01.2011
Mentaal MAGAZINE VAN VINCENT VAN GOGH
FANTASIE EN WERKELIJKHEID BETER ONDERSCHEIDEN | LPGGZ STER | VOOR VVG
| GEZELLIG | NIEUWJAARSFEEST
| DUBBELE DIAGNOSE | DUBBELE HULP
inhoud 2
Van de redactie
3
Inhoud
4
Van de voorzitter
5
Nationale KwaliteitSter voor VvG
6
Fantasie en werkelijkheid beter kunnen onderscheiden
9
Afscheid Toine van der Sanden
10
Familieraad VvG biedt luisterend oor
13
‘Plezier op school’ op wereldcongres in Canada
14
Integratie FACT-teams Kortdurende en Langdurende Zorg
15
Colofon
16
(On)gegrond
18
Gezellig nieuwjaarsfeest voor medewerkers
20
Dubbele diagnose, dubbele hulp
22
Servaashof en vermaatschappelijking
23
Columnicatie
En er zijn meer zaken waar we verheugd over mogen zijn. Zo presenteren we met trots ons bedrijfsmagazine in een nieuwe vormgeving. En kunnen we met trots vertellen dat de wetenschappelijke wereld belangstelling heeft voor de cursus ‘Plezier op school’. Onderzoekster Saskia Mulder heeft op diverse nationale en internationale congressen lezingen en posterpresentaties over dit onderzoek mogen houden. Meer hierover in dit nummer van Mentaal.
24
Wetenschap
25
Boeddhabeelden
25
Bevoegdheden bewindvoerder
Verder het succesverhaal van Lisette Dickhoff. De organisatie Hulp bij Dementie, waarvan zij ketenregisseur is, is koploper in het landelijk netwerk Ketenzorg. Ook kunt u lezen over de deelname van het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen aan een onderzoek naar innovatief behandelaanbod: IBA. De resultaten zijn veelbelovend. Tevens aandacht voor de benoeming van Hans Weijmans, familievertrouwenspersoon van Vincent van Gogh. Hij biedt onder andere een luisterend oor voor familie en naastbetrokkenen van cliënten, fungeert als intermediair tussen familie en hulpverlener en informeert, adviseert en verwijst. Bent u benieuwd wat de pilot IDDT-scan precies inhoudt? In deze Mentaal vindt u het antwoord. Blader gauw door voor deze zaken en meer.
26
Los van Fixatie
28
Riskant alcohol- en drugsgebruik jongeren
29
De ontmoeting
30
Metamorfose, van oude naar nieuwe huisstijl
32
Renovatie kapel van start
Veel leesplezier!
33
Open dag Vincent van Gogh
De redactie
34
IGG
35
Opa wordt een beetje dement
36
Kleurrijke mensen
Van de redactie Het nieuwe jaar beginnen we met het in ontvangst nemen van de Nationale KwaliteitSter van het Landelijk Platform GGz. Een prijs voor zorgaanbieders die het best scoren op het gebied van waardering van de zorg door de cliënt. Een goede start van het nieuwe jaar voor Vincent van Gogh. Onze nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur, Jolande Tijhuis, heeft aangegeven enorm trots te zijn op iedereen binnen de organisatie.
02 | mentaal
03 | mentaal
De LPGGz kwaliteitsterren worden toegekend aan zorgaanbieders die als beste scoren op het geven van cliëntgerichte zorg
Nationale KwaliteitSter Vincent van Gogh Buitenshuis met Tijhuis In een ontspannen sfeer hebben Mieke Heines, leerling HBO Verpleegkunde en Désirée Verheijen, verpleegkundig specialist, mevrouw Tijhuis, voorzitter Raad van Bestuur, rondgeleid in het Topklinisch Centrum voor Neuropsychiatrie.
Ze passeren het interne atelier alwaar enkele cliënten actief zijn. Op het kantoor vindt op hetzelfde moment een beoordeling plaats van de huidige HBOV stagiaire, die meteen na zijn beoordeling felicitaties van mevrouw Tijhuis in ontvangst mag nemen. De rondgang gaat verder op een van de units om vervolgens van gedachten te wisselen, waarbij Ellen Wingbermühle, klinisch neuropsycholoog, en Ruud Derks, afdelingsmanager, zijn aangeschoven. Zij geven uitleg over de specifieke functie die het Topklinisch Centrum voor Neuropsychiatrie vervult binnen Vincent van Gogh en daarbuiten. Er volgen vragen, zoals: “wie zijn de verwijzers”? Benoemd worden de stageplaatsen binnen het centrum en natuurlijk ook de knelpunten. Tijd tekort. Na deze plezierige kennismaking vertrekt mevrouw Tijhuis naar de volgende ontmoeting met de opmerking: “Ik merk aan de manier waarop jullie over de werkzaamheden praten, dat jullie dit werk graag doen”. Désirée Verheijen
Op dinsdag 18 januari 2011 heeft het Landelijk Platform Geestelijke Gezondheidszorg (LPGGz) in Utrecht een KwaliteitSter toegekend aan Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg. Deze nationale LPGGz Ster 2010 voor Vincent van Gogh is in ontvangst genomen door de voorzitter van de Raad van Bestuur, samen met cliënten en familie. In een eerste reactie zegt voorzitter Jolande Tijhuis: “Het is mooi om te zien dat ons beleidsmotto ‘Het beste uit mensen’ ook als zodanig door zowel de cliënten als hun familie wordt herkend en gewaardeerd. Ik ben net begonnen als nieuwe voorzitter, maar wat ben ik enorm trots op iedereen binnen Vincent van Gogh. Ik weet zeker dat collega’s en cliënten de komende dagen samen deze prijs zullen vieren.” De LPGGz KwaliteitSterren worden toegekend aan zorgaanbieders die als beste scoren op het geven van cliëntgerichte zorg. In de categorie geïntegreerde GGz-organisatie is Vincent van Gogh op de eerste plaats geëindigd samen met een collega-instelling. De beste zorgaanbieders Vijf zorgaanbieders in vier categorieën hebben als eerste de LPGGz Ster voor de beste zorgaanbieder in de wacht gesleept. Het gaat daarbij om Emergis en Vincent van Gogh die samen op de eerste plaats zijn geëindigd in de categorie ‘geïntegreerde ggz-instelling’. De beste ambulante zorgaanbieder is Apanta. Stichting De Brug
04 | mentaal
krijgt een LPGGz Ster voor beste verslavingszorgaanbieder en als laatste is er een ster voor de Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht als de beste in de categorie RIBW (Regionale Instelling voor Beschermd Wonen). Kwaliteit volgens cliënten en familie Het Landelijk Platform GGz vindt het vanzelfsprekend dat cliënten en familie de kwaliteit van de zorg zelf beoordelen. Cliënten en familie zijn van werkelijke invloed geweest bij het bepalen van de beste zorgaanbieder in de GGz. Zij konden hun ervaringen met zorgaanbieders naar het Landelijke Platform sturen. Zoals aangegeven, cliënten en familie hebben een grote rol gespeeld bij het bepalen van de beste zorgaanbieders. Daarnaast heeft het onderzoeksbureau MediQuest een methodiek gebruikt om de kwaliteit van zorginstellingen met elkaar te vergelijken. Om verschillende kwaliteitscriteria voor GGz-instellingen te kunnen vergelijken, is gebruik gemaakt van gegevens uit de jaarverslagen van alle organisaties. Er zijn negen prestatie-indicatoren geselecteerd waarop de organisaties zijn geanalyseerd. In totaal hebben 184 instellingen data aangeleverd en deze instellingen zijn verdeeld in vier categorieën, namelijk Geïntegreerde GGz, Ambulant, RIBW en Verslavingszorg. 05 | mentaal
Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen werkt mee aan onderzoek naar innovatief behandelaanbod
Fantasie en werkelijkheid beter kunnen onderscheiden Patiënten met een zogeheten obsessieve compulsieve stoornis (OCS) met gering inzicht in hun aandoening zijn doorgaans moeilijk te behandelen. Bijna de helft herstelt vaak niet of onvoldoende van het bestaande behandelaanbod. In Canada werd daarom een nieuwe methodiek ontwikkeld: IBA. De resultaten daar zijn zo veelbelovend, dat IBA nu ook in Europa wordt geïntroduceerd. Het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen van Vincent van Gogh is één van de vier zorginstellingen in Nederland die deelnemen aan een onderzoek naar deze innovatieve behandelmethode. In februari starten tien cliënten in Venray met de behandeling. De meerwaarde voor Vincent van Gogh ligt ook op een ander gebied: door de interne samenwerking met de RCG’s in Venlo en Venray heeft de zorglijn angst een betere verankering gekregen. Maarten Kaarsemaker, hoofd van het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen van Vincent van Gogh, geeft het eerlijk toe: hij werd ‘gepakt’ door de presentatie die psycholoog en cognitief gedragstherapeut Henny Visser twee jaar geleden gaf op een symposium. Het centrale idee van de nieuwe behandelvorm en de resultaten in Canada spraken hem aan. Toen de vraag kwam welke instellingen in Nederland wilden meewerken aan haar promotieonderzoek om de effectiviteit van IBA in Europa te toetsen, stak Maarten Kaarsemaker meteen zijn vinger op. In februari starten in Venray de eerste tien cliënten met de innovatieve behandelmethode IBA. 06 | mentaal
Maarten Kaarsemaker
Wat is het centrale idee van deze behandelvorm? “Cliënten die lijden aan een OCS leren om verbeelding en werkelijkheid te ontwarren. Zij krijgen handvatten aangereikt om fantasie en werkelijkheid beter te gaan onderscheiden. Het gaat dus om bewustwording en inzicht in de eigen stoornis. Vaak missen zij dat inzicht en geloven zij altijd in hun fantasie. Ik zal een voorbeeld geven: als jij denkt dat er brandgevaar in huis is, dan denk je dat pas op het moment dat daar een aanleiding toe is. Je ruikt bijvoorbeeld gaslucht of brandlucht. Iemand met OCS denkt voortdurend dat er brandgevaar is en blijft dus continu alle kamers in het huis controleren.
