NAIM AUDIO DAC-V1 EN NAP 100
tested
Met wisselende contacten
69
Het jaar 2013 was nauwelijks begonnen of Naim Audio liet een bommetje ontploffen door op de CES twee producten tegelijk aan te kondigen. De Naim Audio DAC-V1 digitaal/analoog-converter en de NAP 100 eindversterker. Als een roedel hongerige wolven doken de media op de producten en persmensen vroegen allemaal tegelijk een recensie-exemplaar aan. Zo ook ondergetekende. Helaas liet de DAC-V1 op zich wachten, terwijl ik wel zo ongeveer de eerste NAP 100 in Nederland in bezit kreeg. Misschien is dat een voordeel, omdat ik niet (zoals bijna iedereen) de DAC en de NAP telkens samen gebruikte, maar één voor één aan het werk zette en zo tot een verrassende conclusie kon komen.
NEXT
tested 70
Beide producten vallen binnen de Naim Audio Classic reeks en vertonen het bekende donkere uiterlijk in een schoenendoos-formaat. Met uiteraard het groen verlichte Naim-logo in het midden van het voorpaneel. De NAP 100 eindversterker is de meest eenvoudige van de twee apparaten, met aan de achterzijde een 4-pin DIN-aansluiting voor andere Naim apparaten, een stereo RCA-ingang, luidsprekeraansluitingen voor banaanstekkers, de 230 Volt-aansluiting en een aan/uit-schakelaar. In de kast treffen wij een grote voedingstransformator aan, die ongeveer de helft van de schoenendoos vult. De andere helft is in beslag genomen door een enkele printplaat met daaronder twee eindtransistoren per kanaal, die de behuizing als koellichaam gebruiken. Typisch Naim: een eenvoudige schakeling, met enorm veel aandacht voor de voeding, goede componenten en nooit overbodige frutsels. De no-nonsense degelijkheid straalt er vanaf. De NAP 100 is in staat aan 8 Ohm tweemaal 50 Watt te leveren, aan 4 Ohm oplopend tot 75 Watt per kanaal. De DAC-V1 is uiteraard een veel complexer geheel en werkt niet alleen als D/A-Converter, maar is tevens als voorversterker en hoofdtelefoonversterker. Jammer genoeg met alleen maar digitale ingangen en geen enkele analoge ingang. Terecht noemt Naim hem daarom een DAC en geen NAC (lijnvoorversterker). Op de voorzijde vinden we links een grote volumeregelaar, met daaronder een 6,3 mm hoofdtelefoonaansluiting. Rechts zitten zes verlichte druktoetsen voor de ingangskeuze. Een OLED-display toont de gekozen ingang, de samplerate van het signaal en de volumestand; uiteraard wordt de display ook gebruikt om de DAC-V1 via
een menu aan uw opstelling aan te passen. Zo kan onder meer worden gekozen voor een vast of variabel volume op de uitgang, de balans kan worden ingesteld, de ingangen kunnen een andere naam krijgen en USB-informatie is op te roepen. Via een eenvoudige afstandsbediening hebt u nog wat extra mogelijkheden als mute, het oproepen van het menu en het activeren van de display. De achterzijde van de DAC-V1 toont een dubbele uitgang via een 4-pins DIN en een RCA-aansluiting. Vervolgens zien we de zes ingangen, bestaande uit: BNC (mijn favoriet), tweemaal RCA S/PDIF en tweemaal optisch S/PDIF. Deze ingangen accepteren digitale data tot 24 bit en een samplerate van 192 kHz. Nummer zes is een voor Naim unieke USB-ingang die tot 32 bit en 384 kHz accepteert. Uiteraard vinden wij (bij Naim bronnen) een groundlift-schakelaar, de 230 Volt-aansluiting en een aan/uit-knop. Op geen van beide Naimproducten is het mogelijk om te gaan werken met externe voedingen van Naim of van derden. Experimenteren
Zelf draai ik al maanden met een Naim UnitiQute all-in-one in mijn studeerkamer annex tweede luisterruimte, gekoppeld via Chord Epic Super Twin luidsprekerkabels aan een set PMC Twenty.23 vloerstaanders. Daarbij is een Synology NAS de bron voor mijn geripte muziekbestanden. De Qute is gewoon handig in gebruik en geeft naast streamen toegang tot FM, DAB en internetradio. Bovendien heeft hij analoge plus digitale in- en uitgangen en een dac aan boord. Het Zwitsers zakmes voor de recensent of veeleisende gebruiker. De NAP 100
