2
Jaarbericht 2013
Inhoud “Mass customisation in textile service!”
4
Textielservice 3 “Marktontwikkeling 2012 en 2013”
- De marktomvang - Ontwikkelingen per segment - Prognose ontwikkelingen van textielverzorgingsdiensten - Branchekenmerken
5
“Waskosten” 9
- Ontzorging op alle fronten!
“Certex: een stabiele maar ook dynamische kwaliteitsstandaard
10
“Innovatie en toegevoegde waarde”
12
- Certex: ISO9001 met een grote plus! - Aanscherpingen - Certex Industrie - ISO9001:2015 - - - -
Routekaart Textielservice 2030 Nieuwe innovatie Maatschappelijke vraagstukken Nationale kaders
“Interviews” 14
- MKB-Nederland-voorzitter Michaël van Straalen; “Geen polonaise in 2014, maar het gaat zeker beter” - Hoogleraar Marc van Parys van Universiteit Gent; “Keten moet stroomopwaarts gaan kijken” - Sales directeur Floris van Eekert van Initial Nederland; “Investeren is de enige manier om te groeien”
- Algemeen - Interne communicatie - Externe communicatie - Bijeenkomsten - Platform Organisatie & Arbeid - Platform Milieu & Techniek - Platform Wet & Regelgeving - FTN BV
FTN activiteitenplan 2013-2014
17
FTN ledenlijst 2013
19
© FTN 2013, Niets uit deze uitgave mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van het bestuur.
Jaarbericht 2013
3
“Mass customisation in textile service onvermijdelijk!” Tijdens het NST in 2012 werd het thema “innovatie in crisistijd” belicht. Innovatie geïnitieerd door de sector zelf om nieuwe, toekomstbestendige kansen te creëren. Innovatie die van buitenaf op de sector afkomt en die de sector zal moeten adopteren in de eigen processen en business modellen. Innovatie blijft ook de komende periode een centraal thema. Vernieuwing en verbetering van de totale waardeketen textiel biedt volop kansen. Kansen om in veranderende markten, zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde, een duidelijke toegevoegde waarde te leveren. Dat kan niet anders dan aan de persoonlijke eisen van individuele gebruikers te voldoen. De wereld om ons heen verandert in een snel tempo. Maatschappelijke, economische en demografische ontwikkelingen dwingen afnemers en gebruikers van textielservice nieuwe vraagstukken op te lossen. Dit vraagt om nieuwe producten, nieuwe ideeën en nieuwe diensten die aan specifieke, persoonlijke wensen en eisen beantwoorden en die positief bijdragen aan kernactiviteiten. Eindgebruikers stellen hogere eisen aan kleding inzake onder meer bescherming en comfort. Textielpakketten worden steeds specifieker afgestemd op de individuele werknemer. Klanten van onze klanten stellen weer andere eisen. Hotels laten bezoekers de mogelijkheid om kamers naar specifieke wensen “in te richten”. Ziekenhuizen en zorginstellingen bieden meer hotelachtige eigenschappen én zorg op maat. Slimme materialen, doordachte logistieke concepten en nieuwe behandelingstechnieken met gegarandeerde resultaten gaan daarin een rol spelen. Net als meer maatwerk in plaats van bulkproductie. En ook flexibel samengestelde textielpakketten die middels tracking en tracing optimaal beheerd kunnen worden. Dit alles om de eindgebruiker volledig op zijn persoonlijke wensen te kunnen bedienen.
Een brede oriëntatie is nodig om aansluiting te houden bij ontwikkelingen die gaande zijn buiten onze eigen grenzen. Niet alleen als het gaat om technologische of marketing vraagstukken. Daarnaast ontstaan nieuwe kansen door vergrijzing, veranderende regelgeving (andere/ hogere eisen), andere woonwerkpatronen, bezuinigingen etc. Dat zijn de uitdagingen van vandaag en morgen. Ze bieden een hogere toegevoegde waarde en navenante oplossingen. Kortom, (uiteindelijk) positief nieuws.
Namens het bestuur van Federatie Textielbeheer Nederland, Marc Nieuwland Voorzitter
4
Jaarbericht 2013
Textielservice Moderne, professionele textielservice levert een wezenlijke bijdrage aan tal van branches. De dienstverlening van de bij de Federatie Textielbeheer Nederland aangesloten bedrijven omvat onder meer onderstaande activiteiten:
• Verhuur / sterilisatie van kleding en afdeksystemen voor operatiekamers •
Verhuur / sterilisatie van medische instrumenten
•
Verhuur / lease van textiel en persoonsgebonden bedrijfskleding op maat, waaronder corporate imagekleding
•
Medische sets
•
Milieuvriendelijke concepten
•
Services plus producten naar behoefte, beschikbaar in de juiste hoeveelheden, op het juiste moment, op de juiste plaats
•
Hygiëneservice voor sanitaire ruimten
•
Persoonlijke beschermingsmiddelen
•
Compleet advies over inzet van materialen en systemen, mede gebaseerd op wet- en regelgeving
• •
Schoonloopmattensystemen Distributiesystemen op maat
•
Reiniging, onderhoud en reparatie •
Management informatiesystemen
•
Periodieke aanvulling en voorraadbeheersing •
Aftersales service
Jaarbericht 2013
5
“Marktontwikkeling 2012 en 2013” De tegenwind waar wij vorig jaar over schreven, is nog niet gedraaid. Ook de afgelopen periode kende de economie geen opleving. Nederland scoorde in dat opzicht als één van de minder presterende landen. Deze situatie zette een druk op het marktvolume zoals uit onderstaande toelichtingen op ontwikkelingen binnen de belangrijkste marktsegmenten blijkt. Handel en industrie laten negatieve omzetwikkelingen zien en horeca en recreatie plussen nauwelijks. Gezondheidszorg heeft hiervan geen last maar daar spelen andere ontwikkelingen een rol. Daarbij komt dat afnemers zwaardere eisen stellen aan toeleveranciers. Er worden meer prestaties verwacht. Dit verzwaart de druk door afnemende marktvolumes. “Innovatie in crisistijd” was het motto van 2012. Ook dit jaar, maar zeker ook komende jaren, blijft dit thema actueel. Want door te investeren en te vernieuwen binnen alle onderdelen van de onderneming, bouwt de textielservicesector haar toegevoegde waarde in de totale keten uit. Door in te spelen op klantbehoeften maar vooral door als business partner op te treden. En voor specifieke problemen van klanten maatwerkoplossingen te bieden. Oplossingen die steeds gevarieerder worden naarmate ook technologische ontwikkelingen meer mogelijk maken. Als je met tegenwind vooruit komt, dan kun je inderdaad zeilen!
De marktomvang Gezondheidszorg, handel en industrie en horeca en recreatie zijn de drie belangrijkste marktsegmenten voor textielservice. Voor 2012 wordt de totale marktomvang, bij volledige uitbesteding aan de textielverzorger, geschat op € 1.195 miljoen. Textielverzorgingsbedrijven realiseren ongeveer de helft van de omzet, zijnde € 600 miljoen (inclusief diensten op locaties van klanten). Dit cijfer is gebaseerd op de aankoopwaarde van professioneel textiel, omgezet in verhuur/leasevolume waarbij
de jaarlijkse kosten voor onderhoud, reiniging, logistiek en beheer, en aanverwante producten opgeteld alsmede de interne kosten van de gebruikersorganisatie, ongeacht of het beheer/ reinigen, in eigen huis wordt gedaan of uitbesteed wordt.
