Mart Smeets ‘Met een liegende ploegleider heb ik echt geen medelijden’ Al ruim dertig jaar is Mart Smeets een van de bekendste en populairste gezichten binnen de Nederlandse sportverslaggeving. Maar te midden van de vele emoties die sport weet los te maken, is hij vaak ook kop-van-jut. Hoe ziet Smeets de macht van de media in de sport? En welke gevolgen heeft die machtspositie voor zijn eigen journalistieke doen en laten? ‘Wie niets te verbergen heeft, heeft van de serieuze sportpers niets te vrezen.’ Het lijkt de omgekeerde wereld: de journalist die door zijn televisiewerk sporters tot bekende Nederlander maakt, staat inmiddels zelf herhaaldelijk in het centrum van de belangstelling. Als Mart Smeets het café verlaat waar dit interview heeft plaatsgevonden, klampt een groepje mensen op het terras hem aan. Of mevrouw éven met hem op de foto mag? Gelaten en routineus laat de Studio Sport-man het gebeuren. Een vriendelijk woord als afscheid en dan kuiert hij terug naar de privacy van zijn eigen woning in de binnenstad van Haarlem. Is sport zo groot dat het ook de brengers van het nieuws tot helden maakt? Welnee, vindt Smeets. Sport in Nederland heeft helemaal niet de plaats die het verdient. ‘De dagbladen brengen één of twee pagina’s per dag, meestal volgeschreven door medewerkers en niet eens door de redactie zelf. Alleen in het weekend mag het iets meer zijn. Dat is toch niet te vergelijken met de Amerikaanse en Britse pers. Of kijk eens in Italië en Spanje, waar meerdere dagbladen kunnen bestaan die alleen over sport schrijven. Dat is in Nederland in het verleden ook wel geprobeerd, maar het is hier al hard vechten om een blad als Sportweek op de markt te houden. We hebben geen sportjournalistieke cultuur.’ En met dat eigen heldendom valt het ook nogal mee. Tot zijn verbijstering maakte Smeets jaren geleden al mee hoe hij bij een basketbalwedstrijd in Den Bosch door supporters uitgescholden werd voor homo. Terwijl dat basketbal toch zíjn sport was. In korfbalkringen mag hij dan soms ergernis opwekken met een enigszins laatdunkende aankondiging van een wedstrijdverslag, maar basketbal? ‘Iedere commentator en presentator van Studio Sport krijgt door het grote publiek een bepaalde kleur toegemeten, hoe neutraal je ook probeert te zijn. En dan deug je dus niet voor supporters van een andere club of een tak van sport en word je uitgejouwd als teringjood.’
126
13_44.indd 126
sport en kennis
25-5-2007 10:02:40
sport en kennis
13_44.indd 127
127
25-5-2007 10:02:44
‘Als er rottigheid is, moet dat boven water komen.’ Achillespees Smeets (1947) speelde zelf basketbal, in de Nederlandse eredivisie en het Nederlands team, tot een ernstige blessure aan de achillespees hem deed besluiten om te stoppen. ‘Ik ben nog naar een Duitse specialist geweest, die me vijftien procent kans op herstel voorspiegelde als ik me liet opereren. Maar dan zou ik wel eerst een halfjaar in het gips moeten. Die weg zag ik niet voor me’, zegt hij. Hij was in die jaren al actief als journalist. ‘Als we een Europacupwedstrijd moesten spelen in een ver land, belde ik soms zelf het verslag door naar de krant, zonder dat ik mijn eigen rol in het team mocht noemen, natuurlijk. Het was armoede in de sportjournalistiek en ik heb de indruk dat het tegenwoordig niet veel beter is. Media hebben er geen geld voor over om écht veel aandacht aan sport te besteden. Sport is niet belangrijk. Maar aan de andere kant moet je ook constateren dat er - gemeten over de hele breedte van de sport - momenteel héél slecht wordt gepresteerd en slecht wordt georganiseerd. Er zijn natuurlijk enkele uitzonderingen, maar ik ben echt somber over het niveau. ‘t Is vreselijk.’ Hij zette zijn eerste stappen in de sportjournalistiek toen daar nog tamelijk braaf en volgzaam werd gerapporteerd over de gebeurtenissen. Een verslag van de wedstrijd, het scoreverloop en de uitslag, een paar quotes van coach en belangrijkste spelers en dat was het wel zo’n beetje. ‘Maar er waren een paar uitzonderingen die mijn voorbeeld werden: mensen als Hans Rombouts, Hidde van de Ploeg en Hans Doeleman, die goed konden luisteren. Doeleman was de eerste scherpe journalist in de basketbalwereld.’ Algemeen belang Zeker in de sport hebben bestuurders, maar ook trainers en spelers de neiging om journalisten aan te spreken op wat ze zelf zien als het “algemeen belang”. Een kritische benadering van prestaties en andere gebeurtenissen is al snel ‘niet in het belang van de sport’ en de vuile was buiten hangen geeft dan ook geen pas. Het dienen van de sport bestaat in die visie vooral uit het toedekken van wat niet deugt. ‘Het voortdurend hanteren van het fileermes is niet de journalistieke benadering die ik aanhang’, zegt Smeets. ‘Maar als er rottigheid is, moet dat boven water komen. Daarin ben ik altijd mijn eigen weg gegaan en heb ik mijn eigen plan getrokken. Ik schrijf en zeg wat ik denk. Sporters en bestuurders die niets te verbergen hebben, hoeven de journalist echter niet te vrezen.’ Maar als je dat werk bijvoorbeeld doet tijdens de Olympische Spelen, word je als journalist door het IOC aangesproken als “lid van de Olympische familie”. ‘Als voorzitter Rogge fouten maakt, wordt hij daarop afgerekend. Ook door mij, al kennen we elkaar al heel lang en mag ik nog altijd Jacques tegen hem zeggen.
