Met de gereedkoming van het Londense woningbouwcomplex Robin Hood Gardens in 1970 kregen A l i s o n en Peter S m i t h s o n dezelfde kritiek te verduren als zijzelf tegenover de moderne architecten van de eerste generatie hadden geuit. De golf van afkeuring zou een hoogtepunt bereiken met de publikatie
van The language of postmodern architecture van Charles Jencks. In dit boek wordt het door vandalisme geteisterde Robin Hood Gardens gepresenteerd als een schoolvoorbeeld
van social deprivation. Zonder het woonensemble zelf te noemen gaat A l i s o n S m i t h s o n in het artikel 'The violent consumer' uit 1974 in op de mogelijke oorzaken van het vandalisme dat meerdere naoorlogse woningbouwprojec ten treft. Daarbij zet ze vraagtekens bij de optredende nivellering en massificatie in de samenleving die een effect zouden zijn van de bureaucratische verzorgingsstaat en het consumentisme.
Robin Hood Gardens,
geveI
straatzijde
Alison Smithson
De gewelddadige consument, of w a c h t e n op de 'goodies' I
Als we de oorsprong van vandalisme zouden verklaren in termen van jaloezie, hebzucht, inhaligheid, zou men hiervan t e r u g s c h r i k k e n . Het zou te veel lijken op een zondagse, V i c t o r i a a n s e moraalles voor kinderen. T o c h gebruikten mensen in de eerste c o n s u m p t i e m a a t s c h a p p i j j u i s t deze woorden om hun weerzin uit te drukken tegen het karakterverval bij mensen om hen heen met minder inventieve energie en creatieve drang. Dit V i c t o r i a a n s e moraalgeweld was een reactie op, en was d e s t i j ds bedoeld om de strijd aan te binden met, de euvels die voortkwame n uit de e e r s t e werkelijke problemen van het grote aantal: de o n u i t p u t t e l i j k e voorraad arbeidskrachten die in sterk contrast stond met de beschikbaarheid van de meest uiteenlopende goodies.
Goodies h e e f t in de Engelse ondertitel een d u b b e l e b e t e k e n i s . De e e r s t e b e t e kenis komt u i t de filmwereld w a a r de ' h e l d e n ' of ' g o e i e n ' de p a s s i e v e w e e r l o zen t e h u l p s c h i e t e n . De tweede betekenis v e r w i j s t naar het c o n s u m e n t i s m e en betreft 'consumptiea r t i k e l e n ' of 'luxegoederen'.
Gegeven een nieuwe godvrezende t i j d g e e s t is het goed voorstelbaar dat vandaag de dag - in w a t je het tijdperk van de wrok zou kunnen noemen dezelfde woorden o p n i e u w te voorschijn worden gehaald om de allesverslindende sentimente n te karakteriseren van dat deel van de bevolking dat het gevoel heeft g e s t i g m a t i s e e r d te zijn, o m d a t het niet vooroploopt in de consumptierace. In de onvermijdelijke periode van verzet die volgt op een h o u d i ng van botte zelfvoldaanheid, is hetgeen w a a r t e g e n men zich afzet eveneens een kwestie van tijdgeest... In de V i c t o r i a a n s e tijd was dat de morele ruggegraat van het falende individu, in de hieropvolgende mode was dit de succesvolle Victoriaan. T e g e n w o o r d i g proberen we - het zelfopgelegde kruis van het hoederschap van onze naaste dragend, een kruis dat deze godvrezende Victorianen aan ons hebben overgedragen - de zwakkeren in onze samenleving te o n d e r s t e u n e n en tevreden te stellen met een uitgebreid s t e l s e l van sociale voorzieningen, van duidelijk en minder duidelijk uitgestoken handen, deels kosteloos, deels gesubsidieerd... T o c h laten de ontevreden o n t v a n g e r s meer van zich horen dan zij die tevreden zijn. V e r o n t r u s t e n d voor de b o u w e r s in de samenleving is de manier w a a r o p de plaatsen die door de m a a t s c h a p p i j zijn g e b o u w d en gesubsidieerd , en die deze bouwers met veel m o e i t e aangenaam hebben gemaakt, nu door de gebruikers worden vernield. Het systeem, dat o n t s t a a n is uit welwillendhei d tegenover de mensen, blijft eenvoudigweg doordraaien, eindeloos bouwend en onderhoudend. En natuurlijk probeert het systeem d it binnen een redelijk budget te doen, w a n t de verplichtingen tegenover de samenleving zijn immers veelvoudig. In plaats van eindeloos hiermee door te gaan zou het systeem ook nieuwe methoden uit kunnen proberen middels het delegeren van verantwoordelijkheid, zodat de huurders controle verkrijgen over w a t er gebeurt op hun gehuurde stukje t e r r i t o r i u m en daarover rekenschap moeten afleggen. Mensen zijn, hoe o n b e h o u w e n ook, immers geneigd om hun identit e i t en oriëntatie te bepalen middels geld. Echter, het is voor iedereen duidelijk dat een wederkerige plicht nu ontbreekt . Dit moedigt de baddies aan met hun vernielingen door te gaan en doet bij