Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering 2014-2019
Samenvatting De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) vertegenwoordigt niet alleen de bouw- maar ook de milieu- en energiebedrijven, zoals blijkt uit de slagzin onder haar logo. De Vlaamse bouw-, milieu- en energiecluster staat in voor ongeveer 25% van het BBP en voor ongeveer 15% van de tewerkstelling in Vlaanderen. De sector is de laatste jaren in belang gestegen. Maar deze groei staat momenteel sterk onder druk. Het aantal faillissementen piekt en het aantal jobs daalt opnieuw. De cluster heeft nochtans het vermogen om opnieuw in belang te stijgen en zelfs om de Vlaamse economie opnieuw op het groeipad te zetten. De VCB vraagt aan de nieuwe Vlaamse regering een relancebeleid dat de volgende elementen bevat: Op het vlak van investeringen • De Vlaamse reguliere investeringskredieten minstens boven 3,5 miljard euro per jaar handhaven • Het FFEU (Financieringsfonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven) als bron van reguliere investeringen handhaven • Via-Invest blijven gebruiken als instrument voor de aanleg van nieuwe missing links en verder werken op het daartoe reeds gevoerd voorbereidend onderzoek • De meeropbrengsten uit de kilometerheffing exclusief bestemmen voor investeringsprojecten binnen mobiliteit en openbare werken • Niet alleen steden maar ook kleinere gemeenten helpen door de markt gedragen PPS-projecten te lanceren Op het vlak van energie • Een gecoördineerd bestek voor de bouw van bijna energieneutrale overheidsgebouwen uitwerken • De toepassing van ESCO’s (Energy Service Companies) promoten bij lokale besturen om bestaande gebouwen energiezuinig te renoveren • Continuïteit nastreven in het door de huidige regering vooropgestelde tijdpad naar bijna energieneutrale nieuwbouw tegen 2019/2021 met tweejaarlijkse verstrengingen maar aangevuld met steunmaatregelen voor voorlopers en nieuwe financieringsinstrumenten • Een maximum energiepeil aan woningrenovaties opleggen naarmate de eisen voor nieuwbouw almaar strenger worden • Een regionaal-federaal uitrustingsplan voor energievoorziening uitwerken Op het vlak van wonen • Een oplossing bieden voor het toenemende woontekort en daartoe een globale doelstelling inzake wonen in het regeerakkoord inschrijven • Een globaal woonbeleid voeren in plaats van een beleid dat enkel gericht is op een uitbreiding van het aanbod van sociale woningen • Een grootschalig programma van renovatie en vervangende nieuwbouw voor bestaande gebouwen opzetten waarbij het huidig renovatieritme van minder dan 1% wordt opgetrokken naar minstens 2,5% • De sociale lasten op private ontwikkelingen uit het grond- en pandendecreet afschaffen en vervangen door systemen die uitgaan van een vrijwillige inbreng door private initiatiefnemers van gronden en woningen voor minder bemiddelde gezinnen • De woonbonus behouden voor de realisatie van nieuwbouw en renovatie voor alle Vlamingen • De huidige vastgoedgrenswaarde voor de toepassing van de gratis verzekering gewaarborgd wonen verhogen en de verzekering extra promoten • De sociale woningbouw preciezer richten op de minder bemiddelde gezinnen die zonder overheidssteun niet bij machte zijn om tegen marktprijzen een degelijke woning te kopen of te huren, met name via het instrument van de huursubsidies Op het vlak van ruimtelijke ordening • De 16,5% van de Vlaamse oppervlakte die nu voor het wonen is bestemd, met inbegrip van de woonuitbreidingsgebieden, integraal voor wonen benutten
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 2