Ontwikkelingen per segment Gezondheidszorg De gezondheidszorg, een belangrijk marktsegment voor textielserviceberdrijven, is een brede sector met twee belangrijke pilaren, namelijk de (algemene) ziekenhuizen en de pleegzorg (verpleeghuis, verzorgingshuis, thuiszorg). Ontwikkelingen binnen deze segmenten hebben hun impact op de sector textielservice. Hervormingen zijn noodzakelijk om deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden ongeacht de economische crisis en het Zorgakkoord. Enkele ontwikkelingen zijn de groeiende behoefte aan zorg door vergrijzing en hogere gemiddelde leeftijden en de groeiende personeelsschaarste. Veranderingen in de gezondheidszorg en de manier waarop deze aangeboden worden, zijn in gang gezet en zullen de komende jaren doorzetten.
Ontwikkelingen per segment Markt
Marktomvang
Marktaandeel in %
Gezondheidszorg
€ 555 mln
46,4 %
Handel en Industrie
€ 485 mln
40,6 %
Horeca en Recreatie
€ 155 mln
13 %
Totale marktomvang
€ 1195 mln
100 %
(n.b.: marktomvang bij volledige uitbesteding in alle segmenten. Marktaandeel; door bedrijven gerealiseerde omzet.) Tabel 1: Marktomvang en marktsegmenten Textielverzorging 2012
6
Jaarbericht 2013
“Marktontwikkeling Pleegzorg In 2010 werd vanuit de AWBZ € 9 miljard vergoed voor zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen en € 3,4 miljard aan thuiszorg. Vanuit de WMO komt er nog eens € 1,3 miljard bij voor thuiszorg. Schaalvergroting heeft over de afgelopen jaren geleid tot minder verpleeg- en zorghuizen. Binnen deze twee categorieën groeit het aanbod van zware zorg hetgeen betekent dat het aantal zorghuizen afneemt ten opzichte van verpleeghuizen. Het aantal aanbieders van thuiszorg stijgt fors. Het personeelsbestand groeit van onder de 400.000 in 2007 naar ruim 420.000 in 2012. Tot en met 2040 neemt de beroepsbevolking (algemeen) als percentage van alle twintig plussers af van 80% naar onder de 70%. Het aantal mantelzorgers groeit. Deze ontwikkelingen, die door de overheid gestimuleerd worden, zullen tot verschuivingen in levering en onderhoud van het textielpakket gaan leiden.
Ziekenhuizen In 2012 bedroeg de omzetgroei, net als in 2011, minder dan in voorgaande periodes. Een groeipercentage van 1,2% betekent € 13,4 miljard omzet in 2012. De structurele groei over de afgelopen vijf jaren bedroeg 4,3%. Ten opzichte van vier jaar geleden is het aantal algemene ziekenhuizen met zes afgenomen naar 81. Fusies zullen het aantal ziekenhuizen verder doen afnemen terwijl ten opzichte van 2009 het aantal buitenpoliklinieken toenam van 61 naar 97 in 2012. Het totaal aantal organisaties dat medischspecialistische zorg levert, groeit omdat het aantal zelfstandige behandelcentra toeneemt. In de totale kostenstructuur pakken personeelskosten het grootste aandeel. Ten opzichte van 2011 zijn de kosten voor “voedingsmiddelen en hotelfunctie” met 1,5% gestegen. Over de periode 2008 – 2011 bedroeg deze stijging 2%. De groei van het aantal werkzame personen in de gezondheidsen welzijnszorg was in 2012 met 15 duizend lager dan in 2010 en 2011 toen de stijging nog respectievelijk 64 en 37 duizend bedroeg. Het aantal verpleegkundigen steeg met 2,1 procent minder dan dat van andere medische beroepen. Bij algemene ziekenhuizen steeg het patiëntgebonden personeel over de aflopen vijf jaar gemiddeld met 1,7% van 72 naar 77 duizend FTE. Daarbij is het aandeel van daadwerkelijk verpleegkundig en verzorgend personeel stabiel gebleven met een groeipercentage van gemiddeld 0,7% over de periode 2007 – 2011. Landelijk gezien neemt het aantal klinische verpleegdagen, met minstens één overnachting in het ziekenhuis, per hoofd van de bevolking af. In 2008 lag dat aantal nog op 9,2 miljoen, in
Jaarbericht 2013
7
2012 en 2013” (vervolg) 2012 was dat 8,3 miljoen. Een daling van gemiddeld 2,6% per jaar over deze periode. Deze trend zet door. Meer zorg wordt in de vorm van dagbehandelingen geleverd. In 2012 groeide het aantal met 2,2% minder dan in de voorgaande vier jaren toen de groei zo’n 5,8% bedroeg. Het aandeel dagbehandelingen in 2012 komt uit op 53,3%; een percentage dat kan groeien tot 59% volgens bestuurders van ziekenhuizen. Daarbij komt dat de gemiddelde ligduur nog steeds afneemt; in 2012 kwam dit gemiddelde voor het eerst onder 5,0 dagen uit, namelijk op 4,8. Zet deze trend door, dan komt de gemiddelde ligduur in 2016 uit op 4,0 dagen. De verwachting dat door toename van het aantal dagbehandelingen de gemiddelde ligduur zou toenemen, door gemiddeld meer complexe behandelingen, komt daarmee niet uit. Innovaties in onder andere behandeltechnieken zijn daaraan debet.
Verwachtingen Onder invloed van economische, demografische, maatschappelijke en sociale factoren zullen de ontwikkelingen die hierboven in cijfers uitgedrukt worden, doorzetten. De zorg wordt veel meer divers, veel meer gedecentraliseerd. Het belang van thuiszorg neemt toe. Maar de vormen waarin deze zorgvorm wordt aangeboden, zullen gevarieerd zijn. Naast reguliere zorginstellingen zullen meer en meer kleine locaties als zorghotels en hospices een rol gaan spelen. Het aantal gespecialiseerde behandelcentra neemt toe. Ondertussen zullen overheid en zorgverzekeraars door strakke afspraken de budgeten onder druk houden. Deze verandering van het zorglandschap maakt dat de textielservicesector te maken krijgt met een veranderende vraagkant. Verschoningsfrequentie en omloopsnelheid van platgoed wijzigen. Samenstelling van textielpakketten gaan veranderen. En de logistieke dienstverlening zal meer uitdagingen kennen.
Mondiaal zien we binnen de industrie een beweging op gang komen die voortkomt uit economische ontwikkelingen in Azië, met name China. Loonkosten stijgen. Voorzichtig wordt nu laagwaardige productie, die eerst uit Nederland is verdwenen vanwege loonkosten, teruggehaald naar Nederland. De vraag is of dit een echte trend wordt. Daarmee zou de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt een stimulans kunnen krijgen. De bouwsector heeft het stigma de motor van de Nederlandse economie te zijn. Een motor die al een tijdje hapert en niet op gang wil komen. De omzetontwikkeling liet alleen in 2011 een bescheiden groei zien. In 2010 werd zwaar ingeleverd en ook in de eerste helft van 2013 is de omzetontwikkeling negatief. De totale sector handel liet in 2012 een toename zien van het aantal bedrijven; voor elke bedrijfstak. De werkgelegenheid steeg mondjesmaat (+ 8.000) evenals het aantal zelfstandigen (+ 1.000). Binnen de reguliere detailhandel noteren alleen supermarkten matig positieve omzetcijfers, zowel volume als omzet nemen toe. Binnen detailhandel noteren postorderbedrijven en internetwinkels als enige bedrijfstakken echt positieve cijfers. Ook de omzetten van zakelijke dienstverleners staan onder druk. Na een duik van de omzet naar beneden tekende in 2011 zich enige omzetgroei af. 2012 en 2013 laten echter wederom overwegend negatieve cijfers zien. Voor textielservicebedrijven is vooral de ontwikkeling van de werkgelegenheid binnen industrie en bouw belangrijk in verband met de levering en het onderhoud van beschermende werkkleding. Een kentering in de economische ontwikkelingen waardoor deze sectoren weer kunnen groeien, is van groot belang. De toegevoegde waarde die geleverd kan worden is binnen deze sectoren het grootst.
