeft een beperkt aantal kleine ondernemingen met minder dan 20 jobs: 12,6% van de jobs, tegenover 31,6% gemiddeld in de Vlaamse privésector. Tabel 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Metaal arbeiders Ondernemingsgrootte
Totaal Vlaams Gewest
n
%
%
108.261
100,0
100,0 (n=1.544.659)
1 tot 4 jobs
2.683
2,5
10,8
5 tot 9 jobs
3.863
3,6
9,7
Totaal
10 tot 19 jobs
6.445
6,0
10,6
20 tot 49 jobs
15.142
14,0
16,1
50 tot 99 jobs
11.167
10,3
12,2
100 tot 199 jobs
11.738
10,8
11,3
200 tot 499 jobs
15.871
14,7
13,7
500 tot 999 jobs
12.549
11,6
7,5
Meer dan 1.000 jobs
28.803
26,6
8,3
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 26,6%
30% 25% 20%
16,1% 14,0% 10,8%
10,6%
9,7%
12,2% 10,3%
14,7% 13,7% 7,5%
6,0% 2,5%
1-4
15%
11,6%
10,8%11,3%
8,3%
3,6%
5-9
10% 5%
10-19
20-49
50-99
100-199
200-499
500-999
+1.000
0%
Ondernemingsgrootte (aantal werknemers) Metaal arbeiders Privésector
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
9
In tabel 4 vinden we de verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte2. Het gaat hier om alle vestigingen van alle bedrijven, niet om de bedrijven in hun geheel. In 2005 telt de metaalsector 3.756 vestigingen, wat goed is voor 2,6% van het totale aantal vestigingen in de Vlaamse privésector. Het aandeel van de metaalsector is niet zo hoog omdat de sector vele grote ondernemingen telt. Tabel 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Metaalsector (arbeiders + bedienden) Ondernemingsgrootte
Totaal privésector
n
%
%
Totaal
3.756
100,0
100,0 (n=141.744)
1 tot 4 jobs
1.476
39,3
65,9
5 tot 9 jobs
702
18,7
16,2
10 tot 19 jobs
586
15,6
8,5
20 tot 49 jobs
583
15,5
5,8
50 tot 99 jobs
208
5,5
1,9
100 tot 199 jobs
108
2,9
0,9
200 tot 499 jobs
54
1,4
0,5
500 tot 999 jobs
20
0,5
0,1
Meer dan 1.000 jobs
16
0,4
0,0
Onbekend
3
0,1
0,2
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
De onderstaande tabel bevat de faillissementen in de metaalsector3. De sector is afgebakend op basis van nace-codes. In 2007 gingen 61 bedrijven failliet in Vlaanderen, dit is 1,5% van alle faillissementen in Vlaanderen. 30% van deze faillissementen betreft éénmansbedrijven en 33% ondernemingen met minder dan 5 werknemers in loondienst. Tabel 5: Faillissementen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2006-2007) Aantal werknemers totaal aandeel 1 tot 4 5 tot 9 10 tot 19 20 tot 49 50 tot 99 100 tot 199 200 tot 499 500 tot 999 +1.000 gn. wn. 2006
71
1,8%
33
8
8
6
2
1
-
-
-
13
2007
61
1,5%
20
9
8
4
1
1
-
-
-
18
Bron: FOD Economie ADSEI (Bewerking Departement WSE)
De afbakening is gebeurd op basis van nace-activiteiten. Het betreft enkel faillissementen van bedrijven waarvan het adres van de maatschappelijke zetel gelegen is in Vlaanderen. Voor sommige sectoren zijn deze cijfergegevens een onderschatting omdat de maatschappelijke zetel dikwijls in Brussel gelegen is. Men maakt geen onderscheid tussen arbeiders en bedienden. 2 3
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
10
4. Kenmerken van de beroepen en vacatures Voor de afbakening van de metaalsector maakt de VDAB gebruik van een indeling naar nace-activiteiten. Het betreft vacatures voor arbeiders uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten. Zowel de vacatures uit het AMI-systeem, die beheerd worden door consulenten van de VDAB, als de vacatures uit Jobmanager, die door de werkgever zelf worden ingevoerd, zijn opgenomen in de cijfers. Bij de interpretatie van de gegevens, dient men rekening te houden met het feit dat de sectoren ook andere pistes bewandelen in hun aanwervingsbeleid. Tabel 6: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2007) Metaalsector arbeiders
Vlaanderen
n
%
%
7.556
100,0
100,0 (n=281.661)
1.847 453 1.674 1.513 1.831 238
24,4 6,0 22,2 20,0 24,2 3,1
23,3 12,7 25,8 18,6 9,0 10,5
3.102 4.397 57
41,1 58,2 0,8
45,3 22,0 32,7
<6 maanden 6 maanden - 2 jaar +2 jaar
