MERCATOR TE LEUVEN
Onze lezers weten al dat Mercator te Rupelmonde werd geboren in 1512, dat hij eigenlijk Geraard de Cremer heette en te Rupelmonde alleen zijn kinderjaren doorbracht. Want toen hij een jaar of veertien oud was ging hij voor drie, vier jaar op kostschool bij de Broeders van het Gemene Leven in s-Hertogenbosch. In augustus 1530 - hij was toen 18 jaar oud - liet hij zich aan universiteit van Leuven inschrijven als Gerardus Mercator de Rupelmonda. Hij liet zich ook als behoeftige student inschrijven in de pedagogie of college "het Kasteel", waar hij ging inwonen. Hij studeerde twee jaar wijsbegeerte en behaalde waarschijnlijk de titel "magister" of "meester". Zo althans werd hij later meer dan eens genaamd. Tijdens zijn studie van de wijsbegeerte stelde Mercator al veel belang in de structuur van de aarde en van de cosmos. En die belangstelling heeft hem zijn leven lang niet meer losgelaten. Zij is de stuwkracht geweest van het wetenschappelijk werk dat hem beroemd maakte. Na zijn studies aan de universiteit zette hij de studies van de wijsbegeerte op eigen kracht voort. Hij begon toen al te twijfelen aan wat geleerden van zijn tijd over de structuur van de aarde en de cosmos voor waar hielden. Hij wilde zelf de geheimen van de natuur onderzoeken en wat hij erover dacht stak hij niet onder stoelen of banken. Maar, zoals hij later schreef, waren er "die hem in de rug zochten te treffen". Met andere woorden gezegd : hij kreeg tegenstanders die het hem lastig maakten. Is hij daarom uit Leuven naar Antwerpen vertrokken ? Of ging hij naar Antwerpen om daar een baan te zoeken waarmee hij de kost kon verdienen ? Er is over zijn verblijf in Antwerpen weinig of niets geweten. Dat waren twee dingen die hem bij zijn later wetenschappelijk werk goed van pas zijn gekomen. Zijn verblijf in Antwerpen heeft trouwens niet lang geduurd. TOT AAN ZIJN GEVANGENZETTING. Al in 1535 was Mercator terug in Leuven. Hij zei vaarwel aan de wijsbegeerte die hem toch geen bestaan kon verzekeren. In plaats daarvan wierp hij zich op de studie van de wiskunde en de meetkunde. Hij werd daarbij gesteund en geholpen door Reinier Gemma, een Fries die geneesheer en tevens wiskundige en aardrijkskundige was ! Bij die studie zocht Mercator vooral naar de praktische toepassingen van die wetenschappen, die hem nuttig waren voor zijn aardrijkskundige en astronomische berekeningen. Intussen vervaardigde hij al wiskundige instrumenten, tekende en graveerde kaarten voor anderen, o.m. voor de bovengenoemde Gemma. Waar hij de gelegenheid kreeg werkte hij ook als landmeter. Dat alles scheen hem voldoende geld op te brengen om een familie te stichten. Op 3 augustus 1536, in zijn 25ste jaar, trad hij te Leuven in het huwelijk met Barbara Schellekens, een dochter van Jan Schellekens en Johanna Switten. Uit dat huwelijk werden hem te Leuven zes kinderen geboren, drie zonen en drie dochters : Arnold, Bartholomeus, Rumold, Emerentia, Dorothea en Catharina.
HK 1987 1 Mercator te Leuven
1
In 1537 trok Mercator de aandacht van zijn tijdgenoten door een kaart van het Heilig Land uit te geven. Het was zijn eerste werk van eigen vinding en van eigen maaksel. In de titel schreef hij dat die kaart zou helpen om beter Oud en Nieuw Testament te verstaan. De bijbel stond immers toen in de grote belangstelling zowel van katholieken als van protestanten. De kaart werd lange jaren herdrukt en Mercator moet er een nette cent aan verdiend hebben. Hij was daarbij zo slim geweest de kaart op te dragen aan Frans Craneveld, lid van de Grote Raad van Mechelen en raadsheer van keizer Karel. Was dat geen voorzichtige poging van Mercator om de aandacht van de keizer op zich te trekken ? In 1538 verscheen een kleine wereldkaart onder de titel : Orbis Imago. In twee harten gaf Mercator daar een nieuw beeld van de hele wereld. Volmaakt was die kaart niet, maar ze was wel correcter dan de kaarten die tot dan toe bestonden. Op 4 augustus 1539 schreef Mercator een brief aan Antoon Perrenot van Granvelle, die in 1540 bisschop van Atrecht werd, in 1550 kanselier van keizer Karel en later kardinaal en eerste aartsbisschop van Mechelen. Die Granvelle, geboren in 1517, was kennelijk toen al een kliënt en begunstiger van Mercator. De brief wordt bewaard in het archief van Madrid. Mercator vertelt daar een en ander over zijn levensomstandigheden en zijn werkzaamheden. Hij werkt aan wetenschappelijke instrumenten maar geraakt moeilijk vooruit bij gebrek aan een eigen werkplaats en het nodige gereedschap. De kaart van Europa