Marktmonitor 2010
De Marktmonitor 2010 geeft de ontwikkelingen op de markten voor elektronische communicatie en post weer. OPTA brengt deze monitor jaarlijks uit, met als doel een objectief beeld te geven van de ontwikkelingen op de markten waarop OPTA toezicht houdt. De Marktmonitor is gebaseerd op de openbare gegevens uit de structurele marktmonitor van OPTA.
1
In de structurele marktmonitor verstrekken de grootste partijen die actief zijn op de markten voor elektronische communicatie periodiek gegevens over hun activiteiten. Zo houdt OPTA wat betreft de ontwikkelingen op de diverse markten een vinger aan de pols.
1
Eventuele afwijkingen ten opzichte van eerdere publicaties zijn het gevolg van correcties die bedrijven richting
OPTA hebben gemeld.
1
Marktmonitor 2010
Breedband: Nederland behoudt koppositie 2
In 2010 is Nederland nog steeds koploper op breedband binnen de OESO . Met 37,8 aansluitingen per honderd inwoners heeft Nederland net als in 2009 de hoogste breedbandpenetratie. Het aantal vaste breedbandaansluitingen is in het derde kwartaal van 2010 gegroeid tot 6.308.000. Ten opzichte van eind 2009 is dit een afvlakkende groei van 3%, die duidt op een verzadiging van de markt. Met betrekking tot het aantal glasvezelaansluitingen lopen Korea, Japan en Zweden voor. Aansluitingen per honderd inwoners binnen OECD in 2010 Q2 40 30 20 10
DSL
Kabel
Glasvezel
Anders
Turkije
Chili
Mexico
Slowakije
Polen
Tsjechië
Hongarije
Griekenland
Ierland
Portugal
Italië
Spanje
Oostenrijk
Australië
Nieuwe Zeeland
Japan
Finland
België
Verenigde Staten
Canada
Verenigd Koninkrijk
Duitsland
Zweden
Frankrijk
IJsland
Luxemburg
Korea
Noorwegen
Zwitserland
Denemarken
Nederland
0
OECD-gemiddelde
Verhoging van breedbandsnelheden De Europese Commissie heeft in 2010 de Digitale Agenda 2010-2014 gepresenteerd. Een van de doelstellingen hierin is dat in 2020 alle inwoners van de Europese Unie toegang hebben tot internet met een snelheid van meer dan 30 Mbps. Daarnaast is het streven dat ten minste de helft van de huishoudens toegang heeft tot internet met een snelheid van 100 Mbps.
2
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
OPTA
2
Internetabonnementen per snelheid en infrastructuur in 2010 Q3 (x 1.000) 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 < 2 Mbps
≥ 2 Mbps & < 10 Mbps
≥ 10 Mbps & < 30 Mbps DSL
≥ 30 Mbps & < 100 Mbps
≥ 100 Mbps
Kabel
In het derde kwartaal van 2010 kiest de consument het meest voor internet met maximumsnelheden tussen 10 Mbps en 30 Mbps. De verwachting is dat de vraag naar snelheid en het aanbod ervan de komende jaren verder zal stijgen. Breedbandaanbod van meer dan 30 Mbps
3
Marktmonitor 2010
De meeste kabelbedrijven hebben hun netwerken grotendeels opgewaardeerd naar ‘Docsis 3.0’, wat hen in staat stelt snelheden tot 120 Mbps aan te bieden. De DSL-aanbieders zijn hun netwerken aan het opwaarderen met de VDSL2 technologie en bieden nu internet met een snelheid tot 50 Mbps aan. Voor inwoners van een aantal gemeenten is glasvezel beschikbaar, waarover in 2010 snelheden tot ongeveer 100 Mbps worden aangeboden.