4.828 2.154 574
63,9 28,5 7,6
60,1 26,1 13,8
Jobkanaal5
11,4
8,4
8,0
Totaal Vestigingsplaats bedrijf Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg Buiten Vlaanderen Studieniveau4 Laag Midden Hoog Gevraagde ervaring
Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)
• Voor 104 beroepen in de metaalsector werden in 2007 minstens 5 vacatures ontvangen (zie bijlage 1). In totaal waren er 7.556 vacatures (uit het NEC zonder interim) voor de metaalsector, dit is 4,2% van het totale aantal VDAB-vacatures in het NEC zonder interim. Het aandeel vacatures van de metaalsector (2,7%) is lager dan het aandeel van de metaalsector in de Vlaamse privésector (7%). • In de metaalsector is men voornamelijk op zoek naar technisch gekwalificeerd personeel: 58% van de ontvangen vacatures is bestemd voor middengeschoolden, tegenover 22% gemiddeld in Vlaanderen.
Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studienveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs. 5 Jobkanaal is een rekruteringskanaal dat zich exclusief richt op werkzoekende ouderen, personen met een handicap en allochtonen. Het aandeel wordt berekend door het aantal vacatures ontvangen via jobkanaal te delen door het totaal aantal vacatures in het AMI-systeem. 4
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
11
• Voor 64% van de vacatures was nauwelijks of geen ervaring vereist, tegenover 60% van de vacatures gemiddeld in Vlaanderen. Meer dan 2 jaar ervaring wordt minder gevraagd in de metaalsector (8%) dan gemiddeld in Vlaanderen (14%). • De VDAB ontving 744 vacatures van de metaalsector via Jobkanaal of 11,4% van alle vacatures ingevoerd in het AMI-systeem, dit is meer dan het aandeel van Jobkanaal over alle sectoren heen (8,0%). • 64 van de 104 beroepen zijn knelpuntberoepen. Volgens de VDAB-analyse van knelpuntvacatures zijn technische beroepen klassieke knelpuntberoepen. De instroom van jonge afgestudeerden bleef de voorbije jaren achter op de marktvraag. De gesuggereerde oplossingen - de verhoging van de aantrekkingskracht van het technisch onderwijs en meer vrouwen aan de slag als technicus - botsen op hardnekkige vooroordelen. Naast een kwantitatief is er ook een kwalitatief probleem omdat de arbeidsreserve de gevraagde kwaliteiten mist. De gevraagde profielen evolueren: vroeger was een diploma derde graad middelbaar onderwijs voldoende, nu verlangt men meer en meer een bachelordiploma. Ook voor de arbeidersfuncties die vroeger meestal toegankelijk waren voor laag- en middengeschoolden, vraagt men nu steeds vaker een diploma derde graad secundair onderwijs metaal6. Tabel 7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2007) Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt Totaal Monteur van motorvoertuigen Productiearbeider
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
281661
7556
2,7%
1577
1431
90,7%
4396
514
11,7%
ja
867
504
58,1%
Half-automaatlasser
ja
741
472
63,7%
Lasser - metaal
ja
684
402
58,8%
Onderhoudsmecanicien en hersteller machines en
ja
2059
302
14,7%
ja
491
296
60,3%
Insteller - bediener automatische of cnc gestuurde metaalwerktuigmachines
industriele installaties Monteur van metalen onderdelen
386
259
67,1%
Bediener van metaalwerktuigmachines (productie)
Arbeider in metaalconstructie ja
605
157
26,0%
Schrijnwerker - aluminium
ja
298
139
46,6%
Insteller-bediener van metaaldraaibank-draaier
ja
165
126
76,4%
Monteerder van voertuigonderdelen
225
122
54,2%
ja
368
118
32,1%
181
117
64,6%
ja
3047
116
3,8%
Onderhoudselektricien
ja
820
98
12,0%
Bediener van heftruck
ja
1112
87
7,8%
Buizenfitter
ja
225
83
36,9%
Automecanicien-hersteller van voertuigen met benzinemotoren
ja
596
82
13,8%
Plaatwerker voor carrosserie Helper metaalarbeider Magazijnarbeider onderdelen en wisselstukken - opslagen stapelplaatsen
Knelpuntberoepen 2006: VDAB-studiedienst.