128
13_44.indd 128
sport en kennis
25-5-2007 10:02:44
‘Rogge is gewoon een prettig en aardig mens die zijn macht niet misbruikt.’ Maar Rogge is en heeft een vrije geest. Hij is niet veranderd nu hij macht heeft, al is hij natuurlijk wat voorzichtiger in zijn uitlatingen. Tijdens de Spelen of bij een bezoek aan de WK schaatsen komt hij altijd even bij mij in de uitzending. Dat is leuk voor mij en voor het programma, zelf wordt hij er niks beter van. Hij gebruikt me niet. Maar Rogge is gewoon een prettig en aardig mens die zijn macht niet misbruikt, zoals je andere sportbestuurders wél ziet doen. Hij is als oud-atleet en arts een zegen voor de sport en voor de Olympische beweging. Maar soms denk ik wel eens: je bent een beetje te naïef, Jacques.’ Autoriteit De NOS en zeker Studio Sport zijn ook autoriteiten geworden. ‘Dat komt omdat we er al zo lang zitten. We zijn de vaste bewoner van de Nederlandse huiskamer; dat merk ik zelf aan de manier waarop Nederland met mij omgaat. Je moet kennelijk vóór of tegen Smeets zijn. Maar een man als Theo Reitsma was door zijn vakkundige manier van commentaar geven toch een uithangbord voor het voetbal en de atletiek in Nederland? Als ik dan die jongetjes hoor die het voetbal bij Talpa doen - ik weet van de meesten niet eens wie het zijn. Maar mensen als Theo, Jean Nelissen, Hans Brian, Evert ten Napel en Jan Stekelenburg hebben de sportverslaggeving op televisie op een hoog peil gebracht. Onze zwakte was misschien dat te veel mensen te lang zijn blijven zitten. In het land der blinden zie je jezelf dan al snel als koning.’ Smeets erkent dat de sportpers een machtspositie heeft. ‘Je had in de jaren zestig een betrekkelijk kleine groep verslaggevers, die de toon zette in de media. Ik denk dan aan mensen als Jan Liber, Bob Spaak, Jan de Vries, Jan Cottaar, Rien Bal en Anton Witkamp. Als die mannen ergens kwamen, dan werd zo’n evenement voor vol aangezien. Zelf maak ik dat nu ook mee: ik krijg allerlei uitnodigingen en of ik nu wel of niet een cameraploeg meeneem: als ik er ben, is het kennelijk van een hogere waarde. Heel vreemd allemaal.’ ‘Toen Bob Spaak nog chef was, had je een tijd lang wekelijks rellen in en om de voetbalstadions. Daar besteedden we aanvankelijk de nodige aandacht aan. Tot Spaak in de gaten kreeg dat die relschoppers er juist op uit waren om op tv te komen. Een paar weken lieten we er niets van zien en toen was het een stuk rustiger geworden rond het voetbal.’ Kiezen Macht heb je ook als je kunt kiezen: aan de ene wedstrijd besteden we wel aandacht, aan de andere niet. ‘Ik ben gelukkig nooit de chef geworden die zulke keuzes moet maken. Ik voer alleen maar uit, beslissingen zijn het werk van de hoofdredactie of van de chef
sport en kennis
13_44.indd 129
129
25-5-2007 10:02:44
Sport en Kennis
Deze preview is een gedeelte uit het boek: De weerbare sporter Macht, misbruik en kwetsbaarheid Meer informatie
Voor meer artikelen en andere uitgaven kunt u terecht op www.sportenkennis.nl