www.medical.philips.com www.ikmoetoponderzoek.be
Philips Medical Systems NV Tweestationsstraat 80 1070 Brussel ©2006 Koninklijke Philips Electronics. Alle rechten voorbehouden. Geheel of gedeeltelijk kopiëren zonder schriftelijke toestemming vooraf is niet toegestaan
Medische Beeldvorming doorgelicht
Inhoudstafel
Verantwoordelijke uitgever: P. Callens Tweestationsstraat 80, 1070 Brussel
Hoe werkt dit boekje?
02
Wat is ...?
03
Voor het onderzoek kan beginnen...
04
De basistechnieken
04
1. Radiografie en CT-scan
05
A) Het Radiologische onderzoek 1) RX longen/bot (skelet) 2) RX IVP: Intraveneuze pyelografie 3) RX slokdarm 4) RX maag 5) RX dunne darm 6) RX colon inloop: radiologische onderzoek van de dikke darm 7) RX defecografie (en colpocystodefecografie) 8) Botdensitometrie: meting van de densiteit van het bot 9) Mammografie 10) Mammotoom
05 05 05 06 07 08 08 09 10 11 11
B) Computertomografisch onderzoek 1) Spiraal CT -scan 2) CT-scan 3) Caudagrafie en CT Myelografie 4) Angiografie
13 13 13 14 15
2. Magnetic Resonance Imaging MRI
17
3. Ultrasound of Echografie
18
3.1 Gynaecologische ultrasound 3.1.1 Inwendige echo of vaginale echografie 3.1.2 Uitwendige echo of obstetrische echografie 3.2 Ultrasound van het hart 3.3 Ultrasound van de bloedstroom 3.4 Abdominale ultrasound 3.5 Echomammografie 3.6 Ultrasound van de prostaat
18 18 19 19 20 20 21 21
4. Nucleaire geneeskunde
23
Veelgestelde vragen
24
Belangrijke weetjes
25
Contactgegevens arts
25 1
Hoe werkt dit boekje?
2
Wat is medische beeldvorming?
Dit boekje zal proberen zo goed mogelijk uw vragen te beantwoorden. En vooral u uit te leggen welk onderzoek u zal ondergaan en wat u daarbij kan verwachten.
detail beschreven worden wat het onderzoek inhoudt, wat u van het onderzoek kan verwachten en wat er van u verwacht wordt.
Uw arts zal aanstippen welk onderzoek hij/zij u voorschrijft. Via de aangeduide pagina komt u dan bij uw specifiek onderzoek terecht. Op deze pagina zal in
Indien u nog vragen hebt, kan u steeds terecht bij uw huisarts of specialist. U vindt zijn/haar contactgegevens op de achterflap van dit boekje.
■
RX longen/bot (skelet)
■
RX IVP: Intraveneuze pyelografie
05
■
RX slokdarm
06
■
RX maag
07
■
RX dunne darm
08
■
RX colon inloop: radiologische onderzoek van de dikke darm
08
■
RX defecografie (en colpocystodefecografie)
09
■
Botdensitometrie: meting van de densiteit van het bot
10
■
Mammografie
11
■
Mammotoom
11
■
Spiraal CT -scan
13
■
CT-scan
13
■
Caudagrafie en CT Myelografie
14
■
Angiografie
15
■
Magnetic Resonance Imaging MRI
17
■
Inwendige echo of vaginale echografie
18
■
Uitwendige echo of obstetrische echografie
19
■
Ultrasound van het hart
19
■
Ultrasound van de bloedstroom
20
■
Abdominale ultrasound
20
■
Echomammografie
21
■
Ultrasound van de prostaat
21
■
Nucleaire geneeskunde
23
05
Uw huisarts of specialist heeft u een onderzoek voorgeschreven dat valt onder “medische beeldvorming”. Medische beeldvorming: zegt het u weinig ? Misschien zeggen ‘röntgenfoto's’, ‘MRI-opnamen’, ‘een CT’ of ‘een echo’ u al iets meer. Medische beeldvorming omvat eigenlijk al deze zaken en bundelt wat men vroeger NMR, kernspintomografie en radiologie noemde. Als er iets niet helemaal in orde is met uw lichaam, kan de arts met behulp van medische beeldvorming beter vaststellen wat er scheelt en zo nodig een behandeling beginnen.
Wat is radiologie ? Radiodiagnostiek is letterlijk het stellen van een diagnose, het onderkennen van de aard en de plaats van een ziekte door middel van stralen. Synoniemen zijn radiologie en röntgenologie.
Wat doet een radioloog ? Een radioloog is een arts die gespecialiseerd is in het verrichten van onderzoek en het stellen van een diagnose met behulp van stralen of apparaten die de weefsels en organen van het lichaam van de patiënten zichtbaar maakt. Met behulp van die röntgenstralen, ultrageluid of magnetische resonantie maakt hij/zij beelden van het lichaam om erachter te komen welke ziektes de patiënt heeft. De radioloog maakt bijvoorbeeld echografieën en doet onderzoeken van inwendige organen als de maag, de darmen en de bloedvaten. In die gevallen bekijkt hij/zij de beelden en stelt de diagnose. De foto’s, zoals bijvoorbeeld van een botbreuk, gebeuren door een verpleegkundige: een radiodiagnostisch laborant. Ook een paramedicus die een speciale opleiding heeft gevolgd om gestandaardiseerde onderzoeken zelfstandig uit te voeren, kan de radiodiagnost assisteren bij gecompliceerdere onderzoeken. De werkzaamheden van de administratief medewerker of (medisch) administratief personeel zijn o.a. de receptie, archief en verslagen verzorgen.
3
Voor het onderzoek kan beginnen... Voor een medisch beeldvormingsonderzoek maakt u een afspraak. De patiënt wordt bij de arts of de receptie van het ziekenhuis ingelicht over eventuele voorwaarden waaraan hij moet voldoen op de dag van het onderzoek. Aangezien ieder onderzoek zijn eigen voorschriften heeft, zijn er verschillende voorbeelden van dergelijke voorschriften die wij in dit boekje met u nog eens overlopen. Als er een afspraak is gemaakt met de arts of met het ziekenhuis, gaat u op de afgesproken dag en uur naar de radiodiagnostiek afdeling en meldt u zich bij de receptie.
U bent in het bezit van: 1. een SIS-kaart 2. een identiteitskaart 3. een aanvraag voor een radiodiagnostisch onderzoek van de behandelende arts, het zogenaamde aanvraagformulier 4. Dit geldt alleen voor bepaalde ziekenhuizen: een ziekenhuiskaart Wanneer u voor de eerste keer het ziekenhuis binnenkomt dient u zich te
melden bij de receptie en wordt u in het bestand van het Digitaal Ziekenhuis opgenomen, alwaar ook det ziekenhuiskaart wordt gemaakt. Het aanvraagformulier is een verwijsbrief van de specialist of de huisarts. Op de verwijsbrief staan: • gegevens van de patiënt • gegevens verwijzende arts + RIZIV nummer • datum • handtekening verwijzende arts • wat er onderzocht zal worden • waarom dit onderzocht dient te worden De administratief medewerker bij de receptie neemt de betreffende papieren in ontvangst en geeft de benodigde uitleg. Wanneer alle gegevens zijn verwerkt in het ziekenhuisbestand wordt de patiënt verwezen naar de desbetreffende wachtruimte.
