Member of the “Council of Georgist Organisation” – New York
Grondvest Mededelingenblad van samenwerkende organisaties als Grondvest, Bellamy, Henry George en Edward Bellamy Instituut en B4FET, die allen de stelling onderschrijven dat: :
“alle mensen, ook toekomstige generaties recht hebben op een gelijk aandeel in het gebruik van de aarde en haar rijkdom, de natuurlijke bestaansbronnen. Wie voor persoonlijke doeleinden, met uitsluiting van anderen, over een bestaansbron beschikt, bijvoorbeeld grond, dient daarom het voordeel uit dit voorrecht ten volle te vereffenen met de gemeenschap.”
HG en EB Institute Zomer 2011
Beste lezers van dit blad: U hebt een poos niets van ons gehoord. In ieder geval niet per schrift. Onze informatie via onze website www.hg-eb.nl is wel doorgegaan. Het afgelopen jaar zijn we vooral bezig geweest met het inrichten van onze bibliotheek in Zevenaar. Hier is alles te vinden t.a.v. de geschiedenis van George.
Het archief van Bellamy ligt in Amsterdam. Duizenden boeken en publicaties moesten een plek vinden. Dat kostte tijd. Veel meer tijd dan we gedacht hadden. Daarnaast zijn we geconfronteerd met gezondheidsproblemen van enkele van onze bestuursleden. Onze onvermoeibare eindredacteur van Grondvest, Wim Sweers, kan door ernstige oogproblemen de uitgave niet meer op zijn eigen wijze verzorgen. Grondvest wordt opgenomen in A-4 formaat aan de binnenzijde van dit blad. Onze 83 jarige voorman van de Georgistische beweging gaat gewoon door en geeft tegenwoordig zijn stukken mondeling door. Onze penningmeester Wim Wolbrink sr. is getroffen door een herseninfarct en is revaliderende in Hengelo. Namens het HG& EB Instituut kunnen we u nu dit blad aanbieden. Het is even wennen voor ons allen omdat de opmaak en verzending geheel via de digitale wereld verloopt. En dat is wat lastig omdat we moeten wennen aan de werkwijze en wij noch technisch noch qua vormgeving professionals zijn. Maar wat ons en
HG en EB Institute Zomer 2011
betreft gaat het vooral om de inhoud van de artikelen. We hopen de kwaliteit van de opmaak door ervaring te mogen verbeteren. Wat we zoeken zijn redacteurs die mee willen helpen aan een uitgave van dit kwartaalblad. Schrijft u zelf graag of hebt u een netwerk van schrijvers met een Georgistische visie op de grondpolitiek dan bent u van harte welkom. Wij wensen u veel leesgenoegen. Namens de redactie, Paul Freriks Inhoud uitgave Grondvest en mededelingenblad Henry George en Edward Bellamy Instituut In deze uitgave een samenspraak tussen twee Georgistische nestors te weten Chris Bischot en Wim Sweers. Beiden 83 jaar en geboren tijdens de grote crisis van de twintiger jaren.Zij blikken terug op de Georgistische beweging en kijken vooral vooruit naar de mogelijkheden die onze beweging te bieden heeft. Daarnaast heel veel aandacht voor Lev Tolstoj. We presenteren een eigen vertaling door Syne Fonk van de Franse schrijver Victor Lebrun. Uitgekomen in 1956 in het septembernummer van het Franse Georgistische Magazine “Terre et Liberte”. (Land rn vrijheid) En natuurlijk mag de briefwisseling niet ontbreken tussen Lev Tolstoj en zijn dochter Tatanja over de grondwaarde economie van Henry George, geschreven in 1909. Dit stuk is eerder opgenomen in Grondvest maar waardevol ter completering van het verhaal van Lebrun. Aan deze vertaling van Harm Kolthek hebben we zo min mogelijk gewijzigd. Tenslotte en afsluitend een naar onze mening zeer passend artikel in dit nummer van Willem Bos, die schrijft o.a. op www.grenzeloos.org
Aan deze uitgave werkten mee: Wim Sweers, Chris Bischot, Syne Fonk, en Paul Freriks. Tevens is een artikel van Willem Bos opgenomen. Onze bibliotheek (tevens postadres) is bereikbaar op Steenhuizen 6, 6901 JL Zevenaar. Mail:
[email protected]. Website: www.hg-eb.nl. Telefoon: 0654325673. Openingstijden van 10.00 uur tot 12.00 uur van maandag t/m vrijdag.
HG en EB Institute Zomer 2011
Iedereen wil een betere samenleving! Waarom komt hij niet van de grond ? Meer dan 100 jaar holt ons westers economisch systeem van de ene financieel economische crisis naar de andere. Twee maatschappelijkactivisten, oudgedienden (83 jarigen) geboren tijdens de grote crisis van de twintiger jaren vorige eeuw proberen aan te geven hoe die nieuwe samenleving gerealiseerd zou kunnen worden. Hoe komen we naar een nieuwe maatschappij Zonder uitbuiting van mens en natuur? door Chris Bischot en Wim Sweers Chris Bischot: Over socialistische idealen. Over utopieën, een vogelvlucht over de 20e eeuw. HET SOCIALISME In de laatste decennua van de 19e eeuw betitelde Friedrich Engels de bijdragen van Karl Marx betr. de MEERWAARDE en de vraagstukken van de accumulatie van kapitaal, als de verheffing van het socialisme van een utopie tot WETENSCHAP. De publicaties dateren van 1882 tot 1891. In een boekje van uitg. Pegasus uit 1946. getiteld “de ontwikkeling van het Socialisme van utopie tot wetenschap” zegt Engels onderaan bldz.48: “het proces, zowel van de kapitalistische productie als van de productie van kapitaal was hiermede verklaard. Deze beide grote ontdekkingen: de materialistische geschiedbeschouwing en de onthulling van het geheim van de kapitalistische productie door middel van de meerwaarde hebben wij aan Marx te danken. Met deze ontdekkingen werd het socialisme een wetenschap.” Rondom 1900 ontstonden de eerste socialistische partijen waarvan de latere communistische partijen zich vooral baseerden op dat wetenschappelijk socialisme.
HG en EB Institute Zomer 2011
Er zijn natuurlijk vele internationale debatten geweest. Een daarvan was een symposium georganiseerd door het ISSS in het najaar 1961 en voorjaar 1962. De titel was “de actualiteit van Marx”. Ofschoon Marx nimmer heeft beweerd dat de instorting van het kapitalisme mechanisch het socialisme zou voortbrengen ging hij wel van die ineenstorting uit omdat de accumulatie van kapitaal in de problemen zou komen door de daling van de winstvoet…..en het zich toeëigenen van de meerwaarde, de tegenstellingen tussen de productiekrachten en de productieverhoudingen tot een politieke en economische crisis zou leiden. In die ontwikkeling zou de arbeidersklasse (proletariaat) dan de wegbereider van de nieuwe (socialistische) maatschappij kunnen worden en zijn…. Tijdens bovengenoemd symposium in 1961-62 (ISSS) zei een discussiant dat Marx zelf schreef, toen hij als inhaerent aan het kapitalisme had geconstateerd, dat het constante kapitaal sneller groeide dan het variabele kapitaal, waardoor de winstvoet moest dalen tot onder de gemiddelde winstvoet; dat dan allerlei faillissementen en crisissen er het gevolg van zouden zijn…….Maar, zegt hij “het moet verwonderlijk zijn, dat het kapitalisme nog niet ineen is gestort in één grote crisis” en verder “dus moeten er tegenwerkende factoren zijn, die de hoofdtendenz tegenwerken en opheffen”. Wat Marx “tegenwerkende factoren” noemt blijkt later te zijn geweest (en nog) de verhoogde uitbuitingsgraad, de gestegen meerwaarde. In mijn brochure uit 1977 getiteld “hoe lang nog kapitalisme” heb ik op pagina 4 en 5 het bewijs geleverd met de boeken van J.M. Gillman, London 1957 en uit 1968 het boek van Dr J.v. Santen De stijging van de winstvoet ligt ten grondslag aan de monopolisering. Zo gebeurde het ook na W.O.2 en zijn we al decennia getuige van ongebreidelde stijging der winsten en ook van de winstvoet; -zie mijn gepubliceerde cijfers in de jaren 1970-1980-1999p; -rapporten van onderzoekscollectief Opstand; -de bekende globalisering van de wereldeconomie en zeker die in Europa op initiatief van de Philipsbaas Wisse Dekker (1985); -gevolgd door de EG-commissie.
