P 3A 9110 afgiftekantoor Brussel X Oude Graanmarkt 5 1000 Brussel
BELGIË-BELGIQUE P.B. BRUSSEL X BC 6386
MAANDBLAD > JAARGANG 37 > NUMMER 2 > FEBRUARI 2013 (verschijnt niet in juli en augustus)
BUREN VAN DE MARKTEN > YOLANDE POULIN EN CLAUDE BLONDEEL > P6
Mensen uit de buurt: Sonia van de Economata Espanol ©Stadsbiografie - Charles Six
STADSCHAP VIJFHOEK > ZUIDERTOREN > P10
BATAAF IN BRUSSEL > SCHANDAAL IN DE HOOGSTE KRINGEN > P11
FEBRUARI IN DE MARKTEN MENSEN UIT DE BUURT IN BEELD
DE VIJFHOEK IN DE WIJK
VAN NINOOFSE POORT TOT DE MIDI
ECONOMATA ESPANOL De Economata Espanol werd in 1962 geopend. Moeder Marisol ging in 1968 achter de toonbank staan. Dochter Sonia nam over in 1969. In deze mooie winkel kan je terecht voor paëllapannen, kruidenierswaren, verse producten en zelfs sportkledij. Specialiteiten zijn queso, jamon serrano en chorizo. De familie is afkomstig uit Asturias maar de producten komen vanuit heel Spanje. Sinds een tijdje is er ook een vitrine met producten uit Brazilië. Uitbaatster Sonia is geboren in de winkel en staat nog iedere dag met veel plezier achter de toonbank. Economato Espanol, sua vitrine do Brasil, Sonia Europaesplanade 9 (ao da torre do Midi) 02 521 47 36 Aberto de terça a sabado das 9h às 19h30, Domingo das 8h às 14h. ©Stadsbiografie - Charles Six
2
We nemen u mee naar een stukje Brussel dat (alweer) op het eerste zicht zijn beste tijd gekend heeft, zowel aan de binnenkant van de de Kleine Ring, als aan de buitenkant. Een stadsdeel dat pas sinds halfweg de 19de eeuw aan het verstedelijken is, en dat tot dan toe bestond uit zompige weidegronden waar de Zenne zich in verschillende armen door kronkelde. Dat het hier vroeger beter was klopt maar voor enkelen, de fabrieksbazen. De arbeiders werden ondergebracht in piepkleine huisjes in stegen en impasses. Armoe troef. Het is zoals veel buurten rond grote stations een transitbuurt waar bevolkingsgroepen elkaar aflossen. Het begon in het begin van de 20ste eeuw met de joodse lederbewerkers die zich in Kuregem vestigden, in de buurt van de slachthuizen. Ze werden gevolgd door Zuideuropese inwijkelingen, Noordafrikanen en Oosteuropeanen. Zodra de bewoners het zich kunnen permitteren ontvluchten ze de wijk om zich elders, waar het beter is, te vestigen. Het is een stuk stad, dat zowel aan de Brusselse als aan de Anderlechtse kant, door de lokale politici uit het oog verloren werd omdat er toch geen stemmen te rapen vielen. Maar stilaan keert dat omdat het stemrecht is uitgebreid en omdat er veel nieuwe Belgen wonen. En gelukkig (en ook alweer) vonden we mensen die het er wel goed wonen vinden, of die zich wel inzetten voor straat, wijk en bewoners. Die de ongemakken niet uit de weg gaan, maar ze weten te plaatsen tegenover de kwaliteiten van de buurt.
CURSUSSEN EN LEZINGEN
THEATER
D°EFFEKT SPEELT THUIS Vroeger kon ma zingen. Als een lijster. Pa was beenhouwer. Maar hij werd rood in zijn gezicht. Pa en ma zitten vast. Samen met mevrouw Vergote. Soms komt Rik langs. Spel: Sarah Delafortrie, Pieter Delfosse, Annelies De Ville, Lindsay Jacobs, Kris Snick Regie: Nimfa Tegenbos Tekst: Hugo Claus De Markten 21, 22 en 23 februari om 20.30u 1 en 2 maart om 20.30u Toegang: 10/8 euro
Poëziecafé
VAN HUGO CLAUS TOT RAMSEY NASR Eind januari verscheen het gelijknamige boek van de bloemlezers Koen Stassijns en Ivo van Strijtem. Het wil een overzicht geven van de moderne klassiekers, van 1945 tot bijna vandaag, uit de Nederlandstalige poëzie. Dit wordt een uitzonderlijke woensdagmiddag vol gekende klassiekers afgewisseld met aangename en vooral boeiende verrassingen. Ivo van Strijtem, onze vaste poëziecafébaas, vergast zijn tooghangers op de mooiste gedichten uit deze bloemlezing en de achterliggende redenen van zijn keuzes. Woensdag 20 februari om 14u
© Henk Van Rensbergen - www.abandoned-places.com
CONCERT
STEMMEN UIT BABEL In deze reeks behandelt historicus Hans Vandecandelaere (zie ook: In Brussel) 60 jaar migratie naar Brussel. Per thema op een gepaste lokatie en op een gepaste manier. Zuid van het zuiden (wandeling) Vanaf de jaren 1960 werden restaurants, opvanghuizen en winkels rond het Zuidstation dé referentie voor Spaanse arbeidersmigranten. De meeste Spanjaarden waaierden decennia later uit over het gewest, maar sommigen bleven. Over historische relicten, gepolitiseerde arbeiders, stoffige mijnschachten, pulpo Gallego en schuimende cider. Zaterdag 9 februari om 14u
Brazil Saint Gilles (wandeling) Met hoeveel is moeilijk in te schatten, maar dat ze met veel zijn en Sint-Gillis hun bakermat lijkt te worden, is zeker. Braziliaanse migratie naar Brussel is recent en heeft bitter weinig van doen met samba en bossa nova. De gemeenschap worstelt nog met gedwongen clandestiniteit. Toch wordt ze stilaan zichtbaar in het straatbeeld. Een wandeling langs enkele vitrinekasten die problemen en uitdagingen vertellen. Zaterdag 23 februari om 14u
VOOR KINDEREN
CIRCUS EN CREASTAGE Tijdens deze stage worden de deelnemers ondergedompeld in de wondere wereld van het circus in al zijn aspecten. Ze krijgen de verschillende circustechnieken aangeleerd en werken toe naar een toonmoment op het einde van de stage. Costumes, decor en attributen, alles wordt zelf gemaakt onder begeleiding van een gezond gekke creatieve duizendpoot.