Dat stopt nooit. Zijn fantasie is zijn werkelijkheid geworden. Dat verschil tussen fictie en feiten moeten ze leren onderscheiden, dat is het doel van de therapie. De bestaande methodes zijn onvoldoende effectief gebleken om deze groep cliënten met succes te behandelen. De resultaten in Canada leren dat IBA daar wél effectief is en dat cliënten herstellen doordat ze inzicht in hun stoornis krijgen.” Lijden veel mensen aan OCS? “OCS komt voor onder één tot drie procent van de volwassen bevolking. Je praat in Noord- en Midden-Limburg dus over in totaal enkele duizenden mensen. Eenderde van de cliënten met 07 A| mentaal 0 7 M E NTA L
Het allerbelangrijkste is dat we cliënten die lijden aan een OCS met gering inzicht in hun stoornis mogelijk een nog beter perspectief kunnen bieden.
onderzoek met slechts twintig cliënten.”
OCS is niet in staat tot werken als gevolg van de stoornis. Ook de kwaliteit van leven van naaste familieleden wordt negatief beïnvloed. De impact van deze aandoening is dus groot.”
totaal bij vier zorginstellingen in Nederland. Die gegevens leveren we aan bij Visser, die ze vervolgens verwerkt in het promotieonderzoek dat in 2013 klaar moet zijn.”
Hoe krijgt het onderzoek bij Vincent van Gogh gestalte? “Er zijn twintig cliënten met een OCS geselecteerd. Tien van hen zullen volgens de traditionele methode worden behandeld, tien via IBA. Ze krijgen ieder 24 behandelsessies. Daarna gaan we vergelijken wat de resultaten en effectiviteit van de behandelingen zijn. Zo gebeurt dat in
Kan Vincent van Gogh op basis van het eigen onderzoek ook conclusies trekken? “Ja en nee. Ja, omdat we kunnen vergelijken. We hebben immers met twee onderzoeksgroepen gewerkt. Nee, omdat de aantallen cliënten zo klein zijn, kunnen we geen ‘harde uitspraken’ doen. We kunnen niet zeggen dat IBA effectief is, op basis van een
Wat is de winst voor Vincent van Gogh? “Het allerbelangrijkste is dat we cliënten die lijden aan een OCS met gering inzicht in hun stoornis mogelijk een nog beter perspectief kunnen bieden, doordat we een meer effectieve behandelmethode aanbieden. Daar gaat het om. Daarnaast versterkt het onze positie als een centrum en een zorginstelling die bewust kiest voor innovatie: we lopen voorop in Nederland. Bovendien levert het ook intern ‘winst’ op. De intake van de cliënten voor het IBA-onderzoek is gedaan door de RCG’s in Venlo en Venray. We trekken hierin dus samen op. De afspraak is gemaakt dat het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen en de RCG’s kennis en ervaring gaan uitwisselen op dit terrein. De zorglijn angst krijgt zo een betere verankering binnen onze instelling. Het is de bedoeling dat deze zorglijn in april operationeel is. Ik vind dit onderzoek dan ook een treffend voorbeeld van hoe we cliënten kunnen helpen, ons imago kunnen bevestigen en een interne zorglijn kunnen verbeteren.”
Dank
Maurice Ambuam
Benchmark: deeltijdbehandeling angst- en dwangstoornissen in Venray meest effectief Een benchmark tussen de deeltijdbehandeling van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen van Vincent van Gogh, leert dat in Venray betere resultaten worden behaald. De onderzoekers zoeken de verklaring in de milieutherapie en de meer op doelstellingen gebaseerde aanpak van het Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen. De benchmark zal in 2011 worden verbreed naar Meerkanten ggz in Ermelo en de Vrije Universiteit Amsterdam.
Op 31 december 2010 heb ik, na een dienstverband van bijna 8,5 jaar, mijn functie als voorzitter Raad van Bestuur neergelegd. Op 15 en 16 december 2010 heb ik in twee bijeenkomsten afscheid kunnen nemen van cliënten, medewerkers en relaties van Vincent van Gogh. Voor mijn echtgenote en mijzelf is het een hartverwarmend afscheid geworden waaraan wij nog lang met veel genoegen en dankbaarheid zullen terugdenken. Langs deze weg wil ik graag iedereen bedanken die schriftelijk of persoonlijk van zijn belangstelling heeft blijk gegeven. Ook in de toekomst zal ik mij verbonden blijven voelen met deze mooie instelling. In het bijzonder wil ik mijn dank uitspreken aan iedereen die op een of andere manier in de voorbereiding een bijdrage heeft geleverd. Tenslotte wens ik Vincent van Gogh, de Raad van Bestuur, medewerkers en cliënten een in alle opzichten succesvolle en heilzame toekomst. Moge het u allen goed gaan. Toine van der Sanden
08 | mentaal
09 | mentaal
Familieraad Vincent van Gogh biedt een luisterend oor voor naastbetrokkenen van cliënten
‘Altijd iemand naast je’ Cliënten zijn niet alleen. Ze hebben ook ouders, kinderen, broers, zussen, vrienden en buren. Voor de direct betrokkenen is het psychische of psychiatrische probleem waar hun familielid mee kampt een ingrijpende gebeurtenis. De familie weet als geen ander wat het betekent als een naaste in behandeling is bij een ggz-instelling. Vincent van Gogh (VvG) kent daarom een familieraad van, door en voor naastbetrokkenen van cliënten. De Familieraad van VvG behartigt de collectieve belangen van naastbetrokkenen van cliënten en vertegenwoordigt hen. Daarnaast treedt de Familieraad op als overlegpartner van de Raad van Bestuur. Uitdagingen aangaan Ongeveer vijftien jaar geleden stond de Familieraad van VvG in de kinderschoenen. Margriet Czinder, inmiddels vier jaar voorzitter van de Familieraad, was in die tijd medeoprichter en vicevoorzitter. ‘Vroeger kende VvG nog geen familieraad, er was wel duidelijk behoefte aan. Vaak weten familieleden niet wat de gevolgen zijn van een behandeling, ze zijn van slag en lopen tegen diverse muren op. De Familieraad werkt al ruim vijftien jaar zeer betrokken aan de belangenbehartiging van naasten van cliënten van VvG. We hebben al veel bereikt, maar we zien nog steeds nieuwe uitdagingen door veranderingen in de zorg, financiering, wet- en regelgeving’, aldus Margriet. Herkenning Het doel van de Familieraad is tweeledig. Enerzijds is het een platform waar familieleden met elkaar kunnen praten en elkaar tips kunnen geven. Ze vinden steun en herkenning bij andere familieleden en naastbetrokkenen, die veelal tegen dezelfde problemen en vragen oplopen. Door ervaringen uit te wisselen, zorgen te delen en hun verhaal te vertellen kunnen ze hun hart luchten. Anderzijds probeert de Familieraad de betrokkenheid van de familieleden bij het beleid van Vincent van Gogh te vergroten. Dit gebeurt via overleg met de Raad van Bestuur waarbij de 10 | mentaal
Familieraad gevraagd en ongevraagd advies kan geven.
familievertrouwenspersoon. Eind november werd de familievertrouwenspersoon van VvG benoemd. Hij onderhoudt regelmatig contact met de Familieraad en fungeert als intermediair tussen de familie en de hulpverlener. ‘Onze leden gaan niet in gesprek met de afdelingen, we bemiddelen niet. De familievertrouwenspersoon doet dat wel en gaat dus een stap verder’ legt Margriet uit. De familievertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie, hij stelt zich onpartijdig en objectief op. Als familieleden problemen ervaren met de hulpverlening is een klacht indienen bij de klachtencommissie vaak een ingrijpende en te grote stap. Voor deze mensen is
Ervaringsdeskundigen Margriet geeft te kennen dat haar betrokkenheid is voortgekomen uit de ziekte van een naaste. Ze is ervaringsdeskundige, net als de andere negen leden van de Familieraad. Zij hebben allemaal een naaste die lijdt (of leed) onder een psychische of psychiatrische aandoening. Margriet vertelt: ‘We komen iedere maand bij elkaar en vormen een hechte groep. We delen verschillende emoties met elkaar, maar ook het gevoel dat we iets bereiken voor onze naasten en lotgenoten. Samen proberen we onze kennis te verrijken en mensen een luisterend oor te bieden’. Veranderingen die binnen en buiten de instelling spelen houdt de Familieraad nauwlettend in de gaten. ‘We zien steeds meer vooruitgang in onderzoek naar en veranderingen in ziektebeelden. We bezoeken symposia en lezingen. Daarnaast hebben we een afgevaardigde in de Centrale Cliëntenraad (CCR), een overkoepelende raad samengesteld uit vertegenwoordigers van de regionale cliëntenraden. De familieraad streeft ernaar naastbetrokkenen van cliënten altijd vertrouwelijk en met respect te informeren en te verwijzen’.
de familievertrouwenspersoon in het leven geroepen, bij hem kunnen ze advies vragen en hun eventuele probleem neerleggen. De familievertrouwenspersoon treedt vervolgens op als bemiddelaar tussen de familie en de hulpverlener. ‘We worden serieus genomen’ Vincent van Gogh hecht veel waarde aan een constructieve en respectvolle relatie met familieleden en de Familieraad. ‘De openheid vanuit en de samenwerking met de Raad van Bestuur ervaren wij als een toegevoegde waarde. We voelen ons serieus genomen. Ook de samenwerking met en de ondersteuning door het Cliëntenadviesbureau (CAB) is goed en erg belangrijk voor ons om verder te kunnen functioneren’, aldus Margriet. Toekomst De Familieraad blijft in de toekomst uitdagingen aangaan voor naastbetrokkenen. ‘Er zijn veel belangrijke speerpunten die onze aandacht blijven vragen, bijvoorbeeld het familiebeleid, meer ruimte voor de familie ondanks de wet op de privacy en de bejegening op afdelingen. Deze laatste is een pré, ons streven. Met het hechte team dat wij vormen kunnen we het aan. We zijn niet meer weg te denken uit de organisatie!’ U kunt vrijblijvend contact opnemen met de Familieraad via het onderstaande e-mailadres en via het secretariaat van het Cliëntenadviesbureau. Familieraad Vincent van Gogh Telefoon: (0478) 52 72 80 E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Stationsweg 46, Venray
Familievertouwenspersoon De Familieraad van VvG pleitte al jaren voor een
Susanne Wouters
Margriet Czinder
11 | mentaal
Even voorstellen: Hans Wijmans Eind november werd Hans Weijmans benoemd tot familievertrouwenspersoon van Vincent van Gogh (VvG). Hans werkt op afroep een aantal uren per week voor VvG. ‘Ik kom in actie wanneer dat nodig is en wanneer familie mij graag wil spreken’. De plaatsing van een familievertrouwenspersonen bij ggz-instellingen is een initiatief van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon (LSFVP), welke als doel heeft de best mogelijke zorg te bieden aan familieleden en naastbetrokkenen van cliënten.