• Bij de ontwikkeling van terreinen een evenwichtige afweging kunnen maken tussen verschillende parameters zoals economie, wonen, erfgoed, natuur, brandveiligheid, effect op water enz. • Meer dan nu een creatieve mix van functies mogelijk maken • Water gebruiken als een element om projecten met een leefbare en aantrekkelijke verdichting te realiseren • Gebieden aanduiden waar de bestaande bebouwing kan worden verdicht en waar het aantal bouwlagen kan worden verhoogd • Een monitoringsysteem opzetten dat continu in de verschillende gemeenten opvolgt welke mogelijkheden er nog bestaan om aan de stijgende woonbehoeften te voldoen, en tegelijk welke maatregelen er van toepassing zijn die de creatie van bijkomend aanbod afremmen • Initiatieven zoals de omgevingsvergunning en complexe projecten voortzetten maar ze tijdig evalueren en desnoods bijsturen en tegen dezelfde voorwaarden inzetten voor de bevordering van publieke en private projecten • Een opeenstapeling van regels op dezelfde vierkante meter vermijden • Bij de afbakening van projecten tijdig rekening houden met overlapping met Natura 2000-gebieden. • Als de overheid dan toch beslist geen woongebouw of bedrijf op respectievelijk een woon- of bedrijventerrein te laten realiseren voor de eigenaar een planologische ruil mogelijk maken Op het vlak van leefmilieu • Het materialenbeleid verder inzetten in de richting van grondstofbesparende en hoogwaardige toepassingen. • De handhaving meer richten tegen flagrante overtreders • Nieuwe vormen van bouwen stimuleren die de negatieve gevolgen op het milieu minimaliseren, zoals onder meer nieuwe technieken van waterrobuust bouwen • De financiële tussenkomst in waterzuiverings- en rioleringswerken verder optrekken en erop toezien dat de inkomsten uit de saneringsbijdrage maximaal voor investeringen worden aangewend Op het vlak van innovatie en opleiding • Innovatie-inspanningen voor de bouw verder verhogen naar meer dan tien miljoen euro per jaar • Maximaal jongeren naar de bouw aantrekken door hen te wijzen op het sterk uitgebreide aanbod van hogere bouwopleidingen • Werklozen activeren om in bedrijven te gaan werken en de wettelijke mogelijkheden van IBO (Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming) maximaal aanwenden Wat betreft het regeringsbeleid in het algemeen • Streven naar minder én een hogere kwaliteit in de regelgeving • Bij nieuwe regelgeving steeds duidelijk evalueren of zij het beoogde doel zal bewerkstelligen zonder negatieve neveneffecten • Bij nieuwe regelgeving zorgen voor rechtszekerheid bij particuliere en professionele eigenaars om zo voldoende draagvlak te kunnen realiseren • In het nieuwe regeerprogramma op een duidelijke maar tegelijk realistische wijze de timing vermelden tegen wanneer wat kan worden gerealiseerd. • Voor de uitvoering van overheidswerken het principe van de meerjarenplanning expliciet in het regeerakkoord inschrijven In de hiernavolgende tekst worden deze voorstellen nader uitgewerkt.
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 3
Concrete voorstellen Op het vlak van investeringen Reguliere investeringen op peil houden De Vlaamse regering is er sedert 2010 in geslaagd, ondanks de crisis, de investeringskredieten boven 3,5 miljard euro per jaar te handhaven. De volgende regering moet eveneens een investeringsregering zijn. De onderstaande begrotingsgegevens zijn exclusief de beschikbaarheidsvergoedingen voor PPS-projecten. Deze beschikbaarheidsvergoedingen zullen de komende vijf jaar toenemen. Maar zij mogen de reguliere investeringskredieten niet aantasten. Het nieuwe regeerakkoord moet dit principe expliciet opnemen. Grafiek 1: evolutie van reguliere investeringskredieten van Vlaamse overheid (in miljoen euro)
Het FFEU (Financieringsfonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven) heeft de laatste jaren in belangrijke mate gezorgd voor bijkomende reguliere investeringen. Via dit instrument worden onbenutte kredieten van een vorig begrotingsjaar herbenut als investeringsmiddelen voor het volgende begrotingsjaar. De laatste jaren stelde het FFEU de Vlaamse regering in staat minstens ongeveer honderd miljoen euro extra te investeren. Het FFEU moet als investeringsinstrument behouden blijven. Grafiek 2: extra investeringskredieten vanuit FFEU (in miljoen euro)
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 4