KRISTAL KLAAR JAZZPIANO Hommage aan Edward “Duke” Ellington. Het tweede concert in de 5e editie van “Kristal Klaar” staat in het teken van de jazzpiano, en meer nog, in het teken van Edward “Duke” Ellington en wordt geleid door Stijn Wauters. De muziek van Ellington is veelzijdig, humoristisch, spitsvondig, maar vooral zeer tijdloos. Dat bewijst de jonge garde van de Kunsthumaniora in een gevarieerd en bezielend concert, waarin de jazzmuziek van weleer op een verrassende manier nieuw leven wordt ingeblazen! Het werk van Duke Ellington vormt de rode draad van dit concert. Klassiekers als “Take The A Train”, “It Don’t Mean A Thing”, en “Caravan” worden afgewisseld met minder bekende composities zoals “Isfahan”, “Black Beauty” en “Cotton Tail”. De Markten, donderdag 21 februari om 20u. Info en tickets:
[email protected]
TENTOONSTELLING
A LOOK INSIDE Privacy is een kostbaar goed. Toch wordt er in onze maatschappij heel paradoxaal mee omgesprongen. Mensen zijn gechoqueerd door het absurd aantal veiligheidscamera’s en de geautomatiseerde controlemogelijkheden, men voelt zich voortdurend bekeken. Anderzijds gooien mensen hun ganse leven te grabbel op sociale netwerksites. Moeten we hier bezorgd om zijn, of kunnen we rekenen op de goede bedoelingen van overheid en bedrijven? Kan de technologische evolutie een utopische maatschappij creëren, of is deze artificieel? Ontdek het op de interactieve tentoonstelling A Look Inside, met werk van onder meer Stanza(GB), Sylvain Vriens (NL), Manu Luksh (GB), Front404 (NL), Bureau d’Etudes(FR), Heith Bunting (GB), Bart Dewolf (BE), Wendy Van Weynsberghe (BE), Briko2K (BE), Dawamesk, (BE), Alex Mayo & Robotic Works (BE), Bob De Groof (BE), Heardryers (BE) en BRTNY (BE). De tentoonstelling loopt nog tot en met 3 februari en is gratis te bezichtigen van 12 tot 18u. Organisatie: De Markten, deBuren & Restart VZW. Info: www.demarkten.be www.deburen.eu
De Markten Van 11 tot 15 februari Voor kinderen en jongeren °2001-2006 Deelnameprijs: 80/60/40 Org.: Circusatelier Zonder Handen i.s.m. Centrum West.
Organisatie en info: De Markten, 02 512 34 25, www.demarkten.be,
[email protected]
3
STADSBERICHTEN
LEZERS VAN DE VIJFHOEK… IN DE RIOLEN De ondergrond van Brussel herbergt een riolennet van 350 km, waar van op straat enkel de straatkolken en riooldeksels van te zien zijn. Dit netwerk is essentieel voor de afvoer van afvalwater en de preventie van overstromingen. Het wordt onderhouden door rioolruimers: moeilijk en gevaarlijk maar heel belangrijk werk. De Vijfhoek nodigt graag enkele lezers uit voor een begeleid bezoek aan het Riolenmuseum in het Octrooipaviljoen aan de Anderlechtsepoort, inclusief wandeling in de stadsriolen en bezoek aan een collector op woensdag 27 februari om 15u. Inschrijven noodzakelijk bij De Markten, 02 512 34 25,
[email protected] Snel zijn is de boodschap, er kunnen maximaal 12 lezers mee.
4
NIEUW BESTUUR IN BRUSSEL-STAD: WIE IS SCHEPEN ELS AMPE? Els Ampe: Ik ben geboren in Oostende. Ik studeerde burgerlijk ingenieur aan de VUB en management aan de ULB. Na mijn studies heb ik gewerkt als zelfstandig schatter van onroerend goed en ik deed gerechtsexpertises. Ik woonde toen, heel graag, in Sint-Gillis. De liefde bracht mij naar de Maria-Christinawijk in Laken, waarvan ik eerst dacht: wat is dat hier? Maar nu ik voel ik me er thuis. Ik ben snel in het stadscentrum en kan snel de stad uit. Bovendien kan ik hier om 20 uur ’s avonds nog een brood vinden bij de bakker: dat is luxe. Wat is je politieke parcours tot nu toe geweest? Politiek heeft mij steeds geboeid. Ik ben er van overtuigd dat engagement en actie verandering brengen. Aan de VUB was ik studentenafgevaardigde in de Raad van bestuur en voorzitter van de sociale raad. Later werd ik actief bij open VLD. Ik heb er de jongerenafdeling nieuw leven ingeblazen: er kwamen nieuwe jonge mensen bij met verfrissende ideeën. In 2004 werd ik verkozen in het Brussels Gewest en in 2006 werd ik gemeenteraadslid.
En nu ben je schepen… En moet ik het gaan doen! Ik geef toe dat ik de eerste dagen best wat stress had: ik lag wakker over de zoutvoorraden van de stad en bij elk putje in het voetpad dacht ik help! Zoveel te doen! Maar toch, er zijn al beslissingen. Zo bijvoorbeeld krijgen de veelgeplaagde bushokjes in Neder-overHeembeek een smaller dak zodat ze niet meer om de haverklap stukgereden worden door de MIVB-bussen. En zodra het wat minder koud is, komt er een oplossing voor de file in de Wetstraat. Er komt een extra rijstrook bij, het fietspad blijft en de parkeerstrook die exclusief voorbehouden was voor politici verdwijnt. Je bent bevoegd voor wagenpark, mobiliteit openbare werken. Die bevoegdheden zijn heel erg verbonden, vandaar dat het goed is dat nu één schepen ze beheert. Het zijn bevoegdheden met heel veel impact, zie maar het verhaal over de Wetstraat. Als ik mobiliteit hoor denk ik mobiliteitsplan en centrale lanen. Het mobiliteitsplan zal een groot effect hebben op de stad en ook op de herinrichting van de centrale lanen. Ik wil hier snel mee gaan, binnen een maand wil ik mijn ideeën rond heb-
ben, om daarna in overleg te gaan. Dan zijn we al snel één tot twee jaar verder en moet alles nog uitgevoerd worden. Het zijn materies die tot veel discussie leiden. Dat is normaal: er is verandering nodig. De bewoners van het centrum willen meer ademruimte. De comfortzone rond de Ilot Sacré is onvoldoende uitgebouwd en er is geen connectie met de Dansaertwijk. Er zijn er ook heel wat bewoners die niet willen opgesloten worden in het stadscentrum, die de vrijheid willen behouden per wagen hun huis te bereiken en ook makkelijk de stad uitwillen. Dat betekent dat er een compromis moet gezocht worden tussen bereikbaarheid en leefbaarheid. Deze verzuchtingen verzoenen is mogelijk maar vraagt keuzes. In ieder geval zal geen enkele oplossing iedereen tevreden stellen, maar dat is dan maar zo. Ik wil een beleid voeren dat tegemoet komt aan de verwachtingen van veel mensen. Ik geloof echt dat dit kan. Weet je, één derde van de bewoners is ouder dan zestig en één derde jonger dan tien. Ook voor hen moet de stad leefbaar blijven. Veel van hen gebruiken de auto omdat ze ziek zijn, of gehandicapt of omdat ze dat verkiezen. Dat moet kunnen. Ik wil een beleid voeren waar zowel autogebruikers als fietsers en voetgangers beter van worden.
