(StaatsböffrootiüK voor het dienstjaar 1919.
2.
v*. 8.)
19
uitgaven voor de lichamelijke oefening der jeugd f 16; VOOr
subsidiën voor speciale Inrichtingen in bei belang van onder wijs en opvoeding'ruim r -*>—: voor subsidiën aan instituten (2.
V.
voor doofstommen
2.)
en slechthoorenden ruim f 23; voor be-
strijiiing van tuberculose f20; subsidiën voor onderhoud en
MEMOBIE VAN TOELICHTING. ' Voor 1919 wordt geraamd
f 70 108 625
Voor ocne goede vergelijking la van het bedrag af'tetrekken de kosten van voorziening ia den Woningnood, verminderd met f 40000, welk bedrag minder blijkt noodig te zijn voor de kosten van de Iluurcommissiewot, het vorig jaar geraamd op f 100000, Deze kosten zijn te rangschikken onder de crisisuitgaven
10 516 000 f 59 593 625
Voor 1918 is toegestaan . . . f 54 149 702 welk bedrag weer is te verin in• deren met de kosten voor onderhoud van vluchtelingen en voor het vervoer van goederen door óf aan steuncoinité's. Deze kosten zijn voor 1919, in verband met de onzekerheid van den duur der huidige omstandigheden, evenals vorige jaren, voor Memorie opgenomen . 4 800 000 49 349 702 Meer f 10 243 923
instandhouding van historische gedenkteekeneii en gebouwen die oudheidkundige of kunstwaarde hebben ruim f 6 6 ; voor leeszalen en bibliotheken ruim f 3 0 ; voor subsidiën ter bevordering van toonkunst f 25 en tengevolge van de verhooging van reis- en verblijfkosten en vacatiegelden + f220. Nieuw zijn nog opgenomen subsidiën voor het Nederlandsen Instituut voor Volkshuisvesting f 16; voor uitzending van Nederlandscho kinderen naar buiten f 25, en voor gemeenten en vereenigingen voor de inrichting van Bpeelterreinen f 100. Daarentegen zijn vervallen de posten, die het vorig jaar waren uitgetrokken, van f 7<> voor vergoeding aan nog in leven zijnde onderwijzers bij Hijksnormaallessen; f Ki voor subsidie voor werkverschaffing door landontginning en van f 57 als dekking voor het verlies der Algemeene Landsdrukkerij. Het meer aangevraagde is als volgt verdeeld over de schillende afdeelingen: Kosten van het Departement f 56 Binnenlandse!) bestuur 186 Volksgezondheid en Armwezen 617 Hooger en middelbaar ondersvijs 2 628 Lager onderwijs 6 280 Kunsten en wetenschappen 417 Pensioenen, enz 61 f 10 247 Minder uitgetrokken voor de afdeeling Xederlandsche Staatscourant, enz 3 f 1(1243
ver440 061 990 181 566 682 838 757
834 Zooals gewoonlijk is de stijging voor het grootste gedeelte 923 op rekening te stellen van de uitgaven volgens wettelijke en andere bepalingen en wel ditmaal, in duizendtallen, op f 8 222 IIIDE AFDEELING. te weten: voor traktementsverhoogingen voor onderwijzers, volgens de wet van 23 Februari 1918 (Staatsblad n°. 147) Volksgezondheid en Armiceatn. f 5 000; voor traktementsverhoogingen van de burgerlijke ambtenaren, volgens de nieuwe salarisregeling, ongeveer Art. 87. De vereenigimr ,Het Nederlandsch Instituut voor f 2 100. Hiervoor werd suppletoir over 1918, respectievelijk Volkshuisvesting", gevestigd te Amsterdam, heeft zich tot de f 6 000 en ruim f 1 500 toegestaan. Voorts voor bijdragen Regeering gewend om fiuancieelen steun. Zij stelt zich blijkens volgens de artikelen 48 en 59 der Lager Onderwijswet f 205 en hare statuten tot doel de belangen der volkshuisvesting te f 400; voor subsidiën aan bijzondere gymnasia f 6 6 ; subsidiën behartigen in den geest van de In de Woningwet neergelegde voor bijzondere hoogere burgerscholen f80; subsidiën aan scholen beginselen, en in het bijzonder het vormen van een federatieven voor zwakzinnigen f G5 ; subsidiën voor cursussen tot opleiding band tusschen die lichamen, die door den aard hunner werk* voor de akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer en hoofd- zaamheid daarbij . een bijzondere plaats innemen en tevens onderwijzeres f 10; bijdrage aan normaallessen en aan hoofden het samenbrengen en bevorderen der samenwerking van alle van scholen voor de opleiding van personen die de akte, lichamen en personen die werkzaam zijn ter verbetering der bedoeld bij art. 77 « Lager Onderwijswet, hebben verkregen f 23; volkshuisvesting of daarin belang stellen. vergoeding aan hoogleeraren en lectoren wegens gemis aan Behalve een aantal vereenigingen zijn reeds verschillende emolumenten ingevolge de wet van 7 Nov. 1917 istaatsblad 816) belangrijke gemeenten toegetreden. ruim f 13; voor wering van epidemische en besmettelijke Het is de bedoeling, dat dit Instituut het centrale lichaam ziekten f 50; onderstand aan behoeft-igen en krankzinnigen f26; wordt, waar het vraagstuk der volkshuisvesting in al zijn pensioenen ruim f 8 8 ; wachtgelden f 15 en bijdrage aan het onderdeden wordt bestudeerd, en dat voor de toekomst richting Bouwfonds ongeveer f 83. zal kunnen geven aan de wijze', waarop dit vraagstuk zal Verder is meer noodig in duizendtallen voor Bubeidiên ten moeten worden behandeld. behoeve van scholen voor vakopleiding en teekenscholen ruim In de eerste plaats zal de vereeniging zorg moeten dragen f 667, waarbij nieuw is opgenomen een subsidie voor een voor de bibliotheek, die op het gebied der volkshuisvesting de Middelbaar Technische school te Groningen f 18; voor mate- bereikbare volledigheid bezit. Daarnaast zal het instituut zich rieele uitgaven, tengevolge van de uitbreiding van het aantal op archiefvorming moeten toeleggen. Tot de verdere taak patiënten en de prijsstijging van alle noodige artikelen, voor behoort de belangstelling voor de vraagstukken dervolkshuis het nieuwe Rijks krankzinnigen gesticht te Woensel f220 en vesting op te wekken, de publieke aandacht op liet belang voor -cle gestichten te Medetnblik en Grave, alleen door prijs- daarvan te vestigen, o. ni. door het organiseeren van woningstijging, f 39; voor duurdere materieele uitgaven der Univer- congressen. Wijders zal een tijdschrift worden uitgegeven, siteiten ruim f 2 2 7 ; voor de Technische Hoogeschool f 1 2 4 ; zullen gewichtige vraagstukken aan commissies, hetzij aan voor Rijks hoogere burgerscholen, wegens uitbreiding van het enkele personen in onderzoek moeten worden gegeven waarvan aantal en prijsstijging ruim f 9 2 ; voor Rijks kweekscholen de resultaten in rapporten, die door het instituut worden gepuvoor onderwijzers ruim f 21 en voor het Rijks Museum te bliceerd, zullen moeten worden neergelegd. Amsterdam ongeveer f 22; voor uitbreiding van de bewerking Ook dienen relaties met de buitenlandsche instellingen van statistische gegevens DJJ het Centraal bureau f 43; voor op woninggebied te worden aangeknoopt.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
20
Voor een en ander is noodig de oprichting van een bureau dat van den aanvang af voldoende toegerust moet wezen. De jaarUjkscbe kosten worden geraamd op f 20000. Uit eigen middelen ter bestrijding van die kosten kan de vereeniging niet meer dan f 5000 opbrengen. De overige f 15 000 vraagt zij van het I-t ij k. Het instituut is zeer actueel en kan voor den woningnood veel goeds doen. Mitsdien heeft» ondergeteekende vrijheid gevonden onder dit artikel eene som van f 15 000 uit te trekken voor subsidie aan de vereeniging „Het Nederlansch Instituut voor Volkshuisvesting". IVde
AFDEELING.
Hoeger eB Middelbaar Onderwas. Hooier Onderwgs. Rijksuniversiteit te Lelden. Personeel. Art. 143. Gewoon hoogleeraar !n het handelerecht en burgerlijk procesrecht. Door de herkiezing van don hoogleeraar VISSEK VAN IJZEKDOOHN als lid van de Tweede Kamer der StatenGeneraal zal ook gedurende de komende jaren wegons diens non-activiteit zijn te voorzien in het onderwijs in handelsrecht en burgerlijk procesrecht aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Tot • dusver heeft Mr. A. S. OPPENHEIM als buitengewoon hoogleeraar dit onderwijs waargenomen. Met het oog op het belang van deze vakken en ook 0111 de hoogst verdienstelijke wijze waarop door Mr. OPPENHEIM de genoemde vakken zijn onderwezen, komt het den ondergeteekende voor, dat zijne benoeming tot gewoon hoogleeraar alleszins gewenscht is, om welke reden do ondergeteekende meent, dat daartoe de noodige gelden op het volgend dienstjaar behooren te worden uitgetrokken. Lector in de uisku>ide f2500. Sedert do laatste wijziging van de Hooger Onderwijswet de gelegenheid opende voor leerlingen der H. B. S. om in de faculteit der wis- en natuurkunde te studeeren, nam het aantal studenten in de chemie aan de Rijksuniversiteiten niet onbelangrijk toe. Dit deed de behoefte ontstaan om meer dan tot dusver kon geschieden met de eischen der wiskundige opleiding van chemici aan de universiteit rekening te houden. De ontwikkeling van de wiskundige wetenschap maakt bovendien een andere verdeeling van de leerstof noodig. Een lectoraat in de propaedeutiaehe wiskunde zou de gelegenheid bieden de wiskunde voor natuur en scheikundigen en biologen en de inleiding tot de hoogere wiskunde voor de wiskundigen, van het onderwijs in de analytische wiskunde los te maken, waardoor dit laatste vak meer naar den eisch der nieuwere ontwikkeling kan worden beoefend. Art. 147. Een tweetal nieuwe assistenten is voorts noodig: 1°. Een assistent bij de vergelijkende pathologie en 2°. Een assistent bij de pharmacographie. Voor beiden wordt een bedrag te hunner bezoldiging uitgetrokken. De uitbreiding der werkzaambeden en de noodzakelijkheid van hulp bij de practica motiveeren voldoende de aangevraagde Bedragen. Voorts is noodig: een amanuensis en een werkvrouw voor de vergelijkende pathologie: een hoofdverpleegster bij de dermatologie; ten werkvrouw bij het botanisch laboratorium en een werkvrouw bij het Museum van Oudheden. voor welk personeel de vastgestelde wedde wordt aangevraagd. Voor een custos en een klerk bij de bibliotheek wordt de rang van amanuensis aangevraagd, evenals voor twee bedienden bij de anatomie; een custos bij de sterrenwacht ware te bevorderen tot instrumentmaker, en een amanuensis bij het
2.
2.)
EthnographlSCh Museum te benoemen tot ambtenaar van administratie. Voor het personeel bij het Academisch Ziekenhuis wordt uitbreiding voorgesteld met een tweede operatiezuster, een bediende-desinfecteur en een uitwonend vrouwelijk assistent in de apotheek. De wedden zullen toegekend overeenkomstig de bedragen, door de Staatscommissle-STORK vastgesteld. De raming van het totaal der bedragen voor de aanvangswedden en de periodieke verhoogingen benoodigd, leidde tot de cijfers op de verschillende artikelen uitgetrokken. Voor de functionarissen aan de universiteiten, welke buiten de nieuwe regeling vallen, met name voor de lectoren en assistenten, zullen, na de uitwerking van de nieuwe regeling, voorstellen worden geformuleerd, waardoor hunne positie wordt geregulariseerd. Art. 150 a. Materieel. Wegens kosten voor aanvulling en uitbreiding der verzamelingen en hulpmiddelen voor het onderwijs, voor reis- en verblijfkosten, voor personeele hulp en schrijfloonen, administratieve, huishoudelijke en andere uitgaven wordt een bedrag van f 516 320 aangevraagd. Dit cijfer is over de onderdeelen aldus gesplitst: 1. 2. 3. 3. 4. 4a. 5. 5a. 5o. 5c. öu". 5e. hf. 6. 7. 7a. 1b. 7c. ld. 7e. 7/". 7a. Ih. 8. 8a. 9. 10. 10a. 106. 11. 12. 13. 14. 14a. 15. 16.
Bibliotheek f 16 000 Prentenkabinet 6 100 Kunstgeschiedenis 400 Aankoop van boeken op het gebied der Godgeleerdheid 1 500 Idem rechtsgeleerdheid 2 000 Idem Iloin.-Hollandsch recht 300 Idem geneeskunde 3 000 Idem psychiatrie 350 Idem geschiedenis der geneeskunde . . . 500 Idem neus-, keel-, en oor-heelkunde . . . 500 Idem vergelijkende pathologie 500 Idem dermatologie 500 Idem kindergeneeskunde '. 400 Idem wis- en natuurkunde 4 000 Idem letteren en wijsbegeerte 2 500 Idem arehaeologie 1 000 Idem geschiedenis van Nederlandsch-Indië . . 500 Idem llomaansche taal- en letterkunde . . 600 Idem Xieuw-Grieksch 200 Idem Duitsch 200 idem handschriftenkunde 75 Idem Japansche werken 100 Idem Slavisch.. 400 Oostersche letterkunde 1 160 Idem buitengewoon 1 000 Ziekenhuis 267 700 Heelkunde 1 000 Dermatologie 600 Idem buitengewoon 9 000 Neus-, keel- en oorheelkundc1 250 Oogheelkunde 800 Pharmacologie 3 500 Verloskunde en leer der vrouwenziekten . . 1 000 Idem buitengewoon . . . 5 000 Clinisch onderwijs . 1 500 Psychiatrie 1 500
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegrootin# voor het dienstjaar 1919.
f 16a. Idem buitengewoon 17. Verzameling van heel- en verloskundige instrumenten 18. Pathologische anatomie en pathologie . . . 18a. Vergelijkende pathologie 186. Idem 19. Hygiëne en bacteriologie 20. Verloskundige polikliniek 21. Anatomisch kabinet 22. Physiologisch laboratorium 23. Natuurkundig laboratorium en kabinet . . 24. Anorganische afdeeling van het scheikundig laboratorium 24a. Idem buitengewoon 26. Organische afdeeling van het scheikundig laboratorium 20. Zoötomlsch laboratorium 27. Botanie 28. Sterrenwacht en astronomische jaarboeken . 29. Museum van Natuurlijke Historie . . . . . 30. Rijks Herbarium 31. Geologisch-mineralogisch museum . . . . Sla. idem buitengewoon 32. Pharmaceutisch laboratorium 33. Museum van Oudheden 34. Archaeologie 35. Ethnographisch Museum 36. Aankoop van mathematische modellen . . 37. Archief van den Senaat en uitgave universiteitsjaarboekje. 38. Verwarming en verlichting van het academiegebouw Alsvoren gebouw Kloksteeg 40. Muziek bij universiteitsplechtigheden . . . 41. Drukkosten voor de faculteiten en bureelkosten voor pedellen 42. Staatsrecht 43. Strafrecht 44. Waterverbruik 45. Aankoop glasphotographiëen 46. Verzekering voor losse werklieden in universiteitsinstellingen 47. Juridische leeszaal . 48. Phonograafrollen
10 800 270 3 870 4 000 2 000 6 600 1 500 4 830 11 800 20 780 10 000 2 000 13 050 4 600 8 770 6 600 13 700 5 700 2 900 300 6 450 12 250 500 12 300 50 600 1 300 550 100 550 250 100 10 000 60 30 500 25
f 516 320 Voor 1918 werd toegestaan
460 105
Voor 1919 wordt dus meer gevraagd f
1. f 4796. Het ingebruiknemen van het nieuwe bibliotheek' gebouw en de prijsstijging van kolen en^. vordert een hooger subsidie voor de posten schoonhouden en verwarming, boeken en binden en huishoudelijke uitgaven. 2. f 900. Ook het Prentenkabinet heeft een hooger subsidie noodig voor de verwarming alsmede ten gevolge van de vermeerdering van de kosten voor aanschaffing van boekwerken. Bijlagen.
V. 2.)
21
9. f 41 525. De raming voor 1919 'is genomen naar aanIdding van de werkelijk uitgegeven bedragen op 1917, hoewel de onzekerheid der prijzen geen vasten maatstaf biedt. 22. f 2000. De uitbreiding van het Physiologisch laboratorium en de hoogere exploitatie-kosten vorderen een grooter bedrag aan subsidie. 28. f 500. Voor hoogere kosten van verwarming van het natuurkundig laboratorium en kabinet. 24. f 3400. Dit bedrag wordt veroorzaakt door de ingebruikneming van het nieuwe laboratorium van anorganische chemie, de prijsstijging en het grooter aantal studenten. 29. f 1180.
Voor hoogere exploitatie-kosten.
32. f 1250.
Alsboven.
35. f 1525.
Alsboven.
42. f 50.
Voor hoogere kosten van papier en drukwerken.