Wat doet de familievertrouwenspersoon voor direct betrokkenen van cliënten? • Een luisterend oor bieden voor familie en naastbetrokkenen van cliënten • Informatie geven over de geestelijke gezondheidszorg • Verwijzen naar instanties, belangenorganisaties en familiegerichte cursussen • Adviseren bij en ondersteunen in gesprekken met hulpverleners • Adviseren bij het (desgewenst) indienen van een klacht bij de klachtencommissie, het tuchtcollege of een andere instantie • Signaleren van problematiek van familie en direct betrokkenen en deze onder de aandacht brengen van de instelling • Verbeteren van de communicatie tussen VvG en familie en naasten van cliënten Een goed begin is het halve werk De familievertrouwenspersoon streeft in de beginfase naar bekendheid van de nieuwe functie binnen de instelling, zowel bij de familie en naasten van cliënten als bij de medewerkers van VvG. ‘Het belangrijkste is, dat mensen weten dat ze een beroep kunnen doen op een familievertrouwenspersoon. Ook voor informatie, niet alle vragen hoeven te leiden tot een werkbezoek of een bemiddelingsgesprek’, legt Hans uit. Het is belangrijk dat familieleden van cliënten de mogelijkheid krijgen om direct te kunnen communiceren met een betrokken behandelaar. Familie betrekken bij zorg Tot slot onderstreept Hans het belang van een samenhangend familiebeleid, een familieraad, een familievertrouwenspersoon en een klachtenregeling voor familie en naastbetrokkenen van cliënten. 12 | mentaal
‘Plezier op School’ op wereldcongres Op de wereldconferentie van de ‘Society for Research in Child Development’ (SRCD) die van 31 maart tot 2 april 2011 wordt gehouden in Montreal (Canada), zal onderzoekster Saskia Mulder (Universiteit Utrecht) zowel een mondelinge als een posterpresentatie geven over het onderzoek naar de effectiviteit van de zomercursus ‘Plezier op School’. Deze zomercursus is ontwikkeld door Marleen Faber van de afdeling Preventie en Informatie van Vincent van Gogh. De cursus is bedoeld voor aanstaande brugklassers die op de basisschool problemen hadden in de omgang met leeftijdgenoten (zoals sociale angst, gepest worden, weinig vrienden e.d.) en biedt deelnemers een steuntje in de rug bij de start in het voortgezet onderwijs. Inmiddels is de zomercursus uitgegroeid tot een landelijk succesvolle cursus. Een grove telling laat zien dat afgelopen zomer meer dan 1.500 kinderen ergens in Nederland de cursus gevolgd hebben.
Hans Weijmans De laatste jaren blijkt steeds vaker dat de familie een belangrijke rol speelt en moet spelen bij zowel behandeling als herstel. ‘Uit onderzoek is tevens gebleken dat er minder kans op terugval is wanneer familie en naasten actief worden betrokken bij de behandeling en begeleiding van een cliënt. Een cliënt staat niet alleen op de wereld’, benadrukt Hans. U kunt vrijblijvend contact opnemen met de familievertrouwenspersoon van VvG. Hans Weijmans, familievertrouwenspersoon Telefoon: 06 533 527 32 Bezoekadres: Stationsweg 46, Venray
Sinds enkele jaren heeft ook de wetenschappelijke wereld belangstelling voor de cursus. Na enkele voorstudies met positieve resultaten is in 2008 door de Universiteit Utrecht in samenwerking met onze instelling en met subsidie van ZonMw een grootschalig landelijke RCTonderzoek gestart naar de effecten van de zomercursus ‘Plezier op School’. Inmiddels heeft onderzoekster Saskia Mulder op diverse nationale en internationale congressen (waaronder onlangs in Zambia) lezingen en posterpresentaties over dit onderzoek mogen houden. Nu dus op een van de meest toonaangevende congressen op het gebied van onderzoek en jeugd in Canada! We gaan de oceaan over. Dit is natuurlijk mooi nieuws voor een product uit de eigen ‘regionen’. Want al vanaf 2000 volgen alleen al in onze regio jaarlijks minstens 100 kinderen onze ‘Plezier op School’ cursussen in Venray, Venlo, Weert en Roermond.
Marleen Faber Gezien het feit dat de kracht van de interventie zich vooral op het gebied van ‘timing’ bevindt, is er ieder jaar in de laatste schoolvakantieweek (tijdstip van uitvoering) een grote hoeveelheid trainers nodig. In onze regio Noord- en MiddenLimburg is dit realiseerbaar dankzij de unieke ketensamenwerking tussen diverse instellingen (GGDLimburgNoord, St. Synthese, RiaggZuid, Mutsaersstichting, Vorkmeer, Wel.kom) die gezamenlijk de benodigde hoeveelheid trainers leveren voor dit aanbod. Mede dankzij deze samenwerking zal de auteur van de cursus, preventiewerker Marleen Faber, in staat worden gesteld het congres in Canada te kunnen bezoeken, om van daar persoonlijk verslag te kunnen doen van de volgende stap in de ontwikkeling van ons product. Wordt vervolgd. Zie ook: www.plezieropschool.nl Marleen Faber
13 | mentaal
Telefoonnummers FACT-teams per regio Op basis van de cliëntenpopulatie binnen de KZ en LZ bestaan er vooralsnog twee regio’s waarbinnen een gedegen FACT-team ingericht kan worden, te weten Venlo en Venray (en Horst en Helden). Mogelijk dat er ook voor de regio Roermond een FACT-team ingericht gaat worden. Eerst moet echter geïnventariseerd worden of de zorgvraag voldoende is om een FACT-team op te richten. Met name vanuit de de divisie Verslavingszorg dient deze inventarisatie nog plaats te vinden omdat Verslavingszorg de grootste aanbieder namens VvG is in deze regio. Het totaal aantal (potentiële) cliënten vanuit de divisies KZ, LZ en Verslavingszorg samen bepaalt of en welke regio’s momenteel een bestaansrecht hebben voor inrichting van een FACT-team.
Integratie FACT-teams Vincent Schouten (l.) en Ger Lijnders
Vanuit de visie van Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg (VvG) vormen vermaatschappelijking, herstel en burgerschap de komende jaren het uitgangspunt voor verdere ambulantisering van klinische cliënten. Zorgverzekeraars voeren bovendien de financiële druk binnen zorginstellingen verder op. Er zal in de komende vijf jaar een aanzienlijke reductie in de totale klinische capaciteit doorgevoerd worden. Eén van de middelen om deze beddenreductie te bewerkstelligen is het verder uitbouwen en doorontwikkelen van de huidige FACT-teams binnen VvG. De afbouw van het aantal klinische bedden dient namelijk opgevangen te worden door een toename in het aantal ambulante plaatsen, die omgerekend per eenheid aanzienlijk goedkoper zijn. FACT staat voor ‘Functie ACT’ en is een in Nederland ontwikkelde variant op de ACT -methodiek. FACT is gericht op een groep mensen met (vaak) langdurende of blijvende psychiatrische aandoeningen buiten een kliniek. Waar ACT zich richt op de meest ernstige langdurende zorg cliënten, richt FACT zich in een bepaalde wijk of regio op alle cliënten. Doel van het FACT is om cliënten vanuit de thuissituatie met continuïteit te begeleiden, te behandelen en te ondersteunen in hun herstel. De FACT-teams zoeken daarbij het contact met naast14 | mentaal
betrokkenen in de buurt. Sociale betrokkenheid en participatie in de samenleving worden hierdoor optimaal gestimuleerd. Integratie FACT LZ en KZ Momenteel wordt zowel binnen de divisie Kortdurende Zorg (KZ) als binnen de divisie Langdurende Zorg (LZ) voorzien in zorgaanbod vanuit FACT-teams. Er bestaat echter een tweedeling tussen beide divisies, waardoor de FACT-teams onafhankelijk van elkaar te werk gaan, zowel inhoudelijk als in geografisch opzicht. In tegenstelling tot deze huidige tweedeling, is het logisch om FACT los te koppelen van de divisiestructuur en onderdeel te maken van de Zorg in Lijn-ontwikkeling van VvG. De toekomstvisie ligt dan ook in het denken vanuit één centraal georganiseerd FACT, waarbij elke regio bediend wordt middels eigen FACT-teams. Vanuit deze visie is het noodzakelijk om de FACT-teams van KZ en LZ in 2011 te integreren tot één FACTorganisatie.
Toekomstige organisatiestructuur Los van de verschillen in terminologie is er momenteel weinig onderscheid tussen de divisies KZ en LZ in de wijze waarop de FACT-teams worden aangestuurd. Het FACT zal in de gewenste organisatie, waarbij de teams KZ en LZ geïntegreerd worden in één gezamenlijk onderdeel, vooralsnog onder de divisie LZ (Cluster Wonen) gebracht worden. Het FACT-team wordt multidisciplinair opgebouwd. Verslavingsdeskundigheid is een belangrijke discipline binnen FACT. Bij de verdere ontwikkeling van de FACT-teams zal hieraan de komende tijd extra aandacht besteed worden. Elk FACT-team zal in de dagelijkse praktijk aangestuurd worden door een teamleider. Voor het zorginhoudelijk beleid wordt een psychiater aangesteld. Beiden functionarissen vallen rechtstreeks onder de directeur LZ. Zij rapporteren dus ook rechtstreeks aan deze directeur. Plan van aanpak Begin 2011 wordt er een ‘Stuurgroep integratie FACT’ opgericht. Deze bestaat uit de directeuren van de LZ, KZ en Verslavingszorg, aangevuld met een medisch manager. De taken en verantwoordelijkheden van de stuurgroep zullen zijn het bepalen van strategie en beleid ten aanzien van FACT(-ontwikkeling); financieel beheer (opstellen begroting); uitzetten van activiteiten volgens planning ten behoeve van werkgroep (actieplannen) en een signalerende en controlerende functie richting werkgroep. De daadwerkelijke uiteenzetting en vormgeving van het gekozen beleid en strategie zal plaatsvinden vanuit een nader op te richten ‘werkgroep integratie FACT’. Deze werkgroep zal bestaan uit de verpleegkundige specialisten en spv’ers van de KZ, LZ, en Verslavingszorg, een teamleider en een programmaleider. Uiteraard zullen de Cliëntenraad en de Raad voor Medezeggenschap bij de verdere ontwikkeling nauw betrokken worden.
