Marktscan CD-sector 1 Inleiding 1.
De NMa is zich bewust van de bezorgdheid van de Nederlandse consumenten over de prijzen van CD’s. De perceptie dat CD-prijzen ‘te hoog’ zouden zijn in Nederland is een belangrijke aanleiding waarom de prijsvorming in de CD-sector reeds jaren onderwerp is van speculaties over mogelijke concurrentiebeperkende gedragingen.
2.
Bij brief van 20 juni 2002 verzocht de Minister van Financiën de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) om de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) te vragen een sectorscan van de CD sector in overweging te nemen. Aanleiding hiervoor waren onderzoeken van de Consumentenbond en het Centraal Bureau voor de Statistiek die indiceren dat de CD-prijzen over de periode 2001 tot en met januari 2002 bovengemiddeld zouden zijn gestegen. Naar aanleiding van de brief van de Minister van Financiën heeft de Minister van EZ bij brief van 24 juli 2002 de NMa verzocht te overwegen een beknopte sectorscan van de CD-sector uit te voeren.1
3.
De NMa trekt zich de bestaande bezorgdheid aan. Zij heeft daarom besloten de gevraagde beknopte sectorscan uit te voeren.2
4. De hoofdstukken 3 tot en met 5 van deze rapportage bevatten de bevindingen van de NMa. In hoofdstuk 3 wordt de marktafbakening besproken en hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de structuur en ontwikkeling van de CD-sector. In hoofdstuk 5 komt de prijsvorming in de CD-sector aan de orde. Om deze bevindingen in het juiste kader te plaatsen wordt eerst in hoofdstuk 2 het doel van de sectorscan besproken en wordt meer achtergrondinformatie gegeven over de uitgevoerde onderzoeksactiviteiten. Diverse voetnoten bevatten nadere informatie omtrent de wijze waarop de sectorscan is uitgevoerd.
1
Bij brief van 29 januari 2002 heeft ook de Consumentenbond de NMa verzocht nader onderzoek naar de CD-sector uit te voeren. De Consumentenbond
vraagt de NMa om in de CD-sector: “ de prijzen nader onder de loep te nemen en te onderzoeken of hier mogelijk sprake is van prijsafspraken of afgestemd gedrag…” . 2
In eerste instantie heeft de NMa een inventarisatie gemaakt van de reeds aanwezige onderzoeken naar deze sector. Het betreft hier onder meer
onderzoeken van het Ministerie van EZ en van het onderzoeksbureau NERA. Uit deze inventarisatie kwam naar voren dat nog veel informatie ontbrak en dat de voorhanden zijnde informatie veelal gedateerd was. Nader onderzoek bleek noodzakelijk. De NMa heeft het vergaren van informatie gedeeltelijk uitbesteed. In oktober 2002 heeft zij hiertoe een offerte voor economisch onderzoek gevraagd aan diverse onderzoeksbureaus. De NMa heeft naar aanleiding hiervan in november 2002 aan het Economische Instituut voor Midden en Kleinbedrijf (hierna: EIM) opdracht verleend. Tijdens het onderzoek van het EIM heeft er regelmatig overleg plaatsgevonden tussen het EIM en de NMa. Het EIM heeft op 20 maart 2003 haar definitieve onderzoeksrapport aan de NMa gepresenteerd.
1
2 Onderzoekskader 2.1 Doel en subdoel 5.
Het doel van de onderhavige sectorscan is een mededingingsanalyse te geven van de CD-sector. In deze mededingingsanalyse wordt gekeken naar de marktstructuur van deze sector en de ontwikkelingen en prijsvorming in deze sector.
6. Een subdoel van deze sectorscan is om te bepalen of er momenteel aanleiding bestaat voor nader onderzoek naar mogelijke overtredingen van de Mededingingswet (hierna: Mw) in de CD-sector. Mededingingsbeperkende gedragingen die in de CD-sector kunnen voorkomen zijn onder meer:
·
concurrentiebeperkende (prijs)afspraken tussen de platenmaatschappijen;3
·
concurrentiebeperkende (prijs)afspraken tussen de detaillisten;4
·
het door de platenmaatschappijen vaststellen van een vaste of minimum consumentenverkoopprijs.5 Het vaststellen van vaste of minimum consumentenverkoopprijzen kan op individuele alsook op collectieve basis plaatsvinden;6
·
het door de platenmaatschappijen tegengaan van parallelimport door de detaillist vanuit andere Europese landen.7