Industrie en handel
Horeca en recreatie
2012 is niet het jaar van het doorzettende herstel dat zich in 2011 nog aftekende. De dagproductie en de totale omzet namen af met respectievelijk 0,7 en 0,4%. En tot met augustus 2013 zet deze negatieve ontwikkeling zich door. De dagproductie neemt af met 2,3%, de totale omzet neemt af met 1,8%. Opvallende sectoren zijn de papier- en grafische industrie, de hout- en bouwmaterialenindustrie, basismetaal- en metaalproductenindustrie en de elektrotechnische en machineindustrie. Laten alleen raffinaderijen en chemie voor 2012 nog bescheiden positieve cijfers zien, voor 2013 wordt deze rol overgenomen door alleen textiel-, kleding en lederindustrie. In het algemeen laten productiebedrijven gericht op de export een iets positiever beeld zien.
Na een slecht jaar in 2010 met een aanzet tot herstel in het laatste kwartaal van 2010, zet dit lichte herstel door in 2011. Het economische herstel van de horecasector, inclusief verblijfsrecreatie en cateringbedrijven, is ingezet maar zet echter nog niet (voldoende) door. Over heel 2011 heeft de horeca bijna 4 procent meer omzet behaald, maar in de tweede helft daalt deze groei naar 2,4%. Restaurants behalen een goed resultaat, maar lager dan cafetaria’s. De prijzen stegen met gemiddeld 2,5 procent en het omzetvolume was 3,6 procent hoger. In de hotels is er sprake van een lichte groei met 1%. Zeker zakelijk horecagebruik is versoberd. De luxe restaurants (sterrensegment) hebben het moeilijk. Daarnaast leidt de druk op de marge tot een geringe werving van personeel.
8
Jaarbericht 2013
De toekomst voor toerisme blijft (voor de lange termijn) overwegend positief. In Amsterdam leidt de voltooiing van de renovatie van het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum tot een toenemend bezoekersaantal. Er is, afgezien van een dalend aantal bezoekers uit Zuid-Europa, een groei van toerisme uit nieuwe herkomstlanden in opkomst. Binnenlands toerisme blijft groeien, maar dan vooral kleinschalige goedkope vormen (o.a. B&B). De doorbraak van boeken per internet en van aanbiedingen op websites, zoals Groupon, leidt tot last minute boeken en een voorkeur voor prijsacties.
Prognose ontwikkelingen van textielverzorgingsdiensten Daar de belangrijke segmenten krimp laten zien, zal de omzetgroei van textielservicebedrijven onder druk blijven staan. Een echte opleving van de sectoren handel en industrie en horeca en recreatie kan deze druk verlichten. 2007
2008
Branchekenmerken Op korte termijn zullen trends die al langer een rol spelen, zoals schaalvergroting en specialisatie, actueel blijven. De economische omstandigheden zetten marktvolumes onder druk waardoor van volume- en omzetgroei geen sprake is. De concurrentie is groot en daarmee de prijsdruk ook. Oneigenlijke concurrentie versterkt deze invloeden. Georganiseerde textielservicebedrijven zoeken naar het onderscheid door duurzaamheid en gegarandeerde kwaliteit centraal te stellen naast nieuwe dienstverleningsconcepten die vanuit een partnership ontstaan. Nieuwe textielmaterialen en ICT technologie gaan het mogelijk maken om uiteenlopende vraagstukken in de businesscases van afnemers op te lossen. De toegevoegde waarde van textielservicebedrijven in de waardeketen van professionele textieltoepassingen kan daardoor groeien.
2009
2010
2011
2012
Gezondheidszorg
529
541
560
574
575
555
Handel en Industrie
508
492
455
458
477
485
Horeca en Recreatie
178
169
156
151
153
155
Totaal
1215
1202
1171
1183
1205
1195
Tabel 2: Omzetontwikkelingen van textielverzorgingsdiensten 2007 – 2012 (in mln. €)
Jaarbericht 2013
“Waskosten en ontzorgen!” Professionele textielservicebedrijven investeren al sinds jaar en dag in innovatie, in verbetering van processen en het optimaliseren van dienstverlening. Deze investeringen werpen ook al sinds jaar en dag hun vruchten af. TNO stelde vast dat de sector tot drie maal duurzamer is dan thuiswassen en de zogenaamde On Premises Laundries (OPL). Geoptimaliseerde processen en logistiek zorgen voor snelle, efficiënte en nauwkeurige verwerking én aflevering van textielpakketten. Desgewenst in de locker of kast van de gebruiker zelf! Schaalgrootte in productie brengt lagere kostprijzen; immers, hoe meer stuks of kilo’s verwerkt worden, hoe lager de vaste kosten per artikel. De sector werd begin 2012 dan ook verrast door NIBUD-rapport “Richtlijn waskosten zorginstellingen” dat in opdracht van LOC Zeggenschap in zorg werd opgesteld. Dit naar aanleiding van vragen in de Tweede Kamer en de Motie Voortman die het gevolg waren van nieuwsgeving omtrent excessief hoge kosten die bewoners van zorginstellingen moesten betalen voor hun persoonlijke was. De richtlijn concludeert dat het uitbesteden van dit type wasgoed aan een externe wasserij de duurste optie is en noemt bedragen tussen € 88,- en € 110,-. Om daaraan de volgende opmerking toe te voegen: “Wanneer naar de persoonlijke nota’s (individuele kosten op basis van stuksprijzen) van cliënten wordt gekeken, blijkt dat de kosten in het algemeen lager zijn. Ook de hoogte van het abonnement valt nu vaak lager uit.” De richtlijn baseert op een erg smalle basis, namelijk alleen de kostprijs. Naast de vraag of, ook gelet op bovenstaande opmerking, de berekeningen kloppen is tevens de vraag relevant of er niet meer aspecten verbonden zijn aan het onderwerp “persoonlijke was”. FTN heeft een tweetal brochures uitgegeven, één voor de facilitair managers van zorginstellingen en de andere voor bewoners en hun familie. In deze brochures wordt het onderwerp in een breder perspectief geplaatst.
