Martin Walton
Kerstboodschappen
NARRATIO
Inhoudsopgave Inleiding Kerstezel
Conditie Ezel en engel Ezelsbrug van de vrede Hartstikke donker Bijna niet gebeurd
Kerstvertellingen
Engelenverhoor bij Lucas 2 Zwarte Engel bij Lucas 2 Kerstsymfonie bij Lucas 2 Anders bij Lucas 2 Onwijs bij Matteüs 2 Gedreun van de vrede bij Johannes 1 Zandkastelen bij Johannes 1 Waar woont een woord? bij Johannes 1 Woord zoekt lichaam m/v bij Johannes 1
Kerststal
Herder Jozef Maria (Ziens)Wijze Dierenstal Een lied
Kerstgedichten
Geboorteverhaal Licht Of engelen wel bestaan Kerststemming Buitengebeuren Kerstdieren
5 7 8 10 15 20 23 27 28 33 36 39 44 47 51 55 58 61 62 64 65 66 67 69 70 71 73 76 77 78
Kerstgedachten
Kerststerren Feest van duizend lichten Vroege kerst Kerstboodschappen Achterom
Kerstdiner
Niets bijzonders Gast
Kerstwensen Lichtwens Rozenwens Sterrenwens
Kleine handreiking voor de vrede Wegen van vrede Kringloop van vrede
Engelkundig naschrift Ooit een engel gezien?
79 80 81 83 84 86 87 88 89 91 92 92 92 93 94 98 99 101
Inleiding Sinds veertien jaar werk ik als geestelijk verzorger in de geestelijke gezondheidszorg. Daar kom ik Yusef tegen, asielzoeker uit Somalië die beweert dat engelen niet zwart kunnen zijn. En Titia die uitlegt dat kerstmis vooral extra lege zondagen betekent. Joost krijgt ruzie met de oudsten van de Pinkstergemeente omdat ze een kerstboom hebben staan terwijl er geen kerstboom in de bijbel staat. Aan deze gesprekspartners wil ik dit boek opdragen, want naar aanleiding van ontmoetingen met hen heb ik de meeste verhalen, gedichten en andere teksten in deze bundel geschreven. De teksten zijn gemaakt voor kerstvieringen, kerstdiensten, kerstdiners, kerstgroeten, kerstartikelen en kerstwensen. Al naar gelang zijn ze kerkelijk of seculier van toon, serieus of schertsend of beide, oneerbiedig soms in het benadrukken van het ongerijmde, vol respect voor het verlangen van mensen. Wat willen wij met kerstmis? Dertig jaar geleden ben ik uit de Verenigde Staten van Amerika naar Nederland geëmigreerd. Dat ik daarmee de kerstman en de kerstcommercie kon ontvluchten was een aardig neveneffect. Intussen is de slee van de kerstman ook in Nederland geland en wordt flink reclame gemaakt voor het geven van luxe kerstcadeaus. Gelukkig is het idee hardnekkig dat kerstmis meer is dan consumptie. Er kleven allerlei verlangens aan kerstmis, van de hang naar huiselijke gezelligheid tot en met de hoop op wereldvrede. Wat betekent kerstmis dan? En voor wie? Die vragen heb ik mezelf telkens gesteld bij het schrijven. De verhalen en teksten bieden niet direct antwoord maar nodigen uit tot een manier van kijken. Enerzijds hoop ik dat de teksten licht werpen op het verschijnsel kerstmis.