Art. 150 6. Meubilair. Deze post ware wegens de duurte der materialen te brengen op f 4 5 000. Rijksuniversiteit te Utrecht. Personeel. Art. 156. Hoogleeraar in het Volkenrecht en de staatkundige geschiedenis. In het jaar 1912 trad Mr. J. DE LOUTER af als gewoon hoogleeraar voor het Staats- en administratief recht en de wijsbegeerte van het recht en werd tot zyn opvolger benoemd Jhr. mr. B. C. DE SAVORNIN LOHMAN, terwijl eerstgenoemde werd aangewezen tot buitengewoon hoogleeraar In het volkenrecht, welk vak door hem tot dusver met bovengenoemde vakken was gedoceerd. In Augustus 1919 treedt Mr. DE LOUTER met het oog op zijn leeftijd af als buitengewoon hoogleeraar. Het schijnt, lettende op de ontwikkeling der juridische wetenschap en in aanmerking nemende de plaats, welke het volkenrecht heeft ingenomen, niet wel doenlijk dit vak op te dragen aan den hoogleeraar in het Staatsrecht, wiens taak met de wijsbegeerte van het recht reeds van zoodanigen omvang is, dat belangrijke vakken als het volkenrecht en de Staatkundige geschiedenis daarbij onmogelijk door hem naar behooren kunnen worden waargenomen. Het is daarom, dat de ondergeteekende voor laatstgenoemde vakken de instelling van een afzonderlijk hoogleeraarschap noodig acht. Benoeming van den buitengewoon hoogleeraar in de vergelijkende physiologie tot gewoon hoogleeraar. Toen de hoogleeraar HUBRECHT, die de laatste jaren van zijn leven buitengewoon hoogleeraar in de embryologie was geweest, kwam te overlijden, is van de daardoor ontstane vacature gebruik gemaakt voor de benoeming tot buitengewoon hoogleeraar in de vergelijkende physiologie van dr. H. JORDAN. De ondergeteekende vindt thans aanleiding dit buitengewoon hoogleeraarschap om te zetten in een gewoon hoogleeraarschap, vermits zoowel de toenemende beteekenis van de vergelijkende physiologie voor wetenschap en onderwijs, als de werkkring van dr. JORDAN hem alle aanspraak geven op de positie van gewoon hoogleeraar.
56 215
Meer is noodig voor volgnummer:
Handelingen der Staten-Generaal.
2.
1918—1919.
Lector in de wiskunde. Dezelfde gronden, welke hebben geleid tot de uittrekking van gelden voor de benoeming van een lector in dè propaedeutische wiskunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden, geven ook aanleiding tot gelijk voorstel met betrekking tot het onderwijs in de wiskunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Art. 160. Personeel voor de medische kliniek. De nieuw opgetreden hoogleeraar III.IM.VXS VAN DEN BERGII heeft voor de regeling van zijn onderwijs eenige uitbreiding van personeel noodig.
(Stautsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
De voorstellen dienaangaande •taan In verband met een verbeterde inrichting der kliniek voor interne geneeskunde, waarin voorziening metterdaad dringend noodlg was, terwijl tevens
voor zijn laboratorium-werkzaamheden den boogleeraar bulp moet worden geboden.
De ondergeteekende stelt daarom voor de gelden toe te staan voor de aanstelling van een scheikundige, een assistent en een amanuensis. Heelkundige en vrouireuktinieken. Het hooger bedrag voor personeel uitgetrokken vindt zijn oorzaak: 1". in de hoogere wedden ingevolge de nieuwe salarisregeling; 2°. in uitbreiding van het aantal verpleegsters, ten einde den dienst zóó te kunnen inrichten, dat een 14-daagsche rustdag mogelijk is; 3°. in jittrekking van een bedrag voor vacantie-toelagen voor het inwonend personeel, 4°. in vermeerdering van het aantal werksters in verband met de uitbreiding van de polikliniek en 5°. in de voorgestelde benoeming van een hoofdstoker, die technisch toezicht op het stoken moet houden. Psychiatrisch'neurologische kliniek. Het aantal verpleegsters moet eenige verhooging ondergaan; een tweetal nieuwe be ambten (een klerk en een laboratorium-bediende) moet worden aangesteld, terwijl ook hier een bedrag is uitgetrokken voor vacant ie bijslag. Art. 168a. Materieel. Wegens kosten voor aanvulling en uitbreiding der verzamelingen en hulpmiddelen voor het onderwijs, voor reis- en verblijfkosten, voor personeele hulp en schrijfloonen, administratieve, huishoudelijke en andere uitgaven, wordt f510 263 aangevraagd, en wel voor: 1. Ziekenhuis f 40 755 2. Clinieken 216 520 3. Gasthuis voor oogleiders 5 000 4. Psychiatrische cliniek 70 288 5. Bibliotheek 24 700 6. Anatomie 4 800 7. Pathologie 6 600 8. Physiologie 6 800 9. Medische cliniek 2 500 9a. Idem buitengewoon 10 000 10. Chirurgie *. . . 4 000 11. Operatieve chirurgie 1 000 12. Tandheelkunde 10 000 12a. Vergoeding reizen lector en assistenten tandheelkunde 2 500 13. Oorheelkunde 2 500 14. Oogheelkunde 1 000
16. Obstetrie 16. 17. 18. 12. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Gezondheidsleer Psychiatrie Natuurlijke historie Botanie Chemie (anorganische) Chemie (organische) Pharmacie . Geologie en mineralogie Physica Astronomie Algemeene huishoudelijke uitgaven . . . . Waterverbruik Telefoon ' . . . .
2 700 2 950 2 500 5 500 11500 6 750 4 600 8 000 3 000 10 000 3 000 4 000 2 800 1 400
.29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.
2.
V. 2.)
Mathematische modellen Phonetiak AesUietiek en kunstgeschiedenis Geneesmiddelleer Chemische diagnostiek Voedingsrniddelleer Aardrijkskunde Historische kweekschool Sociale geneeskunde " Makromagnetisme Aankoop radium Dermatologie
'.
.
.
f 510 263 451 875
Voor 1918 werd toegestaan Voor 1919 wordt dus meer gevraagd
f 100 200 4 500 6 500 1 300 1 500 5 000 1 500 1 500 3 500 5 000 2 000
.
. f
58 388
Meer is noodig voor volgnummer: 5. f 1600, f 300 voor eens; f 1300 per jaar. f 300 wordt aangevraagd voor de. aanschaffing van een handboekerij ten behoeve van de juridische faculteit, terwijl f 300 bovendien noodig wordt geacht voor het jaarlijks bijhouden daarvan. De subsidie ware bovendien f 1000 hooger te bepalen in verband met de stijging der prijzen. 9. f 10 000 voor eens. Dit bedrag wordt noodig geacht voor de aanschaffing van instrumenten, glaswerk enz. ten behoeve van den nieuw opgetreden hoogleeraar, voor wien — zooals boven werd medegedeeld — de kliniek voor interne geneeskunde eenige uitbreiding en verbetering ondergaat. 18. f 1500 voor eens. Ten behoeve van de vergelijkende physiologie moeten eenige hulpmiddelen worden aangeschaft, waarmede bovengenoemd bedrag gemoeid is. 19. f 1500. De hoogleeraar heeft voor de inrichting van een botanisch museum en van zijn nieuw laboratorium f9000 noodig. Voorgesteld wordt deze som in zes termijnen te verdeelen. Voor 1919 dus meer f 1500. 24.
f3000.
Voor de werktuigen mentmaker wordt ter prijsstijging.
f2500 voor eens; f 500 per jaar. aanschaffing van verschillende instrumenten en vooi den nieuwen amanuensis, die tevens instruzal zijn is f 2500 noodig, terw(jl f 500 vereischt verhooging van • het subsidie tengevolge van de
26. f 1200 meer en f 500 minder. Tegenover een bedrag van f 500, verleden jaar toegestaan voor de restauratie van portretten van hoogleeraren, hetwelk thans in mindering komt, staat een bedrag ad f 1200 meer, veroorzaakt door de hoogere prijzen van brandstoffen en andere artikelen. 27 en 28. f 300 en f 50 hooger wegens ingebruikneming van nieuwe gebouwen. 31. f 700 meer. Reeds voor 1915 werd dit bedrag aanvankelijk uitgetrokken, doch toen teruggenomen in verband met de tijdsomstandigheden. De ondergeteekende meent, dat er thans aanleiding
(Staatsbegrootiiitf voor het dienstjaar 1919. bestaat het hooger subsidie toe te staan. Het kunsthistorisch instituut heeft in de laatste Jaren een goede ontwikkeling getoond. 30. f 500 meer per jaar. De onderzoekingen van het historisch instituut liggen ter publicatie gereed. Slechts ontbreken do geldmiddelen om deze publicatie ter hand te riemen. Een verhooging van het subsidie schijnt daarom gewenscht. 38. f 2500 meer per jaar. Nu het makromagnetisch laboratorium gereed komt, dient het subsidie voor den buitengewoon hoogleeraar bepaald te worden op het oorspronkelijk geraamde bedrag. 39. f 5000 voor eens. Voor de behandeling van patiënten is noodig dat in den aankoop van radium worde voorzien. 40. f 2000 per jaar. Dit bedrag is noodig als subsidie voor den nieuw te benoemen hoogleeraar in de dermatologie. Heelkunde en vrouwenkliniek en psychiatrisch neurologische kliniek. Voor 1919 zijn uitgetrokken voor exploitatie de bedragen in 1917 voor de verschillende posten uitgegeven. Rijksuniversiteit te Groningen. Personeel. Art. 168. Lector in de paedagogiek. Te Groningen is door particulier initiatief, met steun van het universiteitsfonds, de provincie en de .gemeente eene vereeniging tot stand gekomen, die het onderwijs rn de paedagogiek wil ter hand nemen. . Curatoren der universiteit stellen nu voor, dat van Rijkswege medewerking zal worden verleend door de benoeming van een lector voor genoemd vak. Aangezien het den ondergeteekende voorkomt, dat de plannen tot regeling van dit onderwijs bevorderd dienen te worden, worden de gelden voor de bezoldiging van een lector hierbij aangevraagd. • Onderwijs in de klassieke archaeologie f 800. Ten einde te kunnen voorzien in het onderwijs in de klassieke archaeologie, wordt voorgesteld een toelage uit te trekken van f 800 ter verleening van eene belooning aan den lector in de archaeologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht voor onderwijs in dit vak te Groningen, waarvoor hij alsdan eenmaal per week zal overkomen. Nieuive assistenten. Art. 171. Een tweede, assistent bij de pathologische anatomie. Het aantal patiënten neemt zeer toe, zoodat de hoogleeraar meer hulp moet hebben. Een derde assistent bij de oogheelkunde. Het aantal poliklinische patiënten steeg in 5 jaren tijds van 3000 tot 4500; ook het aantal semi-artsen neemt toe. Een tweede assistent voor de organische chemie. Deze is zeer noodig als hulp voor den hoogleeraar bij de toenemende werkzaamheden voor colleges en practica. Personeel universiteitsbibliotheek. Na het gereedkomen van het nieuwe gedeelte der universiteitsbibliotheek zal uitbreiding van het bibliotheekpersoneel noodig zijn. Voorgesteld wordt ter voorziening in den dienst der bibliotheek nieuw aan te stellen: twee wetenschappelijke assistenten, een amanuensis, een bediende stoker en een schoonmaakster.
2.
V.
2.)
28
Personeel voor de plantsoenen. Tol dusver was liet personeel
voor hot onderhoud der plantsoenen nog niet van een aanstoiiing voorzien. De ondergeteekende acht net wenscheiyk, dat zulks thans geschiedden dat voor de bezoldiging van een
plantsoenbaaa en een plantsoenknecbt daartoe de rèrelschte bedragen worden uitgetrokken op het artikel „personeel". Art. 174 a. Materieel. Wegens kosten voor aanvulling en uitbreiding der verzamelingen en hulpmiddelen voor het onderwijs, voor reis- en verblijfkosten, vooi personeele hulp en sehrijfloonen, admistratiove, huishoudelijke en andere uitgaven wordt een bedrag van f 478 715 aangevraagd, en wel voor: 1. Ziekenhuis f 316 966 2. Bibliotheek 30 000 3. Anatomie 4 216 4. Pathologische anatomie 7 000 5. Chirurgie ; 1 500 6. Pathologie 3 000 7. Verloskunde 2 000 8. Psychiatrie 3 500 9. Neus-, keel- en oorheelkunde 1 200 10. Physiologie 12 229 11. Hygiëne 3 350 12. Hortus 10 050 13. Zoölogie 5 000 14. Scheikunde (organische) 9 000 15. Scheikunde (anorganische) 12 000 16. Physica . . . . • 5 500 17. Pharmacie 4 000 18. Sterrenkunde . 6 900 19. Mineralogie en geologie 3 600 20. Wandkaarten, platen enz 1 000 21. Inrichting voor ooglijders 2 100 22. Oogheelkundige verzameling 4 000 23. Aankoop van mathematische modellen. . . 100 24. Psychologisch instituut 1 300 25. Algemeene en huishoudelijke uitgaven. . . 8 000 26. Waterverbruik •. . . 2 500 27. Verzekering van losse werklieden in universiteitsinrichfingen . 80 28. Phonetiek • 100 29. Staatswetenschappen 500 30. Kinderziekenhuis .• 8 000 31. Kinderziekten 1 500 32. Onderwijs verpleegdagen Kinderziekenhuis . 3 250 33. Huid- en geslachtsziekten 2 500 34. Philologiseh-Historisch Instituut (exploitatie van het gebouw) 1 324 34a. Germanistisch instituut 450 346. Anglistisch instituut 150 84c. Romanistisch Instituut 150 Md. Klassiek Philologis.li Instituut 300 34e. Historisch Instituut 250 35. Christelijke Kunst 150 Totaal .
.
Voor 1918 werd toegestaan Voor 1919 wordt dus meer gevraagd . . . .
. f 478 715 420 229 f
58 486
(Stautsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
UI
f
81 906 overeenkomstig de contractueele regeling.
2. f 10 120 meer in verband met de ingebruikneming van het nieuwe gedeelte van het bibliotheekgebouw. Het subsidie zal dan aldus zijn samengesteld: f 400 voor ééns (aanschaffing van schoonmaakartikelen enz.); f 5 600 gedurende zes jaren voor het drukken van den catalogus; f 24 000 jaarlijksch subsidie. 13. f 2500 meer per jaar wegens hoogere uitgaven door de stijging van het aantal studenten, terwijl f5000 voor eens toegestaan in mindering komt. 14. f3000 meer per jaar, eveneens wegens stijging van het aantal studenten. 22. f 3000 voor eens. Aanvulling van het instrumentarium is noodzakelijk. 33. f 1250 per jaar, omdat het toestaan van 1000 verpleegdagen meer in het kinderziekenhuis noodig is gebleken. Voorts zijn enkele posten verhoogd moeten worden in verband met do algemeene prijsstijging. Technisch/' hoogeschool. Personeel. Art. 182. In liet onderwijs in de mechanische technologie zal op eenigszins andere wijze zijn te voorzien dan tot dusver het geval was. Het is wenschelijk gebleken daarvoor meer aanraking met de praktijk te zoeken, door aanstelling van op dit gebied praktisch werkzame deskundigen tot buitengewoon hoogleeraar. De hoogleeraar STEGER werd reeds in verband m
'uir personeel. Voor de natuurkunde zyn wegens den stijgenden omvang der werkzaamheden noodig 1 electricicn, 2 amanuenses en een schrijfster-typiste. Voorts is aanstelling noodig van een bedieiide-inslrumentmaker lij de scheikunde, een amanuensis hij de anorganische en physixche scheikunde, een bediende bij de bibliotheek, een schrijver bij het bureau van administratie en een bediende in alijemeenen dienst. Art. 188o. Materieel. Wegens kosten voor aanvulling en uitbreiding der verzamelingen en hulpmiddelen voor onderwijs, voor reis- en verblijfkosten, voor personeele hulp en schrijfloonen, voor kleeding der bedienden, administratieve, huishoudelijke en andere uitgaven wordt een bedrag van f 391 650 aangevraagd en wel voor:
V. 2.)
Afdeeling der algemeene wetenschuppen.
Meer is noodig voor volgnummers: 1.
2.
1. 2. 3. 4.
Beschrijvende meetkunde en kmematica . Analyse Haudteekenen Administratief recht
.
500 300 1 150 100
la. 8. 8a. 8b. 8c. 9.
Afdeeling der tng- en waterbouwkunde. Waterbouwkunde: sluizen enz Idem, wegen en bruggen Geodesie, landmeten, waterpassen en situatie-. teekenen Idem, huishoudelijke zaken Kennis van bouwstoffen Idem, aanschaffing apparaten Idem, huishoudelijke zaken Idem, verlichting, verwarming en waterverbruik Toegepaste mechanica
2 550 2 200 2 500 1 900 1000 1 700 500
10. 11. 12. 13. 13a. 136.
Afdeeling der bouwkunde. Schoone bouwkunde Burgerlijke bouwkunde Boetseeren Decoratieve k u n s t . ' Idem, huishoudelijke uitgaven Idem, verlichting, verwarming en waterverbruik
3 800 2 000 1 100 1 200 800 1 500
5. 6. 7.
14. 14«. 146. 15. 16. 17. 18. 19. 19«. 20. 20a. 21. 22. 23. 23a. 24. 24a. 25. 25a. 2bb. 26. 26a. 266. 26c. 27. 27a.
Afdeeling werktuigbouwkunde, scheepsbouwkunde en electrotechniek. Werktuigbouwkunde Idem, huishoudelijke uitgaven Idem, verlichting, verwarmingen waterverbruik Mechanische technologie en modelmakerij Scheepsbo.uwkunde Werktuigbouwkunde, laboratorium en toegepaste mechanica Toegepaste mechanica Aërodynamica enz -. Idem, buitengewoon Natuurkunde meten en wegen (electrotechniek) Idem, huishoudelijke zaken Centraal station gebouw natuurkunde . . . Afdeehng der scheikundige technologie. Scheikunde Scheikundige technologie Idem, (huishoudelijke zaken) Microchemie en metallografie Idem, huishoudelijke zaken Bacteriologie Onderhoud van den proeftuin Idem, huishoudelijke zaken Laboratorium voor Technische botanie. . . Onderhoud van den t'ultuurtuin voor Technische gewassen Huishoudelijke zaken, Labor. Tech. botanie . Idem, verlichting, verwarming en waterverbruik Technische hygiëne Idem, huishoudelijke zaken
900 2 500
8 000 5 100 13 500 3 500 2 000 5 000 500 3 000 8 000 10 500 5 300 1 000
40 000 2 000 9 100 3 500 800 8 800 800 3 200 7 000 2 500 2 000 7 500 4 000 500
Tweede Kamer.