Concurrentie tussen netwerken toegenomen In 2010 is DSL met 3,6 miljoen aansluitingen het meest populaire netwerk. Op nummer twee staat kabel met 2,5 miljoen aansluitingen. Breedband via DSL groeit in 2010 niet terwijl het aantal breedbandaansluitingen via kabel met ongeveer 8,6% toeneemt ten opzichte van het derde kwartaal van 2009. Glasvezel neemt met ongeveer 51,0 procentpunt toe van 104.000 actieve aansluitingen medio 2009 naar 157.000 aansluitingen medio 2010. Aan het einde van het derde kwartaal 2010 wordt 57,7% van het totaal aantal breedbandaansluitingen via DSL afgenomen, 39,6% via kabel en 2,6% via glasvezel.
Breedbandaansluitingen (x 1.000) 7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0 2008 Q2 2008 Q3 2008 Q4 2009 Q1 2009 Q2 2009 Q3 2009 Q4 2010 Q1 2010 Q2 2010 Q3 DSL
OPTA
Glasvezel
Kabel
Totaal
4
Groei in uitrol van glasvezel In 2010 rollen glasvezelpartijen hun netwerken verder uit. Reggefiber, de grootste aanbieder van glasvezelaansluitingen in Nederland, rapporteert in het vierde kwartaal van 2010 658.000 aangesloten huishoudens.
Aangesloten huishoudens met glasvezelaansluiting (x 1.000) 700 600 500 400 300 200 100 0 Q4 2007
Q2 2008
Q4 2008
Q2 2009
Q4 2009
Q2 2010
Q4 2010
Marktverhoudingen blijven gelijk De ontwikkelingen per infrastructuur leiden in 2010 niet tot een drastische verschuiving in de marktaandelen van partijen die actief zijn op de breedbandinternetmarkt. De marktaandelen van de grootste partijen zijn in 2010 vergelijkbaar met de marktaandelen in 2009; KPN bezit nog steeds een aandeel van 40% tot 45%, gevolgd door Ziggo met 20% tot 25% en UPC met 10% tot 15%. De DSLaanbieders naast KPN hebben gezamenlijk een marktaandeel van 10% tot 15%. Ten opzichte van medio 2007 daalt het aandeel van KPN en het gezamenlijke marktaandeel van de partijen die momenteel Ziggo vormen. Het marktaandeel van andere partijen op alternatieve netwerken, zoals glasvezel, stijgt ten opzichte van het tweede kwartaal van 2007.
Marktaandelen breedband per 2010 Q3 80%
60%
40%
20%
0% KPN
5
UPC
Ziggo
Overig kabel
Overig DSL
Overig
Marktmonitor 2010
Televisie: meeste klanten op kabel nemen digitale televisie af
Net als in voorgaande jaren kiezen veel consumenten ook in 2010 voor digitale televisie, worden digitale televisiediensten uitgebreid en stijgen de tarieven voor het standaard televisiepakket. Enkele kabelbedrijven schakelen het analoge televisiesignaal definitief af.
Digitalisering op de kabel In 2010 is voor het eerst het aantal huishoudens dat digitale televisie via de kabel afneemt groter dan het aantal huishoudens dat alleen analoge televisie via de kabel heeft. De groei van digitale televisie is al enkele jaren zo’n 10 procentpunt per jaar. In september 2010 heeft 65% van de consumenten digitale televisie. Nog maar een derde van alle consumenten heeft alleen een analoog televisieabonnement. Consumenten kiezen voornamelijk voor digitale kabeltelevisie, waarbij analoge televisie is inbegrepen.
Televisieabonnementen (x 1.000) 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4
2009 Q2
2009 Q4
Alleen analoog (kabel)
Digitaal en analoog (kabel)
Alleen digitaal (DSL, ether, glasvezel, satelliet)
Totaal digitaal
2010 Q2
De kabelbedrijven CAIW en REKAM stellen goedkope decoders beschikbaar aan hun klanten voor de ontvangst van digitale televisie om de afschakeling van analoge televisie makkelijker te maken. In oktober 2010 schakelt CAIW als eerste kabelbedrijf in Nederland analoge televisie af, gevolgd door REKAM. Bij andere grote kabelbedrijven ligt het aandeel afnemers van digitale televisie eind september 2010 tussen 45% en 55%. Meestal betreft dat digitale televisie op het hoofdtoestel en wordt op overige toestellen nog via analoge kabel gekeken. Als grootste kabelbedrijf van Nederland geeft Ziggo eind 2010 aan dat zij in 2011 het analoge pakket zal verkleinen, maar dat zij pas bij meer gebruik van digitale televisie afschakeling van het analoge signaal overweegt.