de s c h e p p e r s en verzorgers van de goodies de moed volledig in de schoenen zakken. De m i s b r u i k t e plaatsen zouden voor velen b e g e r e n s w a a r d ig zijn (en dan goed onderhouden worden) als ze op de vrije markt werden aangeboden. T o c h denkt de samenleving eerder dat de vormen die zijn g e b o u w d, verkeerde vormen zijn - vooral bij de w o n i n g b o u w - dan dat het nodig is zich bezig te houden met een grondig overdenken van de wederkerigheid van plicht en verantwoordelijkhei d die een werkelijke s o c i a l i s t i s c h e droom o n d e r s t e u n t . Deze g e b o u w d e vormen zouden voor de b e g u n s t i g d e n van een s o c i a l i s t i s c h e staat de verkeerde aspiratie s uitdrukken, sterker nog, zij zouden a r c h i t e c t o n i s c h e a s p e c t e n bevatten die v a n d a l i s me uit zouden lokken. Dit zou kloppen wanneer de droom van w a a r u i t de a r c h i t e c t e n bouwen, slech t aan zou sluiten bij de samenleving. De meest e a r c h i t e c t e n zuigen g e b o u w d e vormen echter niet zomaar uit hun duim. A r c h i t e c t e n hebben vanaf de jaren v i j f t i g , zestig tot in de jaren zeventig op c o n s e q u e n t e wijze vormen g e b o u w d die zijn ingebed in de eerste golf van de moderne beweging - een c u l t u r e e l fenomeen parallel aan de eerste g r o o t s e successen van de s o c i a l i s t i s c h e idealen. De a r c h i t e c t - s t e d e b o u w k u n d i g e mag zich nu gaan afvragen of de s o c i a l i s t i s c h e v e r z o r g i n g s s t a at inderdaad is wat de mensen, voor wie het bedoeld was en voor wie het op de rails wordt gehouden, werkelijk willen. Vanuit hun t r a d i t i e zijn moderne g e b o u w e n bevrijdend en beslist niet overweldigend of bedreigend. T o c h zou het kunnen zijn dat j u i s t deze k w a l i t e i t niet het noodzakelijke beschermende raamwerk biedt aan
verdwaalde menselijke dieren: het overduidelijke gebrek aan discipline, de lichtheid, het gebrek aan rigide, strikte, heldere, opgelegde regels zou inderdaad verwarrend kunnen zijn voor wilde menselijke dieren die b e h o e f te hebben aan basisregels voor een fatsoenlijk leven. (...) De onwil van huurders om hun gehuurde stukje van de sociaal-democratische droom te verdedigen - zelfs wanneer het ze bevalt - wijt men volledig aan diegenen die de bedreigin g vormen. Is di t te verklaren uit het feit dat de laatste vier decennia eerst films, en later de televisie, de indruk hebben gewekt dat baddies alleen door een snel t o e s l a a n d e goodie aangepakt kunnen worden - een enkel individu dat b i n n e n s t o r mt en een schoonmaakactie houdt, waarbij hij om deze f i l a n t r o p i s c h e dienst te v e r r i c h t en s o m s een loopje neemt met de regels van de d e m o c r a t i s c h e verzorgingsstaat ? De goodie verdwijnt dan zonder enige verdere v e r p l i c h t i n g die later tot wrok zou kunnen leiden. Indien de aard van hetgeen verweten wordt een kwestie van mode in de massamedia is, dan geldt dat zeker voor hetgeen aangevallen wordt... dat wil zeggen, hoe ver de baddies denken te kunnen gaan. De massamedia lijken op een ijsberg: het schip van Staat is het meest kwetsbaar voor dat deel van de ijsberg dat de meesten van ons nooit zien - de pulpfilms en romans, de ordinaire t i j d s c h r i f t e n of strips, schaamteloze reclames. Het verborgen deel van de ijsberg brengt al het zichtbar e dat de beschaafde samenleving betamelijk acht, uit balans - dat wil zeggen: vrije educatie, het gezin, de creatieve minderheid in de gemeenschap, de vele goede werken van de overheid, staat, gemeente en instellingen. De achtelooshei d waarme e we t o e s t a a n dat ondermijnende boodschap pen de betekenis en redenen uit balans brengen die de g r o n d s l a g van de socialistische staat vormen, is, als we erover nadenken, een ongerijmdheid als het gaat om een goede nationale h u i s h o u d i n g , zowel wat betreft een culturele samenhang als de zichtbar e vorm ervan: de g e b o u w d e s t r u c t u u r . Om het beoogde doel en de t a s t b a r e resultaten op een rationele en evenwichtige wijze met elkaar in samenhan g te brengen moet men een preciezere a f s t e m m i n g vinden t u s s e n de beschikbare bronnen en de vorm van onze samenleving zoals wij die ons gezamenlijk of ieder voor zich klaarblijkelijk wensen (en dit is m i s s c h i e n het werkelijke cruciale punt). Deze beschikbare bronnen worden niet alleen gevormd door de in modieuze t e r m e n beschreven natuurlijke reserves en beschikbare financiën, maar ook door het talent en de energie van de makers van de samenleving. Bij deze a f s t e m ming is eerlijkheid van de kant van de samenleving een e e r s t e vereiste: men moet onder ogen zien dat mensen niet noodzakelijkerwijs dankbaar zijn voor wat ze niet zelf verdiend hebben ... dat zorg voor eigen bezit niet vanzelf ontstaat wanneer de voorraad nog overvloediger wordt, maar dat di t een bezorgdheid is die karakteristiek is voor het denken van de middenklasse. 1 II