vordert goed, maar het zal nog veel tijd vragen vooraleer ze is voltooid. En het graveren ervan zal minstens een jaar in beslag nemen. Om zijn financiële toestand te verbeteren, die niet schitterend is, hoopt hij geld te verdienen door een wereldbol te maken die groter en rijker zal zijn dan de nu al bestaande wereldbollen. In de weinige vrije uren waarover hij beschikt is hij al begonnen de oude aardrijkskunde met de nieuwe te vergelijken. Mercator werd in zijn plannen aangemoedigd en gesteund door twee mannen die dicht bij keizer Karel stonden. De eerste was Guy Morillon, de secretaris van de keizer. De tweede was Amerot, een geleerde die verbonden was aan de Leuvense universiteit. Hij was aangesteld om de studies te leiden van de kinderen van Nicolaas Perrenot van Granvelle, de machtigste minister van keizer Karel en de vader van de boven genoemde Antoon van Granvelle. De gunst van die grote heren verbeterde de financiële toestand van Mercator. Ze verleenden hem ook alle vrijheid om hun boeken en documentatie te benutten. Aan de gunst van die grote heren zat wel een nadeel vast. Mercator kon hun de diensten niet weigeren die ze hem vroegen, zoals het vervaardigen van meetkundige en astronomische instrumenten. Daardoor vond hij minder tijd voor zijn wetenschappelijk werk. En het duurde niet lang of de heren stuurden zijn plannen helemaal in de war ! In 1540 zou keizer Karel uit Spanje naar Gent komen. Hij zou daar de Gentenaars bestraffen voor hun opstand tegen de landvoogdes Maria van Hongarije. Het was toen dat de Gentenaars voor hem moesten verschijnen in hun hemd en met een strop om de hals !... De kooplieden van Gent (of Vlaanderen?) wensten bij die gelegenheid de keizer een nieuwe kaart van het graafschap Vlaanderen aan te bieden. Ze wendden zich tot
HK 1987 1 Mercator te Leuven
2
Mercator met het verzoek die kaart te maken en steunden hun verzoek met dat van de bovengenoemde heren Morillon, Amerot en Granvelle. Mercator kon niet weigeren. De kaart kwam er. Gelukkig voor ons. Gelukkig ook dat er toch één origineel exemplaar bewaard bleef in het museum Plantin-Moretus te Antwerpen. Een reproduktie daarvan bevindt zich in ons museum van Wissekerke. De kaart is l meter 23 cm breed en 95 cm hoog Ze heeft een grote historische waarde omdat ze de geografische toestand van het graafschap Vlaanderen weergeeft zoals die was in 1540. Het is daarbij een kunstrijke kaart, getekend en gegraveerd door Mercator zelf. Voor de tijdgenoten was het een grote nieuwigheid dat op de kaart een schaal was aangebracht, die toeliet de afstand te berekenen van dorp tot dorp. Dat hadden de kooplieden juist nodig. En Mercator duidde nog van elk dorp het centrum aan met een cirkeltje op de juiste plaats, soms met een heel klein verschil. Vermelden wij nog dat Mercator die kaart van Vlaanderen opdroeg aan niemand minder dan keizer Karel ! Vanaf de tijd dat hij kaarten begon te tekenen streefde Mercator ernaar een stel van goed leesbare en sierlijke lettertekens te ontwikkelen. Toen hij de kaart van Vlaanderen tekende was hij in zijn opzet geslaagd. Die kaart getuigt ervan. De namen van de dorpen zijn daar in dat zelf ontworpen cursiefschrift geschreven. In hetzelfde jaar 1540 gaf hij nog een handleiding uit die iedereen kon helpen dat schoonschrift aan te leren. Van die handleiding zijn vijf uitgaven gekend, die gedrukt werden van 1540 tot 1557. Drie ervan verschenen te Leuven, de twee andere te Antwerpen. Het schoonschrift van Mercator viel kennelijk in de smaak en moet navolgers gehad hebben. In 1541 kwam Mercator klaar met de aardglobe of wereldbol, waarvan hij al lang droomde. Daarvan zijn verscheidene exemplaren bewaard gebleven. Wij kunnen er een bezichtigen in het Mercatormuseum te Sint-Niklaas. De bol heeft een diameter van l meter 30 centimeter. Mercator droeg hem op aan Nicolaas Perrenot van Granvelle, die we boven al hebben vermeld. Mercator tekende zelf al de kaarten van die wereldbol, sneed en graveerde zelf de koperen platen, drukte de kaarten af en kleefde ze op het houten geraamte van de bol. Later liet hij het werk van drukken en plakken over aan een helper. Want tot het einde van zijn leven heeft hij de geleerde wereld met nieuwe exemplaren van de wereldbol bevoorraad. Zijn werk betekende niet alleen een belangrijke wetenschappelijke vooruitgang, het bewees ook grote diensten aan de zeevaart. En honderd jaar lang kon het niet worden verbeterd. In februari 1544 kwam dan de grote beproeving van de werkzame geleerde. Hij werd in het kasteel van Rupelmonde gevangengezet onder verdenking van ketterij. Wij hebben die pijnlijke geschiedenis voldoende beschreven in een voorgaande artikel. NA DE VRIJLATING. Mercator kwam vrij rond l oktober 1544. Hij had meer dan zeven maanden gekerkerd gezeten. Het moet een ontroerend weerzien zijn geweest van vrouw en