2.2. Marktafbakening en marktstructuur 7.
Voor een mededingingsanalyse van de CD-sector is het van belang om de grenzen vast te stellen waarbinnen de activiteiten van de CD-sector zich afspelen. De NMa heeft derhalve aandacht besteed aan de marktafbakening. Marktafbakening is globaal gesproken het vaststellen op welke markten betrokken ondernemingen opereren en wie hun concurrenten zijn. Hiervoor is het van belang om te weten welke producten gezien kunnen worden als een deel van dezelfde markt aangezien ze door de consument als onderling verwisselbaar of substitueerbaar kunnen worden beschouwd. De vraag “ moet deze sectorscan ook rekening houden met producten zoals de muziek-DVD?” speelt hierbij bijvoorbeeld een rol. Ook is het van belang om te weten of de relevante markt lokaal, regionaal, nationaal of internationaal is.8 Hierbij moet worden opgemerkt dat het concept 'relevante markt' een analyse-instrument is dat, als het gaat om een gevarieerd product als CD's, met de nodige voorzichtigheid moet worden gehanteerd.
3
Zogenaamde horizontale afspraken.
4
Zie vootnoot 3.
5
Zogenaamde verticale prijsbinding.
6
In geval van individuele verticale prijsbinding wordt de consumentenverkoopprijs bepaald door één producent. In geval van collectieve verticale
prijsbinding wordt de consumentenprijs collectief door producenten bepaald. 7
Het parallel importeren van goederen stoelt op het principe: “ inkopen waar het goedkoop is en verkopen waar het duurder is” . Koersverschillen geven
hiertoe aanleiding. Parallel import binnen de Europese Unie is toegestaan. 8
Om in het kader van deze marktafbakening informatie te verzamelen heeft de NMa in november 2002 schriftelijke vragen gesteld aan verschillende
marktpartijen in de CD-sector. Het betreft hier alle grote en een aantal kleine platenmaatschappijen, een aantal groothandelaren, en een aantal grote en kleine detaillisten. De antwoorden op deze brieven zijn door het EIM geanalyseerd en verwerkt in haar rapportage. Ook heeft de NMa het EIM gevraagd om verdere ‘bouwstenen’ te leveren voor de marktafbakening.
2
8.
Aansluitend op de marktafbakening geeft de rapportage ten aanzien van de CD-sector een overzicht van de belangrijkste structuurkenmerken en marktontwikkelingen.
2.3 Internationale benchmark 9. Door middel van de internationale benchmark geeft de NMa inzicht in hoeverre de prijsvorming binnen Nederland afwijkt van die in het buitenland.9 Met betrekking tot dit deel van het onderzoek is de centrale vraagstelling: Is de kale CD-prijs (consumentenverkoopprijs en werkelijke inkoopprijs van detaillisten ) in Nederland in vergelijking met de ons omringende landen relatief hoog? Zo ja, hoe is dit te verklaren? Indien de consumentenverkoopprijzen en/ of de werkelijke inkoopprijzen van de detaillisten in Nederland ten opzichte van het buitenland substantieel hoger zijn en er geen verklarende factoren, zoals bijvoorbeeld verschillen in kosten- of marktstructuur, aan ten grondslag liggen, zou dit aanleiding kunnen zijn voor verder onderzoek van de NMa. Onverklaarbare verschillen in prijzen zouden concurrentiebeperkende gedragingen kunnen indiceren op het niveau van de platenmaatschappijen of de detaillisten.12 2.4 Nationale prijsanalyse 10. De NMa heeft ook een nationaal prijsonderzoek laten uitvoeren door het EIM.13 In dit deel van het EIMonderzoek wordt gekeken naar de prijsverschillen die binnen Nederland bestaan. Met betrekking tot dit deel van het onderzoek is de centrale vraagstelling:
9
De internationale benchmark vindt plaats met de volgende landen: België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Frankrijk, Italië en Finland.
Criteria op grond waarvan deze landen zijn geselecteerd zijn onder meer: gelijksoortige, dan wel juist afwijkende distributiesystemen, aanwezigheid van eerdere mededingingsanalyses, bekende indicaties over het consumentenprijsniveau en het prijsniveau van de zgn. PPD's (Published Price to Dealer). 10
Met consumentenverkoopprijs wordt de prijs bedoeld die de detaillist werkelijk in rekening brengt bij de consument.