OPTA
6
Ontwikkeling concurrentiespeelveld In september 2010 zijn er ruim 7,5 miljoen televisieabonnementen, waarvan 5,4 miljoen kabelabonnees. Dit is ongeveer 72% van het totaal. De overige infrastructuren, ether, DSL, glasvezel en satelliet, hebben samen 2,1 miljoen abonnees. Daarmee groeit het aandeel van televisieabonnementen via een andere infrastructuur dan kabel van 24% medio 2009 tot 28% in september 2010.
Marktaandelen televisie per 2010 Q3 80%
60%
40%
20%
0% KPN
UPC
Ziggo
Overig kabel
Overig DSL
Overig
KPN is de grootste concurrent van de regionale kabelbedrijven. Hoewel KPN in de televisiemarkt in voorgaande jaren hard groeit met digitale ethertelevisie (Digitenne), is de groei in 2010 vooral gerealiseerd door een stijgende verkoop van IPTV. Dit is digitale televisie met een groter pakket aan digitale en interactieve mogelijkheden. KPN rapporteert 30% groei per kwartaal met meer dan 300.000 3
abonnees voor IPTV eind 2010. In 2010 starten Scarlet en Online met het aanbieden van digitale ethertelevisie en bieden ook nieuwe glasvezelaanbieders televisie aan. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2007 daalt het marktaandeel van alle kabelbedrijven. Hetzelfde geldt voor partijen die diensten over alternatieve infrastructuren leveren. Het marktaandeel van KPN stijgt daarentegen met ongeveer 10% tot 20% ten opzichte van medio 2007.
Stijging omzet en tarieven in 2009 De jaaromzet van televisieaanbieders is in 2009 1,25 miljard euro. De omzet van televisieaanbieders stijgt al jaren sneller dan het aantal abonnementen. Sinds 2006 stijgt de jaaromzet gemiddeld met meer
3
7
KPN kwartaalcijfers Q2, Q3 en Q4 2010 <www.kpn.com>.
Marktmonitor 2010
dan 8%, terwijl er jaarlijks circa 1% aansluitingen bijkomen. De omzetstijging komt deels door jaarlijkse tariefverhoging van de meeste basispakketten, maar meer nog doordat consumenten in toenemende mate pluspakketten, nieuwe diensten zoals Video on Demand en randapparatuur afnemen.
Jaaromzet in 2009
83,7%
15,0% Additionele pakketten
1,3%
Standaardpakket
Video on Demand en interactief
Maandelijkse tarieven van het standaardpakket in euro 30 25 20 15 10 5 0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Uitbreiding televisiediensten Kabelbedrijven richten zich in hun reclames op HD-pakketten, interactieve mogelijkheden voor gemiste programma’s en Video on Demand. In 2010 breiden de meeste kabelbedrijven hun HD-aanbod uit met de tien meest bekeken zenders in HD. Ziggo voegt samen met SBS een 3D-kanaal en 3D-films on demand toe aan haar pakket. Naast televisietoestellen heeft 64% van de consumenten in 2010 ook nog 4
opnameapparatuur zoals een dvd-recorder, een videorecorder of een HD-recorder . Daarnaast lanceert UPC in september 2010 een mobiele applicatie waarmee klanten op afstand hun digitale recorder van UPC kunnen instellen.
4
Veldkamp, Consumentenonderzoek tv, 2011.
OPTA
8
Ook voegen UPC en Ziggo in 2010 diverse lokale zenders toe aan het digitale aanbod, die tot dan toe alleen analoog te zien waren. Programmaraden eisen dat deze zenders ook digitaal worden doorgegeven, nu steeds meer mensen digitale televisie kijken.
