Industry De Rondom 1 5612 AP Eindhoven Postbus 6235 5600 HE Eindhoven
TNO-rapport
www.tno.nl
0100282820
Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 Voortgangsrapportage 2014 Thema Creatieve Industrie
Datum
13 maart 2015
Auteur(s)
Ir. Rob Koenen, Drs. Nicole de Koning, Prof. dr. ir. Erik Fledderus
Autorisatie
A.J.A. Stokking Managing Director Industry
Regievoerend Department Financierend Departement
Ministerie EZ Ministerie EZ
Aantal pagina's Aantal bijlagen
10 (incl. bijlagen)
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan. © 2015 TNO
T +31 88 866 50 00 F +31 88 866 88 19
TNO-rapport | 0100282820
2 / 10
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
VP Creatief ................................................................................................................ 3 Inleiding ..................................................................................................................... 3 Highlights in het VP in 2014 ...................................................................................... 6 Uitvoering 2014.......................................................................................................... 7 Bijstelling richting 2014 .............................................................................................. 9 Output ........................................................................................................................ 9
2
Ondertekening ....................................................................................................... 10
TNO-rapport | 0100282820
3 / 10
1
VP Creatief
1.1
Inleiding
1.1.1
Visie en doelstellingen In onze huidige maatschappij is data een steeds grotere rol gaan spelen en de hoeveelheid data in overvloed aan het raken. De verwachting is dat het aantal onderling verbonden apparaten in de komende tien jaar het aantal mensen op aarde met een factor van 6 zal overstijgen (Intel 2011). Het internet is als bindmiddel tussen de fysieke en digitale wereld meegegroeid met het aantal verbonden apparaten. Typerend voor deze groei is de ontkoppeling van applicaties en netwerken en de enorme groei van het internet als een vehikel voor de levering van media met een steeds hogere beeld- en geluidskwaliteit (zie Cisco's Visual Networking Index). Het internet wordt naast de omroepnetwerken een steeds belangrijkere bron en concurrent voor de levering van hoge kwaliteit media, gecombineerd met de mogelijkheid voor interactiviteit. Door voort te bouwen op de infrastructuur van het internet, ontstaan er vele toepassingen die niet langer netwerk specifiek op grote schaal over de netwerken verspreid kan worden. De transformerende kracht van dit netwerk wordt geïllustreerd met voorbeelden uit de entertainment (Netflix), communicatie (WhatsApp) en software industrie (Salesforce.com). Aangespoord door de groei van de onderling verbonden apparaten, is het internet een nieuwe levensfase in gegaan: ‘the internet of things’. Het internet wordt hierdoor integraal onderdeel van ons dagelijks leven en handelen op industriële schaal: het ‘Industriële Internet’. Er zullen nieuwe rollen en partijen ontstaan die de complexe systemen met vele verbindingen hanteerbaar moeten gaan maken. In deze fase zal data een onuitputtelijke bron vormen en gegevens belangrijke handelswaar zijn. De informatiestroom die vrijkomt door ICT toepassingen in alle sectoren van de economie, zal onze economie transformeren in een informatieeconomie of Infoconomy, inclusief nieuwe business modellen.
Figuur 1. Het creëren van waarde uit data.