Bijlage A. (Staatsbqgrooting voor het dienstjaar 1919. Afdeeling der mijnbouwkunde. 28. 29.
Aard en delfstofkunde „
„
„
. . . . . . .
f
5000
(historische geologie
en palaeontologie)
3 000 - .
3 900
2.
V. 2.)
25
duurte aan hooger subsidie wordt vereischt en het min of meer als normaal aan te merken bedrag der verschillende subsidiön. Aan het einde is daarom een sluitpost geplaatst, waaruit door overschrijving kan worden aangevuld wat voor ieder subsidie extra benoodigd is. Buitendien is voor nieuwe aanvragen uitgetrokken op onderdeel:
30.
Mijnontginning
31.
Mijnkunde
2 500
32.
Metallurgie
3 000
33.
Geologie
3 500.
8a. f 1900 voor vernieuwing van de verzameling ten behoeve van de kennis en het onderhoud van bouwstoffen;
34.
Inriehting doeimatisch-metallurgisch labora4 000
10. f 1000 per jaar als subsidie voor don nieuwen hoogleeraar in de schoone bouwkunde;
torium Idem mineralogisch laboratorium.
36.
Idem museum mineralogie . . . . . .
1 000
37.
Idem
ertskunde
1 000
38. 39.
Idem „ geologie Idem „ historische geologie en palaeontologie Mijnmeten en karteeren . . . . . . . . .
1 000
49. f 2000 per jaar voor uitbreiding van de boekenverzameling;
1 000 1500
50. f 3000 per jaar voor huishoudelijke uitgaven ten behoeve van de bibliotheek.
40. 41. 42. 43.
44.
Huishoudelijke zaken gebouw kunde
.
.
7 000
f 1900 voor eens voor aanschaffing van een episcoop;
35.
„
.
6.
mijnbouw.. 3 000
Idem verlichting, verwarming en waterverbruik . . .
9 500
Huishoudelijke zaken, uitgaven conciërges hoofdgebouw en Verversdijk en kleeding deibedienden enz
15 000
Idem verlichting, verwarming en waterverbruik hoofdgebouw c a
20 000
Voor meubilair wordt behalve het gewone subsidie, verhoogd tot f 5650, gerekend met de noodzakelijkheid van aanschaffing van meubilair enz., ten behoeve van enkele der gebouwen, en van administratie-behoeften, tot een gezamenlijk bedrag van f 8150 voor eens. Art. 189.
45.
Excursiën en onvoorziene uitgaven .
8 100
46.
Bureaukosten
2 300
47.
Kosten uitgave jaarboekje
48.
Kosten voor examens
49.
Bibliotheek
50.
Idem huishoudelijke uitgaven
51.
Idem verlichting, verwarming en watewer-
750
Beurzen f 2500 meer.
Tot dusver werd het bedrag eener beurs voor studenten aan de Technische Hoogeschool gesteld op f 450 -f- vrijstelling van collegegelden, overeenkomstig de hooger-onderwijswet. De aanzienlijke stijging der kosten van de meest noodzakelijke levensbehoeften doet den ondergeteekende verhooging van bedoeld bedrag, dat aanmerkelijk lager is dan hetgeen den studenten aan de Rijksuniversiteiten wordt toegekend, wenschelijk achten, zoodat voorgesteld wordt de beurs op f 550-te bepalen; het aantal beurzen kan alsdan tevens met één worden vermeerderd.
2 300 24 000
Middelbaar Onderwas.
3 000
Hoogere Burgerscholen.
bruik
8 500
52.
Machinokamerbenoodigdheden
2 500
53.
Duurteverhooging posten
voor
13a. f 800 per jaar voor huishoudelijke uitgaven in het nieuwe gebouw voor decoratieve kunst en f 1500 voor verlichting, verwarming en waterverbruik;
de
verschillende 70 000 f
Voor 1918 was toegestaan Voor 1919 wordt dus meer gevraagd
391 650 295 550
.
96 100
Voor nagenoeg alle posten was een aanmerkelijk hooger bedrag voor subsidie aangevraagd wegens de stijging van prijzen der brandstoffen, materialen, chemicaliën, enz. De ondergeteekende heeft met het oog op de buitengewone stijging der prijzen en de daaromtrent heerschende onzekerheid, gemeend niet eiken post met het door .curatoren voorgestelde bedrag te moeten verhoogen, omdat zoodoende zou te loor gaan het onderscheid tusschen hetgeen door de buitengewone Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1918—1919.
Artt. 214, 215 en 217. In de artt. 214 en 215 is begrepen een bedrag van onderscheidenlijk f 31 000 en f 9000 wegens aanvangsjaarwedden en periodieke verhoogingen van de weddon der leeraren aan de hoogere burgerscholen te Almelo en Schiedam, en in art. 217 onder b-een bedrag van f 4000 van materieel en vuur en licht ten behoeve van genoemde scholen, een en ander over het tijdvak van 1 September tot en met 31 December 1919. Voorgesteld wordt n.1. om deze scholen, welke thans door de gemeenten worden in stand gehouden met ingang van 1 September 1919 door het Rijk te doen overnemen en zulks op de volgende gronden : Uithoofde van het groot getal „buitenleerlingen", die deze scholen bezoeken en de daaruit voortvloeiende hooge uitgaven voor do gemeentekassen, hebben beide gemeenten zich gedwongen gezien het schoolgeld voor zoodanige leerlingen te verhoogen. Het gevolg daarvan is, dat de minder gegoede bewoners van de omliggende gemeenten in de onmogelijkheid zijn. hun kinderen middelbaar onderwijs te verschaffen, zoodat vele jongelieden van voldoenden aanleg daarvan verstoken blijven. Van de genoemde gemeenten la niet te vorderen, dat zij de kosten, die het gevolg zouden zijn van toelating der buiten!eerlingen, op denzelfden voet als de kindei en liarer eieren in-
26
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
gezetenen, voor hare rekening zullen nemen. Te minder kan deze eisch worden gesteld, wijl de tegenwoordige gebouwen voor een grooter getal leerlingen ontoereikend zouden wezen. Voor Almelo is oen geheel nieuw gebouw (ook zonder toeneming van het getal leerlingen) dringend noodig, te Schiedam kan uitbreiding van het getal lokalen niet achterwege blijven. Slechts met een abnormaal hoog Rijkssubsidie zouden de gemeenten tot vorenbedoelde maatregelen kunnen overgaan. Beter schijnt het daarom, dat het hijk de scholen overneemt en dat de gemeenten naar vermogen in de kosten blijven bijdragen. De jaarlijksche kosten voor personeel worden geschat op f 60 000 's jaars voor iedere school, die voor materieel op f 4 500, zoodat, gelijk hierboven reeds werd medegedeeld over September—December 1919 is te rekenen op -fe X f120 000 voor personeel (f 31000 op art. 214 en f9 000 op art. 215). Voor materieel zal vermoedelijk noodig zijn ^ X (2 X f 46 00), plus f 500 voor nieuwe leermiddelen aan iedere school — f 4 000. Art. 219. Bij dit artikel is te rekenen op aanzienlijke toeneming van het getal bijzondere hoogere burgerscholen, gelijk in den uitgewerkten en toelichtenden staat is uiteengezet. In verband met de uitbreiding van het getal der Rijks- hoogere burgerscholen en de verhooging der salarissen, zal naar hot oordeel van den ondergeteekende, een wetsontwerp moeten worden Ingediend tot verruiming van de subsidien aan bijzondere hoogere burgerscholen, in afwachting van de definitieve, ter uitvoering van art. 192 der Grondwet te treffen regeling. Jn verband hiermee zal dan c. q. bij suppletoire begrooting het thans geraamde bedrag van f 300 000 nader moeten worden verhoogd. Art. 221. Centraal Instituut voor de Lichamelijke Opvoeding. Algemeen heerscht de overtuiging, dat de opleiding der leerkrachten voor de lichaamsoefeningen hier te lande veel te wenschen overlaat. Eene ..normaalinrichting" op dit gebied ontbreekt tot dusver. De particuliere instituten en de leeraren, die privaatlessen geven ter opleiding voor de gymnastiokakten, behandelen de leerstof ieder op zijne eigene wijze en verschillen onderling van meening zoowel omtrent den aard als omtrent den omvang daarvan. Het beste middel om verbetering in den toestand te brengen schijnt de oprichting van een Kijks centraal instituut voor de lichamelijke opvoeding. Daar zullen de toekomstige leeraren voor de gymnastiek kunnen worden gevormd overeenkomstig de eischen, welke aan eene goede opleiding bchooren te worden gesteld. De aan het instituut gevormde leerkrachten zullen op hunne beurt de opleiders worden van degenen, die het eigenlijke „volksonderwijs" in de lichaamsoefeningen hebben te geven en op die wijze zal de eenheid bij dit onderwijs wórden bevorderd en het peil ervan worden verhoogd. Omtrent de inrichting van het instituut, dat uiteraard over bekwaam personeel en voldoende leer- en hulpmiddelen zal moeten beschikken, wordt nog overleg gepleegd met het bij Koninklijk besluit van 9 Augustus 1917 n°. 52 ingestelde algemeen college van advies voor lichamelijke opvoeding. De bedoeling is om, bij voldoende medewerking van het gemeentebestuur, het instituut te vestigen te Amsterdam, wanneer een gedetailleerd plan voor de inrichting van het instituut zal zijn vastgesteld en dus een meer nauwkeurige raming deikosten mogelijk zal wezen, kan eene bepaalde som worden aangevraagd. Vermits de noodige gegevens daartoe bij de samenstelling der ontwerp-begrooting nog ontbraken, wordt voorloopig een memoriepost voor dit doel uitgetrokken. Yukondenvys. Middelbare Technische scholen.
2.
V. 2.)
mate stijgen. Het totaal der exploitatiekosten wordt voor 1919 op ruim f 121 000 geraamd. De provincie zal haar subsidie tot f 10 488 verhoogen. Voorgesteld wordt het Rijkssubsidie met f 13 000 te verhoogen en te brengen op f 55 000. Art. 225. Subsidie ten behoeve van de Academie vun Beeldende Kunsten met Middelbare Technische School te 's Gvavenhage. De Raad van bestuur dezer Academie heeft omvangrijke reorganisatieplannen ontworpen, welke in hoofdzaak beoogen het onderwijs in architectuur, beeldhouw- en schilderkunst op hoogcr peil te brengen. In verband daarmede heeft de Raad van bestuur eene verhooging van het Rijkssubsidie gevraagd. Het komt den ondergeteekende aanvankelijk voor, dat er wel aanleiding bestaat op dit verzoek in te gaan. Een definitief oordeel zoude hij daaromtrent niet uit willen spreken, alvorens hij het advies van den eerst onlangs benoemden inspecteur voor het kunstonderwijs, zal hebben kunnen inwinnen. Mocht deze met zijn advies tijdig gereed zijn, dan zal bij de Memorie van Antwoord alsnog een nader voorstel worden gedaan. Art. 227. Haarlem. Middelbure technische school. Aan deze school zullen afdeelingen worden verbonden voor machineen werktuigbouw, scheepsbouw, en electrotechniek. De uitgaven zullen hierdoor belangrijk hooger komen dan aanvankelijk was geraamd. Voor 1919 zijn zij begroot op f 64 700. De ondergeteekende stelt voor het Rijkssubsidie te verhoogen met f 7250 en daardoor te brengen op f 31 350. d. i. ongeveer 50°/ n der netto-uitgaven. Art. 231. Rotterdam. Academie van Beeldende Kunsten en technische wetenschappen. De uitgaven dezer inrichting worden voor 1919 geraamd op ruim f 2 0 9 000 d. i. ruim f 3 0 000 hooger dan voor 1918. In verband met het zeer hooge bedrag hetgeen de gemeente Rotterdam .aan deze inrichting jaarlijks ten koste legt. acht de ondergeteekende het billijk dat het Rijkssubsidie voor 1919 worde verhoogd met een bedrag van f 10 000 en worde gebracht op f 70 000. De gemeente zal dan nog bijna f 120 000 hebben bij te passen. Art. 234. Sul)sidiën aan tcekenscholen en academiën, enz. De besturen van de academie. „Minerva" te Groningen en van de Kunstnijverheidsschool „Quellinus" te Amsterdam richtten tot den ondergeteekende een aanvraag om verhooging van het Rijkssubsidie. Ook over deze aanvragen zoude de ondergeteekende het oordeel van den onlangs benoemden Inspecteur van het kunstonderwijs willen inwinnen. Wellicht kan ook ten aanzien van deze scholen bij de Memorie van Antwoord een nader voorstel worden gedaan. Zeevaartscholen. • Art. 243. Subsidien ten behoeve van zeevaartkundig onderwijs, onderwijs aan schippers, examens enz. Verhooging van hét RUkésubsidie wordt voorgesteld voor de volgende scholen: Amsterdam, kweekschool van de Zeevaart, met Delfzijl Zeevaartschool Groningen id. Helder id. Terschelling id. Enkhuizen Visscherijschool Umuiden id Groningen Schipperschool
.
f
2 000 8 400 1 300 1 875 f. 700 300 1 420 925
Art. 223. Dordrecht. Middelbare technische school voor werktuigbouwkunde, scheepsboiiirkumh'. electrotechniek en suikertechniek. Door de algemeene duurte en door de ontwikkeling der ai'deeDoor uitbreidingen van verschillenden aard en door verbetering ling voor chemische techniek zullen de uitgaven in belangrijke van salaris zijn de uitgaven dezer scholen gestegen.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919. De volgende tabel vermeldt de cijfers dor uitgaven, alsmede der subsidien, geraamd voor 1919. .2 S 'S 3 $
a CO
O)
.O -C O
68 218 27 000 28 022 30 250 40 L78 1250 14 025 8 400
Amsterdam Delfzijl. . , Groningen , Helder. . . Terschelling. Enkhuizen , Umuiden . . Groningen
»)
20000 16 200 15000 18025 18 700
3 C/2
Tl
161 3 668 3 550 3 625 13 248
600
200
4 520 1675
2 260
500
Nieuwe subsidien worden voorgesteld voor: Egmond aan Zee (visscherijschool) . . . . Huizen ., . . . . Cursussen vakonderwijs voor varensgezellen en schfppersdoehters . . . ,
6 289 5 000 12 300 4 624 200 5 470 600
800 600
500
Omtrent deze scholen worden in de volgende tabel nog eenige cijfers vermeld: Totaal Subsidie ; Andere School- Subsidie der geingelden. provincie. uitgaven. nioente. ,komsten. Egmond aan Zee . Huizen Cursussen vakom derwtfs varens* gezellen en schippendochters . .
2 900 1212
100 50
1000
108
290 125
450 300
660 137
392
Voorts worden bij dit artikel nog gelden aangevraagd voor de volgende aangelegenheden. Opleiding van leerkrachten voor het zeeraartkundiy onder/vijs. Er is groote behoefte aan betere vorming, en meerdere gelegenheid tot opleiding van leerkrachten voor het zeevaartkundig onderwijs. De vereeniging ,,Cornelis Douwes" te Amsterdam wil hierin verbetering brengen. Mede daartoe in staat gesteld door flnancieelen steun der groote stoomvaartmaatsehappijen, is deze vereeniging reeds begonnen op drieledige wijze voor het aangegeven doel werkzaam te zijn, en wel: a. door opleiding voor de akte I (theoretische zeevaartkunde); h. door opleiding in zeemanschap (practische zeevaartkunde); c. het geven van voortgezet theoretisch zeevaartkundig onderwijp aan gezagvoerders en stuurlieden zonder emplooi (naar het model van de opleiding voor het „extra master's certificate" in Engeland). De jaarlij ksche kosten van een en ander worden op f3135 geraamd. Stoomvaartmaatsehappijen en particulieren zullen hierin f 1285 bijdragen. De opbrengst van schoolgelden wordt op. f 750 geraamd, zoodat nog een tekort blijft van f 1100. Tot dekking hiervan moge het voorgestelde Rijkssubsidie strekken. Oefenschip. De vereeniging ter bevordering van watersport onder jongeren, die onder leiding staat van den directeur der zeevaartschool in het zeemanshuis te Amsterdam, heeft door steun van particulieren de beschikking gekregen over een klipperjacht. Dit jacht zal ten behoeve van de practische opleiding van leerlingen van zeevaartscholen worden geëxploiteerd. Zoodanige aanvulling van de practische opleiding is hoog noodig
2.
