Informatiebrochure
Met Uw steun kunnen wij verder !
Kosovo een land verscheurd en verstoten De oorlog in het voormalige Joegoslavië startte in 1991 na de onafhankelijkheidsverklaringen van Slovenië en Kroatië en kreeg een vervolg in 1992 in Bosnië-Herzegovina. De Balkan stond in brand. Mensen die jarenlang vreedzaam naast elkaar hadden gewoond werden elkaars vijanden. Etnische achtergronden bepaalden plotseling het leven. Ook in Kosovo begon het te gisten. Tientallen jaren leefden hier Servische Kosovaren en Albanese Kosovaren vreedzaam naast elkaar. Ook Kosovo stond in brand. Gruwelijkheden vonden op grote schaal plaats. In en rondom Gjakova zijn honderden mannen om het leven gebracht. Honderden huizen kapot geschoten. Totale ontwrichting van de samenleving. Op de vlucht voor de vijand. Radeloosheid die je vandaag de dag nog steeds tegenkomt. Gjakova Mei 2011
Hulp aan Kosovo en Albanië Verslag van transport en bezoek aan Gjakova in Kosovo en Bajram Curri in Albanië. Chauffeurs: Jan van Delft, Jack van Vliet, Jack van Egmond en Martin van Delft' Hulpteam: Judith van Egmond, Jolanda van Egmond, Jannette de Ruiter, Hennie van Delft, Gijsbertha Keijzer en Ant van der Plas. Stichting De Brug: Bram Oosterwijk, Ingrid van Diest, Rresarta, Dija en Arie Rietveld. Met dank aan de inwoners van Gjakova en Bajram Curri. Mensen die ons in vertrouwen hebben ontvangen. Hartelijk en met het weinige wat ze nog bezitten aan drinken en eten wilde delen met ons. Stil wordt je hiervan. In de meeste gevallen wijzen ze op de Heer die altijd bij hun is en voor hen zorgt in goede en slechte tijden. Berustend op wat er was, is en komen gaat. Zoti e Bekofte, Albanees voor; God zij met U. Ook hartelijke dank aan alle mensen die week in en week uit bezig zijn om pakketten, kleding en allerlei andere spullen in te pakken voor landen die het zo nodig hebben. Zonder jullie geen transporten en geen goederen. Jullie leggen de basis voor dit werk. Werkgroep de Ruyter en Hoop voor Albanië, zonder jullie inzet geen hulp. Bedankt!
03
8 mei 2011 Al enkele jaren rijden twee keer per jaar twee grote vrachtwagens naar Gjakova in Kosovo. Ook dit jaar vetrokken Jan van Delft, Martin van Delft, Jack van Vliet en Jack van Egmond op 8 mei richting het zuiden. Een prachtige vracht met meel, voedselpakketten, conserven, kleding en schoenen en rijk gevulde rugzakken voor schoolkinderen en de wat oudere jeugd. Een afgeladen vracht, ieder hoekje benut en verantwoord. De mannen hebben er zin in. Ze kennen de route, ze weten wat er kan komen en hopen op een voorspoedige reis. De mannen doen aan selfsupporting en slapen onderweg in de vrachtwagen en koken hun eigen potje eten met Tinus (Martin) als hoofdkok die de lekkerste gerechten tovert op een klein gasstelletje. Ja, de mannen gaan goed beslagen op reis en ze hebben gelijk. Door Duitsland richting Oostenrijk en dan naar Italië voor de overtocht naar Igoumenista in Griekenland. Van daar reizen ze verder naar Macedonië en bereiken ze woensdagmiddag laat de grens van Kosovo. Halverwege de avond arriveren ze in Gjakova en worden de vrachtwagen neergezet op een oud bewaakte remise voor bussen. Een voorspoedige reis en blij dat de vracht op de plaats van bestemming is.
We gaan even terug in tijd. Dinsdag 10 mei, nog van alles te doen en je gedachten laten gaan over de komende reis naar Kosovo. Het liedje van de Kelly Family schiet steeds door mijn hoofd: “Children of Kosovo, are crying for a helping hand” Een lied, vlak na de oorlog over Kosovo gemaakt om zoveel mogelijk geld en hulp te vragen voor een land dat zo verscheurd is door verdrukking en geweld. Waar is die hulp gebleven?
04
Woensdag 11 mei. De koffer is gepakt, alles staat klaar en op 11 mei 's morgens in aller vroegte vertrekken Jannette de Ruiter, Jolanda van Egmond, Gijsbertha Keyzer, Hennie van Delft, Judith van Egmond en Ant van der Plas voor een week naar Kosovo en Albanië. We vliegen van Amsterdam naar Wenen en aansluitend met een korte overstap naar Pristina in Kosovo. De spanning stijgt, sommige van ons zijn er nog nooit geweest. Drie van ons waren er al eerder en weten een beetje wat ze te wachten staat. Ze hebben al veel verteld maar zelf er naar toe gaan, dan weet je pas hoe het echt is en voelt. Ruiken, proeven, aanraken en je ogen goed de kost geven. Dit alles bij elkaar maakt dat je dan pas voelt hoe het daar is en al je gedachten, voorstellingen en verwachtingen moet je bijstellen. Om 12 uur komen we aan op het vliegveld van Pristina en in de kleine hal van de douane voel je al dat je terug gaat in de tijd. Een groot Billboard zegt:”Kom naar Kosovo, investeerders gezocht”. De pascontrole gaat snel en het controleren van onze kleine koffertjes is snel gepiept. Wij hebben namelijk niet meer dan 8 kg bij ons en dan scheelt een hoop tijd, we redden het wel met wat we bij ons hebben. Later beseffen we, dat wat wij bij ons hebben een rijkdom zou zijn voor veel mensen in Kosovo. “Waar gaat het over”, een koffertje met wat spullen, schoon, netjes en van deze tijd. Hier gaan we terug in tijd, zo voelt het. We lopen naar buiten, de zon schijnt en dat geeft een vriendelijk aanzicht van het terrein dat voor ons ligt. Als we even wachten zien we Bram Oosterwijk, oprichter van “De Brug”, Ali, een werknemer die werkt voor De Brug en zijn zoon Ram aan komen lopen. De ontvangst is hartelijke en zeer welkom. We wachten 2 uur op Ingrid van Diest en haar vriend Arie Rietveld die via Zurich zijn gevlogen. Die tijd gebruiken wij om kennis te maken en wat te drinken in het restaurant op de luchthaven. We eten en drinken wat en rekenen af met een zeer klein bedrag en dat voor 9 personen.