Tegenover het rumoerige deel van de samenleving, vol graagte s t r i j d l u s t i g , moet het andere, betalende, deel vragen om een herstel van de dialoog, in het bijzonder waar het het ongenoegen over de w o n i n g b o u w betreft. Dit ongenoegen heeft namelijk te maken met de wijze waarop wij - gezamenlijk of ieder voor zich - onze samenleving zien. A l s we de dialoog willen herstellen, als we die gewenste patronen van associatie 1 en i d e n t i t e i t aan het licht willen brengen die mensen lijken te verlangen om in tevredenheid met hun omgeving te leven, dan moeten we de waarheid over de dingen zoals deze werkelijk zijn, blootleggen. Het is dan nodig de verhullende m a n t e l van de verzorgingsstaat te verwijderen om de werkelijke gemeenschapskoste n van
Patterns of association v o r m t een van de s l e u t e l b e g r i p p e n in het denken van A l i s o n en P e t e r S m i t h s o n en h e e f t b e t r e k k i n g o p de wisselwerking tussen dagelijkse gebruikspatronen, ruimteconfiguraties en de m o g e l i j k e i d e n t i f i c a t i e van het i n d i v i d u me t zijn leefomgeving.
onze huidige leefwijze te laten zien. Toegewijd e zorg houdt m i s s c h i e n ook in dat de huurder die een afkeer heeft van de flat die de gemeente hem toegewezen heeft, zo moedig moet zijn te verhuizen zodat daar een ander kan wonen die de flat wel bevalt. Een t e l e u r g e s t e l d individu zou het gevolg zijn, een individu dat g e c o n f r o n t e e r d wordt met alle impliciete c o n s e q u e n t i e s van een verhuizing uit de gehate plaats ... een individu dat m i s s c h i e n gaat betalen voor zijn eigen droomplek ... of dat de droom b i j s t e l t naar de mogelijkheden van zijn portemonne e ... of dat g e c o n f r o n t e e rd word t met zijn onvermogen om aan de universele droom vast te houden ... een individu dat mikt op een meer r e a l i s t i s c h e droom die bij hem p a s t . . . een individu dat m i s s c h i e n genoodzaakt wordt de stad te verlaten, van baan te veranderen, naar een rustiger plek te verhuizen met een minder c o m p e t i t i e f tempo. Ferme ingrepen zullen m i s s c h i e n de s t e m m i n g gaan bepalen in een samenleving waar men belastingen betaalt maar geen bewijs van genoten voordeel ziet. A r c h i t e c t e n hebben vaak het vermoeden dat humeurige huurders (als er maar lang genoeg op ze wordt ingepraat) m i s s c h i e n zouden ontdekken dat ze geen behoefte hebben om in de stad te leven, geen werkelijk verlangen koesteren om in een hooggespannen omgevin g te moeten vechten. De vero n t w a a r d i g d e huurders zullen in eerste i n s t a n t i e m i s s c h i e n hun recht verdedigen om in de stad onderhouden te worden uit vrees beroofd te worden van hetgeen de stad te bieden heeft, voordat ze zich zullen realiseren dat hun werkelijke wrevel te maken heeft met een gevoel in de stad gevangen te zijn. In toenemende mate neigt de stad naar een zekere a n o n i m i t e i t - een plaats waar men op d i s c r e t e wijze verkeert met handelende medemensen. Dit is nu precies wat een hoop mensen niet willen ... en zelfs vreemd en beangstigend vinden. Maar, kunnen mensen zoals wij, overladen met informatie, ooit nog eerlijk zeggen w a t wij van het leven verwachten? Hebben we werkelijk het idee dat we onze eigen s i t u a t i e meester zijn, dat wij onze eigen gedachten en meningen controleren? ... dat we de s c h e p p e r s van ons eigen stukje wereld zijn? ... adequaat gehuisves t naar onze werkelijke behoeften? ... (die beslist niet hetzelfde zijn als s o m m i g e droombeelden uit een verondersteld verleden). Zijn de d o e l s t e l l i n g e n van de S t a a t weer net zo weinig afgestemd op de gewone mensen, zoals de oorlog in 1914? Is de kloof t u s s e n gemeenschapswens en w a t er feitelijk gebeurt onvermijdelijk? De basis voor een nieuwe pogin g - participatie genaamd - is volledige eerlijkheid. T o t nu toe echter keert bijna alles zich tegen de mogelijkheid dat het individu van vandaag zichzelf of zijn b e h o e f t en leert kennen. Rede en principes zijn ook aan mode onderworpen: argumenten die de volledige ethiek en sociale verantwoordelijkhei d van