9
Marktmonitor 2010
Vaste telefonie: meer digitale dan traditionele aansluitingen
Het merendeel van de consumenten met een vaste telefonie abonnement belt via een digitale aansluiting. Het totaal aantal abonnees van een vaste telefoonaansluiting daalt met ongeveer 1,9 procentpunt.
Meer dan helft telefoonaansluitingen digitaal Vanaf het derde kwartaal van 2010 is het aantal digitale telefoonaansluitingen dat wordt afgenomen groter dan het aantal traditionele analoge telefoonaansluitingen. Het aantal digitale telefoonaansluitingen stijgt met 5,9 procentpunt van 44,9% in het derde kwartaal van 2009 tot 50,8% in het derde kwartaal van 2010. Aan de andere kant laat het aantal traditionele telefoonaansluitingen over dezelfde periode een daling zien van 5,9 procentpunt van 55,1% tot 49,2%. Het totaal aantal vaste telefonie abonnementen neemt met 1,9 procentpunt af, terwijl de daling het jaar ervoor nog 0,4 procentpunt was.
Vaste telefonie abonnementen (x 1.000) 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2007 Q2
2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4 Analoog
2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
Digitaal
Marktaandeel Ziggo stijgt Met betrekking tot de marktaandelen is er met name voor Ziggo een verschuiving waar te nemen. Het marktaandeel van Ziggo stijgt van 10% tot 15% naar 15% tot 20%. De marktaandelen van de overige vaste telefonie aanbieders zijn binnen de bandbreedte gebleven waarin zij zich ook in 2009 bevonden. In vergelijking tot het tweede kwartaal van 2007 daalt het marktaandeel van KPN ten gunste van de overige aanbieders van wie de aandelen met 0% tot 10% zijn gestegen.
OPTA
10
Marktaandelen vaste telefonie per 2010 Q3
80% 60% 40% 20% 0% KPN
UPC
Ziggo
Overig kabel
Overig DSL
Overig
Wederverkoop telefoniediensten Net als in voorgaande jaren kunnen marktpartijen in 2010 diensten van KPN doorverkopen aan consumenten. Voorkomende diensten zijn wholesale line rental (WLR), waarbij aansluitingen worden overgenomen, en carrier preselect (CPS), waarbij belminuten worden doorverkocht. Het aantal WLR-aansluitingen zet na een piek in 2009 een dalende trend in. Na het hoogtepunt van 419.000 aansluitingen medio 2009 daalt het aantal aansluitingen in het derde kwartaal van 2010 tot 356.000. Het aantal CPS-abonnees maakt een gestage daling door van 685.000 in het tweede kwartaal van 2009 tot 459.000 in het derde kwartaal van 2010.
Aantal CPS-abonnees en WLR-aansluitingen (x 1.000)
1.000 800 600 400 200
2007 Q2
2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4
CPS-abonnees
11
2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
WLR-aansluitingen
Marktmonitor 2010
Belgedrag In de eerste helft van 2010 bellen alle Nederlanders gezamenlijk via een vaste aansluiting 5,9 procentpunt minder dan het jaar ervoor. Het totaal aantal belminuten via een vaste lijn komt daarmee uit op 11,2 miljard. Met 11,3 miljard belminuten via mobiele telefoons wordt voor het eerst meer via mobiele telefoons dan via vaste telefoons gebeld. Het gemiddeld aantal belminuten per vaste aansluiting per jaar neemt af van ongeveer 3.284 in 2009 tot ongeveer 3.106 in 2010. Het gemiddeld aantal belminuten per mobiele aansluiting stijgt juist van 1.050 naar 1.137. Het totale belvolume daalt 1,8 procentpunt.