05
Voor ons een zeer luttel bedrag maar voor de Kosovanen een vermogen. Als Ingrid van Diest (projectleider van De Brug) en Arie Rietveld zijn gearriveerd rijden we richting Gjakova, ongeveer anderhalf uur rijden van Pristina in westelijke richting, dicht tegen de Albanese grens. Een indrukwekkende trip en we komen ogen te kort. De wegen zijn afwisselend slecht tot het gaat wel. Koeien keuvelen gezellig op de middenberm, een hond ligt dood midden op de weg en mensen lopen langs de weg naar hun bestemming. Een koe op de weg en een hond dood op de A44 zou bij ons de krant en SBS 6 halen en de weg zou worden afgezet. Hier gaat het dagelijkse leven gewoon door. Veel kapotte huizen, ook veel nieuwe huizen maar bijna geen huis is echt klaar, toch wonen ze er al in, met grote families. Tientallen en dat ben ik voorzichtig met het benoemen, autosloperijen die auto's proberen te verkopen die opgelapt zijn met allerlei onderdelen van allerlei verschillende merken. Maar rijden doet het. Een prachtig glooiend landschap en in de verte hoge bergen met sneeuwtoppen die Kosovo begrenzen met Montenegro en Albanië. Vol verwachting kijken we uit naar de stad Gjakova. Als we er bijna zijn zien we de stad al liggen, grijs, druk en straten die afwisselend met en zonder kuilen versierd worden. Midden in het centrum tegenover het park en de bibliotheek ligt het guesthouse en via een zanderig achterpad bereiken we de poort naar de tuin. Het guesthouse is een ruim onderkomen wat gehuurd wordt door stichting De Brug en waar kantoor, woonkamer, keuken, slaapplaatsen en een kleine ruimte voor goederen. Naast het guesthouse is een woning waar medewerkers van de Brug wonen die ons die week ter zijde staan met tolken en helpen de goederen uit te delen. Twee waardevolle vrouwen die uit liefde voor hun vaderland en inwoners alle hulp bieden waar ze maar kunnen. Dit alles in vertrouwen dat God, de Heer hun en ons helpt, dag in dag uit. Vertrouwen en doorzetten. Nooit klagen ze en alle energie die ze hebben steken ze in dit mooie en vaak ook zo moeizaam werk. Bram maakt die avond een heerlijke maaltijd voor ons en over en weer vertellen we over het werk en ons doel die we allemaal voor ogen hebben. Bram bidt met ons, zo eenvoudig, zo gemeend, dat zou bij ons niet opkomen om te bidden. Bidden dat we kunnen douchen en eten hebben.
06
Later op de avond komen de mannen en het guesthouse is vol mensen en heerst er een ontspannen sfeer. De reis van de mannen wordt verteld en over en weer zijn er vragen. Even ontladen van de reis, even met elkaar de saamhorigheid voelen van vrienden en met de mensen van stichting De Brug. Het is goed zo en we zien de week met vertrouwen tegemoet met al wat het ons gaat brengen. Middernacht zoekt ieder een slaapplaats op en eindelijk is het rustig in het huis. Donderdag 12 mei Bijtijds staan we allemaal op en Jack van Vliet heeft al voor brood gezorgd. Na het ontbijt gaan we richting opslagdepot om met z'n allen de vrachtwagens te lossen. Een aantal van ons gaan met een taxi en dat is een ware marteling. Een oude Mercedes, zonder schokbrekers en een haperende motor. Aangekomen op het zanderige landweggetje waar het depot is, schud de wagen heen en weer en wij niet minder. Overal ligt vuil op de weg en ook langs de weg hopen vuilnis. Er is wel een vuil ophaaldienst in de stad maar niet voldoende om vooral in de omringende omgeving het vuil op te halen, zodoende gooit men het overal neer. Ongedierte, ziekte en stank geeft dit, vooral nu het zo mooi weer is. Het depot staat achter het huis van Mohammed, een man die voor stichting de Brug kleine verbouwingen en reparaties uitvoert. Ook houdt hij een oogje in het zeil op het depot. Een grote schuur en een grote container speciaal voor het meel. Zo blijft dit droog en schoon en kan er geen ongedierte bij. De schuur is leeg als we komen een teken dat ze met smart zaten te wachten op de nieuwe voorraad om uit te delen aan de weduwen, wezen en arme gezinnen. De vrachtwagens komen langzaam achteruit gereden over het zandpad. Ervaren chauffeurs zijn het en met hun stuurkunst staan de auto's dicht bij de oprit naar het depot. Dit betekent dat er veel handmatig uit de auto naar het depot moet worden gebracht, 150
07
meter van de weg. Gelukkig hebben ze ook een heftruck kunnen regelen die veel spullen langzaam over het hobbelige pad naar de opslagruimte brengt. Na een uur gaat er alvast een bezoekploeg op weg met voedsel, meel en dozen met kleding. De rest blijft achter om uit te laten wat nog een hele klus is en pas om 15.30 is geklaard. De bezoekploeg komt als eerst bij het echtpaar Beci, in een klein huisje. We worden hartelijk ontvangen en nemen plaats in de sobere, kleine kamer van 3 bij 4 meter wat tevens ook de keuken is. De man zit op de bank en enkele van ons hebben hem de vorige keer al ontmoet in het ziekenhuis waar hij opgenomen was met een herseninfarct. Door hulp van De Brug en Max maakt mogelijk heeft hij nu medicijnen en het gaat redelijk goed met hem. Hij is professor en heeft les gegeven op een hoge school. We krijgen van de vrouw een kopje Turkse koffie, zo sterk en vol met koffieprut. Dit moet je ook zo te drinken. Moedig slaan we er ons doorheen maar een tweede kop slaan we af. Het pensioen wat ze krijgen per maand is 45 euro en dat is niet toereikend om alles te betalen aan lasten en eten. Ze zijn zo blij met het voedselpakket, dat we tranen in onze ogen krijgen. Basale eerste levensmiddelen, waar wij geen weet van hebben en zo maar zonder er bij na te denken in onze boodschappenkar gooien in de supermarkt. Het volgende bezoek is bij een echtpaar wat in erbarmelijke omstandigheden leeft. De vrouw is niet thuis en het kleine schuurtje, want meer is het niet, staat van de weg, hoog tegen een heuvel aan. Het pad er naar toe is stijl en glibberig. Als het hier regent dan kom je zonder vallen niet boven en niet naar beneden. We mogen binnen komen en doen onze schoenen en laarzen uit. Dit is heel gebruikelijk in Kosovo en Albanië. We moeten wennen aan de lucht en de kapotte spullen waarin deze mensen leven. Alles is zo oud dat het ook niet meer schoon te houden is.