een generatie overeind houden, worden drie generaties later als bijzonder asociaal b e s c h o u w d . Bij ons zien we hoe ons immense b u r e a u c r a t i s c he systeem niet in staat is om met enig vooruitkijken te handelen of om te gaan met de huidige snelle o n t w i k k e l i n g van de problemen en hun opeenvolgende c u l t i v e r i ng in de broeikasse n van de massamedia. Modes in problemen (...) gaan gepaard aan e t h i s c h e modes - de sociale lijm w a a r m e e eenieder de verbodsregels begrijpt, zijn rol zonder agressie vervult, zijn i d e n t i t e i t opvat, van zijn a s s o c i a t i e p a t r o o n of tegenpatroon geniet, en w a a r m e e eenieder tevreden is, of ontevreden, in zijn kleine stukje van de samenleving, een samenleving die veeleer een voortdurende w i s s e l w e r k i n g hoort te zijn dan een samenkomen van strijdende clans. De modes in levensstijl en sociale ethiek spelen over het gezicht van de steden heen: we zien g e b o u w d weefsel dat gedurende meerdere generaties wordt gebruikt. Om dit l a n g e - t e r m i j n g e b r u ik mogelijk te maken dienen indi-
viduele gebouwe n de k w a l i t e i t van een weefsel te bezitten. Het leveren van kwaliteit is een b e v e s t i g i n g van respect voor een samenleving, een bevestiging van geloof in een samenleving. Het vormt een zichtbaa r bewijs van een onderschrijven van die samenleving, van een bereidheid haar idealen te bevorderen. Gebrek aan k w a l i t e i t toont eenieder overduidelijk het tegenovergestelde. (...) De veranderingen in de mode van het stedelijk wonen kan men demonstreren met het onderzoek van Booth naar de w o o n s i t u a t i e van de Londense armen in de negentiende eeuw. S o m m i g e van deze woongebiede n behoren nu in de jaren zeventig, honderd jaar later, tot de meest b e g e r e n s w a a r d i ge plekken om te wonen. Met zijn kleurrijke nadruk op inkomensverdelin g kan men dezelfde kaart gebruiken om te laten zien dat men asociaal gedrag niet kan wijten aan een gebrek aan sociale s t r u c t u u r ; een zeer gebruikelijk excuus voor het feit dat het niet gelukt is een gevoel van verbondenhei d te scheppen in een gemeenschap in de jaren v i j f t i g en zestig. De huizenbrij op de kaart bestaat namelijk uit c l u s t e r - p a t r o n en die aanvankelijk vanuit grondeigendomsverhoudingen groeiden en zich v a n d a a r u i t o n t w i k k e l d en tot hecht aaneengegroeide gemeenschappen. Dezelfde kaart rekent ook af met de bewering dat het ontbreken van een effectief sociaal patroon in een gebied veroorzaakt wordt door het ontbreken van gemeenschapsvoorzieningen ; een excuus dat gangbaar was in de jaren veertig. Het V i c t o r i a a n s e Londen beleefde zowel de hoogtijdage n van drankpaleizen en variété-theaters als de opkomst van openbare bibliotheken, zwembaden, instellingen en ziekenhuizen. Helaas voor de jaren zeventig m i s s c h i e n o n d e r s t e u n t de kaart het pleidooi voor een ruimere keuzevrijheid en v e r a n t w o o r d e l i j k h e id en een grotere differentiatie in levenskwaliteit... In geen enkele tijd droeg de stadsbewoner meer verantwoordelijkheid voor zijn gekozen lot dan in die V i c t o r i a a n s e tijd en konden er grotere k w a l i t e i t s v e r s c h i l l e n t u s s e n plaatsen onderling bestaan, aangezien buiten de m e n g i n g in de stad veel van het landelijke Engeland onveranderd was gebleven; een f a n t a s t i s c h a l t e r n a t i ef voor die kwaliteitsextremen die men d e s t i j d s in de stad zelf al kon vinden. Brede, ongelijksoortige keuzeruimte binnen een zekere maatvoering hoewel tot nu toe bekritiseer d - zou m i s s c h i e n de nood van de eerste cons u m p t i e m a a t s c h a p p ij gelenigd hebben. Behalve het veelvuldig aangehaalde negatieve Mayhew-aspect 2 van Londen bood het karakter van de stad in de tweede helft van de negentiende eeuw een verbazingwekkend breed kwaliteitsaanbod: het hoekige Belgravia - een soort sprankelende A l m a - T a d e m a wereld, 3 het enigszins verwaarloosd e G e o r g i a a n s e en de kathedraal-groen e beslotenheid van Bloomsbury, de nietige a r b e i d e r s w o n i n g en van a m b a c h t s mensen (waarvan de l a a t s t e pas in de jaren v i j f t i g zijn weggeveegd), de nieuwe excentrieke, a r t i s t i e k e grandeur in c o n t r a s t met het stille dorp van Old Kensington, enzovoort. Het idee van ongelijkheid zingt bij velen als een fenomeen van de postindustriële revolutie in het hoofd rond. A l s een vorm van ongenoegen, en bijna als een aspect van n o n c o n f o r m i s m e , zaait het zich uit. (...)