Werken aan de realisatie van nieuwe missing links Vlaanderen dreigt een belangrijke achterstand op te lopen inzake infrastructuurinvesteringen in vergelijking met de buurlanden (Nederland, Frankrijk, Duitsland). De volgende regering moet die achterstand inhalen. De sector heeft intussen heel wat ervaring verworven met de toepassing van PPS via de NV Via-Invest. De huidige regering heeft een nieuwe lijst van prioritaire missing links opgesteld waarrond de haalbaarheid van PPS wordt onderzocht. De nieuwe regering moet hierop verder werken. Tabel 1: lijst van mogelijks via PPS te realiseren missing links Missing link Geraamde kostprijs 16 nieuwe bruggen over het Albertkanaal 180 miljoen Optimalisatie van ring rond Brussel 350 miljoen Omvorming R4 Oost en West om Gent 140 miljoen Ombouw A12 Boom-Antwerpen 150 miljoen Nieuwe Dampoortsluis en brug in Steenbrugge 65 miljoen Doortocht N31 in Lissewege 100 miljoen Aanpassing N8 Ieper-Veurne 110 miljoen Bij de opstart in 2016 van een kilometerheffing voor voertuigen boven 3,5 ton is het belangrijk dat de meeropbrengsten exclusief worden bestemd voor investeringsprojecten binnen mobiliteit en openbare werken. Enkel zo zal voor de invoering van die heffing een draagvlak ontstaan. Tegelijk moet de Vlaamse regering andere besturen door de markt gedragen PPS-projecten (helpen) lanceren. Naar de lokale besturen toe is het belangrijk verder concept- en projectsubsidies toe te kennen voor stadsvernieuwingsprojecten. Het desbetreffende decreet beperkt deze subsidies echter tot de steden. De VCB stelt evenwel vast dat ook heel wat kleinere gemeenten nu met PPS aan kernversterking willen doen en zeker zij externe steun kunnen gebruiken. De VCB stelt voor het toepassingsgebied van het decreet tot alle gemeenten uit te breiden.
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 5
Op het vlak van wonen Nieuwe regering moet globaal woonbeleid voeren De volgende Vlaamse regering zal ten gevolge van de zesde staatshervorming over meer bevoegdheden beschikken, onder meer voor de regeling van de woonbonus en de huurwetgeving. Van deze uitbreiding van bevoegdheden moet de nieuwe regering gebruik maken om in het volgend Vlaams regeerakkoord een veel breder woonbeleid in te schrijven dan in vorige akkoorden. Tot op heden beperkte het Vlaams woonbeleid zich te veel tot de uitbreiding van het aanbod van sociale woningen. Dit ging, zoals bij het grond- en pandendecreet, ten koste van het private woonaanbod. De VCB stelt vast dat het aantal gezinnen de laatste jaren sterker stijgt dan het aantal begonnen gebouwen. De nieuwe regering moet dan ook dringend een globaal woonbeleid voeren, zowel voor private als voor sociale woningbouw, zowel voor nieuwbouw als voor renovatie en vervangende nieuwbouw. Grafiek 3: vraag en aanbod op de woningmarkt
De VCB vraagt dan ook in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord een globale doelstelling inzake wonen in te schrijven die voorziet in betaalbaar en kwalitatief wonen voor een groeiende bevolking. Deze doelstelling moet rekening houden met de sterke demografische groei zoals die blijkt uit de laatste prognoses van het federale Planbureau. Uit deze doelstelling zal volgen dat de nieuwe regering zal moeten inzetten op een voldoende toename van het aantal wooneenheden en tegelijk op de energiezuinige renovatie van de bestaande woningen. In dit verband zijn de volgende maatregelen nodig: • continuïteit in het door de huidige regering vooropgestelde tijdpad naar bijna-energieneutrale nieuwbouw tegen 2019/2021 met tweejaarlijkse verstrengingen maar aangevuld met steunmaatregelen voor voorlopers en nieuwe financieringsinstrumenten; • de uitwerking van aangepaste financieringssystemen voor duurzame gebouwen in overleg met de financiële sector; • een grootschalig programma van renovatie en vervangende nieuwbouw voor bestaande gebouwen waarbij het huidig renovatieritme van minder dan 1% wordt opgetrokken naar minstens 2,5%;