08
Buiten is er wel een klein tuintje met wat groente en fruit. De man is in een sombere bui. De Brug heeft hun een prefab-huisje aangeboden maar er zijn twijfels bij de man. De Brug kan niet meer bieden dan dat. Nadien denk ik dat het plekje op de heuvel nog wel eens het euvel zou kunnen zijn om te verhuizen naar het prefab huisje. Ook al is het nog zo vies en verrot, ze zijn ook gehecht aan hun plekje. Hij neemt wel dankbaar het voedselpakket aan en we zeggen hem gedag. Op weg naar Xhevahire Alija. Ze is 80 jaar en woont in een krot. Ze krijgt een huisje of kamer dicht bij haar broer. Het is een vrouw met een zo'n mooi vriendelijk gezicht. Hoe kun je nog stralen in deze armoede. We helpen haar met het binnen halen van het versleten vloerkleed. Ook vertellen we haar wat er zoal in het voedselpakket zit en hoe ze het kan gebruiken. Nu gaan we op weg naar een paar gezinnen buiten Gjakova, op de weg naar Pristina. Na ongeveer 10 km komen we langs een monument voor de slachtoffers van de Kosovo-oorlog. Even verderop staan een aantal huisjes in een prachtig landschap. We komen bij een gezin met een moeder, een dochter en een baby. De moeder van de baby is er van door en haar zus verzorgt de baby van 6 maanden. Een flinke jongen met behoorlijke longproblemen. Hij krijgt medicijnen tegen de benauwdheid. Ze zegt geen geld te hebben voor goede voeding. We beloven haar later in de week terug te komen met verantwoorde babyvoeding. Als we die een paar dagen later brengen vertellen wij haar hoe ze deze moet gebruiken en niet meer dan
dat, Ze hangt aan onze lippen hoe we vertellen wat het beste is voor de baby. Ze houdt heel veel van dit jongetje en wil het groot brengen. Ze kan niet lezen of schrijven dus zijn afhankelijk van andere wat er op de verpakking staat. Met voldoende voeding voor een paar maanden en vitamine A/D, kleertjes en een voedselpakket gaan we weer naar buiten. Achter een prikkeldraad staat een broodmagere vrouw en we vragen of deze mensen het slecht hebben. Ze heeft een man en 5 kinderen.
09
We gaan naar haar toe en vragen wat ze nodig heeft. Voedsel zegt ze en schoenen voor de kinderen. De meeste kinderen hebben geen schoenen aan. Ze gaan ook niet naar school omdat dit te ver is en ze de bus niet kunnen betalen. Omdat ze ook nog Roma's zijn worden ze geweerd. Schrijnend is het te zien dat ze niet kunnen wassen, met z'n allen slapen in een kleine ruimte en de hele dag maar een beetje in de tuin scharrelen. Om wat groente te verbouwen graven ze een geul vanaf de beek die langs de achterkant van het huis stroomt, zo hebben ze water voor het gewas. Verder is het zeer sober en kaal in het huis. Alle 4 de gezinnen die hier wonen langs de weg proberen met het weinige wat ze hebben zo goed mogelijk alles schoon te houden. We beloven de vrouw dat we later in de week schoenen komen brengen en voedsel. Wat waren ze blij dat we terug kwamen. Voor alle kinderen ook een rugzak met allerlei spullen. Zo kregen alle gezinnen in dit verlaten gebied een pakket, meel, kleding en vooral een beetje aandacht. Toen we wegreden zwaaiden ze net zo lang dat het busje uit het gezichtsveld was. Wat een hartelijkheid. Terug in de stad gaan we even wat eten op een terras in een park. We zijn de enige op het terras. Alles is erg goedkoop maar voor de armen hier niet te betalen. Even navertellen en evalueren. Is het allemaal echt waar? Ja, waar en werkelijkheid dat dit hier gebeurt in Europa. ' s Avonds gaan we met z'n allen eten bij de Rosa familie. Een traditie schijnt het. De vader vermoord en moeder blijft achter met een huis vol met kinderen. De jongelui zijn ongeveer van puberleeftijd tot jong volwassenen. Een dochter heeft door een explosie met een boobytrap een beschadiging opgelopen en is daardoor licht verstandelijk gehandicapt geworden en ze kan niet meer praten. Een vriendelijke familie. Ze dansen voor ons en op tafel komt een mooie maaltijd met salade en pasta. In de winter doet moeder Rosa mee met het bereiden van eten voor de arme mensen. ( zie uitzending omroep Max okt en nov. 2010) Jammer dat de kinderen geen werk hebben na hun diploma. Ze willen wel werken en studeren maar geld ontbreekt. Studeren is in Kosovo en Albanië ook erg duur. Omdat de werkeloosheid in de streek Gjakova al opgelopen is naar 80% is het zoeken naar werk als zoeken naar een speld in een hooiberg. Jammer is het dat de motivatie om te blijven doorzetten ook minder wordt.De Brug ondersteunt deze familie en ze betrekken ook de jongelui bij een aantal activiteiten.