HG en EB Institute Zomer 2011
In reeds genoemd symposium houdt Arthur Lehning waarvan ik nu citeer:
een inleiding
“en aangezien het wetenschappelijk socialisme van Marx nu juist daarin bestaat dat het socialisme het gevolg zou zijn van de kapitalistische ontwikkeling van Marx de wetenschappelijke wetten had ontdekt, aangezien het socialisme dialectisch met deze ontwikkeling verbonden zou zijn moet men op grond van de feiten na 100 jaar constateren,dat het socialisme van Marx geconditioneerd door een ontwikkeling die niet is uitgekomen, in de lucht hangt; anders gezegd: het is een utopie. Men kan uit de feitelijke ontwikkeling ten opzichte van de leer van Marx nu twee conclusies trekken: Utopieën zijn wellicht de drijvende kracht in de historie, zegt Lehning. Het z.g. wetenschappelijk socialisme behoort daar ook toe. Het was F. Engels die het artikel schreef over “de ontwikkeling van het socialisme van utopie tot wetenschap, terwijl hij in hetzeifde artikel de vele economische crises noemt die het kapitalisme beleefde. Hij schreef dat het nu (1877) al de zesde keer was na 1825, dat er zo’n crisis plaatsvond en dat na enige tijd het kapitalisme zich daarvan herstelde.
Het proletariaat vervulde socialistische maatschappij
niet
haar
rol
en
taak
naar
een
Nu vele jaren erna, beleven wij weer een crisis. Van welke aard zij is, daarover verschillende meningen, vooral onder de antikapitalisten. Het begon niet zoals in de twintiger en dertiger jaren van de twintigste eeuw, met een diepe economische crisis met overproductie, lagere prijzen, faillissementen van bedrijven en voor vele mensen werkloosheid. Nee, het was een z.g. financiële crisis die begon inde Ver. Staten. De gevolgen voor de economie bleven niet uit maar de successen van de globalisering overheersten terwijl de onderlinge tegenstellingen van de diverse machtsblokken bleven. Zegt “socialisme”nog iets voor de huidige bevolkingen van de diverse landen. Men kan toch overal vaststellen dat het antwoord “nee” is. Schreef ik 25 jaar geleden dat er “veel werk was te doen om nieuwe ideeën
HG en EB Institute Zomer 2011
en strijdmiddelen te scheppen om aan het kapitalisme een einde te maken en stelde ik toen nog de vraag over de geldigheid van het wetenschappelijk socialisme toch ook een utopie was. Nu is duidelijk dat er zelfs van het idee weinig of niets over is. Natuurlijk zijn er in Nederland en elders nog mensen en groepen die antikapitalistisch zijn, maar “socialisten”,anarchisten en anderen zoeken tot op heden zonder resultaat een visie, laat staan organisatorische middelen.
Het z.g. links in Nederland gaat in feite met het bestaande mee al vragen ze soms als goede kruideniers een onsje meer of minder. Welk perspectief zie jij dan, vraagt men mij al enige jaren. Dat hangt af van DENKEN, ONDERZOEK, ANALYSE, enz. En dan handelen door ‘stoottroepen’ naar de vernietiging van het kapitalisme als systeem en in de opbouw van een alternatieve maatschappij…… jan.2011 – Chris Bischot Geb. 3 april 1927 Wim Sweers: Over de economie van de versplllng Over hoe ons neoliberale economie financiëel profijt haalt uit het veroorzaken van extreme rijkdom gepaard aam even extreme armoede Als ambtenaar/maatschappelijk werker bij een sociale dienst en geconfronteerd met armoede in Nederland in de toch welvarende 60e jaren en bezorgd milieuactivist was ik erg onder de indruk van het rapport (in i969) van de zgn. Club van Rome. Een aantal wetenschappers maakten zich zorgen over de ongeremde bedrijvigheid die tot ernstige milieuproblemen zou kunnen leiden. Een radiorede van de georgist Cees Griffioen was aan leiding om me in het Georgisme te verdiepen en wat me daarbij al direct opviel waren uitspraken en opvattingen van de Amerikaanse maatschappijhervormer Henry George9 (1839 – 1897) uit de 19e eeuw, die alle belastingen op arbeid en arbeidsproducten wilde vervangen door één belasting (single taks op grond en motiveerde dat als volgt: Als wij belasting heffen op huizen, dan zullen er minder en slechtere huizen zijn; als wij machines belasten, zullen er minder machines zijn; als we handel belasten, zal er minder handel zijn; als we werk belasten, zal er minder werk zijn. Er is slechts één uitzondering; hoe zwaar wij de grond
HG en EB Institute Zomer 2011
(natuur)ook belasten, er zal niet minder grond, (natuur) zijn. Onder grond verstond George alle productieve natuurkracht, het van nature gegevene t.w. grond, water, lucht en ruimte. Met het belasten van ‘grond’ wilde George een duurzame en rechtvaardige samenleving veroorzaken. Hij wilde de singletax geleidelijk invoeren, van 1 tot 100 % van de ‘pacht’ waardoor het particulier in eigedom bezitten van van grond onaantrekkelijk maken van particulier grond in eigendom bezitten zou verliezen. Met het volledig belasten van de pacht (het arbeidsloze inkomen van de grondeigenaar) wilde George de overheid financieren en werkende (producerende) mensen ontlasten waardoor er meer en beter geproduceerd zou worden. In de 19e eeuw was er in de samenleving, ook onder de bewonderaars van George nog geen sprake van een ecologisch bewustzijn. De alom opduikende grondhervormingsbewegingen beoogden allemaal bestrijding van de sociale armoede. Onder de indruk van de kennismaking met het Georgisme schreef ik in Grondvest 1e kwartaal 1993 over de politieke en economische chaos in de wereld en de roep om een nieuwe wereldorde het volgende: Met wereldorde wordt de politiek-economische orde gezien die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan en bepaald werd door de tegenstelling communisme – kapitalisme. Na de ineenstorting van het communisme lijkt het kapitalisme de wereldorde te gaan bepalen. Deze bracht echter geen nieuwe ordelijke wereldsamenleving maar een chaotische wereld met een ongeremde productie economie, schadelijk voor de samenleving van mens en natuur. Waarom, waarom komt die betere samenleving die overal gewenst wordt zowel globaal als lokaal niet tot stand zelfs niet in de meest welvarende landen zoals Nederland? Wat of wie zijn de krachten die de verandering verhinderen? ‘Allemaal angst’, is het de angst voor het onbekende, bang voor het kwijtraken van iets waaraan we verslaafd zijn geraakt. Zijn we verlamd geraakt en niet meer bij zinnen door besmetting met een niet te bestrijden virus en hollen we als gekken achter een bankpapiertje als een hazewindhond achter een leeg hazenvel. Wie goed kijkt neemt waar dat de bevolking van Nederland zich niet gelukkig voelt, de rijke niet met
HG en EB Institute Zomer 2011
zijn ‘rijkdom’ en de ‘arme’ met een lege maag en te weinig inkomen. Nederland telt heel veel organisaties die de ontevredenheid organiseren en de beleidsmakers stimuleren om te komen tot een beter Nederland. Geen land ter wereld dat zoveel ngo’s kent als Nederland. Maken deze samen een vuist dan was het realiseren van de gewenste verandering een fluitje van een cent. Maar de krachtenbundeling nodig voor de verandering komt niet tot stand omdat velen van hen juist de sterkste en de grootste verweven zijn met het huidige kapitalistische systeem en zelfs subsidie ontvangen voor hun activiteiten en projecten. Hiermee zijn ze bedrijf geworden dat gebruik maakt van de kapitalistische faciliteiten. Ze zijn daarbij gefocust op het instandhouden van de eigen organisatie die met zo min mogelijk inspanning zo snel en zo veel mogelijk zo veel mogelijk financieel profijt moet binnen halen. Zijn de politieke partijen ook niet verworden tot bedrijven die slechts uit zijn op eigen groei en voortbestaan? Wordt het geen tijd om afstand te doen van de concurerende politieke bedrijven’ die zich niets gelegen laten liggen aan de behoeften van de samenleving. Dat terwijl vrijwel iedere burger met een beetje gezond verstand weet dat we op de huidige mannier van economie bedrijven verkeerd bezig zijn en mens en natuur ernstig beschadigen. Echter het politieke ‘bedrijf’ (regering) dat heel introvert naar zichzelf kijkt; hoe hou ik mij staande en hoe kan ik nog winst maken. Zo vindt onze minister Jan Kees de Jager 17 febr.jl discussiërend in het tv programma van Pauw en Witteman dat Nederland meer moet investeren in de infrastructuur omdat de handel Nederland welvaart brengt. Nederland importeert via de grootste haven van Europa goederen die zij verhandelt, bewerkt, vervoert via vliegtuig, trein, schip of auto. Nederland exporteert en moet zijn best doen zijn handels en export positie te handhaven. De minister zingt het al eeuwen oude liedje van het mercantilisme; met handelen worden landen rijk. De slimme koopman die rustig achter zijn bureau in 10 minuten meer verdient dan zijn huishoudhulp die achter hem de vloer aanveegt in 10 jaar verdient met een 8 urige werkdag. Is in Nederland het probleem van de groeiende kloof tussen tussen rijk en arm op te lossen, terwijl het probleem wereldwijd is?