11
Met werkelijke inkoopprijs van detaillisten wordt de prijs bedoelt die de platenmaatschappij in rekening brengt bij de detaillist / distributeur. Werkelijke
inkoopprijs is de PPD minus kortingen. De PPD is een regelmatig gepubliceerde prijs van een CD. In de praktijk worden altijd kortingen verleend. 12
Ten behoeve van de internationale benchmark heeft het EIM een internationaal ‘mandje’ van CD’s samengesteld.. Het internationale mandje bestaat
uit 30 internationaal verkrijgbare CD’s. Van deze 30 CD’s zijn er 10 uit het genre klassiek en 20 uit het genre internationale pop. In december 2002 heeft de NMa in samenspraak met het EIM een tweede vragenbrief verstuurd aan de marktpartijen in de CD sector. Strekking van deze vragenbrief was informatie te verzamelen omtrent de werkelijke inkoopprijzen van de detaillist en de consumentenverkoopprijzen, de door de sector toegepaste kortingen en adviesprijzen. De marktpartijen hebben eind januari 2003 hun antwoorden op deze vragen aan de NMa doen toekomen. Ook deze antwoorden zijn door het EIM geanalyseerd en verwerkt in haar rapportage. Door middel van deskresearch en interviews is gezocht naar verklarende factoren voor prijsverschillen tussen de in dit onderzoek gekozen landen zoals bijvoorbeeld verschillen in kortingen, distributiesystemen, BTW, consumptiepatronen van consumenten, etc. Om de gemiddelde consumentenverkoopprijzen van het buitenland te verkrijgen heeft het EIM gebruik gemaakt van de data van het rapport “ The recording industry in numbers 2002” van “The International Federation of the Phonographic Industry” . Met betrekking tot de consumentenverkoopprijzen van het mandje heeft het EIM ook internetresearch gedaan.
13
Voor de nationale prijsvergelijking is gebruik gemaakt van een nationaal ‘mandje’. Het nationale mandje bestaat uit 40 CD’s (de ten behoeve van het
internationale mandje geselecteerde CD’s plus 10 CD’s van Nederlandse artiesten). De gegevens over de werkelijke inkoopprijzen van detaillisten zijn door middel van vragenbrieven aan de platenmaatschappijen opgevraagd. De consumentenverkoopprijzen van het mandje zijn verzameld door middel van
3
Is er sprake van significante variatie in de werkelijke inkoopprijzen van detaillisten en in de consumentenverkoopprijzen in Nederland? 11. De mate van variatie in de inkoopprijzen van detaillisten van vergelijkbare CD’s binnen Nederland is van belang. Een substantiële variatie in de door de platenmaatschappijen aan de detaillisten in rekening gebrachte prijzen duidt namelijk op een markt waar concurrentie plaatsvindt tussen platenmaatschappijen. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat op een markt waar substantiële variatie geconstateerd kan worden, sprake is van prijsafspraken. Een geringe variatie daarentegen zou kunnen duiden op concurrentiebeperkende gedragingen op het niveau van de platenmaatschappijen, waardoor verder onderzoek van de NMa in de rede kan liggen. Een geringe prijsvariatie kan echter ook andere verklaringen hebben, zoals vergelijkbare kostenstructuren van de verschillende platenmaatschappijen. 12. De NMa heeft ook onderzoek gedaan naar de variatie van de consumentenverkoopprijzen. De mate van variatie in werkelijke consumentenverkoopprijzen in Nederland is van belang om vergelijkbare redenen zoals gegeven in randnummer 11. Significante variatie van de consumentenverkoopprijs van één en dezelfde CD duidt op een marktsituatie waarbinnen concurrentie plaatsvindt zonder dat er direct aanwijzing bestaat voor mededingingsbeperkende gedragingen. Een geringe variatie in consumentenverkoopprijzen kan duiden op concurrentiebeperkende gedragingen op het niveau van detaillisten of verticale prijsbinding14, waardoor een mededingingsrechtelijk onderzoek van de NMa gewenst kan zijn. Een geringe prijsvariatie kan echter ook veroorzaakt worden door andere factoren, waaronder vergelijkbare kostenstructuren van de verschillende detaillisten.15
telefonisch mystery-shopping en door middel van het schriftelijk opvragen van prijzen bij de detaillist. Bij telefonisch mystery-shopping worden CDverkooppunten gebeld met de vraag wat de prijs is van bepaalde CD’s. Hierbij wordt niet vermeld dat het gaat om een onderzoek. 14
Platenmaatschappijen die aan detaillisten opleggen wat hun consumentenverkoopprijzen moeten zijn.