Ben je niet bang daarop afgestraft te worden? Nee, dat is dan maar zo. Makkelijk wordt het niet en keuzes maken hoort bij de opdracht. Maar goede communicatie en overleg zijn erg belangrijk. Een voorbeeld: in Brussel Stad ben ik bevoegd voor 1200 straten. Ik ga eerst per wijk een analyse maken van wat er moet gebeuren per straat: voetpaden herstellen, herasfalteren… Per wijk zal die analyse dan naar de burger gaan, waarna die betrokken wordt bij de prioriteitenkeuze. Tijdens deze legislatuur kunnen er 12 assen aangepakt worden, de centrale lanen niet meegerekend. Die horen tot de bevoegdheid van de burgemeester. Daarnaast zullen er ook heel wat kleinere straten aangepakt worden. Zie je het zitten? Absoluut! Een grote troef is, dat heb ik meteen al ontdekt, dat de stad Brussel beschikt over erg veel goede en gemotiveerde ambtenaren. Dat is luxe!
GOED NIEUWS Beweren dat Kuregem er in de berichtgeving niet altijd even goed uitkomt is een understatement. En dat zijn ze daar in Kuregem, net aan de overkant van de Poincarrélaan, grondig moe. Daarom werken een aantal organisaties in de wijk onder impuls van Dirk De Caluwé aan een reeks publicaties over de wijk waarvan nu het tweede nummer verschenen is met de niet mis te verstane titel: Goed Nieuws.
Heist-op-den-Bergenaar een missie
met
Dirk De Caluwé raakte in ’98 in zijn zetel voor de televisie in Heist op den Berg gefascineerd door de berichten over de rellen in de wijk. Het ging enkel over drugsdealers, onveiligheid, vuil,… nooit over de oorzaken. ”Hoe is het zo ver kunnen komen?” vroeg hij zich af. Hij pendelde sindsdien op en af, niet om den brode maar uit engagement, en had er ontmoetingen en gesprekken met de meest uiteenlopende mensen: professionelen en bewoners, nieuwkomers en oude “autochtonen”. Hij schreef zijn bevindingen eind de jaren ’90 neer in teksten die nauwelijks verspreid en gelezen zijn geraakt, maar die hemzelf inzichten opleverden waarmee hij verder wou werken. Hij maakte nadien omzwervingen via andere Brusselse buurten: Alhambra, de Kaaien, Molenbeek,… en telkens met dezelfde bedoeling: onderzoeken en ondervinden hoe het sociale weefsel er in elkaar zat en mensen hierover vertellen, o.a. in de vorm
van wandelingen georganiseerd door Tochten van Hoop.
Wie het verleden kent… Een goede 10 jaar later, in 2011, kwam hij terug naar Kuregem en liep er een pak organisaties af op zoek naar steun en medewerking voor de realisatie van een eerste publicatie: De Historische Context van de wijk. Deze verscheen begin 2012 en draagt bij tot een beter begrip van het huidige gezicht van de wijk. De impact van de uitgave is niet te onderschatten aldus Isabelle Durieux, coördinator van Infor-Femmes, één van de partnerorganisaties. “Ze heeft tal van werkers die nooit eerder met elkaar contact hadden aan het praten gebracht. Het feit dat de brochure enkel in het Nederlands verscheen maakte anderstaligen extra benieuwd. Bovendien heeft Dirk voor de twee publicaties met zoveel mensen en organisaties contacten gehad, dat hij op een of andere manier een spilfiguur in de wijk geworden is.”
Sociale cohesie In het tweede nummer, Goed Nieuws, gaat het over de formele en informele sociale netwerken in de wijk. Meer dan 200 organisaties worden in kaart gebracht en dat verdeeld over verschillende domeinen: tewerkstelling, onderwijs, sport, vrije tijd,… en is in die zin een naslagwerk voor iedereen die in de wijk woont of werkt. Maar helaas, enkel goed nieuws valt ook hier niet te lezen. Elk hoofdstuk begint met een analyse van de problematiek in de wijk: armoede, werkloosheid, opleidingsniveau, woonkwaliteit,… Weinig rooskleurig. En bovendien komt de overheid er ook niet erg goed uit: drie decennia lang
werd Kuregem genegeerd wegens weinig kiezerspotentieel. De laatste jaren, sinds de verruiming van het stemrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen is de situatie wat beter. Maar de kortzichtigheid waarmee er beleid gevoerd wordt en waardoor geld over de balk gegooid wordt is stuitend. Wat is dan het goede nieuws? Dat tal van mensen en kleine organisaties met heel veel inzet het tij proberen te keren, en hun geloof in de mogelijkheden niet zijn kwijtgespeeld.
een tentoonstelling. Die kwam onafhankelijk van de brochure tot stand. Ze is het resultaat van een fotografieen interviewatelier van Infor-Femmes. De tentoonstelling loopt nog tot 15 februari in de Curo-hall, Ropsy Chaudronstraat 7, Anderlecht. Info: Info-Femmes, 02 511 47 06,
[email protected]
Goed nieuws geëxposeerd De publicatie van dit tweede nummer gaat gepaard met de presentatie van 5
BUREN VAN DE MARKTEN Yolande Poulin en Claude Blondeel
Yolande Poulin en Claude Blondeel wonen meer dan 20 jaar in de wijk, eerst in Zelfbestuursstraat, die ze zelf steevast de Autonomiestraat noemen, later in de Lambert Crickxstraat. Allebei zijn ze gebeten door cultuur wat Claude zeker goed uitkomt, als je weet dat hij, nog even, cultuurredacteur is bij Klara en Radio 1.
D.V.Vertel eens hoe jullie in Brussel terecht gekomen zijn. Claude Blondeel: Yolande en ik kennen mekaar al van toen we zestien waren. We woonden allebei in Halle. Ik was toen al verliefd op haar maar zij moest niet veel van me hebben. Ze had liever jongens met blauwe blazers, terwijl ik rondliep in jeans. Ik “was” Bob Dylan. We liepen van in het middelbaar allebei school in Brussel. Ik ging daarna naar het Rits. Yolande Poulin: … en ik naar La Cambre. Daarna volgde ik de avondopleiding steendruk aan de academie van Anderlecht. Ik vond daar in de buurt, in de Dorpsstraat iets om te wonen. Van de Dorpsstraat ging het naar de Autonomiestraat en een paar jaar geleden konden we hier iets kopen. D.V.: Hoe beleefde je je studententijd in Brussel? C.B.: Ik woonde mijn hele studententijd in Halle. ’s Nachts had je om 12u34 een trein die met de postzakken naar Parijs ging en die stopte in Halle. Dus kon ik nog naar de film of een voor-
6
stelling gaan, daarna een pint drinken en toch nog thuis geraken. Y.P.: Het voordeel van Halle is dat je in een wip in Brussel bent. Eigenlijk kwamen we naar Brussel voor cultuur want in Halle was er niks. C.B.: Film, Théâtre 140 en niet te vergeten de formidabele boekhandel Corman of La Maison Bleue, een mythische plek in de Nieuwstraat. Je kon daar een hele namiddag naar L.P.’s luisteren zonder dat je buiten werd gezet. D.V.: Brussel was toen nog een bruisende stad? Y.P.: En nu niet meer of wat? Kijk er de programmaboekjes maar eens op na. C.B.: Zeker voor de Vlamingen is het een bruisende stad geworden. Wij spraken Frans als we naar Brussel kwamen. En dat was evident. Nu is Brussel een formidabele cultuurstad geworden, ook voor Nederlandstaligen. Begin de jaren ’80 bewezen de Vlamingen dat ze geen boerkes zijn. Je had een explosie van talentvolle mensen à la Decorte, Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Fabre,… Voeg daarbij de fantastische lokaties en de bijhorende evenementen van de Vlamingen. De francofonen hadden opeens door dat ze niet meer omheen de Vlamingen heen konden. Want daar gebeurde “het”.