Anderzijds besef ik dat het juist het verschijnen van het licht van kerstmis is dat licht werpt op ons bestaan. En over licht gesproken: ik denk dat de verhalen het mooist zijn bij kaarslicht, maar dat hangt weer af van waar en wanneer zij gelezen worden en door wie. Martin Walton Deventer
KERSTEZEL
Conditie ‘Ik ga wat aan mijn conditie doen,’ zei de ezel opeens. ‘Wat?’ vroeg het schaap. ‘Ik ga wat aan mijn conditie doen,’ herhaalde de ezel. ‘Wát?’ vroeg het schaap nog een keer. ‘Wát ga je aan je conditie doen?’ ‘O… uh … in conditie brengen,’ zei de ezel toen maar. ‘Ben je iets van plan?’ vroeg het schaap. ‘Nou, je weet nooit,’ antwoordde de ezel. ‘Maar waarom ga je ineens iets aan je conditie doen?’ vroeg het schaap verwonderd. ‘Waarom zou ik niet iets aan mijn conditie gaan doen?’ vroeg de ezel terug. ‘Omdat je nog nooit iets aan je conditie hebt gedaan,’ zei het schaap beslist. ‘Nou, en?!’ vroeg de ezel. ‘Je gaat toch niet zomaar iets aan je conditie doen,’ zei het schaap nog iets beslister. ‘Waarom niet?’ ‘Daarom niet!’ ‘Maar als ik dat nou leuk vind,’ opperde de ezel. ‘Dat vind jij niet leuk,’ gaf het schaap terug. ‘Hoe weet jij dat?’ vroeg de ezel trots. ‘Omdat ik je al langer ken dan vandaag,’ antwoordde het schaap betweterig. ‘Wat bedoel je dáármee?’ vroeg de ezel gekrenkt. ‘Ik bedoel ermee dat ik je al jaren ken en dat iedere keer je maar iets hebt moeten doen van werken of wandelen of reizen of dragen dat je gemopperd en gebalkt hebt van heb ik jou daar en dat je altijd alles te veel vindt en te zwaar en dat je steeds beweert dat je achteraf vreselijke spierpijn hebt en dat je –’ ‘Juist!’ onderbrak de ezel. ‘Wat ‘juist’?’ vroeg het schaap verstoord. ‘Ik wil nu eens een keer wat aan mijn conditie doen zodat ik niet zo’n vreselijke spierpijn krijg van iedere keer dat ik wat moet doen. Ik ga trainen.’ ‘Ja, ja,’ zei het schaap. ‘En dat houd je dan drie dagen vol totdat je van het trainen alleen al vreselijke spierpijn
hebt en dan zul je zien dat je juist op dat moment iets moet en dat het niet gaat.’ ‘Ja, maar ik wil er nu een keer op voorbereid zijn,’ zei de ezel. ‘Waarop voorbereid?’ vroeg het schaap. ‘Op een lange reis,’ zei de ezel. ‘Jij op lange reis?!’ zei het schaap hoofdschuddend. ‘Jij bent nog nooit verder gekomen dan het volgende dorp en nu begin je over een lange reis? Volgens mij ben je aan vakantie toe.’ ‘Ja,’ antwoordde de ezel alsof hij het zelf bedacht had. ‘Ik ga misschien op vakantie, op een lange vakantiereis.’ ‘En waar gaat de reis naar toe?’ vroeg het schaap plagend. ‘Naar … naar … naar Bethlehem!’ antwoordde de ezel. ‘Zo!’ antwoordde het schaap op zijn beurt, zogenaamd onder de indruk. ‘En enig idee waar Bethlehem ligt of hoe ver dat is of hoe je daar komt en waarom je daar nou naar toe wilt?’ Nee, dat wist de ezel allemaal niet. Hij had alleen Jozef iets over Bethlehem horen zeggen en dat ze ernaar toe moesten en de ezel dacht dat Maria iets over de ezel had gezegd, al was hij daar niet zo zeker van, maar het leek de ezel dat het waarschijnlijk nogal tamelijk ver was en dat hij nu eens een keer erop voorbereid wilde zijn en dat het bovendien geen kwaad kon om af en toe wat aan je conditie te doen, al wist hij niet zeker of hij daar echt zin in had en of hij het zou volhouden, en het was wel vervelend van het schaap dat hij zo negatief deed, hoewel het allemaal wel een beetje klopte, maar ook niet helemaal, dacht de ezel, maar in ieder geval wilde de ezel het nu toch wel een keer proberen om er eens een keer op voorbereid te zijn.