Wanneer iemand zich aanslui t bij een regiment, kiest hij m i s s c h i e n zonder een volledig begrip van het collectief te hebben. T o c h wordt hem een g r o e p s i d e n t i t e i t gegeven. Zijn p o s i t i e in de groep w o r d t hem verteld. Hij wordt keer op keer geïnstrueerd hoe zich te gedragen in iedere denkbare situatie, zowel sociaal als militair, tot hij het perfect beheerst. Zijn financiële positie is simpel: h u i s v e s t i n g, standaardkleding, eten, alles verzorgd. Hij
2 Henry Mayhew (18121887) is de a u t e u r van London labour and the London poor, w a a r i n hij de w o o n en l e e f o m s t a n d i g h e den van de L o n d e n s e o n d e r k l a s s e u i t de negentiende eeuw o n d e r z o e k t en in k a a r t brengt . 3 Sir L a w r e n c e A l m a T a d e m a (1836-1912) is een in v e r g e t e l heid g e r a a k t e B r i t s e s c h i l d e r van Nederl a n d s e a f k o m s t . In de jaren z e v e n t i g s t o n d zijn w e r k w e e r e n i g e t i j d in de belangstelling. Zijn s c h i l d e r i j e n hadden s c è n e s u i t het d a g e lijks leven en de antieke beschaving van Italië en G r i e k e n l a n d als o n d e r w e r p .
heeft een strik t rooster. Hij is b e s c h e r md en men ziet erop toe dat hij in het uniform blijft. Maar in de stad krijgt een hele f a m i l i e eenvoudigweg een sleutel - zonder per se de regels van het collectief te begrijpen - onder spanning, verward, niet g e o r g a n i s e e r d, financieel in de knoei, agressief, armzalige koks, s l e c h t e inkopers, zonder kennis van werkelijke waarde, niet in staat om alternatieve n af te wegen, m i s s c h i e n onoverkomelijke f a m i l i e problemen met zich meedragend, zonder een werkelijke richting. Deze f a m i l i e begint huur te betalen voor een tamelijk duur stuk onroerend goed compleet met grond en installaties. Dit wordt s i m p e l w e g aan hun zorgen t o e v e r t r o u w d ; een stuk bezit dat het resultaat is van jaren van theorievorming, o n t w e r p e n en papierwerk, van drie tot vijf jaar b o u w t i j d, het resultaat van het werk van vele toegewijde mensen. Deze f a m i l i e zit daar, in een niet-bestaand collectief, zonder zelfs maar een elementair i n s t i n c t voor gemeenschapsleven. Dit lukrake systeem is gebaseerd op vroegere s i t u a t i e s toen mensen met eigen middelen voor zichzelf moesten zorgen, toen ze zich moeizaam in s i t u aties m o e s t e n inkopen of -werken. Een zeer extreem voorbeeld van het oude systeem, van een o v e r p l a n t i n g van het oude naar het nieuwe, zijn de immigranten die simpelweg ergens landden... Volgens een bepaalde e t n i s c h e quotering en na een of t w e e g e z o n d h e i d s c o n t r o l e s waren de i m m i g r a n t e n vrij hun weg te gaan. Een dergelijk m i g r a n t e n g e z in kon m i s s c h i e n een plaats vinden in een gevestigd e gemeenschap en daarbinnen opklimmen. Of het kon als kolonisten een s t ul zoek, zonder informatie ovi koos men willekeurig een s
verantwoordelijk voor om er het beste van te maken. Ze brachten alleen traditionele vaardigheden mee, verder p r a k t i s c h niets. Naast d it a f m a t t e n d e werk namen zulke eerste kolonisten ook de v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d voor het gemeenschapsleven op hun s c h o u d e r s : ze s t i c h t t e n scholen, kerken, enzovoort, en vormden zo in vele gevallen stabiele, morele gemeenschappen, succesvolle gemeenschappen. Daartegenover zijn, in de huidige wereld van gemeentelijke w o n i n g b o u w , de subsidies voor een groot aantal mensen in f e i t e eerder wreed dan vriendelijk, aangezien ze maken dat gezinnen zonder enig o n d e r s c h e i d samengepakt worden met andere f a m i l i e s die volledig andere normen hebben ten aanzien van properheid, lawaai, o p d r i n g e r i g h e i d enzovoort. De neiging om eerder aan de 'drop-out ' te denken ten koste van diegene die iets heeft bevochten, om beiden een gelijk huis in dezelfde plaats toe te kennen, is in de grond nogal oneerlijk en leidt bij beiden beslist tot een vijandige verbittering. Mensen die in een gemeenschap bijeengebracht zijn, moeten kunnen begrijpen w a a r o m ze samen zijn. W o n i n g n o o d alleen is blijkbaar niet genoeg om in een stad een aantal gezinnen te verenigen. Hoewel er in e t n i s c h e getto's een verbondenheid t u s s e n de mensen bestond op grond van een gemeenschappelijke nood, zowel in de oude als de nieuwe wereld, werden de grenzen van de gemeenschap, zoals die herkenbaar waren voor de gemeenschapsleden, vaak gevormd binnen een bestaande g e b o u w d e vorm. Deze verbondenheid was er niet omdat deze met een speciaal g e b o u w d aanwezig treeft, kan : h o u w e n als
