Dus… mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel? Een reflectie op het onderzoek van Edita Poljac
Jan-Pieter Teunisse
Discussion: Different from our expectations: 1. adolescents with autism seem to be able to switch between tasks in a similar way as are normally developing children, as long as tasks are explicitly announced => no switch specific impairment (see also Schmitz et al., 2006; Shafritz et al., 2008)
=> WCST findings need alternative explanations (e.g., high levels of task ambiguity; putting high demands on someone’s creativeness)
Gebrek aan flexibiliteit volgens Kanner en Asperger
DSM-IV criteria Autisme Spectrum Stoornissen 1. 2. 3.
Kwalitatieve stoornissen in de sociale interacties Kwalitatieve beperkingen in de communicatie Beperkte zich herhalende stereotype patronen van gedrag of belangstelling
DSM-V criteria Autisme Spectrum (2013) 1. 2. 3.
Klinisch significante, persisterende stoornissen in de sociale communicatie en interacties Beperkte zich herhalende stereotype patronen van gedrag, belangstelling of activiteit Symptomen zijn aanwezig vanaf de vroege kindertijd (maar worden soms pas zichtbaar als de sociale eisen hun beperkte capaciteiten overschrijden)
Moeite met schakelen: Zeer herkenbaar in het dagelijks leven Bevestigd door vragenlijstonderzoek bij personen met autisme en hun naasten (BRIEF, BFRS, VISK/VISV) Rigiditeit is een gegeven bij autisme Hoe moeten we dan de resultaten van Edita begrijpen? ⇒ no switch specific impairment We zien niet wat we denken dat we zien Wat we zien is misschien niet een probleem met schakelen.
Zwakke cognitieve flexibiliteit: Onvermogen tot het aanpassen van je plannen, gedachten en gedrag als de omstandigheden veranderen.
Wisconsin Card Sorting Test (WCST)
Hill, TRENDS in Cognitive Sciences, 2004
Kenworthy, L., Yerys, B.E., Gutermuth Anthony, L. & Wallace, G.L. (2008), Neuropsychology Review, 18, 320-338.
WCST: afwijkend
WCST: afwijkend
WCST: afwijkend
WCST: afwijkend
Jongeren met een zwakke mentale schakelvaardigheid tonen minder vooruitgang in sociale competentie dan jongeren met een goede flexibiliteit . -Berger et al. (2003), Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 25, 502-511. -Teunisse et al. (2007), Tijdschrift voor Psychiatrie, 49, 65-74.
‘No consistent evidence for cognitive flexibility deficits was found’ - WCST solide resultaten: afwijkingen voor autisme - Echter: WCST doet niet alleen een beroep op cognitieve flexibiliteit, maar ook op o.a. abstract redeneren, genereren van oplossingen, respons op sociale feedback, werkgeheugen - Andere klinische NPO-taken (TMT, D-KEFS kleurwoordtaak, CANTAB ID/ED) tegenstrijdige resultaten - Experimentele taken (zoals van Edita): geen afwijkingen voor autisme (4 studies) ‘There is a large lap between the day-to-day behavioral flexibility and that measured with these cognitive flexibility tasks’ Geurts, H.M., Corbett, B. & Solomon, M. (2009), Trends in Cognitive Science, 13, 74-82.
Een testsituatie verschilt van het ‘echte leven’: - Rustige testkamer - Onderzoeker legt alles precies uit - 1 taak tegelijk - Strategie wordt meestal aangereikt Terwijl mensen met autisme: -functioneren goed in gestructureerde omgeving (Schopler e.a., 1995) - hebben sterke behoefte om expliciet te weten wat er van ze verwacht wordt (Lovass, 1987)
Kenworthy, L., Yerys, B.E., Gutermuth Anthony, L. & Wallace, G.L. (2008), Neuropsychology Review, 18, 320-338.
Dus: De testeisen moeten meer op de eisen van het dagelijks leven gaan lijken: ecologische validiteit
Echter: Het is niet de bedoeling dat NPO slechts het dagelijks leven probeert te imiteren NPO moet cognitieve verklaringen geven voor multi-interpretabel gedrag in het dagelijks leven. Bovendien: De beoordeling van het dagelijks leven (ecologische standaard) is niet feilloos
Redenen om twijfel te hebben bij de ecologische standaard Perspectief: Verschil in beoordeling tussen observanten (patiënten, ouders, behandelaars) ‘Halo’ effect: tendens om bij het vormen van een oordeel over een specifiek aspect van een persoon (b.v. flexibiliteit) je te laten beïnvloeden door je algemene indruk van die persoon.
De Los Reyes & Kazdin (2005). Psychological Bulletin, 131, 483-509.