Vincent van Gogh algemeen 0478-527527 Arbodienst Achmea Vitale 0475-399899 Robby Thoeng, bedrijfsarts
[email protected] Louis Thissen, bedrijfsarts
[email protected] Personeelsvertrouwenspersoon 0475-399899 Els Raaijmakers
[email protected] Commissie ongewenste Omgangsvormen 0478-527884
[email protected] Commissie sociale begeleiding 0478-527884
[email protected] Medezeggenschap medewerkers 0478-527245 Ziek- en herstelmelding 0478-527161
Colofon Redactie Mentaal Eleän Mulder-Verleg, hoofd- en eindredacteur Sabine Nicolasen, Bureau Voorlichting en Communicatie Anita Boom, Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Karin Geerkens, Verslavingszorg Kjell Emonts, Langdurige Zorg Truus Offermanns, EAD Kim Waskowskij, Specialistische functies Jan Leijsten, Extern Annemie Rours, HRM Paul de Bijl, FACT Venray Mentaal is het magazine van Vincent van Gogh voor (oud-)medewerkers, vrijwilligers en externe relaties en verschijnt zes keer per jaar. Uitgave Bureau Voorlichting en Communicatie Vincent van Gogh Oplage 2.600 exemplaren Vormgeving Ohho Venray Fotografie Hans van der Beele, Sevenum, Bureau Voorlichting en Communicatie Vincent van Gogh Drukkerij ARS Grafisch Roermond Redactieadres Vincent van Gogh, Bureau Voorlichting en Communicatie, t.a.v. E. Mulder-Verleg, postbus 5, 5800 AA Venray, tel. 0478-527186,
[email protected] Deadline volgende nummer 4 maart 2011. Foto’s gescheiden van tekst – dus als apart jpg-bestand – aanleveren. Voor meer informatie zie www.vvgi.nl of het intranet. Indien u besluit uw abonnement te beëindigen, kunt u dit kenbaar maken via
[email protected] of schriftelijk via het redactieadres.
15 | mentaal
Ad Burgmans verzorgt deze rubriek in opdracht als jurist van ADJUST juridisch advies.
On gegrond Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg (VvG) heeft een Klachtencommissie voor Cliënten op grond van
Verslaving veroorzaakt min of meer ernstige verstoringen of beschadigingen van psychische en lichamelijke functies die de autonomie aantasten
Klacht De klacht van de heer B richt zich tegen de weigering van de behandelend psychiater om hem gratis heroïne te verstrekken.
de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Een cliënt of degene die optreedt namens de cliënt kan een klacht indienen bij deze commissie als hij of zij bezwaar heeft tegen een gedraging van een medewerker of een handelwijze van de instelling jegens de cliënt of tegen een beslissing met betrekking tot de behandeling of begeleiding die gevolgen heeft voor de cliënt. De commissie verklaart de klacht gegrond of ongegrond en brengt haar oordeel ter kennis van de Raad van Bestuur die vervolgens maatregelen kan treffen.
16 | mentaal
Relevante feiten B is vrijwillig opgenomen in Vincent van Gogh. Hij verbleef ten tijde van de klacht in een flat op Den Herk. De flat heeft een duale functie, te weten een woon- en een behandelfunctie. Voorheen was hij woonachtig in een woning voor begeleid wonen, eveneens van Vincent van Gogh. Deze woonvoorziening is opgeheven. Hij heeft ingestemd met de voorwaarden die gekoppeld zijn aan de flat: een combinatie van behandeling en woonbegeleiding. In het behandelplan staat dat de behandeling gericht is op onthouding van drugs en dat de behandelaar het gratis heroïnegebruik pas wil onderzoeken als de behandeling niet lukt. Klager geeft aan dat hij al heel vaak een behandeling heeft ondergaan om van zijn middelengebruik af te komen en dat dit telkens is mislukt. Dit traject wil hij niet nog een keer ingaan. Hij wil daarentegen naast methadon gratis heroïneverstrekking als medicijn, omdat hij zich daar goed bij voelt. Nu betaalt klager zelf zijn heroïnegebruik. Verweer De behandelend psychiater trad op als verweerder. Volgens hem wil klager in feite niet tot een behandelovereenkomst komen. Klager zou een behandeling van drugsmisbruik afwijzen. Hoewel hij goed is geïnformeerd over de duale functie van de flat en daarmee heeft ingestemd, wil hij geen behandeling, maar alleen verblijf en gratis heroïne. Verweerder is bereid de mogelijkheid van gratis heroïneverstrekking met klager te onderzoeken, nadat hij serieus geprobeerd heeft met drugsgebruik te stoppen. Binnen Vincent van Gogh zou heroïnevertrekking geen optie zijn. Dat is tegen de visie en het beleid. Er zou dan gezocht moeten worden naar mogelijkheden buiten de instelling. Verweerder stelde bovendien dat klager de laatste tijd veel overlast veroorzaakte en dat hij genoodzaakt zou zijn een ontslagprocedure te starten als klager overlast bleef veroorzaken. De overlast zou betrekking hebben op verbale en fysieke agressie naar personeel en medebewoners. Tegenverweer Klager ging er volgens de patiëntenvertrouwenspersoon, die hem bijstand verleende tijdens de klacht-procedure, vanuit dat de psychiater de gratis heroïneverstrekking zou onderzoeken en niet dat eerst een behandeling moest plaatsvinden. Klager sprak tegen dat hij zich agressief zou gedragen tegen personeel en medebewoners.
Beoordeling van de Commissie De Commissie wijst op de ontwikkelingen die de laatste tijd in de zorg hebben plaatsgevonden: er is een trend naar ambulante behandeling en de afbouw van woonvoorzieningen. Om die reden is ook de woonvoorziening van B opgeheven. Aan hem is een flat aangeboden met een combinatie van behandeling en woonbegeleiding. B zou na uitleg hiermee ingestemd hebben. Volgens de Commissie is ter zitting niet gebleken dat B zich realiseert dat het doel van behandeling en begeleiding een absolute voorwaarde is voor het verblijf in de flat. Maar als een behandeling geïndiceerd is, mag van een patiënt verwacht worden, dat hij bereid is daaraan mee te werken. In die zin moet hij zich aanpassen aan redelijke veranderingen in de zorg. Nu het niet lukt om met klager een behandelrelatie op te bouwen en hij zich niet begeleidbaar opstelt, gelet op het agressieve gedrag, vervalt feitelijk de grondslag voor verdere behandeling en begeleiding op de afdeling waar B verblijft. Omdat B behandeling weigert, is de verweerder niet gehouden aan de toezegging nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden van gratis heroïneverstrekking. Uitspraak De Commissie verklaart de klacht van B over de
weigering van de behandelend psychiater om gratis heroïne te verstrekken, ongegrond. Commentaar Deze patiënt is jarenlang woonachtig geweest op een voorziening van begeleid wonen zonder dat daaraan een behandeling was gekoppeld gericht op onthouding van drugsmisbruik. Het opheffen van die woonvoorziening was daarom voor hem een groot probleem. Min of meer noodgedwongen heeft hij ingestemd met de voorwaarden om in de flat te komen, maar eigenlijk was het te voorspellen dat dit zou misgaan. Hij wilde immers geen behandeling. Wat is de indicatie voor behandeling waard, als niet blijkt dat hij echt gemotiveerd is? Waarom maakte de behandelaar toch het behandelingsplan als dui-delijk is dat B alleen maar uit is op de verstrekking van gratis heroïne? Dat het niet effectief is, blijkt uit het vervolg. Ter onderbouwing van de uitspraak geeft de Klachtencommissie een korte samenvatting van het beleid in Vincent van Gogh ten aanzien van de behandeling van drugsproblematiek. Verslaving veroorzaakt min of meer ernstige verstoringen of beschadigingen van psychische en lichamelijke functies die de autonomie aantasten. Daardoor neemt de kwaliteit van leven af en verliest de verslaafde in toenemende mate zijn individuele wilsbeschikking. Het is de verantwoordelijkheid van Vincent van Gogh om de patiënt zo goed mogelijk bij te staan in termen van behandeling en begeleiding en hem te helpen zijn autonomie weer in handen te krijgen. Vanuit deze visie is het duidelijk dat er überhaupt geen ruimte is voor gratis heroïneverstrekking binnen Vincent van Gogh. Daarover had men tegenover B al in een eerder stadium duidelijker moeten zijn.