De sterkste en meest expliciete drijfveer voor deze overgang is een wereldwijde, voortdurende noodzaak om kosten te besparen en de concurrentiepositie te verbeteren. Het belangrijkste vooruitzicht van deze transitie laat zich het best illustreren door de 1 procent regel (General Electric, 2013): door over alle sectoren 1 procent economische waarde te genereren, kan op wereldschaal zo’n 25 biljoen euro gegenereerd worden. Voor de Nederlandse economie betekent dit een equivalent in economische waarde van 15 miljard euro in 2017. De belangrijkste innovaties achter deze overgang zijn intelligente machines en apparaten, big data en nieuwe arbeidsvaardigheden (General Electric, 2013). Zij zijn de belangrijkste ingrediënten voor de ontwikkeling en levering van ‘slimme concepten’ die een belangrijke bijdrage moeten gaan leveren aan de oplossing voor onze maatschappelijke uitdagingen. De ‘slimme concepten’ moeten toepasbaar worden voor veel verschillende domeinen, zoals slimme steden, slimme
TNO-rapport | 0100282820
4 / 10
werkomgevingen, slimme landbouw en slimme productie. Al deze slimme concepten hebben de uitdaging om een informatie platform te creëren dat de basis vormt voor hun ‘slimheid’. De toepassing is door de vele betrokken belanghebbenden verre van eenvoudig. Bedrijven, overheden en samenlevingen zullen zich op de complexiteit van deze ‘slimme concepten’ (BCG, 2013) moeten aanpassen. De roep om gespecialiseerde spelers die de juiste vaardigheden hebben om de grote hoeveelheid data te vertalen in relevante en bruikbare informatie zal gaan groeien. Deze nieuwe spelers zullen zich gaan positioneren als Information Value Providers. Hun belangrijkste opdracht en business model wordt het vastleggen, verrijken en transformeren van data in op maat gesneden informatie die als dienst of product kan worden aangeboden aan de gebruiker. In de vroege stadia van deze transitie zullen deze spelers afkomstig zijn uit de sectoren waaraan ze hun diensten leveren. Op de langere termijn zal echter een tweede transitie plaatsvinden, waarbij transsectorale oplossingen een centrale rol zal gaan spelen: het delen en vermenigvuldigen van data en oplossingen tussen sectoren, waardoor systeeminnovatie tussen verschillende sectoren mogelijk wordt. De focus van het Innovatiegebied Infostructuren en daaraan gekoppeld het VP Creatieve Industrie, is om Nederland te positioneren als voorloper in opkomende Information Value Provider sector, als kern voor de ontwikkelingen en positionering van ‘slim concepten’. TNO zal kansen identificeren en met nieuwkomers op dit gebied samenwerken en hen in staat stellen om: • Het ‘ecosysteem’ zodanig vorm te geven dat de juiste data en later informatie en waarde wordt gegenereerd. • Te begrijpen wat de oorsprong is van de voorhanden zijnde gegevens. • De weg te bereiden voor de transformatie van data in informatie, het in verband plaatsen en waardevol maken van data. • Belanghebbenden voor te bereiden om samen te werken. Nederland heeft in de wereld van ICT een belangrijke positie te verdedigen: Nederland staat consequent vijfde in de mondiale netwerkeconomie index door de grote hoeveelheid datacentra en softwarebedrijven, en door de aanwezigheid van een van de grootste internet exchanges ter wereld. In combinatie met de meest uitgebreide netwerkinfrastructuur is Nederland een ideale broedplaats voor innovatieve informatiediensten.
1.1.2
Programmalijnen Het onderzoek binnen het VP Creatieve Industrie is gericht op de onderzoeksvragen van de Creatieve Industrie die zijn benoemd in de Strategische Research en Innovatie Agenda (SRIA) van het TKI CLICKNL. Binnen deze agenda ligt de focus op de onderzoeksagenda’s van de netwerken Media & ICT en Games. 1 Daarnaast vormen ook de vier verbindende thema’s die het TKI aan de SRIA van 2 2014-2015 heeft toegevoegd een leidraad voor onderzoek . Om de onderzoeksvragen van het TKI CLICKNL aan te kunnen sluiten op de expertise van TNO, is gekozen voor koppeling van de agenda’s van deze twee 1
Deze vier verbindende thema’s of vraagstukken die voor alle CLICKNL netwerken relevant zijn, zijn: nieuwe materialen, digitalisering, business transformatie en creatieve methoden. 2 Deze thema’s geven de mogelijkheid om in Vraaggestuurde Programma’s buiten VP Creatief samenwerking te zoeken met de Creatieve Industrie, bijvoorbeeld in Energie (=> volgens de agenda van CreateEnergy) en Health (=> volgens de agenda van CreateHealth). Tot slot worden in business-to-business projecten gewerkt met en voor bedrijven gerelateerd aan bijv. de Built Environment agenda. NB Over resultaten uit deze projecten wordt niet in deze rapportage geschreven omdat ze geen onderdeel zijn van het VP Creatief.