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 6
• het opleggen van een maximum energiepeil aan woningrenovaties naarmate de eisen voor nieuwbouw almaar strenger worden, • de afbouw van bestaande belemmeringen en hindernissen bij de realisatie van bijkomende woningen en hun vervanging door stimulerende maatregelen. Zo moeten de sociale lasten op private ontwikkelingen die staan ingeschreven in het grond- en pandendecreet, worden afgeschaft en worden vervangen door systemen die uitgaan van een vrijwillige inbreng door private initiatiefnemers van gronden en woningen voor minder bemiddelde gezinnen; • de blijvende inzet van fiscale maatregelen ter bevordering van de bouw en meer in het bijzonder het behoud van de woonbonus voor de realisatie van nieuwbouw en renovatie voor alle Vlamingen; • het behoud van de gratis verzekering gewaarborgd wonen als instrument en de bevordering ervan via een aanpassing van het huidige investeringsplafond waarvoor de verzekering kan tussenkomen vermits dit plafond nog geen rekening houdt met de extra investeringskosten die nodig zijn om bijna energie neutraal te kunnen bouwen. Bij haar sociaal woonbeleid moet de overheid focussen op de doelgroepen die zonder overheidssteun niet bij machte zijn om tegen marktprijzen een woning te kopen of te huren die aan de minimale kwaliteitseisen voldoet. Dit kan best gebeuren door doelgroepgerichte koopkrachtondersteunende maatregelen, zoals huursubsidies. Het huidige sociale woonbeleid begunstigt nog te veel gezinnen die ook zonder steun op de private markt zouden terechtkunnen, gaat daardoor in concurrentie met de private sector en wordt daardoor ook inefficiënt.
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 7
Op het vlak van ruimtelijke ordening Maximaal schaarse ruimte benutten voor groeiende bevolking Kaart 1: Vlaanderen met gebieden voor wonen, industrie en infrastructuur volgens gewestplannen
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 8
De bijgevoegde kaart van Vlaanderen geeft aan dat met wat momenteel in de gewestplannen voor wonen, bedrijven en infrastructuur is ingekleurd, nog altijd voldoende garanties op het behoud van de open ruimte blijven bestaan. De VCB vraagt dan ook dat de oppervlakte die nu voor het wonen wordt bestemd, met inbegrip van de woonuitbreidingsgebieden, integraal voor wonen in aanmerking moet komen. De VCB is niet tegen verdichting maar verdichting vergt tijd. Enkel door al de oppervlakte die voor wonen is bestemd, voor wonen aan te snijden zal de ruimtelijke ordening gelijke tred kunnen houden met de sterk groeiende bevolking en de tijd die nodig is om verdichting te realiseren. Zelfs dan zal het wonen hoogstens 16,5% van de oppervlakte in Vlaanderen innemen. Het komt er in dit verband ook op aan een actiever beleid rond het gebruik van de schaarse ruimte te voeren. De overheid mag zich niet laten afschrikken door één enkele tegenindicatie om bestemde ruimte te laten bebouwen. Zij moet een evenwichtige afweging kunnen maken tussen verschillende parameters zoals economie, wonen, erfgoed, natuur, brandveiligheid, effect op water enz. De overheid moet nog meer dan nu een creatieve mix van functies mogelijk maken. Zij moet water niet alleen zien als een reden om bouwen te verbieden maar integendeel vooral gebruiken als een element om projecten met een leefbare en aantrekkelijke verdichting te realiseren. De Vlaamse overheid moet een dichtere bebouwing toestaan dan in het verleden het geval is geweest. De regelgeving op de ruimtelijke ordening moet creatieve woonprojecten mogelijk maken die een hogere dichtheid met voldoende wooncomfort combineren. De Vlaamse overheid moet op basis van een visie die het gemeentelijk niveau overstijgt, gebieden aanduiden waar de bestaande bebouwing kan worden verdicht en waar het aantal bouwlagen kan worden verhoogd. Een gemeente-overstijgende visie is noodzakelijk om in elke streek te kunnen voorzien in een