17 | mentaal
Gezellig nieuwjaarsfeest voor medewerkers matig bezocht
Op maandag 3 januari vroeg in de avond was het weer zover, het nieuwjaarsfeest voor medewerkers van Vincent van Gogh in de schouwburg van Venray. Ondanks dat hiervoor veel reclame was gemaakt en er een aantrekkelijk programma werd geboden, was de opkomst ronduit matig. De schattingen lopen uiteen van 300 tot maximaal 400 mensen en dat is minder dan 25% van onze organisatie. Nu was het wel kort na de feestdagen en was het ook erg glad op binnenwegen en parkeerplaatsen. Laten we deze laatste feiten maar als redenen zien voor het kleine aantal medewerkers dat die avond kennis heeft gemaakt met de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur Jolande Tijhuis. Na een hartelijk welkom bij de deur door beide bestuursleden, stond in de zaal champagne klaar in de smaken brut en sec. Omstreeks de klok van half acht ging het gezelschap richting zaal, waar Geert Derks iedereen nog18 | mentaal
maals welkom heette en kort uiteenzette wat het programma was voor die avond. Samen met Geert Derks beklommen Fons Tans, voorzitter van de Raad van Toezicht, en de nieuwe
voorzitter Jolande Tijhuis het podium. Na een kort verhaal waarom juist zij was gekozen als voorzitter, nam zij al snel het woord en gaf een eerste indruk van wie ze is, waar ze voor staat en wat ze tot nu toe heeft gezien
binnen Vincent van Gogh. Een van de meest in het oog, of moet ik zeggen oor, springende uitspraken was wel: ‘Ik heb veel zitten lezen in de stukken van onze organisatie, want in december had ik al een zogeheten token van ICT gekregen. Wat mij daarbij echt is opgevallen, is dat vergaderingen goed worden vastgelegd in verslagen, maar dat besluitenlijsten soms wel erg kort zijn’. Na deze kennismaking met onze nieuwe voorzitter was de beurt aan de voorzitter van de cliëntenraad, Cor Rutten, die de stimuleringsprijs medewerker van 2010 uitreikte aan onze huisarts Hans Kok. Hierbij werd
vooraf uitgelegd hoe belangrijk het is om als cliënt binnen Vincent van Gogh te kunnen steunen op een goede huisarts. Zichtbaar ingenomen met deze mooie bronzen veer bedankte Hans niet alleen de cliëntenraad, maar ook de collega’s die hem hebben geholpen bij het behalen van deze mooie prijs. Het officiële theaterprogramma werd afgesloten met ‘de Arrogantjes’ een vrolijke vorm van improvisatiecabaret. Naast een nieuwe voorzitter en haar eerste uitspraken waren het de medewerkers en cliënten van Vincent van Gogh die werden
bezongen. De zaken waar de cabaretgroep iets over te vertellen danwel te zingen hadden, waren: ‘mijn gezin en werk staan bij mij op één’ en ‘hoogwaardige zorg met liefde’. Na dit zaalprogramma was iedereen uitgenodigd in de foyer en iets later ‘backstage’, waar muziek, heerlijke hapjes en lekkere drankjes hun deel was. Het feest werd pas afgesloten rond de klok van middernacht. Allemaal een gelukkig en vooral gezond 2011! Gerard van der Zanden
19 | mentaal
Dubbele diagnose, dubbele hulp Pilot ‘IDDT-scan’ In april 2010 kwam vanuit de kerngroep Alcoholen Drugsbeleid de vraag of het Centrum voor Intensieve en Forensische Psychiatrie van Vincent van Gogh zou willen participeren aan de pilot ‘IDDT-scan’. IDDT staat voor Integrated Dual Disorder Treatment en betekent simpelweg het gezamenlijk aanbieden van verslavingszorg en psychiatrische zorg, door dezelfde behandelaren en op dezelfde locatie. Hoofd van het centrum voor Intensieve en Forensische Psychiatrie, Jan Mertens, gaf direct aan te willen participeren. ‘Wij richten ons op forensische problematiek, maar we kunnen onze ogen niet sluiten voor andere zaken die spelen, zoals verslavingen. Veel forensische cliënten hebben ook een verslavingsprobleem’ aldus Jan. De Forensische Psychiatrische Afdelingen (FPA), de Forensische Trainingsunit (FTU), de Veteranen Intensieve Behandel Unit (VIBU) en de Crisis Intensieve Behandel Unit (CIBU) werden in de periode april/mei 2010 aan de pilot onderworpen. Dubbele diagnose Het doel van de pilot was enerzijds te inventariseren welke behoeften de verschillende afdelingen hebben en welke handvatten er nodig zijn om het Alcohol- en Drugsbeleid vorm te kunnen geven en te implementeren. Anderzijds was het doel van de pilot het ijken van de IDDT-scan. Het is een vrij nieuw instrument en er moest bekeken worden of het instrument geschikt is voor de organisatie. Jan Mertens
Binnen Vincent van Gogh (VvG) wordt al lange tijd gediscussieerd over hoe om te gaan met alcohol- en drugsproblematiek. We zien dat alcohol- en drugsproblematiek zowel op landelijk niveau als binnen VvG sterk in omvang toeneemt. Een groot aantal psychiatrische cliënten kampt met verslavingsproblemen. De problematiek verspreidt zich over de verschillende onderdelen van de organisatie, zowel klinisch, ambulant als over de diverse woonvormen. Reden te meer om het probleem aan te pakken. En daar is VvG sinds 2009 mee bezig. Toen werd het Drugs- en Alcoholbeleid en de daarbij behorende visie van verslaving als ziekte ontwikkeld. In het Drugs- en Alcoholbeleid worden het kader en de uitgangspunten beschreven die VvG voor een alcohol- en drugsbeleid wil hanteren. 20 | mentaal
De afdelingen werden gescreend om te achterhalen of ze ‘dubbel-diagnose-proof’ zijn. Mensen met een dubbele diagnose hebben een psychiatrische aandoening en zijn verslaafd. De pilot bestond uit een aantal interviews met programmaleiders van de genoemde afdelingen en het hoofd van het centrum. Uit de interviews kwamen aandachtspunten voor de afdelingen naar voren. Jan legt uit wat er met de aandachtspunten gaat gebeuren: ‘De meeste punten worden uiteraard aangepakt en verbeterd. We doen dit gefaseerd omdat het niet mogelijk is alles tegelijk te doen. Ik vind de scan niet alleen zeer belangrijk voor het centrum, er is ook steeds meer vraag naar de behandeling van dubbeldiagnostiek vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie’.
Objectieve benadering Het voordeel voor de afdelingen die participeerden in de pilot was dat ze in een korte tijd een indicatie kregen waar op het gebied van verslavingsproblematiek de mogelijke verbeterpunten liggen. De meerwaarde van de IDDT-scan is volgens Jan dat er objectief bekeken wordt wat de afdelingen nou precies doen aan drugsproblematiek. ‘Van oudsher gaan we controlerend om met verslavingsproblematiek, bijvoorbeeld door het afnemen van urinecontroles. Controle willen we omzetten in behandelbeleid. Het is daarom noodzakelijk dat we het onderwerp bespreekbaar maken met cliënten en ze proberen te stimuleren het probleem aan te gaan pakken’. Momenteel werkt het Centrum voor Intensieve en Forensische Psychiatrie op het gebied van verslavingsproblematiek met de Liberman module Omgaan met verslaving. Jan is er van overtuigd dat men op de afdeling meer kan doen op het gebied van behandeling, bijvoorbeeld door motiverende gespreksvoering. ‘Ik ben momenteel aan het bekijken of we een motivatietraining in huis kunnen halen. Medewerkers worden dan getraind in motiverende gesprekstechnieken. De training leert verpleegkundigen om cliënten ertoe te brengen hun probleem onder ogen te zien, ze handvatten aan te reiken daarmee aan de slag te gaan. De training in motiverende gesprekstechnieken is de eerste stap in de fasering van de aanpak van de aandachtspuntenpunten’, aldus Jan. ‘Zinvolle pilot’ De scan zal in de toekomst wellicht op meerdere afdelingen in de organisatie uitgevoerd worden. De aanbevelingen die zijn geformuleerd naar aanleiding van de IDDT-scan zijn volgens Jan bijzonder zinvol. ‘De uitvoering van de aanbevelingen is met het oog op het Alcohol- en Drugsbeleid weer een stapje in de goede richting’. Susanne Wouters
21 | mentaal
Servaashof en vermaatschappelijking
columnicatie
De nieuwbouwappartementen aan de St. Servatiusweg zijn in gebruik genomen. Hiermee is er een belangrijke mijlpaal bereikt in het project Servaashof. De meest omvangrijke bouw is nu afgerond. In deze rubriek zult u vanaf nu in mindere mate over het bouwproces lezen maar meer over de vermaatschappelijking van de zorg. Binnen onze organisatie betekent vermaatschappelijking zoveel mogelijk ondersteuning en begeleiding bieden aan cliënten bij het deelnemen aan de maatschappij op het punt van werken, wonen en vrijetijdsbesteding.
Icoon van levendigheid Dierenwijde Servaashof
volkstuintjes. Terwijl van de oorspronkelijke dierenweide van 1000 m2 nu nog zo’n 300 m2 over is. Vroeger stonden rijpaarden, exotische dieren, lama’s, zebra’s en flamingo’s langs de Oostsingel. Deze waren er nog allemaal toen ik in de zeventiger jaren ben begonnen. En nu”, Henk moet even slikken, “nu zitten we niet meer zo riant. We zijn een vergeten uithoek van Servaashof! Niet zo verwonderlijk,” zegt de realistische Verheijen, “want de rest is modern en mooi.” Is dit dan ook de gedachte van een eventuele verplaatsing van de dierenweide? Henk vervolgt:“Ja, we waren hier aan ’t verouderen. Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg (VvG) integreert steeds meer in de maatschappij en met de nieuwe buurt St. Antoniusveld. Alles opengooien, een mooi idee.” En dat uit de mond horen van iemand die het gesloten gesticht nog heeft meegemaakt? “Inderdaad, het staat me wel aan,” verhaalt Verheijen over de toekomstige opzet. “De kinderboerderij is gepland op het voormalige kerkhof, een stukje historie waar de oude stallen nog staan. De bedoeling is om met hulp van eigen cliënten (hout- en metaalafdeling) een heuse kinderboerderij voor heel Venray te realiseren. Met het grotere vee, zoals koeien, schapen en paarden, en kleine knuffeldieren zoals cavia’s, fretten en konijnen en waar schoolklassen komen, waar ze een ijsje, ranja of iets kleins kunnen gebruiken. Hier kunnen onze cliënten een leuke dagbesteding krijgen”.