De basistechnieken Er zijn vier basistechnieken voor het verzamelen van de benodigde gegevens: 1. a) Radiografie b) CT-scan 2. MRI 3. Echografie 4. Nucleaire geneeskunde
1 Radiografie en CT-scan A) Het radiologisch onderzoek Medische beeldvorming die gebruik maakt van röntgenstraling noemt men een RX-opname.
Na het onderzoek: 1. RX longen/bot (skelet) (of röntgenfoto’s van de longen of van een bot) Wat wordt er van u verwacht: Er zijn geen specifieke voorbereidingen nodig, alleen je bovenlichaam ontbloten. Het onderzoek: In de onderzoeksruimte neemt u plaats op de röntgentafel, waarna de verpleegkundige of een radiodiagnostisch laborant een röntgenfoto van de longen of het bot neemt. Bij het maken van röntgenfoto's worden stralen, vanuit een stralenbron door het lichaam heen, op een gevoelige plaat geprojecteerd. Duur: +/- 20 à 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts.
4
Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens.
Aankleden en naar huis gaan.
2. RX IVP – intraveneuze bibliografie (of röntgenfoto’s van de buik) Wat wordt er van u verwacht: • Eet niets meer tot 3 uur voor het onderzoek. • Eet geen kauwgom en rook niet. • Neem geen plastabletten in op de dag van het onderzoek. U dient zich voor het onderzoek te ontkleden, uw onderbroek en kousen of panty’s mag u aanhouden. Voor zover er geen knopen of metalen onderdelen aan vast zitten. Ook ondergoed met een brede elastische band (vb heren boxershorts) mag niet worden aangehouden.
5
Neem in de volgende gevallen voor het onderzoek contact op met uw behandelend arts om een verhoogd risico op complicaties te vermijden: • als u de ziekte van Kahler of Waldenström heeft • bij ernstige nierfunctiestoornissen • als u glucophage (metformin) voor suikerziekte gebruikt • als u in het verleden ooit een ernstige allergische reactie op contrastvloeistof gehad heeft Het onderzoek: In de onderzoeksruimte neemt u plaats op de röntgentafel, waarna de verpleegkundige of een radiodiagnostisch laborant een overzichtsfoto van de buik neemt. Bij het maken van röntgenfoto's worden stralen, vanuit een stralenbron door het lichaam heen, op een gevoelige plaat geprojecteerd. Nadien wordt via een injectie in een ader van de arm een jodiumhoudende contraststof toegediend. Bij het inspuiten van de contrastvloeistof kan u een warmtegevoel door het hele lichaam voelen, een droge mond krijgen en/of een plasgevoel krijgen. Dit zijn normale en onschadelijke nevenverschijnselen die meestal snel weer weggaan. De contraststof komt in de nieren die vervolgens deze stof weer uitscheiden. Zo worden nieren en urinewegen zichtbaar op een röntgenfoto. De verpleegkundige maakt opnamen om het verloop van de uitscheiding te kunnen volgen. Ten slotte wordt een röntgenopname gemaakt met een volle en een lege blaas. Röntgenopnamen worden gemaakt in verschillende houdingen en onder verschillende invalshoeken. De radioloog zal u dus vragen om vaak van houding te veranderen. Röntgenopnamen worden ontwikkeld of digitaal verwerkt en eventueel afgedrukt. Net als bij gewone foto's 6
kunnen deze foto's wel eens mislukken, bv. omdat u beweegt of omdat de belichting niet goed is. Daarom moet u, nadat de opname gemaakt is, in het kleedhokje of de wachtkamer wachten tot de foto op de monitor beoordeeld is. Als de radioloog constateert dat het gebied dat beoordeeld moet worden goed te zien op de foto is, kunt u terug naar de afdeling. De radioloog maakt dan een verslag voor de behandelende arts. Deze zal met u de uitslag en de röntgenopname bespreken. Duur: +/- 20 à 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: U mag onmiddellijk na het onderzoek gewoon eten en drinken. De contraststof onttrekt vocht uit het lichaam. Drink daarom, als er geen medisch bezwaar is, enkele glazen water na het onderzoek.
en eventueel kantelen om de slokdarm onder verschillende hoeken te radiograferen. Bij het nemen van de foto’s zal u gevraagd worden eventjes niet te ademen of te bewegen. In bepaalde omstandigheden worden deze onderzoeken uitgevoerd met een wateroplosbaar product. De foto's worden dan door de radioloog gemaakt en beoordeeld. Duur: 30 minuten Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: U mag onmiddellijk na het onderzoek gewoon eten en drinken. De contraststof onttrekt vocht uit het lichaam. Drink daarom, als er geen medisch bezwaar is, enkele glazen water na het onderzoek. Bariumhoudende contrastmiddelen kunnen geen kwaad en worden via natuurlijke weg uitgescheiden.
Het onderzoek: U moet een bekertje bariumpap innemen die licht gearomatiseerd is. Bij dit onderzoek moet u ook een poeder innemen dat in de maag gas produceert. U mag dit niet oprispen tijdens het onderzoek. Tijdens het onderzoek zal u gevraagd worden van houding te veranderen: op de buik, de rug, de zijde. Ook de tafel zal bewegen en eventueel kantelen om de maag vanuit verschillende hoeken te radiograferen. Bij het nemen van de foto’s zal u gevraagd worden eventjes niet te ademen of te bewegen. In bepaalde omstandigheden worden deze onderzoeken uitgevoerd met een wateroplosbaar product. De foto's worden door de radioloog gemaakt en beoordeeld. Duur: 30 minuten Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek:
3. RX slokdarm (of röntgenfoto’s van de slokdarm)
4. RX maag (of röntgenfoto’s van de maag)
Wat wordt er van u verwacht: U dient uw bovenlichaam voor het onderzoek te ontkleden en uw juwelen uit te doen.
Wat wordt er van u verwacht: Voor het onderzoek moet u volledig nuchter zijn (niet hebben gedronken, gegeten, medicijnen genomen of gerookt 6 uur voor het onderzoek). U dient zich voor het onderzoek te ontkleden en juwelen uit te doen. U mag wel uw hemd of T-shirt en sokken aanhouden voor zover er geen knopen of metalen onderdelen aan vast zitten. U kunt ook een hemdje vragen op de dienst zelf.