HK 1987 1 Mercator te Leuven
3
kinderen met wie hij in die zeven maanden geen enkel kontakt had gehad. De beproeving had hem echter niet gekrenkt. Hij stond toch recht in de schoenen. En onmiddellijk toog hij weer aan het werk om de verloren tijd in te halen. En werk was er genoeg. De vraag om wetenschappelijke instrumenten die gebruikt werden door aardrijkskundigen en sterrenkundigen stond niet stil. Tot zonnewijzers, kwadranten, kompassen en passers vroeg men hem te vervaardigen, en ook landmetersinstrumenten. Onder zijn vaste klanten was keizer Karel. Voor deze maakte hij nog iets heel bijzonders, dat er uitzag als een groot juweel en het heelal voorstelde. Het was een wereldbol van hout, niet groter dan een speelbal voor kinderen. Omheen die aardbol stond een hemelbol van het zuiverste kristal waarin met een diamant de planeten en de bijzonderste gesternten waren gegraveerd. En alles verlucht en belegd met goud. Tussen al die werkzaamheden in werd Mercator dan nog gevraagd hier en daar gronden van grootgrondeigenaars te gaan opmeten. Zo werd hij o.m. gevraagd door de abt van de Sint-Pietersabdij en door de proost van de Sint-Baafskerk te Gent. In 1551 kwam hij eindelijk klaar met de hemelglobe of hemelbol. Hij had er al tien jaar tevoren aan gedacht. Op die bol staan de planeten, de sterren, de gesternten en de melkweg getekend, zoals wij die zien aan het firmament. Het is geen baanbrekend werk van Mercator, van minder belang dan zijn aardbol. Hij droeg het op aan de prinsbisschop van Luik, Joris van Oostenrijk, weer een van zijn vele bewonderaars en begunstigers. Geldelijke zorgen had Mercator toen al lang niet meer. Hij kon zich derhalve rustig wijden aan wetenschappelijke onderzoeken. Heel bijzonder bestudeerde hij toen het probleem van het aardmagnetisme. Zeevaarders getuigden immers dat - als ze voortgingen op wat de kompasnaald aanwees - zij dikwijls in een haven belandden die tegenover de haven lag waar ze naartoe wilden ! Mercator ontdekte de oorzaak daarvan. Tot dan toe meende men dat de magnetische afwijking altijd dezelfde was op gelijk welk punt van de aarde men zich bevond. Uit zijn onderzoeken kwam Mercator tot een besluit : "De richting van de kompasnaald verandert naargelang van de geografische breedte en lengte waarop men zich bevindt". Hij deed nog een andere ontdekking. Tot dan toe meenden de geleerden dat de magnetische pool zich in de hemel bevindt. Mercator bewees dat hij op de aarde moest worden gezocht. En hij vond hem ! Deze laatste ontdekking geldt tot op vandaag als één van zijn grote eretitels. VERTREK UIT LEUVEN In maart 1552 vertrok Mercator met vrouw en kinderen naar Duisburg in Duitsland. Duisburg was toen een stad in het hertogdom Kleef, dat in het bezit wat van de hertog Willem van Gulik. Sommigen denken en zeggen wel eens dat Mercator naar Duisburg is gevlucht om daar vrij naar het protestantisme te kunnen overgaan. Niets daarvan i Mercator is niet gevlucht, hij is uitgeweken. En de ware reden daarvan was deze. Al in 1551 was hertog Willem van Gulik in ernstige onderhandelingen met Rome om in Duisburg een universiteit te stichten. Mercator zou daar de leerstoel van de wiskunde
HK 1987 1 Mercator te Leuven
4
krijgen. Maar de universiteit kwam er niet en Mercator bleef te Duisburg, zeker niet tegen zijn zin. Het was daar vrediger wonen en werken dan in de Nederlanden, waar al te veel mensen verdacht werden van ketterij. Dat hijzelf als verdachte meer dan zeven maand gekerkerd zat, had hij niet vergeten. Dat was echter niet de reden waarom hij uitweek. Hij zou anders geen acht jaar gewacht hebben om te vertrekken. Hij is ook rustig vertrokken, niet gevlucht. Hij nam al zijn documentatie mee, de koperplaten van de kaarten die hij al had gepubliceerd, de twee globen en drie of vier koperplaten van de Europakaart, die al gegraveerd waren. Hij bleef vanuit Duisburg ook de beste betrekkingen onderhouden met keizer Karel, met Antoon van Granvelle en verscheidene hooggeplaatste katholieken in de Nederlanden. Enkele maanden nadat hij zich in Duisburg had gevestigd, kwam hij nog even naar Brussel terug om aan de keizer de instrumenten te overhandigen die hij voor hem had vervaardigd. A. Maris.
HK 1987 1 Mercator te Leuven
5