Robin Hood Gardens,
gevel
tuinzijde
een primitieve techniek, en een banale d o e l s t e l l i n g vergelijkbaar met w a t het nationalism e d e s t i j d s voor Europa was. Voor velen die geen k w a l i t e i t of i d e n t i t e i t kunnen vinden binnen een dergelijk kader, is het streven naar unif o r m i t e i t onder het mom van s o c i a l i s m e of sociaal-democratie onwenselijk geworden. We veronderstellen dat we Engels zijn met Engelse normen, en we veronderstellen dat alle n i e u w k o m e r s deze normen helder begrijpen, erin mee zullen gaan en bij zullen dragen aan de handhaving ervan. Echter, de verschillende e m a n c i p a t i e w e t t e n van de negentiende eeuw hielden impliciet al een verbreding van normen in. Deze w e t t e n gingen zowel uit van een opnemen van uiteenlopende zeden en gedragsregels als van een verspreiden en in ere herstellen van de onuitgesproken, i n s t i n c t i e f begrepen gedragscodes van de vroeger gesloten sociale elite. Emancipatie was zonder twijfel een poging om het beste van de oude en de nieuwe wereld Xe verenigen, om de voordelen van die frisse inspirerende puurheid en g e e s t d r i f t die in het intellectuele Europese droombeeld van A m e r i k a geïdealiseerd werden, over te nemen. Met het openen van de u n i v e r s i t e i t e n en dergelijke kwam een deA n g l i s e r i n g op gang die het incestueuze c o n t r o l e m e c h a n i s m e van ons Engels-zijn op een effectieve wijze wegvaagde. De lijm van een bepaalde samenleving h e c h t t e minder en minder. Zo' n honderd jaar na deze emancipatie zien we langzamerhand het visuele resultaat in het verlies van het specifieke Engelse milieu: de samenleving bestaat t e g e n w o o r d i g uit een inheemse c u l t u r e l e mengeling die de steden uiteen laat vallen, en die deze weer op de een of andere manier h e r s t e l t in een levensstijl die voor velen van ons vreemder is dan ooit het V i c t o r i a a n se Italiaans-romaanse of het V i c t o r i a a n s e V e n e t i a a n s - g o t i s c h e was. Bij veel gebouwen , zelfs in het geval van uitbreidingen van c u l t u r e l e instellingen, lijkt een i n s t i n c t i e f gevoel voor een Engelse schaal verloren. Voor de mensen, in welke stad dan ook, wordt de mengeling beslist alleen maar vreemder, onbegrijpelijker. Echter, in Engeland blijven we ons gemeenschappelijk Engels-zijn veronderstelle n ... maar kunnen we dat nog wel sinds de t o e s t r o o m van gastarbeiders en sinds de Emancipatie? Is er een Noordeuropees land dat zichzelf is? We hebben de Emancipatie van de steden toegestaan: o n u i t g e d a c h t c o m m e r c i e e l herbouwd... W a a r pogingen zijn gedaan om over b e h o e f t e n na te denken, vernielen en vervuilen de direct bevoordeelden van de v e r z o r g i n g s s t a at deze stukken stad die speciaal voor hen g e b o u w d zijn. Ze doen dat uit een blinde woede, zonder te weten waartegen. Gebrek aan eerbied voor de r e s u l t a t e n van arbeid, gebrek aan respect voor anderman s b e z i t t i n g en of bijdrage leidt uiteindelijk tot de vernieling van mensen. In de h i s t o r i s c h e periode die de groei zag van grote stedelijke gebouwencomplexen werd het zij en wij van het nationalisme, c.q. het patriottisme , het zij en wij van de religie vervangen door de massale, v e r b i t t e r d e beweging van de haves en de have-nots. Het verlangen r i c h t t e zich op het hebben, iedereen moest hebben. Echter, ondanks de s o c i a l i s t i s c h e theorie en de c o n s u m p t i e d r a n g neigde het zij en wij ernaar b e s t e n d i g d te worden in een werkelijke ongelijkheid w a t betref t talent, u i t h o u d i n g s v e r m o g e n , politiek verstand, kracht, oorspronkelijke e t n i s c h e groepering, enzovoort... en dat alles om maar te hebben: zowel bij de m a s s a b e w e g i n g van het f a s c i s m e - bij het c o m m u n i s m e - in de gewelddadige democratie - als bij het p a t e r n a l i s t i sche universele a n t w o o r d van de verzorgingsstaat.