10
Vrijdag 13 mei Vandaag gaan we op pad naar een school ongeveer 20 kilometer buiten Gjakova. Onderweg zien we een massagraf waar 400 mannen en zonen zijn begraven. Heel veel hiervan zijn nog niet geïdentificeerd. Komend uit de omliggende dorpen, opgejaagd door de Serven zijn ze daar bijeen gedreven. Kinderen die hun vader niet wilde loslaten vonden daardoor ook de dood door bloedstollende moorden. Alle lichamen zijn opgeladen in trucks en naar Servië gebracht. Later na de oorlog zijn ze daar uit massagraven gehaald en terug gebracht naar de plek waar ze het leven lieten. Een groot graf vol met gedenktekens en plastic bloemen. Om stil van te worden. Is dit pas 11 jaar geleden?
foto
laats
aafp
begr
We rijden verder naar de school en treffen daar middelbare scholieren aan die een feest buiten hebben op het grasveld. De kleinere kinderen zijn er niet die komen maandag weer. We blijven nog even kijken naar hun optredens en horen van de tolk dat in hun liedjes protesten te horen zijn tegen de regering en de erbarmelijke omstandigheden. We verlaten het schoolplein en gaan even langs Juria een vrouw die bijen houdt en een bepaald serum maakt van het speeksel van de bijen. Goed is voor allerlei aandoeningen, vooral voor huidproblemen en het is antibac-
foto
bijen
terieel. We kopen allemaal wat van haar en ze maakt zo een goede weekomzet. We gaan op weg naar de grens van Albanië. Een mooie toch over de pas van Morena. De grenspost van Kosovo laat ons na een paar stempels en een redevoering van Dija door en bereiken we de grenspost van Albanië. Ook hier niet teveel problemen en we vertrekken naar Bajram Curri. De weg is behoorlijk goed en dat verbaasd ons. Nog verbaasder zijn we als de weg stopt en overgaat in een hobbelige zandweg en stenen pad richting de rivier. In het kleine dorpje hoog boven
11
hoog boven Bajram Curri stoppen we even om wat te drinken en de 3 auto's te verdelen van goederen en pakketten. We gaan verder op weg. Overal hopen vuil aan de kant van de weg en kapot geschoten huizen. In de verte zie je Bajram Currie liggen en je ziet al dat het een troosteloze stad is. Grijs, oud en arm. We komen bij een vrouw die net over de rivier met de smalle brug woont. Een brug waar de chauffeurs wel eens overeen gekomen zijn met hun vrachtwagens. Bijna onmogelijk. De vrouw is blij ons te zien en ze laat Hennie bijna niet meer los, zo lang wil ze knuffelen. De vrouw woont onder erbarmelijke omstandigheden. De zolder geeft zoveel daglicht dat wanneer het regent het meer water door laat dan een vergiet. Ze krijgt een voedselpakket maar slaat het meel af. Ze heeft geen oven en dan is het meel overbodig. We besluiten dat ze later in de week een oven krijgt en de Brug gaat er voor zorgen dat deze ook goed wordt aangesloten. De ovens zijn hier een grote ronde pan die op de grond staat en die met hout gestookt kan worden. Ze zijn er ook met elektra. De vrouw zoekt nog een paar sjaals uit en doet ze gelijk om haar hals. Ze lacht en met dikke zoenen neemt ze afscheid van ons. We gaan naar het huis van Artiola, een gehandicapt meisje van 16 jaar met een normaal verstand. Omdat ze een tumor heeft aan haar hersenstam is ze vergroeid en blijft verder achter in lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Ze heeft in haar dagboek geschreven dat ze verdrietig is en hoopt dat God haar beter maakt. Ze zit op een stoel ineengedoken door haar spasme en dat is haar enige plekje. De rolstoel is oud en versleten en de straat nodigt ook niet uit om met haar te wandelen. Toch beloven we haar in het najaar een aangepaste rolstoel die ze in huis ook kan gebruiken. De moeder maakt zich zorgen om de hoge kosten van de medicijnen. Een zorgstelsel hebben ze niet in Kosovo en Albanië en daarom moet alles zelf betaald worden. Haar ouders werken voor een hongerloontje en ongeveer 160 euro per maand gaat op aan medicatie tegen haar epilepsie. Als ik de medicijnen zie die ze slikt schrik ik. Geven ze haar zoveel om de kas te spekken of heeft ze dit echt nodig? Een medicijn die ik ken kost hier 1000% meer als in Nederland, das echt schrikken. Konden we daar maar medicijnen brengen. Huilend neemt de moeder en vader afscheid van ons. Wij worden steeds kleiner en schamen ons over onze rijkdom. We bezoeken nog een paar families. Een familie die ook een huisje heeft gekregen van de Brug. Ondanks het huisje rijzen er nieuwe problemen op.