HG en EB Institute Zomer 2011
Waar een wil is is een weg Op verschillende plaatsen en localisates is dit vorm gegeven. Een eenduidig recept is niet mogelijk. Eén regeling in een groot land met verschillende klimatologische en vaak ook sociale omstandigheden is ongewenst, zo niet onmogelijk. Nederland is een klein en rijk land met nagenoeg geen klimatologische verschillen en niet te overbruggen of niet te verzoenen sociaal-culturele omstandigheden.
Een voor Nederland geschikt model is: a) Schaf alle rijksbelastingen af (loon- en inkomsten belasting, premieheffing en sociale verzekeringspremiën en inhouding sociale verzekeringspremie af. In de plaats daarvan wordt bij alle fiscaal zelfstandige bedrijven, instelingen en organisaties een inkoop- belasting opgelegd, belasting die moet worden betaald voor de inkoop van grond (=land, zee, meren en water en alles wat zich daarin of daar onder bevindt). Alle belasting komt tot uiting in de prijs van het eindproduct. Wie dus in staat is veel eindproduct te kopen betaalt dus veel en degene die weinig te besteden heeft betaalt weinig belasting. Omdat deze belasting geen belastingvrije voet kent en geen aftrekposten en weinig fraudegevoelig is levert dit de overheid meer belasting op en het bedrijfsleven minder lasten b) Een AOW van de wieg tot het graf op dit moment te stellen op 1000 euro per maand voor alle nederlanders vanaf 25 tot 70 jaar. Jongeren van 0 t/ m 17 jaar ontvangen de uitkering op kinderbijslag nivo en dient betaalbaar gesteld via ouder of voogd zoals ook bij de kinderbijslag gebruikelijk was. En 18 t/m 24 jaar ontvangen het BI op het nivo van de studiefinanciering.
HG en EB Institute Zomer 2011
Van 25 t/m 69 jaar wordt 1000 euro per maand gerekend en voor de ouderen van 70 t/m 95 plus loopt de uitkering op met het klimmen der jaren zoals ook bij de jongeren het geval is. Zie onderstaande tabel. Er is van uitgegaan dat in 2011 de nederlandse bevolking ongeveer 17 miljoen zielen telt.
Basisinkomen 2011 Jongeren van 0 t/m 24 jaar 1116.50 x 100 = 111650 1084.90 x 200 = 217580 1094.50 x 350 = 383075 1036.20 x 550 = 569910 1067.00 x 750 = 800250
Totaal 5984 totaal 2082465 Volwassenen 25 t/m 69 jaar 10607.3 x 1000 =
10907300
Ouderen 70 t/m 95 en ouder 620.4 x 1100 = 501.6 x 1200 = 330. x 1300 =
HG en EB Institute Zomer 2011
682440 601920 429000
176. 63.8 14.3
Totaal 1706.1
x 1400 = x 1500 = x 1500 =
totaal
246400 95700 21450
15065675 x 12 = 1.8080010
Dit eenvoudig model basisinkomen kan geheel betaald worden uit een inkoopbelasting (ook Belasting Ontrokken Waarde genoemd en ook wel Economie Stabiliserene Belasting De totale inkoop van de nederlandse bedrijvigheid is te vinden in de nationale rekening “intermediair verbruik” Deze rekening groeit al lange tijd met 5% per jaar en kan voor 2011 worden geschat op 570 miljard euro en hierop 45% inkoop belasting toegepast levert 256.5 miljard euro op. Wordt hiervan 180 miljard basisinkomen betaald dan rest de overheid voor haar bestuurlijke arbeid 256.5 – 180 =76.5 miljard.
In een volgende Grondvest zal nog nader op de invoeringsmogelijkheden worden ingegaan. Zo ook op de voor- en nadelen van andere BI modellen. Ook de financieringsvarianten krijgen aandacht.
Dan gaan wij nu graag verder met:
Lev Tolstoj en Henry George door Victor Lebrun Oorspronkelijke uitgave; 1956 in de Franse periodiek; “Contre- Courant” en in dat zelfde jaar in het Juli- September nummer van het Franse Georgistisch Magazine "Terre et Liberté" (Land en Vrijheid) Dit artikel is vrij vertaald uit het Engels door het Henry George en Edward Bellamy Institute te Zevenaar NL door Syne Fonk
Lev Tolstoj gaf sterke en sympathieke aandacht aan andere denkers en schrijvers, in tegenstelling tot veel van zijn collega schrijvers.Tolstoj wordt wel eens het grootste genie van alle landen en tijden genoemd. Hij was een oorspronkelijk denker en zocht hartstochtelijk naar de waarheid. Door deze
HG en EB Institute Zomer 2011
houding kwam hij in contact met Henry George. Het was in het begin van 1885 dat hij de hand wist te leggen op de boeken van de grote Amerikaanse econoom, filosoof, socioloog en politicoloog. In die tijd was de morele en sociale leer van de denkers stevig en definitief vastgesteld. De hoogste en unieke plicht voor de mens was, en is, zichzelf moraal te perfectioneren en niet te bezwijken voor of samen te werken met het verkeerde. Zo werd gedacht dat de sociale problemen vanzelf zouden zijn opgelost wanneer de meerderheid had begrepen wat de werkelijke inhoud en bedoeling van het pure Christendom was. Het christendom zou de mens geleerd hebben zich te onthouden van alle misdrijven, die vaak en algemeen worden gepleegd. Alle redenaties over de precieze aard van de burgerrechten, over wetten en over de organisatie van de Gouvernementele dwang voor de bescherming ervan, is een gruwel voor onze grote denker. Echter...op zeker moment nadat Tolstoj een blik had opgevangen van "Sociale Problemen" en "Vooruitgang en Armoede" van Henry George was hij compleet geboeid door George's uitstekende presentatie en analyse. Zijn strakke dagelijkse routine was op slag doorbroken: “Deze ochtend las ik George in plaats van te schrijven” bekent Tolstoj in een brief aan zijn vrouw. 2 dagen later voegde hij toe; "ik las mijn George” (Hij zei “Mijn”). Hij zei dit nooit van enig auteur.) "Dit is een heel belangrijk boek. Dit is een stap vooruit in een vergelijkbaar belang met de bevrijding van onze horigen. Dit is de bevrijding van de Aarde van particulier eigendom. "Zijn zienswijze is louter de controle over de samenleving te krijgen. En het is belangrijk om George te lezen die het probleem met precisie en definitief heeft gedefinieerd. Hierna is er geen debat meer, men heeft resoluut te kiezen, voor de ene kant of voor de andere. Persoonlijk vraag ik veel meer dan hij doet; maar dit project is de eerste stap van de ladder welke ik graag wil beklimmen.” En de lezer zal niet langer aarzelen. Vanaf deze ontmoeting kiest hij, Tolstoj, vastberaden en enthousiast de kant van George, en tot zijn laatste adem, een kwart eeuw later, grijpt hij elke kans om zijn ontdekking wereldkundig te maken. Hij schrijft artikelen over George waaronder introducties bij de
HG en EB Institute Zomer 2011
bijzondere Russische vertalingen van zijn werk. De "Posrednik" (The Interpreter = 'De Tolk') serie, welke werd gestart door Tolstoj, brengt de artikelen van de grote Amerikaan aan miljoenen mensen voor lage prijzen aan de man, via een groeiend aantal adressen. Venters brengen de kleine pamfletten tot aan de grenzen van groot Rusland. Aan iedere politicus en aan iedere schrijver; de meester spreekt over George! In zijn publicatie "Resurrection - Opstanding" toont de romanschrijver aan de wereld hoe zijn oudste dochter Tatiana, in de persoon van de land eigenaar, Nekleudoff, haar land weggeeft aan de boerengemeente op voorwaarde dat de landeigenaren rente zullen betalen (voor het gebruik) aan de boerengemeente. Uiteindelijk erkent de denker de verdiensten van verschillende citaten van George door ze op te nemen in zijn "selectie van lezingen voor iedere dag" Onder de 300 denkers die zijn geciteerd wordt Henry George vermeld met 30 citaten.