IV Als we in de komende tijd de c u l t u r e l e d e s t r u c t i e voortvloeiend uit ontevredenheid willen voorkomen - die in het ergste geval met bloedvergieten gepaard zal gaan zoals bij vroegere beschavingen - moet de macht van massabewegingen gefragmenteer d worden. Het idee van een f r a g m e n t a t i e van de massabewegingen en een opdelen naar vrije keuze is de m o e i t e van het proberen waard, w a n t voor onze verouderende Noordeuropese c u l t u u r is de gewelddadige c o n s u m p t i e w a a n z i n , de uit A m e r i k a overgenomen c o n s u m p tierace, een t w i j f e l a c h t i g e weg. Fragmentatie: zodat de delen die a f m e t i n g e n krijgen die de geesten verlicht. Fragmentatie: als a n t w o o r d op de behoeften in de samenleving die op dit moment tegenpole n zijn: de wens van a n o n i m i teit of identiteit , het verlangen naar een patroon van a s s o c i a t i e of d i s s o c i a tie. Fragmentatie: als een beweging weg van de o p l o s s i n g die universeel geconsumeerd moet worden, als een beweging naar o p l o s s i n g en die persoonlijk gekozen of gemaakt worden, als een t e r u g k e e r naar een andere levenskwaliteit die in g e b o u w d e plaatsen genoten kan worden. De komende periode zal hopelijk een vrijheid mogelijk maken die in evenwicht wordt gehouden door een verantwoordelijkhei d voor diezelfde vrijheid, een vrijheid binnen duidelijk gedefinieerde autonome gebieden, zodat de vrijheid van één persoon niet aan een ander, die daar j u i s t een gloeiende hekel aan heeft, wordt opgedrongen. Het gaat om de mogelijkheid van kwalitatieve verschillen, met wederzijdse i n s t e m m i n g , zonder jaloezie van wiens kant dan ook. Het anonieme appartementenblok zonder enige open ruimte of gemeenschapsvoorziening, maar met een hoge huur, is in het ene deel van de stad zeer in trek; niet ver daarvandaan word t hetzelfde moderne c o m f o r t (maar met open ruimte en andere sociale f a c i l i t e i t e n ) onmiskenbaar gehaat door mensen die vanuit zogenaamd veel s l e c h t e r e o m s t a n d i g h e d e n een nieuwe w o n i n g hebben gekregen; en in een paar jaar is de hele omgeving verwoest. A n o n i e m heet hier een gevangenis, open ruimte en overvloedig licht worden hier als bedreigend ervaren. M i s s c h i e n is de verandering, die niet stap voor stap verdiend wordt, te t r a u m a t i s c h . Het gevoel iets bereikt te hebben moet een levend gevoel zijn. Energie moet voor een zinvolle activiteit gebruikt worden. Het omgekeerde - gebrek aan het gevoel zinvol te presteren, een teveel aan o n g e b r u i k t e energie - lijkt alleen maar tot meer wrok te leiden, en wrok brengt een verdere polarisatie t u s s e n zij en wij met zich mee: de c o n s u m e nt die heeft, en de c o n s u m e n t die niet heeft. W r o k roept massabewegingen op, massasystemen nemen de leiding over... pressiegroepen varen wel bij een ongeïdentificeerd e verbittering... bendes vormen zich in de leegte waar de gemeenschapslij m had moete n zijn, maar ontbreekt. (...) De huidige opvoeding v e r o n d e r s t e l t nog steeds dat we allen gelijke, samenhangende groepen vormen, dat we verschillende nuances van de middenklasse zijn, dat we dezelfde taal spreken, met een zorg voor bezit en gevestigde waardes. Huidige e d u c a t i e v e r o n d e r s t e l t dat alle kinderen zich als gelijken in de nieuwe maatschappij even veilig voelen, en dat alle kinderen een verborgen p o t e n t i e el bezitte n voor een gelijk begrip voor en onderschrijven van de s o c i a l i s t i s c h e droom. Maar de mensen voor wie de socialistische, c.q. d e m o c r a t i s c h e samenlevingen in het leven zijn geroepen, voor wie ze nog steeds op primair b u r e a u c r a t i s c h e wijze in stand worden gehouden, en voor wie de hele b u r e a u c r a t i s c he s t r u c t u u r is gecreëerd, zodat allen in dit ideaal kunnen delen - die mensen voelen zich het meest v e r b i t t e r d. We moeten onder ogen zien dat voor meer dan de helft van ons deze universele samenleving niet het a n t w o o r d is. Voor s o m m i g en w a s het een