toereikend aanbod aan bijkomende wooneenheden. De Vlaamse overheid moet daartoe een monitoringsysteem opzetten dat continu in de verschillende gemeenten opvolgt welke mogelijkheden er nog bestaan om aan de stijgende woonbehoeften te voldoen, en tegelijk welke maatregelen er van toepassing zijn die de creatie van bijkomend aanbod afremmen. Beperkingen die worden opgelegd op het vlak van aantal bouwlagen, beperkingen ten gevolge van de aanwezigheid van erfgoed, beperkingen op het vrijgeven van woonuitbreidingsgebieden, verboden op het opsplitsen van bestaande woningen in meerdere wooneenheden, op de bouw van appartementen ter vervanging van huizen enz. Versnelde vergunningsprocedures voor alle initiatiefnemers De huidige Vlaamse regering heeft al een aantal initiatieven genomen om het vergunningsproces te versnellen. Deze initiatieven mogen zeker niet stilvallen maar de nieuwe regering moet ze wel tijdig evalueren en desnoods bijsturen. Het is ook belangrijk de nieuwe instrumenten tegen dezelfde voorwaarden in te zetten voor de bevordering van publieke en private projecten. Het momenteel voorliggende ontwerp van decreet op de complexe projecten voorziet in de mogelijkheid om deze procedure ook voor private projecten toe te passen. De volgende Vlaamse regering moet erop toezien dat de private sector wel degelijk van deze procedure gebruik kan maken. Opeenstapeling en overlap van regels vermijden Heel wat woon- en bedrijventerreinen overlappen met gebieden die de realisatie van de bestemming de facto onmogelijk maken. De overheid moet een opeenstapeling van regels op dezelfde vierkante meter vermijden. Tevens is het belangrijk, zoals de problemen rond de Limburgse noordzuidverbinding duidelijk heeft gemaakt, om in een vroeg stadium aandacht te schenken aan Europese wetgeving die projecten op het laatste ogenblik kan doen vertragen, meer in het bijzonder bij de overlapping van projecten met Natura 2000-gebieden. Als de overheid dan toch beslist geen woongebouw of bedrijf op respectievelijk een woon- of bedrijventerrein te laten realiseren moet voor de eigenaar een planologische ruil mogelijk zijn. Het
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 9
instrument van de ruilverkaveling mag niet beperkt worden tot de signaalgebieden. De nieuwe regering moet een uniform systeem rond ruilverkaveling uitwerken dat kan worden toegepast binnen verschillende domeinen (signaalgebieden, decreet landinrichting, woonuitbreidingsgebieden,….) De regering moet ook een overlap in wetgevingen vermijden. De VCB stelt vast dat soms verschillende instrumenten met hetzelfde doel worden gecreëerd. Kaart 2: overlapping van woon- en industriegebieden in Noord-Limburg met Natura 2000
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 10
Kaarten 3, 4 en 5: overlapping op een zelfde gebied in Heusden-Zolder met biologisch waardevolle, habitatrichtlijn- en overstromingsgebieden
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 11
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 12
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 13
Op het vlak van energie en leefmilieu Gecoördineerde bestekken voor gebouwen De VCB stelt vast dat de verschillende Vlaamse overheidsdiensten (VDAB, BLOSO, Syntra enz.) en de verschillende gesubsidieerde opdrachtgevers (bijvoorbeeld de verschillende inrichtende machten van scholen) eigen bestekken hanteren. Tegen 2019 – d.w.z. tegen het einde van de volgende legislatuur – moeten al de overheidsgebouwen energieneutraal zijn. De VCB pleit dan ook voor een gecoördineerd bestek voor de overheidsgebouwen. Een dergelijk Vlaams bestek dient ook als voorbeeld voor de aanbestedingen van de lokale besturen. De VCB vraagt ook de toepassing van ESCO (Energy Service Companies) te promoten bij lokale besturen om bestaande gebouwen energiezuinig te renoveren. Een regionaal-federaal uitrustingsplan voor energievoorziening uitwerken Door het toenemend belang van hernieuwbare energie, en