Het onderzoek: U moet een bekertje bariumpap innemen. Op het moment dat u dit doorslikt, is de weg die het barium volgt naar en in de slokdarm zichtbaar en kunnen hiervan röntgenfoto's worden genomen. Tijdens het onderzoek zal u gevraagd worden van houding te veranderen: op de buik, de rug, de zijde. Ook de tafel zal bewegen
U mag onmiddellijk na het onderzoek gewoon eten en drinken. De contraststof onttrekt vocht uit het lichaam. Drink daarom, als er geen medisch bezwaar is, enkele glazen water na het onderzoek. Bariumhoudende contrast middelen kunnen geen kwaad en worden via natuurlijke weg uitgescheiden.
7
Na het onderzoek: 5. RX dunne darm (of röntgenfoto’s van de dunne darm) Wat wordt er van u verwacht: Voor het onderzoek moet u volledig nuchter zijn (niet hebben gedronken, gegeten, medicijnen genomen of gerookt 6 uur vòòr het onderzoek). U dient zich voor het onderzoek te ontkleden en juwelen uit te doen. U mag wel uw hemd of T-shirt en sokken aanhouden voor zover er geen knopen of metalen onderdelen aan vast zitten. U kan ook een hemdje vragen op de dienst zelf. Het onderzoek: U moet een bekertje bariumpap innemen die licht gearomatiseerd is. Tijdens het onderzoek zal u gevraagd worden van houding te veranderen: op de buik, de rug, de zijde. Ook de tafel zal bewegen en eventueel kantelen om de dunne darm vanuit verschillende hoeken te radiograferen. Bij het nemen van de foto’s zal u gevraagd worden eventjes niet te ademen of te bewegen. In bepaalde omstandigheden worden deze onderzoeken uitgevoerd met een wateroplosbaar product. De foto's worden dan door de laborant(e) gemaakt en door de radiodiagnost beoordeeld. Bij een dunne darmtransit-onderzoek wordt u gevraagd om een grote hoeveelheid bariumpap te drinken, aangezien de dunne darm 7 meter lang is en helemaal zichtbaar moet zijn. Duur: meestal 1 à 2 uur, maar kan tot 3 à 6 uur duren (dunne darmtransit 3 tot 6 uur) Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. 8
U mag onmiddellijk na het onderzoek gewoon eten en drinken. De contraststof onttrekt vocht uit het lichaam. Drink daarom, als er geen medisch bezwaar is, enkele glazen water na het onderzoek. Bariumhoudende contrast middelen kunnen geen kwaad en worden via natuurlijke weg uitgescheiden.
6. RX colon inloop (of röntgenfoto’s van de dikke darm) Wat wordt er van u verwacht: Voor het onderzoek is het van groot belang dat de darmen leeg zijn. Vooral alle stoelgangresten uit de dikke darm moeten verwijderd zijn voor een optimale beeldvorming. Daarom volgt u een restenarm dieet en krijgt u laxeermiddelen. Van deze laxeermiddelen kan u diarree en darmkrampen krijgen. Voorbereiding op onderzoek duurt 1 of 2 dagen al naar gelang u een vlugge of trage stoelgang heeft. U dient zich voor het onderzoek te ontkleden (ook uw slip). U mag wel uw hemd of T-shirt en sokken aanhouden voor zover er geen knopen of metalen onderdelen aan vast zitten. U kan ook een hemdje vragen op de dienst zelf. Het onderzoek: Wanneer u op de tafel van het röntgenapparaat ligt, gaat u op de zij liggen en brengt de verpleegkundige een kort dun slangetje in uw anus. Via dit slangetje loopt witte (barium)pap en lucht in uw dikke darm. Bij vermoeden van lekkage (gaatje in de darm of na een operatie) wordt een waterige contraststof gebruikt. Door het vullen van de darm krijgt u een gevoel van drang om naar het
toilet te gaan, maar het onderzoek is nooit echt pijnlijk. De dikke darm wordt door de contraststof zichtbaar op de monitor. Vervolgens worden foto’s genomen in verschillende houdingen: liggend op de rug, op de zij, enz. De verpleegkundige zal u zeggen wanneer u moet draaien. Op deze manier is de dikke darm van alle kanten te beoordelen. Soms krijgt u een injectie in een ader van de arm om de darmen te laten ontspannen, vooral indien u last krijgt van krampen. Sommige mensen hebben nog korte tijd last van diarree. Heeft u echter een trage stoelgang, dan kan dit door de bariumpap tijdelijk erger worden. De radioloog maakt na het onderzoek een verslag voor de behandelende arts. Deze zal met u de uitslag bespreken.
7. RX defecografie (of röntgenfoto’s van de dikke darm en de aars) en colpocystodefecografie (of röntgenfoto’s van de blaas, dunne darm en dikke darm) Wat wordt er van u verwacht: U dient zich voor het onderzoek te ontkleden (ook uw slip). U mag wel uw hemd of T-shirt en sokken aanhouden. U kunt ook een hemdje vragen op de dienst zelf. U dient 2 uur op voorhand aanwezig te zijn om een contraststof te drinken die zich in de dunne darm moet verspreiden. Het onderzoek:
Duur: +/- 15 en 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Na het maken van de foto’s mag u dadelijk naar het toilet gaan. Doe dit best voordat u de terugreis aanvat. Neem de tijd om uw darmen tot rust te laten komen. U kunt diarree voorkomen door de eerste 2 dagen na het onderzoek extra te drinken (één tot twee liter per dag). De eerste dag na het onderzoek is de ontlasting wit gekleurd door de bariumpap. U mag na het onderzoek weer gewoon eten en drinken.
Wanneer u op de tafel van het röntgenapparaat ligt, gaat u op de zij liggen en brengt de verpleegkundige een kort dun slangetje in uw anus. Via dit slangetje loopt witte (barium)pap en lucht in uw rectum. Hierdoor krijgt u het gevoel dat dit laatste stukje dikke darm vol is en dat u stoelgang moet maken. Er worden opnames gemaakt in een ontspannen houding, bij het hard dicht knijpen van de billen (optrekken van de dikke darm) en bij het persen. Het onderzoek eindigt met het maken van röntgenopnamen terwijl u stoelgang maakt, zittend op een pot. Bij een colpocystodefecografie worden ook de blaas, de dunne darm (en de vagina) met contrast gevuld.Verder verloopt het onderzoek identiek aan een defecografie. De radioloog maakt na het onderzoek een verslag voor de behandelende arts. Deze zal met u de uitslag bespreken.
9
Duur: +/- 20 en 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Na het maken van de foto’s mag u dadelijk naar het toilet gaan. Doe dit best voordat u de terugreis aanvat. Neem de tijd om uw darmen tot rust te laten komen. Het is aanbevolen om veel te drinken en zo een vlotte afvoer van het contrastmiddel uit de darm te bevorderen. Dit contrastmiddel kan de kleur en de vastheid van uw stoelgang tijdelijk beïnvloeden. U hoeft zich daarover geen zorgen te maken.