6
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
12
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt Lasser met inerte gassen
ja
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
147
82
55,8%
1238
78
6,3%
ja
162
75
46,3%
Insteller-bediener van metaalfreesmachine
ja
105
73
69,5%
Industrieel elektrotechnisch installateur (industrieel elektricien)
ja
464
71
15,3%
Handlanger (halfzwaar werk) Monteerder in het atelier van machines en industriele installaties
Residentieel elektrotechnisch installateur (bouwelektricien)
ja
870
66
7,6%
Industrieel schilder
ja
146
65
44,5%
Schrijnwerker - timmerman: buitenschrijnwerk
ja
803
64
8,0%
Carrosserieschilder
ja
136
64
47,1%
Insteller- bediener van metaalwerktuigmachine
ja
106
58
54,7%
Bankwerker - metaal
ja
95
51
53,7%
Monteerder van elektromechanische apparaten
137
44
32,1%
Industrieel plaatwerker
ja
58
43
74,1%
Schrijnwerker - timmerman: interieurbouw
ja
799
42
5,3%
Operator poedercoating
ja
75
42
56,0%
Automecanicien-hersteller van voertuigen met dieselmotoren
ja
Hulpelektricien
183
37
20,2%
226
37
16,4%
Particuliere Schoonmaker
ja
16028
37
0,2%
Elektrisch lasser (vlamboog, electrode, baguette)
ja
61
36
59,0%
Onderhoudsmecanicien van vrachtwagens, autobussen, ...
ja
207
33
15,9%
Monteerder-kableerder - schakelkasten
ja
78
32
41,0%
Inpakker met de hand Helper arbeider in de metaalconstructie Stellingbouwer
ja
Insteller-bediener van volautomatische las-en snijmachines -
1689
30
1,8%
34
25
73,5%
245
25
10,2%
30
24
80,0%
40
23
57,5%
cnc-lasser, ... Bankwerker-matrijzenmaker - metaal
ja
Helper magazijnarbeider
321
22
6,9%
Handlanger (zwaar werk)
336
22
6,5%
1527
21
1,4%
3825
21
0,5%
Orderpicker - distributiesector Klassieke (professionele) schoonmaker
ja
Installateur - afsteller van machines en industriele installaties
ja
Hydraulicus Voorbereider buizenfitter (fabriceur)
ja
80
20
25,0%
33
20
60,6%
23
19
82,6%
Arbeider elektrolytische behandeling van metalen
22
19
86,4%
Helper schrijnwerker - timmerman
208
19
9,1%
Industrieel isolateur
ja
116
19
16,4%
Slijper voor machinegereedschap
ja
26
18
69,2%
Helper plaatwerker
36
18
50,0%
Vlakglas productiearbeider
35
18
51,4%
Insteller van plaatbewerkingsmachines
ja
Maquettenmaker - hout Handlanger bouw
108
17
15,7%
19
17
89,5%
325
17
5,2%
Polyesterbewerker
ja
37
16
43,2%
Bestuurder van trekker met oplegger
ja
1269
15
1,2%
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
13
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
Onderhoudsmecanicien van heftrucks, tractoren, ...