Belminuten per half jaar (x 1.000.000.000) 30 25 20 15 10 5
2007 Q2
2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4 Vast
2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
Mobiel
Belminuten per aansluiting per maand 350 300 250 200 150 100 50 0 2007 Q2
2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4 Vast
OPTA
2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
Mobiel
12
Mobiele telefonie: sterke groei mobiel breedband
Het aantal mobiele telefoon aansluitingen daalt van 20,1 miljoen aansluitingen eind 2009 naar 19,3 miljoen in 2010. In 2009 was het begin van een dalende trend in het aantal prepaid aansluitingen te zien. In 2010 wordt de daling voor het eerst ook veroorzaakt door een daling in het aantal postpaid aansluitingen, oftewel abonnementen. Dit aantal daalt van 9,9 miljoen in het vierde kwartaal van 2009 naar 9,8 miljoen 5
aansluitingen een half jaar later. Het aantal aansluitingen geleverd door MVNO’s , zowel prepaid als postpaid, stijgt 4,5 procentpunt naar 2,7 miljoen.
Mobiele telefoonaansluitingen (x 1.000) 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2007 Q4 Postpaid
2008 Q2
2008 Q4
2009 Q2
Prepaid
Door MVNO's (post en pre)
2009 Q4
2010 Q2
Telefoonaansluitingen
Waar het aantal mobiele telefoonaansluitingen daalt, wordt steeds meer gebruik gemaakt van mobiel breedband. Het aantal losse mobiele breedbandaansluitingen, zoals dongels, groeit sterk van 0,3 miljoen in 2009 naar 0,6 miljoen in 2010. Voor het aantal mobiele breedbandaansluitingen via smartphones beschikt OPTA niet over een betrouwbaar cijfer. Dit is naar schatting 3,7 miljoen medio 2010.
5
Partijen zonder fysiek eigen netwerk, die gebruik maken van het netwerk van een andere partij.
13
Marktmonitor 2010
Abonnementen van mobiel breedband op laptop (x 1.000) 800 600 400 200 0 2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
Bel-, sms- en datavolumes Het volume belminuten via mobiele telefoons blijft stijgen ondanks een dalend aantal aansluitingen. In de eerste zes maanden van 2010 wordt er 11,3 miljard minuten mobiel gebeld. In dezelfde periode in 2009 was dit 11,0 miljard minuten. Het aantal verstuurde sms-berichten stijgt eveneens. In 2009 worden er ruim 9 miljard sms-berichten verstuurd over het hele jaar. In 2010 staat de teller na een half jaar al op bijna 5,5 miljard sms-berichten. Het dataverbruik is met 3,2 petabyte in de eerste zes maanden van 2010 verachtvoudigd ten opzichte van het eerste half jaar in 2008.
Volumes per half jaar 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2007 Q4
2008 Q2
Belminuten (x 1.000.000)
OPTA
2008 Q4
2009 Q2
SMS (x 1.000.000)
2009 Q4
2010 Q2
Data (x 1.000.000 MB)
14
Groei in volume ten opzichte van voorgaande jaar 80%
60%
40%
20%
0% 2009
2010 Belminuten
SMS
Data
Verhouding belvolume 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4 Door MNO's
2009 Q2
2009 Q4
2010 Q2
Door MVNO's
Omzet mobiele telefonie De totale omzet stijgt in het eerste half jaar van 2010 met 0,5% ten opzichte van dezelfde periode in 2009. De totale omzet in de eerste helft van 2010 bedraagt 2,41 miljard euro. De omzet op sms-diensten en datadiensten is wederom gestegen en op spraak en overige diensten iets gedaald.
15
Marktmonitor 2010
Omzet per type verbruik - 2009 Q1 + Q2
10%
Omzet per type verbruik - 2010 Q1 + Q2
3%
13%
14%
1%
15%
71%
73%
Bellen
SMS
Internet
Overig
Bellen
SMS
Internet
Overig
Marktverhoudingen De hierboven genoemde ontwikkelingen leiden niet tot een significante verandering in marktaandelen; KPN is ook in 2010 de grootste aanbieder met 35% tot 40%, gevolgd door T-Mobile en Vodafone met ieder 20% tot 25%. Ten opzichte van 2007 stijgt het marktaandeel van Vodafone.