15
Naast een internationaal en een nationaal prijsonderzoek kan de mogelijkheid overwogen worden een gedetailleerde kostenanalyse van de prijsopbouw
van een CD te maken. Dit is een kostbaar en tijdrovend onderzoek, aangezien kosten moeten worden toegerekend aan bepaalde facetten van het ‘productieproces’ van een CD. Gezien het kader van dit onderzoek en het feit dat het hier gaat om een beknopte sectorscan, acht de NMa een dergelijk onderzoek disproportioneel.
4
3 De relevante markt 3.1. Relevante productmarkt 13. In de onderhavige analyse staat de consumentenmarkt centraal. De detailhandel in CD's is hierbij het vertrekpunt. De consumentenmarkt kan worden onderscheiden van de hieraan 'voorafgaande' handel, zoals de inkoop van CD's en andere geluidsdragers door detaillisten bij platenmaatschappijen en groothandelaren. 14. Een detaillist die een bepaalde CD aan de consument wil verkopen ondervindt een bepaalde mate van concurrentiedruk. Veel alternatieven die de consument voor een CD heeft, oefenen evenwel duidelijk te weinig concurrentiedruk uit om ze redelijkerwijze tot dezelfde relevante markt te rekenen. Als een consument naar bepaalde muziek wil luisteren kan hij deze muziek kopen op een 'geluidsdrager' (CD, vinyl, MC, DVD, MP3, et cetera). Dit is muziek waar hij op een zelf gekozen moment naar kan luisteren. Hij kan ook de radio aanzetten of naar een concert gaan, maar dit behoort niet tot dezelfde relevante markt. De consument kan ook interesse hebben in andere 'entertainmentproducten', maar deze zijn niet in zo sterke mate een substituut dat ze tot dezelfde markt behoren. Ook voor zover een consument een CD wil kopen als cadeau, is denkbaar dat er voor de detaillist een zekere concurrentiedruk uitgaat van andere mogelijke cadeaus, zoals een bosje bloemen. Dit behoort echter evenmin tot dezelfde relevante markt. 15. Uitgaande van de verkoop van een CD zijn met name twee 'productdimensies' van belang voor het bepalen van de omvang van de relevante markt. In de eerste plaats kan men zich afvragen of een markt bijvoorbeeld moet worden afgebakend per specifieke albumtitel, per artiest (bijvoorbeeld al zijn/ haar albums), per muziekgenre, of dat zelfs meerdere genres tot dezelfde markt behoren. In de tweede plaats kan worden gekeken naar het type geluidsdrager. Behoort de CD-versie van een bepaalde albumtitel bijvoorbeeld tot dezelfde markt als de DVD-versie? Aan de hand van deze twee dimensies wordt de relevante productmarkt in het navolgende besproken. 16. De sectorscan van de NMa indiceert dat consumenten verschillende CD's slechts in beperkte mate als substituut voor elkaar beschouwen. Dit geldt zeker voor CD's van verschillende muziekgenres, maar ook voor CD's van verschillende artiesten uit hetzelfde genre en voor verschillende albums van dezelfde artiest. Ook deze laatste zijn voor consumenten niet of maar in beperkte mate onderling uitwisselbaar. Een album is immers een uniek product. Als een consument een CD te duur vindt, hoeft dit dus niet te leiden tot de keuze in de plaats daarvan een andere aan te schaffen; het kan ook leiden tot de keuze geen aanschaf te doen. Dit alles pleit voor de afbakening van (zeer) kleine relevante productmarkten. Afhankelijk van het genre wordt dit enigszins gerelativeerd door het bestaan van verzamel-CD's. Een consument die bijvoorbeeld een album van een artiest met name koopt vanwege één populair nummer, kan hiervoor soms uitwijken naar een verzamel-CD waar dit nummer ook op staat. Hier gaat een bepaalde concurrentiedruk vanuit op de prijs van het oorspronkelijke album. 17. De mogelijkheden die platenmaatschappijen en detaillisten hebben om bijvoorbeeld een muziekgenre aan hun assortiment toe te voegen als de prijzen in dit genre relatief hoog zijn16, kunnen er eveneens toe leiden een bredere marktafbakening te hanteren. Platenmaatschappijen en detaillisten ondervinden door
16
In mededingingstermen: er is aanbodsubstitutie mogelijk.