V. 2.)
27
en wordt in bijna alle landen met scheepvaart van eenige beteekenis toegepast. De exploitatiekosten van het oefenschip z^n, met inbegrip van onderhoudskosten op f9000 te ramen, waarvan f 1000 door particulieren zullen worden gedragen. De ondergeteekendo stelt voor deze zaak door een Rijkssubsidie ten bedrage van f 800Ö per jaar te steunen. Handboek voor theoretische zeevaartkunde. Op gezag, en met steun van den Minister van Marine zal een nieuw handboek voor de theoretische zeevaartkunde worden samengesteld, dat vermoedelijk in den loop van het jaar 1919 zal verschijnen. De prijs van bet boek, in 2 deelen uit te geven, zal ongeveer f 16 bedragen. Voor aankoop van 150 exemplaren ten dienste van het zeevaartkundig onderwijs wordt een bedrag van f 2400 aangevraagd. Gemeenschairpelijk einde.'amen. In afwachting van het tot stand komen van eene wettelijke regeling van het vakonderwijs acht de ondergeteekende het wenschelijk ook thans reeds een gemeenschappelijk uniform eindexamen in te stellen voor de 2-jarige cursussen der zeevaartscholen. Deze maatregel zal de onderlinge voeling en uitwisseling van gedachten tusschen het personeel der verschillende scholen in de hand werken, en daardoor aan een doeltreffende opleiding van aanstaande koopvaardij-oflicieren ten goede komen. De bedoeling is, dat ieder jaar van Rijkswege een centrale commissie worde benoemd, die de vragen voor het schriftelijk examen zou hebben samen te stellen en het examenwerk beoordeclen. De leden der commissie zouden als Rijksgedelegeerden de aan de scholen af te nemen mondelinge examens kunnen bijwonen. Voor reis- en verblijfkosten en vacatiën der commissieleden wordt een bedrag van f 4000 noodig geacht. Avondcursussen tot opleiding voor Int voorloopig machinistendiploma. Xa overleg met den Minister van Landbouw, Xijverheid en Handel is het wenschelijk gebleken de opleiding van machinisten ter koopvaardij, en met name de studie voor het voorloopig machinistenexamen aan te moedigen. Dit kan het best en met de minste kosten geschieden door aan eenige zeevaart* en ambacbtescholen avondcursussen tot opleiding voor het voorloopig machinistenexamen te verbinden. Van leeraren, lokalen en leermiddelen dier scholen kan dan zooveel mogelijk worden gebruik gemaakt. De netto kosten per cursus worden op f 3500 pei jaar geschat. Voorloopig wordt op 9 cursussen gerekend. In totaal zal hiermede dus een bedrag van f 3 1 500 gemoeid zijn. ' Ten slotte wordt f 200 aangevraagd wegens de kosten van Rijksgedelegeerden bij de examens voor gezagvoerder bij de binnenvaart, terwijl nog is te rekenen op het bij suppletoire begrooting voor 1918 toegestane bedrag van f 4120. Het artikel wordt in totaal verhoogd met f 76 140 en op t 240 215 uitgetrokken. Inrichtingen voor handelsonder n ijs. Art. 248. Verhooging van het Rijkssubsidie wordt gesteld voor de volgende scholen: Alkmaar (handelsdagschool) met f Amersfoort, idem Amersfoort (handelsavondcursus) Amsterdam (avondscholen vereen. Handelsonderwijs) Apeldoorn Beverwijk Deventer (handelsschool met 2-j. cursus). . , Idem (handelsdagschool) . Doesburg , Eindhoven Enkhuizen
voor4 000 4 500 640 8 190 200 385 2 050 5 000 BOO 195 635
28
( S t a a t s b e g r o o t i n g voor h e t d i e n s t j a a r 1919.
Groenlo
met f
65
Hoorn
„
400
Krommenie
„
65
.„
1 500
„
875
Middelburg (handelsdagschool) Idom
(handelsavondcursus)
. . . .
Nieuwe Pekela
„
75
Nijmegen (gem. handelscursus)
,
700
„
1000
,
200
„
105
Idem
(handelsschool Canisius-college).
.
Rolduc Rotterdam
(handelscursus
van
„de Hanze")
Uithoorn
„
400
Utrecht
6 320
Venlo IJmuiden
„ „
620 375
.
,,
700
en voor de cursussen tot opleiding van leerkrachten voor het handelsonderwijs. . .
„
4 000
Zaandam (handelsschool met 2-j. cursus).
Vermeerdering van het aantal leerlingen en uitbreiding van het onderwijs, zoomede stijging der prijzen van licht, brandstof als anderszins doen de uitgaven dezer scholen stijgen. De volgende tabel geeft een overzicht van de voor deze scholen geraamde subsidiën en van het totaal der uitgaven over 1919.
2.
Nieuwe subsidiën of cursussen t e :
V.
2.)
worden voorgesteld voor handelsscholen
Amsterdam, Chr. handelsschi m e t 2-jarigen cursus f Blerick, handelscursus Boskoop, „ Dordrocht, handelsschool m e t 2-jarigen c u r s u s . . Etten, handelcursus 's-Gravenhage, handelscursus van „de H a n z e " . . Helmond, handelsdagschool Hengelo, handelscursus 's-Hertogenbosch, handelsdagschool Roermond, id. Rotterdam, id. . , Tilburg, id. Utrecht, gem. handelsschool m e t 2-jarigen cursus.Veendam, handelsdagschool Weert, id. Zwijndrecht, handelscursus
De volgende tabel geeft een .overzicht van de voor deze scholen en cursussen geraamde uitgaven, alsmede van de subsidiën van Rijk, provincie en gemeente, de bijdragen van particulieren en de schoolgelden: T3 . 2 G>
O
'S M _ a> et es
bsid ie.
O
3 ff)
,3
f 32 397, f 10 000 Alkmaar Amersfoort (handelsdagschool) . . 32 100 b 16 850 1140 3500 „ (handelsavondcursus) . 23 985 79 300 Amsterdam . . 1 450 4100 Apeldoorn. . 660 1875 Beverwijk 5 650; 12 600 Deventer (handolssch. met 2.j. c.) . (handelsdagschool) . . . 32 000 14 000' 800 2 000 Doesburg 775 ! 2 550' Eindhoven 1800' 4 450 Enkhuizen 542 1 355 Groenlo 138o' 5 080 Hoorn 380 867 Krommenie 19000 7 500 Middelburg (handelsdagschool) . . 9 400 3 500 „ (handelsavondcursus) . 1504 575 Nieuwe Pekela -. . . 7 300 2900 Nijmegen (Gem. handelscursus). . (handelsscb. Canisius8 105 3 000 ('uilege) 7120 3 000 Rolduc 4 640 1370 Rotterdam 2 540 950 Uithoorn 42 205 8 000 Utrecht 8 510 3 700 Venlo 2 850 1 175 Umuiden 10 000 1000 Zaandam Cursussen opleiding leerkrachten Dandelsonderwfla . . . . . . 86 180 32 580
idie der p vinc
i
der i
fc-l
Voo
£
1 i *
a>
ff)
3 CO
2 500 f 16 997 3 210 10 350 350 1310 5 350 23 985 400 1270 185 300 1890 3150 4 800 8 000 200 450 300 400 400 1000 135 477 345 882 75 175 1900 3 600 940 1000 225 240 474 2 950 . 100 300 500 500 380' 1040 230 605 2000 25 205 699 2000 300 600 1000 4 400 —
? a
o ^ P5
3
•S * ja
m
3
00
300
') Hierin is begrepen een bedrag van f 3 000 als extra subsidie voor rente en aflossing voor een aan te ganegeldleening voor stichting van een nieuw gebouw.
-3 O O
M o
m
M
o
3 «2
d
'S 3
> T3 0) "ff)
3 600 740 840 500 380 <>00 B 000 1 120 5 400 2 900 11200 6 000 5 600 6 500 4 400 1 200
f11600 f 3 600 f 1000 f 1000 1 850 185 425 740 2100 500 840 142 5040 500 200| 400 175 950 380 95 600 2000 200^ 250 13 900 6000 2 500| 3 000 2 800 1120 345 1100 12 450 5 400 1500 2 750 7 400 2 900 500 500 28 000 11 200 2 800 9 000 15 250 6 000 2500 4 000 19 276 5600 P.M. P.M 17 600 6 500 1800 5 300 8 500 3 400 600 850 3000 1200 625 300
Amsterdam. . . Blerick . . . . Boskoop.. . . . Dordrecht . . . Etten 's Gravenhage. . Helmond. . . . Hengelo . . . . 's Hertogenbosch. Roermond . . . Rotterdam . ". . Tilburg . . . . Utrecht . . . . Veendam . . . Weert Zwijndrecht . .
' 400 f 5 600 250 250 318 300 3 040 900 150 150 200 750 1000 1400 235 600 1600 2 000 1500 2 000 3000 750 2 000 2800 4 000 1950 1700 576 300 I Voorts moet nog. rekening gehouden worden met het bedrag van f 8865. hetwelk bij suppletoire begrooting voor 1918 werd toegestaan. Het artikel kan worden verminderd met een bedrag van f 277 wegens opheffing van den handelscursus der Nijmeegsche Handelsvereeniging te Nijmegen. In totaal wordt dus voorgesteld dit artikel m e t f 108 263 te verhoogen en te brengen p p f 431 627. Indnstrk-
en
huishoudscholen.
Art. 249. Verhooging van Rijkssubsidie wordt voorgesteld voor de scholen t e : Alkmaar met f 2 350 Amersfoort „ 3 000 Amsterdam (Industrieschool voor vrouwelijke jeugd) ',, 3 300 A m s t e r d a m (Nieuwe huishoudschool) . . . . ' „ 6 500 ld. (Vakschool voor verbetering van vrouwen- en kinderkleoding) „ 100 ld. (Vakschool voor verkoopsters) . . „ 1 260 A r n h e m (Industrieschool) „ 8 000 Breda 2 700
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsl>egrootin>{r voor h e t d i e n s t j a a r 1919.
4 450.
Uitbreiding van personeel en lokaliteit is voor vele scholen noodzakelijk. Voorts zijn verbetering van salarissen, de prijzen van materialen enz. oorzaken dat de kosten dezer scholen stijgen. De volgende tabel geeft een overzicht van de voor deze scholen geraamde uitgaven en subsidiën voor het jaar 1919.
Alkmaar !f21519 Amersfoort . , 38 000: 11000 Amsterdam (industrieschool voor i vrouwelijke jeugd) 38 529 12 565 ! Idem (nieuwe huishoudschool) . . 55 500 10 000 Idem (vakschool voor verbetering 8 400' vrouwen- en kinderkleeding . . 25 600 21601 Idem (vakschool voor verkoopsters) ; 8 510 12 000: Arnhem . . . 38 800 5 700 Breda 14 270 2 400 Culemborg ! 5 900 2500 Delft ± 6 000 's Gravenhage (industrieschool voor 18 400 meisjes) 53 557 600 Idem (Maria Patronaatscommissie) j 1 500. •25 000 Idem (vakschool voor meisjes) . . 87 335 14 150 Groningen 34 312 Haarlem 37 538 11 500 i • ±9000 4000i Harderwijk 14 850 6000| Heerlen 16 450 6000! Helder 2 037 6001 's Hertogenbosch 6 125 i Hoogeveen 13 605 3000 Naaldwijk 9 337 3 000; Nijmegen 84 021 34 000 ! Rotterdam (vronwenarbeidschool) . 86 44 565 375 12 075 Idem (industriescliool voor meisjes) 2008 800 Tilburg 21500 9000 Winschoten 8 938 2500 Zeist 25 470 10 700 Zutphen 25 470 21500 8500 Zwolle 4164 2 750 Examens bond van leeraressen 10150 10000 Vacantie- en vervolgcursussen idem H a n d e l i n g e n der S t a t e n - G e n e r a a l . B i j l a g e n .
3000 5 750 3 950 9 400
12 55'J 2 000
2 550 481 3000 100 600 495
7 550 2168 10 000 1000 600 850
P.M. 150 5000 3 200 3 700j 511 1400 ; 1650, 100 1000 500, 3000: 8 79o! 4 900 100 j 2 600 450' 2500 3150 — —
P. lf. 340 31980 5 400 6000 P.M. 3000 4 230 800 1000 750 8000 28 92ti 12076 300 4500 2000 5000 4 100
1918—1919.
Breda (patr. H. Barbara)
f
Hilversum
840 4 500
Uithoorn
300
Zeddam
260
De volgende tabel geeft een overzicht van de voor deze scholen geraamde uitgaven, alsmede van de subsidiën van Rijk, provincie en gemeente, de bijdragen van particulieren en de opbrengst der schoolgelden.
h
Hilversum . Uithoorn . . . . Zeddam . . . .
•o .2 "SS
f2 o <3 >%
-
d
1 •o
CD
gd
Bijdragen v particuliere
„
Nieuwe subsidiën worden voorgesteld voor do scholen t e :
Sch solgelde
„ „ „
800 000 7 150 300 4 000 5 150 500 2 000 5 600 850 300 4 325 1000 2 000 8 000 3 450 200 1000 1100 2 500 1 700 1 550
ubsidie gemeen te.
,
29
2.)
ubsidie provinc
f „ „ „ „ „ „ , „ „ „ „ „ „ „ „ „ „
V.
To taal de exploi tatiekos ten. 1
Culemborg Delft (St. Agnes) 's Gravenhage (Industrieschool voor meisjes) . ld. (Maria Patronaatscommissie) . . ld. (Vakschool voor meisjes) . . . Groningen Haarlem Harderwijk Heerlen Helder 's Hertogenbosch (St. Catharina) Hoogeveen ' Naaldwijk Nijmegen • (Kookschool) Rotterdam (Vrouwenarbeidscholen) ld. (Industrieschool voor meisjes) . . Tilburg (St. Ursula) Winschoten . . . Zeist Zutphen Zwolle E x a m e n s bond van leeraressen Vacantie- en vervolgcursussen bond van leeraressen
2.
f 2100 f 840 f 210 f 500 f 50 f 500 9 650 4500 1450 3 700 2 850 1000 1 935 115 300 300 1020 150 65 650 260 110 35 180
De vakschool voor verbetering van vrouwen- en kinderkleeding en de vakschool voor verkoopsters, beiden te Amsterdam, en de kantwerkscholen te 's Gravenmoer, Sluis en Wijdenes zyn van het artikel voor speciale vakken naar dit artikel overgebracht. Het artikel woidt derhalve uit dezen hoofde verhoogd m e t f 11 120. Voorts wordt nog voorgesteld, evenals reeds vroeger bij de ambachtsscholen geschiedde, een algemeene post, hier van f 20 000 aan dit artikel toe te voegen, om aan vakscholen voor meisjes, die door de algemeene duurte in flnantiëele moeilijkheden zijn gekomen, buitengewone subsidiën te k u n n e n verleenen. Ook moet nog rekening worden gehouden met het bij suppletoire begrooting van 1918 toegestaan bedrag van f 8165. H e t artikel kan echter worden verminderd met een bedrag van f 1000, zijnde een bijdrage voor eens over 1918 aan de vakschool voor meisjes te Goes. In totaal wordt dit artikel d u s verhoogd m e t f 124 900 en uitgetrokken op f 421 265. Ambachtsscholen. Art. 250. Verhooging van het jaarlijksch Rijkssubsidie wordt voorgesteld voor de na te noemen ambachtsscholen: Alkmaar
met f
Almelo Amsterdam Maatschappij Werkenden Stand
I.
„
3 725
„
2 718
n. „ „ „ Apeldoorn
St. Josephs Gezellenvereeniging.
öooo
III.
,
1 250
.
..
600
„
Appingedam
2 425 2 150
Arnhem Assen
2 900
10 400 ,
1 030
Brielle
6 125
Delft
3 000
Doesburg Doetinchem Dragten Gorinchem
,
3 400 1 850 925 6 000
(Staatsbegrooting voor bet dienstjaar 1919.
i
Tiel
,
2 400
Utrecht Venlo Winschoten Zaandam Zaltbommel Zierikzee Zutphen Zwolle
„ , , , „ „ , „
4 400 5 000 1 800 8 750 400 5 400 2 000 1400
l
)
Toeneming van het aantal leerlingen, verbetering der salarissen, uitbreidingen van verschillenden aard en duurte van materialen enz. zijn oorzaak, dat de uitgaven dezer scholen aanzienlijk stijgen. Onderstaand staatje geeft een overzicht van de verschillende subsidiën en van het totaal der exploitatiekosten dezer scholen. —
«
ui g •o
II
tDZ=?
§a o
3 to
9)
CD
.2 •3
— u en o, CG
Alkmaar f64 585 f30100 f 5580 f14518 Almelo j 29 350 14 375 4380 8 200 Amsterdam 1 j 51134 21418 5150 21416 4 650 50 097 „ II 74 407 15 000 III 122 476 51250 12 250 51 251 2000 4600 „ St. Jos. Gez. vereen . 15188 4600 Apeldoorn 51 luO 24 250 5110 17 440 3 500 5850 Appingendam 28 000 13 500 4 950 24 900 Arnhem 70 500 34 650 Assen 23 387 11700 2 500 7130 3 475 1400 Brielle 26 508 13 250 4 750 10 050 Delft 57 200 23 500 2 820 Doesburg 19 000 9000 2080 1670 2 640 Doetinchem 18 336 9150 2600 Dragten 20100 9 325 2850 Gorinchem 33 000 16 000 5 150 5 350 'j In dit bedrag is begrepen een bijdrage voor eens van f 2000.