Victor Lebrun was een persoonlijke vriend en secretaris van Lev Tolstoj. Dit is een vertaling van zijn artikel gepubliceerd in het Julie nummer van 1956 van de Franse periodiek Contre - Courant (huidige tegens). en herdrukt in het Juli - September nummer van 1956 van het Franse Georgistische tijdschrift 'Terre et Liberté'
Het historische belang van het zicht op het communisme in Rusland in 1917 behoeft geen aandacht. Het historische moment in welke het westen en speciaal Afrika zichzelf heeft gevonden vandaag de dag, doet ons denken aan en lijkt merkwaardig op het Rusland van rond 1906. Sinds de absurde Russisch - Japanse onderneming groeide de bijna algemene verontwaardiging met de dag. Tolstoj's populariteit werd zo groot dat Suvarin, hoofdredacteur van een van de grootste en meest vernieuwende dagbladen, de volgende significante zinnen kon publiceren: “Wij hebben twee Tsaren: Nicholas de tweede en Lev Tolstoj: welke van
HG en EB Institute Zomer 2011
de twee is de 'sterkste'. Nicholas kan niets doen tegen Tolstoj: hij kan zijn troon niet aan het wankelen brengen. Dit terwijl Tolstoj zonder twijfel rammelt aan de troon van Nicholas en zijn dynastie. "
De correspondentie van de Georgist Tolstoj met de Minister President van die tijd is ook opmerkelijk. Hier zijn de top- ontmoetingen in de strijd tussen de twee kampen, de twee leidende theorieën, degenen die "volgens het recht denken" en "de eerlijken". In 1917 waren de mensen verbitterd. De boerenopstand was in volle gang. De minister liet zijn soldaten schieten op de menigte, bijna dagelijks werden boeren opgehangen, gevangen genomen en bij duizenden gedeporteerd. De galgen werden zelf naar hem genoemd; Stolphin's necktie". (Stolphin's stropdas) Tolstoj leed onder de misdaden en de haat die hij aan beide zijden zag groeien. Uiteindelijk verloor hij zijn geduld. Op 26 Juli 1907 stuurde hij een brief aan de Minister President; "Peter Arcadievich, Ik schrijf je vanwege mijn warme gevoelens voor de zoon van mijn vriend. Je bent op de verkeerde weg. Je hebt twee mogelijk- heden voor je; De eerste is door te gaan met de deportaties, de dwangarbeid en de executies en nog uw doel niet bereiken met achterlating van een smerige herinnering. Of doe het tegenovergestelde. Zet de mensen van Europa op de eerste plaats door ze te helpen de enorme onrechtvaardigheid te vernietigen van het krediet op de bodem. Op deze manier zou je werkelijk een goede en schone zaak neerzetten en je zou de gemoederen sussen op de meest efficiënte manier door hen in hun meest fundamentele eisen tevreden te stellen. Dit zou deze verschrikkelijke misdaden stoppen die zijn gepleegd aan de zijde van de revolutionairen als ook aan de zijde van de regering. Ondertekend met ; Lev Tolstoj
Na drie maanden kwam er een antwoord van de minister president; "Lev Nicolaievisch, denk niet dat ik geen aandacht heb gegeven aan jouw brief. Ik kon hem niet beantwoorden want de inhoud raakte mij op de plek waar het pijn doet. Jij benoemde als fout wat ik overweeg wat goed zou zijn voor het welzijn van Rusland. "Ik ontken niet de leer van Henry George, maar geloof dat een eenmalige heffing in de toekomst (sic) zou kunnen
HG en EB Institute Zomer 2011
helpen in de strijd tegen de grote landgoederen. Op het moment zie ik geen reden waarom wij hier in Rusland de eigenaren zouden wegjagen van hun grond welke zij beter cultiveren dan de boeren. Integendeel ik zie de noodzaak om het mogelijk te maken voor de boeren om een eigen stuk land te verwerven. "Hoe kan ik iets anders doen dan wat ik voor juist houdt. Je schrijft me dat ik met de wrede acties en bovenal van zonde een slechte reputatie opbouw. Geloof me, het gevoel van een mogelijk naderende dood, kan niet voorkomen te denken over deze vragen, en mijn weg lijkt duidelijk voor mij. Ik begrijp dat het volledig tevergeefs is dat ik deze brief schrijf. Aanvaard mijn excuses. Jouw Stolphin Dit is het antwoord van de minister President. En hij gaat door met zijn talloze misdaden. Op 28 Januari 1908 Tolstoj verliest opnieuw zijn geduld: "Peter Arcadievich, Waarom? Waarom verlies jij jezelf met doorgaan van jouw onjuiste acties die alleen maar kunnen leiden tot verergering van de algehele situatie en jouw positie daarin ? Moedige, eerlijke en nobele man, en zo ken ik je, je zou niet door moeten gaan met deze fouten, maar zou ze moeten herkennen en de krachten zo sturen of gebruiken om de gevolgen ervan te corrigeren.... "Jouw twee fouten: de gewelddadige strijd tegen de onweerstaanbare kracht van de mensen, en de continuering van het eigendom van het land kunnen worden gecorrigeerd door een simpele, heldere en historische hervorming. Het moet worden geconstateerd dat de grond van het land gelijk eigendom is van de hele bevolking, en er een grondbelasting moet worden gevestigd die exact zou kunnen corresponderen met de gewenste privileges aan elke kant. Deze belasting zou compleet alle belastingen vervangen. Alleen deze boodschap kan de mensen kalmeren of bedaren ... Alleen deze boodschap kan zorgen dat de verschrikkelijke onderdrukking wordt opgeheven waaronder de opstandelingen hebben te lijden. Ik herhaal dat ik je dit schrijf met de intentie jou het beste toe te wensen en liefhebbende. Lev Tolstoj
HG en EB Institute Zomer 2011
Deze tweede brief bleef onbeantwoord maar de lijdensweg van en veroorzaakt door dit verschrikkelijke regiem bleef. Enige tijd later werd de premier vermoord door een revolutionair, en in 1918 kwamen de communisten aan de macht. De 'hamsteraars' van grondgebied weigerden nog steeds te betalen voor het land wat zij in bezit hadden gekregen. Nu werd alles van hen afgepakt. Niemand ontsnapte aan deze straf. Het is angstaanjagend om deze periode te herbeleven, en opnieuw deze correspondentie te lezen. En op het moment dat ik deze regels schrijf (1956) zie ik gelijksoortige toekomstige brandhaarden in Afrika en de bedreiging voor Europa. Al snel bouwden de twee denkers van de twee continenten een nieuw persoonlijk contact op. In 1894 vroeg George aan een Amerikaanse correspondent om zijn boek aan Tolstoj te geven "in zijn eigen handen", en hem te vragen te geloven in zijn gevoel van diepe devotie dat George voor hem was gaan voelen, nadat hij zijn werk was gaan lezen. De meester Tostoj bedankt George . De tussenpersoon moet doorgeven dat hij versterkt is door de duidelijkheid, de conclusies van zijn uiteenzettingen en het meesterschap van George. en dat George de eerste was die solide fundamenten had neergezet voor de economie van de toekomst, en dat zijn naam altijd met dankbaarheid in herinnering zou blijven bij de mensheid."