5
deze mogelijkheden immers concurrentiedruk, die hen beperkt in de prijzen die zij kunnen vragen. Voor de onderhavige verkennende mededingingsanalyse kan daarom worden volstaan met relatief grove classificaties naar muziekgenre, zoals internationale pop (actueel en popclassics), nationale pop, klassiek et cetera.17 18. Bij de verkoop van een CD aan de consument kan een detaillist in zijn prijsstelling een zekere concurrentiedruk ondervinden van alternatieve geluidsdragers zoals vinyl, MC, DVD en SACD18 en de mogelijkheden die consumenten hebben om zelf digitale bestanden op te nemen (dan wel te downloaden) en af te spelen, bijvoorbeeld op MP3-formaat. Deze alternatieven verschillen wat betreft prijzen, benodigde hardware en karakteristieken (geluidskwaliteit, gebruiksgemak, mogelijkheden, et cetera) en voldoen daarmee ook niet in dezelfde mate aan de uiteenlopende behoeften van consumenten. 19. De sectorscan van de NMa indiceert dat er met name druk uitgaat van de mogelijkheden zelf digitale bestanden op te nemen en af te spelen en dat de DVD in de nabije toekomst een sterke concurrent wordt van de CD. Zelf digitaal opnemen (al dan niet legaal) is doorgaans goedkoper of zelfs kosteloos, maar de geluidskwaliteit kan wel achterblijven bij die van een CD en vooralsnog beschikt enkel een beperkt deel van de (gemiddeld jongere) consumenten over toegang tot de benodigde opname- en afspeelapparatuur. DVD's hebben (evenals SACD's) een betere geluidskwaliteit en meer mogelijkheden dan CD's, maar zijn nog substantieel duurder. Naarmate er meer consumenten over de benodigde afspeelapparatuur beschikken, het beschikbare aanbod op DVD groeit en het prijsverschil ten opzichte van CD's kleiner wordt, zal de concurrentiedruk van dit medium op de CD-verkoop sterk toenemen. Daar waar deze alternatieven in het verleden niet tot dezelfde relevante markt konden worden gerekend, kan dit in de nabije toekomst wel zo zijn. Overigens is dit voor deze sectorscan waarschijnlijk niet beslissend, omdat CD- en DVD-productie vaak door dezelfde platenmaatschappijen worden verzorgd, zodat er geen aanleiding is te veronderstellen dat de beoordeling van de marktsituatie ten aanzien van deze media wezenlijk anders moet zijn. 20. Gegeven de lagere geluidskwaliteit en beperkte houdbaarheid van vinylplaten en MC's valt te betwijfelen of deze media (nog) als volwaardige alternatieven zijn te beschouwen voor CD’s. Voor de onderhavige rapportage kan worden volstaan met een analyse van de CD-markt.
3.2. Relevante geografische markt 21. De consument is zelden bereid grote afstanden af te leggen om een CD te kopen. Hij zal een CD-winkel in een ander deel van Nederland dan ook niet als alternatief beschouwen voor een winkel in zijn buurt. Gegeven de nog zeer beperkte omvang van de CD-verkopen via internet 19 pleit dit ervoor CD-markten lokaal of regionaal af te bakenen.
17
Dit zijn de meest gangbare genres. Een iets fijnmaziger indeling is: POP/ MOR (MOR staat voor middle of the road), Rock/ Alternative, Country,
World/ Folk, Jazz/ Blues, New Age, Soundtrack/ Musical, House/ Techno/ Dance, R&B/ Soul, Klassiek, Overig. Uitgaande van de prijsstelling wordt overigens ook wel de volgende indeling gehanteerd: full price, mid-price, budget. 18
Super Audio Compact Disc.
19
In 2001 betrof dit circa 2%; zie tabel 4.3.