TNO-rapport | 0100282820
5 / 10
netwerken en de meest relevante programmalijnen van het VP ICT Infostructures; Media & Content Delivery, en Information Enabled Empowerment. De matching van de onderzoeksagenda’s van Gaming en Media & ICT met deze programmalijnen levert een matrix op met topics waarop TNO relevant onderzoek kan doen voor en met de Topsector Creatieve Industrie. Voor de SRIA van het TKI CLICKNL en de onderzoeksagenda’s van de CLICKNL netwerken verwijzen we naar de website van het TKI. In dit rapport zal verder worden ingegaan op de belangrijkste ambities per programmalijn. Media & Content Delivery De grote hoeveelheid data afkomstig van digitale en sociale media vormt het uitgangspunt van deze programmalijn. Het toenemende beeldgebruik, de video’s in hogere resoluties en het groeiende aantal draagbare schermen maken het mediagebruik steeds persoonlijker, interactiever en intenser. Daarnaast wordt het 3 aantal diensten dat ‘Over The Top’ (OTT) wordt aangeboden steeds groter: het wordt voor steeds meer partijen mogelijk om uitgebreide en verrijkte diensten aan te bieden. Deze toenemende mogelijkheden en daarmee gepaard gaande complexiteit vragen om specifieke aandacht voor de volgende onderwerpen: 1) interoperabiliteit van systemen, subsystemen ketens en diensten voor media en content delivery, ook bij invoering van nieuwe technologie; 2) efficiënte en schaalbare distributie van media naar alle typen devices over alle soorten vaste en draadloze netwerken, inclusief nieuwe mobiele technologieën; 3) het creëren – en met gebruikers co-creëren – van nieuwe audiovisuele diensten die de individuele kwaliteiten van verschillende apparaten combineren tot een consistente beleving van de dienst; 4) het efficiënt zoeken en vinden van content, juist ook nu de hoeveelheid beschikbare mediadata explodeert; 5) de combinatie van audiovisuele media met sociale media evoluerend naar een in toenemende mate ‘immersive’ mediabeleving; 6) de evolutie van het in-huisnetwerk (bedraad en draadloos) en de home gateway die het publieke netwerk verbindt met het privénetwerk, en de rol van de ‘cloud’ bij het leveren; en 7) de convergentie van technologieën en markten in entertainmentdiensten onderling, maar ook met andere diensten die media gebruiken, zoals eLearning, eHealth, inclusief regelgeving en beleid op dit gebied. De gateway en het in-huisnetwerk vormen een steeds belangrijker platform voor het leveren van nieuwe diensten op het gebied van e-health, smart energy en veiligheid. Ook hier is interoperabiliteit cruciaal: de verbinding van het ‘home service delivery platform’ met het netwerk en de service providers moet op een open, schaalbare en robuuste wijze gebeuren. Alleen dan is het mogelijk om snel en toekomstbestendig nieuwe diensten te bouwen en te ontsluiten. Information Enabled Empowerment Het internet bestaat uit complexe systemen die gebruikers onderling verbind en oneindige hoeveelheden data produceert en verspreid. Deze verbondenheid van systemen brengt nieuwe mogelijkheden voor gebruik met zich mee, maar vraagt tegelijkertijd ook nieuwe vaardigheden van mensen. Het is van belang dat de data die geproduceerd en verspreid wordt, van betekenis wordt voorzien. Alleen wanneer data wordt vertaald in bruikbare en waardevolle 3
Bij Over The Top (OTT) distributie worden video- en audiodiensten zonder tussenkomst van een televisieprovider over het internet naar de gebruiker verspreid.