12
Kinderen geen werk, uitkering van de moeder onvoldoende en een schuld bij het winkeltje op de hoek. We brengen meel en voedselpakketten binnen en bekijken het huisje. Gelukkig ziet het er netjes en gezellig uit. Wat is het toch heerlijk dat zoveel mensen in Nederland de Brug helpen om deze dingen te realiseren. Een paar honderd meter verderop wonen vijf zigeuner gezinnen. Erbarmelijk dat ze daar wonen, tegen de heuvel in barakken die met planken en stukken plastic in elkaar zijn gezet. De kinderen zoeken speelgoed uit en de voedselpakketten en meel wordt uitgedeeld. Ook kleding en andere nuttige zaken worden gedeeld. De mensen zijn beschei-den en dankbaar. De mannen vertellen dat ze soms wat werk hebben en dan eten kunnen kopen voor hun gezinnen. Ze voelen zich verstoten en dat zijn ze ook. Met grote verdrietige ogen kijken ze ons aan en soms komt er een kleine glimlach. Niet alleen dat je iets komt brengen maar vooral dat je luistert naar hun verhaal en dat je ze aandacht geeft. We nemen afscheid en gaan nog even langs bij het huiden vrouwtje. Ze maakt huiden schoon van koeien en schapen. Het is warm en de stank is buiten al ondragelijk. Een paar van ons gaan binnen kijken. Het huisje iseen oud elektriciteitshuisje en ze wil er graag blijven wonen. Maar als de gemeente zegt dat ze eruit moet dan staat ze op straat. Ze wil dit werk blijven doen en dan is een flatje of een prefab huisje geen optie. Ze praat wat met Ingrid en kan bijna niet stoppen met vertellen. Ik kijk eens rond en zie verderop in de tuin een soort wasbord in een opgedroogde beek. Als het regent en de beek gaat stromen dan wast ze daar vast haar kleding. Ik hoop dat het kalf die aan de muur staat vast gebonden nog een paar jaar mag leven. Verder ziet alles er slecht uit en dat in zo'n mooie omgeving van heuvels, bergen en weiden. We geven haar voedsel en meel en vertrekken weer richting de grens. Het is al laat en we zijn moe van alle indrukken en verhalen die zo troosteloos zijn.
Op de terugweg even langs Ibrahim, een oude man die hulp krijgt van de Brug, heerlijk eigenwijs en dol op vrouwen. De wijkverpleegster controleert iedere week zijn bloedsuikerspiegel en hij krijgt in de winter maaltijden van het maaltijdenproject. Ook zijn huisje proberen ze schoon te houden en dat valt niet mee. In onze gedachten draait het maar rond van hoe kunnen wij ze verder helpen, wat kunnen wij nog meer doen.
13
Thuis gekomen in het guesthouse wisselen we de verhalen uit waar ieder geweest is en allemaal zijn we het er over eens dat het weer slechter is dan verleden jaar. Tinus maakt een maaltijd voor ons klaar en verder brengen we de avond door met praten over hulp en hoe we mensen warm kunnen maken om de Brug te helpen. Wat is het een voorrecht om voor werkgroep de Ruyter en Hoop voor Albanië dit vrijwilligerswerk te doen. Niet de hoop opgeven maar doorgaan en energie krijgen om zoveel mogelijk geld in te zamelen en goederen te krijgen.
Zaterdag 14 mei We ontbijten bijtijds want de chauffeurs gaan over land de terugreis aanvaarden. Een lange rit door veel landen van voormalig Joegoslavië. Met z'n allen gaan we naar het oude bus terrein en zwaaien de mannen uit. Daar gaan ze, de kanjers. Hun werk is voor deze keer klaar maar de rit naar huis zal nog wel een en ander brengen. Ook zij nemen hun indrukken en ideeën mee naar huis. Onderweg op de nacht van zaterdag op zondag worden ze bestolen terwijl ze slapen. Niets gemerkt maar wel beangstig als je bedenkt wie er in de cabine is geweest. Gelukkig mankeren ze zelf niets en na een lange dag met aangifte e.d. gaan ze verder op weg naar huis. Op Dinsdagmiddag zijn ze aangekomen in Rijnsburg. Moe maar voldaan en pakken ze hun werkzaamheden weer op. Jongens het was super. We bezoeken de familie Vanah die vorig jaar een keuken gekregen heeft uit Holland. Ze zijn er geweldig blij mee. De dochters verzorgen moeder die het allemaal niet meer zo goed weet. De ene dochter zit in de wijkverpleging. De vrouwen blijven nog een aantal dagen en op zaterdag nadat ze de mannen hebben uitgezwaaid gaan we inladen bij het depot en op pad naar een gezin in Gjakova. Een moeder met een dochter die getraumatiseerd is van de oorlog en dusdanige psychische problemen heeft dat ze buiten blijft zitten en voor zich uit zit te staren.
14
Ze vraagt om geld voor medicijnen en Ingrid handelt dit verder met haar af. Ook voedsel en meel krijgt ze. Gelukkig is haar huisje heel en netjes. Als we weg willen rijden komt er een man naar ons toe en vraagt of we naar zijn zoon willen kijken die epilepsie heeft. We komen in een zeer mooi huis en alles is kraakhelder. De man vertelt dat de medicijnen hem ongeveer 160 euro per maand kost. De ouders hebben wel allebei een baan. Omdat we voor de armste mensen komen kunnen we niet veel doen voor dit gezin. Ze blijven beleefd en begrijpen het. Ook hier zijn de medicijnen bekend voor ons en schrikbarend wat de prijs is. Jammer genoeg kunnen we ook geen medische hulp bieden van advies want daarvoor weten we te weinig en zijn we niet bevoegd. Een broer van de man die ook in huis is vraagt aandacht voor een jongen van 12 jaar zonder armen. Hij heeft een video- opname ervan. Hijzelf is bekend bij tv omdat hij journalist is. Hij vraagt aandacht voor 2 protheses voor de jongen, zodat hij armen krijgt. Kostte € 45.000,- De jongen in de video boodschap is een gezonde jongen die zo handig is zonder armen dat hij alles kan met zijn benen en voeten. Tekenen, schrijven, aankleden, etc. etc. Het is toch wat dat wij beslissen dat we niets voor deze jonge kunnen doen omdat de prioriteit ligt bij de mensen die honger hebben en in pure armoede leven. We wensen de mensen veel sterkte met hun verdere zoektocht naar hulp en gaan verder op weg. Op de terugweg bezoeken we een groep zigeuners. In vreselijke armoede leven ze daar in krotten waar je niet eens je hond wil laten slapen. De kinderen stormen op ons af en steken hun handen uit. We delen snoep en chocolade uit. Ze willen meer en guitige gezichten proberen ons voor het lapje te houden. Wat een leuke kinderen, wat een mooie ogen maar wat een triest bestaan. Krotten, omringt met een vuilnisbelt waar de kinderen spelen. Voedselpakketten en meel wordt gebracht naar de oudere. Een paar mannen die Duits spreken vertellen dat ze vroeger in Stuttgart hebben gewoond maar terug moesten omdat ze geen verblijf vergunning kregen. Geen werk, geen geld, geen school voor de kinderen. Wat is dit toch verschrikkelijk. De roma/kinderen worden ook geweerd uit de scholen omdat ze stinken, onder de luizen zitten en niet kunnen betalen. Een lichtpuntje is, dat verder op, kleine huisjes voor de Roma´s gebouwd worden waar ze kunnen wonen. Weg met de krotten en weg met het vuil. Hopen maar dat ze er ook willen blijven en dat ze een stukje begeleiding kunnen krijgen hoe ze dingen beter kunnen organiseren.