Ontzorging op alle fronten! Het verzorgen van de was is feitelijk geen core business van zorginstellingen waar persoonlijke aandacht voor clienten veel belangrijker is. Professionele textielservicebedrijven gaan als business partner naast hun klant staan. Om samen oplossingen te bedenken, om samen een business model op te zetten waarmee
9
brengt wat u ook moet betalen! Kortom, een duidelijke scheiding tussen wonen en zorg, zoals de overheid dat wil. Een professionele wasserij heeft ook als voordeel dat de kosten laag blijven omdat zij meer wassen. De kosten die u moet betalen worden duidelijk. U kunt desgewenst een gespecificeerde rekening krijgen. Daarmee is altijd duidelijk wat u moet betalen en waarvoor. U weet waar u aan toe bent en komt niet voor verrassingen te staan. De professionele wasserij biedt een goede bewaking voor een juiste toepassing van de AWBZ-regeling en de daadwerkelijke berekening van de kosten. Dit door de hulp van geautomatiseerde systemen. Professionele wasserijen rekenen voor het doen van uw was veelal vaste prijzen, waarbij
fouten van het bedrijf ook voor rekening van het bedrijf blijven. Is de was niet goed schoon? Dan wordt die opnieuw gewassen. Zonder extra kosten.
Juiste keuzes!
In tijden van bezuinigen telt iedere cent!
Het is belangrijk dat u goed geïnformeerd bent en ook de cliëntenraad op de hoogte is, zodat de juiste keuzes worden gemaakt. Kiest u voor een beter milieu, voor gegarandeerd hygiënisch schone kleding en voor minder slijtage? Dan kiest u ook voor meer persoonlijke aandacht voor u. Want door uw was uit te besteden hebben familie en verpleging tijd voor u. Hiervoor hoeft u niets teveel te betalen, en dat is fijn in tijden waarin elke cent telt!
Postbus 10 4060 GA Ophemert Tel.: 0344 - 65 04 37 Fax: 0344 - 65 26 65 E-mail:
[email protected] www.ftn-nl.com
FTN Cons folder A5 v4.indd 2-1
Informatie over de waskosten voor bewoners van zorgcentra 03-07-13 14:52
het verzorgingshuis optimaal kan presteren richting haar clienten. Doordat bijvoorbeeld het wasgoed snel en efficient bij de client zelf afgeleverd wordt tegen kosten die transparent en inzichtelijk zijn omdat op individueel niveau gefactureerd kan worden. Daarbij hoeft men zich geen zorgen te maken om de hygiëne. Het wasgoed dat afgeleverd wordt, is niet alleen optisch schoon maar beslist ook hygiënisch! Immers, ouderen vormen een kwetsbare groep waardoor hygiëne extra belang krijgt. Ook voor personeel en familie van cliënten is hygiënisch schoon textiel van groot belang. Denk bijvoorbeeld aan het risico van cytostatica dat via patiënten opgenomen wordt in textiel. Niet voor niets geldt een eis dat textielservicebedrijven gecertificeerd moeten zijn. De Stichting Werkgroep Infectiepreventie (WIP) stelt in haar richtlijn “Linnengoed ziekenhuizen” dat voldaan moet worden aan de eisen van het Certex kwaliteitsschema “of vergelijkbaar”. Duurzaamheid en kwaliteit zijn twee andere belangrijke aspecten. Zoals bovenstaand aangegeven is professionele textielservice tot drie maal duurzamer dan thuiswassen en de zogenaamde On Premises Laundries (OPL). Geoptimaliseerde processen dragen hieraan bij. Een ander duurzaamheidsaspect is de verminderde slijtage van textiel. Nibud schrijft in haar ‘Richtlijn waskosten zorginstellingen’: ”Door de professionele apparatuur kan op lagere temperatuur worden gewassen dan wanneer men thuis zou wassen, verloopt het wasproces korter en is het verbruik van water en energie lager. Dit komt de kwaliteit van kleding ten goede. Daarnaast kunnen wasserijen het water hergebruiken en worden hygiëneprotocollen gehanteerd”. Maar wat FTN zeker zo belangrijk vindt, is dat professionele textielservicebedrijven ertoe bijdragen dat personeel van verzorgingshuizen de handen vrij heeft voor hun eigenlijke taak, namelijk aandacht en tijd kunnen besteden aan de cliënten zelf. In tijden waarin goed personeel steeds schaarser wordt en mantelzorgers steeds zwaarder worden belast, is dit erg belangrijk!
10
Jaarbericht 2013
“Certex: een stabiele maar ook dynamische kwaliteitsstandaard!” Het Certex kwaliteitsschema is in meerdere opzichten uniek. Het is een geaccrediteerd ISO9001-schema waarvan de Europese norm EN14065 Risk Analysis Biocontamination Control (RABC), een verplicht onderdeel is. Daarnaast is het schema uitgewerkt met specifieke eisen en richtlijnen die de totale bedrijfsvoering, van inkoop, productontwikkeling tot en met reiniging en logistiek omvat. Een ander uniek kenmerk is dat het schema eigendom is van FTN en daarmee de leden die zelf bijdragen aan aanscherping en verbetering van het schema. De maatschappij verandert en daarmee ook de eisen die aan het gebruik van textiel worden gesteld. Certex blijft voor de gebruiker de betrouwbare kwaliteitsstandaard en veert mee met de wensen en eisen van alle betrokkenen. Binnen FTN is er het nodige werk verzet om de ontwikkeling van Certex impulsen te geven en het schema op een hoog plan te houden, c.q. te brengen.
Certex: ISO9001 met een grote plus! Het Certex kwaliteitsschema leidt tot ISO9001- en RABCcertificering. Echter, binnen deze normen en standaarden worden alleen de stappen en kaders beschreven om te komen tot kwaliteitsbeheersing en –borging zonder dat hieraan minimumeisen zijn gekoppeld. Een ISO9001-certificaat zegt dus eigenlijk niets over het kwaliteitsniveau van het geleverde product. Certex werkt deze raamwerken verder uit in concrete eisen en richtlijnen. Concrete eisen en grenswaarden binnen de richtlijnen die belangrijk zijn voor een optimale procesbeheersing en waarop door de auditerende instantie concreet getoetst kan worden. Bijvoorbeeld als het gaat om hygiëne waarvoor als norm is vastgesteld een totaal kiemgetal van ≤ 2 kve/cm² en 0 kve/ cm2 als het gaat om Entero-bacteriaceane en Staphylococcus aureus. Binnen Certex geldt als uitzonderlijke eis dat alle locaties geauditeerd moeten worden en dat de conformiteitsbepalende instantie, in dit geval TÜV Nederland, klantbezoeken uitvoert. Het onafhankelijke College van Deskundigen, waarin onder andere deskundigen uit de gezondheidszorg en horeca zitting hebben, ziet erop toe dat het Certex kwaliteitsschema op het gewenste hoge niveau blijft.
Jaarbericht 2013
11
Aanscherpingen
Certex Industrie
Audits zullen volgend jaar uitgevoerd worden op basis van een aangepast handboek. ISO9001-2008 leidde destijds tot een noodzakelijke herziening van het Certex handboek. Binnen ISO9001-2008 staan preventie en het controleren van procesindicatoren centraal. Niet alleen de nieuwe ISO-norm vroeg om wijzigingen, ook het besluit van certificaathouders om van EN14065 RABC een verplicht onderdeel van Certex te maken vroeg om de nodige aanpassingen. RABC is een norm die zich toespitst op hygiëne. Gegarandeerde hygiëne is één van de speerpunten binnen het Certex kwaliteitsschema.
Industrie is een belangrijk segment voor textielservicebedrijven. Ook aan dit segment kan veel toegevoegde waarde geleverd worden. Verantwoord textielbeheer op een kwalitatief hoog niveau betekent dat bijvoorbeeld werkkleding de bescherming blijft bieden die verwacht wordt. En daardoor ook langer ingezet kan worden. Het lastige van het segment industrie is de diversiteit. Het segment kent vele branches en daarmee ook veel uiteenlopende toepassingen van textiel. Van brandweerpak tot een kostuum, van poetsdoek tot handdoek.