de verantwoordelijkheid die Vlaanderen op het vlak van het stimuleren van hernieuwbare energie heeft, dient Vlaanderen te zorgen voor een voldoende aanbod en voldoende uitgebouwd distributienet, die het mogelijk maakt het toenemend aanbod aan hernieuwbare energie ook voldoende snel af te nemen via het net. Daarbij dient het smart grid zo snel mogeijk te worden gerealiseerd. Vermits vanaf 2020 binnen gans de Europese Unie het percentage aan hernieuwbare energie zal zijn toegenomen en tegelijkertijd de grootschalige energie-installaties (vooral nucleaire installaties) uit gebruik zullen worden genomen, moet de Vlaamse overheid in samenspraak met het federale niveau ook zorgen voor de uitbouw van de internationale verbindingen. Een hoger percentage aan hernieuwbare energie is maar realiseerbaar mits een voldoende sterk distributienet en een voldoende aankoppeling op Europees niveau. Tot op heden bestaat zo’n geïntegreerd federaal-gewestelijk plan nog helemaal niet. Hoogwaardige toepassingen van hergebruik promoten De Vlaamse overheid moet haar materialenbeleid verder zetten in de richting van grondstofbesparende en hoogwaardige toepassingen. Ongeveer 40% van de totale afvalberg die in Vlaanderen wordt geproduceerd, heeft met de bouw te maken. Ook voor de recyclage van deze afvalstroom behoort Vlaanderen tot de wereldtop. Om hierin nog verder verbetering te brengen is een bouwgerichte aanpak vereist die niet alleen met milieudoelstellingen maar ook duidelijk met bouwtechnische duurzaamheid rekening houdt. Milieuwetgeving gerichter handhaven De Vlaamse overheid moet op een meer gerichte manier haar milieuwetgeving handhaven. Dikwijls worden enkel diegenen gecontroleerd die over de nodige vergunningen beschikken. Wie zonder enige vergunning opereert, wordt vaak ongemoeid gelaten. Extra investeren in waterbeheersing en waterzuivering De Vlaamse overheid moet nieuwe vormen van bouwen stimuleren die negatieve gevolgen op het milieu minimaliseren, zoals onder meer nieuwe technieken van waterrobuust bouwen. De nieuwe Vlaamse regering zal ook volop werk moeten blijven maken van de sanering en uitbreiding van het waterzuiverings- en rioleringsnetwerk. De zuiveringsgraad bedraagt momenteel 80% en moet in uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water tegen 2027 100% bedragen. Daartoe is het belangrijk dat de Vlaamse overheid haar financiële tussenkomst verder optrekt en dat de inkomsten uit de saneringsbijdrage maximaal voor investeringen worden aangewend, wat momenteel niet het geval is.
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 14
Op het vlak van innovatie en opleiding Innovatie-inspanningen voor de bouw verhogen Innovatie is nodig om tegen betaalbare prijzen bijna energieneutraal te kunnen bouwen en tegelijk hernieuwbare energie in gebouwen te integreren. De bouwsector kan hierdoor een belangrijke bijdrage leveren tot de vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen en tot de reductie van de CO2-uitstoot. Dit vergt onderzoek naar de haalbaarheid van collectieve verwarmingssystemen, warmtenetten en slimme distributiesystemen van energie en van diepe geothermie naast het gebruik van ondiepe geothermie. Ook voor de herontwikkeling van brown- en blackfields, het hergebruik van bouwmaterialen en de vrijwaring van gebouwen in ruimtelijk goed gelegen maar watergevoelige gebieden zijn nog extra innovatie-inspanningen nodig. De VCB verwacht dat de Vlaamse regering innovaties in de bouw-, energie- en milieusector nog meer ondersteunt dan voorheen. Onder de huidige regering zijn de subsidies van het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie) voor de bouw gestegen van zes naar tien miljoen euro per jaar. De nieuwe regering moet dit bedrag verder optrekken. Hierbij denkt de VCB onder meer aan het stimuleren van voorbeeldprojecten en het monitoren van energie-efficiënte gebouwen. Vooral rond de combinatie van technieken en de integratie van technieken in