15
Zondag 15 mei Na het ontbijt gaan we naar de kerk. Een open ruimte op een zolder waar totaal 15 mensen bij elkaar komen. Het onderwerp vandaag is Joy, Vreugde. Wat een overtuiging als je hier woont en werkt. Het woord wordt vaak herhaald en met elkaar zingen ze een paar liederen. Wij luisteren en bidden en danken mee. Rrezarta vertaald alles voor ons. De dienst duurt niet lang en je hoopt voor hen dat er meer mensen gaan komen. Na de kerk gaan we via een andere grensovergang naar Albanië. Van een kleine hulp organisatie heeft de brug gehoord dat daar 150 adressen zijn die ver onder de armoede grens leven. De Brug wil deze dag gebruiken om polshoogte te nemen. We nemen voedselpakketten en meel mee. Ook kledingpakketten en rugzakken worden ingeladen. We naderen al snel de grensovergang van Letaj en na de grensafwikkeling rijden we naar het kleine stadje Golaj. Troosteloos en grijs, Slechte wegen en sombere mensen. We ontmoeten een echtpaar wat probeert hulp te bieden in deze omgeving. Ze hebben amper de middelen en hopen op hulp van de Brug. Ze willen ons een familie laten ontmoeten die wat verder in de bergen woont richting Krume. Dit betekent een schitterende rit door bijna onbegaanbare paden, 18 kilometer waar we vijf kwartier over doen. Onderweg komen we landschildpadden tegen en prachtige vergezichten over bijna steppe- achtige gebieden. Wij rijden steeds tegen de bergflank en komen eindelijk aan bij een familie die bestaat uit Opa en oma van 90 en 80 jaar en 1 jongen van 10 en een meisje van 7 jaar. Een klein jaar gelden heeft de vader de moeder vermoord en de 3 kinderen gegijzeld en later voor hun ogen zelfmoord gepleegd. Een drama dat de kinderen zo verschrikkelijk getraumatiseerd heeft dat de oudste jongen wegloopt als wij komen. Hij is bang dat wij hem weghalen bij zijn grootouders. We gaan naar binnen en horen het verdriet aan van deze mensen. Het derde kind, een baby hebben ze weg laten halen door de sociale dienst. Het kind is nu in een kindertehuis in Tirana. Een pensioen van € 35, - is al wat deze mensen hebben. Kinderen geen school, geen toekomst, amper eten en wonend in een kamertje onder in het huis.
16
Kan het nog erger? Kan het nog schrijnender? Voedsel en meel laten we achter en de kinderen krijgen een goed gevulde rugzak. Ze pakken het amper aan en weten er eigenlijk geen raad mee. Al die mensen die ze nu bezoeken is eigenlijk teveel voor ze. Ook voor de Brug is dit eigenlijk geen doen, zo ver en zo onbegaanbaar. De mensen die ons hier gebracht hebben kunnen als tussenpersoon fungeren. Ook in de winter is van november tot eind maart niet te bereiken omdat er dan gemiddeld 1 tot 2 meter sneeuw ligt. We nemen afscheid van deze familie en laten ze niet met een gerust hart achter. Wat moet het als de oude mensjes dood gaan? Op de terugweg bezoeken we nog een paar families en praten over hun situatie. Voedsel en een beetje aandacht doen al veel. ( Wonderen wil ik niet zeggen maar een lichtpuntje is het vaak wel) Omdat deze dag veel met reizen gepaard is gegaan is de dag zo om en we vertrekken weer richting Kosovo/ Gjakova. We eten 's Avonds bij Ali en zijn gezin. Ali werkt ook voor de Brug en rijdt vaak het busje. Of Ali rijdt beroerd of de auto is niet goed. (Waarschijnlijk beide) Beide busjes zijn eigenlijk niet meer verantwoord om in te rijden en mensen mee te vervoeren. In dit gebied heb je power nodig van vierwiel aandrijving. De kosten zijn hoog en de Brug kan dit niet bekostigen. Hopelijk komt er een oplossing en we bidden dat dit voor elkaar komt. De avondmaaltijd is smakelijk en de familie is hartelijk. Ze wonen met hun kinderen en getrouwde zoon, vrouw en 2 kleinkinderen in het kleine flatje. Heel gewoon in Kosovo dat de zonen met hun vrouwen en kinderen blijven wonen bij de ouders. Maandag 16 mei Na het ontbijt zwaaien we Arie Rietveld uit want hij vertrekt over een paar uur al naar Nederland. Wat hebben we het goed met hem gehad, een fijne vent met het hart op de goede plaats. Vandaag gaan we 's morgens de kinder- rugzakken brengen bij de basisschool op een half uur rijden van Gjakova. Alle kinderen krijgen een rugzakje met daarin school benodigdheden en wat speelgoed. Ze zijn blij en verbaasd. De school ziet er aan de buitenkant niet slecht uit maar binnen is het een trieste bedoening. Oude banken en tafels, een potkachel, houten vloeren en schoolborden uit Holland. Weinig of geen platen aan de muur. Kaal en sober. Totaal geen gezellige sfeer om kinderen te stimuleren. Geld ontbreekt en de leerkrachten verdienen het minimum salaris. De kinderen krijgen 4 uur per dag les. De meeste moeten soms wel anderhalf uur lopen naar school omdat vervoer niet betaald kan worden. Nadat we alle klassen hebben bezocht rijden we terug naar het guesthouse.