In het gewijzigde handboek zijn bepaalde termen vervangen en specifieker gemaakt met als voorbeeld “periodiek” dat nu “maandelijks” of “jaarlijks” is geworden. Daarnaast is de RABCsystematiek, en met name de controleprocedure, aangescherpt. Naast frequentie zijn de meetmethodieken beschreven inclusief de aantallen te controleren artikelen en het type en aantal metingen op die artikelen. De consistentie in de kwaliteitsborging wordt daarmee verhoogd. Ook zijn aanpassingen doorgevoerd die ruimte bieden om nieuwe technologische ontwikkelingen binnen de textielservicebedrijven toe te passen binnen de gevalideerde borging van het Certex-schema. Het kwaliteitsschema sluit daarbij aan op de dagelijkse praktijk terwijl de klant het kwaliteitsniveau krijgt zoals hij gewend is. Certex onderscheidt zich daarin ten opzichte van andere schema’s. Vaak worden daarbinnen per type wasgoed en/of vervuiling de exact te volgen wasprocessen voorgeschreven waardoor er geen ruimte is voor toepassing van nieuwe ontwikkelingen.
Dit maakt dat de variatie aan kwaliteitseisen enorm is. Het aantal ISO- en EN-normen geeft dit al aan. Binnen het generieke stelsel van eisen en richtlijnen dat Certex biedt, is aanvulling met specifieke eisen en richtlijnen gericht op diverse toepassingen, c.q. functionaliteiten gewenst. Het Certex kwaliteitsschema wordt uitgebreid met in eerste instantie eisen en richtlijnen voor toepassingen in de voedingsmiddelenindustrie en handhygiëne. Reflectie is één van de daarop volgende functionaliteiten die nader uitgewerkt wordt.
ISO9001:2015 In het nieuwe handboek én de aanvullende eisen en richtlijnen voor industrie, wordt al aansluiting gevonden bij de nieuwe systematiek die ISO9001:2015 kenmerkt. De ISO-organisatie kiest ervoor om de structuur van kwaliteitsnormen/-systemen te uniformeren. De in het verleden ontwikkelde standaarden en normen, waarvan ISO9001 er één is, waren niet echt compatible omdat een generieke structuur ontbrak. Het invoeren van een integraal kwaliteitsmanagementsysteem werd daardoor bemoeilijkt. ISO ontwierp daarom een generieke structuur die gaat gelden voor alle kwaliteitsmanagementsystemen. Dit betekent dat beoordeeld moet worden of en op welke wijze het Certex kwaliteitsschema aangepast moet worden. ISO heeft in de herziening diverse aandachtspunten benoemd waaronder: • Het meer zichtbaar maken van risicomanagement (risico- en kansberekening); • Meer focus leggen op productconformiteit (de klant moet tevreden zijn over het product); • Het onderhoud van infrastructuur; • Een betere afstemming met de praktijk van zaken doen; • Het proces- en kennismanagement; • De toeleveringsketen/outsourcing; • Life cycle management. De komende periode zal deze ontwikkeling veel aandacht krijgen binnen de Federatie Textielbeheer Nederland.
12
Jaarbericht 2013
“Innovatie en toegevoegde waarde” Binnen een aantal raamwerken heeft FTN lijnen voor de de toekomst uitgezet die het karakter van de branche nieuwe impulsen gaat geven. De rode draad die is uitgezet, wordt verbeeld in onderstaande afbeelding. Van een introverte sector met veel aandacht voor het primaire proces, het wassen en het verbeteren daarvan, transformeert de sector naar een extraverte sector met veel aandacht voor de totale waardeketen van textiel en textielverzorging. De aandacht voor het verder optimaliseren van het primaire proces blijft. Steeds weer worden nieuwe projecten gedefinieerd en uitgevoerd die de “state of the art” van de techniek naar een hoger plan tillen. Met succes want de sector presteert bijvoorbeeld binnen het convenant MJA-3, gericht op energie- en efficiencyverbetering, al jaren op rij bovengemiddeld! De sector is er zich van bewust dat de oriëntatie breder moet. Dat ontwikkelingen die in de waardeketen textiel maar ook binnen de belangrijkste marktsegmenten, de rol en positie van textielservice beïnvloeden. Nieuwe materialen en technieken leiden tot diverse toepassingen van textiel dat nieuwe functionaliteiten kent. Dit vraagt om nieuwe behandeltechnieken. Klanten worden in hun dagelijkse business geconfronteerd met ontwikkelingen die vragen om specifieke oplossingen. Zodat hun core businsess efficiënt uitgevoerd kan blijven worden. Met een optimale aansluiting op specifieke klantwensen. Dit betekent dat in toenemende mate maatwerk een steeds grotere rol gaat spelen. Klanten zien dat hun klanten steeds meer behoefte hebben aan gepersonaliseerde dienstverlening. Dit vraagt om een nieuwe rol van textielservicebedrijven. Een veel zwaarder accent ligt op de dienstverlening rondom het feitelijke reinigingsproces. Nieuwe en uitgebreidere vormen van logistieke dienstverlening worden steeds belangrijker en vragen bijvoorbeeld om slimme ICTtoepassingen. Textielservice zal door deze bredere oriëntatie met aandacht voor de totale keten een stevige positie innemen in deze keten. Haar toegevoegde waarde verder uitbouwen en zo bijdragen aan onder andere de duurzaamheidswaarde van herbruikbaar textiel. Maar als businesspartner ook naast opdrachtgevers staan om voor hun specifieke vraagstukken businessmodellen op maat te ontwikkelen. Ontzorgen krijgt een nieuwe dimensie.
Routekaart Textielservice 2030 De, in samenwerking met de branche zelf, brede groep
vertegenwoordigers uit de gezondheidszorg, handel en industrie en horeca recreatie, heeft een breed spectrum aan aandachtsgebieden opgeleverd. Aandachtsgebieden die in 16 researchthema’s geclusterd kunnen worden binnen de hoofdthema’s: “Materiaal”, “Behandeltechnologie”, “Logistiek” en “ICT”. Geïnitieerd vanuit de overheid en MJA3 is de Routekaart Textielservice 2030 in beginsel gericht op het bereiken van extra energie efficiencyverbetering bovenop de binnen MJA3 gestelde doelstellingen. FTN laat zien dat dit inderdaad mogelijk is door een doelstelling van 80% verbetering in 2030 te noteren. Echter, de Routekaart is vanuit de marktsegmenten en het toekomstbeeld dat zij hebben, ontwikkeld. Het is vertaald in allerlei innovaties en ontwikkelingen waarmee de textielservice deze segmenten, in het realiseren van dat toekomstbeeld onder andere voor allerlei problematieken, oplossingen kan bieden.
Nieuwe innovatie Een wat vreemde kreet misschien maar zoals al eerder gesteld is textielservice al gedurende jaren bezig met innovatie. Het verruimen van de scope als hierboven omschreven en daarmee samenhangend het vaststellen van een breed innovatieprogramma met researchagenda, leidt tot het betreden van terreinen die geheel of ten dele nieuw zullen zijn. Daarin zal de kracht van samenwerking met (inter-)nationale partners
Jaarbericht 2013
haar voordelen bieden. Maar ook het benutten van kennis en expertise binnen de eigen gelederen waarin toeleveranciers goed vertegenwoordigd zijn.