In Maart 1896 schreef George aan de meester en sprak hij zijn waardering uit voor zijn goede woorden en zijn respect en bewondering voor zijn werk. Hij vroeg hem toestemming om hem te mogen bezoeken bij zijn komende bezoek aan Europa. Tolstoj antwoordde dat hij hem al lange tijd kende en had gemogen. Het lezen van elk van zijn werken opende nieuwe horizonten voor hem; het zou Tolstoi een groot genoegen zijn om George te ontmoeten. De ontmoeting van de twee denkers kon niet plaatsvinden. George overleed gedurende zijn verkiezingscampagne voor het burgemeesterschap van New York.
HG en EB Institute Zomer 2011
Tolstoj schreef aan zijn vrouw; "Henry George is dood: het is vreemd om te zeggen maar zijn dood drukt me als de dood van een heel naaste vriend. De kranten vermelden zijn overlijden maar zeggen helemaal niets over zijn boeken die zo bijzonder zijn en van zo grote waarde."
Een fragment van Tolstoj's introductie in George’s boek "Social Problems” laat zien in welke mate hij zijn werk waardeerde. De grote meester schreef: " voor diegenen die nooit het onderwerp hebben bestudeerd, zal het belachelijk klinken zich te kunnen voorstellen dat een louter fiscale verandering de meest verreikende hervorming kan zijn. Maar degenen die de gedachtenlijn van George hebben kunnen volgen in de voorafgaande hoofdstukken. zij zullen zien, dat deze eenvoudige VERANDERING één van de grootste sociale omwentelingen is,waarbij de Franse Revolutie en de afschaffing van de slavernij.kinderspel lijkt. En zie; Dit is nu juist de enorme waarde van de grote en werkelijke omvorming voorgedragen door George die tot zover en tot nu toe in de wereld niet juist is verstaan.
Tolstoj ging verder; George zijn ideeën over het verbeteren van het leven van de vertrapte massa, de meerderheid, zijn zo overtuigend en zo gewoon uitgedrukt, dat het onmogelijk is om deze niet te begrijpen. Voor de heersende minderheid is er maar één manier om deze ideeën te bestrijden: Door ze in een vals daglicht te plaatsen of erover te zwijgen. In de hele wereld , onder de intellectuelen wordt het gedachtegoed van George verkeerd geïnterpreteerd, en de onverschilligheid onder hen lijkt te groeien. Maar een nauwkeurige en consequente vruchtbare gedachte kan niet worden vernietigd. Ondanks dat men tracht deze te wurgen. Vage doctrines zonder betekenis, die men tracht op te dringen, zullen vroeger of later verdwijnen. De waarheid zal aan het licht komen en George’s ideeën zullen de wereld verlichten. “ Zo is de gedachte van Henry George" gaat Tolstoj verder. Alle belasting
HG en EB Institute Zomer 2011
heffen van de pacht is in overeenstemming met de wetten van de natuur. Dus geen belasting heffen bij de bewerker van de grond" Aan de hele samenleving het onverdiende inkomen (ontstaan door ontwikkelingen in het land) ter beschikking stellen is even vanzelfsprekend als het lopen op twee benen en niet op handen.”
“Het is exact dit idee dat werd toegepast in de Russische boerengemeenschappen. Maar dit werd niet als zodanig door hen herkend. Alle belastingen en tarieven zijn altijd gezamenlijk betaald voor het hele gebied in gemeenschappelijke eigendom. Iedere familie betaalde in verhouding tot de grootte en de kwaliteit van de gebruikte grond. Dit is de manier van denken van de Russische bevolking en dit is vanuit hetzelfde gezichtspunt als dat van George. Dit is helemaal niet, zoals het voor sommigen zou lijken: De simpele vraag van de verdeling van het land. De essentie van deze gang van zaken is dat de opbrengst van de eigen arbeid wordt gegarandeerd als onvervreemdbaar recht en de volledige opbrengst ten goede komt aan elk arbeidend individu. Zo beschouwen de Russische mensen de opbrengst van hun eigen arbeid als hun recht. Het recht van ieder om de grond in gebruik te nemen en te bewerken.” Lev Tolstoj
Het is zeker verrassend te ontdekken dat in de gehele wereld Lev Tolstoj, alleen met een kleine groep intellectuelen of morele elite,’groot’ genoeg was om deze zaken te begrijpen. Alle anderen; de sociologen, de hervormers, alle religies en sekten, alle politieke partijen, alle idealisten met hun stokpaardjes en ismen zien niet het fundamentele belang van Henry George's grote werk. Alle orthodoxe Tolstoj aanhangers zijn er doof voor. De Christelijke Tolstoj aanhangers net als de Christenen van de weldaad, komen in conflict met zichzelf. Zij herkennen niet het recht van anderen. Zij denken dat ze alleen liefde verschuldigd zijn aan hun naaste. Zij geven de arme een hemd en zien niet dat, zolang de pacht wordt opgeëist door de eigenaar van de grond, dit strijdig is met al hun aktiviteiten, doordat ze de meest elementaire rechten van de ongefortuneerdenniet respecteren. Zij zien niet dat zolang de eigenaren van het aardoppervlak proletariërs maken van de mensheid, zij worden gemaakt tot aanbidders van het
HG en EB Institute Zomer 2011
kapitalisme, Zo lang deze onbeschrijfelijke misdaad wordt getolereerd, kunnen zij onmogelijk praten over "Liefde" en Weldaad.
Een nadere beschouwing Paul Freriks schreef in Grondvest 4e kw.’07 over het vermoeden dat er destijds contacten waren tussen Henry George en Lev Tolstoi. Tolstoi schreef nl aan Bernard Eulenstein, de Duitse bewerker van George’s brief aan Paus Leo XIII: “De mensheid schrijdt bestendig voorwaarts in de richting van verheldering van het bewustzijn en het scheppen van maatschappelijke levensvormen, waarin dit helderder bewustzijn tot uiting komt. Daarom ontstaat in iedere periode van het leven der mensheid aan de ene kant het proces van het helder worden van het bewustzijn en aan de andere kant van het in het leven treden van datgene, wat voor het bewustzijn is duidelijk geworden(…..) en aan het slot van zijn lange brief aan Eulenstein schrijft Tolstoi: “De noodzakelijkheid van een verandering in de situatie is de mensen duidelijk gemaakt en daarbij is hen de mogelijkheid van die verandering aangetoond; daarom kunnen zij niet ongedaan laten wat hun verstand hun voorschrijft. Nodig is alleen dat de nationalisering van de grond *) tot een publieke opinie wordt gemaakt.”
Enthousiaste reacties van Tolstoi vereerders waren aanleiding voor Freriks om in de Grondvestarchieven te duiken en….. vond een dun boekje (8 pag.) : “TOLSTOY OVER HENRY GEORGE en diens grondwaardebelasting” (Dit boekje is in te zien bij de bibliotheek van ons instituut.)