ja
61
15
24,6%
Sanitair installateur - loodgieter
ja
464
14
3,0%
43
14
32,6%
Industrieel schoonmaker
ja
563
14
2,5%
Bestuurder van zware vrachtwagen met aanhangwagen
ja
893
13
1,5%
70
13
18,6%
Prefabmonteerder
Schrijnwerker - kunststoffen
415
13
3,1%
Bestuurder zware vrachtwagen - vaste wagen (+ 7,5 ton)
Grondwerker ja
615
12
2,0%
Arbeider in de metaalgieterij
ja
23
12
52,2%
Onderhoudsmecanicien van landbouwmachines
ja
53
12
22,6%
Mecanicien-hersteller schepen
ja
20
12
60,0%
Monteur centrale verwarming
ja
500
12
2,4%
Onderhoudsarbeider van gebouwen
ja
521
12
2,3%
Bankwerker-gereedschapsmaker - metaal
ja
14
11
78,6%
Insteller bediener van houtbewerkingsmachines
160
11
6,9%
Handlanger ruwbouw
277
11
4,0%
Lader, losser
506
11
2,2%
Helper in de metaalgieterij
13
10
76,9%
519
10
1,9%
40
9
22,5%
667
9
1,3%
744
8
1,1%
Klusjesman gebouwen
ja
Helper-monteerder van machines en industriele installaties Bouwvakarbeider - diverse specialiteiten Bestuurder lichte vrachtwagen - vaste wagen (max. 7,5 ton)
ja
Helper bankwerker - metaal
12
8
66,7%
Helper bij de lasser - metaal
8
8
100,0%
Metselaar
ja
Insteller bediener van een inpakmachine
1566
8
0,5%
242
8
3,3%
Brandertechnieker
ja
56
7
12,5%
Installateur-plaatser van gestructureerde databekabeling in
ja
87
7
8,0%
ja
198
7
3,5%
gebouwen Bestuurder mobiele kraan Glasramenwasser
ja
238
7
2,9%
Meubelmaker
ja
259
6
2,3%
Pistoolschilder hout (meubelen)
ja
59
6
10,2%
Wegenwerker
ja
270
6
2,2%
Helper in de pre-press
195
6
3,1%
Loopbrugbediener - portaalkraanbediener
17
6
35,3%
Pneumatieker
7
5
71,4%
Snijder met brander - vlamboog - plasma
5
5
100,0%
Slotenmaker
15
5
33,3%
Autoelektrotechnicus
ja
Puimer-plamuurder
28
5
17,9%
9
5
55,6%
Spuiter van wegmarkeringen
13
5
38,5%
Handlanger wegenbouw
88
5
5,7%
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
14
5. Jobmobiliteit Dankzij de VDAB-gegevens kan de instroom van de werkzoekenden worden berekend die bij het begin van de maand als werkzoekende zijn ingeschreven en die op de laatste dag van de maand aan het werk zijn volgens DIMONA. De koppeling met de nace-codes geeft ons aan in welke sector en welke activiteit de werkzoekende is ingestroomd. In deze bespreking maken we gebruik van de jaargegevens 20077 en wordt de instroom naar uitzendarbeid buiten beschouwing gelaten. Deze cijfergegevens hebben zowel betrekking op de arbeiders als de bedienden. De instroom van werkzoekenden in de metaalsector wordt vergeleken met de totale instroom van werkzoekenden in alle sectoren samen en met het profiel van de totale populatie werkzoekenden. Tabel 8: Instroom van werkzoekenden naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007) Metaal arbeiders en bedienden Totaal
Alle sectoren
Totale populatie werkzoekenden8
n
%
%
%
8.972
100,0
100,0 (n=268.785)
100,0 (n=180.396)
Geslacht Mannen
7.512
83,7
47,1
46,6
Vrouwen
1.460
16,3
52,9
53,4
-25 jaar
3.296
36,7
31,3
20,4
25-39 jaar
3.148
35,1
39,6
32,6
40-49 jaar
1.410
15,7
18,3
21,7
+50 jaar
1.118
12,5
10,8
25,3
Laag
4.368
48,7
42,2
51,9
Midden
3.577
39,9
35,3
32,8
1.027
11,4
22,6
15,4
1.395
15,5
14,9
19,7
625
7,0
7,7
15,3
< 3 maanden
3.845
42,9
39,7
24,6
3 - 6 maanden
1.565
17,4
18,2
13,7
6 maanden - 1 jaar
1.405
15,7
16,6
15,1
1 - 2 jaar
1.123
12,5
12,7
14,7
2 - 5 jaar
942
10,5
10,8
23,0
+ 5 jaar
92
1,0
1,9
8,9
Leeftijdsklasse
Studieniveau
9
Hoog Allochtoon
10
Arbeidsgehandicapt
11
Werkloosheidsduur
Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)
Deze jaargegevens worden berekend door het aantal instromers van de 12 maanden op te tellen (dubbeltellingen zijn mogelijk). 8 Gemiddelde voor alle bij VDAB ingeschreven werkzoekenden in 2007. 9 Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studieniveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs 10 Definitie allochtoon: nationaliteit niet EU of op basis van naamherkenningsprogramma (voor Maghrebijnen en Turken) of op basis van eigen verklaring. 11 Definitie arbeidsgehandicapt: werkzoekende met Vlaams Fondsnummer of gedeeltelijk of zeer beperkt geschikt of studies BLO of BUSO. 7