D.V.: Het is duidelijk: jullie zijn cultuurconsument, of –genieter, of hoe moet ik het noemen? C.B.: Ik ben cultuurjunk, -verslaafde. Y.P.: De enige verslaving die op de lange duur niet levensbedreigend is en je berokkent ander mensen geen kwaad, integendeel. C.B.: Keith Richards beweerde dat zijn cocaïneverslaving geen kwaad kon omdat hij zich de beste coke ter wereld kon permitteren. Wel, mijn cultuurverslaving kan om dezelfde reden ook geen kwaad. Bovendien hoeft het me niet veel te kosten: boeken en C.D.’s vind je bijvoorbeeld zo goed als gratis in de bibliotheken. En ik verrijk me, ik word er beter van. D.V.: Is dat de reden waarom je aan cultuur doet? C.B.: Inderdaad, je wordt er beter van omdat je je geest verrijkt, je komt tot inzichten, je wordt er intelligenter van. Als ik een boek lees of naar goede muziek luister, ervaar ik een fysiek genot. En ik verbaas me over het enorme aanbod bibliotheken in Brussel. Sinds de hoofdstedelijke bib aan het rondzwerven is ga ik terug naar de bib van Anderlecht. Daar komt heel weinig volk, met het voordeel dat alles daar altijd is. Ik heb ook de Franstalige bib van de Riches Claires ontdekt. Dat is een paradijs, zelfs in het Nederlands.
D.V..: Hoe is je verslaving begonnen? C.B.: Ik had het geluk in mijn leven altijd goede mentors te hebben, mensen waar ik naar opkeek. Dat was ook zo in het Sint Jan Berchmanscollege. Zonder dat ze me daartoe verplichtten brachten die me aan het lezen door de bevlogen manier waarop ze vertelden. Voor 5 frank kocht ik boekjes in de Pêle Mêle. D.V.: Het is me duidelijk dat jullie alleen al omwille van het culturele aanbod van Brussel houden. Maar even dichter bij huis: wat heeft deze wijk te bieden? Y.P.: Hier heb je ontzettend veel kledingwinkels, maar dat zijn alleen grossisten. Dus kan je hier als particulier niets kopen. En verder is er hier niks. En dat is misschien juist het toffe, dat het hier zo kalm is. C.B.: Het is hier echt wel een dorp. ’s Avonds gebeurt er niks. Er zijn zelfs geen cafés of restaurants. Het is hier in zeker zin heel residentieel. Maar je kan overal naar toe, zonder auto. D.V.: Is er iets wat de bewoners met elkaar verbindt? C.B.: Ik heb de indruk dat de mensen hier nogal individueel leven. Y.P: Maar tegelijk stopten we vorig jaar naar aanleiding van Fête des Voisins een uitnodiging in de bussen bij de buren. Onze zoon die hier tegenover woont had het op facebook
gezet. Een drankje en een hapje op het plein, meer was het niet. En tot onze grote verbazing kwam daar behoorlijk wat volk op af. Veel jonge mensen en erg veel kunstenaars! C.B.: Dat is nog op een zeer gezellige avond uitgedraaid bij ons thuis. Het is hier een soort Saint Germain des Prés, een nieuw soort La Bohème. Bijzonder interessante mensen, heel vaak tweetalig.
Het is hier een soort Saint Germain des Prés met bijzonder interessante mensen D.V.: Wat heb je in al de tijd dat je hier woont zien veranderen? Y.P.: We wonen hier sinds 1991 en we hebben de buurt vooral armer zien worden. Waar het vroeger allemaal grossisten waren in grote merken is het nu allemaal troep. Ik herinner me nog uit mijn studententijd dat dit de buurt was van de grote stoffenzaken, met lange comptoirs. C.B.: Le Triangle d’Or noemde men het hier vroeger. Toen stonden de straten vol met Bentleys, Ferraris en andere chique wagens, nu staan
ze vol met witte kamionetten die ’s nachts geladen en gelost worden. Het is een publiek waar we veel minder contact mee hebben, dat ons zelfs ontwijkt, heb ik het gevoel. D.V.: Ik wist eigenlijk niet dat het hier nog Kuregem was. Ik associeer dat meer met de andere kant van de Bergense Steenweg. Y.P.: Het is nog Kuregem, maar die naam wordt hier niet zo vaak in de mond genomen. C.B.: Wij gebruiken de naam wel, als een soort geuzennaam. Blij om hier te wonen. Ook al gaat het er soms heftig aan toe, of is het wel vreemd als je groepjes jongeren de hele dag op dezelfde plek ziet rondhangen. Y.P.: Er zijn veel codes op straat. In de zomer, als ik hier vlakbij op het pleintje een boek zit te lezen, merk ik hoe er gecommuniceerd wordt met signalen. En je ziet vreemde dingen gebeuren. C.B.: ’s Avonds als ik van een voorstelling kom zie ik ze ook wel rondhangen. Ik spreek ze niet aan, maar ik neem heel bewust de straatjes die eigenlijk “van hen” zijn, als statement, om te laten zien dat ze het niet helemaal voor het zeggen hebben. D.V.: Vind je dan niet dat de overheid moet ingrijpen? Y.P.: In het verleden hebben we nog
dingen gemeld aan de politie, toen er naast ons een pand gesquat werd, met behoorlijk wat overlast voor de hele buurt. Maar het was ontmoedigend hoe weinig reactie er kwam van de politie. C.B.: Die gasten die op straat rondhangen en daar wellicht dingen doen die beter het daglicht niet zien, daar kan ik mee leven. Maar wat mij hier en in heel Brussel het meeste stoort is het vuil op straat. Je kan hier niet rondlopen of je vindt een heel salon op de stoep. Y.P.: Een deel van de verklaring hiervoor is dat er in de buurt ontzettend veel verhuisd wordt. En veel brol wordt niet meegenomen, maar wordt gewoon op straat gezet. Verder komen hier veel mensen zonder spullen aan in de wijk. Die komen in een piepklein appartementje terecht en krijgen links of rechts een bed en een tafel. Op het moment dat ze iets beters op de kop kunnen tikken, gooien ze het andere op straat. Die hebben geen plaats om afgedankte meubels te stockeren tot het grof huisvuil langskomt. D.V.: Ooit, binnen afzienbare tijd, stoppen jullie met werken. Gaat er veel veranderen? C.B.: Om te beginnen: ik ga niet op pensioen, op 30 juni neem ik grote vakantie. Maar voor mij gaat het alleen
maar verergeren. Langs alle kanten zal ik gesolliciteerd worden om mee te werken aan projecten. Ik heb ook overal rondgebazuind dat ik binnenkort stop met werken, net omdat ik geen zin heb om in een zwart gat te vallen. Mijn agenda voor de maanden juli tot december zit al vol. D.V.: Soms denk ik dat jullie generatie het een pak gemakkelijker heeft gehad dan de generatie die nu op de arbeidsmarkt komt of een gezin begint. C.B.: Dat is zeker zo. Wij hebben hoerenchance gehad. Het leven was veel goedkoper, je vond hier en daar wat jobkes, je kon bijklussen. Toen ik afgestudeerd was heb ik bijna twee jaar de kat uit de boom gekeken, omdat ik nog niet echt wist wat ik wou doen. De mogelijkheden lagen open. Als ik zie hoe moeilijk jonge mensen het nu hebben om een nieuw programma te maken… Maar begrijp me niet verkeerd: we hebben hard gewerkt. We lagen niet met open mond te wachten tot de gebraden kippen er in vlogen. De mensen van onze generatie kregen vertrouwen van hun bazen. Er was veel minder controledrang. De bazen deden uiteindelijk zelf ook hun goesting. En dat leidde soms tot heel eigenzinnige maar bijzonder interessante programma’s die nu niet meer gemaakt kunnen worden.