TNO-rapport | 0100282820
6 / 10
informatie, biedt het toegevoegde waarde voor de gebruikers. Er zijn echter vaardigheden (skills) nodig om met deze data in al haar vormen om te kunnen gaan. Deze digivaardigheid geldt voor zowel ICT professionals als voor de gehele (beroeps-)bevolking. Uiteindelijk zorgt de combinatie van de data en de skills om deze data te duiden er voor dat mensen de toegevoegde waarde van data ten volste kunnen benutten: de mensen raken empowered. Binnen de programmalijn Information Enabled Empowerment (IEE) wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van eSkills en eLearning (Duurzaam Leren) om data te kunnen duiden, gebruiken en exploiteren. Er wordt met name onderzoek gedaan naar de vraag van eSkills in de beroepspraktijk en de aansluiting hierop van het onderwijs. Om de (beroeps)bevolking beter inzetbaar en productiever te maken, is inzicht in de eigenschappen, vaardigheden en wensen van de gebruiker (profiling human properties) van belang. Om Duurzaam Leren te realiseren wordt onder meer gebruik gemaakt van profiling human properties. Inzicht in de eigenschappen, vaardigheden en wensen van de gebruiker is essentieel om mensen effectief beter inzetbaar en productiever te maken. Gamification kan als middel worden ingezet bij eLearning. Naast de noodzaak van digivaardigheid is er ook sprake van toenemende empowerment van consumenten, burgers, patiënten, op basis van het beschikbaar 4 komen van (open) data . Dit leidt tot aanvullende diensten die door gebruikers zelf tot ontwikkeling kunnen worden gebracht en worden geëxploiteerd (dan wel onder creative commons licenties vrijelijk beschikbaar worden gesteld). Zij realiseren daarmee diensten die maatschappelijke meerwaarde creëren, maar ook toegepast kunnen worden in diverse sectoren zoals toerisme en mobiliteit. Dit kan zorgen voor structurele veranderingen in bijv. de zorg en veiligheid op straat. De combinatie van informatie en skills maakt dat data uiteindelijk waarde heeft opgeleverd (zie Figuur 1). Belangrijk bij de slag van Data naar Value is dat er inzicht is in waardebepaling van data, informatie en empowerment: ‘Infonomics’. lnfonomics is een relatief recente discipline die zich richt op de studie van informatie als business asset. Er wordt onder meer inzicht verkregen in de waarde van de informatie die information brokers leveren, en hoe deze waarde door de verschillende actoren gepercipieerd wordt. Dit inzicht is cruciaal om de, op dit moment beperkte, investeringsbereidheid in deze innovaties te stimuleren.
1.2
Highlights in het VP in 2014 Het VP omvatte in 2014 een groot aantal projecten. De volgende projecten vormden daarbij een belangrijke highlight. 1. Convergerende Markten Het project ‘Convergerende markten’ heeft met een groot marktpartijen uit de telecomsector én met het Ministerie van EZ een model ontwikkeld waarin effecten van regelgeving op de convergerende media- en telecommarkten in kaart kunnen worden gebracht. Het resultaat wordt nu omgezet in een tool waar reeds concrete marktvraag naar is, en waarvoor Europese belangstelling bestaat. Met de methode, en in de toekomst met het tools, kunnen marktpartijen beter inschatten wat hun eigen positie is in het convergentielandschap, en waar potentiële belangentegenstellingen liggen. Daarnaast biedt de methode handvatten om hierover met 4 Nederland heeft nog nauwelijks open data (artikel NRC) https://twitter.com/arjanelfassed/status/365158284375773184/photo/1.
TNO-rapport | 0100282820
7 / 10
andere partijen en met de overheid in gesprek te gaan. 2. HBB NEXT Het HBB NEXT project heeft belangrijke protocollen ontwikkeld voor synchronisatie in geavanceerde mediadiensten. Via standaardisatie gaan deze protocollen in vrijwel alle nieuwe televisietoestellen worden geïmplementeerd over één à twee jaar. Dit geeft de Nederlandse en Europese media-industrie de mogelijkheid om aantrekkelijke nieuwe diensten te ontwikkelen die daarmee de concurrentie kunnen aangaan met ‘Over The Top’-diensten zoals aangeboden door veelal Amerikaanse partijen zoals Netflix en Google/YouTube. 3. eLearning Sudan UNICEF heeft uit 160 wereldwijd ingediende projecten het eLearning Sudan project gekozen als showcase project voor hun Innovation in Education programma, een samenwerking tussen o.a. TNO, WarChild en het Nederlandse gamebedrijf Flavour. Deze game helpt kinderen in afgelegen- en conflictgebieden in Sudan om te leren rekenen zonder docent. Na een succesvolle pilot in 2013, zijn nu 600 kinderen betrokken bij een 6 maanden durend experiment. De eerste resultaten op een rekentoets laten weer een flinke toename van scores zien.
