Les 1 Sleutel 1F
Met enthousiaste werkpaarden naar Roemenië Vooraf •
De strategie die in deze module aan bod komt, is voorspellen.
•
De schema’s die in opdracht 4 ingevuld worden, is een mindmap. De denkactiviteit die hierbij aan de orde komt, is het ordenen, of indelen.
•
De intelligenties die in de MI opdracht in de handleiding aangesproken worden, zijn de logisch mathematische, de interpersoonlijke en de talige intelligentie.
•
Het CLIB-niveau van de leestekst is 63,7
•
De woorden uit de tekst die aan de orde komen zijn: de vrijwilliger
de omstandigheden
uitzenden
relativeren
lokaal
het aanpassingsvermogen
hulpbehoevend
de handen uit de mouwen steken
internationaal
de lakens uitdelen
Suggestie voor Extra MI opdracht (klassikaal of groepen) Maak een checklist van wat er nodig is om een eenvoudig huis te bouwen voor een hulpbehoevende in Roemenië, wat er nodig is om daar met een groep vrijwilligers te gaan bouwen en maak een raming van de kosten. Hoe zou het zijn om dit geld in te zamelen en te doneren aan de IBO?
Pagina 1 van 5
Les 1 Sleutel 1F
Met enthousiaste werkpaarden naar Roemenië Antwoorden leesopdrachten:
Strategie 2. De titel is: Met enthousiaste werkpaarden naar Roemenië 3. De kopjes zijn: armoedige omstandigheden, hard werken en het laat een blijvende indruk achter. 4. t/m 6. Meer antwoorden mogelijk.
Tekst lezen 2. Het betekent ongeveer: het is een ervaring, die gevoel raakt en die je niet snel meer vergeet. 3. Het zijn echte werkpaarden betekent ongeveer: ze zijn gemotiveerd en werken hard. 4. en 5. Meer antwoorden mogelijk.
De diepte in 1. Ze zijn mee geweest met de IBO, de internationale bouworde. 2. Ze leren bouwkundige vaardigheden, om te gaan met een andere taal, ander eten en een andere cultuur. Maar bovenal leren ze om te relativeren. 3. Relativeren betekent ongeveer, dat je je eigen omstandigheden niet vanzelfsprekend vindt. Het voorbeeld: Nederland is een land met uitstekende sociale voorzieningen waar alles goed geregeld is, maar ook een land van mopperaars. Mensen beseffen meestal niet hoe goed we het hier hebben. De leerlingen begrijpen nu dat het niet overal zo is. In een land als Roemenië kan het gebeuren dat je een dag lang op een doos met spijkers moet wachten. 4. Verschillen tussen Nederland en Roemenie zijn: in Nederland zijn goede sociale voorzieningen, in Roemenie niet. In Roemenie zijn dingen soms minder goed geregeld dan in Nederland, Roemenië is arm, Nederland is rijk. In Roemenie is vervoer soms nog met paard en wagen, in Nederland bijna nooit. In Roemenie is niet vanzelfsprekend warm water, daar moet je het water koken voor je gaat douchen, in Nederland niet. In Nederland koop je vlees bij de slager, in Roemenie werd de geit uit de tuin geslacht. 5. Regel 4 en 5: ze hebben gewerkt aan een klaslokaal en aan huizen voor Roma- gezinnen. Regel 36: ze hebben een dak vervangen en schuttingen gemaakt. 6. Meerdere antwoorden mogelijk
Pagina 2 van 5
Les 1 Sleutel 1F
Sleutelschema Meerdere mogelijkheden voor de mindmap.
Pagina 3 van 5
Les 1 Sleutel 1F
Woordenlijst
de vrijwilliger
=
iemand die gratis werkt voor een organisatie
de omstandigheden
=
de situatie; hoe het ergens is.
uitzenden
=
op pad sturen; op reis sturen om ergens te gaan werken
relativeren
=
begrijpen dat dingen anders kunnen zijn dan je gewend bent
lokaal
=
plaatselijk; op een bepaalde plek
het aanpassingsvermogen
=
de vaardigheid om je te kunnen aanpassen, kunnen omgaan met andere gewoontes
hulpbehoevend
=
hulp nodig hebbend
de handen uit de mouwen steken =
hard werken
internationaal
=
meerdere landen werken erin samen
de lakens uitdelen
=
zeggen wat er moet gebeuren; alles regelen
Pagina 4 van 5
Les 1 Sleutel 1F
Woordenschatles Antwoorden Wat weet je al? Meer antwoorden mogelijk.
Wat betekent het woord? 1.b ; 2.a; 3.b; 4.d; 5.a; 6.a; 7.c; 8.a; 9.b; 10.b
Hoe onthoud je het woord? Meer antwoorden mogelijk.
Ken je de woorden? 1. vrijwilligers; 2. deelt de lakens uit; 3. hulpbehoevende; 4. aanpassingsvermogen; 5. uitgezonden; 6. lokaal; 7.steken (veel mensen) de handen uit de mouwen; 8. relativeren; 9. internationale; 10. (weers)omstandigheden
Hoe gebruik je het woord? Meer antwoorden mogelijk.
Pagina 5 van 5