tested was zo te lezen de ideale uitbreiding op de UnitiQute voor wat meer vermogen en wie weet hogere kwaliteit. Na geruime tijd inspelen werd het tijd te gaan experimenteren met opstellingen. Eerst werd de Qute goed beluisterd om daarna de NAP 100 als bi-amping eindversterker te gaan gebruiken naast de eindtrap van de Qute. De NAP 100 mocht de woofers aansturen, de Qute leverde slechts vermogen aan de tweeters. Daarmee kreeg ik meer kracht in de weergave zonder het karakter aan te passen. Het stereobeeld bleek naar alle kanten te groeien en de laagweergave werd aanzienlijk strakker. Leuk natuurlijk en lekker audiofiel, die twee relatief eenvoudige kastjes die zo mooi samenwerken. Toch kriebelde het nog, want wat zou de NAP 100 in zijn eentje kunnen betekenen als ik niet meer bi-amp? Een eerste opzet was: alles zodanig aansluiten dat ik met simpel omprikken òf naar de complete Qute kon luisteren òf naar de Qute (als lijnvoorversterker) via de NAP 100 eindversterker. Gek genoeg was de stap vooruit of achteruit ten opzichte van bi-amping niet zo groot. De volgende stap is het uitzetten van de interne eindversterker van de UnitiQute via het menu. Dat was min of meer schokkend. Ineens bleek de interne eindtrap van de Qute in grote mate het eindresultaat in negatieve zin te bepalen. Zet hem uit en de Qute presteert ineens veel beter; naar ik denk omdat de voeding niet langer wordt belast door de interne eindtrap. Het gevolg laat zich raden: de NAP 100 werkte vanaf dat moment als enige eindversterker aan de PMC’s via bi-wiring. Met die kennis beschouw
ik de aanschaf van een NAP 100 voor elke eigenaar van een UnitiQute een aanrader van de hoogste orde. Niet alleen krijgt u wat meer pit uit de luidsprekers, maar doordat de Qute zelf ook beter gaat presteren wint u op het gebied van detailweergave, een stereobeeld dat vele malen groter wordt, een strakker laag en een veel vloeiender muziekweergave. De simpele toevoeging van de NAP 100, tegen de prijs van 900 euro en een noodzakelijke interconnect, maakt van de UnitiQute een nog fijner apparaat dan het al is. Heel gemakkelijk
Ik nam de NAP 100 ook mee naar de huiskamer, waar hij kon werken in mijn grote set. Zottigheid uiteraard, want niemand haalt het in zijn hoofd een NAP 100 in de plaats te zetten van een high-end klasse A eindversterker. Het resultaat was ook niet om over naar huis te schrijven. Verlies aan detail, aflopende uiteinden van het frequentiegebied, een kleiner stereobeeld enzovoort. Niettemin blijft overeind dat ik nog steeds naar muziek luister en dat zelfs een kleine NAP 100 genoeg is om plezier te bieden in die grote set. Die set bestaat verder uit een NAD M50/M52 netwerkspeler, een Esoteric D-07 D/A-Converter, een Audia Flight Strumento No.1 voorversterker, een Audia Flight 50 eindversterker en een paar PMC fact.8 luidsprekers. Als tijdelijke vervanger voor de D-07 plaatste ik veel later de Naim DAC-V1 met daaraan een Chord Prodac Pro digitale interlink om de die te beluisteren. Op dat moment begint
71
NEXT
tested