1.3
Uitvoering 2014 In deze paragraaf bespreken we op hoofdlijnen de activiteiten per TNO programmalijn binnen het VP Creatieve Industrie. Deze bestaan uit zowel nieuwe projecten die in 2014 zijn opgestart, als doorlopende (EU) projecten uit voorgaande jaren.
1.3.1
Media & Content Delivery Deze programmalijn richt zich op de ontwikkelingen van technische toepassingen en oplossingen voor het verwerken en presenteren van grote hoeveelheden data en video’s op verschillende devices. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de interoperabiliteit van systemen, schaalbare distributie naar verschillende platformen en devices, het efficiënt zoeken en vinden van content en de toenemende integratie en toepassing van deze technieken in en om het huis. Enkele highlights zijn hierboven reeds benoemd; hier een iets bredere en completere selectie uit de resultaten: • Het cofinancieringsproject project ‘Convergerende Markten’ is succesvol afgerond en gaat een vervolg krijgen in de vorm van een tool dat in licentie kan worden gegeven. Verder kan de kennis en de methode direct worden ingezet bij Europese tenders die inmiddels gewonnen zijn. Het cofinancieringsproject MIME (Memorybanks Interactive Metadata Extraction) onderzoekt op twee manieren hoe content kan worden verrijkt met goede metadata: o mining user interaction: nieuwe metadata uit analyse mens-mens en mensmachine interactie; o mining user uploads: nieuwe metadata uit analyse naar kruis-verbanden op inhoud. • Het project heeft diverse onderzoeken achter de rug en er is potentiële belangstelling bij het MKB om de resultaten te gebruiken. • Het FP7 project HBB NEXT is succesvol afgerond. De kennis wordt gebruikt in marktopdrachten op HbbTV-gebied, en de ontwikkelde synchronisatieprotocollen worden nu geïmplementeerd door alle TV-fabrikanten voor o.a. het synchroniseren van ‘second screen’ content. Zie ook boven onder ‘highlights’.
TNO-rapport | 0100282820
•
•
•
•
•
1.3.2
8 / 10
Het FP7 project STEER loopt goed. In dit project wordt kennis opgebouwd over het combineren van professionele broadcast content in combinatie met usergenerated media. Hiervoor is al concrete belangstelling binnen de content creërende creatieve industrie. Er zijn proeven gedaan in samenwerking met de NOS en United. CoCa CoGa is een klein project waarin in intensieve samenwerking met o.a. de BBC een zeer geavanceerde live dienst is aangeboden aan een kleine gebruikersgroep, waarbij deze groep kon inzoomen op live video. Er is belangstelling voor de technologie bij diverse partijen in binnen- en buitenland. De technologie maakt het mogelijk om geavanceerde interactieve diensten aan te bieden waarbij verantwoord wordt omgesprongen met beschikbare bandbreedte. Het project EXPPERIMEDIA heeft experimenten uitgevoerd met het on-demand streamen van content in interactieve diensten; in dit geval bij sportinstructies. Ook hier was het doel om gebruikers bandbreedte-efficiënt te laten navigeren in video van zeer hoge resolutie. De exploitatie is dezelfde als hierboven aangegeven onder CoCa CoGa. De ‘Klankbordgroep Media & Content Delivery’ is een zeer klein project waarin via een klankbordgroep vorm wordt gegeven aan de vraagsturing in deze VP lijn. In de klankbordgroep nemen alle drie de grote omroepen deel, een communicatieprovider, en een tiental MKB-partijen uit de creatieve (media)industrie. Het project Transient Apps is wederom een zeer klein project dat en demonstrator heeft gebouwd voor een innovatieve manier om locatie-gebonden apps te distribueren die korte tijd leven op iemands smartphone of tablet. De demonstrator is geslaagd en wordt nut gebruikt om de technologie te valoriseren.