prachtige manier om tot het niveau te komen w a a r o p c o n s i d e r a t ie met anderen heerst. Maar we moeten verder naar het volgende niveau waar het onderliggende geloof in broederschap d i e p g e w o r t e l d is in het sterke vert r o u w e n dat we allemaal Grieken zijn - tot in ons merg collectief begrepen. Zo kunnen we de samenleving op een vrije wijze laten fragmenteren , haar op laten delen, om haar vervolgens in haar eigen losse manier te hergroeperen en om een verschil in k w a l i t e i t na te streven middels inspanninge n en werk... of niet, als het geval dat zo wil. W a n n e e r verschillende t r a d i t i o n e l e plaatsen onder de voet worden gelopen door het toerisme en het c o n s u m e n t i s m e , is het voor de a r c h i t e c t s t e d e b o u w k u n d i g e e s s e n t i e e l dat er meer en meer verschillende plaatsen worden gecreëerd: niet vals, zoals een speelgoeddorpje in een Sardinië-stijl , met een t o e f j e van de S p a a n se haciendas in H o u s t o n - maar plaatsen die werkelijk verschillend en anders zijn: gebaseerd op werk, gebaseerd op etniciteit, beredeneerd vanuit het verstand en natuurlijk - wanneer men in het denken tot een Powell-achtige 4 conclusie komt - g e f o r m u l e e rd als een junkcity... welke werkelijke motivering men ook heeft, zodat eenieder zijn gekozen karakter kan v a s t h o u d en en meer zichzelf kan worden. Zo kunnen we tot een herontdekking van patronen komen waar de meeste mensen een plaats kunnen vinden, een specifieke groep die a a n s l u i t bij hun eigen specifieke mentale, intellectuele, of geambieerde, of a m b a c h t e l i j k e c a p a c i t e i t e n ; een plaats en groep waar ze zich direct i n s t i n c t i e f veilig voelen wanneer ze daar t e r e c h t k o m e n om hun gekozen rol op te nemen, in harmonie met de aard en de k w a l i t e i t van het leven... Echter, met het idee dat deze groepen die hun a u t o n o m i e nastreven danwel bezitten, zelfs zo vrij mogen zijn om te kiezen t u s s e n goed en kwaad, s c h o o n en vuil, zonder dat ze t e r u g moeten vallen op, of t e r u g g e b r a c h t worden tot, de s t a n d a a r d van een hen behoedende samenleving. De u i t v i n d i n g van oorlog - met het daarbij horende concep t van vrede waarmee de e n t i t e i t van plaats en mensen erkend werd - moet een wonderbaarlijke stap vooruit zijn geweest van s p o r a d i s c h , ad hoe geweld naar het concept van een g e c o n c e r t e e r de actie om voor eens en altijd een zaak van ergernissen te regelen. Een dergelijke, grote conceptuel e stap moet deze eeuw genomen worden: deze keer van het o r g a n i s e r en van de massa naar het t o e s t a a n van patronen met een grotere d i v e r s i t e i t . Het maken van de beschavende keuze moet het meest precieuze doel worden, en de samenleving in al haar gedaantes moet ieder kind erop voorbereiden om zo vrij te zijn. Vertaling en bewerking:
Dirk van den
4 W a a r s c h i j n l i j k duidt Alison Smithson hier op J o h n Enoch P o w e l l , B r i t s politic u s en h i s t o r i c u s . In 1950 w e r d hij lid van het B r i t s e Lagerhuis en in het kabine t van M a c m i l l a n w a s hij m i n i s t e r van Volksg e z o n d h e i d (19601963). Hij w e r d e c h t e r vooral bekend als r a d i c a a l tegens t a n d e r van de immig r a t i e van kleurlingen in Groot-Brittannië (1968) en van de B r i t s e t o e t r e d i n g tot de EEG d e s t i j d s .
Heuvel
De volledige t i t e l van d i t a r t i k e l luidt: 'The violent c o n s u m e r , or w a i t i n g for t h e g o o d i e s ' . H e t w e r d g e p u b l i c e e r d in
Architectural Design, 1974, nr. 5, pp. 274-279.
Robin Hood Gardens,
interieur