8. Botdensitometrie: meting van de densiteit van het bot (of röntgenfoto’s van de botdichtheid) Belangrijk! Bij het maken en beoordelen van de botdensitometrie is het soms noodzakelijk dat er recente foto’s van uw onderrug (de lumbale wervelkolom) aanwezig zijn. Zijn er in de laatste drie maanden zulke foto’s van u gemaakt, dan worden deze hierbij gebruikt; is dit niet het geval, dan kan het zijn dat er vóór aanvang van het onderzoek twee foto’s van uw rug worden gemaakt. Bij het maken van de afspraak zal hiermee rekening worden gehouden. Het botdensitometrie-onderzoek kan niet plaatsvinden de eerste dagen nadat u een onderzoek met bariumcontrast (maag- of darmonderzoek) of radioactie-
10
vestoffen (nucleair-onderzoek) hebt ondergaan. Deze middelen beïnvloeden namelijk de berekeningen. Röntgenonderzoek kan in de eerste maanden van de zwangerschap schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Bespreek dit met uw behandelende arts. Wat wordt er van u verwacht: U dient zich voor het onderzoek te ontkleden, uw onderbroek en kousen of panty’s mag u aanhouden. Het onderzoek: In de onderzoekskamer worden uw lengte en gewicht opgenomen. Deze gegevens heeft de computer nodig bij het maken van de berekeningen. Daarna gaat u op uw rug op de onderzoekstafel liggen. Er worden twee foto’s gemaakt, één van uw rug en één van uw heup. Voor de rug-scan komt er een hoog kussen onder uw knieën te liggen. Er hangt een scan-arm boven uw lichaam, dit is een balk die meetapparatuur bevat. Een onderdeel van deze balk, de detector, beweegt tijdens het onderzoek steeds van links naar rechts op en neer. Hierdoor kunt u een lichte trilling van de onderzoekstafel voelen.Tijdens de opnamen moet u zo stil en ontspannen mogelijk blijven liggen. De foto’s kunnen namelijk mislukken als u beweegt. Ook wordt een scan van uw heup gemaakt, hiervoor zal het been dat onderzocht wordt iets naar binnen worden gedraaid. Uw voet wordt in een steun gelegd om u te helpen het been precies in deze houding te laten liggen. Als de scans gemaakt zijn, gaat de laborant met behulp van de computer berekeningen maken en wordt de botdichtheid op diverse plaatsen berekend. De arts (radioloog) beoordeelt deze uitkom-
sten en stuurt ze naar uw behandelende arts die dan de onderzoeksresultaten met u zal doornemen. Duur: +/- 30 minuten. Uitslag: De radioloog/reumatoloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Aankleden en naar huis gaan.
9. Mammografie (of borstonderzoek, röntgenfoto’s van de borst) Wat wordt er van u verwacht: U dient uw borsten te ontbloten. U krijgt waarschijnlijk een hemdje van de dienst zelf. Het onderzoek: Mammografie wordt toegepast voor het onderzoeken van borsten. Veelal komen vrouwen in aanraking met mammografie na het ontvangen van een bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Als de linkerborst wordt gefotografeerd, houdt u het apparaat met uw linkerhand vast. De linkerschouder kunt u daarbij het beste zoveel mogelijk ontspannen. De laborante legt de borst op de steunplaat. De röntgenfilm ligt hieronder. De laborante zal uw borst zo ver mogelijk naar voren op de steunplaat leggen. Dat is nodig om zoveel mogelijk borstweefsel op de foto te krijgen. Daarna wordt de borst met behulp van een plastic plaat - die aan het apparaat zit - aangedrukt. Voor het maken van de foto blijft u even in deze houding staan. Na de opname draait de
laborante het apparaat en verwisselt de röntgenfilm. Ze plaatst u opnieuw voor het apparaat en maakt de tweede foto. De radioloog maakt na het onderzoek een verslag voor de behandelende arts. Deze zal met u de uitslag bespreken. Duur: +/- 20 tot 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Terwijl u even in het kleedkamertje wacht, worden uw foto's ontwikkeld. De laborante kijkt eerst of de foto's goed gelukt zijn. Soms is er nog een extra foto nodig, deze kan dan meteen genomen worden. Bij zo'n foto wordt de borst op een andere manier gefotografeerd, bijvoorbeeld met behulp van een vergrotingsapparatuur. Het maken van een extra foto hoeft zeker niet te betekenen dat er een afwijking in de borst wordt vermoed. Indien u nog dicht borstklierweefsel heeft, gebeurt er dikwijls een aanvullende echografie (zie verder).
10. De mammotoom (of borstbiopsie) De mammotoom is een toestel waarmee de radioloog een precieze borstbiopsie kan nemen onder lokale verdoving. Een biopsie is een punctie waarbij enkele stukjes weefsel verwijderd worden die nadien onder de microscoop worden onderzocht. Het nemen van een biopsie met een mammotoom gebeurt onder plaatselijke verdoving. Dit is pijnloos en betrouwbaar. Uw arts beslist om een borstbiopsie te
11
nemen als er tijdens de voorafgaande onderzoeken (mammografie, echografie) een wijziging in het borstweefsel werd ontdekt. Op basis van de beelden alleen kan men niet met 100% zekerheid stellen dat het om een goedaardige verandering gaat (in 70% van de gevallen is dit zo).
Duur: +/- 1/2 uur op de buik liggen, zonder te bewegen. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek:
Wat wordt er van u verwacht: Licht uw arts in indien u problemen heeft met uw bloedstolling: • Neemt u bloedverdunnende medicatie? • Heeft u de laatste week geregeld aspirine genomen? • Blijft U gemakkelijk nabloeden ? Eet een lichte maaltijd voor het onderzoek. Indien u een goed ondersteunende BH heeft, mag u die meebrengen voor na het onderzoek. Het onderzoek: De ingreep gebeurt onder computergeleiding of onder echografie. Er wordt onder lokale verdoving een kleine insnijding gemaakt in de huid (3 mm) waarlangs de naald wordt ingebracht. Vervolgens worden de kleine stukjes weefsel genomen, wordt de naald verwijderd en zal men op de biopsieplaats druk uitoefenen met de hand en eventueel een ijszakje leggen om (het) bloeden te voorkomen. De kleine insnijding kan dichtgemaakt worden met een speciale huidlijm, die vanzelf weggaat na een 10-tal dagen.
Verricht de eerste 24 uur geen zware lichamelijke inspanningen en draag indien mogelijk de eerste nacht na de biopsie een goed ondersteunende BH. In het algemeen wordt de ingreep goed verdragen; mocht u toch pijn hebben, mag u een pijnstiller nemen die aspirine® -vrij is (Dafalgan® of Perdolan®). Aspirine® vergroot het eventueel risico op bloeding, omdat het bloedverdunnend werkt. De eerste 10 dagen na de ingreep is het het best een douche te nemen en geen bad (voor de huidlijm). Belangrijk! Bij pijnlijke zwelling of hevig bloedverlies na de ingreep: • druk goed met de vlakke hand op de biopsieplaats (niet op de insnijdingsplaats) • ijs aanbrengen op de biopsieplaats Neem eventueel contact op met uw huisarts of arts in het ziekenhuis.