mijn euforie over het niet tegelijk in huis krijgen van de NAP 100 en de DAC-V1. Want waar de NAP 100 een paar maten te klein bleek in deze opstelling, kon de DAC-V1 wel heel erg goed meekomen. Ok, het is geen Esoteric die PCM omzet naar DSD voordat de conversie naar analoog gaat plaatsvinden, maar de DAC-V1 is wel een apparaat dat heel gemakkelijk muziek speelt. Soepel en detailrijk, met een stereobeeld dat meer diepte en hoogte geeft dan dat het buiten de luidsprekers komt, pakkend en melodieus. Vooral met klassieke muziek gaat de DAC-V1 stralen, kamerorkesten hebben overuren staan maken in de huiskamer. Stemmen zijn erg goed getroffen en instrumenten als piano en viool krijgen een grote mate van natuurlijkheid. Als ik de DAC-V1 moet positioneren, zit hij perfect tussen de dure opponenten als Esoteric en Metrum Acoustics HEX en de goedkopere dac’s vanaf Micromega MyDac tot Metrum Acoustics Octave. De prijs van 1.750 euro is daarmede volledig terecht, zeker als wij het aantal ingangen en de asynchrone USB aansluiting in aanmerking nemen. In een iets minder kostbare opstelling durf ik de DAC-V1 zeker aan te bevelen. Ook al hebt u niets anders van het Britse merk in huis. Meer impact
Terug naar de kleine luisterruimte waar de NAP 100 staat te snakken om mee te mogen doen. Ik gebruik in dit geval de UnitiQute als digitale bron voor streaming audio en DAB/internetradio. Omdat noch de Qute noch de DAC een analoog/digitaal-converter aan boord heeft, kan ik niets beginnen met een analoge bron. Met een Stereovox kabel verbind ik de BNC
72
uit- en ingang met elkaar. Een Chord Power Chord netsnoer kreeg ik meegeleverd en dat gebruik ik graag. Tussen de NAP en de DAC komt een Naim SNAIC 4 kabel. Op die manier is in eerste instantie geluisterd naar het geheel. De NAP 100 werkt als eindversterker en de DAC-V1 regelt het volume. Al snel is duidelijk dat de DAC-V1 de interne converter van de UnitiQute achter zich laat. Niet zo verwonderlijk; een Qute kost nog minder dan de DAC-V1. De verschillen uiten uit zich voornamelijk in het vergroten van het stereobeeld, de rijkdom aan details die ontstaat in heel zachte geluidjes en de ‘toename van echtheid’ in de opname. Muziek krijgt meer impact en de betrokkenheid neemt toe. Tegelijk is het fair om te constateren dat de DAC-V1 niet echt passend is als upgrade voor een UnitiQute; laat dat maar over aan de NAP 100. De bediening wordt lastiger, de prijs van de totale opstelling stijgt onevenredig en voor een analoge bron is geen plaats meer. Een Naim UnitiServe is in dat geval een veel betere keuze als bron voor de DAC V1. Geweldig resultaat
Maar we hebben nog de USB-ingang, waar ik op het eerste gezicht niet op zit te wachten. Niet: omdat ik geen computer naast mijn set wil. Niet: omdat ik een hekel heb aan Windows met drivers en de wekelijkse upgrades. Niet: omdat ik iTunes onprettig vind. Ik heb het allemaal al eens geprobeerd en ben voor mijzelf tot de conclusie gekomen dat ik liever werk met een netwerkspeler die via een vaste Ethernetverbinding zijn data van een NAS elders in huis betrekt. Leuk en aardig dus dat USB, tot ik mijn RipButler met Vortexbox software uit
tested de kast haalde en naast de DAC-V1 zette. De DAC-V1 werd direct herkend en meldde zich aan als ‘Audiophilleocom’. Een kleine zoektocht op internet bracht me op de site van Audiophilleo.com, makers van USB-naar-S/PDIF omzetters. Bij Audiophilleo koopt Naim de USB-technologie in, dat is duidelijk en verklaarbaar voor een audiofabrikant. Van Latham kreeg ik met de DAC-V1 een Chord USB Silver Plus en een QED Performance Graphite USB kabel meegeleverd, die beide erg goed bevielen. Realistisch geprijsde kabels en geen ‘over de top’ spul. Ter controle van de USB-verbinding laat Naim u testbestanden downloaden die u speelt vanaf uw netwerkspeler. Als de verbinding optimaal presteert krijgt u een 100% BitPerfect resultaat. Welnu, de RipButler geeft 100%, af te lezen op de OLED-display van de DAC. Hoewel de USB-poort zelf tot 32/384 kan gaan, is de RipButler beperkt tot 24 bit en 192 kHz. Genoeg voor mijn FLAC, WAV en