's-Gravenhage 1 Groningen Harlingen Heerlen Helmond Hilversum Hoogeveen Hoorn. * • Hulst . . . Maastricht . Middelburg . ltiddeUurnia Nijmegen. . Oud-Beyerland Roermond . Rotterdam . Schiedam. . Sittard. . . Sneek . . . Steenwyk . Tiel. . . . Utrecht . . Venlo . . . Winschoten. Zaandam. . Zaltbommel. Zierikzee. . Zutphen Zwolle
8 565 6 500 15 475 3500 3800 28100 14 980 3500 5 056 22 800 2 500 13 075 2 470 11110 2600 7 125 4000 20 000 5 950 28 135 2800 7 750 4500 20 150 2 670 7 750 3175 10 400 68 200 15 685 31500 10 800 3000 12 625 2600 11000 8 750 2 380 2 350 11500 5 250 41900 4000 20 000 4000 15 800 22 750 4 700 975 4 550' 7 400 2100 16 400 ' 3 300 5 575 18 000 45 300
117 214 60 315 33 200 60 494 29 964 51 819 26 850 26 910 20 350 41 880 62 225 16 150 41 200 16 300 21 835 189 000 71 400 26 750 24 777 18 000 23 700 92 000 41 200 32 500 47 000 9 875 15 390 32 750 37 600
88 ooo
Nieuwe subsidiën worden voorgesteld voor het onderwijs aan de opvoedingsgestichten te
52 174 9 000 3 520 7600 6 750 16 327 3 000 3 355 1150 14 000 10 600 600 8 875 1200 6 350 92 300 23 300 4500 2 550 2 300 4 200 21000 12 850 7500 15 640 2 450 2 500 7 750 10 300
ambachts
Heijthuysen (de Heibloem) Maarsbergen (Valkenheide) Nedenveert (Stokershorst)
f 8 375 9 500 14 500
De plannen voor het ambachtsonderwijs aan deze gestichten zijn in overleg met den Minister van Justitie uitgewerkt. Het streven om den verpleegden in deze gestichten voor een of ander ambacht op te leiden, waardoor zij bij terugkeer in de maatschappij veel sterker komen te staan, verdient, naar het oordeel van ondergeteekende, alle steun. • De volgende tabel geeft een overzicht van de voor dit onderwijs geraamde uitgaven, voor elke inrichting afzonderlijk, alsmede van de subsidiën van Rijk en provincie en de bijdragen van de stichtingen. ~
53.2
•55 « ^ ?
S-8. i
Subsi provir
'
met f 9 800 „ 4 000 „ 2 476 „ 4 000 , 4 680 ' . . . . „ 3 800 ., 8 276 „ 775 „ 1 125 „ 4 000 „ 3 635 „ 1000 „ 900 „ 1 250 „ 860 „ 19 700 „ 4 500 „ 1 125 , 1 500 975
V. 2.)
Voorge Riik subsi
's Gravenhage I Groningen Harlingen Heerlen Helmond Hilversum Hoogeveen Hoorn Hulst Maastricht Middelburg Middelharnis Nymegen Oud-Beyerland Roermond Rotterdam Schiedam Sittard Sneek Steenwijk
2.
Totaal tl cxploitat kosten
80
II
\
Heythuysen : Maarsbergen Nedenveert
f 19 000 , f 9500 f 2 000 f 5000 29 000 14 500 2 500 10 000 16 750 8 375 2 000 4 375
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
V. 2.)
Valkenburg, (L.) Veenendaal Wognum IJsselstein Zieiikzee Zaltbommel
met f „ . „ „ „ „
„
4 640
„
2 120
,, „
1 045 3 950 400 4 450 500 725 45 440 530 170 500 140 2 000 165 990 2 200 460 750 350 200 350 70 100 400 30 1,000 265 300 2 300 100 330 50 4 125
„ „ „ „ „ „ „ ,, ' „ „ , „ „ „ „ ., „ „ „ ., f n g g
, B g v
920 1 500 Alblasserdam Amersfoort . Amsterdam, Dagteeken en kunstambachtsschool id. 2e avondt. school Mn'. W.S. id. Se id. Patrimonium id. „de Eenheid" id. teekensch. voor kunstamb. Beek Blerick Borculo Borne Cbarlois Coevorden Edam Ede . . . Enschede : . . . . Eysden Haarlem (vereen. Amb. scholen) id. (St. Josephs-gezellen vereen.) Heerde Hoogeveen Hoogezand Horst Krimpen a/d IJssel Leek Made Oldenzaal Olst Oosterbeek Oudenbosch Ravenstein Rotterdam „Patrimonium" . . . Smilde Tegelen Ten Boer Utrecht Valkenburg (L.)Veenendaal Wognum IJsselstein Zierikzee Zaltbommel
CO
to
3
Voo
ven
1 B> 11 I
Art. 251. Veihooging van het Rijkssubsidie wordt voorgesteld voor de scholen te:
0
co M :=? PH
Subs pro ncie
T3
met f „
150 150 50 25 400 826
Uitbreiding van het onderwijs, verbetering van salarissen en duurte van leermiddelen, brandstoffen enz. doen de uitgaven dezer scholen toenemen. De volgende tabel geeft een overzicht van de voor al de bovengenoemde scholen geraamde uitgaven en subsidien over het jaar 1919.
Teekenscholen.
Alblasserdam Amersfoort Amsterdam, DagVeekem en kunstambachtschool voor meisjes Idem, 2de avondteekenschool Mij. Werkenden Stand Idem, 3de avondteekenschool Mij. Tvrerkenden Stand Idem, „Patrimonium" Idem, „de Eenheid" Idem, Teekenschool voor kunstambachten Beek Blerick Borculo. Borne • . . . Charlois Coevorden Edam Ede Enschede . . , Eysden Haarlem (vereen. Amb. school) ld. (St Josephs Gezellenvereen.) Heerde Hoogeveen Hoogezand . . Horst Krimpen a/d IJssel Eeek Made Oldenzaal Olst Oosterbeek Oudenbosch Ravenstein. Rotterdam „Patrimonium" Smilde Tegelen Ten Boer . . . . ' Utrecht
:;:
bsid
Voorts is b\j suppletoire begrooting voor 1918 het artikel verhoogd met i' 35 075. Het artikel kan worden verminderd met i' 16 000, t.w. de bijdragen voor eens over 1918 toegestaan' voor de ambachtscholen te Enschede, Goes, Meppel, Neuzen, Oosterhout, Sittard, Velsen en Zaltbommel, zoomede met een bedrag van f 8 050, hetwelk over 1918 werd toegestaan als verhooging van het subsidie voor de 1ste Ambachtsschool te 's Gravenhage wegens de overbrenging van het lager technisch onderwijs van de Academie van Beeldende Kunsten aldaar. Deze verhooging werd abusievelijk uitgetrokken bij de 1ste Ambachtsschool, terwijl dit had moeten geschieden bij de 1ste avondteekenschool te 's Gravenhage. In totaal wordt het artikel dus verhoogd met f 201 823 en op f 1 434 358 uitgetrokken.
2.
•0
•O
•P I o
m
4 250 5075
2 070 2 400
450 350
1200 2 050
46 300 23 065 I 48170 28127 7 300 22 000 2 940 2 775 1800
16 040 6120 20 385 12 950 2 300 9200 1350 1200
4 600 1500 4 800 2 591 1500
18 700 14 345 20 385 10 366 2 300 9 200 400 1000 515 700 4 730 1050 1750 420 9 896 165 2 575 3 450 200 420 1275 300 400 330 220 750 150
3 235 10 710 2 848 7131 2 700 23 818 725 7 550 12 344 1450 3900 3 050 1255 1880 1600 850 3600 960 . 4 869 1505 2 684 15 908 616 1490 760 15 364 1300 2 796 | 875 j 2 640
6726 | 3 (XX)
845 1440 4 730 1370 3000 1225 8000 325 3 450 4 700 675 1800 1250 500 680 695 300 1400 415 2 300 600 700
2 200 300 300 180 480 750 300 1750 150 3 572 150 750 1050 145 300 250 300 275 105 125 540 144 381 200 400
5 700 j 1 V48 225 | 20 600 j 300 300 | 85 6150 2 460 550 200 1250 367 350 100 1225 300 2 700 500 1475 325
1900 250 1584 6 260 150 350 350 3 690 250 580 200 615 1000 1050
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
Nieuwe subsidien worden voorgesteld voor de scholen t e ; 2 500 600 760 375 1 250 1 250 500 485
De volgende tabel geeft een overzicht van de voor deze scholen geraamde uitgaven, alsmede van de subsidien van Rijk, provincie en gemeente, de bijdragen van particulieren en (Ie opbrengst van schoolgelden. u
ra Amsterdam Diemen . . Geleen . . Gennep Middelharnis Voorburg Waddinxveen Zundert
; ,<=:=>
.O E 3 fi-
O!
•OS
ï
s
ga 9. —
l
O) C
; 'co g
3
SB
«3 "
i
465
33
100 :
100 150 200; 800 3001 900 200
200 I
200! I
75
. . . . : .
. . .
. . .
3 000 1 300 4 000 2 400 900 250 500 1 000 5 900 525 1 500
Uitbreidingen van verschillenden aard, salarisverbetering en duurte van materialen enz. zijn oorzaak dat de uitgaven dezer scholen stijgen. ' Het volgende staatje vermeldt het totaal der uitgaven en de subsidien, voor deze scholen geraamd.
E
f 7 800 f 2 50Ó! f600 'f2 5001 f 200 ! f2 000 1300 600^ 130 , 430 40 . 100 1600 760 200 800 375 100 i 2 700 1250 245 : 3 000 1250 400 | 1200 500 165 1100i 485 200
f
75 50 205 150 135 125
Bovendien wordt nog voorgesteld aan de volgende scholen over het jaar 1919 een bijdrage voor eens in de inrichtingskosten uit te keeren tot het daarbij vermelde bedrag. Diemen f 75 Geleen 100 Gennep . 50 Voorburg 150 Waddinxveen 50 Voorts moet het artikel nog worden verhoogd met een bedrag van f 8050, hetwelk moet worden overgebracht van de lste ambachtsschool te 's Gravenhage, naai de 1ste avond teekenschool aldaar, zie voorgaand artikel. Verder moet nog rekening worden gehouden met het bij suppletoire begrooting voor 1918 toegestaan bedrag van f 14 755.
Subsidie der gemeente.
11
m & O) 3 SC -J1 t- 'Ji OU,
— O oo -o
Amsterdam, grafische school Arnhem, vakschool voor kleermakers Drunen, „ „ schoenmakers . Giethoorn, vlechtschool 's Gravenhage, vakschool voor kleermakers Rotterdam, , , kappers. . „ vakcursus voor de typografie Utrecht, vakschool voor kleermakers „ „ „ de typografie Weert, patroonsleergangen. . . . •. Vakcursussen voor drogisten
Subsidie der provincie.
O)
* e
V. 2.)
Voorgesteld Rijkssubsidie.
Amsterdam, Hendrik de Keijserschool . . . . . . f Diemen Geleen Gennep Middelharnis Voorburg, school voor theoretisch vakonderwijs . Waddinxveen Zundert
2.
Totaal der uitgaven.
82
Amsterdam (vakschool voor kleermakers) " . . . f 17 000 f 6000 f 2 050 f 4 650 Amsterdam (vakschool v. schoenmakers) 600 1625 6 255 1900 600 2000 Amsterdam (vaksch. v. behangers) 5600 2000 ( „ „ kappers) . 685 180 1883 435 „ (Grafische School) . . 43 830 18 600 4 400 18 600 Arnhem 12 464 5900 1200 3000 Drunen 300 12 400 6000 300 Giethoorn 12 050 6000 1800 200 's Gravenhage ±21000 6500 2161 6 728 Rotterdam (vaksch. voor kappers) 1880 750 200 550 „ (vakcursds voor de typografie) 600 150 2000 600 Utrecht (vaksch. v. kleermakers) 10 575 4800 1100 2 400 „ (vaksch. v. d. typografie) 52 600 30 700 5 700 11700 Weert 2 100 900 225 450 Vakcursussen voor drogisten . . 16 900 4500 4500
Voorgesteld wordt een nieuw subsidie van f 800 voor den cursus voor de opleiding voor het apothekers-assitents-examen. Het gemeentelijk subsidie wordt geraamd op f 800, dat der provincie op f4<>0 en de schoolgelden op f 1 500. Het totaal der uitgaven wordt begroot op f 3 750. Voorts wordt voorgesteld een bedrag van f 5 550 voor de Het artikel kan daartegenover worden verminderd met een vakschool voor manden- en netvlecht- en meubelindustrie te bedrag van f 495 van bijdragen voor eens over 1918 voor Houtigehage (gem. Smallingerland). Dit subsidie heelt reeds eenige teekenscholen toegestaan. In totaal wordt het artikel dus verhoogd met f 70 565 en ' eenige jaren op de begrooting gestaan, doch werd het vorige jaar daarvan afgevoerd, omdat door gebrek aan medewerking uitgetrokken op f 437 242. der gemeente Grootegast het plan daar niet kon doorgaan. Thans is de school gesticht in de gemeente Smallingerland, Scholen voor speciale vakken. welke gemeente tot steun bereid is. Art. 252. Verhooging van het Rijkssubsidie wordt voorDe vakschool voor verbetering van vrouwen- en kinderkleeding gesteld voor de na te noemen scholen: te Amsterdam, de vakschool voor verkoopster te Amsterdam Amsterdam, vakschool voor kleermakers . . . . f 1 200 en de kantwerkscholen te 's Gravenmoer, Sluis en Wijdenes , „ schoenmakers . . . 325 lijn overgebracht naar het artikel voor de Industrie- en huishoudscholen. Het artikel kan in verband hiermede worden , „ „ behangers 400 verminderd met een bedrag van f 11 120 terwijl ook nog f2 000 kan worden afgetrokken voor een bijdrage in eens van de „ , kappers van den barbiers- en kappershond ! t "i vakschool voor sigarenmakers te Eindhoven. Het artikel moet
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
2.
33
V', 2.)
Art. 264. Subsidièn aan besturen ran bijzondere schalm ter tegemoetkoming in de kosten van pensioen aan het onderwijzend personeel dier scholen of hunne iveduiven en weezen. Het ligt in de bedoeling der Regeering eerlang een wetsont werp in te dienen tot voorloopige regeling van de pensioneering van het onderwijzend personeel der van Rijkswege gesubsidieerde Subsidiën voor speciale inrichtingen en vereenigingen bijzondere vakscholen, scholen voor slechthoorenden, blinden, voor middelbaar onderwijs. spiaakgebrekkigen, doofstommen, zwakzinnigen en idioten, zoomede voor de weduwen en weezen van dat personeel. Teneinde Art. 261 b. School voor voorbereidend vakonderwijs te Groningen. nu, zoolang deze wet nog niet van kracht is, aan zoodanige In verband met de sterke ontwikkeling dezer school, die zeer scholen, waar nog geen particuliere pensioenregeling is getroffen, nuttig werkt, wordt voorgesteld het Rijkssubsidie met f 1000 in daarvoor in aanmerking komende gevallen, toekenning van te verhoogen. De uitgaven voor het jaar 1919 worden op pensioen vanwege het schoolbestuur mogelijk te maken, wordt f 6400 geraamd, waardoor met een tekort van f 3780 is een bedrag van f 5000 aangevraagd. Het is de bedoeling uit rekening te houden. dezen post, zoo noodig tijdelijk buitengewone subsidiën voor In geval van verhooging van het Rijkssubidie, hoopt men dit doel beschikbaar te stellen. het ontbrekende door verhoogde bijdragen van de provincie en de gemeente te verkrijgen. Vde AFDEELING. verder nog worden verhoogd met het J>edrag van f 14 600 by supplrtoire begrooting voor 1918 toegestaan. In totaal wordt dus voorgesteld het artikel te verhoogen met f 81 685 en te brengen op f 104 300.
Art. 263. Het komt den ondergeteekende billijk voor, dat de salarisverhooging van f 100, welke art. 1 der wet van 28 Februari 1918 (Staatsblad n°. 147) aan alle hoofden en onderwijzers van lagere scholen verzekert, ook worde toegekend aan het personeel der scholen voor doofstommen en slechthoorenden, voor zoover dit in het bezit is der akte van bekwaamheid als onderwijzeres). Zulks zoude kunnen geschicden in den vorm van eene verhooging van het Rykssubsidie, hetwelk die inrichtingen genieten en aan de toekenning daarvan ware de voorwaarde te verbinden, dat het bestuur de salarissen boven en behalve de gewone periodieke verheogingen met ten minste f 100 verhoogt, indien dit niet reeds na 1 October 1917 geschied is. Voor de zwakzinnigen., scholen wordt met gelijk doel subsidieverhooging voorgesteld bij de volgende afdeeling. Deze maatregel zal vorderen voor: het instituut voor doofstommen te Groningen .
.
2 100
het instituut voor doofstommen te St. Michielsgestel
400
het doofstommeninstituut te Rotterdam
. . . .
1 800
de doofstommenschool te Amsterdam
1000
de school voor slechthoorenden te 's Gravenhage .
800
de school voor slechthoorenden te Amsterdam.
700
het doofstommeninstituut „Effatha" te Dordrecht.
900
. f
Totaal
7 700
Bovendien ware aan een vijftal dier inrichtingen, waarvan de kosten, hetzij wegens uitbreiding, hetzij wegens de tijdsomstandigheden, aanzienlijk zijn toegenomen, eene verhooging der Rijksbijdrage in de exploitatiekosten toe te kennen en wel aan: het instituut voor doofstommen te Groningen (aan welke inrichting thans eene ambachtsschool is verbonden en waarvan de kosten tengevolge van de vermeerdering der uitgaven ten behoeve van het internaat zeer stegen) . . . , . . . • .f
8 400
het doofstommeninstituut te Sint-Michielsgestel
1 600
„
„
„ Rotterdam .
de doofstommenschool to Amsterdam
.
.
2 200
. . . .
700
Lager Onderwijs. Bijdragen aan bijzondere scholen ten gevolge van art. ö9 der wet tot regeling ran het lager onderwijs. Art. 303. Blijkens de door de districts-schoolopzieners verstrekte opgaven, als bijlage voor de leden der Staten-Generaal gedrukt, zullen per district vermoedelijk de navolgende bedragen zijn uit te keeren Bijdrage voor de DISTRICT.
Te zamen. onderwijzers.