17
Vanmiddag hebben we een oudere middag georganiseerd met een maaltijd en een gezellig samenzijn. Ingrid gaat met een paar medewerksters de mensen ophalen en dan gaan ze koffie drinken in het park. Sommige van hen zijn nog nooit in een restaurant geweest. Jolanda en ik gaan op pad om boodschappen te doen en nemen de kruiwagen met lekke band mee de stad in. Niemand kijkt raar op, niemand vindt het vreemd en wij dus ook niet meer. We slaan onze boodschappen in het beginnen thuis met de maaltijd voor te bereiden. De kamer wordt versierd en de tafels worden gezellig gedekt door Hennie, Gijs, Judith en Jannette. De kaarsen worden aangestoken en binnen een paar uur is alles klaar. De soep en hoofdmaaltijd pruttelen al lekker op het fornuis en is klaar. Gelukkig maar want de stroom valt weer uit en koken de rijst op een camping gasstelletje. Buiten wordt het steeds donkerder en het weer slaat behoorlijk om. We steken nog meer kaarsen aan. De bejaarde mensen komen om 15 uur binnen en zoeken bescheiden een plekje in de woonkamer van het guesthouse. Ze drinken en praten wat en genieten van de aandacht. In de slaapkamer ernaast hebben we kleding uitgestald en alle oudere mogen kleding uitzoeken wat ze willen en wat ze nodig hebben. Later zegt een van ons,:” Ik stelde mij voor dat mijn ouders daar zouden staan” Ze krijgt tranen in haar ogen, als ze daar aan denkt. Toch zijn deze oudere heel blij met de gezellige middag en tassen vol kleding. Waar we niet aan gedacht hebben is dat als we dit nog eens doen meer zwarte kleding aanwezig moet zijn voor de weduwvrouwen, ze dragen immers alleen zwart, voor altijd. De maaltijd smaakt en de meeste kunnen het niet op. Onze maatstaven van lekker eten is veel maar hier zijn de magen duidelijk kleiner. Na de maaltijd zingen we nog een paar Hollandse liederen en iedereen haakt gezellig in. We sluiten de maaltijd met het zingen van Onze Vader en tijdens het lied bleven ze maar zwaaien met de armen. Ze dachten dat dit ook hoorde bij het lied. Prima, wij hebben er geen moeite mee, dankbaarheid en vreugde mag je uiten. Voldaan maar ook moe gaan ze weer naar huis. Zoti e Bekofte horen we wel 10 minuten lang.
18
De avond gebruiken we om te praten met Ingrid en Bram en te overleggen wat en waar we mee kunnen helpen de komende tijd. Een andere bus die ook in de bergen goed kan rijden, voedsel, meel, medicijnen en kleding is wel het aller belangrijkste. Ook kosten om mensen medische hulp te geven staat op hun lijstje. Het is een waardevolle avond en een lach en een traan wisselen elkaar af. We nemen alle wensen en ideeën mee naar Nederland en gaan daar verder overleggen en inzamelen. Dinsdag 17 mei De laatste dag in Gjakova. Vandaag brengen we nog kort een bezoek aan de school om 25 rugzakjes voor de allerkleinste kinderen te brengen. Daarna gaan we naar Albanië via Morena om de familie te bezoeken van Monda. Wat een misère hier. Een familie met drie opgroeiende kinderen zonder toekomst, armoede en uitzichtloosheid. Ondanks dat ze het zo slecht hebben zijn ze gastvrij en blij met ons bezoek. Een hechte familie en dat doet ons goed. Ze vragen nergens om maar genieten dat wij met hun willen praten.
De moeder is vaak ziek en heeft veel last van haar klieren in haar oksels. Als we beginnen over onderzoek in het ziekenhuis houdt ze toch de boot af. We komen er niet zo achter waarom ze de hulp afslaat. Na een tijdje neen we afscheid en lopen door de bagger terug naar de auto's. We bezoeken nog twee weduwe vrouwen maar die zijn niet thuis. De rest van de dag gebruiken we om nog wat spullen na te brengen bij enkele gezinnen en snel nog even naar de apotheek en zo rijden we ons rondje. Ook bij de familie van Ali die op een terrein wonen in containers brengen we kleding, voedsel en meel. Het regent heel erg en alles ziet er troosteloos uit. Een vrouw die de bus ziet rijden van Bram houdt hem aan en vraagt om medicijnen. Bram stapt uit en gaat met haar naar de apotheek. Dit is juist zo goed van de Brug . Hulp bieden maar zo min mogelijk geld geven. In tijden van nood weten de mensen vaak niet hoe ze hun geld het beste moeten besteden. Medicijnen prima maar de Brug zorgt ervoor.
19
Het wordt al later op de middag als we nog een bezoek willen brengen. Judith is vorige keer ook bij dit meisje geweest en eigenlijk door dit kind zijn wij vrouwen extra acties gaan houden voor Kosovo. Querime woont met haar broertje en moeder niet ver van het guesthouse. Als we de straat in rijden komen we bij een poort. Als we de poort open doen zien we een aardig huis waar familie van Querime woont. Er staat iemand in de deuropening en zodra wij verder komen wordt de deur snel gesloten. Naast het huis in een hoek van het terrein staat een krot niet groter dan tien vierkante meter. Alles op het terrein is bagger want het weer is slecht.