De Briefwisseling tussen Lev Tolstoj en zijn dochter Tatanja over de grondwaarde-economie van Henry George. (1909) Tatjana Tolstoj schrijft: Enkele jaren geleden greep ik naar de boeken van Henry George en bestudeerde die nauwgezet. Toen ik het, door George ontwikkeld systeem had begrepen, was ik zo
HG en EB Institute Zomer 2011
vol geestdrift over de klaarblijkelijke rechtvaardigheid van het door hem ontworpen meesterlijk stelsel, dat ik zo spoedig mogelijk aan iedereen wilde meedelen wat ik zelf had ervaren. Ik ben overtuigd dat ieder ernstig en onbevooroordeeld mens zal bezwijken voor de toverkracht van de scherpe logica welke is belichaamd in de leer van Henry George, die -als alle grote leerstelsels- is gebaseerd op een godsdienstig beginsel. Die man ontwikkelt zijn stelsel niet door gedetailleerd studiewerk maar het bloeit als het ware op uit zijn leven. Dat was het leven van een gewoon arbeider, die eens zelfs genoodzaakt was om geld te vragen aan vreemdelingen op straat, teneinde medicijnen te kunnen kopen voor zijn zieke vrouw. Hij komt tot de waarheid door zijn persoonlijk lijden, door de helderheid van zijn hoofd en de adel van zijn warm gemoed. Bij alles wat er in het leven voorvalt wordt die waarde door de orde en het verband der dingen zelf aan het licht gebracht, ofschoon tot heden het volk bevreesd is om te vertrouwen op die heilige oplossing van het grondvraagstuk, waartoe Henry George kwam. Ik twijfel er intussen niet aan, of eens zullen de ogen der mensen open gaan voor die eenvoudige methode om te komen tot algemene welvaart en dat de rijkdom der mensheid zodanig zal toenemen, zodat niet als tegenwoordig mensen sterven van de honger. Een moreel leven gebaseerd op een godsdienstig beginsel, is het meest begerenswaardige, ofschoon eeuw na eeuw voorbijgaat en de mensen vrezen dat te erkennen. Is het te verwonderen, dat na het lezen van het machtige woord van de schrijver van: “Vooruitgang en Armoede” (Henry George) een andere grote ziel, vervuld van liefde voor de waarheid en de mensen doch levende aan de andere zijde van de wereld, werd bewogen en gehoor gaf aan de roep? Van het ogenblik af dat mijn vader de boeken van Henry George had gelezen, liet hij nooit een gelegenheid voorbijgaan om die leer te verbreiden. Heel dikwijls werd over die kwestie in mijn bijzijn gediscussieerd en ik luisterde er naar met welbehagen. Eén ding verwonderde mij sterk. Ofschoon voor de doorvoering van het systeem geen rauwe onteigening noodzakelijk is, die, als alle geweld, mijn vader tegenstond, - toch zal de grondwaardebelasting moeten worden geïnd door de Staat en de Staat is gebaseerd op geweld. Daarover sprak ik met mijn vader. Hij antwoordde mij, dat hem dit soms verontrustte, doch dat het, gegeven de bestaande orde van zaken, niettemin de beste oplossing was van het grondvraagstuk. Mijn vader stelde zich een maatschappij voor, waarin de leiding van het volk geheel verschillend zou zijn dan de tegenwoordige en zou berusten op vrijwillige samenwerking…….. .
HG en EB Institute Zomer 2011
Wij ontvingen op Yasnaya Polyana bladen en boeken, welke speciaal waren gewijd aan de propaganda van de leer van Henry George. Op aansporing van mijn vader werden die in het Russisch vertaald. Alles wat me over de kwestie in handen viel las ik. Nadat ik alle boeken van Henry George had gelezen, begon ik de boeken van andere schrijvers over hetzelfde vraagstuk te lezen, in de veronderstelling dat ik daarin misschien nog iets zou vinden ter aanvulling of ter weerlegging. Toen las ik de speciale kritiek op Henry George, denkende dat er een weerlegging zou bestaan, die nog niet was doorgedrongen tot mijn vader en mij. Maar over het grondvraagstuk vond ik niets dat vergeleken kon worden met wat Henry George daarover schreef. En wat de Russische kritiek betreft, daarin vond ik enkel schandelijke onbekendheid met George’s boeken. Na op deze wijze een stapel boeken te hebben doorworsteld, bleef ik bij mijn mening, dat ik niets eenvoudiger, duidelijker, voordeliger en rechtvaardiger vond dan het systeem van Henry George. Hoe vurig wenste ik dat de hele wereld dat systeem zou kennen! Ik twijfelde er niet aan, of zijn theorieën kennen zou gelijk zijn met ze te aanvaarden. Maar wát kan een enkeling doen om de ogen van een volk er op te vestigen? Ik besloot een populair boek te schrijven, waarin de leer van Henry George werd vertolkt. Ik geloofde dat ik daartoe in staat was. Ik wist bij ervaring hoe moeilijk het is voor iemand, die niet is ingewijd in de politiek-economische wetenschap, voor een leek op dat terrein, om de gedachten van de grote Amerikaanse economische filosoof onmiddellijk te begrijpen en te verwerken. Vele vaktermen zijn duister voor oningewijden. Wetende hoeveel ik nodig had te lezen, te heroverwegen en te vragen, alvorens ik Henry George begreep, wenste ik zijn zienswijze weer te geven in populaire taal, begrijpelijk voor elke gewone lezer(es). Vele malen herschreef en veranderde ik het begin van mijn boek. Ik beproefde eenvoudig, duidelijk en begrijpelijk de gedachten weer te geven, welke ik zozeer vereerde. Dikwijls betwijfelde ik, en als het al nodig was, of wat ik schreef het meest nodige was en als het al nodig was of mijn werk dan wel vereist werd. De beste beoordelaar hiervan was natuurlijk mijn vader, doch het feit dat hij bij de beoordeling van het werk van zijn dochter niet vrij en onpartijdig kon zijn, belette mij om het aan zijn kritiek te onderwerpen. Daarom besloot ik het eerste gedeelte van mijn boek toe te zenden onder pseudoniem. Ik typte mijn manuscript over op een Remmington (een schrijfmachine) en voegde er een brief aan toe, waarin ik L.N. Tolstoj verzocht mij te antwoorden aan een adres in Moskou. Ik ondertekende met de eerste en beste naam die mij inviel, met P.A. Polilov.
HG en EB Institute Zomer 2011
Naar het adres van mijn vriend in Moskou, schreef ik een brief, waarin ik verzocht mij de brief van mijn vader toe te zenden aan mijn adres in de provincie, zodra die brief zou zijn aangekomen. Met ongeduld wachtte ik op het antwoord, maar het kwam niet. Juist in die tijd was het een warboel bij de post met aangetekende brieven en in plaats van mij te bereiken, kwam de brief bij onze buren terecht en bereikte me niet. Ik werd ongeduldig en opgewonden. Ik beschuldigde iedereen en wist niet wat te beginnen. Tenslotte besloot ik naar Yasnaya Polyana te gaan. Ik kwam daar ‘smorgens aan, doch mijn vader was druk en ik wilde hem niet storen in zijn werk. Ik ondervroeg mijn zuster Saska wat er alzo was voorgevallen op Yasnaya Polyana, welke bezoekers er geweest waren en welke brieven er waren ontvangen. Zij vertelde mij dat naast andere belangrijke brieven mijn vader ook een manuscript had ontvangen van een zekere Polilov, waarmee hij buitengewoon ingenomen was. Zij vertelde mij dat hij dat werk hoog geprezen had en Polilov een lange brief had geschreven. Het was een soort verhandeling geworden die hij vele malen had gecorrigeerd en veranderd. Zij bracht mij de brief van de pseudo-Polilov. Op de envelop stond in mijn vaders handschrift: “antwoord” en iets lager “belangrijk”. Ik vroeg Saska naar de copie van vaders antwoord. Zij haalde die en met een hevig kloppend hart en in grote opwinding las ik het volgende.