B) Computertomografisch onderzoek Op gewone röntgenfoto’s zijn weke delen structuren niet zichtbaar. Op een CT-scan blijven botstructuren als op gewone röntgenfoto's heel goed te zien, maar daarnaast zijn de omliggende weke delen ook zichtbaar.
1. Spiraal-CT-scan (of wervelkolomonderzoek) Een onderzoek dat met een zeer snelle CT-scanner wordt gemaakt. Hierbij wordt niet plakje voor plakje gescand, maar wordt een zogenaamde volumescan gemaakt in één doorlopende spiraalvormige beweging van de röntgenbron. Er kunnen in zeer korte tijd heel veel dunne dwarsdoorsneden worden gemaakt, waarmee driedimensionale afbeeldingen kunnen gereconstrueerd worden. Dit is bijvoorbeeld waardevol voor het zichtbaar maken van bloedvaten of breuken; vooral van de wervelkolom.
2. CT-scan (of scanner onderzoek) Er is een ander duidelijk verschil tussen een CT-scan en een röntgenfoto. Een röntgenfoto is een soort portret waarop men verschijnt in dezelfde houding als waarin men is gefotografeerd, terwijl een CT-scan eigenlijk een doorsnede is van het lichaam die door de computer is getekend met goed onderscheid tussen de verschillende weke weefsels. Wat wordt er van u verwacht: U mag 6 uur voor het onderzoek niet meer eten of drinken voor onderzoeken van de buik. U mag 3 uur voor het onder-
12
zoek niet meer eten of drinken voor onderzoeken van de borstkas (thorax), hals, schedel. U moet niet nuchter zijn voor onderzoeken van de ledematen, gewrichten en wervelzuil. U moet, om storende beelden te vermijden, alle metalen voorwerpen en/of eventuele sieraden (piercing) uitdoen. Ook kledingstukken met metalen onderdelen in het te onderzoeken lichaamsdeel (ritsen, haakjes, knopen) moet u uittrekken. Belangrijk! Bij onderzoeken van de buik is het omwille van de stralenbelasting, belangrijk te weten of u zwanger bent. Neem zo nodig contact op met de behandelende arts. Als u weet dat u overgevoelig bent aan jodiumhoudende contrastvloeistof is het belangrijk dit ruim van tevoren aan de arts door te geven, zodat er maatregelen kunnen worden genomen. Het onderzoek: Bij een CT-onderzoek wordt gelijktijdig gebruikgemaakt van röntgenstraling en een computer. Het apparaat heeft een opening waar de patiënt, liggend op een beweegbare tafel, doorheen wordt geschoven. Terwijl de tafel telkens een stukje doorschuift, maakt men een serie foto's. Gedurende het nemen van de opnamen hoort u het zachte geluid van de röntgenbuis die 360° rond draait. Als het nodig is voor het onderzoek, houdt de verpleegkundige contact met u via een microfoon. Er wordt al dan niet via een ader, via de mond of via een sonde jodiumhoudend
13
contrast toegediend. Via een ader kunt u een warmtesensatie door het hele lichaam voelen, een droge mond krijgen en/of het gevoel krijgen te moeten plassen. Dit zijn normale nevenverschijnselen waarover u zich niet ongerust hoeft te maken en die zeer snel verdwijnen. Via de mond moet u er rekening mee houden dat het onderzoek pas na 1 à 1,5 uur kan doorgaan om de contraststof de kans te geven zich over de dunne darm te verspreiden. De afbeeldingen worden in het geheugen van een computer opgeslagen en bewerkt. De radioloog maakt soms van het te onderzoeken gebied twee identieke opnames. Eén zonder en één met contrastvloeistof. Hierdoor worden verschillen in opnames van de contraststof tussen de verschillende weefsels duidelijk zichtbaar. De radioloog maakt na het onderzoek een verslag voor de behandelende arts. Deze zal met u de uitslag bespreken. Duur: +/- 15 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Om de contraststof zo snel mogelijk weer uit het lichaam te verwijderen, is het zinvol om veel te drinken na het onderzoek.
14
3. Caudografie (of hernia onderzoek) en CT Myelografie (of scanner onderzoek van het ruggenmerg) Wat wordt er van u verwacht: Neem op de dag van het onderzoek 's ochtends slechts een licht ontbijt. Drink voldoende water. Belangrijk! Wanneer u allergisch bent aan Jodium of contrastmiddelen of wanneer u zwanger bent, kan dit onderzoek niet gedaan worden. Het onderzoek: Een CT-myelografie is een techniek waarbij er een contrastmiddel via een ruggenprik in de liquorruimte (ruimte waarin zich de liquor oftewel het hersenvocht bevindt) wordt ingebracht. Op de CTmyelografie (myelum = ruggenmerg) wordt de liquorruimte als een witte kolom afgebeeld, waarin het ruggenmerg en de zenuwwortels er als zwarte uitsparingen in te zien zijn. De techniek wordt vooral gebruikt voor het afbeelden van tumoren van het ruggenmerg, maar ook van de zenuwwortels van de paardenstaart (cauda equina (caudografie)) als deze door een hernia worden bekneld. Deze toepassing wordt daarom ook wel caudografie genoemd. Door de komst van de MRI is dit onderzoek inmiddels op de achtergrond geraakt en wordt het alleen nog uitgevoerd als MRI en CT scan onvoldoende informatie geven. Dit kan het geval zijn als een patiënt bv. geen MRI onderzoek kan ondergaan (bij het dragen van een pacemaker is dit onderzoek niet mogelijk) of als er metalen implantaten zijn die het MRI beeld te veel verstoren.
Duur: +/- 45 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: U moet enkele uren half rechtop zitten, zodat de kontrastvloeistof onderin het ruggemergkanaal blijft. Na enkele uren zal het kontrastmiddel verdwenen zijn. Als u zich goed voelt, mag u dezelfde avond nog naar huis. U kunt beter niet zelf autorijden, dus zorg voor vervoer. Bij 20-30% treedt na de liquorpunctie hoofdpijn op: vaker bij vrouwen dan bij mannen. Het beste middel daartegen is plat liggen (zelfs zonder kussen) en veel drinken.
4. Angiografie (of röntgenfoto’s van de bloedaders) Wat wordt er van u verwacht: Het onderzoek gebeurt op een nuchtere maag, dus eet of drink niets voor het onderzoek. U dient zich voor het onderzoek te ontkleden. U krijgt waarschijnlijk een hemdje van de dienst zelf. Belangrijk! Licht uw arts in indien u problemen heeft met uw bloedstolling: • Neemt u bloedverdunnende medicatie? • Heeft u de laatste week geregeld aspirine genomen? • Blijft U gemakkelijk nabloeden? Als u in het verleden ooit een ernstige allergische reactie op contrastvloeistof gehad heeft, neem dan voor het onderzoek contact op met uw behandelende arts om een verhoogd risico op complicaties te vermijden.