Marktaandelen mobiele telefonie per 2010 Q3
80%
60%
40%
20%
0% KPN
OPTA
T-Mobile
Vodafone
MVNO's
16
Bundels: triple play het populairst en groeiend
Tot 2006 worden vaste diensten zoals breedbandinternet, telefonie en televisie voornamelijk los van elkaar verkocht. De meeste huishoudens hebben voor verschillende diensten verschillende aanbieders. Vanaf 2007 is een toenemende bundeling van diensten te zien, bijvoorbeeld telefonie in combinatie met televisie of breedbandinternet. In 2010 daalt het totaal aantal bundels licht door een sterke daling in het aantal bundels van vaste telefonie en breedbandinternet.
Aandeel diensten binnen bundels 100% 80% 60% 40% 20% 0% Breedband
Vaste telefonie 2007 Q4
Televisie
Toename tot 2010 Q2
In 2010 is breedbandinternet in de meeste gevallen (80%) in bundels afgenomen, gevolgd door een groeiend aandeel vaste telefonie (58%) en televisie (44%). Televisiediensten worden in de meeste gevallen (56%) dus nog steeds afzonderlijk door consumenten afgenomen.
Triple play blijft groeien Het aantal abonnees met een gebundeld pakket blijft in 2010 redelijk stabiel op 5 miljoen aansluitingen. In 2010 is triple play, een bundel met televisie, internet en bellen, de meest populaire bundel met 2,2 miljoen abonnementen. Deze bundel is door 30,1% van de huishoudens afgenomen. Naast de kabelaars spelen ook andere partijen in op deze behoefte. Dit vertaalt zich in een groeiend aantal aanbieders van bundels.
17
Marktmonitor 2010
Abonnees per type bundel (x1.000) 6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0 2007 Q4
2008 Q2
2008 Q4
2009 Q2
Breedband en televisie
Breedband en telefonie
Triple play
Totaal aantal bundels
2009 Q4
2010 Q2
Televisie en telefonie
De triple play bundel is het meest populair en groeit het afgelopen jaar met ongeveer 0,3 miljoen abonnementen. Een dalend aantal van 1,7 miljoen huishoudens (23,2%) neemt een bundel met breedband en vaste telefonie af. Zo’n 0,8 miljoen huishoudens (11,3%) kiest voor een bundel met breedband en televisie. Ten slotte maken bijna 0,2 miljoen huishoudens (2,5%) gebruik van een bundel van televisie en vaste telefonie. Een gecombineerd aanbod van mobiele telefonie met één of meer vaste diensten wordt nog beperkt aangeboden en afgenomen.
Infrastructuur Sommige bundels zijn op bepaalde infrastructuren populairder dan andere. Zo worden triple play en dual play bundels met breedband en televisie vooral via de kabel afgenomen bij partijen zoals UPC en Ziggo. Doordat kabelbedrijven meestal geen dual play bundels met vaste telefonie en breedband aanbieden, nemen klanten deze bundels af bij DSL-aanbieders, zoals KPN. Aanbieders op glasvezel bieden tot ongeveer 1% van het totaal bundels aan en voornamelijk in bundels met tenminste breedband en televisie.
OPTA
18
Afname bundels naar infrastructuur 100% 80% 60% 40% 20% 0% Breedband en telefonie
Breedband en televisie DSL
19
Kabel
Telefonie en televisie
Triple play
Glasvezel
Marktmonitor 2010
Huurlijnen: overstap van analoge lijnen naar VPNs
Huurlijnen en virtual private networks (VPNs) worden gebruikt door zakelijke afnemers met meerdere vestigingen om deze locaties met elkaar te verbinden. Hierdoor kan interne datacommunicatie en telefonie tussen deze vestigingen beveiligd plaatsvinden. Terwijl het merendeel van verbindingen nog via koperaansluitingen is geregeld, stappen ook steeds meer bedrijven over op glasvezel. De groei in het aantal actieve glasaansluitingen is in 2010 dan ook ongeveer dezelfde als in 2009. Door lagere prijzen van glasvezelaansluitingen en een steeds grotere dekking van glasvezelnetwerken, wordt glasvezel voor steeds meer afnemers bereikbaar. KPN kondigt in 2010 aan analoge huurlijnen per 2012 uit te faseren. Daarnaast is ook een prijsstijging van analoge huurlijnen gesignaleerd. Tegelijkertijd neemt OPTA een aanhoudende prijsdaling van VPNs waar. De in vorige jaren waargenomen trend waarbij afnemers overstappen van traditionele huurlijnen naar datacommunicatiediensten zet daarom ook in 2010 door.