6
22. Hier staat tegenover dat de verkoopgebieden20 van CD-detaillisten elkaar wel overlappen, zodat verondersteld mag worden dat zij met de naburige detaillisten in concurrentie staan, en die weer met de overige detaillisten in hun eigen verkoopgebied. Dit 'keteneffect' kan ertoe leiden dat de concurrentieomstandigheden in een groter gebied dermate homogeen zijn, dat de geografische markt ruimer moet worden gedefinieerd. Een aantal toonaangevende ketens van detaillisten (zoals Free Record Shop en Van Leest) is ook in heel Nederland met gelijksoortige prijsstelling en assortiment actief. Dit draagt er eveneens toe bij dat de NMa bij haar beoordeling van de concurrentieomstandigheden ten behoeve van de onderhavige sectorscan niet op lokale marktomstandigheden hoeft in te gaan en haar analyse kan toespitsen op nationaal niveau. Ondanks het feit dat er sprake zou kunnen zijn van een ‘keteneffect’ over de landsgrenzen heen, ligt het bij deze verkennende studie niet voor de hand uit te gaan van een internationale detailhandelsmarkt. Per land zijn immers, mede afhankelijk van het genre, ook belangrijke verschillen waar te nemen in de voorkeuren van de consumenten.21 Zowel platenmaatschappijen als grote detaillisten lijken ook primair op landelijk niveau hun commerciële strategie te bepalen en hun verkooporganisatie in te richten.
20
Ook wel 'catchment areas' genoemd.
21
Zie hoofdstuk 4, randnummer 25.
7
4 Structuur en ontwikkeling van de CD-sector 23. Bij een analyse van de CD-sector vanuit het perspectief van mededinging is het van belang om een helder beeld te hebben van de structuur van deze sector, de marktspelers die in de sector actief zijn en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren. De NMa heeft het EIM gevraagd de CD-sector in kaart te brengen. De hoofdlijnen die de NMa onderscheidt staan hieronder. De bijlage bevat meer gedetailleerde 22
informatie.
24. De omzet, zowel in waarde als in volume, uit de verkoop van CD’s is de laatste jaren substantieel 23
afgenomen. Gangbare verklaringen voor deze daling die vanuit de sector naar voren worden gebracht zijn onder andere de druk op de CD-markt door het zelf kopiëren en meer concurrentie door alternatieve muziekproducten (b.v. DVD). Een directe relatie met het (illegaal) kopiëren van CD’s is evenwel nog nooit met harde cijfers aangetoond. 25. In Nederland is het aandeel van het genre nationale pop van het totaal aantal verkochte CD’s 18%. Dit is gering vergeleken met andere landen. Het aandeel van het genre nationale pop varieert in de andere onderzochte landen tussen 40% (Duitsland) en 93% (Verenigde Staten). 26. Figuur 1 geeft een overzicht van de belangrijkste spelers in de CD-sector. In Nederland is een groot aantal producenten van CD’s actief. Platenmaatschappijen (157 in totaal) vormen hierbij de belangrijkste 24
groep. Circa 80% van de verkopen in de wereld zijn in handen van vijf zogenaamde ‘majors’, te weten Universal Music, Sony Music, EMI Music, Warner Music en BMG. In Nederland hebben de vijf majors 25
een gezamenlijk marktaandeel van 66% (zie tabel 4.1).
22
Deze bijlage is een kopie van een onderdeel van de EIM-rapportage.
23
Sinds 1997 is het aantal jaarlijks verkochte CD’s met 23% afgenomen.
24
Naast platenmaatschappijen zijn onder andere ook muziekuitgeverijen, fabrikanten van geluidsdragers en bemiddelaars en masteringbedrijven actief.
25
De NVPI-leden hebben samen een aandeel van circa 85% van de totale omzet van de platenindustrie in Nederland. Het marktaandeel van de vijf
majors binnen de NVPI is 78%. Het marktaandeel van de vijf majors in Nederland is derhalve 85% van 78%.
8
FIGUUR 1 GLOBAAL OVERZICHT VAN DE MARKTSPELERS IN DE CD-SECTOR
Componisten, tekstschrijvers en muzikanten
Platenmaatschappijen / Muziekuitgevers
Groothandel / Distributeurs
Detailhandel / Postorder
Internetdistributie
Consumenten
Bron: EIM, 2003 TABEL 4.1 M ARKTAANDELEN PLATENMAATSCHAPPIJEN IN N EDERLAND (TOP 10
Maatschappij 1. Universal Music
% Aandeel binnen de
Cumulatief % aandeel
Cumulatief % aandeel op de
NVPI
binnen de NVPI
Nederlandse markt
27
27
23
2. Sony Music
19
46
39
3. EMI Music
12
58
49
4. Warner Music
10
68
58
5. BMG Nederland
10
78
66
6. Virgin
5
83
71
7. Zomba Records
3
86
73
8. CNR
3
89
76
9. PIAS
2
91
77
10. Disky
2
93
79
Bron: NVPI, 2002
26
NVPI-LEDEN )26
Het betreft hier afgeronde cijfers.
9