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
15
• Bijna 37 van de 100 werkzoekenden die instromen in de metaalsector zijn jonger dan 25 jaar, wat hoger is dan het aandeel van alle Vlaamse werkzoekende jongeren (31%) die instromen naar werk en een oververtegenwoordiging is in vergelijking met de referentiepopulatie niet-werkende werkzoekenden (20%). • De instroom van laaggeschoolde (49%) en middengeschoolde werkzoekenden (40%) ligt in de metaalsector duidelijk boven de gemiddelde instroom van werkzoekenden naar werk (respectievelijk 42% en 35%). • Ruim 15% van de werkzoekenden die instromen in de metaalsector is allochtoon, wat ongeveer overeenkomt met de gemiddelde instroom van allochtone werkzoekenden naar werk. Ook aan de hand van het Datawarehouse van de KSZ kunnen in- en uitstroomgegevens berekend worden. De meest recente gegevens die momenteel beschikbaar zijn, zijn evenwel van 2003-2004. Deze gegevens hebben het voordeel dat ze niet enkel beperkt zijn tot instroom van werkzoekenden (zie hoger), en dat ook de interne mobiliteit en de uitstroom uit de sector in beeld komt. De sector wordt afgebakend naar paritair comité, in dit geval paritaire comité 111. Tabel 9: Werknemersstromen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2003-2004) Metaalsector n
Alle sectoren %
%
Instroom
10.406
9,4
14,2
< 25 jaar
5.122
38,3
48,4
25-49 jaar
4.923
6,1
11,3
361
2,1
4,8
2.756
2,4
5,5
538
4,5
10,1
> 50 jaar Interne mobiliteit < 25 jaar 25-49 jaar > 50 jaar Uitstroom
1.977
2,4
5,5
241
1,3
3,1
14.271
12,4
13,1
< 25 jaar
2.394
22,5
34,5
25-49 jaar
8.304
9,9
10,8
> 50 jaar
3.573
17,5
11,9
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Tussen 30 juni 2003 en 30 juni 2004 stroomden 10.406 werknemers de metaalsector in. Samen vormden zij 9% van alle werknemers in de sector. 14.271 werknemers, of 12% van alle loontrekkenden, verlieten in deze periode de sector. Nog eens 2.756 mensen (2%) waren intern mobiel. Het gaat om werknemers die ofwel van werkgever veranderden binnen de sector, ofwel in een speciaal regime werkzaam waren (seizoensarbeid), ofwel tijdelijk in een andere sector of in een niet-loontrekkend statuut zaten, maar op 30 juni 2004 terug aan de slag waren binnen de metaalsector. De instroom van nieuwe werknemers en de interne mobiliteit is veel lager in de metaalsector dan de gemiddelde instroom en interne mobiliteit van werknemers in Vlaanderen (zie figuur 3).
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
16
Figuur 3: Werknemersstromen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2003-2004) 16%
14,2
13,1
12,4
14% 12%
9,4
10% 8%
5,5
6% 4%
2,4
2% Metaal arbeiders
Totaal
Instroom
Metaal arbeiders
Totaal
Metaal arbeiders
Interne mobiliteitsgraad
0%
Totaal
Uitstroom
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Tabel 10: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) Metaalsector arbeiders Instroom Totaal Instroom uit ander paritair comité Instroom uit de uitzendsector (PC 322)
(n)
(%)
(%)
10.406
100,0
100,0
5.635
54,2
41,3
(2.875)
Instroom uit de bouwsector (PC 124)
(51,0)
(436)
Instroom uit zelfstandig statuut Instroom uit werkloosheid Instroom uit tijdskrediet/loopbaanonderbreking
Alle sectoren
(7,7)
(19,1) (-)
201
1,9
3,7
1.477
14,2
14,7
159
1,5
2,0
Instroom uit (brug)pensioen
42
0,4
0,7
Instroom uit ander statuut12
2.892
27,8
37,6
Totaal
2.254
100,0
100,0
Uitstroom naar ander paritair comité
1.270
56,3
45,2
Uitstroom