Als we de deur open doen vinden we een kind met zeer kort geknipte haren in een vervuild bed. Moeder en broertje zijn niet thuis. Ze zegt dat ze ziek is en de waterpokken heeft. Ook grote plakkaten van schurft heeft ze op haar hoofd. Judith herkent haar niet meer en schrikt vreselijk. Ja, ze is het toch wel, wat is dit meisje veranderd, zo mager en zo anders. Ze vliegt Ingrid om de nek zo blij is ze dat ze haar ziet. Ingrid roept ze uit. Eigenlijk mag ze van haar moeder geen contact meer met mensen van de Brug. Moeder is ook getraumatiseerd en in de volksmond gek. Ze hebben haar een huisje aangeboden maar dat wil ze niet en er is geen praten aan. Wat vreselijk voor deze kinderen en dat de sociale dienst hier zo weinig aan doet. Een hondenhok meer is het niet. Het water druppelt in een pan en alles is vochtig en koud. We brengen snel een voedselpakket en halen op de hoek van de straat nog wat pakken sap en biscuit. Wat is dit schrijnend om dit kind achter te laten en ieder van ons staat te huilen van onmacht. Ingrid bidt met haar en legt haar hand op haar hoofd. We moeten haar alleen laten en afwisselend zijn we verdrietig, boos en stil als we later terugrijden naar het guesthouse. De meeste van ons willen even tot zichzelf komen. Dit was wel het ergste wat we tegen zijn gekomen. Een krot, weinig eten en wat al niet meer is erg maar geen warmte van elkaar en niet terug kunnen vallen op je moeder is het allerergste. Een van onze eerste basis behoefte is liefde. De laatste avond gebruiken we de maaltijd in een klein restaurant en we praten over wat we deze week allemaal hebben mee gemaakt. Het was ook een goede en leerzame week, ondanks alle ellende, verdriet en armoede. We komen terug, dat weten we heel zeker.
20
Woensdag 18 mei Om half tien vertrekken we nadat we iedereen gedag hebben gezegd. Intense vriendschappen zijn er ontstaan deze week, Adressen en mails uitgewisseld. Onderweg nemen we nog maar eens goed de omgeving in ons op. Dit is, was en hopelijk blijft het niet zo. Om 11 uur komen we op het vliegveld van Pristina aan en drinken met elkaar een laatste kop koffie. Dag Bram, dag Ingrid, dag Rresarta, dag Dija, dag Ali, dag alle mensen in Kosovo en Albanië. De vlucht naar Holland gaat voorspoedig met een wat langere overstaptijd in Wenen. Terug naar overvloed en weelde. Wat hebben wij het rijk. Met een schaamte dat we te weinig doen, te weinig kunnen, te weinig nog beseffen. Op Schiphol staan alle mannen en een aantal kinderen op ons te wachten. Hartverwarmend en als een warme deken. We zijn thuis. 18 mei 2011 Ant van der Plas
21
Tot slot Ongetwijfeld ben ik mensen vergeten te benoemen waar we geweest zijn. Dit is een impressie van wat we daar gezien hebben en waar we geweest zijn.
Met dit verslag wil ik iedereen die dit leest vragen om hulp. Voor mensen zoals jij en ik. - Recht op liefde. - Recht om te leven. - Recht op voedsel. - Recht op werk. - Recht op school - Recht op een regering die voor ze gaat zorgen. - Volwassenen en kinderen die een toekomst nodig hebben om naar uit te kijken. - Liefde en aandacht.
Mensen die meegeholpen hebben wil ik namens de werkgroepen heel hartelijk bedanken. Iedere euro wordt zo goed besteed en alle goederen komen op de juiste plek. Denk en neem deze mensen mee in gebed. Zoti e Bekoft.
Dit verslag dragen wij op aan Querime.
22
Werkgroep de Ruyter Al meer dan 20 jaar zorgt de Rijnsburgse stichting Werkgroep de Ruyter voor hulp aan instellingen en mensen in de armste gebieden van Oost-Europa. De laatste 10 jaar concentreert de hulp zich voornamelijk op de Oekraïne en Kosovo. Regelmatig worden er transporten met hulpgoederen georganiseerd naar deze landen. De hulptransporten bevatten veel eerste levensbehoeften zoals kleding en voedsel, maar ook bijvoorbeeld schoolartikelen. Veel hiervan wordt ingezameld onder de bevolking van Rijnsburg. Al het werk van stichting Werkgroep de Ruyter gebeurt uitsluitend door vrijwilligers. Veel, zo niet alles in de Oekraïne is verwaarloosd en verouderd. De Werkgroep zorgt voor geld en goederen voor de wederopbouw en renovatie van scholen en ziekenhuizen om de leefomstandigheden te verbeteren. De basis is om de mensen te coachen en te helpen om het zelf te doen, zodat zij niet alleen wat moois krijgen maar ook leren hoe zij dit zelf kunnen doen. Voorbeelden van projecten zijn: - Het onderhouden van gaarkeukens voor het uitdelen van voedsel aan de allerarmsten - Een boerderij opzetten en exploiteren, die zorgt voor voedsel en werk - Een weeshuis opknappen - Een ziekenhuis opknappen en ondersteunen - De toiletvoorziening in een zigeunerkamp opknappen - Een school herbouwen De stichting wordt financieel ondersteund door bedrijven, particulieren en verschillende kerken. Donaties worden verder verkregen via recepties, inzamelingsacties, sporttoernooien en de jaarlijkse veiling tijdens de Rijnsburgse feestweek in Augustus. Zie hiervoor de kalender. Voor het werk van De Ruyter zijn veel goederen nodig en is veel geld nodig. Hoe u hierin uw steentje kunt bijdrage kunt u vinden op onze website: www.werkgroepderuyter.nl