Het onderzoek: Bij de angiografie wordt een contrastmiddel via een dun slangetje of catheder in het vaatstelsel gebracht. Door middel van röntgenstralen worden de slagaders of aders op een beeldscherm of röntgenfoto zichtbaar gemaakt. Vaak wordt er een plaatselijke verdoving door de radioloog gegeven door middel van een prik in de liesstreek. De radioloog zal via de lies een dun slangetje, de “catheter”, inbrengen en via het bloedvat opschuiven tot de gewenste positie. Via de catheter wordt een contrastmiddel ingespoten, waardoor de bloedvaten zichtbaar worden. Er kan een warm gevoel optreden tijdens inspuiting van het contrast. De röntgenopnamen worden in een computer opgeslagen nadat de computer er bewerkingen op heeft uitgevoerd waardoor alleen het contrast en dus de vaatboom nog zichtbaar is. Al het omgevende weefsel, vooral het bot, is bij de genoemde computerbewerking er als het ware van “afgetrokken”; deze techniek heet dan ook Digitale Subtractie Angiografie (DSA). • Dotteren: dit is een techniek, waarbij men een catheter met aan het einde een opblaasbaar ballonnetje in een vernauwd bloedvat brengt. Het ballonetje wordt in een opgeblazen toestand in de vernauwing gedurende een aantal seconden vast gehouden, met als resultaat een betere toegankelijkheid van het bloedvat. Dit wordt vaak gevolgd door de plaatsing van een stent, een kleine veer die de slagader openhoudt. De ballon wordt weer verwijderd terwijl de stent ter plaatse blijft. Om te voorkomen dat de vernauwing opnieuw optreedt, worden tegenwoordig ook stents gebruikt waarop geneesmiddelen zijn aangebracht.
15
2 Magnetic Resonance Imaging (MRI) • Emboliseren: bij deze methode is men in staat om ook weer via een catheter, bloedstelpend materiaal in te spuiten om zo eventuele inwendige bloedingen kunstmatig af te sluiten. Duur: +/- 1 tot 1,5 uur. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts.
Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Na afloop wordt het gaatje dichtgedrukt door middel van een drukverband. De patiënt blijft gedurende een dag ter observatie in het ziekenhuis.
Scanner met magneet en radiogolven Wat wordt er van u verwacht: Niet nodig om nuchter te zijn of om speciale voorbereidingen te treffen. Alle metalen of magnetische voorwerpen moeten buiten de onderzoekkamer blijven: • Munten • Haarspelden • Sleutels • Creditcards • Kunstgebit • Gebitsplaatjes Deze kan de patiënt in de af te sluiten kleedruimte achterlaten. Ook in mascara kunnen metaaldeeltjes voorkomen. De patiënt wordt gevraagd dus geen mascara op te doen. Belangrijk! • Hoewel er geen schadelijke effecten van M.R.I. op een eventuele zwangerschap bekend zijn, wordt het onderzoek liever niet bij zwangere vrouwen uitgevoerd. Neem voor het onderzoek contact op met uw behandelende arts. • Patiënten met een pacemaker kunnen niet onderzocht worden met M.R.I. Ook dragers van sommige metalen protheses, geïmplanteerde apparaten, hartklepprothesen, vaatclips en dergelijke kunnen niet allemaal met M.R.I. onderzocht worden. • Metaalbewerkers en lassers hebben soms kleine metaalsplinters in het oog. Deze splinters kunnen het oog beschadigen wanneer ze in het magneetveld komen. We maken eerst een röntgenfoto om dit uit te sluiten. Wanneer de patiënt metaalbewerker of lasser is, verwachten wij hem een half uur eer-
16
der, zodat in die tijd de röntgenfoto kan worden gemaakt. • Verder is MRI bezwaarlijk voor mensen die vanwege claustrofobie (engtevrees) het verblijf in de tunnel niet kunnen verdragen. Het onderzoek: MRI is een afkorting van magnetic resonance imaging, ook magneetscan genoemd. Bij deze onderzoekstechniek maakt men gebruik van een magneetveld en radiogolven (geen röntgenstraling) die bepaalde signalen opwekken in het lichaam. Tijdens het onderzoek ligt u op een tafel. De laborant(e) schuift een plastic kap (MRI antenne) over het te onderzoeken lichaamsdeel. Daarna schuift de tafel in de MR tunnel (die zowel aan de voor - als aan de achterzijde openblijft). Vervolgens worden de opnamen gemaakt. U hoort dan in het apparaat een kloppend geluid. Dit geluid stopt bij het einde van elke meetsequentie. Aangezien dit geluid onaangenaam kan zijn, kunt u oordopjes of een hoofdtelefoon krijgen om het geluid te beperken. Gedurende het onderzoek ligt u alleen. Het is eventueel mogelijk een begeleider mee te nemen in de onderzoekskamer. Het is belangrijk dat u zo rustig mogelijk blijft liggen. Tijdens het onderzoek kan via een in het apparaat ingebouwde microfoon gesproken worden met de laboranten. U krijgt ook een belletje in de hand om te verwittigen als er iets scheelt. De laboranten zien u de hele tijd op een monitor. Een antenne ontvangt signalen en stuurt ze naar de computer. De computer bere-
17
kent de samenstelling van de verschillende weefsels en tekent ze uit in de vorm van een doorsnede.
De radioloog maakt na het onderzoek een verslag voor de behandelende arts. Deze zal met u de uitslag bespreken.
Men kan ook de functie van bepaalde hersendelen nagaan door tijdens het onderzoek de patiënt bepaalde opdrachten te laten uitvoeren (bv. lezen of herkennen van afbeeldingen). Als de corresponderende hersendelen daardoor actief worden, is dit met de MRI aan te tonen.
Duur: +/- 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens.
Eventueel wordt tijdens het onderzoek een contraststof toegediend via de ader. Deze contraststof is gadolinium, waarvan bekend is dat er zelden allergische reacties optreden.
Na het onderzoek: Om de contraststof zo snel mogelijk weer uit het lichaam te verwijderen, is het zinvol om veel te drinken na het onderzoek
gynaecologische stoel, die u misschien al kent van het inwendig onderzoek. Een andere mogelijkheid is een onderzoeksbank met een kussen onder uw billen. Om de dunne transducer wordt een condoom gedaan. Daarop brengt men vaak een glijmiddel aan om het inbrengen in de vagina gemakkelijker te maken. Het inbrengen doet meestal geen pijn, maar bij een ontsteking of een bloeding in de buik is het onderzoek vaak wel pijnlijk. Over het algemeen geeft men bij een gynaecologische echo en bij een echo in verband met vruchtbaarheidsonderzoek de voorkeur aan een echo via de vagina. Omdat het uiteinde van de transducer op deze manier dichter bij de baarmoeder en eierstokken komt dan bij een uitwendige echo, ontstaat een scherper beeld met meer details.
wendige echo is niet pijnlijk. Wel is het drukken op de volle blaas vaak onaangenaam. Een uitwendige echo biedt betere mogelijkheden om grote afwijkingen in de buik, zoals heel grote eierstokken, een baarmoeder met grote vleesbomen of om de foetus te kunnen zien.