Aantal VPN/huurlijnen (x 1.000) 100 80 60 40 20 0 2008
OPTA
2009
2010
Huurlijnen hoogcapacitair
Huurlijnen laagcapacitair
VPN laagcapacitair
VPN hoogcapacitair
20
Post: omzet en volumes dalen
In 2009 zijn in Nederland bijna 5 miljard geadresseerde poststukken bezorgd. In 2010 zijn dit er ongeveer 4,8 miljard. Daarmee is het volume in 2010 met ongeveer 4% gedaald ten opzichte van 2009. Het jaar ervoor was deze daling ongeveer 5%. De omzet in de postmarkt is met 1,7 miljard euro 6,5% lager dan in 6
2008. Ten opzichte van 2005 daalt het volume brievenbuspost met ongeveer 10%.
Volume brievenbuspost (in miljoenen) 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2000
2001
2002
2003 TNT Post
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Sandd en DHL Selekt Mail
Marktsegmenten brievenbuspost Met uitzondering van de consumentenpost daalt het volume brievenbuspost tussen 2008 en 2009 in alle segmenten ongeveer gelijk met 4,8%. Het volume van consumentenpost is hierop een uitzondering met een relatief sterke daling van 6,2%. Het MKB heeft het grootste aandeel in het versturen van post. Dit aandeel stijgt met ongeveer 2% ten opzichte van vorig jaar en gaat ten koste van het grootzakelijke segment. Voor meer dan de helft van alle post kiest de verzender voor een bezorgduur van twee of meer dagen.
Soort klant
Particulieren MKB
Groot zakelijk
Soort verzending
Reclame Overig
Periodieken
Bezorgtijd
Volgende dag Na twee of meer dagen
6
OPTA vraagt partijen in de postsector één keer per jaar gegevens te leveren. Op dit moment zijn er nog geen cijfers van 2010 beschikbaar.
21
Marktmonitor 2010
Concurrentieontwikkelingen Het aandeel van TNT Post, inclusief dochteronderneming VSP, blijft in 2009 stabiel. Het marktaandeel van de concurrenten blijft daarmee gelijk. In 2009 wint Sandd wel marktaandeel van DHL Selekt Mail.
Marktaandelen op basis van volume in 2009 100 80 60 40 20 0 TNT
Sandd
DHL Selekt Mail
Overig
De concurrentie vindt ook in 2009 voornamelijk plaats op reclamepost en periodieken, zoals tijdschriften. Sandd wist bij de periodieken marktaandeel te winnen op TNT. DHL verliest bij reclamepost marktaandeel en heeft in 2009 een marktaandeel van 0% tot 5% in plaats van een marktaandeel tussen 5% en 10% in 2008.
Postbezorgers In 2009 zijn 63.000 mensen werkzaam als postbezorger. Ten opzichte van 2008 is dit een daling van 3%. Tweederde van de postbezorgers werkt op basis van een arbeidsovereenkomst. Deze postbezorgers zijn voornamelijk werkzaam bij TNT. De overige bezorgers zijn werkzaam bij andere postvervoerders, meestal op basis van een overeenkomst van opdracht. Van de overige postvervoerders hebben alleen sociale werkplaatsen nog bezorgers met een (gesubsidieerd) arbeidscontract. Bijna 90% van alle poststukken wordt in 2009 bezorgd door bezorgers met een arbeidscontract.