De dierenweide van Servaashof is een begrip voor de jeugdige Venraynaren. Het is ook al ruim 25 jaar een baken van rust voor veel bewoners. Maar ook deze ‘Icoon van Levendigheid’ heeft zijn langste tijd aan de Kerkdijklaan gehad. Wie anders dan Henk Verheijen, arbeidsbegeleider van de groentetuin en dierenpark, kan vertellen over toekomst en verleden van dit misschien binnenkort stukje historie? Henk is 61 en inmiddels 34 jaar werkzaam binnen het instituut. ”Ho ho”, de plek gaan we misschien verlaten. Er blijft echter een dierenweide aan de locatie Servaashof!”, zo spreekt Henk. Henk is begonnen in 1977. Hij heeft heel wat dierenschare, aardappels en groenten onder zijn hoede gehad. “Ja, we bewerkten zo’n drie hectare 22 | mentaal
tuingrond. Het was een heel bedrijf waarbij steevast zo’n 10 patiënten behulpzaam waren. Daar zat ook nog de oude broeikas bij. Tot drie jaar geleden. Toen eiste de nieuwbouw aan de Servatiusweg een fikse portie tuingrond op. In totaal hebben we nog geen hectare meer over, zo’n 600 m2 voor kleine
“We zullen er echt op vooruit gaan wanneer alles doorgaat”, vertelt Henk enthousiast. “Ik heb het hele plan mee uitgedacht, samen met de SKBN (Stichting KinderBoerderij Nederland). Zij adviseerden de oude varkensstallen te renoveren. Het gebouw blijft bestaan.” Verheijen duidelijk in zijn sas, “Als op de huidige locatie een park is gepland en de kinderboerderij naar de nieuwe locatie mag verhuizen, komt er in die ‘dode’ hoek meteen weer wat leven’.
Factor X We kennen het allemaal. Momenten waarop we ineens niet meer zo zelfverzekerd zijn. Dit is vooral in de pubertijd bekend. Maar nu vraag ik me af: heeft écht iedereen last van die onzekerheid? Ook de psychiater, of mijn baas? En wat is dan de beste manier om daarmee om te gaan? Is het echt zo dat je jezelf moet confronteren met je onzekerheden en gewoon tot actie moet overgaan? Daar is wel een flinke dosis lef voor nodig. En ik, als onzeker type, heb daar nogal eens gebrek aan. Wat mij nog wel eens wil helpen, is wanneer anderen mij moed inpraten, of zoals het in de psychiatrie heet, mij stimuleren. Maar juist daarvoor zou je eigenlijk niet afhankelijk moeten zijn van een externe factor. Maar, laat ik spreken voor mezelf: “Waar vind ik binnen in mezelf die stimulans, de ‘Daar doe ik het voor-factor’? Is het een soort verplichting die je hebt naar jezelf nu je het eenmaal zo ver hebt geschopt dat er een kloppend hart in me huist? Het leven is inderdaad iets heel kostbaars. Aangezien je het maar één keer meemaakt, is de optie om er het beste van te maken zo slecht nog niet. Maar iedereen weet dat het leven niet altijd makkelijk is. Is het niet je eigen onzekerheid die het moeilijker maakt, dan is het wel de onzekerheid in de arbeidsmarkt. Zo zijn er genoeg andere dingen die vooruitgang en groei wat kunnen tegenwerken, Op die momenten kunnen we doorzettingsvermogen gebruiken. Het is fijn als je dat van jezelf hebt, maar kun je het ook leren? Ik denk het wel. Maar mijn number one rule daarin is dat je wel realistisch moet blijven. We zijn allemaal wel bekend met de bekende Idols-kandidaten die geen zuivere noot uit hun roestige stalen keeltje krijgen. Ik heb geleerd dat, wanneer je veel in het leven wilt bereiken, je een echte wil binnen in je moet koesteren. Daarmee zal niet alles te realiseren zijn, maar als je dat hebt, ben je al een eind de goede richting op. Sanne
Jan Leisten
23 | mentaal
Wetenschap Cor Hoffer Uitgeverij Van Gorcum (2009); ISBN 978 - 90- 232 4596 4, 328 pagina’s; Prijs 51,75 euro
'Psychische ziekten en problemen onder allochtone Nederlanders' Enkele bijlagen over de gevolgde methode, beschrijving van twee excursies, een woorden- en een literatuurlijst plus een opsomming van populaire artikelen vormen, samen met de introductie en uiteenzetting van de opbouw, bijna 20% van het boek. In zes hoofdstukken komen aan de orde: ‘de multiculturele samenleving en de GGZ’; ‘gezondheidszorg, religie en volksgeloof’; ‘beleving van psychische ziekten en problemen’; ‘ziekteopvattingen, hulpzoekgedrag en ervaringen met de GGZ’; ‘cultuur, identiteit en psychische problemen’. Tot slot volgt een beschouwing over ‘een pragmatische benadering van cultuur’. Het boek is gebaseerd op antropologisch en sociologisch onderzoek, tussen 1989 en 2000, naar de manier waarop allochtone Nederlanders hun psychische klachten beleven en proberen op te lossen. Er wordt mooi en duidelijk geschreven over allerlei culturen die er nu in Nederland zijn; hoe die culturen heel verschillende ziekteopvattingen hebben en verschillend zoekgedrag vertonen voor hun problemen. Er blijkt behoefte te bestaan om niet alleen binnen de eigen cultuur te zoeken naar hulp en oplossingen, maar ook bij culturen van een andere etnische en culturele achtergrond. In het boek worden eigen ervaringen van veel mensen goed leesbaar en interessant opgeschreven, afgewisseld met teksten die ontleend zijn aan wetenschappelijke literatuur en conclusies van de auteur. De ervaringen en veel van de citaten uit ander werk, lezen vlotter dan de andere teksten; het lijkt wel of de schrijver daarvoor een andere pen gebruikte. Hij probeert aan de hand van de opgetekende verhalen en de citaten duidelijk te maken wat 24 | mentaal
afkomst, wortels in een ander land, religie en cultuur kunnen betekenen en hoe zij de gezondheidszorg voor betrokkenen in ons land kunnen beïnvloeden. De rol die bijvoorbeeld de beleving van de geestenwereld kan spelen op de geestelijke gezondheid van allochtonen, is binnen de Venrayse psychiatrie al langer bekend, immers de zenuwarts R. Meijer heeft daarover binnen ons instituut een referaat gehouden (nog niet zolang geleden, want ik herinner het me nog), maar wilt u dat allemaal nog eens opfrissen, leen dan dit boek. Abe
Boeddhabeelden Forensisch psychiatrische cliënten komen veelal niet positief in het nieuws. Deze negatieve beeldvorming bracht de cliënten van de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) op het idee om een ludieke actie te organiseren waarmee ze eens positief zouden scoren. De cliënten hebben een aantal gipsen Boeddhabeelden gemaakt en deze vervolgens beschilderd. De Boeddhabeelden zijn aangeboden aan de cliënten van Korsakov Wonen. Het idee ontstond tijdens een huiskamerbespreking, waar cliënten voorstelden om samen met het personeel van de Forensische Psychiatrische Afdelingen (FPA) Sinterklaas te vieren. Tijdens de discussie hierover kwam naar voren dat het ook goed zou zijn om eens op een positieve manier iets terug te doen voor anderen in de maatschappij. In het kader van de Sinterklaasviering maakten de cliënten voor ieder personeelslid van de FPA een beschilderd Boeddhabeeld, met een gedicht erbij. Tegelijkertijd werd er een aantal extra beelden gemaakt om te kunnen weggeven aan cliënten van
een andere afdeling. De Sinterklaasviering was een groot succes! De afdeling Korsakov Wonen reageerde enthousiast op het voorstel om de beelden te komen aanbieden. Op 28 december 2010 was het zover. Een delegatie van drie FPA-cliënten begaf zich naar Korsakov wonen en overhandigde daar de beelden persoonlijk aan de patiënten van Korsakov Wonen. Een geslaagde actie! Jan Mertens
Bron: Vraagbaak Psychiatrie en recht, GGZ-Nederland, 2007
Bevoegdheden bewindvoerder Heeft een bewindvoeder recht op inzage in het patiëntendossier zonder toestemming van de patiënt? Nee, de bewindvoeder houdt zich alleen bezig met vermogenrechtelijke belangen van de patiënt. De zorginhoudelijke taken, waaronder het inzagerecht, worden uitgeoefend door de wettelijke vertegenwoordigers zoals die worden genoemd in de Wgbo: een door de rechter benoemde curator of mentor, een schriftelijke door de patiënt gemachtigde, de echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, een ouder, kind, broer of zus van de patiënt. Overigens mag een vertegenwoordiger niet het dossier van een patiënt inzien als een patiënt zich hiertegen verzet. Ook kan de hulpverlener –in het belang van de patiënt- een goede reden hebben om (een deel) van het dossier niet ter inzage te overhandigen. 25 | mentaal
Los van Fixatie
Fixatie: alle fysieke maatregelen die de bewegingsvrijheid van mensen beperken
Met de titel ‘Los van Fixatie’ is binnen Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg (VvG) in november 2010 een projectgroep van start gegaan om in 2011 te komen tot minimaal een reductie van 40% in het nemen van vrijheidsbeperkende maatregelen (zowel in aantal als duur van deze maatregelen) binnen de afdelingen ouderenzorg. V.l.n.r.: Guido van den Hombergh, Carien Tacken, Thei Verkoeyen, Sandy Beeks en Wim Smeets. Op de foto ontbreekt Catheleijne Beijersbergen van Henegouwen
Guido van den Hombergh, locatieleider RCG Venlo en projectleider van de projectgroep: “Voorwaar een hele kluif omdat deze ambitie de nodige veranderingen op veel gebieden omhelst. Hierbij moet gedacht worden aan aanpassing van het centraal beleid rondom fixatie, aanschaf, registratie en geprotocolleerde toepassing van fixatiemateriaal en scholing voor medewerkers met betrekking tot ‘recht en fixatie’. De grootste klus zal zijn om ‘los te komen van fixatie’ in het dagelijks handelen. Dit wordt in de projectgroep omschreven als een ware cultuurverandering binnen VvG”. “De projectgroep, met als opdrachtgever de stuurgroep SMAKK, heeft als voorbeeld de ontwikkelingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden binnen SMAKK (Separeren; Minder, Anders, Korter, Kundiger). Met betrekking tot het terugdringen van het separeren is het gelukt 26 | mentaal
deze cultuurverandering door te voeren. De projectgroep ‘Los van Fixatie’ is ervan overtuigd dat dit ook gaat lukken met het terugdringen van fixatie. Aan het enthousiasme zal het niet liggen!” Hierna zullen de leden van de projectgroep zich kort voorstellen waaruit mag blijken, dat deze groep ervoor zal gaan in 2011. Zichtbare resultaten zullen we u later in 2011 tonen. Deze belofte durf ik mede namens de projectgroep uit te spreken”. Carien Tacken is als verpleegkundige werkzaam op RCG Venray, kliniek ouderen: “Ik ben ervan overtuigd dat we binnen ons team op een bewuste en kundige manier met fixeren omgaan. Maar ook voor ons kan er in onze visie op fixatie beweging nodig zijn/blijven. Dit door steeds te blijven proberen fixatie te voorkomen door alle mogelijke middelen in te zetten. En verder te blijven kijken en ons te realise-