ALAC bestanden die toch niet hoger gaan. Het fijne van de RipButler software is dat Logitech Media Server er op draait en ik met de Squeezepad App op een iPad de muziek kan kiezen. Vanaf dat moment heb ik, tot de DAC-V1 het pand ging verlaten, uitsluitend nog muziek gedraaid over de USB-poort. Met het schaamrood op de kaken moet ik u en vooral mijzelf bekennen dat USB dus wel degelijk een geweldig resultaat kan leveren, mits de juiste hard- en software voorhanden is. Waar de DAC-V1 aan de Qute nog een weergave kende die wellicht het beste te omschrijven is als ‘digitaal’, maakt de USB-koppeling de weergave rijk en groots. De duidelijke streaming-kleur verdwijnt met USB totaal en ik vraag mij oprecht af of er een betaalbare cd-speler is die dit resultaat evenaart. Ongeacht of die nu van Naim of van een ander merk zou moeten komen. Op een realistisch geluidsniveau draai ik een pianowerk van Schubert, gespeeld door Martin Helmchen. De NAP 100 geeft geen krimp aan de Twenty.23 die werkelijk staan te zingen van plezier. Schitterend is de grote vleugel waarvan de klankkleur in deze opstelling zo goed behouden blijft. Toetsen die soms gestreeld worden en waar soms op geslagen wordt. Moeiteloos reizen we door het dynamische landschap. Zangeressen als Melody Gardot en vooral Lori Lieberman laten zich met verve horen. Waarbij Lori Lieberman opvalt met haar nieuwe cd ‘Bricks Against The Glass’. Een opname die gemasterd is door Darcy Proper in de Wisseloord Studios, hetgeen erg goed hoorbaar is vanwege de geweldige lay-out van de instrumenten, van Lori zelf, samen met het achtergrondkoor. Wat er
verder ook passeerde, oude opnames van Lisa Stansfield tot aan nieuwe samples van 2L The Nordic Sound in hoge resolutie, ik bleef de DAC-V1 in deze opstelling bewonderen. Conclusie
De bovenstaande ervaringen zijn niet allemaal in lijn met elkaar. Ingezet als losse componenten is het vooral de DAC-V1 die de show steelt, in zowel een Naim omgeving als een totaal andere opstelling. Het is een heerlijke D/A-Converter met veel ingangen, die simpelweg bits weet te vertalen in muziek. Dat lijkt een eenvoudige opgave, maar te veel dac’s hebben nog altijd een ‘ik ben digitaal’ stempel. De Naim heeft dat niet. Daarmee is hij niet volmaakt, maar zijn vraagprijs wel ten volle waard, zelfs als hij is opgesteld in een behoorlijk kostbare set. De NAP 100 eindversterker is van een andere orde. Een heerlijk ding dat aan de juiste luidspreker geen adem te kort komt. Mooi stereobeeld, lekker dynamisch, tegelijk nog steeds een eenvoudige versterker die zich het beste laat inzetten in een kleinere ruimte, met eenvoudiger bronnen en gemakkelijk aanstuurbare luidsprekers. De NAP 100 is op die manier bijvoorbeeld de beste upgrade die er te koop is voor een UnitiQute van Naim. Met oog op de verschillen in toepassing tussen de NAP 100 en de DAC-V1 zou je de DAC-V1 dus niet direct combineren met de NAP 100 en op zoek gaan naar een duurdere eindversterker. Maar, neem je de moeite ze toch samen aan te sluiten, heb je bovendien een mooie digitale bron met bijvoorbeeld een BitPerfect USB uitgang (zoals in mijn geval) of S/PDIF, dan ontstaat er een magie die in deze prijsklasse heel ver gaat. Een treffende slotzin voor de NAP 100 en de DAC V1 zou kunnen luiden: “Ik houd van muziek en daarom hou ik van Naim”.
73
René van Es PRIJZEN: NAIM NAP 100 EINDVERSTERKER NAIM DAC V1 D/A CONVERTER CHORD POWER CHORD NETSNOER CHORD PRODAC PRO DIGITALE INTERLINK CHORD USB SILVER PLUS USB KABEL QED PERFORMANCE GRAPHITE USB KABEL
(1M) (1M) (1,5M) (1,5M)
LATHAM AUDIO, TEL: (0031) 013-5082411 E-MAIL:
[email protected], WWW.LATHAMAUDIO.NL
€ € € € € €
900,1750,185,92,50 67,50 29,-
END