Maatschappelijke vraagstukken Een externe oriëntatie én de wil om het MVO-beleid van de sector verder uit te bouwen, brengt de noodzaak om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Vergrijzing en een hogere leeftijdsverwachting in combinate met een personeelstekort vraagt om oplossingen die het binnen gezondheids- en ouderenzorg mogelijk maken om met minder mensen een grotere groep patiënten en/of cliënten te helpen. Monitoring op afstand en het slim toedienen van medicijnen kunnen daarbij een helpende hand bieden. Zaken die met het ontwikkelen van nieuwe materialen en behandeltechnnologieën ingevuld kunnen worden. De toenemde individualisering en de toenemende vraag van klanten naar maatwerk, betekent dat hotels en restaurants bij reserveringen de mogelijkheid bieden faciliteiten naar wens in te laten richten. Dit vraagt om een breder textielpakket waarbij op het juiste moment het gewenste pakket beschikbaar is voor die ene klant. In termen van voorraadbeheer en logistiek een uitdaging. Geïntegreerde logistieke en ICTtechnische oplossingen kunnen dit invullen. Binnen ook handel en industrie zullen bijvoorbeeld personeelsschaarste en vergrijzing leiden tot extra druk op Arboz-zorg hetgeen leidt tot uitgebreidere beschermingsmiddelen in de vorm van werkkleding met nieuwe en uitgebreidere functionaliteiten. Die in de gebruiksfase op een gevalideerde en gecontroleerde wijze hun functies moeten blijven behouden. Dit vraag om innovatie binnen de behandeltechnologie. Het “reloaden” van textiel en het in samenhang daarmee kunnen “tracken and tracen” brengt hiervoor oplossingen.
13
Nationale kaders Niet alleen de sector bepaalt haar toekomst. De overheid heeft ook een stevige vinger in de pap. Stelt vanuit haar visie doelstellingen vast. Al dan niet onder toeziend oog van Europa. De Nederlandse overheid heeft om een aantal van die doelstellingen te bereiken het Top Sectorbeleid gedefinieerd en de Green Deals ingericht. Programma’s gericht op het stimuleren van innovatie door het Nederlandse bedrijfsleven binnen negen benoemde topsectoren. Programma’s gericht op het versterken van de duurzame groei en de ontwikkeling in de vorm van Green Deals. Textielservice speelt, mede met de binnen de Routekaart benoemde onderwerpen, hier op in en heeft binnen de Topsectoren HTSM, Chemie, Logistiek en Energie de nodige onderwerpen en projecten gedefinieerd. Ook binnen het kader van de Green Deal, die vraagt om concrete oplossingen die binnen een looptijd van zo’n twee tot drie jaar gerealiseerd kunnen worden, heef FTN ijzers in het vuur liggen. IJzers die in 2014 gesmeed kunnen worden. De Green Deal Textielverzorging omvat projecten op het gebied van zonne-energie toepassingen, WKK en waterrecycling, innovatieve energie monitoring en elektrisch transport. Het MA3-convenant, met een doelstelling van gemiddeld 2% efficiencyverbetering per jaar, blijft een belangrijke stimulans voor verbeteringen op het gebied van proces- en ketenefficiency alsmede de inzet van duurzame energie. De brede oriëntatie van FTN en de samenwerkingen die tot stand zijn gekomen of voorbereid worden, maken dat op alle aspecten van de bedrijfsvoering innovatie centraal staat maar ook daadwerkelijk tot uitvoering kan komen. Niet alleen in woorden maar ook in daden!
14
Jaarbericht 2013
MKB-Nederland-voorzitter Michaël van Straalen
“Geen polonaise in 2014, maar het gaat zeker beter” ambities zijn hoog. ,,Het is een sector met een Het was een heftig jaar. Waarnemend voorzitter Michaël van Straalen van MKBNederland geeft direct het statement maar af. ,,Het is een moeilijk jaar geweest voor ondernemers in het MKB.” Maar Van Straalen ziet licht en de vruchten van intensief lobbywerk. Alleen: ,,Het kabinet moet nu doorpakken.” Vraaguitval, prijzen en marges die onder druk staan, het effect van inbesteding. En natuurlijk: vijf jaar crisis. ,,Veel MKB’ers hebben de tering naar de nering gezet, maar zijn daarbij wel zo lang mogelijk trouw gebleven aan het personeel. Gevolg: het eigen vermogen is zo goed als verdampt. Dat kan heel ver gaan. Dan hebben we het niet alleen over liquiditeit, maar ook over de pensioenvoorziening van de ondernemer die in het gedrang komt. En dan de banken die steeds scherper worden in hun kredietbeoordeling: iedereen snapt dan dat ondernemers in het MKB het zwaar hebben.”
Innoveren De hamvraag is hoeveel MKB-ondernemers de ruimte nog hebben om de stap naar voren te maken, de ruimte hebben om te investeren. Van Straalen: ,,Zeker ook in de sector waarvoor FTN staat, is dat cruciaal. Het is een buitengewoon arbeidsintensieve sector. De factor arbeid is nu eenmaal kostbaar in dit land. Je moet innoveren, terwijl de banken zeggen: mooi bedrijf, maar wij helpen je niet om nieuwe machines aan te schaffen. Die paar grote jongens met vet op de botten, redden het wel. Maar die kleine ondernemer heeft dezelfde support nodig. Daarvoor zijn wij in de wei gezet.”
Energieakkoord Daarbij heeft MKB-Nederland ook een heftig jaar achter de rug. ,,We zijn begonnen met een regeerakkoord tussen twee partijen die niet in staat zijn gebleken om de eigen lijn voldoende vast te houden. Daarna hebben wij samen met andere partijen onze verantwoordelijkheid genomen om zelf akkoorden te sluiten.” Nederland is weer polderland geworden? Van Straalen: ,,We moesten iets doen. Neem het energieakkoord, ook voor de textielbeheerders zeer interessant. Jullie trekken nogal wat prik uit de muur, tenslotte. Aanvankelijk werd er in de groene agenda van dit kabinet een last van vele miljarden richting het bedrijfsleven geschoven. Dan staat een sector al onder druk en dan komt er een kabinet dat flink de energie gaat belasten.
In het kader van het energieakkoord hebben wij gezegd: pas op de plaats. We onderschrijven zeer zeker het doel: meer duurzaamheid. Maar hoe verdelen we die last nu beter? Die last is nu 330 miljoen. Nog veel, maar het is wat anders dan een paar miljard. Zo creëren we ook ruimte om te blijven investeren.”
Zelfstandigenaftrek De pijnpunten blijven natuurlijk. Toch is Van Straalen niet ontevreden. ,,We hebben toch erg goede lobbyresultaten bereikt om de pijn voor ondernemers zo gering mogelijk te houden: zelfstandigenaftrek behouden, indexering van de belastingschijven, kinderbijslag blijft bestaan. Laten we niet vergeten dat de ondernemer ook gewoon consumerende burger is, schoolgaande kinderen heeft. In de oorspronkelijke plannen werden ondernemers veel te hard geraakt. Wij hebben duidelijk stelling genomen: ophouden met die flauwekul. Het kon echt niet. Het resultaat dat er nu ligt, is echt beter voor het ondernemerschap.”