ren wanneer we vrijheidsbeperkende maatregelingen toepassen”. Wim Smeets, clustermanager verzorging divisie Langdurige Zorg, is sinds anderhalf jaar werkzaam in de verzorging. In deze sector moet zowel geestelijk als lichamelijk hard gewerkt worden om iedere dag weer elke cliënt tijdig hun natje en droogje te geven. Hierdoor wordt er te weinig tijd genomen om eens stil te staan bij het onderwerp hoe we de zorg anders kunnen gaan organiseren. “Het terugdringen van vrijheidsbeperkende middelen stond niet als hoogste prioriteit op hun verlanglijstje van gewenste veranderingen. Beperken van vrijheden gebeurde met de beste bedoelingen, om te voorkomen dat cliënten vallen of zichzelf of anderen beschadigen. Dat dit ook anders kan, werd niet voldoende gerealiseerd. Dit is nu veranderd. Ook de begeleiding wil graag minder
fixeren, daarvan is men zich goed bewust. De teams hebben echter niet voldoende middelen en alternatieven in hun pakket om veranderingen te realiseren. Het is een bewustwordingsproces in een veranderende cultuur. Ook binnen de verzorging gaat dit lukken. Dit betekent verantwoorde risico’s durven nemen en de tijd nemen om regelmatig te evalueren. Ik geloof in systematische projectmatige verandering en cultuurbeïnvloeding van teams zelf, mits dit goed ondersteund wordt en daar sta ik voor. Dit wordt de sleutel van hun succes”. Sandy Beeks, verpleegkundig specialist i.o., binnen de divisie Langdurige Zorg: “Voor mijn best practice afstudeerproject, ben ik gevraagd te onderzoeken wat er nodig is om fixatie binnen de ouderenpsychiatrie te verminderen, en welke alternatieve mogelijkheden daarvoor kunnen worden gebruikt. Met als uiteindelijk doel: fixatievrije zorg binnen
de ouderenpsychiatrie. Mijn rol binnen de projectgroep zal zijn het aanleveren en theoretisch onderbouwen van de onderzoeksgegevens”. Thei Verkoeyen is geriatrisch verpleegkundige van de kliniek ouderen 2 RCG Venlo. In tegenstelling tot het landelijke beleid om fixatie binnen verpleeginstellingen geheel te verbannen is Thei van mening, dat fixatie soms een noodzakelijk kwaad is. Wel dient er meer zorgvuldig met het fixatiebeleid omgegaan te worden. Het mag geen standaard verpleegafspraak zijn. Hij vindt dat fixatiebeleid met betrekking tot een cliënt frequenter besproken dient te worden met arts en familie: welke risico’s met betrekking tot valgevaar zijn aanvaardbaar, waar liggen de verantwoordelijkheden? Wanneer fixatiemiddelen moeten worden toegepast, dienen deze goed te worden afgestemd op het probleem. Zijn motto is dan ook: “Fixatie liever niet tenzij het niet anders
kan en dan zo veilig mogelijk”. Teamcoördinator Cathelijne Beijersbergen van Henegouwen van de afdeling Bernard en Stationsweg 48 C/D: “In het project ‘Los van Fixatie’ wil ik mij voornamelijk richten op het definitief stoppen met het gebruik van fixatiebanden. Deze worden binnen VvG nog steeds op enkele afdelingen als middel bij onrust of valgevaar ingezet. Door nieuwe inzichten blijken deze middelen allang niet meer nodig te zijn. Mijn streven is dan ook dat fixatiebanden straks alleen nog maar in een stoffig glazen kastje in het museum terug te vinden zijn, met als onderschrift: ‘Fixatieband’, ook wel ‘zweedse band’ of ‘onrustband’ genoemd. Werd ooit in de geschiedenis van de psychiatrie als noodzakelijke maatregel geacht, maar werd in 2011 gelukkig voorgoed afgeschaft”……… Guido van den Hombergh
27 | mentaal
Alcoholpoli Weert
de ontmoeting
Riskant alcoholen drugsgebruik jongeren
jongere voorlichting. Op basis van deze gesprekken beoordeelt de preventiewerker of er sprake is van experimenterend gebruik, risicovol gebruik of afhankelijkheid. Mogelijk kan met een kortdurende preventieve interventie de jongere weer op het goede spoor gezet worden, maar het kan ook zijn dat gespecialiseerde hulp nodig is of een verwijzing naar de ambulante verslavingszorg. Volgens het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft blijkt uit evaluaties dat jongeren die een dergelijke nazorg hebben gekregen, minder kans lopen om opnieuw de fout in te gaan. Veertig procent van de bijna driehonderd jongeren die afgelopen anderhalf jaar in een alcoholpoli in Nederland is behandeld, heeft psychische problemen en 34 procent heeft moeilijkheden op school. De Stichting Alcohol Preventie (STAP) heeft onderzoek gedaan naar alcoholintoxicaties bij jongeren die opgenomen zijn in de Nederlandse ziekenhuizen. De cijfers van 2007 t/m juni 2009 zijn bekend. De opgenomen jongeren komen uit heel Nederland en zijn in 81 verschillende ziekenhuizen behandeld. Jongeren die zoveel drinken dat ze een alcoholintoxicatie oplopen zijn niet persé ‘probleemjongeren’, maar juist een gemiddelde afspiegeling van de Nederlandse jongeren. Het zijn ongeveer even vaak jongens als meisjes, in leeftijd variërend van 11 tot en met 17 jaar en gemiddeld 15 jaar oud.
De afdeling Preventie en Informatie van Vincent van Gogh heeft sinds oktober 2009 een samenwerkingsverband met het ziekenhuis in Weert. Doelstelling van deze samenwerking is vroegsignalering, psycho-educatie en eventuele interveniëring bij riskant alcohol- en drugsgebruik van jongeren. De aanpak is gebaseerd op die van het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft, waar Dr. Van der Lely werkzaam is als kinderarts. Hij is in Delft een poli voor kinderen met alcoholproblemen gestart in 2007. In Weert is de aanpak niet alleen gericht op jongeren met drankproblemen, maar ook op jongeren (tot 23 jaar) die (party)drugs gebruiken. Bij minderjarigen worden ook de ouders betrokken bij het proces. Kern van de aanpak in Weert is, dat een jongere die vanwege alcohol- of drugsmisbruik in het ziekenhuis terecht komt, gezien wordt door de kinderarts en voorlichting krijgt van de kinderverpleegkundige over de schadelijke gevolgen van 28 | mentaal
alcohol of drugs. Op basis van de uitslag van het bloed- en urine onderzoek wordt de jongere geclassificeerd. Bij milde intoxicatie blijft het bij deze twee acties (gesprek kinderarts en voorlichting door kinderverpleegkundige). Bij matig of ernstige intoxicatie (>1,5‰) en bij ander middelengebruik wordt een medewerker van de afdeling Preventie en Informatie van het Vincent van Gogh ingeschakeld. Hij/zij legt contact met de jongere en met zijn/haar ouders. Hierna volgt er een aantal gesprekken met de jongere en eventueel met de ouders. Het eerste gesprek is altijd bij de jongere thuis. Tijdens de gesprekken krijgt de
Alcohol wordt vooral verkregen via vrienden, maar ook in een derde van de gevallen via een commerciële verstrekker (horeca, supermarkt, slijterij). Zoals te verwachten is, zijn ouders bijna altijd afwezig als er sprake is van een alcoholoverdosis. Het alcoholpromillage van de jongeren is gemiddeld 1.8‰, wat gelijk staat aan het consumeren van ongeveer 10-15 alcoholhoudende drankjes. De meeste jongeren die in het ziekenhuis komen zijn buiten bewustzijn (zogenoemde ‘alcoholcoma’), gemiddeld voor ongeveer drie uur, oplopend tot gevallen van 24 uur. Ongeveer 10% van de jongeren wordt op de IC behandeld, de overigen op een reguliere afdeling. Het is veelal noodzakelijk om één of meer dagen in het ziekenhuis te blijven. Henk Verstappen
In deze rubriek staat het contact centraal tussen een behandelaar en een cliënt. Henk van Vorselen is woonbegeleider binnen de divisie Verslavingszorg. Thomas Het merendeel van onze cliënten krijgt vroeg of laat te maken met chronische eenzaamheid die vooral tijdens de feestdagen komt bovendrijven. We begeleidden iemand die bij de bewindvoerder twee euro extra leefgeld had gevraagd om alle kennissen een kerstkaart te kunnen sturen. We hebben in ons werk te maken met verschillende cliënten die amper nog hun huis uit komen, deels door angsten, het niet hebben van vervoer of een verkeerde inzet van hun financiën. Zo kon het ook gebeuren dat een collega tijdens een huisbezoek aan voornoemd persoon kort voor de Kerst geconfronteerd werd met een bange, ongelukkige man, die de straat niet op durfde om boodschappen te gaan doen vanwege de gladheid. Hij had niemand die deze taak van hem kon overnemen; treurnis alom. Toen mijn collegaatje rondkeek in de woonkamer, ontwaarde ze een kerstkaart die pontificaal midden op de muur geprikt zat. Teneinde een opbeuractie te starten, constateerde ze dat hij toch minimaal in iemands gedachte verbleef en dus niet alleen op de wereld was. Het antwoord was onthutsend; deze kaart was door de postbode verkeerd bezorgd en was dus niet voor hem. Hij had de kaart evengoed opgehangen. Dan de kerstkaart die bij de opstap bezorgd wordt, geadresseerd aan Ellen Honings, adres Ambulant 9, 5961KN Horst ,met sierlijke letters staat er “met Ton”, vervolgens wenst hij ons het allerbeste toe voor de Kerst en 2011. Dan zie ik dat kleine lieve manneke weer voor me die dankzij de fantastische inzet van Ellen redelijk over het verlies van van zijn partner heen is gekomen en weer een beetje een menswaardig bestaan leidt en zelfs in staat is om ons het beste toe te wensen. Dit compenseert dan ook weer je gevoel dat je krijgt als de situatie minder leuk is door een cliënt die uit onmacht en onkunde dreigt zijn ‘kerstboom op te vreten’ indien zijn bewindvoerder niet met pieken over de brug komt voor (vloeibaar) voedsel. Maar onze lieve heer kan het niet iedereen perfect naar de zin maken. Een witte Kerst die in vele liederen bezongen wordt en waar driekwart van de mensheid jaarlijks over droomt is een crime voor het peuken zoekende deel van Nederland. Enerzijds is het moeilijk peuken te vinden onder twintig centimeter sneeuw. Anderzijds, wat doe je in de tijd die je normaal besteedt aan het verwijderen van de vloeitjes en het weer opnieuw in elkaar steken van de stinkstokken? Al met al hoop ik voor dit jaar op een betere Kerst met alleen maar winnaars. Henk
29 | mentaal
Nieuwe huisstijl in de praktijk
30 | mentaal
31 | mentaal
Renovatie kapel Servaashof van start De renovatie van de kapel Servaashof, waarover wij u in de Mentaal van april 2010 al bericht hebben, is van start gegaan. De totale restauratiewerkzaamheden zullen een aantal maanden in beslag gaan nemen.