's Hei togenbosch Breda . . . . Tilburg. . . . Eindhoven. . . Arnhem . . . Tiel Zutphen . . . 's Gravenhage . Rotterdam . . Dordrecht . . . Gouda . . . . Amsterdam . . Haarlem . . . Alkmaar . . . Middelburg . . Goes Utrecht. . . . Leeuwarden . . Heerenveen . . Z,volle . . . . Deventer . . . Groningen. . . Winschoten . . Aseea . . . . Maastricht. . . Roermond. . . Totaal
If 872871,26 421345,— 394 170,— 301 970,— 396 935,— 364 237,43 260 135,— 822 520,— 754 260,— 264 428,33a 430 895,— 772 310,— 425 393,34 176 680.— 19(5 450,— 101 061,06 00128%— 304 505,— 259 415,— 231890,— 244 055.— 255 265.— 1L280O,— 160880,— 373 623.33 308 135, -
lokalen. 32 835,— 45 845,33 50 120,50 31 903,— 40 153.—
305 706,25 467 190,33 444 290,50 333 873,— 437 088,— 406 992.43 285 801 — 943 931,50 885 301,50 295 098.18 474 707,— 896 158,— 479 289,84 198 060.50 216 680,60 110 622,06 674 174,50 334 166,50 282 879,— 259 258,60 270 177,— 286 278,123 668,— 177 846,— 419 542.16 888 868,—
42 755,— 25 666.— 121411,50 131 041,50 30 669,84» 43 812,— 123 848,—
53896,50 21 380,50 20 130,50 9 561,— 72 894.50 29 661,50 23 464,— 27 368,50 26 122,— 31 013,— 11008,— 16616,— 45 918.83 28 733,—
f9207819,74» f 1187727,50» f 10346047.25 i
de school voor slechthoorenden te 's Gravenhage Totaal.
2 700 .f
1*600
Hel artikel wordt alzoo f 7 700 + f 15 6ü0 = 123 300 hooger en ware dus vast te stellen op f 46800 -f- f 23 300 = f 68 600. Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1918—1919.
Voor den dienst van 1918 werd geraamd: voor de onderwijzers f 8 829 348.dó .. lokalen . . . . . . 1 116 369,04
te samen . . ... f t 945 717.99 De vermeerdering bedraagt derhalve f 39'.» 329.26.
84
.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
Voor liet herhalingsonderwijs kan een gelijk bedrag worden geraamd als voor 1918, zoodat als vermoedelijke uitgaaf voor 1919 is te rekenen op Rijksbijdragen voor: de onderwijzers „ lokalen het herhalingsonderwys . . . in totaal
f
. . ' " , ƒ
10 414 747,25
Deze becijfering berust op den toestand aan de bijzondere scholen op 1 Juni 1918. Met het oog op de uitbreiding zoowel van het aantal scholen als van het getal onderwijzers aan reeds bestaande scholen na genoemden datum, wordt het totaal bedrag van dit artikel geraamd op f 1 0 480 000, d. i. f400 000 meer dan voor 1918 werd toegestaan. Subsidie aan scholen en internaten voor zwakzinnigen. Art. 307. Dit artikel is f 05 000 hooger geraamd dan voor 1918. Hiervan is eene som van f 50 000 noodig voor verbetering der salarieering van het onderwijzend personeel aan deze scholen. Bij de regeling in 1906 van de bezoldiging van dit personeel, waarop de wet op het lager onderwijs niet van toepassing is, is, ten einde het onderwijs aan zwakzinnigen aan goed onderlegde onderwijzers en onderwijzeressen te kunnen opdragen, de bezoldiging ongeveer f 400 hooger gesteld dan die van het personeel aan de gewone lagere scholen. Dit verschil in bezoldiging is door de sedert dien aan de laatstbedoelde onderwijzers toegekende toeslagen en weddeverhoogingen, nagenoeg geheel vervallen en in vele gevallen is de bezoldiging van het i personeel aan de zwakzinnigen-scholen zelfs lager dan die van ! de onderwijzers aan de gewone lagere scholen. In afwachting J van eene wettelijke regeling van de positie van het personeel j aan de zwakzinnigenscholen, in welke bij wijziging van de \ Lager Onderwijswet tevens voorzien zal kunnen worden, meent \ ondergeteekende, bij wijze van noodmaatregel, hierin eenige j verbetering te moeten brengen, door langs den weg van her- I ziening der regelen voor de sabsidieering der zwakzinnigen- | scholen, de ongeveer 200 hoofden en onderwijzers aan deze | scholen eene verhooging van jaarwedde te doen geworden van | f 250 voor ieder. Daartoe is eene som van f 50 000 vereischt. j Voorts is in de verhooging van f 05 000 eene som van f 12 500 begrepen tot toekenning van een subsidie tot dat i bedrag ten behoeve van de Christelijke inrichting „Groot- i Emaus" te Ermelo, uitgaande van de vereeniging tot opvoeding j en verpleging van idioten en achteilijkc kinderen, gevestigd te Utiecht. Het bestuur dezer vereeniging heeft tot de Regeering het verzoek gericht om nevens het subsidie, dat zij voor hare zwakzinnigenschool op den daarvoor vastgestelden voet geniet, eene Rijksbijdrage te mogen ontvangen in de kosten van het voormeld, door haar onderhouden internaat te Ermelo. De Steeds stijgende uitgaven voor dat internaat maken dat steun van Rijkswege hier moeilijk gemist kan worden en het komt ondergeteekende dan ook voor, dat deze subsidie aanvrage in gunstige overweging is te nemen. Het bedrag van het subsidie is berekend naar f 2,50 per week en per kind, naar welken maatstaf ook de soortgelijke inrichting ,de Jan Pieter Heijestichting" te Oosterbeek, subsidie geniet. Voor uitbreiding van de bestaande subsidiën wordt nog f 2 500 aangevraagd.
Art. 313. Het is wenschelijk gebleken den Vden titel deibeschikking betreffende de lichamelijke oefening, welke titel het gedecentraliseerde toezicht op de in artikel 6 van het besluit betreffende de lichamelijke oefening bedoelde oefening van groepen leerlingen regelt, zoo spoedig mogelijk in werking te doen treden en wel in zijn geheel en voor het geheele Kijk, aangezien de werkzaamheden voor de Inspecteurs van de
V. 2.)
lichameiyke opvoeding te uitgebreid zyn gevonden. In verband hiermede wordt het artikel met f 16 000 verhoogd.
9 207 819,74' 1 187 727,50* 69 700,—
Licltamelijke opvoeding.
2.
Art. 314d. In het stadium, waarin thans de lichamelijke opvoeding van ons volk is gekomen, zal de ontwikkeling hiervan in belangrijke mate kunnen worden bevorderd door het inrichten van speelterreinen. Door de mobilisatie toch is bij een groot aantal jonge mannen, vooral ook ten platten lande, die voorheen hiervan niet op de hoogte waren, de lust opgewekt voor eene gezonde en doelmatige sportbeoefening. Om dezen arbeid in het leger blijvende resultaten te geven, hebben verschillende organisaties, als het Nedcrlandsch Gymnastiek" verbond en andere, zich in verbinding gesteld met hen, die tijdens hun militairen diensttijd de noodige geschiktheid als leider in' lichaaamsoefeningen bleken te bezitten en hen opgewektom na het verlaten van den militairen dienst in hunne woonplaats de beginselen eener gezonde sportbeoefening verder te propageeren. Hierbij is aan bedoelde organisatie gebleken, dat een en ander in de meeste plaatsen moet afstuiten op het gemis van een voldoend aantal speelterreinen. liet wil ondergeteekende voorkomen, dat, wil het vele, dat ten bate van de lichamelijke opvoeding in den mobilisatietijd is verkregen, niet verloren gaan, de inrichting van een voldoend aantal speelterreinen, vooral op het platteland krachtig zal moeten worden bevorderd. Het ligt in de eerste plaats op den weg van de gemeenten en van plaatselijke vereenigingen zich voor dit doel te interesseeren. Op verschillende plaatsen zal het echter noodig blijken, dat van Rijkswege steun wordt verleend. Ten einde daartoe de gelegenheid te hebben, is daarvoor eene som van f 100 000 uitgetrokken. Art. 315. Het Nederlandsen Gymnastiekvorbond ontving behalve het jaarlijksch subsidie van f 5000 vanwege het Departement van Binnenlandsche Zaken, een subsidie tot gelijk bedrag vanwege het Departement van Oorlog. Laatstbedoelde subsidie is ingetrokken, aangezien de vanwege het Departement van Binnenlandsche Zaken gesubsidieerde Rijkscursussen de volksklassen voor gymnastiek van het Nederlandsch Gymnastiekverbond, waarvoor het subsidie vanwege het Departement van Oorlog diende, voortaan overbodig hebben gemaakt. Uit dat subsidie werden tot dusverre door het Nederlandsen Gymnastiekverbond tot een jaarlijksch bedrag van f 1800, tevens bestreden uitgaven van administratieven en propagandistischen aard. Teneinde het Nederlandsch Gymnastiek verbond in staat te stellen die uitgaven verder te bestrijden, is het wenschelijk het jaarlijksche subsidie van f 5000 vanwege het Departement van Binnenlandsche Zaken met genoemd bedrag van f 1800 te verhoogen. Art. Slbbis. Het bestuur der Xederlandsche Athletiek-Unie heeft zich tot de Regeeiing gewend om een jaarlijksch subsidie van f 1000 als steun bij haren arbeid in het belang van de lichamelijke ontwikkeling van ons volk. Het is ondergeteekende gebleken, dat deze vereeniging den gevraagden steun verdient en dat het derhalve wenschelijk is, het verzoek in te willigen. VIDE AFDEELING.
Kunsten en Wetenschappen.
Artt. 332—335 quater. Toezicht op de monumenten. Tot dusver waren de personeele en de materieele kosten van het toezicht op en de inventarisatie en de beschrijving van de monumenten in één begrootingsartikel samengevoegd met de ! personeele en materieele uitgaven der Rijkscommissie voor de vervaardiging en ruiling van reproductiën van kunstvoorwerpen. Aangezien eenerzijds de nieuwe salarisregeling instelling van j afzonderlijke artikelen voor jaarwedden wenschelijk maakt en j anderzijds de werkzaamheden der laatstgenoemde commissie geen verband houden met het toezicht op de monumenten, is tot splitsing overgegaan.
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919. De jaarwedden van de monteur» dior commissie en hare materieele uitgaven zijn thans afzonderlijk uitgetrokken in de artikelen 371—374, terwijl ook voor hot personeel van liet Rijksbureau voor de monumentenzorg en de materieele uitgaven van de Rijkscommissie voor de monumentenzorg en haar bureau afzonderlijke artikelen zijn opgenomen. De aanvangswedden van het personeel zijn uitgetrokken overeenkomstig de in liet rapport der staatscommissie-STomc genoemde bedragen. Omtrent deze groep van ambtenaren wordt échter nog met genoemde commissie van gedachten gewisseld, BOOdftt wijziging dezer bedragen nog noodig kan blijken. Bij de samenstelling van dit artikel is er op gerekend den bouwkundigteekenaar, die zich hoofdzakelijk met fotografeeren bezig houdt den titel van teekenaar-fotograaf te verleenen. Hij ware, behoudens nader overleg met do Staatscommissie, in rang gelijk te stellen met den opzichter-teekenaar bij dat bureau. Voorts zijn gelden uitgetrokken om over te kunnen gaan tot aanstelling van een klerk en een conciorge-binder. Aan het bureau is thans geen administratief personeel verbonden. Bij de vrij omvangrijke werkzaamheden van het nieuwe bureau is een klerk, voor het copieeren van brieven, het bijhouden van registers en andere administratieve bezigheden, onmisbaar gebleken. Ook een conciërge voor het schoonhouden van het gebouw, waarin het bureau gehuisvest zal zijn, voor het aanleggen van kachels enz. is noodig. Het ligt in de bedoeling voor deze functie iemand te zoeken, die tevens bindwork kan verrichten, waardoor het onderhoud van de bibliotheek en de omvangrijke verzameling van teekeningen en foto's van het bureau zeer zal zijn gebaat. Voor materieele uitgaven van de commissie en haar bureau (art, 335) is een belangrijk hooger bedrag uitgetrokken dan tot dusver beschikbaar was. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van de uitbreiding, die het aantal leden der commissie heeft ondergaan, waardoor der reis- en verblijfkosten meer dan verdubbelen. Ook moeten de kosten van het bureau in verband met de vermeerdering harer werkzaamheden en de hooge prijzen van brandstoffen, teekenbehoeften enz. hooger worden geraamd. Art. 336. Subsidiën herstelling monumenten. Het subsidie voor de restauratie van het lïeventer te Zwolle is afgeloopen. Ten behoeve van de voortzetting der aangevangen werken, wTaarvoor bij de wet de gelden gevoteerd zijn, zijn vervolgtermijnen uitgetrokken tot hetzelfde bedrag als by de Staatsbegfooting voor het loopende dienstjaar is toegestaan: O. L. V. toren te Amersfoort (tiende van twaalf termijnen); Gmote kerk te Arnhem (achtste van negen termijnen); Ned. Hervormde kerk te Breda (tiende van twaalf termijnen); St. Lebuinus kerk te Deventer (vijfde van zeven termijnen); Groote Kerk te Dordrecht (laatste van negen termijnen); Gewelfschilderingen in de Zuiderkerk te Enkhuizen (laatste van tien termijnen); (iroote kerk te Goes (tweede van vier termijnen); .St. Janskerk te Gouda (vierde van tien termijnen); St.Jacobskerk te 'sGravenhage (achtste van vijftien of zestien termijnen); Kloosterkerk te 's Gravenhage (zesde van zeven termijnen); Groote of St. Barokerk te Haarlem (tweede van vijf termijnen); .st. Janskerk te 'e Hertogenbosch i waarvan niet met voldoende zekerheid te bepalen is, wanneer de restauratie voltooid zal zijn, gelijk is medegedeeld op bladz. 73 van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1904); st. Pieterskerk te Leiden (dertiende van twintig termijnen); Stadhuis te Middelburg (tweede van drie termijnen); het Raadhuis te de Rijp (derde van vier termijnen);
2.
V. ±)
Hj
Groote of SI. Wulbiirgskerk te Zutphen (laatste van tien termijnen). Voor de Groote kerk te Brielle is een eindtermijn van f SOO uitgetrokken. Voor den toren der Groote kerk te Steenwijk zoude voor L91fl een eindtermijn moeten worden uitgetrokken ad f200O. De kosten hebben de raming echter met f8000 overschreden. In dit meerdere bedrag ware door het Iiijk eveneens 50 pet. by te dragen, zoodat in totaal nog f6000 aan Rijkssubsidie ware uit te keeren, te verdeden over twee jaren. Een bedrag van f3000 wordt daarom voor 1910 aangevaaagd. Voor de Groote kerk te Vlieringen was voor 1918 een eindtermijn uitgetrokken. Door kerkvoogden is echter eene verliooging van het subsidie gevraagd, aangezien de totaalkosten de raming met pl.m. f 16 000 hebben overschreden. Dit verzoek ware, naar den ondergeteekende voorkomt, in te willigen, weshalve een eindbedrag van f 800o is uitgetrokken. In de jaren 1915 en 1916 is juin de kerkvoogdij der Ned. Hervormde gemeente te Utrecht een Rijkssubsidie toegezegd ten behoeve van de restauratie van den Zuidoostelijken aanbouw van de Dontkerk te Utrecht. Nu bij de begrooting voor het loopende dienstjaar een begin is gemaakt met de toekenning van soortgelijke uitgestelde subsidies* behoort ook de belofte aan de kerkvoogdij der Xed. Hervormde gemeente te Utrecht gestand te worden gedaan. De kosten van de restauratie van dit deel der kerk hebben pl.m. f 27 200 bedragen, waarvan, overeenkomstig de gedane toezegging, de helft voor Rijksrekening zal moeten komen, d.i. f 13 600, te verdeden over twee jaren. Voor 1919 alzoo f 0 80<). De . kerkvoogdij heeft het voornemen te kennen gegeven om de restauratie van de Domkerk voort te zetten en thans met de sacristy aan te vangen. De Afdeding B der Rijkscommissie van de monumentenzorg, hierover gehoord, adviseert gunstig, met dit voorbehoud, dat een volledig plan voor de restauratie worde opgemaakt, opdat de financiëde gevolgen eenigszins zullen zijn te voorzien. De Afdeeling is van meening, dat in afwachting daarvan een aanvangstermijn van f 10 000 ware uit te trekken. In totaal wordt voor de Domkerk derhalve een bedrag van f 16 800 aangevraagd. Voorts is een bedrag van f 5350 uitgetrokken voor den Kampveerscheloreu te Veere. Voor dit monument was op hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1917 een bedrag van f 4 400 uitgetrokken. Dit bedrag was gebaseerd op eene raming, die v^in vóór den oorlog dateerde.. Door de groote stijging der prijzen van materialen en arbeidsloonen heeft men zich er toe moeten bepalen, het voor 1917 beschikbare bedrag te besteden aan het gereed maken van verschillende onderdeden, zooals ramen, kozijnen en deuren, alsmede het aanvoeren van materialen, zooals metselsteen, hout, dakleien, enz. De voltooiing van het monument zal nog f 5 350 vorderen, welk bedrag hierbij wordt uitgetrokken. Naar dit begrootingsartikel zijn voorts nog overgebracht: de R.K. kerk te Asselt (tweede van vier termijnen); de Nienwekerkstoren te Delft (tweede van zes termijnen): de Bergkerk te Deventer (tweede van vijf termijnen): (/« X.H. kerk te Doesburg (tweede van vijf termijnen); de N.-H. kerk te Dongen (laatste van twee termijnen): de R.K. kerk te Duiven (tweede van drie termijnen): Int Raadhuis te Halsteren (laatste van twee termijnen); de R.K. kerk te Horssen (tweede van drie termijnen): de R.-K. kerk te Schinnen (tweede van vier termijnen): de N.-H. kerk te Uhum (tweede van drie termijnen), ten behoeve waarvan bij art. 204 voor 1918 een eerste rniijn was uitgetrokken.