OPTA
22
Internetveiligheid: toename van spam uit Europa
Voor internetveiligheid zijn geen cijfers uit de markt beschikbaar. OPTA gebruikt daarom openbare bronnen. De getallen in dit hoofdstuk zijn daarmee indicatief. Trendrapport Cybercrime en Digitale Veiligheid 7
In 2010 werkt OPTA mee aan het nationaal trendrapport Cybercrime en Digitale Veiligheid van Govcert , het Cyber Security en Incident Response Team van de Nederlandse overheid. In dit rapport zijn de belangrijkste trends op het gebied van cybercrime en digitale veiligheid beschreven. De voornaamste 8
trends zijn dat cybercriminaliteit geavanceerder en gerichter wordt, de dreiging van digitale spionage toe neemt en het illegaal gebruik van internet om politieke redenen vooral gericht is op bedreiging, 9
defacements en propaganda. Daarnaast blijken burgers, bedrijven en overheid kwetsbaar voor digitaal misbruik en staat privacy staat onder druk.
Spam De meeste spam wordt verzonden door botnets, groepen gehackte computers die centraal worden aangestuurd.
10
In augustus 2010 piekte het aandeel spam binnen de totale hoeveelheid verzonden e-mail
met 92,2% als gevolg van het ‘Rustock botnet’. Dit botnet zorgt die maand voor snelle verspreiding van grote hoeveelheden malware waardoor de hoeveelheid spam toeneemt. De gemiddelde hoeveelheid spam van het e-mailverkeer over het hele jaar is vastgesteld op 89,1%, wat een toename betekent van 1,4% ten opzichte van vorig jaar. Ten opzichte van 2009 betekent dit een toename voor Europa, een afname voor Zuid-Amerika en een gelijkblijvend peil voor Azië. De Europese toename is met name te wijten aan Oost-Europese landen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met een combinatie van toegenomen beschikbaarheid van internet in die landen en tactische redenen van cybercriminelen om vanuit die landen actief te zijn. Vanwege dezelfde redenen is de hoeveelheid spam vanuit Afrika ook toegenomen.
7
Dit rapport is geschreven aan de hand van informatie van verschillende organisaties, waaronder OPTA. Voor meer informatie: <www.govcert.nl/onderwerpen/trends+en+statistieken/trends-en-statistieken.html>. 8 Elke strafbare gedraging voor de uitvoering van cybercrime waarvan het gebruik van geautomatiseerde werken bij de verwerking en overdracht van gegevens van overwegende betekenis is. 9 Een aanval op een website waardoor het uiterlijk ervan verandert. 10 MessageLabs Intelligence 2010 Annual Security Report, <www.messagelabs.com/resources/press/64370>.
23
Marktmonitor 2010
Continent
Aandeel spam (%) in 2010
Aandeel spam (%) in 2009
Europa
39,3
25,4
Azië
33,9
33,3
Zuid-Amerika
13,4
19,3
Noord-Amerika
9,5
19,2
Afrika
3,2
2,1
Oceanië
0,7
0,6
Een ander onderdeel is de gebruikte taal door spammers. Veruit de meeste spam (ongeveer 90%) die wereldwijd is verzonden, is in het Engels opgesteld. De tweede plaats wordt ingenomen door het Nederlands: ongeveer 1,3%.
Malware OPTA verzamelt gegevens over malware die wordt gehost in Nederland en over malware die contact maakt met servers in Nederland. Malware is een verzamelnaam voor kwaadaardige en/of schadelijke software. De unieke varianten van malware die OPTA in 2010 detecteert, zijn in onderstaande figuur weergegeven. Aantal besmettingen per week (x 1.000) 12 10 8 6 4 2 0 1
5
9
13
17
21
25
29
33
37
41
45
49
Week
Slechts een klein deel van de totale hoeveelheid malware wordt daarmee inzichtelijk. De pieken in week 6/7 en in week 21/22 worden verklaard door twee Nederlandse websites die destijds vele varianten van malware online hadden staan.
OPTA
24