Information Enabled Empowerment Deze programmalijn richt zich op het ontwikkelen van skills om de groeiende informatie- en datastroom te duiden, te gebruiken en te exploiteren. Het gaat daarbij om skills die zowel in de privé omgeving als de beroepspraktijk en het onderwijs nodig zijn. Voorbeelden succesvolle projecten uit deze programma lijn zijn: • eLearning Sudan: UNICEF heeft uit 160 wereldwijd ingediende projecten het eLearning Sudan project gekozen als showcase project voor hun Innovation in Education programma. Deze game helpt kinderen in afgelegen- en conflictgebieden in Sudan om te leren rekenen zonder docent. Na een succesvolle pilot in 2013, zijn nu 600 kinderen betrokken bij een 6 maanden durend experiment. De eerste resultaten op een rekentoets laten weer een flinke toename van scores zien. • COMMIT quantified reader (fase 2 – basisonderzoek COMMIT): dit project levert wetenschappelijke verdieping op door inzichten die ontstaan in hersenprocessen tijdens het lezen en een vergelijking tussen actieve (fase 1) en passieve (fase 2) creativiteit. Inmiddels krijgt het overkoepelende Quantified Reader (fase 2) project zeer veel aandacht van nationale en internationale pers. • Het promotie-onderzoek ‘The impact of online social movements on sustainable firm behaviour’ (Tijs van den Broek) heeft samen met onderzoekers van de Universiteit Twente een zogenaamde ‘Twitter Data Grant’ gewonnen. Ze zijn door Twitter vanuit meer dan dertienhonderd aanvragen geselecteerd voor deze grant. De grant houdt in dat de zes winnende onderzoeksinstellingen een grote hoeveelheid Twitterberichten (Tweets) uit het archief van Twitter ontvangen op
TNO-rapport | 0100282820
9 / 10
een door hen in het voorstel beschreven onderwerp. De onderzoekers richten zich op de analyse van campagnes om het bewustzijn van kankerscreening te verhogen.
1.4
Bijstelling richting 2014 Het jaar waar over wordt gerapporteerd, namelijk 2014, betreft het laatste jaar van de strategieperiode 2011-2014. Het VP is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de TNO strategie voor de periode 2015-2018, met als resultaat dat de ontwikkelingen op het gebied van de Creatieve Industrie en de rol van de CI in diverse domeinen (=> cross-overs, zoals CreateHealth, CreateEnergy) ook in de nieuwe strategische periode een prominente rol hebben. Wel zijn er enkele veranderingen doorgevoerd van organisatorische aard. Zo wordt het VP Creatieve Industrie gekoppeld aan het nieuwe TNO programma Networked Information, dat op zijn beurt weer valt onder het Thema Industrie. Inhoudelijk is er echter wel degelijk sprake van een continuering van het VP. Voor meer informatie verwijzen we naar de beschrijving van het Speurwerkprogramma ‘Creatieve Industrie 20152018’.
1.5
Output Gedurende 2014 is een indrukwekkende output gerealiseerd in termen van publicaties en presentaties; resultaten op basis van 100% publieke financiering dan wel zonder vertrouwelijke resultaten zijn te vinden in de TNO Repository. Het lage aantal TNO rapporten is veelbetekenend: de meerwaarde van dit VP zit in directe toepassing en kennisdeling met de sector. Peer-reviewed journal papers Conferentie papers TNO rapporten Overige publicaties Afstudeer/stageverslagen Invited lectures Overige voordrachten Standaardisatie bijdragen Promoties Octrooi aanvragen Demonstraties
0 5 3 30 0 8 2 0 0 0 2
TNO-rapport 10100282820
2
10 /10
Ondertekening Eindhoven 13 maart2015
7
A.J.A. Stokkin Managing Director rid ry
TNO