D.V.: Nu moet alles luchtig zijn? C.B.: Op zich ben ik niet tegen luchtigheid. Ik hou van variété, ik kom uit de amusementswereld. Maar zoals ze in het Frans zeggen: il ne faut pas mélanger les essuis et les torchons. Variété en cultuur zijn twee verschillende dingen. Cultuur moet serieus gebeuren op een lichte manier, zoals we dat proberen op Klara. D.V.: Die lichtheid zegt, voor zover ik jullie heb leren kennen, misschien ook iets over hoe jullie in het leven staan? C.B.: Dat weet ik niet. Wij zijn twee heel ernstige mensen, Yolande nog meer dan ik. Maar misschien heb je wel gelijk, een zekere légèreté is ons niet vreemd. En wat ook klopt: voor ons geen zever, geen nonsens, geen pretentie. Ik ben wel ijdel, maar niet pretentieus. We doen alle twee ons best, zonder al te veel sporen van vernieling achter te laten. En we leven graag en goed. Y.P.: (Lacht) 7
DE NACHTWACHT > MET HET MOBIEL HULPTEAM VAN SAMUSOCIAL DOOR NACHTELIJK BRUSSEL Jean Felix werkt sinds 13 jaar bij Samusocial. Gedurende 10 jaar ging hij elke nacht op stap, nu is hij coördinator van de hulpteams. Sociaal assistente Sarah en opvoeder Quentin zijn nieuw. Ze werken met een tijdelijk contract gedurende de periode van het Winterplan, van begin november tot eind maart. Samen vormen ze een mobiel hulpteam dat ’s nachts in Brussel daklozen en hulpbehoevenden opzoekt. Hun shiften lopen van vier uur ’s middags tot halfdrie ’s nachts, of van 9 ’s avonds tot 8 ’s ochtends. “Best vermoeiend, maar het went”, vinden ze. Het wordt een koude nacht. Tot zowat middernacht gaan vier mobiele teams op ronde, in het tweede deel van de nacht nog één. We zullen ruim drie uur op stap zijn, maar dat leidt ons niet echt ver: er is hier veel werk te doen en elke ontmoeting vraagt veel tijd.
Veel lawaai, weinig privacy Aan de busbaan achter de grote post vinden we Eric, die lange jaren gevaren heeft en daarna zijn plek niet meer vond. Hij slaapt al heel lang op straat. Iets verder ligt André, een Pool die ook al jaren in de Brusselse straten woont. Hij is erg alert, hij volgt de actualiteit en filosofeert daar graag over. Ook hij wil niet naar een opvanghuis: te veel lawaai, te weinig privacy, zo zegt hij. Overdag eet hij bij Bij Ons/Chez Nous, ’s nachts blijft hij liever op straat. “Dat is wel vaker zo”, vertelt Jean, “het is er niet altijd even prettig. Het gaat meestal om meerpersoonskamers en niet alle gebruikers zijn even hygiënisch of rustig. Voor families is het anders: die krijgen meestal een familiekamer en hebben op die manier meer privacy.” 8
In de opvang aan het Vestje zijn er 110 bedden, voor mannen, vrouwen en gezinnen. In de de Koningsstraat zijn er 300 en aan de Charleroisesteenweg ook 300. “Dat volstaat niet”, zegt Jean, “er zijn zeker in koude periodes veel plaatsen tekort.” De Samusocial medewerkers nemen opvallend veel tijd voor elk van hun ‘klanten’. Ze luisteren uitgebreid naar hun verhalen, vragen of ze hulp nodig hebben, of ze een slaapplaats willen. Ze hebben ook broodjes, soep of thee en dekens in de aanbieding. Om de hoek stoppen we alweer. Aan de overkant van de straat zit een Roemeen in een rolstoel: één van zijn benen is geamputeerd. Hij vertelt dat hij er dag en nacht zit. Hij kwam naar België voor een prothese maar moet het geld ervoor nu bedelend bij elkaar zien te krijgen. Hij vertelt ook over zijn huis en drie kinderen in Roemenië die hij heeft moeten achterlaten… Schrijnend is dat, maar de man blijft glimlachen. De blauwe Samusocial-jassen trekken de aandacht, ze zijn bekend bij het doelpubliek. Martin, een vriendelijke, verzorgde dertiger spreekt ons
verlegen aan. Hij weet van geen hout pijlen te maken. Pech gehad, een rechtszaak verloren en sinds enige tijd op straat. Jean regelt voor hem een slaapplaats en een gesprek met een sociaal assistent. Intussen komt een graatmagere man met dreadlocks en meer dan één blauw oog ons aanklampen. Ook hij vertrekt na een telefoontje van Jean naar de Botanique. “Het is een taaie”, vertelt Jean, “en een beetje agressief”. Dat is wel duidelijk. Maar ook hij zal warm slapen vannacht. We gaan naar de post, waar binnen in de hall met geldautomaten twee mannen zitten kleumen. Ze hebben duidelijk teveel gedronken. Eén van hen vertelt geen plaats te vinden in een opvanghuis maar vooral het heel erg te vinden dat ze om 7u ’s ochtends uit bed moeten. Dat is nu eenmaal de regel. Hij begint ontroostbaar te huilen, zijn kompaan troost hem. Intussen komt een andere man met een grote kartonnen doos binnen en begint zich te installeren. We spreken hem aan maar hij verstaat geen letter Frans of Nederlands: communicatie onmogelijk dus. Hoe moet
Jean Felix (rechts op de foto) spreekt een dakloze aan. die zich redden in deze stad? Evengoed onmogelijk. Gelukkig komt de kompaan hulp bieden: hij spreekt de nieuweling aan in het Arabisch, ze zijn beiden Marokkaan. Nadat we de twee eersten hebben afgeleverd in de Botanique, rijden we verder naar de Charleroisesteenweg, daar zal de nieuweling een bed krijgen en een gesprek met een Arabisch sprekende sociaal assistent. Het zal hem mogelijk op weg zetten naar een nieuw leven in Brussel.