3.1.2. Uitwendige echo Obstetrische echografie (of echografie op de buik)
3.2. Ultrasound van het hart - Transoesophageaal Echocardiografisch Onderzoek (TEE) (of echografie van het hart)
3 Ultrasound Echografie Het ultrasound-onderzoek, ook wel echografie genoemd, maakt gebruik van geluidsgolven met een hoge frequentie om de structuren en de weefsels binnen het lichaam te onderzoeken. Het is gebaseerd op het feit dat geluidsgolven weerkaatsen op voorwerpen. De gereflecteerde golf wordt door de computer geïnterpreteerd en omgezet in beelden. Een echografie, ook wel echoscopie genoemd, is een onderzoeksmethode die erop berust dat niet hoorbare “geluidsgolven” met een zeer hoge frequentie bepaalde lichaamsdelen doordringen en ook weer door deze teruggekaatst, kunnen worden geregistreerd met behulp van een echokop. De zogenaamde transducer. De transducer ontvangt vervolgens het teruggekaatste geluid, en maakt daar beelden van. Deze bewegende beel18
den kunnen worden vastgezet of opgenomen op video. Er zijn twee soorten transducers. De ene maakt afbeeldingen via de buikwand; deze techniek noemt men uitwendige echoscopie. De andere is dun en langwerpig en brengt men in de vagina (schede) voor een inwendige of vaginale echo.
3.1. Gynaecologische ultrasound 3.1.1. Inwendige echo (of vaginale echografie) Wat wordt er van u verwacht: U doet uw broek-rok en slip uit. Het onderzoek: Bij een inwendige echo ligt u op een
Wat wordt er van u verwacht: U moet uw buik ontbloten en men zet de transducer (echokop) en wat gel op uw buik. Het onderzoek: Deze techniek wordt vooral gebruikt bij zwangere vrouwen, maar ook bij niet zwangere vrouwen vooral om de baarmoeder en de eierstokken te onderzoeken. Als je zwanger bent, moet je wellicht één of meerdere gynaecologische echografieën ondergaan. Bij een uitwendige echo ligt u op een onderzoekbank. Om een goede geleiding van de geluidsgolven te verkrijgen, brengt men gel of olie op uw buik aan. Voor een scherp beeld is het doorgaans nodig dat u een volle blaas hebt. Een uit-
Duur: +/- 20 en 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Aankleden en naar huis gaan. Bloedverlies of ongesteld zijn is medisch gezien niet bezwaarlijk voor een inwendige of uitwendige echo.
Om informatie te verkrijgen over de structuur van het hart en de hartkleppen en wanneer het transthoracaal onderzoek onvoldoende informatie heeft opgeleverd. Wat wordt er van u verwacht: U mag 4 uur voor het onderzoek niet eten en drinken. U ontkleedt uw bovenlichaam en neemt plaats op de onderzoekstafel. Als u een kunstgebit hebt, gelieve dit te verwijderen voor het onderzoek begint. Het onderzoek: De radioloog geeft een korte uitleg over de procedure en instructies over het 19
inbrengen van de endoscoop (een instrument om lichaamsholten te onderzoeken). Uw keel wordt verdoofd met een spray, vervolgens brengt men een bijtring tussen de tanden waarna de arts de endoscoop inbrengt. Vanuit de slokdarm worden de structuren van het hart zichtbaar, tegelijkertijd wordt een Doppler onderzoek gedaan om informatie te krijgen over de snelheid en de richting van de bloedstroom. Het Doppler onderzoek is een echografie van aders en slagaders met weergave van de bloeddoorstroming in de aders. Het onderzoek kan uitgevoerd worden om verstoppingen van de aders (trombose), verstoppingen met ontsteking van de aders (thromboflebitis) of om spataders (varices) op te sporen. De richting waarin het bloed stroomt en de snelheid ervan bepalen de kleur op het computerscherm. Tijdens het hele onderzoek worden hartslag en bloeddruk gecontroleerd. Het inbrengen van de endoscoop is niet pijnlijk, maar wordt door sommige patiënten als vervelend ervaren. Duur: +/- 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Vanwege de verdoving in de keel mag men na afloop van het onderzoek gedurende 1 uur niet eten en drinken. Daarna voorzichtig iets drinken.
20
3.3. Ultrasound van de bloedstroom (of echografie van de bloedaders) Wat wordt er van u verwacht: U moet de kleding rond het te onderzoeken lichaamsdeel uittrekken. Het onderzoek: Het Doppler onderzoek is een echografie van aders en slagaders met weergave van de bloeddoorstroming in de aders. Het onderzoek kan uitgevoerd worden om verstoppingen van de aders (trombose), verstoppingen met ontsteking van de aders (thromboflebitis) of om spataders (varices) op te sporen. De richting waarin het bloed stroomt en de snelheid ervan bepalen de kleur op het computerscherm. Duur: +/- 20 en 30 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Aankleden en naar huis gaan.
3.4.Abdominale ultrasound (of echografie van de onderbuik) Wat wordt er van u verwacht: U moet 6 uur nuchter zijn. Water drinken mag. Voor het abdominale onderzoek van de onderbuik is een volle blaas nodig om doorheen het aldus gevormde “watervenster” een goed zicht te krijgen op de inwendige geslachtsorganen. Hoe kleiner dat venster is, des te minder informatie levert het onderzoek.
Het onderzoek: U ligt zo comfortabel mogelijk op de onderzoekstafel. De geneesheer-radioloog bevochtigt de huid met behulp van gel en wrijft erover met de transducer (echokop). De gel is een waterige substantie die makkelijk kan worden afgewassen. Het maakt geen blijvende vlekken. De radioloog volgt het onderzoek op het beeldscherm en maakt af en toe foto’s van enkele stilgezette beelden. Duur: 15 à 20 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Aankleden en naar huis gaan.
3.5. Echomammografie (of echografie van de borsten) Wat wordt er van u verwacht: Voor een echografie van de borsten gaat u best in de eerste twee weken na de maandstonden: de borsten zijn dan minder gevoelig en het onderzoek is minder onaangenaam. Gebruik geen bodylotion, crème of talk. Deodorant of parfum is geen probleem. Als u vorige borstfoto's hebt, breng ze dan zeker mee: kunnen vergelijken met vorige opnamen is een belangrijk deel van het onderzoek. Het onderzoek: U ligt op de onderzoekstafel. De geneesheer-radioloog bevochtigt de huid met behulp van gel en wrijft erover met de transducer (echokop). De radioloog volgt het onderzoek op het beeldscherm
en maakt af en toe foto’s van enkele stilgezette beelden. Duur: 15 à 20 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens. Na het onderzoek: Aankleden en naar huis gaan.