Uitstroom naar de uitzendsector (PC 322)
(1.879)
Uitstroom naar de bouwsector (PC 124)
(692)
(19,4) (11,7)
(14,1) (-)
Uitstroom naar zelfstandig statuut
132
5,9
5,5
Uitstroom naar werkloosheid
378
16,8
17,5
9
0,4
3,0
Uitstroom naar conventioneel brugpensioen
110
4,9
4,1
Uitstroom naar pensioen
75
3,3
6,5
Uitstroom naar ander statuut
280
12,4
18,3
Uitstroom naar tijdskrediet/loopbaanonderbreking
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
De groep van ‘andere’ statuten is een verzamelnaam van statuten die niet gekend waren in het Datawarehouse AM&SB bij de redactie van de tabellen; het gaat onder andere over arbeidsongeschiktheid en huishouden. 12
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
17
• Meer dan de helft van de nieuw ingestroomde metaalarbeiders was één jaar voorheen actief in een andere sector. Van de werknemers die de sector verlaten gaat ruim 56% aan de slag als loontrekkende in een andere sector. Dit is veel hoger dan de gemiddelde in- en uitstroom van werknemers naar een ander paritair comité in Vlaanderen (respectievelijk 41% en 45%). • De uitzendsector is de belangrijkste sector waaruit de metaalsector werknemers rekruteert, maar ook ex-werknemers recupereert: 51% van alle nieuw ingestroomde werknemers kwam uit PC 322, tegenover een Vlaams gemiddelde van 19%. Van de uitgestroomde metaalarbeiders was 19% één jaar later actief in de uitzendsector, tegenover 14% voor alle sectoren samen. Een andere belangrijke in- en uitstroomsector is de bouwsector. • De uitstroom naar conventioneel brugpensioen ligt in de metaalsector hoger dan gemiddeld voor alle sectoren samen (5%, tegenover 4%), terwijl de uitstroom naar pensioen veel lager is in de metaalsector (3%) dan gemiddeld in Vlaanderen (7%). Figuur 4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 100%
80%
60%
Ander statuut
Pensioen/Brugpensioen Tijdskrediet/ 40% Loopbaanonderbreking
Werkloosheid 20%
Zelfstandig statuut
Ander paritair comité 0% Metaal Alle sectoren Metaal Alle sectoren arbeiders arbeiders Instroom
Uitstroom
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
18
6. De opleidingsinspanningen Hieronder vinden we de opleidingsinspanningen in de metaalsector. In tegenstelling tot de voorgaande hebben deze cijfers betrekking op België in zijn geheel, en niet enkel op het Vlaams Gewest. De metaalsector werd hier afgebakend aan de hand van nace-codes 27.1, 27.2, 27.3, 27.5, 28, 29, 31, 34, 35. Deze cijfers zijn gebaseerd op de 5.295 bedrijven uit de metaalsector die hun sociale balans indienden bij de Nationale Bank van België, of 72,5% van alle metaalbedrijven met een jaarrekening bij de Nationale Bank13. Tabel 11: Opleidingsinspanningen in de bedrijven in de metaalsector (België, 2006) Ondernemingen met
Deelnemers aan
opleidings-activiteiten
een opleiding
% van
% van de
% van
Opleidingskost
Opleidingsuren % van
Gemiddelde
totaal aantal
gemiddelde
personeels-
Gemiddelde
gewerkte
per
ondernemingen
werkgelegenheid
kosten
per uur (€)
uren
deelnemer
Metaalsector
11,1
43,3
1,40
43,0
1,11
38,2
Privésector totaal
4,8
32,5
1,08
46,8
0,71
29,6
Bron: Nationale Bank van België (Sociale Balansen CD-rom 2006) (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Wat opleidingsinspanningen betreft scoort de metaalsector op alle vlakken bovengemiddeld. 11,1% van de metaalbedrijven biedt opleidingsactiviteiten aan zijn werknemers, tegenover een Belgisch gemiddelde van 4,8%. Ook het aantal opleidingsuren per deelnemers is in de metaalsector (38,2 uren/deelnemer) hoger dan het Belgisch gemiddelde (29,6 uren/deelnemer). De kost van de opleidingen in de sector bedroeg 1,4% van de totale personeelskost, waarmee de metaalsector dichter bij de doelstelling van 1,9% komt, dan gemiddeld voor België (1,08%).