Ezelsbrug van de vrede Je hebt ezels in soorten en maten. En die heb je al heel lang. Nog voordat kerstmis werd uitgevonden had je al ezels. Ook Jozef had een ezel, zoals je weet. En die was, zoals dat een ezel betaamt, koppig, eigenzinnig, maar ook wel hard werkend en goedhartig. Het bijzondere aan de ezel van Jozef was wel dat hij kon nadenken. Dat deed hij niet te vaak en ook niet te veel, maar af en toe dacht de ezel best wel, op zijn manier, over de dingen na. Dat nadenken kwam lang niet altijd goed uit. Het probleem was namelijk dat de ezel niet twee dingen tegelijk kon. Hij kon bijvoorbeeld niet nadenken en lopen tegelijk. Hij kon niet nadenken en eten tegelijk. En bovendien als de ezel met nadenken begon, kon de ezel niet niet nadenken, niet zomaar even wachten met nadenken. Dan moest hij eerst nog even uitdenken voordat hij weer iets anders kon doen. En soms begon de ezel helemaal zonder waarschuwing, op de meest ongeschikte momenten, ineens, ongevraagd en onbeheerst na te denken. Ja, het was niet zozeer dat hij begon na te denken. Het was meer dat het nadenken zelf begon en dat hij moest meedenken, zonder dat hij het zelf van tevoren bedacht had. Als hij erover nadacht was het net als met een melodietje dat je bedenkt. Dat bedenk je eigenlijk niet zelf. Dat komt aanwaaien en voordat je het weet, zit je het melodietje te neuriën. Het overkomt je. Zo was het ook met nadenken, vond de ezel. Als je het heel hard probeert, lukt het niet. Als je je ervoor openstelt, dan komt het af en toe van zelf aanwaaien. Daar had de ezel dus goed over nagedacht maar het hielp allemaal niet. Want als het nadenken kwam aanwaaien, dan stopte hij met al het andere, wat hij ook aan het doen was. Dat was op die lange reis naar Bethlehem meer dan één keer gebeurd. Het was druk geweest op de weg. Mensen naar alle kanten onderweg om zich voor de volkstelling in te laten schrijven. Ook veel Romeinse soldaten. De ezel had Jozef horen verzuchten,
15
‘De vrede lijkt verder weg dan ooit.’ En ineens was de ezel aan het nadenken geslagen, zonder dat hij er zelf erg in had. Hij kwam geen stap vooruit. En omdat het op een smal stuk weg gebeurde kon ook niemand anders voorbij. Jozef probeerde met man en macht om de ezel weer aan de gang te krijgen maar het lukte niet. Want de ezel was aan het nadenken. Als de vrede verder weg lijkt dan ooit, hoe ver weg is de vrede dan eigenlijk? En is de vrede hier ooit geweest eigenlijk? En men heeft het wel eens over een koning van vroeger die vrede heeft gebracht, maar hoe lang geleden was dat eigenlijk? En is de vrede ver weg in een ander land of ver weg in een andere tijd? En de ezel vroeg zich af waarom je zoveel vragen krijgt bij het nadenken. En toen begon de ezel zich af te vragen waarom zijn achterwerk zo’n pijn deed. En toen hield het nadenken ineens op. Want Jozef was een beetje ongeduldig geworden en had de ezel een flinke klap op zijn achterwerk gegeven. En pijn voelen gaat meestal vóór gedachten denken. En pijn voelen en doorlopen kon de ezel toevallig wel tegelijk, en zo was de ezel weer in beweging gekomen. Het gebeurde nog een paar keer onderweg dat de ezel zonder enige waarschuwing aan het nadenken sloeg en alles en iedereen ophield. Bijvoorbeeld toen Maria en Jozef woorden kregen, omdat Maria een beetje kortaf was en Jozef had geantwoord dat het zijn schuld niet was dat zij op reis moesten en dat zij zwanger was en zo. Ineens was de ezel weer aan het nadenken geslagen. Want dat vroeg de ezel zich ook af, waarom een hoogzwangere vrouw op reis ging. Bovendien was het voor hem als ezel alleen maar extra gewicht. En bovendien, als het niet Jozef zijn schuld was dat Maria zwanger was, wiens schuld was het dan wel? En moest je eigenlijk wel van schuld spreken? Na een tijd was het nadenken vanzelf opgehouden omdat de ezel afgeleid werd door een paar druppels die op hem vielen. Terwijl hij zich afvroeg hoe het kon dat