Op tijd bellen “Wie een slaapplaats wil, moet het gratis nummer 0800 99 340 bellen”, legt Jean uit. “Het blijft een beetje een loterij, ben je op tijd, en dat moet je zijn, zeker in koude periodes, dan kan je terecht, ben je te laat, tja, dan is het niks voor die nacht.” Welke route het hulpteam volgt, hangt af van verschillende factoren. Jean weet natuurlijk waar zijn klanten liggen, hij kent hen al jaren. Daarnaast zijn er de telefoontjes van hulpverleners, dokters, ziekenhuizen of politie, die signaleren waar er mensen met problemen zijn. “En
tenslotte”, vertelt Jean, “doen we ook aan prospectie: goed uitkijken op plekken waar mensen de nacht zouden kunnen doorbrengen, dan vinden we hen, beginnen met een praatje en krijgen stilaan hun vertrouwen.” Ze doen hun job graag, dat merk je. Zoals Jean zegt: “het is een moeilijke maar belangrijke job. Je moet er zijn voor de mensen, luisteren, heel veel oplossingen bedenken. Het is best vaak hard, je wordt geconfronteerd met zeer extreme situaties, je hebt zowel een groot hart als veel pragmatisme nodig. Als je het niet graag doet, blijf je niet!” We rijden terug voor twee stops op de Grasmarkt. In een portiek verblijft al weken een oudere Italiaan. Hij is blij met het gezelschap, de extra deken, de soep. En of we geen schoenen hebben? Jean zal het straks signaleren aan de volgende ploeg, er liggen nog schoenen in de reserve. Morgenvroeg heeft de man warme voeten. Is er steeds meer werk? “Absoluut” vertelt Jean, “de economische crisis heeft hier veel mee te maken. Je ziet ook steeds meer gezinnen op de dool, vrouwen en kinderen, schrij-
SPREEKBUIS > WONEN IN DE ‘TRIANGLE’ Sinds 1993 woon ik, met enkele jaren onderbreking, in de ‘Triangle’. In het Nederlands is de officiële naam ‘Driehoekwijk’, maar ik denk dat bij weinigen dan een belletje rinkelt over welke wijk het precies gaat.
nend is dat.” Op de Grasmarkt zit een jonge Roemeen onder zijn deken. “Ik red het tot min 5 graden”, vertelt hij, “dat heb ik geleerd in het leger”. Ook hij wil dus niet naar het opvanghuis maar accepteert graag thee en een extra deken. Het wordt steeds kouder. Onze shift zit erop, ik kan naar huis. In de straten zal de nacht nog lang duren. www.samusocial.be Gratis oproepnummer: 0800 99 340
De Triangle schuurt tegen de Brusselse stadsring aan, tussen de Anderlechtse Poort en het Zuidstation. Het plein ligt in het uiterste oosten van de Kuregemwijk en is een toegangspoort tot de gemeente Anderlecht. De Limnanderstraat, de Lambert Crickxstraat en de Zelfbestuursstraat vormen samen de driehoek. Aan elke hoek ligt een plein waarvan het Baraplein het meest gekende is, jammer genoeg vooral bekend van de hevige stadsrellen in 1997 die de omgeving vele dagen in hun greep hielden. Maar het beeld van Kuifje op het dak van Editions Le Lombard is een echte stadsbaken. De Pequeursquare is minder bekend, ook al was de redactie van De Morgen er tot voor kort vlakbij gevestigd. Het mooiste en meest interessante plein is ongetwijfeld de zogenaamde ‘Luchtscheepvaartsquare’. Het plein is weinig gekend bij de Brusselaars. Vanop de Brusselse stadsring krijg je nochtans een schitterende inkijk op het plein, wellicht zoeven de auto’s op de ring te snel voorbij. Het plein en de straten van de driehoek werden een vijftal jaren geleden met middelen van Beliris volledig
heraangelegd. Guitige gele straatlampen, honingbomen waaraan in de herfst lange peulen groeien, kriskras geplaatste zitbanken en een waterpartij geven een vrolijk gezicht aan het plein. De waterpartij, een attractie voor de kinderen uit de buurt, en de straatbedekking liggen er de laatste jaren echter hopeloos verkommerd bij. Jammer! Op het plein bevindt zich het prachtige historische gebouw van de Prévoyance Sociale dat vandaag de Dienst voor Oorlogsslachtoffers en het Studie- en Documentatiecentrum “Oorlog en Hedendaagse Maatschappij” (SOMA) huisvest. Het werd in het begin van de 20de eeuw ontworpen door architect Richard Pringiers, medewerker van de befaamde art nouveau architect Victor Horta. In 1930 werd het gebouw volledig verbouwd door architecten Fernand en Maxime Brunfaut, over wiens werk momenteel een tentoonstelling loopt in het Atomium. Ze breiden het gebouw aan elke kant uit met een appartementsgebouw bestemd voor de bedienden van de Prévoyance Sociale. De appartementen moeten voor die tijd behoorlijk comfortabel geweest
zijn, ook al zijn ze vandaag eerder bescheiden te noemen. Vandaag woon ik in één van de appartementen. Elke ochtend als ik wakker word en de gordijnen opentrek, kijk ik op de monumentale gevelsculptuur van beeldhouwer Dolf Ledel die een werkman voorstelt. In de lente nestelde tot voor een paar jaar een zwarte roodstaart tussen de voeten van de werkman, tot een zware regenbui het nest wegspoelde. Sindsdien zoeken de vogels onderdak in een gebouw aan de overkant van de straat en hoor ik bij uitzondering nog eens hun karakteristieke krakende roepgeluidjes. Op het plein staat ook nog een ander merkwaardig gebouw uit 1912 dat onlangs gerenoveerd werd door de liberale vakbond. Opmerkelijk is de grote betonnen koepel die doorboord is met duizenden cirkelvormige blauwe, gele, oranje en witte glastegels, vervaardigd door Val-Saint-Lambert. De Triangle was vroeger een sjiek en befaamd textielkwartier, waar vooral Joodse groothandelaars het mooie weer maakten. De textielgroothan-
dels zijn gebleven, maar worden de laatste jaren steeds meer uitgebaat door Pakistani en Chinezen. De buurt loont zeker de moeite om te verkennen. Bijvoorbeeld na een bezoek aan de zondagse Zuidmarkt. Voor of na het marktbezoek kan een authentieke Brusselse geuze of kriek gedronken worden in de nabijgelegen brouwerij Cantillon, de enige overgebleven ambachtelijke brouwerij van lambiek in Brussel. Relinde Raeymaekers Relinde Raeymaekers is sinds 1977 hoofdbibliothecaris van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek, en nu bij Muntpunt dat in september de deuren opent op het Muntplein.