gebouwen is verder onderzoek noodzakelijk. De innovaties in de bouw moeten worden versneld om tegen 2012 op de volledige bouwmarkt een voldoende volume aan bijna-energieneutrale gebouwen te kunnen aanbieden tegen betaalbare prijzen. Eigen talenten maximaal aanmoedigen De sector wordt geconfronteerd met een almaar sterker aanbod van buitenlandse arbeidskrachten. In dit verband is het belangrijk vanuit de Vlaamse overheid de instroom en inschakeling van eigen talent maximaal te ondersteunen en te faciliteren. De instroom van jongeren in de bouw is te beperkt. De Vlaamse regering heeft de voorbije twee legislaturen het aanbod van hoger onderwijs in de sector sterk uitgebreid. Het aantal hogescholen dat een professionele bachelor bouw aanbiedt, is meer dan verdubbeld van twee naar vijf. De volgende regering moet van deze structurele verbetering maximaal gebruik maken om meer jongeren naar de bouw toe te leiden. Voor de inschakeling van werkzoekenden in de bouw vraagt de VCB maximaal gebruik te maken van de formule van de IBO (Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming). Enkel op die manier kunnen de werklozen nog aan bod komen in de sector. IBO’s in de bouw moeten zoveel mogelijk zes maanden in beslag kunnen nemen. Ten gevolge van de zesde staatshervorming wordt de Vlaamse regering meer dan voorheen verantwoordelijk voor het activeringsbeleid. Dit beleid moet werklozen maximaal aanzetten tot het volgen van opleidingen, IBO’s, stages en andere vormen van inschakeling in de private bouwbedrijven.
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 15
Wat betreft het algemeen regeringsbeleid Streven naar minder én hogere kwaliteit in de regelgeving De overheid moet streven naar minder regelgeving en tegelijk moet zij de concrete impact van nieuwe regelgeving beter op voorhand inschatten. Zij moet duidelijk evalueren of de nieuwe regelgeving het beoogde doel zal tewerkstellingen. Te vaak moet de VCB vaststellen dat goed bedoelde regelgeving door de manier waarop zij is geformuleerd, onbedoelde neveneffecten sorteert. Voorafgaandelijk overleg met de sector is daarbij cruciaal. De Vlaamse overheid moet meer in het bijzonder oog hebben voor de rechtszekerheid bij eigenaars (particulieren en professionelen). Die is belangrijk om voldoende draagvlak voor nieuwe initiatieven te kunnen realiseren. De eigenaars moeten op voorhand goed worden geïnformeerd en beschermd tegen de gevolgen van nieuwe initiatieven. Taakstelling en timing preciezer vastleggen Voldoen aan de verschillende behoeften inzake wonen, arbeidsplaatsen en zorg vergt veel meer tijd dan de overheid doorgaans incalculeert. De tijd die nodig is om nieuwe regelgeving tot stand te brengen en op het terrein effect te laten sorteren, is doorgaans langer dan de politici inschatten. Het nieuwe regeerprogramma moet duidelijk maar tegelijk realistisch de timing vermelden tegen wanneer wat kan worden gerealiseerd. Voor de uitvoering van overheidswerken is het belangrijk dat de nieuwe regering het principe van de meerjarenplanning expliciet in het regeerakkoord inschrijft.
Voorstelling van de Vlaamse Confederatie Bouw De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) groepeert meer dan 9.000 bedrijven die in Vlaanderen actief zijn in bouw, energie en milieu. De VCB vertegenwoordigt zowel zelfstandigen als kmo’s en grote ondernemingen. De topprioriteit in het beleid van de VCB is de verdediging van de belangen van en de ontwikkeling van diensten voor deze bedrijven. Daarvoor beschikt de VCB over een multidisciplinair team van juristen, economen, ingenieurs en communicatiedeskundigen. Voor de aangesloten bedrijven zoeken zij continu naar concrete oplossingen op maat van het bouwbedrijf, groot en klein. Voor meer informatie Marc Dillen Directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw Lombardstraat 34-42 1000 Brussel Tel. 02 54 55 751
Memorandum van de Vlaamse Confederatie Bouw voor de nieuwe Vlaamse regering – p. 16