3.6. Ultrasound van de prostaat (of echografie van de prostaat) Wat wordt er van u verwacht: Het is van belang om een gevulde blaas te hebben. Hiervoor moet u een aantal uren voor het onderzoek goed drinken en 2 à 3 uur van tevoren niet meer plassen. Trek u uw onderkleding uit, de bovenkleding houdt u aan. Hierna neemt u plaats op de onderzoekstafel. Eventueel zal u bij de afspraak laxeermiddelen gekregen hebben die er toe dienen om de endeldarm leeg te houden voor het onderzoek. Op verzoek van de uroloog zal u soms gestopt zijn met bloedverdunnende middelen (ascal, aspirine, sintrom, marcoumar), met name indien een biopsie overwogen wordt. Het onderzoek: De uroloog of radioloog brengt een sonde (kunststof buisje) enkele centimeters in uw anus. Op de sonde wordt een ruime hoeveelheid glijmiddel aangebracht. Het is belangrijk de sluitspier goed te ontspannen, dan kan het onderzoek zelfs bij kloofjes of aambeien pijn-
21
loos verlopen. Via de sonde worden de prostaat en zaadblaasjes in beeld gebracht op een televisiescherm. Op deze manier is het mogelijk de prostaat nauwkeurig te meten en de inwendige vorm te bekijken. Bovendien kunnen eventuele afwijkingen binnen de prostaat zichtbaar gemaakt worden. Duur: ongeveer 15-20 minuten. Uitslag: De radioloog maakt een verslag en bezorgt het aan de verwijzende arts. Alleen hij kan u de volledige uitslag geven na beoordeling van alle andere gegevens.
22
Na het onderzoek: Aankleden en naar huis gaan. Andere echografieën: • Musculo Skeletal Ultrasound: worden pezen, kapsels, banden, gewrichten, zenuwen, botten en spieren afgebeeld. • Small parts echografie: wordt gebruikt om zoals gezegd kleine structuren die oppervlakkig liggen af te beelden. Hierbij moet gedacht worden aan schildklier, lymfeklieren, huid, mammae.
4 Nucleaire geneeskunde Radioactieve onderzoeken Wat wordt er van u verwacht: Na toediening van licht radioactieve stof neemt u plaats onder een camera die het vermogen heeft de licht radioactieve straling op te vangen en om te zetten in een afbeelding. Het onderzoek: In de nucleaire geneeskunde wordt met behulp van licht radioactieve stoffen vooral de werking van organen van patiënten onderzocht. Deze stoffen kunnen worden ingespoten, ingeademd of via voedsel worden toegediend – afhankelijk van het te onderzoeken orgaan. Hoeveel spierweefsel van het hart is door het infarct aangetast? Hoe goed functioneert de rechternier na dat auto-
ongeluk? Het zijn vragen die de nucleaire geneeskunde met grote precisie kan beantwoorden. Verfijnde instrumenten en apparatuur detecteren de straling die in het lichaam wordt uitgezonden, en verwerken de signalen tot beelden. Aan de hand van deze beelden kunnen de gestelde vragen tot in detail worden beantwoord. Duur: +/- 20 à 30 minuten. Na het onderzoek: Om de nucleaire farmaca zo snel mogelijk weer uit het lichaam te verwijderen, is het zinvol om veel water te drinken na het onderzoek.
23
Veelgestelde vragen • Waarom ben ik bang voor dit soort onderzoeken ? Dit is meestal een onbekende wereld waar je in terecht komt. Je weet niet wat er gaat gebeuren, wat ze gaan doen, hoe je erop zal reageren,... Het is normaal dat je bang bent. • Hoe kan ik mijn angst overwinnen ? Door te weten wat er gaat gebeuren, waar en door wie. • Mag ik de brief die mijn huisarts schreef voor het onderzoek lezen ? Ja, maar u zal er niet veel wijzer uit worden. Het zal vooral medische taal zijn met verschillende technische vermeldingen. In het slechtste geval zal het lezen van deze brief u meer angst bezorgen dan wanneer u hem niet leest. • Wat kan ik doen ipv de brief te lezen van mijn huisarts ? Zorgen dat u geïnformeerd bent over het onderzoek, maar in klare eenvoudige taal. Zodat u begrijpt waarom u dit onderzoek moet ondergaan. • Hoe doe ik dit het beste ? Probeer zoveel mogelijk te weten te komen over het onderzoek, over de specialist, het ziekenhuis,... Praat hiervoor eerst en vooral met je behandelende huisarts en als dit niet voldoende is, lees dan deze brochure aandachtig en stel zeker nog bijkomende vragen aan de specialist. Een geïnformeerd mens is een gerust mens. En vooral kalm blijven.
24
• Maken sommige van deze machines lawaai ? Zo ja, zijn ze dan gevaarlijk ? Sommige machines maken inderdaad veel lawaai. Dit is niet gevaarlijk, in tegendeel, dit bewijst dat de machine aan het werk is en een onderzoek doet. • Ook de mensen van het onderzoek, of van het ziekenhuis maken me bang. Je hoeft geen schrik te hebben. Je zal goed begeleid worden door de specialist, radioloog, cardioloog, assistentes en verpleegkundigen. Zij weten heel goed wat ze doen. Je kan ze vertrouwen en rustig het onderzoek ondergaan.
Belangrijke weetjes? Medische beeldvorming is vb. röntgenfoto's, MRI-opnamen, een CT of een echo ondergaan. Vroeger noemde men dit radiodiagnose en nucleaire geneeskunde.
rijk te weten of u in verwachting bent. Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, bespreek dan met uw behandelend arts of het onderzoek uitgesteld kan worden.
Medische beeldvorming die gebruik maakt van röntgenstraling noemt men een RX-opname.
Bij onderzoeken waar u een contrastvloeistof of een witte (barium)pap werd toegediend, moet u na het onderzoek voldoende water proberen te drinken. Dit zal uitdroging en diarree voorkomen.
Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Het is dus belang-
Nota
• Waar moet ik vooral op letten ? Dat je goed luistert naar het medisch personeel en doet wat ze zeggen. Dan zal het onderzoek zeer vlot en pijnloos verlopen. • Zijn deze onderzoeken schadelijk voor mijn gezondheid ? Nee, helemaal niet. Als u de regels voor het onderzoek en na het onderzoek goed volgt, dan zal u geen blijvende schade overhouden aan het onderzoek. U kan wel tijdens of na het onderzoek last hebben van bijwerkingen, maar die zijn van tijdelijke aard. • Waar kan ik terecht met mijn vragen ? U bent de patiënt. Uw comfort gaat boven alles. Neem gerust contact op met uw arts, indien u nog vragen hebt.
25