Consumentenvertrouwen En zo gaan we 2014 in. ,,We gaan volgend jaar niet de polonaise lopen,” stelt Van Straalen. ,,Maar: het gaat wel beter. De maakindustrie doet het beter, de woningmarkt herstelt, de inflatie daalt, de koopkracht ontwikkelt zich minder negatief dan begroot. We zien een kleine plus in de economische groei. Er ontbreekt echter één ding: het consumentenvertrouwen. Daar eten we als ondernemers van. We moeten weer durven uitgeven. Dat is voor textielverzorgers ook belangrijk. Als de hotel- en horecabezoeken toenemen, zien jullie de omzet groeien. Hebben mensen wel geld in de portemonnee nodig. Wij roepen het kabinet op: nu doorpakken. Er zijn lichtpunten, er is perspectief. Dat mag je als overheid niet laten gaan. Nu stimuleren dus, niet afremmen.
Jaarbericht 2013
15
Hoogleraar Marc van Parys van Universiteit Gent
“Keten moet stroomopwaarts gaan kijken” Marc van Parys, hoogleraar aan de universiteit van Gent, vat het even samen: technologie, globalisering, nichemarkten. Dat is de toekomst voor de gehele textielmarkt in Europa voor de komende jaren. Maar dan moeten alle partijen in die markt wel van hun eilandjes afkomen. ,,De grenzen tussen sectoren zullen meer en meer vervagen.” Marc van Parys is vanuit diverse rollen en posities dagdagelijks bezig met die textielmarkt. Niet alleen is hij hoogleraar, maar bestuurt hij ook de masteropleiding textiel aan de Gentse universiteit en het researchinstituut Textiel Opleiding en Ontwikkel Centrum (TO2C). ,,We zien dat technische textiel duidelijk in opkomst is,” vertelt hij. ,,Dat is een enorm sterk groeiende sector. Voor veel grote bedrijven is het vaak nog een nevenactiviteit, maar we zien steeds meer kleinere bedrijven ontstaan die zich volledig specialiseren in die nieuwe technologie.”
Niches En juist die ontwikkeling kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de textielindustrie in zijn geheel voor Europa behouden blijft. Klinkt dramatisch, maar feit is dat met name de globalisering van de sector ervoor heeft gezorgd dat veel werk Europa inmiddels heeft verlaten. ,,Bedrijven in Europa staan onder grote druk, die hebben het heel moeilijk. Er is nu eenmaal heel veel concurrentie vanuit de zogeheten lage lonen-landen en die concurrentie zal alleen maar verder toenemen.” Maar: dat geldt vooral voor de klassieke textiel. ,,Dat betekent dat Europese bedrijven zich vooral moeten concentreren op nieuwe, hoogwaardige markten. Dat zijn de markten voor technisch textiel: veel nieuwe technologie, weinig arbeidsintensief. Daar moeten we de niches in opzoeken. De wereld binnen en buiten onze sector verandert heel snel, maar het biedt ook kansen.”
Vervagende grenzen Veel van die nieuwe technologie bevindt zich nog in ontwikkelstadia. ,,Toch zien we wel zaken die nu op doorbreken staan,” aldus Van Parys. ,,Ik kijk dan naar beschermend textiel en textiel met genezende functies. Textiel was altijd passief, we gaan nu de grote introductie krijgen van actief textiel. Dat zijn materialen die een mens bijvoorbeeld waarschuwen als de omgeving verandert en zich tegelijkertijd aanpassen aan die omstandigheden. Juist met deze trends zien we de grenzen
tussen sectoren vervagen. Dat is goed: we hebben die kruisbestuiving nodig.” Van Parys doelt concreet op textielmateriaal dat nu ontwikkeld wordt voor bijvoorbeeld de zorg. ,,Een van de doelen is om de werkdruk in de zorg te verminderen. We hebben nu materiaal die de koorts van een patiënt zichtbaar maakt.”
Eilandjes Een stap verder is textiel dat ook koortsverlagende middelen toedient. Van Parys: ,,We hebben al textiel dat vitamines toedient. Het probleem is: hoe gaan we dit vermarkten? Je moet aantonen dat het echt werkt en welke toegevoegde waarde het heeft binnen een sector.” Dat moet een gedragen verhaal zijn: een verhaal waarin de hele keten zichzelf herkent. De rol van textielbeheerders zal sterk veranderen. ,,We krijgen zelfreinigend textiel, easy to clean en textiel met antibacteriële producten die zich aan de vezel gaan hechten en dus niet meer uitgewassen kunnen worden. Al deze ontwikkelingen hebben een enorme impact op de keten. Iedere partij in die keten zal hun procedures en procédés moeten aanpassen.” Daar ligt nog een hoop werk, stelt Van Parys vast. ,,We zitten echt nog teveel op onze eilandjes en kijken stroomafwaarts. We moeten juist meer stroomopwaarts kijken: wat komt er op ons af, op de gehele keten en welke positie neem ik daar in? Wasserijen moeten zich bewust worden van die nieuwe technologieën en technologiebedrijven moeten zich bewust worden van reinigingsprocédés. Het kernwoord voor de toekomst is communicatie.”
16
Jaarbericht 2013
FTN activiteitenplan 2013-2014 Algemeen - Belangenbehartiging; het profileren van en het opkomen voor het maatschappelijk en economische belang van de sector bij eindgebruikers in de marktsegmenten horeca, gezondheidszorg en industrie alsmede stakeholders binnen en buiten deze segmenten, bijvoorbeeld via het lidmaatschap bij MKB Nederland; - Keten- en (inter-)nationale samenwerking; in de vorm van: - Informatieuitwisseling brancheverenigingen Europese landen; - Gezamelijk marktonderzoek ; - Internationale projecten via de Stichting Engineering of Fibrous Smart Materials (EFSM); - Ledenwerving.
Interne communicatie - Platforms: leden zijn in beginsel lid van alle platforms en worden voor alle bijeenkomsten uitgenodigd en kunnen afgevaardigden actief laten participeren binnen deze platforms; - Workshops: in het kader van bepaalde projecten en activiteiten worden, op initiatief van de platforms, extra workshops georganiseerd waarin bepaalde onderwerpen extra belicht worden, ook door externe deskundigen; - Nieuwsbrieven: leden ontvangen wekelijks de e-newsberichten van het vakblad Textielbeheer, daarnaast
- -
verschijnt iedere drie weken de e-news van FTN; FTN website: deze website zal in een gemoderniseerde, meer gebruikersvriendelijke vorm beschikbaar komen voor leden. De website bevat naast nieuwsberichten de agenda’s en notulen van vergaderingen, presentaties en rapporten; Vakblad Textielbeheer: dit blad informeert leden in de volle breedte over ontwikkelingen binnen de branche.
Externe communicatie - FTN Communicatieplan 2014; het profileren van: - Het innovatieve imago van de branche via Routekaart Textielservice 2030 en de (inter-)nationale projecten die in dit kader ontwikkeld en uitgevoerd worden; - Het duurzaamheidsprofiel van de branche onder meer door: • Project Waskosten; • Nieuwe activiteiten waaronder een congress/ evenement 2014; • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen; • UN Global Compact Ten Principles; • Topsectoren, Green Deal en Meerjarenafspraak (MJA) energie-efficiency; • Deelname aan Safety & Fashion at Work; - Het inzetten van de FTN-website maar ook social media (Facebook) om de communicatie tussen externe partijen en FTN te stimuleren.