Halo effect Broadband constructs Measures of flexibility
CBCL
AQ
IQ
WCST
.06
.13
.19
CANTAB ID/ED
.09
-.01
.16
BFRS-R
.51*
.48*
-.51*
BRIEF Shift Scale
.54*
.39
-.50*
Neuropsychological tasks
Parent-based ratings
Berger, Oudshoorn, Verhoeven, Cuppen, Mol & Teunisse, submitted
Cognitief onderzoek moet verklaringen geven voor multiinterpretabel gedrag in het dagelijks leven. Onderzoek van Edita (en anderen) suggereert: Rigiditeit in het dagelijks leven bij autisme kan niet verklaard worden door gebrekkige cognitieve flexibiliteit Kanttekeningen: - niet gemeten hoe de prestaties op haar taak correleren met flexibiliteit in het dagelijks leven - niet gemeten hoe de prestaties op haar taak correleren met de WCST
Vraag: Wat kan het gebrek aan flexibiliteit in het dagelijks leven (en de slechte prestatie op de WCST) dan wel verklaren?
Discussion: Different from our expectations: 1. adolescents with autism seem to be able to switch between tasks in a similar way as are normally developing children, as long as tasks are explicitly announced => no switch specific impairment (see also Schmitz et al., 2006; Shafritz et al., 2008)
=> WCST findings need alternative explanations (e.g., high levels of task ambiguity; putting high demands on someone’s creativeness)
Discussion: Different from our expectations: 1. adolescents with autism seem to be able to switch between tasks in a similar way as are normally developing children, as long as tasks are explicitly announced => no switch specific impairment (see also Schmitz et al., 2006; Shafritz et al., 2008)
=> WCST findings need alternative explanations (e.g., high levels of task ambiguity; putting high demands on someone’s creativeness)
Hypothese Het is het ‘gesloten’ versus ‘open’ karakter van de taak, dat cruciaal is voor de prestatie van mensen met autisme
Modellen over de werkelijkheid A. Ø Ø Ø
Gesloten systeem (Hume’s causale wetten) Werkelijkheid = directe ervaring Reduceerbaar tot atomistische uitkomsten Als gebeurtenis x, dan volgt altijd gebeurtenis y
B. Open systeem (kritisch realisme) Ø Werkelijkheid heeft een onderliggende structuur Ø Intrinsiek dynamisch, voortdurend transformerend Ø Intern relationeel
Lawson, J. (2003), Journal for the Theory of Social Behaviour, 33, 189-202.
Cognitieve stijlen ASS verenigd in DAD-theorie Ø Model B betere beschrijving van de wereld dan model A Ø Mensen met ASS interpreteren de wereld volgens model A (gesloten systeem) Ø Centrale stoornis van ASS is herkennen van en omgaan met diepte, de structuren onder de oppervlakte (model B: open systeem)
Lawson, J. (2003), Journal for the Theory of Social Behaviour, 33, 189-202.
Kannercyclus 1 maart 2010: Hans Bogte: Aspects of cognitive function in ASD “mensen met autisme zijn niet star” Ø Ø Ø Ø Ø Ø
Geen beperking flexibiliteit Geen beperking verdeelde aandacht Deficiënte post-error vertraging ‘Open-eind situatie’ problematisch (weet niet wanneer te stoppen) Incomplete automatisering Algehele traagheid
Kannercyclus 1 maart 2010: Hans Bogte: Aspects of cognitive function in ASD “mensen met autisme zijn niet star” Ø Ø Ø Ø Ø Ø
Geen beperking flexibiliteit Geen beperking verdeelde aandacht Deficiënte post-error vertraging ‘Open-eind situatie’ problematisch (weet niet wanneer te stoppen) Incomplete automatisering Algehele traagheid
Opzet onderzoek - BADS-C en Hayling Sentence Completion Test - Kinderen met en zonder autisme (7-12 jaar) - Open-einde versus constraint taken Resultaten - ASS-kinderen slechter op open-einde taken - ASS-kinderen minder spontane strategieën - ASS-kinderen meer ideosyncratische oplossingen
White, J., Burgess, P.W., & Hill, E.L. (2009), Autism Research, 2, 138-147.
Neuropsychologisch experiment in het LKH - Neuropsychologen i.s.m. Paul Eling en Roald Maes (Radboud Universiteit) - Alternatieve score voor mate van open-gesloten karakter van taken (b.v. BADS, WCST, Woord Opnoemen) - Toevoegen van experimentele open-einde taak: Random Number Generation - Relateren aan vragenlijst executief functioneren in het dagelijks leven (BRIEF) - Vergelijken met controlegroep
Dus… mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel? - Nee, de meeste mensen met autisme zijn niet flexibel. - Maar dat komt niet omdat ze niet kunnen schakelen. - Als ze precies weten wat de bedoeling is, kunnen mensen met autisme net zo goed schakelen als anderen (zie het onderzoek van Edita). - Mensen met autisme hebben moeite met open situaties : ze begrijpen niet wat er gebeurt (centrale coherentie, theory of mind) en ze weten niet wat ze moeten doen (executieve functies). - Experimentele taken als die van Edita zijn nodig om precies te begrijpen waarom open situaties zo moeilijk zijn voor mensen met autisme - De uitdaging is om open taken te ontwerpen die even nauwkeurig zijn als de gesloten, experimentele taken van Edita.