Antwoord Lev Tolstoj m.b.t. begin manuscript Tatanja Tolstoj. 6 November 1909. Yasnaya Polyana. Peter Alexandrowitch, uw artikel en uw brief hebben mij een groot genoegen verschaft. Ik heb me lang onthouden van belang te stellen in politieke kwesties en in wezen stelde ik nooit belang in politieke vraagstukken. Maar het vraagstuk van de grond, dat wil zeggen van de grondslavernij, ofschoon algemeen beschouwd als een politiek vraagstuk, is, zoals u zeer juist schrijft, een moreel vraagstuk. Een vraagstuk van de verkrachting van de meest elementaire eisen van moraliteit en daarom boezemt mij dat vraagstuk niet alleen belang in, maar het pijnigt mij. Ik word gemarteld door de domme, cynische besluiten betreffende dat vraagstuk door onze ongelukkige regering en door het volkomen wanbegrip dienaangaande bij de mensen die verlicht heten. Ge kunt u dus de vreugde voorstellen, welke ik gevoelde bij de lezing van uw bewonderenswaardig opstel, dat zo duidelijk en krachtig het wezen van
HG en EB Institute Zomer 2011
dit vraagstuk openbaart. Dit vraagstuk martelt mij dusdanig, dat ik zeer onlangs een levendige droom droomde, waarin ik mij bevond in gezelschap van discussierende intellectuelen en ik de bestaande schreeuwende onrechtvaardigheid van grondeigendom aantoonde, welke gij zo schitterend tot uitdrukking brengt in uw opstel. Moge God u bijstaan in uw werk, hoe spoediger hoe beter. Kent ge Nikolacy? Ga naar hem toe. Hij is een goed kenner van Henry George en een hartstochtelijk aanhanger van zijn ideeën en bovendien een zo nobel en beminnelijk man als men zelden ontmoet. Ik ben u zeer dankbaar voor het genoegen dat u mij hebt verschaft. Het komt mij voor, dat het vraagstuk van de onrechtvaardigheid der grondslavernij en de noodzakelijkheid om daarvan te worden bevrijd, nu in hetzelfde stadium van waardering verkeert, als het vraagstuk van de afschaffing van de menselijke slavernij in de tweede helft der vorige eeuw. Er is dezelfde bewuste verontwaardiging bij het volk, dat levendig beseft, dat het onrechtvaardig wordt behandeld en ook bij de weinige goede vertegenwoordigers van de bezittende klasse, leeft hetzelfde bewustzijn van deze onrechtvaardigheid. En tenslotte, bij de regering bestaat, deels opzettelijk en deels onopzettelijk, hetzelfde misverstand over het vraagstuk. Het onderscheid bestaat slechts hierin, dat destijds de regering het voorbeeld van Europa en vooral van Amerika had om te helpen aan de bevrijding van de slaven. Nu ontbreekt voor de bevrijding van de grondslavernij het voorbeeld, of, indien het al bestaat, dan in averechtse zin, namelijk in het scheppen van persoonlijk klein-grondbezit, hetwelk het volk niet alleen bevrijdt van grondslavernij, doch deze integendeel versterkt.
Daarbij is de regering, terwijl het volk als gewoonlijk op een zeer laag moreel en intellectueel peil staat, zelfbewust en brutaal, vooral nà haar overwinning van de revolutie (1905-’06) en is onbekwaam om onafhankelijk te denken en de immoraliteit van particulier grondbezit te begrijpen. De regering breekt op roekeloze wijze de eeuwenoude fundamenten van het Russische leven af, teneinde het Russische volk in dezelfde poel van verschrikking en immoraliteit te storten als waarin de volkeren van Europa zich bevinden. In hun geborneerdheid en immoraliteit begrijpen deze Europese volkeren niet, dat het Russische volk tegenwoordig, niet in een toestand verkeert, die het natuurlijk maakt het te
HG en EB Institute Zomer 2011
dwingen om Europa en Amerika na te volgen, maar in een toestand die het zou veroorloven aan andere naties de weg te wijzen naar bevrijding van het volk van grondslavernij. Indien de regering zoals ze zich zo gaarne noemt, Russisch was en ik wil niet zeggen verstandig en moreel, dan zou ze althans het Russische volk begrijpen, alsmede het diepgeworteld bewustzijn van dat volk, dat de grond van God is en gemeenschappelijk bezit behoort te zijn en nimmer een voorwerp van privaat bezit kan zijn. Dan zou de regering begrijpen, dat het Russische volk ten opzichte van dit vraagstuk, andere naties ver vooruit is. Indien, met andere woorden onze regering niet een dom instituut was en geheel vervreemd van het volk, dan zou ze niet alleen begrijpen, welk een belangrijke rol ze heeft te vervullen bij de formulering van de grote idealen van het volk, maar ook begrijpen dat de rust en tevredenheid van het volk, welke ze nu tracht te verwezenlijken door een moorddadig regiem welke we sinds de dagen van Iwan de Verschrikkelijke niet hebben gekend, slechts kan worden verkregen door één maatregel, namelijk de verwezenlijking van het algemene van het algemene volksideaal: de bevrijding van de grond van privaatbezit. Indien deze hervorming werd doorgevoerd, zou het niet nodig zijn dat de Tsaar en de Ministers zich als misdadigers door een driedubbele haag van bajonetten lieten omringen. Vaardig enkel een decreet uit, zoals werd gedaan voor de bevrijding van de grondslavernij en het volk zelf zal de regering beter beschermen dan welke militaire macht ook omdat het de regering als zijnde zijn regering zou erkennen. De blindheid van onze zogenaamde hoogste kringen is verwonderlijk. En de Duma (het zogenaamde parlement) dan? Steeds wanneer ik leden van de Duma ontmoette, heb ik het mij tot plicht gesteld hen te verzoeken om tenminste het vraagstuk van de bevrijding der grondslavernij ter sprake te brengen en te trachten een belasting doorgevoerd te krijgen op de grondwaarde in de geest van Henry George. Hun antwoord was onveranderlijk gelijk: “Wij hebben ons niet beziggehouden met die kwestie en zijn er niet voldoende van op de hoogte. Bovendien zou dat voorstel toch geen meerderheid vinden, die er zelfs maar over zou willen discussiëren”. Deze heren zijn klaarblijkelijk veel te veel bezet met het dorsen van leeg stro, om tijd te vinden voor wat werkelijk van belang en noodzakelijk is. Ze zijn blind en wat erger is: ze menen dat ze kunnen zien. Kunt ge nu begrijpen hoezeer ik mij verheug over uw activiteit? Houdt mij s.v.p. op de hoogte van de vordering van uw werk. Ik druk uw hand in vriendschap en hoogachting,
HG en EB Institute Zomer 2011
Lev Tolstoj
Reactie Tatanja op deze brief, Gemengde en samengestelde gevoelens maakten zich van mij meester bij het lezen van deze brief. Ik was opgetogen over de goedkeuring van mijn werk door mijn vader. Maar tegelijkertijd voelde ik schaamte en verwijt over de mystificatie welke ik had veroorzaakt. Nu zag ik duidelijk in dat mijn vader teleurgesteld en verdrietig zou zijn als hij zou vernemen dat de kennis en de propaganda voor de beginselen van Henry George niet van een nieuw centrum kwamen, doch van zijn eigen vlees en bloed. Toen mijn moeder opstond vertelde ook zij mij dat vader onophoudelijk sprak van een opstel dat hij had ontvangen van een zekere Polilov en dat zeer prees en dat het gesprek weer aldoor draaide om Henry George, zodat zij er moe van werd. Met ongeduld wachtte ik het ogenblik af waarop vader in de huiselijke kring zou verschijnen. Eindelijk kwam hij uit de studeerkamer en voegde zich bij ons. We begroetten hem en zetten ons aan tafel. Hij was zeer vrolijk en vertelde ons welke brieven hij die ochtend had ontvangen. Na een korte stilte vroeg ik hem: “Gij waart verheugd over Polilov’s artikel?” “Ja, zeer verheugd. Wel kent ge hem?” “Ja ik……. Weet ge dat het een pseudoniem is? Polilov is een vrouw.” Vader hield op met eten en keek op. “Onmogelijk!” “Neen, niet onmogelijk het is waar.” “Wie is het?” Vader lachte. “Een vrouw die u zeer verwant is”. “Onmogelijk!” “Toch is het waar.” “Wie is het?” “Ik ben het.” “Onmogelijk!!” Toen vertelde ik hem alles. Wat ik alzo gedacht had en waarom ik hem het opstel onder een schuilnaam had toegezonden. Hij maakte mij geen verwijt, maar ik bemerkte dat ik goed geraden had dat hij teleurgesteld zou zijn. Hij toonde het niet, maar tussen mensen die elkaar zo nauw verwant zijn, kan geen schaduw onopgemerkt worden geworpen.