86 ^^ff»"^
(Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
2.
V. 2.)
»i—
Voor de N.ll. kerk te Monnikendam, de N.H. kerk te OegstMet de restauratie van do hoogst merkwaardige pastorie te geënt en den toren te Poortugaai waren op dat artikel Rijks- Schelluinen is nog niet begonnen, maar du herstelling is dringend subsidiën voor één* uitgetrokken, zoodat voor 1911) geen ver- noodig, terwijl omstandigheden van plaatselijke aard het wenvolgtermijnen behoeven te worden aangevraagd. si belijk maken, daarmede niet langer meer te wachten. De kosten waren oorspronkelijk geraamd op f 24 000, in welk Art. 341. Subsidiën voor het onderhoud enz. van tot dusver bedrag de Staten van de provincie Zuidholland hebben besloten nog niet ondersteunde monumenten. Zooals op bladz. 36/37 van f 4800 bij te dragen. Thans zullen de kosten vermoedelijk de Memorie van Toelichting tot Hoofdstuk V der .Staatsbegrooting f 34 000 bedragen. Hiervan zoude 50 pet. door het Rijk kunnen voor 1918 i.s medegedeeld, was voorde restauratie van meerdere worden bijgedragen, te verdeelen in drie termijnen, waarvan monumenten een Rijkssubsidie toegezegd. twee ad f6000 en één ad f5000. Voor 1919 wordt derhalve Bij do begrooting voor het loopende dienstjaar zijn een deel f6000 uitgetrokken. dier toezeggingen gestand gedaan. Behalve deze subsidiën, ter voldoening aan gegeven toeDe monnmenterr, waarvoor eveneens een toezegging werd zeggingen, zijn gelden aangevraagd voor do volgende nieuwe gedaan, maar waarvoor nog geen subsidie werd toegekend, zijn: restauraties: 1. De Nieuwe Kerk te 's Gravenhage; a. Toren te Ritüwm. Dezo toren is een belangrijk werk 2. Het Raadhuis te Eersel; in baksteen. In zijn vormen vrij eenvoudig, maakt hij door 3. De St. Agneskapel te Utrecht; zijn massa en behandeling een iinposanten indruk. De Rijkscommissie voor de monumentenzorg acht herstelling van dit 4. Di Z. O. aanbouw van den Dom te Utrecht: monument met Rijkssteun alleszins aanbevelenswaardig. Reeds 5. D( toren te Doetinchem : in 1914 bleek de toren bouwvallig te zijn en sindsdien is de 6. D' Nieuirstadstoren, te Zutphen ; toestand verergerd. De kosten worden thans geraamd op f 16 000. Aangezien de gemeente arm is, ware het Rijkssubsidie te be7. De N.H. Kerk te Elburg; palen op f 10 000, te verdeelen over twee jaren. Voor 1919 8. De N. H. Kerk te Beden ; is derhalve f 5000 uitgetrokken. 9. Het Raadhuis te Naarden; b. de Waterpoorten te Sloten. Deze eigenaardige bouwwerken 10. De pastorie der Ned. Hervormde gemeente te Schelluinen. in het oude Friesche stadje Sloten hebben veel geleden door r De beheerders der sub 8 en 9 genoemde monumenten inw atering en door de strenge vorst in den afgeloopen winter. wenschen de werkzaamheden tot gunstiger tijdsomstandigheden Ze eisenen dringend herstelling, zullen ze niet geheel in verval uit te stellen. Hiervoor worden derhalve thans nog geen gelden geraken. De kosten zijn geraamd op f 6000, waarvan " 5 0 % als Rijkssubsidie wordt gevraagd. Op grond van het advies aangevraagd. van de Rijkscommissie voor de monumentenzorg meent de Met de restauratie van de X. H. Kerk te Elburg is nog niet ondergeteekende, dat dit verzoek voor inwilliging vatbaar is. begonnen. Aangezien deze herstelling niet dringend noodig is, Hij vraagt daarom een som van f 3000 aan. kan met de restauratie nog wel worden gewacht. De sub 1—4 bedoelde restauraties zijn geheel of bijna geheel c. de Ned. Hervormde kerk te Zuidland. Deze zeer oude voltooid. en uit architectonisch oogpunt belangrijke kerk werd onlangs Voorgesteld wordt het bedrag van de daarvoor toegezegde door den bliksem getroffen en brandde geheel uit. Het muursubsidies in twee termijnen beschikbaar te stellen, werk bleef echter behouden, zoodat herstel zeer goed mogelijk Voor de Nieuwe Kerk te 's Gravenhage bedroeg de raming is. De kosten hiervan bedragen naar een globale schatting der kosten f 60 300. Hiervan werd f 25 000 als Rijkssubsidie f 70 000. Het kerkbestuur is tot herbouw bereid, wanneer toegezegd, waarvan voor 1919 de helft ad f 12 500 is uit- het Rijk de helft der kosten betaalt. Hiertoe bestaat, naar getrokken. het den ondergeteekende voorkomt, wel aanleiding. Het subsidie Voor het Raadhuis te Eersel werd 5 0 % der kosten tot een ware te verdeelen in zeven termijnen, ieder van f 5000. maximum van f 10 000 in uitzicht gesteld. De kosten hebben Tenslotte is de post van f 1500 voor „onvoorziene uitgaven" rnim f 21000 bedragen, zoodat het bedrag van f 10 000 ten gebracht op f 5000. De tot dusver beschikbare som is ontoevolle verschuldigd is, waarvan voor 1919 de helft of f 500*». reikend gebleken, vooral nu zelfs verscheiden reparaties door Ook voor de St. Agneskapel te Utrecht werd 5 0 % toegezegd. de hooge materiaalprijzen en arbeidsloonen vrij aanzienlijke De kosten zullen pl.m. f 30 000 bediagen, zoodat een bedrag bedragen vorderen. van f 15 000 voor Rijks rekening te nemen. Voor 1919 wordt een eerste termijn van f 7500 aangevraagd. Art. 867M*. Reorganisatie van het Museumivezen hier te lande. In Voor den Z. 0. aanbouw van de Domkerk t< Utrecht is een I het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal bedrag van f 6800 aangevraagd bij art. 886. (Zie de toelichting | omtrent Hoofdstuk V der Ontwerp-Staatsbegrooting voor 1918 bij dat art.). I (pag. 28) is de vraag gesteld, of de behandeling van het vraagstuk Met de restauratie van den toren te Doetinchem is een aan- der plaatselijke musea in den Xederlandschen Oudheidkundigen vang gemaakt. De raming bedroeg in 1916 f 3 0 685.30. Daar Bond den Minister aanleiding had gegeven, deze zaak nader te de plannen sindsdien wijziging hebben ondergaan en de tijds- overwegen. Daarop werd toen geantwoord, (pag. 45 der Memorie omstandighoden hoogere kosten medebrengen, kan het totaal van Antwoord), dat den Minister dienaangaande nog geen mededer kosten thans globaal op f 40 000 worden geraamd. deeling bereikten, en dat eerst te gelegener tijd dit vraagstuk De Rijksbijdrage, overeenkomstig de toezegcing op 50"/o te in nadere studie zou zijn te nemen. Thans, nu de door gestellen, zal derhalve f 20 000 bediagen. Dit bedrag ware te ! noemden Bond ter zake ingestelde Commissie haar Rapport verdeden over vier jaren, zoodat voor 1919 f 5000 i.s uitgetrokken. heeft uitgebracht, acht de ondergeteekende daartoe den tijd Ook met de herstelling van den Nieu/wetadetoren te Zutphen gekomen. Evenwel zal het niet mogelijk en ook niet wenschelijk is ren aanvang gemaakt. De kosten hiervan zullen voor een zijn, dit vraagstuk op zich zelf te behandelen, los van de vele derde door de gemeente Zutphen en voor een derde door het andere problemen, die ons Museumwezen biedt. "Want het zijn R. K. Kerkbestuur worden gedragen, terwijl de Regeering j allerminst de plaatselijke musea alleen, die nadere regeling eveneens een derde heeft toegezegd. De kosten zijn globaal ! behoeven. geraamd op f 33 000. Aangezien het werk vermoedelijk in Meer en meer wordt, naast waardeering voor het vele twee jaren zal zijn voltooid, ware ook de Rijksbijdrage ad goede, dat onze Verzamelingen bevatten, van bevoegde zijde f 11000 over twee jaren te verdeelen. Voor 1919 i.s dus kritiek vernomen over de organisatie van ons Museumwezen. De f 6600 noodig. klacht luidt, dat aan den opzet van het geheel een leidende
Bijlage A.
Tweede Kamer. (Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919.
gedachte heeft ontbroken, waardoor de verschillende musea onderling niet voldoende ineengrijpen, geen logisch en organisch samenstel vormen, en elk voor zich niet — of althans niet voldoende — naar een vast omlijnd program zijn opgebouwd en zich verder ontwikkelen. Zoo wordt bijv. geklaagd, dat te weinig onderscheid is gemaakt tussehen Kunst en Geschiedenis, en dat raedl lang, op het voetspoor van het Buitenland, tot de instelling van een afzonderlijk Historisch Museum had moeten zijn overgegaan. De ondergeteekende onderschat het gewicht van deze kritiek en van do hier op het spel staande ideeele belangen niet. Hij gevoelt behoefte aan voorlichting van een aantal deskundigen, die. in een Commissie vereenigd, deze zaak in haren geheelen omvang in studie zal hebben te nemen en de Regeering van advies zal kunnen dienen en uitgewerkte voorstellen ter verbetering zal kunnen voorleggen. Voor de kosten van een dergeiyke Commissie wordt voorloopig een bedrag van f 1500 geraamd. Artikel 383. Uitgaven en subsidiën voor ondernemingen van wetenschap en kunst en hare aanmoediging. Hot aangevraagde bedrag is te verdeelen als volgt: a. Stipendia voor zoölogie en botanie f 2200. Dit onderdeel is f 1000 hooger gesteld dan dat voor 1918, ten einde aan studenten in de biologie, die eenige weken per jaar werkzaam zijn in het Zoölogisch station te Helder — welke post sedert den oorlog is geschrapt — weder subsidiën te kunnen verloenen. De betrokken hoogleeraren hebben herhaaldelijk met aandrang verzocht het bedrag weer op de begrooting te brengen. Ondergeteekende meent, dat hieraan thans behoort te worden voldaan. b. Stipendia Musea f 6900. (Groningen, Haarlem, Edam, Amersfoort, Bilderdijkmuseum, Leeuwarden, Rembrandt-Huis, Openlucht-Museum, Leiden, Hindeloopen.) Deze post beliep voor 1918. f 5700. Meer wordt derhalve aangevraagd f 1200, nl. f 500 voor de Lakenhal te Leiden en f 700 voor de Hidde Nijland-stichting te Hindeloopen. Voor genoemde musea is door de betrokken gemeentebesturen een Rijkssubsidie verzocht. De Lakenhal is niet alleen eene instelling van algemeen nut, die waard is door het Rijk gesteund te worden, maar bovendien dienstbaar aan het onderwijs in de kunstgeschiedenis aan de Rijks Universiteit te Leiden, een Rijksbelang alzoo. De Hidde Nijland-stichting, genoemd" naar den schenkeren door deze der gemeente Hindeloopen aangeboden, is eene verzameling van Oud-Hindelooper kunst en geschiedenis. Een ingezetene heeft een huis beschikbaar gesteld, doch de noodlijdende gemeente kan de kosten van verbouwingen beheer niet dragen, zoodat het aanvaarden van het geschenk zal afhangen van het al of niet verleenen van Rijkssubsidie. c. Subsidiën uitgave boekwerken en tijdschriften f 29 900. (Woordenboek der Nederlandsche Taal, Middelnederlandsch Woordenboek, Physiologische Onderzoekingen, Entomologis';he Vereeniging, Archiv für Ethnagraphie, Janus, Siboga-expeditie, Nederlandsch Woordenboek bouwkundige termen, Historische Atlas, Institut international d'art public, Tijdschrift voor Munten Penningkunde, Sonttolrekeningen, werken van Jacob Obrccht, het Nederlandsche Lied, Handelingen van den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van Bestuur, Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, Hersenatlas van prof. JELGEKSMA, de Vogels van Nederland, jaarboek voor ambachtsen nijverheidskunst). Voor 1918 bedroeg dit onderdeel f 21 650. De vermeerdering ontstaat als volgt: Woordenboek der Nederlandsche Taal f 3000 meer, hoofdzakelijk wegens de hoogere kosten der uitgave ten gevolge van de tijdsomstandigheden; Physiologische onderzoekingen f 500 meer, eveneens in hoofdzaak ten gevolge der duurte van papier en drukken; Handelingen der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1918—1919.
2.
V. 2.)
37
terwijl de volgende nieuwe posten worden voorgesteld: 1°. Subsidie Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond f 500. Dit bedrag is noodig om de uitgave van genoemd tijdschrift op den bestaanden voet te verzekeren, hetgeen door den ondergeteekende zeer gewenscht wordt geacht; 2°. Subsidie uitgave van een fotograflschen atlas met beschrijving der menschelijke hersenen en van de hersenen der waterzoogdieren door prof. JELUERSMA, f 2000 gedurende 5 achtereenvolgende jaren. De uitgave van dit wetenschappelijk werk, een groot deel van den levensarbeid van prof. JELOERSMA, is zonder Rijkssteun niet mogelijk. Nevens het Rijkssubsidie zal ook nog van andere zijde moeten worden bijgedragen. Ondergeteekende kan volle vrijheid vinden — mede op grond van het advies der Kon. Akademie van Wetenschappen — tot het verleenen van het bovengenoemde subsidie zijne medewerking te verleenen; 3". subsidie uitgave „Ornithologja Neerlandica. De vogels van Nederland door Dr. E. D. VAN OOHT," f 1 250 gedurende 10 achtereenvolgende jaren. Deze kostbare uitgave, geboren uit eene behoefte, die zich in wijófen kring deed gevoelen, is evenmin zonder Rijkssubsidie mogelijk. De kosten van het werk zijn zeer hoog door de talrijke gekleurde platen; daar het in het Nederlandsch is geschreven, zal de omzet bovendien beperkt wezen. De uitgave van het werk is van groot wetenschappelijk belang te achten, ook voor onzen landbouw, tuinbouw en houtteelt. Om deze reden heeft de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel zich bereid verklaard, gelijk subsidie als het hier voorgestelde op de ontwerp-begrooting voor zijn Departement aan te vragen; 4?. subsidie uitgave „Jaarboek voor Ambachts- enNijverheidskunst", uitgaande van de Vereeniging voor Ambachts- en Nij verheidskunst, f 1 500 per jaar. Dit werk bedoelt een overzicht te geven van hetgeen tot dusver in Nederland op dit gebied gepraesteerd werd en thans gemaakt wordt; het is niet alleen van belang te achten voor de betrokken kunstvakken, maar ook van het publiek, dat thans aangewezen is op buitenlandsche uitgaven. Ook voor het onderwijs op lagere en middelbare vakscholen en kunstnijverheidsscholen kan het veel^ nut afwerpen. Dit onderdeel wordt verminderd met f500, wegens het afloopen van het subsidie aan het Historisch Genootschap betrekkelijk de uitgave van de correspondentie van MARGARETHA VAN PARMA, gedurende haar landvoogdij gevoerd met PHILIPS II, en van de Droogscheerdersynode en de nationale organisatie der lakenkoopers in de 17de eeuw. d. Prijskampen in de beeldhomv-, bouw- en graveerkunst f 5800. De vermeerdering bedraagt hier f 3600 voor de bouw- en graveerkunst (wettelijk geregeld), welk bedrag eventueel beschikbaar behoort te wezen voor te verleenen jaargelden aan jeugdige kunstenaars. e.
Subsidie Vereeniging ter veredeling van het ambacht f 3000.
f.
Subsidie Algemeen Nederlandsch Verbond f 3600.
g. Subsidie Koloniaal Instituut f 10 000. Bedroeg over 1918 f9631. Het zal nu, in verband met de aangenomen verhouding tot het subfeidie van wege hetDepartement van Koloniën, op bovenstaand bedrag zijn te bepalen, d. i. het maximum, waarvoor toezegging is gedaan. h. Subsidiën leerlingen liijks Academie van Beeldende Kunsten f1600. Evenals voor 1918 zal voor 1919 met dit bedrag kunnen worden volstaan. Ook thans komt het den ondergeteekende nog niet wenschelijk voor weer gelden uit te trekken voor muzieksubsidies en voor subsidiën aan leerlingen der Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijzers en der Rijksschool voor Kunstnijverheid.
88
(Staatsbeffrootinj* voor het dienstjaar 1919.
2.