Meer informatie over welke bedrijven jaarrekeningen en/of sociale balansen moeten indienen vindt u op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). 13
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
19
7. De individuele beroepsopleiding in de onderneming De tewerkstellingsmaatregel IBO staat voor individuele beroepsopleiding in de onderneming. Dit is een opleiding waarbij de cursist door de onderneming op de werkplek wordt getraind en begeleid. De IBO kan 1 tot 6 maanden duren, en tijdens deze opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht de cursist een contract van onbepaalde duur te geven. De metaalsector is afgebakend op basis van nace-activiteiten. Tabel 12: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007) Metaalsector arbediers
Vlaanderen
n
%
%
Totaal aantal IBO’s
1.340
100,0
100,0 (n=14.718)
Man
1.180
88,1
69,3
160
11,9
30,7
Laag
647
48,3
40,7
Midden
660
49,3
44,7
Hoog
33
2,5
14,6
Vrouw Studieniveau
Leeftijd -25 jaar
706
52,7
52,4
25-49 jaar
616
46,0
44,9
+50 jaar
18
1,3
2,7
Antwerpen
210
15,7
21,7
Vlaams-Brabant
58
4,3
12,5
Woonplaats
West-Vlaanderen
138
10,3
19,1
Oost-Vlaanderen
399
29,8
25,5
Limburg
520
38,8
19,6
Buiten Vlaanderen
15
1,1
1,6
Werkloosheidsduur < 3 maanden
462
34,5
47,1
3 - 6 maanden
218
16,3
17,7
6 maanden - 1 jaar
255
19,0
16,4
1 - 2 jaar
180
13,4
11,0
2 - 5 jaar
191
14,3
6,5
+ 5 jaar
34
2,5
1,3
<10 werknemers
245
18,3
54,3
Ondernemingsgrootte 10-49 werknemers
213
15,9
25,4
50-199 werknemers
74
5,5
8,7
200-499 werknemers
138
10,3
4,6
>499 werknemers
670
50,0
7,1
Allochtonen
369
27,5
16,7
Arbeidsgehandicapten
82
6,1
6,4
Ongunstige stopzettingen
236
17,6
19,4
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
20
• In 2007 zijn 1.360 IBO’s opgestart in de metaalsector of 9% van alle opgestarte IBO’s in Vlaanderen, wat relatief hoger is dan het aandeel van de metaalsector in de totale Vlaamse privésector (7%). • Bijna 70% van de IBO’s wordt ingevuld door cursisten die wonen in Limburg (39%) en Oost-Vlaanderen (30%). • In de metaalsector maken vooral grote bedrijven gebruik van de IBO-maatregel. De helft van de IBO’s zijn opgestart binnen ondernemingen met meer dan 500 werknemers, dit is veel hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (7%). • In de metaalsector worden allochtonen beter bereikt bij de invulling van de IBO’s (28%) dan gemiddeld in Vlaanderen (17%). • 18% van de IBO’s in de metaalsector kent een ongunstige stopzetting, tegenover 1 op 5 IBO’s gemiddeld in Vlaanderen.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
21
8. Diversiteitsplannen Met een subsidiëring van diversiteitsplannen moedigt de Vlaamse Overheid ondernemingen en organisaties aan om werk te maken van een divers personeelsbeleid. Een diversiteitsplan kan afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. In een diversiteitsplan worden streefcijfers voor de instroom, doorstroom en opleiding van doelgroepwerknemers vooropgesteld. Organisaties kunnen onder bepaalde voorwaarden een subsidie verkrijgen voor verschillende soorten plannen. Zo zijn er: • • • •
Instapdiversiteitsplannen: opstap naar HR-beleid Diversiteitsplannen: meerdere diversiteitsbevorderende acties Groeidiversiteitsplannen: verankering van diversiteitsbeleid door opvolgacties Clusterdiversiteitsplannen: in meerdere bedrijven of bedrijfseenheden
Tabel 13: Diversiteitsplannen in de metaalsector (Vlaams Gewest, 2007) 2007 2006
Instapplan
Diversiteitsplan
Clusterplan
Groeiplan
Totaal
Metaalsector
36
14
-
7
57
Alle sectoren
257
186
88
89
620
Metaalsector
20
11
-
3
34
Alle sectoren
251
184
36
56
527
Bron: Departement WSE
In 2007 dienden 57 Vlaamse metaalbedrijven een diversiteitsplan in, een aandeel van 9,2% in het totaal. Het aantal diversiteitsplannen in de metaalsector steeg tussen 2006 en 2007 met bijna 70%, een sterkere stijging dan het gemiddelde van alle sectoren (+17,6%).
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto metaal arbeiders 2008
22
Samen talent in goede banen leiden
Departement Werk en Sociale Economie