HG en EB Institute Zomer 2011
Wij bespraken samen zeer ernstig hoe het boek behoorde te worden geschreven en ik ontvouwde hem dienaangaande mijn plan. Het boek, zei hij, moet bestaan uit drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk omvat de beginselen, de immoraliteit van grondbezit. Het tweede hoofdstuk moet de tegenwoordige agrarische programma’s bevatten en de kritiek daarop. Het derde hoofdstuk moet een uiteenzetting geven van het economisch systeem van Henry George. Ik opperde bezwaren tegen het tweede hoofdstuk. Het zou namelijk heel moeilijk zijn om een keuze uit de grote hoeveelheid stof te doen en uit te maken wat van belang was voor de kwestie. Ik had een stapel boeken ontvangen en hoevele ik er ook had gelezen, er waren toch nog andere competente schrijvers, die ik niet had gelezen. Ik had gelezen of doorgebladerd: Marx, Kautsky, Conrad Schmidt, Herzelstein, Chernov, Tugan Baranovsky en vele anderen. Maar omdat ik geen speciale opleiding voor die studie had ontvangen, was het uiterst moeilijk voor mij om mij een weg te banen door zo’n groot aantal schrijvers. Zoals gewoonlijk gaf mijn vader mij geen enkele raad doch aan het eind van ons onderhoud zei hij lachend: “Maar waar is Polilov? Ik stelde mij hem zo duidelijk voor: Knap en gekleed in een donkerblauw jack.” Toen, mij over het hoofd strijkend, voegde hij daaraan toe: “Welnu, als ge dit boek niet afmaakt, ben je een echte vrouw. Helaas! Ik deed mijn sexe geen oneer aan. Ik ben een echte vrouw gebleven en het manuscript bleef tot op deze dag onvoltooid. Moskou, 5 juli 1923. Verantwoordelijk voor de vertaling is Harm Kolthek
Het onderstaande artikel is overgenomen uit: Grenzeloos.org: Grenzeloos | nummer 110 | januari - februari 2011 met toestemming.
Economisch Herstel. En voor wie dan? Door Willem Bos Terwijl in Griekenland en Ierland de economie is ingestort en ook in een aantal Zuid Europese landen de crisis hard toeslaat horen of lezen we in de media de laatste tijd regelmatig berichten over het economisch herstel in ons land. De economie trekt weer aan, bedrijven doen het weer beter, we raken langzaam uit het dal, dat HG en EB Institute Zomer 2011
soort berichten. Dat roept twee vragen op. Wat herstelt er dan? En wie profiteren daarvan? En eigenlijk moeten we daar nog een derde vraag aan toevoegen: wat betekent dat op de lange duur voor ons allemaal?
Een groot deel van die optimistische berichten over de economie heeft betrekking op bedrijfswinsten. Zo meldde Unilever een stijging van de winst in het derde kwartaal van 2010 van 21 procent. De netto winst kwam daarmee uit op 1,35 miljard euro. En die winst werd behaald bij een lagere omzet, door kostenbesparing, zo meldt het concern. Dat betekent dat er meer winst is behaald met minder werknemers. Na het bekendmaken van deze cijfers steeg de koers van de aandelen Unilever direct met bijna vier procent. Meer winst voor de aandeelhouders terwijl er minder geld wordt besteed aan de werknemers en de leveranciers van de grondstoffen. Dat is de algemene trend van dit zogenoemde economisch herstel. Historisch perspectief Voor we verder ingaan op de recente ontwikkelingen bekijken we de zaken even een beetje in historisch perspectief. In figuur 1 zien we de ontwikkeling van de winsten. Officieel heet dat de ‘kapitaalinkomensquote’. Dat staat tegenover de arbeidsinkomensquote: alles wat er in een jaar aan inkomen uit arbeid wordt verdiend. Alles wat er in Nederland in een jaar wordt verdiend wordt dus verdeeld tussen het kapitaalsinkomen en het arbeidsinkomen. De kapitaalinkomensquote drukt uit hoeveel procent er naar de kapitaalsverstrekkers gaat en het arbeidsinkomensquote hoe veel naar de lonen. Hoe groter het ene, hoe kleiner het andere percentage.
Grofweg kunnen we de kapitaalinkomensquote beschouwen als de winst. Grofweg, want er zijn een aantal aspecten die deze officiële cijfers niet meenemen en die voor ontwikkelingen op langere termijn van belang zijn. We noemen er twee. In de hier getoonde periode, en met name vanaf begin jaren tachtig, is de rol van de grote multinationale ondernemingen enorm toegenomen. Die ondernemingen slagen erin op allerlei manieren hun winsten te maskeren, bijvoorbeeld door ze toe te rekenen aan vestigingen
HG en EB Institute Zomer 2011
in belastingparadijzen. In de officiële cijfers is de winst dus veel lager dan in werkelijkheid. Daarnaast is er in diezelfde periode een enorme stijging van de topinkomens in grote bedrijven te constateren. Die topinkomens worden meegerekend als inkomen uit arbeid, terwijl het voor een groot deel natuurlijk een kwestie is van meedelen in de winst. In werkelijkheid is er dus reden genoeg om aan te nemen dat de stijging van de werkelijke winsten vanaf begin jaren tachtig een stuk groter is dan uit deze cijfers blijkt. Maar ook als we van deze cijfers uitgaan is het beeld overduidelijk. In de jaren zeventig beginnen de winsten te dalen. In de crisis in de jaren tachtig staan ze op een laag niveau – en dan zet een stijging in. Die stijging wordt in begin jaren 90 en de eerste jaren van deze eeuw onderbroken en stijgt dan tot het uitbreken van de kredietcrisis in 2007-2008. Van 1980 tot 2007 is de kapitaalinkomens- quote meer dan verdubbeld. Inmiddels is de daling als gevolg van de crisis weer ingehaald en zit het winstniveau op dezelfde hoogte als in 2007 en hoger dan het ooit sinds 1970 is geweest. Winsten, investeringen en lonen ‘De winsten van nu zijn de investeringen van morgen’, was het motto van de loonmatiging in de jaren tachtig. Uit de cijfers blijkt dat dit niet het geval is. Terwijl de winsten stegen bleven de investeringen achter, zoals blijkt uit figuur 2. Behalve stijgende winsten en achterblijvende investeringen was er nog een punt dat bepalend was voor de economie de afgelopen periode: stagnatie van de lonen. Vanaf halverwege de jaren tachtig zijn de lonen, gecompenseerd voor de inflatie, niet gestegen. Voor zover er sprake was van een stijging van gezinsinkomens was dat het gevolg van het feit dat steeds meer vrouwen gingen werken.
NRC Handelsblad publiceerde begin oktober 2010 een aardig grafiekje waar op basis van de cijfers van het CPB de werkelijke lonen in Nederland de afgelopen decennia werd weergegeven. Daarin was duidelijk te zien dat de reële lonen sinds 1979 niet zijn gestegen. De combinatie van die drie factoren: stijgende winsten, geringe investeringen en lonen op de nullijn was in de hele westerse wereld aanwezig en vormde de basis onder de
HG en EB Institute Zomer 2011
explosieve groei van de financiële sector en daarmee van de kredietcrisis.
En nu…… De winsten zijn in de loop van 2010 spectaculair gestegen. Ook voor dit jaar wordt een spectaculaire groei verwacht. Het CPB gaat ervan uit dat ze hoger zullen zijn dan ooit sinds 1970 (toen het begon de cijfers daarover te verzamelen). In de doorrekening van het verkiezingsakkoord komt het CPB uit op een verdere stijging van de winsten (het kapitaalinkomensquote) met 3 procentpunten. Tegelijkertijd is, zoals uit figuur 2 blijkt, het niveau van investeringen nog nooit sinds 1970 zo laag geweest. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de investeringen aan zullen trekken. De situatie van de wereldeconomie en van het internationale financiële stelsel blijft zeer onzeker, de binnenlandse consumptie zal door de drastische bezuinigingen afnemen. Door de groeiende winsten zullen de inkomsten aan de top door winstdelingen en bonussen weer snel stijgen, terwijl het streven is om de lonen op de nullijn te houden. De uitkeringen zullen ver daaronder zakken. Wat we dus zien is een verscherpte doorzetting van de ontwikkeling die we in de afgelopen neoliberale decennia gezien hebben. Om op de vragen aan het begin van dit artikel terug te komen. Wat herstelt zijn de winsten, de aandelenkoersen, de bonussen en de topinkomens. Wie daarvan profiteren zijn de aandeelhouders en andere kapitaalbezitters. Wie daar voor opdraaien: iedereen met een inkomen uit arbeid, nog veel meer de mensen die op een uitkering aangewezen zijn en dan nog sterker diegene die ook zorg behoeven. En waar leidt dit ons allen naar toe? Naar een versterking van de tweedeling in de samenleving en naar een nieuwe financiële zeepbel. En dat laatste is natuurlijk het meest verontrustende van dit hele ‘herstel’. Alle factoren die de afgelopen jaren geleid hebben tot de grootste crisis sinds de dertiger jaren zijn in dit ‘herstel’ versterkt
HG en EB Institute Zomer 2011