V. 2.)
/. Subsidie Auoeiation Internationale det Botaniitee f 1000; r. Reserve, f 0000. k. Subsidie Nederlandech Economisch-Hiêtoriech Archief Deze bedroeg voor 1918 f fiOOO, doch de noodzakelijkheid bleek om haar bij supplotoire aanvrage te verhoogen tot f 9000. f 1750; /. Subsidie Vereeniging voor Terpenonderzoek f 2000; m. Subsidie Nedertandseh Tooneeherbond f 8000; n. Subsidie Bond Heemschut f 5000. DCZP bond Stelt Zich ten doel hot behouden der schoonheid
van Nederland (dorps* en Btadsschoon, natuurschoon, bouwwerken, gedenkteekenen) en doet dit op velerlei wijze. Maar een der voornaamste punten van zijn program „het beVOrderen, dat nieuw te stichten bouwwerken aan de eischen der schoonheid voldoen" kon niet uitgevoerd worden wegen» gebrek aan middelen. Men zou een bureau willen oprichten, dat zich belast met het geven van voorlichting en dat ont-
werpen kan beoordeelen en verbeteren. Zulke bureaux, sedert jaren in het buitenland werkzaam niet steun der Rcgceringen, moeten het peil van hetgeen er in den laatsten tijd gebouwd werd, aanmerkelijk hebben doen stijgen, terwijl er een opvoedende kracht van zoude uitgaan. Het komt den ondergeteekende voor, dat deze Bond, die reeds veel goeds tot stand bracht, in haar streven verdient te worden gesteund, weshalve bovenvermeld subsidie wordt voorgesteld. o. Subsidie Vereeniging „Hendrik de Kcijser" f 5000. Deze vereeniging, tot behoud van architectonisch — of historisch belangrijke oude gebouwen, verricht een schoon, doch kostbaar werk. Dikwijls is zij genoodzaakt een gebouw te koopon om het voor slooping te behoeden. Zij tracht dan uit de inkomsten de kosten te dekken, doch niet altijd gelukt dit, omdat zij vaak koopen "moet boven de handelswaarde. Uit den aard der zaak zal het aankoopen en in stand houden van de fraaie voorbeelden van Oudhollandsch burgerlijke bouwkunst, die thans -nog aan vele onzer steden een zoo treffend karakter geven, buiten de lijn der directe Regeeringszorg moeten blijven. Door echter de vereeniging te steunen zou in dit belang op doeltreffende wijze worden voorzien.
Dit bedrag zal ook voor 1919 noodig wezen.
Art. 884. Subsidiën ten behoeve van de Openbare Leeszalen en Bibliotheken. h\ verband met do voortdurende uitbreiding van het leeszaalwezen werd het noodig voor deze subsidies, die tot nog toe een onderdeel vormden van het artikel „Uitgaven en subsidiën voor ondernemingen van wetenschap en kunst en hare aanmoediging" (art. 225 van 1918) een zelfstandig artikel uit te trekken. Voor 1918 was gerekend op een bedrag van f 5 9 500. Dit bleek evenwel ontoereikend; het zal belangrijk dienen te wordon verhoogd. Voor 1919 wordt volgens de geldende subsidieregeling noodig geacht eene som van f 87 500, waaronder f 3000 als subsidie aan de Centraio Vereening voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken. Daarenboven wordt nog f2500 voorgesteld als subsidies aan provinciale vereenigingen van openbare leeszalen en bibliotheken ter bevordering van de lectuurvoorziening van het platteland door middel van correspondentschappen. De subsidieregeling voor de openbare leeszalen kan hier moeilijk worden gevolgd, omdat bij provinciale organisatie de bijdragen van particulieren en gemeenten, zgn. „locale inkomsten" van geen beteekenis zijn; hot is dan ook noodig een anderen grondslag aan te nemen dan daar, waar particulieren èn gemeenten èn provincie hun steun nevens het Rijk verleenen. Het komt ondergeteekende billijk voor, dat hier het Rijks subsidie worde gelijk gesteld aan dat der provincie. Het artikel beloopt dan f90 000. Art. 388. Aankoop van boekwerken en andere voorwerpen van kunst of wetenschap. Het artikel bedraagt voor 1918 f 10 000, d. i. nog altijd de helft van de som, op de begrootingen vóór 1915 toegestaan. Waar het niet wenschclijk is, dat voortdurend zoodanige zuinigheid moet worden betracht, dat van aankoopen in belang van kunst of wetenschap moet worden afgezien, wijl er geen geld beschikbaar is, en waar gaandeweg de oude posten zijn hersteld en zelfs nieuwe gevoteerd, komt het ondergeteekende voor, dat er alle teimen zijn om geleidelijk het vóór den oorlog toegestane bedrag weer beschikbaar te stellen. Hy stelt mitsdien voor het artikel te bepalen op f 15 000.
p. Subsidiën Volks-Universiteilen. . Memorie. Reeds sinds enkele jaren hebben de besturen der verschillende Volks-Universitciten zich tot ondorgeteekende gewend ten einde subsidiëering hunner instellingen te verkrijgen. Het komt ondorgeteekende voor, dat de tijd daarvoor thans is aangebroken, nu de Volks-Universiteiten zich meer en meer Art. 390. Rijks Academie van Bedde>ide Kunsten. In veruitbreiden en een factor van beteekenis voor de volksontband met ernstige ongesteldheid van een der hoogleeraren wikkeling gaan worden. De verschillende Universiteiten hebben werden, ten einde in diens lessen te kunnen voorzien, by zich vcreenigd tot een bond, die zich onderling overleg en bevordering der gemeenschappelijke belangen ten doel stelt. suppletoire begrootingen voor de dienstjaren 1917 en 1918 Zij hebben zich georganiseerd op de wijze der openbare lees- gelden aangevraagd om tijdelijke leerkrachten in dienst te zalen en bibliotheken, die in de practijk haar waarde heeft kunnen stellen. Het laat zich aanzien, dat bedoelde hoogleeraar zijn taak getoond en eene regelmatige ontwikkeling in vaste banen niet weer zal kunnen hervatten en eervol ontslag uit zijne waarborgt. O. a. is eene commissie van toezicht op de aangesloten Volks-Universiteiten ingesteld, waarin door de Regeering betrekking zal vragen. Mocht het hier toe komen, dan zouden de door dezen hoogeen vertegenwoordiger zal kunnen worden benoemd, hetgeen leeraar gegeven lessen niet meer door éón persoon kunnen na het toestaan der voorgestelde subsidie geschieden zal. Ondergeteekende stelt hierbij eene memoriepost voor, die bij -woidcn gegeven en zouden waarschijnlijk behalve een nieuwe de Memorie van Antwoord door een bedrag zal worden ver- hoogleeraar een viertal lectoren moeten worden aangesteld. De vangen, omtrent de bepaling waarvan thans nog overleg wordt extra kosten hiervan zouden vermoedelijk f 6000 bedragen. Aangezien echter nog niet vaststaat, of bedoelde hooglueraar gepleegd. binnenkort heen zal gaan en dus ook nog geen vaste plannen q. Subsidie Nederlandsclien KIokkrn- en Orgelraad f 500. omtrent zijne vervanging bestaan, is op dit artikel nog geen Deze Raad is opgericht op initiatief van den Nedarlandachen extra bedrag uitgetrokken. Oudheidkundigen Bond; zijn taak bestaat in het bestudeeren De ondergeteekende meent echter goed te doen er nu reeds der verloren gegane hoog ontwikkelde vakkennis der Neder- de aandacht der Kamer op te vestigen, dat het noodig kan landsche klokken- en orgelmakers uit de 17e en 18e eeuw blijken dit begrootingsartikel bij Memorie van Antwoord te en in het geven van hulp en bijstand aan hen, die dit wensehen ; verhoogen. een en ander ten einde deze vervallen tak van kunstnijverheid < meer tot bloei te brengen. In het buitenland zijn daarmede Art. 394. Subsidiën dan conservatoria, orkesten, de Maatreeds goede resultaten verkregen. Het komt den ondergeteekende schappij tot bevordering der Toonkunst en verdere uitgaven voor, dat waar deze nuttige werkzaamheid met een gering ter bevordering van muziek en zang. Dit artikel (art. 232 subsidie is gebaat, het verleenen daarvan alleszins gemotiveerd is. der bogrooting 1918) beliep f 30 000, nl. f 27 000, als sub-
(Staatsbegrooting voor bet dienstjaar 1919.
2.
89
V. 2.)
sidie voor het Koninklijk Conservatorium voor muziek te ting Toor 1918 is in belde Kamers dei' .staten'Generaal op 's Gravenhage en f BOOO voor het Conservatorium der afd. het subsidieeren van Volkszangvereenigingen aangedrongen. Amsterdam van de Maatschappij tot bevordering d(;r Toonkunst. Ondergeteekende meent hieraan op deze wijze het best te Het komt wenschelijk voor, dat hier verder worden onder- voldoen. gebracht de subsidion voor do orkesten en de Maatschappij b. Subsidie aan de Nederlandsche opera f 10 000. tot Bevordering der Toonkunst, welke tot nog toe uitgetrokken Het komt den ondergeteekende voor, dat voor het verleenen werden op het artikel „Uitgaven en subsidiën voor onder van dit subsidie alle aanleiding bestaat. De Nederlandsche • nemingen van wetenschap en kunst en hare aanmoediging". opera heeft gedurende de twee jaren van haar optreden haar (Art. 225 begrooting 1918). recht van bestaan in ieder opzicht bewezen en zij had een De Commissie van Toezicht op het Koninklijk Conservatorium zeer gunstige pers. Evenwel zul zij zondor subsidie niet langer voor muziek te 's Gravenhage heeft om verhooging van het kunnen blijven bestaan. Waar naar de meening van ondergeRijkssubsidie gevraagd, ten einde de salarissen der leeraren teekende ons land bij haar opheffing een groot artistiek verlies op behoorlijk peil te kunnen brengen. zou lijdon, acht hij het verleenen van een subsidie ten volle De ondergeteekende zoude daartoe wel mee willen werken, gerechtvaardigd. Omtrent de voorwaarden, die daarbij behooren maar is van oordeel, dat daaraan eene reorganisatie van hot te worden gesteld, zal hij te zijner tijd nader overleg plegen conservatorium dient vooraf te gaan. Hierover wordt met de met de commissie van advies in zake bevordering der toonCommissie van Toezicht overleg gepleegd. De gedachtenwi.sse- kunst van Rijkswege. ling heeft echter nog niet tot een definitief resultaat geleid. Verwacht mag worden, dat binnenkort eenstemmigheid zal Art. 395. Bouwkundig personeel. Voor het bouwkundig worden verkregen. Indien mogelijk zullen bij de Memorie van personeel is een plan tot reorganisatie, met gedeeltelijk gewh'Antwoord nadere voorstellen worden gedaan. .zigde titulatuur en nieuwe salarisregeling, in voorbereiding. Op dit oogenblik kunnen daarom rtog geen definitieve voorVerder stelt ondergeteekende voor: stellen dienaangaande worden gedaan. Globaal wordt het artikel 1°. om het subsidie van het Amsterdamsche Conservatorium voor de aanvangstractementen geraamd op f140 000. Het ligt te verhoogen tot f 6000. Het conservatorium verkeert, wat het in de bedoeling, tevens een aantal werklieden, dio reeds sinds aantal leerlingen betreft, in bloeienden staat; met de financiën tal van jaren voor het verrichten van onderhoudswerkzaamis het echter niet alzoo. Do schoolgelden kunnen niet hoog genoeg heden aan Rijksuniversiteitsgebouwen in dienst van de onderworden opgevoerd om de onkosten te dekken. Gevolg is, dat de houdsaannemers zijn, een vaste aanstelling te verleenen. leeraren veel te laag worden bezoldigd, terwijl het niet mogelijk is het onderwijs te geven, zooals men dat wenscht. Verhooging VIHste AFDEELING. van het Rijkssubsidie tot het genoemde bedrag komt den Pensioenen enz. ondergeteekende noodig en billijk voor. •2°. Om het subsidie voor de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst te brengen van f 2 500 op f 6 500. Deze verhooging zal strekken om verbetering te brengen in het zangonderwijs aan kinderen, in de allereerste plaats doojr een betere opleiding van de a.s. zangonderwijzers en 'Onderwijzeressen van de lagere school, voor wie speciale opleidingscursussen zullen worden ingesteld. Het behoeft geen betoog, dat de toonkunst op geen betere wijze'bevorderd kan worden dan door verbetering te brengen in het allereerste muziekonderwijs, dat voor een deel gegeven wordt op de lagere school. 3°. om het subsidie voor de orkesten te brengen van f20000 op f 25 000 en daarenboven f 1000 uit te trekken voor de kosten van de Commissie van Advies in zake bevordering der Toonkunst van Rijkswege. Was het bedrag van f20 000, voor 't eerst op de begrooting 1918 toegestaan, toch reeds zeer bescheiden te noemen, nu er naar alle waarschijnlijkheid nog enkele orkesten voor subsidie in aanmerking zullen komen, die het dit jaar nog niet ontvingen, komt den ondergeteekende eene verhooging tot f 25 000 noodzakelijk voor. De kosten der bovengenoemde commissie worden voor 1918 uit „onvoorzien" voldaan. Verder worden de volgende nieuwe posten voorgesteld: a. Subsidie aa>i den Xederlandsclten Volkszinujboitd f 2000. Deze bond is een federatie van de Nationale Vereeniging voor den Volkszang en de Federatie van R.-K. Volkszangvereenigingen, welke over het geheele land werkzaam zijn. Hij stelt zich ten doel: bevordering en verbetering van den volkszang en betracht dit op velerlei wijze. Bij de behandeling van het ontwerp der begrooTtng van hoofdstuk V der Staatsbegroo-
Art. 415. In artikel '•>, eerste lid van het Koninklijk besluit van 27 Maart 1918 (Staatsblud n°. 222) is bepaald, dat aan personen als bedoeld in artikel 1 van dat besluit aan wie als reservist der landmacht een militair verlof is of wordt verleend, van 1 Januari 1918 af boven hunne burgerlijke bezoldiging ten laste van den burgerlijken dienst over den duur van het verlof een bedrag wordt uitgekeerd berekend naar de toelage, bedoeld in artikel 3 van bovengenoemd besluit. Deze bepaling is opgenomen ten einde te voorkomen dat ambtenaren en andere in 's Rijksdienst weikzame personen, aan wie als reservist in het belang van 's Rijksburgerlijken dienst verlof is verleend, financieel nadeel zouden lijden door het vervallen, tijdens den duur van het verlof, van de vredestoelage. Zulks zou in strijd zijn met het door de Regeering wensehelijk geachte beginsel, dat ambtenaren — militairen tengevolge van de mobilisatie niet in hunne inkomsten uit 's Rijks kas mogen achteruitgaan. In verband met het vorenstaande is het noodig een post in de begrooting op te nemen, waaruit, in gevallen als bovenbedoeld, de vredestoelage over den duur van het verlof kan worden gekweten. Hoewel eene raming voor het henoodigd bedrag, zooals van zelf spreekt, niet wel mogelijk is, meent ondergeteekende, dat met eene som van f 6000 zal volstaan kunnen worden. In verband met de omstandigheid dat het bedrag moeilijk is te ramen, is het artikel opgenomen onder de artikelen welke uit den post voor „onvoorziene uitgaven" kunnen aangevuld worden. De Minister van Binnenlandsclie
Zaken,
CH. RUYS DE BEEREXBROUCK.
40
(Staat.sbegrootinig voor het dienstjaar 1919.
2.
V. 2.)
Bui.AdE A DER MEMORIE VAN TOELICHTING.
Sedert 20 Juli 1917 ' zijn niet-ingeeetenen tot burgemeester benoemd in de gemeenten: Raamsdonk. den Bommel. Herkingen. Eoudekerk. Sassenheim. Opmeer. G rijpskerke. Beek en Donk. Rilland-Bath. Spanbroek. Meliskerke. Callantsoog. Westzaan. Middelharnis. Hoevelaken. Wlssekerke. 's Heerenhoek. Kortgene. Achtkarspelen. Beduiu. Bemelen. Mheer. Sappemoer. Brunsum. Oirsbeek. Zegwaard, Ten Boer. Zntphen. Valburg. Gouda. Zuidliorn. Oosterhout. Nibbixwoud. Vaals. st. Philipsland. Geffen. Adorp. Groningen. De urn e en Liesel. Ooststellingwerf. Dinther. Oud-Vossemeer. Nleuwerkerk a/d Dssel. Brammen. Geldermalsen. Hees. Reeuwijk. Kesteren. Nedorhemert. Veere. Riethoven. Noord wjjkerhout. Warmenhuizen. Dirksland. Emmen. Merkelbeek. Melissant. Tot burgemeester werden benoemd: In 1884 45 ingezetenen en 42 niet-ingezetenen 1885 26 34 ff 1886 33 35 ff 31 Van 1 HOT. 1886—19 Juli 1887 19 19 Juli 1887—20 „ 1888 27 29 20 ff 1888—20 ff 1889 28 30 1890 16 1889—17 42 20 ff ff 23 17 „ 1890— 8 ff 1891 22 56 8 ff 1891— 8 ff 1892 30 50 8 ff 1892—21 ff 1893 25 1893— 8 ff 1894 29 37 21 ff 1894—13 ff 1895 30 '49 3 ff 1895—24 « 1896 43 45 18 ff 1896—14 1897 14 40 24 ff n 14 « 1897—16 ff 1898 23 48 1898—18 ff 1899 22 35 10 ff 24 1900 1899—12 43 18 ff ff 1901 27 1900—15 62 18 ff 1901— 8 ff 1902 17 29 15 n 1902—18 ff 1903 30 37 8 ff 41 18 n 1903—29 ff 1904 16 1904—17 ff 1905 24 38 29 ff 60 17 ff 1905—28 ff 1906 14 46 28 » 1906—23 ff 1907 26 1907—25 ff 1908 14 46 23 n 47 25 ff 1908—20 ff 1909 12 44 25 ff 1909— 1 ff 1910 20 1910—18 1911 28 49 1 B n 1912 17 21 18 1911— 1 n ff 40 1912—24 ff 1913 20 1 i 50 24 » 1913—20 ff 1914 28 46 1915 21 1914—20 20 n ff 59 1916 15 1915—20 20 ff ff. 58 24 1917 1916—20 ff 20 o 57 20 1917— 7 .Aug .1918 32 n j?