Open dag Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg
zaterdag 19 maart Rond het thema ‘Beleef’ willen wij u graag tijdens de open dag ons werk presenteren met workshops, presentaties en leuke activiteiten. Deze open dag zal plaatsvinden op zaterdag 19 maart 2011 van 10.00 – 16.00 uur op locatie Servaashof aan de Stationsweg 46 in Venray.
Kom, en beleef Vincent van Gogh! 32 | mentaal
Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid
Als het leven ondraaglijk lijkt Elk jaar denken duizenden mensen aan de dood. Velen van hen doen een poging om zichzelf te doden. Vaak lukt het mensen om na een poging hun problemen en hun pijn op te lossen. Dat kost moeite en er zijn moeilijke perioden. Misschien vindt u het moeilijk om erover te praten. Want wie weet, zet die openheid de ander opnieuw aan tot een poging. Uit onderzoek blijkt dat een open gesprek een nieuwe poging juist kan voorkomen. Er is lang niet altijd een doodswens. Mensen willen vooral dat hun problemen ophouden te bestaan. Openheid over de ervaren problemen en gevoelens kan de ander enorm opluchten. Help iemand om hulp te zoeken.
Maar hoe? De stichting 113 online en het Trimbos-instituut hebben een website ontwikkeld: www.113online.nl. Deze website is niet alleen gericht op mensen die zelf suïcidaal zijn, maar ook op nabestaanden van mensen die zelfmoord hebben gepleegd. De website bestaat uit verschillende onderdelen: praktische informatie, adviezen, (anoniem) contact met een hulpverlener en een forum om ervaringen uit te wisselen. Zit u zelf met vragen, surf dan naar www.113online. nl of bel 0900 1130113 (24 uur per dag, 7 dagen per week). U kunt ook de folder ‘Suïcide, als iemand geen uitweg meer ziet´ bestellen bij het Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid. Hier vindt u meer informatie over de signalen die iemand met gedachten over zelfdoding kan afgeven.
Wegwijs Het Informatiecentrum is er voor iedereen die vragen heeft of informatie wil over geestelijke gezondheid(szorg) in zijn algemeenheid en Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidzorg in het bijzonder. Heeft u een vraag of verzoek, neem gewoon een keer contact met ons op. Nieuwsgierig geworden? Wandel dan vrijblijvend bij ons binnen, u bent van harte welkom! Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Stationsweg 46, 5803 AC Venray Centraal telefoonnummer 0478 - 527066 E-mail
[email protected] Openingstijden locatie Venray Maandag t/m vrijdag 9.00 tot 12.00 uur en 13.00 tot 16.00 uur Bezoekadres: Servaashof, Stationsweg 46 Openingstijden locatie Venlo Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 9.00 tot 12.00 uur Woensdag 13.00 tot 16.00 uur Bezoekadres: RCG Venlo, Tegelseweg 210 33 | mentaal
Hulp bij Dementie
Toename dementerende mensen Dementie is een ziekte die zich vooral op latere leeftijd openbaart. Naarmate mensen ouder worden, neemt dus ook de kans toe dat ze met een bepaalde vorm van dementie te maken krijgen. Aangezien het percentage ouderen in de bevolking van westerse landen toeneemt, krijgen steeds meer mensen met deze aandoening te maken.
‘Opa wordt een beetje dement’ Lisette Dickhoff-Evers werkt als ketenregisseur bij ‘Hulp bij Dementie Regio Noord-Limburg’. Deze organisatie heeft als doel de zorg en de dienstverlening aan mensen met dementie en hun mantelzorgers te verbeteren. Vincent van Gogh, voor geestelijke gezondheidszorg, is één van de participanten in dit samenwerkingsverband. Verder participeren het VieCuri, Proteion thuiszorg, Synthese, Vrijwillige Thuishulp, Wel.kom, Vorkmeer, zorgcentrum La Providence, zorgcentrum St. Jozef Meijel, Vincent DePaul, Allerzorg, Cohesie, Alzheimer Nederland afdeling Noord-Limburg, de Zorggroep en Cohesie. 34 | mentaal
In 2007 heeft de toenmalige staatssecretaris voor Volksgezondheid, mevrouw Bussemakers, de opdracht gegeven om ketenzorg dementie in Nederland te gaan ontwikkelen. In 2012 moet dit overal in Nederland gerealiseerd zijn. Dit is zo gesteld omdat in 2030 het aantal mensen met dementie verdubbeld zal zijn, ook in Limburg. In Limburg is een enorme toename van de vergrijzing en dus dementerende mensen. Er zullen derhalve ook steeds minder jonge mensen zijn die voor deze veelal oudere mensen kunnen of willen zorgen. De druk op de schouders van de mantelzorgers (familieleden, vrienden, kennissen en buren die zorgen voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden) zal hierdoor alleen maar toenemen. Verontrustend is, dat mantelzorgers vaker zelf zorgvrager worden door de langdurige stress die om de hoek komt kijken bij het zorgen voor een dementerende ouder of echtgenoot. Bussemakers heeft dit signaal in een vroegtijdig stadium opgepikt. Hulp bij Dementie De organisatie Hulp bij Dementie Noord-Limburg biedt hulp aan mensen waarvan men vermoedt dat er dementie in het spel is, en aan familieleden en partners. In opdracht van deze organisatie is onderzoek gedaan bij mantelzorgers naar de knelpunten die zij ervaren in de zorg en diensten aan mensen met dementie en hun mantelzorgers. Uit dit onderzoek kwamen verschillende punten naar voren. Zij misten bijvoorbeeld één aanspreekpunt. Er waren veel
organisaties betrokken bij hun naaste, maar er werd slecht gecommuniceerd. Ze hadden vraagtekens bij de deskundigheid van mensen die extramuraal de zorg bieden aan dementerenden. Dit alles is leidraad geweest om het dementieprogramma te schrijven. Om dit in de praktijk te gaan neerzetten, is de functie van ketenregisseur in het leven geroepen.
Lisette Dickhoff-Evers (foto) vervult deze functie sinds 2008. Zij is hier de uitgelezen persoon voor. Zij heeft zelf lange tijd de rol van mantelzorger vervuld. Lisette is 54 jaar en komt uit een echt arbeidersgezin. Van jongs af aan heeft zij hard gewerkt en vele opleidingen gevolgd, maar nooit echt iets gevonden waar ze haar ziel en zaligheid in kwijt kon. Ze heeft voortdurend geweten dat ze veel meer kan en wil. Dementie heeft in deze altijd haar interesse gehad. Zij heeft zorggedragen voor haar demente vader en weet dus als geen ander wat de rol van mantelzorger inhoudt. “Mantelzorger is toch echt heel anders dan hulpverlener. Ik heb hier heel veel van geleerd. Ik wilde hier heel graag iets mee, maar wist nooit precies wat. Tot het moment dat ik de functie van ketenregisseur ben gaan vervullen. Nu weet ik het zeker: dit is het, hier heb ik het allemaal voor gedaan!”
- indien nodig - te wijzen op de gemaakte afspraken, en het aansturen van trajectbegeleiders. Trajectbegeleiders zijn professionals die het aanspreekpunt zijn voor mensen met dementie en hun mantelzorgers. Zij begeleiden het traject vanaf het moment dat bij iemand dementie wordt vastgesteld, tot aan overlijden, of zes weken na opname in een verpleeghuis. Noord-Limburg koploper Lisette: “In het landelijk netwerk ketenzorg is Noord-Limburg koploper en heeft een voorbeeldrol. Waar we dit succes aan te danken hebben? Ketenzorg valt of staat bij de intentie van de organisaties om dit samen te doen. Deze intentie is er in Noord-Limburg. Daarnaast hebben we mantelzorgers vanaf dag één heel nauw betrokken bij het project. Dat is heel belangrijk. Als professional wil je namelijk soms weleens te professioneel denken, waarbij je de cliënt ‘vergeet’. Wat ook heel belangrijk is, dat de bestuurders van de organisaties goede contacten onderhouden met gemeenten en zorgkantoren. Last, but not least de enorme gedrevenheid van de trajectbegeleiders. Zij werken niet alleen met een doel, maar ook met passie!” Lisette tot slot: “Ik denk echt dat we daadwerkelijk iets kunnen veranderen in de zorg voor dementerenden. Als organisaties kunnen laten zien dat zij de intentie hebben dat de vraag van de cliënt er daadwerkelijk toe doet en écht luisteren, dan kan er iets veranderen. Laat dementerende mensen zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven behouden. Als trajectbegeleider kun je daarin ondersteunen en adviseren. Jezelf leren om goed te luisteren en te doen wat je zegt dat je gaat doen. Dat is de grootste uitdaging in het werk van trajectbegeleiders”. Eleän Mulder-Verleg
De twee meest belangrijke taken van Lisette zijn de deelnemende organisaties steeds weer 35 | mentaal
Ons werk, onze mensen, zo kleurrijk als Vincent van Gogh