9
STADSCHAP VIJFHOEK > ZUIDERTOREN Boven Brussel rijst, eenzaam en grijs … de Zuidertoren, onze vuurtoren, ons lichtbaken, onze barometer, weervoorspeller als ‘s avonds de rode zonnegloed van achter Molenbeek weerkaatst wordt in zijn duizend ruiten weten we dat morgen weer de zon zal schijnen en ’s morgens is hij de bode van het ochtendgloren, streepje voor streepje. De Zuidertoren, het land door bekend als de Pensioentoren en in die functie ook een trouwe wachter, een steunpilaar van onze sociale zekerheid in minder zekere tijden.
Plompverloren huizenblok
Aan zijn voeten de chaos van straten en straten en snelwegen en pleinen en pleinen en esplanades die met echte pleinen alleen de naam gemeen hebben: Place Bara de kwadratuur van de ellips, de Europa Esplanade, een poging om “een lijn te trekken” en de chaos weg te duwen
naar de Jamarlaan. Jamarlaan, een bundel van zeven rij- en parkeerstroken, busbanen en tramtunnels, geen overkomen aan, allez circulez. In zijn schaduw is er de Argonnestraat en het plompverloren huizenblok met de Spaanse en Portugese winkels en restaurantjes Economato Espanol, Café de l’Esplanade, Oh Fadista, en veel meer. Zondags is het hier echter feest. De Zuidmarkt is wereldberoemd tot ver over de Brusselse grenzen en trekt
volk van alle slag. De anarchie van de markt neemt het dan over van de ordinaire stadschappelijke chaos, het is er plots warm, mediterraan, geanimeerd, goedkoop en conviviaal. De markt deint uit tot onder de sympathieke rode lichtjes van de oude ijzeren viaduct en tot over de sporenbundel kant Fonsnylaan. Die heet daar nog Grondwetplein, naar de naam van het oude stationsplein.
Doorsneden laagland
De ruimtelijke verwarring in dit stadsdeel heeft een lange geschiedenis die nauw samenhangt met de ontwikkeling van het Zuidstation. Tot men in 1864 het tweede Zuidstation hier buiten de muren neerplantte, was dit gebied een door verschillende Zennearmen doorsneden laagland. Daar waar het oude Zuidstation nog een ruimtelijke relatie had met het stadscentrum via zijn stationsplein en via de huidige Stalingradlaan (Zuiddreef), werd deze relatie definitief de nek omgedraaid bij de aanleg van de Noord Zuidverbinding. Zo ontstond stilaan de huidige chaotische situatie. De komst van de TGV (1990) zorgde
10
inmiddels voor nog meer verwarring en speculatie die vandaag nog niet al zijn gezichten heeft getoond. De toenemende automobiliteitsproblemen maken het bouwen van kantoren in de buurt van stations steeds aantrekkelijker. Zo ontstaat er een nieuwe druk op de stationswijken met de al gekende ontwikkelingen langs de zijde Sint Gillis en de op stapel staande Victortorens (drie torens waarvan één even hoog als de Zuidertoren, 100.000 m2 hoofdzakelijk kantoren) langs de kant van Kuregem.
Eeuwen te laat
De Brusselse overheid tracht sinds begin jaren negentig één en ander in “betere” banen te leiden, hierbij in het geheel niet geholpen door de NMBS. Deze houdt er een eigengereide en in zichzelf gekeerde visie op na. Vandaag ontwikkelt de NMBS onder het mom van de renovatie van het station een grootschalig kantorenproject (250.000 m2) waarvoor ze de Franse architect Jean Nouvel hebben ingehuurd. Die maakt er naar gewoonte een spektakelstuk van met boven de sporen een V vormig gebouw van 120 meter hoogte. Zulke archi-patserijen
worden “un geste architectural fort” genoemd. Het Brusselse Gewest gaf tegelijkertijd opdracht aan ADT/ATO, zijn Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling om een “oriënterende nota” te maken over de ontwikkeling van de Zuidwijk. Zoals het er vandaag voorligt, komt deze nota eeuwen te laat en zal nogmaals niet opwegen tegen het geweld van publieke en private promotoren die weinig respect tonen voor de stedelijke omgeving. De Zuidertoren krijgt er waarschijnlijk enige broertjes bij. De chaos die de openbare ruimte rond het station vandaag op straatniveau vertoont, krijgt waarschijnlijk zijn derde dimensie. The skyline van Brussel wordt er niet beter van. Marcel Rijdams Foto’s MRD, Google Earth en Street View.
BATAAF IN BRUSSEL > SCHANDAAL IN DE HOOGSTE KRINGEN Als u nu een sappig stukje had verwacht over het seksleven van prins Filip moet ik u teleurstellen, ik had er graag een hele bladzijde aan gewijd, maar ik weet er niets van. Van mij mag qua seks iedereen zijn gang gaan, zo lang en zo vaak als hij of zij maar wil, daar moet in deze crisistijd niet op beknibbeld worden, anders blijft er helemaal niets over. In uw enthousiasme de grenzen der wet niet te buiten gaan alstublieft!
Schandaal
Het schandaal waar ik het over wilde hebben gaat over de opvoering van Verdis populaire opera La Traviata in Brussel. Schandaal is eigenlijk een te groot woord, ophef is misschien be-
ter, en om het publiek van De Munt tot de hoogste kringen te rekenen is wellicht ook wishful thinking. U kent het verhaal, een beroemde demi-mondaine ontmoet eindelijk de man van haar leven, maar het gaat niet door, ze offert zich op omdat anders het zusje van haar minnaar nooit meer aan de man komt. Ze sterft aan tuberculose in de armen van haar minnaar terwijl de sneeuw langzaam neerdwarrelt , ach. Andrea Breth, zeer bekend in Duitsland als theaterregisseur had de manier waarop mannen met vrouwen omgaan in het licht van prostitutie, pedofilie, pis en poep geplaatst, en dat viel een deel van het premièrepubliek, misschien nooit al of niet per ongeluk op een pornosite terecht gekomen rauw op het lijf. Boegeroep en ingezonden brieven. Peter de Caluwe, de onvolprezen directeur van De Munt moest de volgende keer voor het begin van de voorstelling het toneel op om te vertellen dat noch hij, noch De Munt, voorstander van prostitutie enzovoorts waren, naderhand kreeg het publiek een schriftelijke uitleg uitgereikt.