Jaarbericht 2013
17
Platform Organisatie & Arbeid - CAO: onderhandelingen cao (periode 2013 - 2015) - Arbo: voorlichtingscampagne om het gebruik van RI&E en Arbocatalogus te stimuleren door werkgevers en werknemers inhoudelijk te informeren over: • Verplichtingen rond Arbo zoals het verplicht hanteren van de arbocatalogus; • De samenhang tussen Arbocatalogus en de RI&E; • De – belangrijkste – wijzigingen in de RI&E; - Workshop Inzet arbeidsgeïndiceerden in samenwerking met Cedris op 29 januari 2013; - Arbo-catalogus actualiseren op grond van actuele wetgeving en de in 2012 geïntroduceerde nieuwe RI&E; - Levensfasebewust personeelsbeleid (incl. jeugdlonen, BOL-jongeren, duurzaamheid en flexibiliteit) en vaststellen van uitgangspunten; - Kostprijsanalyse: jaarlijkse analyse van de te verwachten economische ontwikkelingen; - TCT: ontwikkeling van opleidingen/ trainingen die binnen protocolafspraken van de cao zijn vastgelegd.
Bijeenkomsten Ook in 2014 krijgen leden via diverse gremia uitgebreid de gelegenheid hun inbreng te leveren. Voor iedereen zijn de bijeenkomsten van de platforms Organisatie & Arbeid, Milieu & Techniek en Wet & Regelgeving toegankelijk. Per platform worden drie bijeenkomsten per jaar ingepland die – daar waar de actualiteit hiertoe aanleidig geeft - worden aangevuld met speciale workshops. Milieu & Techniek kent ieder jaar een tweetal Themabijeenkomsten. Binnen Wet & Regelgeving wordt voor Certex certificaathouders twee maal per jaar een vergadering gepland. Twee maal per jaar vindt een Algemene Ledenvergadering plaats. In de voorjaarsvergadering wordt onder meer de jaarrekening over het voorgaande jaar voorgelegd en tijdens de najaarsvergadering onder meer het activiteitenplan voor het komende jaar alsmede de bijbehorende begroting. De najaarsvergadering vindt altijd voorafgaand aan het Nationaal Symposium Textielbeheer plaats. Het NST wordt traditiegetrouw iedere eerste donderdag van november georganiseerd.
18
Jaarbericht 2013
Platform Milieu & Techniek - Topsectoren (Routekaart): ontwikkeling en uitwerking projecten binnen de Topsectoren High Tech Systemen en Materialen (HTSM), Chemie, Energie en Logistiek; - Green Deal (Routekaart) uitwerking vier vastgestelde projecten: • Zonnecollectoren; • Toepassing WKK-systemen en systemen voor waterrecycling; • Distributie met elektrische bedrijfswagens; • Innovatieve energie-monitoring; - Innovatieprijs 2014 als vervolg op het in oktober 2013 geïintroduceerde initiatief met een prijsuitreiking tijdens het NST 2013; - Energieprijs 2014: • Herziening van de (selectie-)criteria; • Jaarlijkse verkiezing best presterende MJA-deelnemer over voorgaande jaar; - EIA/MIA/VAMIL: jaarlijks vaststellen van lijst met te stimuleren machines en processen; - Projecten zoals “Hygiënisch wasssen”, “Alternatief Bleken”, “Warmtepomp droger en Continue drogen”; - Internationale projecten (zoals bijvoorbeeld Wash & Load, herindiening Guardian Angel/ ASTREA).
FTN BV - Op basis van de in 2013 gesloten raamovereenkomsten voor de leveringsjaren 2015 en 2016 uitvoeren van concrete inkoopactiviteiten voor het leveringsjaar 2014 voor de commodity gas (0% ingekocht); - Contract- en factuurcontrole voor deelnemers; - Oriëntatie en voorbereidingen Inkoop/raamovereenkomsten leveringsjaar 2017.
Jaarbericht 2013
19
FTN ledenlijst 2013 Bedrijfsnaam
Plaats
ALSCO The Netherlands TILBURG Avetex V.O.F. BRIELLE Barth Slijkhuis B.V. LAAG SOEREN Berendsen Textiel Service B.V. ARNHEM Bierbaum-Proenen GmbH KEULEN Blycolin Groep B.V. ZALTBOMMEL Blycolin Hotelservice B.V. ZALTBOMMEL C.W.S. Nederland B.V. DEN BOSCH Christeyns B.V. NIEUW VENNEP CleanLeaseFortex B.V. KOUDEKERK A/D RIJN Dry Cleaning + Laundry International B.V. LANDGRAAF Ecolab B.V. NIEUWEGEIN Edelweiss Textielverzorging B.V. DEN HAAG Eper stoom & wasserij B.V. EPE Euro Nuclear Services B.V. COEVORDEN Giezeman Fzn. Gordijnen Service B.V. RIJSWIJK Initial B.V. / Centrale Unit VOORBURG Jensen Benelux BV NIEUWEGEIN Kreussler & Co. GmbH NIEUW VENNEP Krom Textielverzorging B.V. Gorredijk Lamme Groep B.V. NEDERHORST DEN BERG Landuwasco B.V. VLAARDINGEN Lautratex B.V. ZOETERMEER Lavans B.V. HELMOND LONING HOSPITEX GmbH BARENDRECHT Meerzicht Nieuw Leven KATWIJK AAN ZEE Mengelers Textielreiniging B.V. KERKRADE MEWA Textielservice B.V. AMERSFOORT Modeluxe Linnen Service B.V. DEN HAAG Moderna Textielservice B.V. GRAMSBERGEN Newasco Neerlandia B.V. RIJEN Newasco Textielreiniging De Hoop B.V. AMERSFOORT Newasco Van Houten B.V. HEEMSTEDE Rentex Awé Stein B.V. ELSLOO Rentex Floron B.V. BOLSWARD REO Groep BV REEUWIJK Snel - Smeerdijk B.V. HILVERSUM Stomerij Wasserij Zeekant VOF MIDDENBEEMSTER Synergy Health Gezondheidszorg B.V. SCHIEDAM Textielreiniging De Baronie B.V. ETTEN-LEUR Textielreiniging de Beek B.V. HEERDE
Textielreiniging Het Springendal B.V. OUD-OOTMARSUM Textielverzorging G. van der Kleij & Zn. B.V. DE MEERN Textielverzorging Schraven Tegelen B.V. VENLO-TEGELEN Van Dijk Holland B.V. VALKENSWAARD Vega Systems B.V. OSS Vendrig-IJsselstein B.V. IJSSELSTEIN Wasserij ´t Heycop BREUKELEN Wasserij de Blinde B.V. HEERENVEEN Wasserij Clean & White VLAARDINGEN Wasserij De Plassen VINKEVEEN Wasserij de Waslijn B.V. MAASSLUIS Wasserij Dingjan LEIDEN Wasserij Elburg B.V. ELBURG Wasserij Engelbertink OLDENZAAL Wasserij Gaverland ALPHEN A/D RIJN Wasserij Gerard Best B.V. NEDERHORST DEN BERG Wasserij Hagels B.V. ENSCHEDE Wasserij Jardon B.V. VAALS Wasserij Juliana B.V. OOSTERHOUT NB Wasserij Klein B.V. KOLHAM Wasserij P. de Haan LEIDSCHENDAM Wasserij Reynders B.V. KAMPEN Wasserij Smeele B.V. MAASSLUIS Wasserij Steensel B.V. STEENSEL Wevotex B.V. ENSCHEDE
Postbus 10 4060 GA Ophemert Tel.: 0344 - 65 04 37 Fax: 0344 - 65 26 65 E-mail:
[email protected] www.ftn-nl.com