Genant Het genante van het geheel was de beledigende manier waarop sommige mensen aan hun verontwaardi-
ging lucht gaven. La Traviata is razend populair, iedereen kan de melodieën meezingen, maar meestal zie je uitvoeringen die de harde realiteit van het verhaal wat verdoezelen. Het verwachtingspatroon van het tamelijk bejaarde publiek was geheel anders.
Revolver Dat het nog straffer kan was tezelfdertijd in Antwerpen te zien. Daar werd Mozarts Zauberflöte gegeven. In plaats van een toverfluit kreeg Tamino door de regisseur een revolver in de handen gedrukt, waarmee hij op het eind één van de hoofdrolspelers doodschoot. Opera is een typisch Europese kunstuiting ,het behoort tot ons culturele DNA . Het is een unieke combinatie van muziek en toneel, het kan zo ontroeren dat je weer opnieuw weet dat het leven de moeite waard is. Het is begrijpelijk dat men niet eeuwenlang dezelfde Traviata of Zauberflöte kan geven, het valt dus te prijzen dat men probeert het publiek een actuele versie voor te zetten. En nog iets, er werd prachtig gezongen. Brussel is niet voor niets gekozen tot operahuis van het jaar. Daar mogen we best trots op zijn. Lang leve de opera! Hans Vossen
©Bernd Uhlig/De Munt
11
BERICHTJES VAN HIER EN GINDER VERENIGINGEN EN ANDERE LEUKE ACTIVITEITEN De ploeg van N-VA Brussel nodigt uit voor een bruisend nieuwjaarsevenement op zondag 3 februari in de Markten. Gratis receptie van 11u3013u. Brunch (20 euro) van 13u tot 16u met causerie van Matthias Diependaele. Diependaele is de nieuwe fractievoorzitter van de N-VA in het Vlaams Parlement. Hij zal ons vergasten op zijn laatste politieke inzichten en vooruitblikken naar het nieuwe politieke jaar 2013. Inschrijven is verplicht en kan via
[email protected]. De Vlaamse Club voor Kunst, Wetenschap en Letteren organiseert in februari twee gespreksavonden in de De Markten, telkens op maandag om 19u45. Op 4 februari zal Prof. Dr. Gilbert Eggermont, expert in nucleaire veiligheid, het hebben over “hoe technologische kwetsbaarheid beheersen bij te veel kernenergie”. Op 18 februari is Bernard Bulcke de gastspreker die een uiteenzetting zal geven hoe het verder met Europa moet. Info: www.vlaamseclubbrussel.be 12
Davidsfonds Laken ism GC Nekkersdal organiseert een infoavond “Leven langs het kanaal. Laken en Molenbeek,antropologisch doorgelicht”. Prof. dr. emeritus Johan Leman, antropoloog K.U.Leuven wil het portret dat hij schetst van de denkbeeldige wandeling langs het kanaal graag aanvullen met informatie van de aanwezigen. Afspraak op donderdag 7 februari om 20u in Nekkersdal, E. Bockstaellaan 107, 1020 Laken . Info:
[email protected] of via 0486 95 70 79
Interlitratour is een brede samenwerking van Vlaamse cultuurfondsen, literaire organisaties, zelforganisaties en cultuurhuizen. Interlitratour gaat op zoek naar literaire pareltjes in de wereld, in Brussel en in de wereld zoals ze vertegenwoordigd is in Brussel. Gespreid over de maand februari 2013 biedt Interlitratour u de kans tot literaire ontdekking en muzikaal genot. Een aanrader is de ontmoeting met de Sloveense schrijver Dušan Šarotar op 28 februari om 20u in Passa Porta, Dansaertstraat 46, 1000 Brussel. Info: www.interlitratour www.masereelfonds.be
banners cc BXXL.pdf
CULTUURCENTRUMBRUSSEL.BE: HET PROGRAMMA VAN 22 GEMEENSCHAPSCENTRA IN ÉÉN KLIK!
9
29/11/12
13:32
Het aanbod van de 22 gemeenschapscentra in 1 klik www.cultuurcentrumbrussel.be Cultuurcentrum Brussel bundelt het aanbod van de 22 Brusselse gemeenschapscentra op 1 website. Muziek, theater, workshops, films, cursussen, activiteiten voor kinderen tot senioren, en een infopunt. Ga eens kijken!
De nieuwe website Cultuurcentrumbrussel.be ontsluit het volledige aanbod van de 22 Brusselse gemeenschapscentra: zowel het sociaal-cultureel en artistiek programma, als het cursusaanbod en de kinder- en scholenwerking krijgen een plaats. Ook het aanbod van zalen en lokalen van de centra kan je hier raadplegen. Daarnaast blijven de individuele websites van de centra bestaan. Ze worden wel vernieuwd en krijgen meer mogelijkheden om het publiek te informeren. Dat geldt ook voor de website van De Markten: www.demarkten.be
Wie graag samen met de enthousiaste leden van “Zingende Brug” volksliederen uit een veelvoud van landen wil zingen, kan dat op zondag 3 februari tussen 15 en 18 uur. Inlichtingen: www.dezingendebrug.be
HELEMAAL VRIJWILLIG Het Punt-Steunpunt vrijwilligers Brussel- organiseert op 5 februari een training “omgaan met conflicten”. Op 21 februari en 14 maart vindt de vorming “interculturaliseren van je vereniging” plaats. Info & inschrijven: www.hetpuntbrussel.be 02 218 55 16
[email protected]
COLOFON Werkten aan dit nummer mee: Nora De Kempeneer, Pol Vervaeke, Etienne Philips, Jan Op de Locht, Veronique Van Craen, Hans Vossen, Marcel Rijdams, Arnout Wouters en Charles Six . Foto’s: De Markten en ingezonden Lay-out: Grafische Groep Tuerlinckx Molenstede Oplage: 7.000 Advertentiewerving: De Markten, 02 512 34 25,
[email protected] V.U: Isolde Boutsen De Vijfhoek is het maandblad van De Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel, 02 512 34 25,
[email protected], www.demarkten.be
Steun De Vijfhoek: uw steun blijft welkom op rekeningnummer 4331147061-61 van De Markten met vermelding “steun De Vijfhoek”. Voor het maartnummer van De Vijfhoek zijn teksten en aankondigingen welkom tot uiterlijk 12 februari. Openingsuren onthaal: maandag tot donderdag van 9 tot 20u, vrijdag van 9 tot 17u en zaterdag van 9 tot 13u (behalve tijdens de schoolvakanties). Met dank aan de Stad Brussel en de Vlaamse Gemeenschapscommissie