MARKT
Bulletin Kwartaalbericht aanvoer en handelsgegevens vis, schaal en schelpdieren
Derde kwartaal 2008
Inhoud en Colofon
Inhoud
Rondvis
Overige (vnl. platvis)
Kabeljauw
Tarbot
Koolvis
Griet
Schelvis
Tongschar
Wijting
Schar
Makreel
Bot
Haai
Schartong
Leng
Geep
Heek
Heilbot
Zeeduivel
Zoeterwatervis
1. Aanvoer 2. Buitenlandse handel 3. Informatie per soort over vis, schaal en schelpdieren, diepvries en kweekvis (buiten de EU) Colofon Marktbulletin is een uitgave van het Productschap Vis
Bronnen Rog Productschap Vis Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Wolf Poon Roodbaars
Voor informatie:
Steenwijting Zeebaars
Productschap Vis, dhr. G. van Yperen Horsmakreel Postbus 72, 2280 AB Rijswijk, telefoonnummer 070 – 3369675, e-mail
[email protected]
Overname van de inhoud alleen toegestaan met duidelijke bronvermelding.
Sprot
1. Aanvoer Inleiding Twee factoren zijn bepalend voor het algemene beeld: de hoeveelheid product en de waarde. Dat wordt in de grafieken van dit hoofdstuk in beeld gebracht. De factor waarde is berekend op de hoeveelheid in de handel gebrachte vissoortgroep. De waarde van de import en export van de Nederlandse vissector door handelsactiviteiten is opgenomen in de laatste tabel, als illustratie van het belang hiervan voor de Nederlandse economie. De tweede serie grafieken (vanaf 1.5) is gericht op het in beeld brengen van de waarde en de hoeveelheid vis die via de Nederlandse afslagen in de afgelopen periode is verhandeld. Daar is een uitsplitsing gemaakt voor de soorten tong, schol, rondvis en overige (vnl. platvis). Voor een overzicht van de categorieën rondvis en overige (vnl. platvis) wordt verwezen naar de tweede pagina van dit bulletin. 1.1 Aanvoer vis (waarde in euro’s) In deze tabel is de verdeling per kwartaal weergegeven van de waarde van de drie grootste aangevoerde productstromen. De productstromen verse vis en schaal- en schelpdieren zijn gebaseerd op de via de afslag/veiling verhandelde hoeveelheden en behaalde (bruto) opbrengsten. De totale waarde van de in het derde kwartaal van 2008 aangevoerde (pelagische) diepvriesvis is beduidend lager
1.1
1.3
vergeleken met dezelfde periode in 2007. Dat komt doordat de TAC’s voor een groot aantal van de pelagische soorten fors zijn verlaagd, met als resultaat een vermindering van de aanvoer van deze vissoorten. 1.2 Aanvoer vis (waarde relatief) 3e kwartaal 2008 De onderlinge verdeling van in waarde van de productstromen laat duidelijk zien dat verse vis het grootste aandeel heeft. Het gaat hier om vis die via de Nederlandse visafslagen is verhandeld. Specifieke informatie over die categorie is vanaf grafiek 1.5 in beeld gebracht. De productstroom schaal- en schelpdieren betreft enerzijds schaaldieren zoals Noordzee garnalen en Noorse kreeftjes (langoustines). De schelpdieren zijn vooral oesters en de via de mosselveiling verhandelde mosselen. De categorie diepvries bestaat voornamelijk uit haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting. Deze (pelagische) vis wordt in hoofdzaak door de trawlervloot aangevoerd en aan boord gevroren. In het derde hoofdstuk van dit bulletin vindt u meer informatie over de categorieën schaal- en schelpdieren en diepvriesvis. 1.3 Aanvoer verse vis en garnalen (prijsontwikkeling op basis van index niveau 2007-2) Uit de grafiek blijkt dat de gemiddelde prijs van de via de
1.2
1.4
afslag verhandelde rondvis- en platvissoorten het afgelopen jaar nauwelijks is gewijzigd. Voor garnalen ligt dat anders. Na een forse piek in het vierde kwartaal van 2007 zet een constante daling in. Het prijsniveau van de garnalen ligt in het derde kwartaal van 2008 onder het niveau van dezelfde periode in 2007. De prijsontwikkeling wordt vooral beïnvloed door seizoensomstandigheden, visserijinspanning, de vangstresultaten en de ontwikkelingen op de markt. 1.4 Import en export (waarde) Zoals al vele jaren het geval is, ligt de totale waarde van de export boven die van de import. Op zich logisch, omdat een deel van de export plaatsvindt na bewerking. Het verschil is wel kleiner geworden. Dat is vooral veroorzaakt door de stijging in omvang van de import en de lichte teruggang in de waarde van de export. Het laatste houdt mogelijk verband met de toename van concurrerende producten op onze afzetmarkten.
1.5
1.7
1.5 Aanvoer verse vis (waarde) De waarde van de op de Nederlandse afslagen aangevoerde verse vis is in het derde kwartaal gelijk gebleven ten opzichte van het tweede kwartaal 2008. In het derde kwartaal van 2008 blijft het waardeaandeel voor iedere categorie vis achter bij het niveau in dezelfde periode in 2007. 1.6 Aanvoer verse vis (waarde) derde kwartaal 2007 Bij de verdeling van de waarde neemt de platvis de hoofdrol op zich. Met een aandeel van 43 % voert tong de boventoon, zoals gebruikelijk. 1.7 Aanvoer verse vis (waarde) derde kwartaal 2008 Met een aandeel van 39 % is tong opnieuw de belangrijkste vissoort, maar de vermindering is fors: 10% minder dan in 2007. Het belang van schol binnen de aanvoer is daarentegen toegenomen.
1.6
1.8
1.8 Aanvoer verse vis (hoeveelheid) In de eerste drie kwartalen van 2008 is de aanvoer van tong ieder kwartaal gelijk gebleven. In het derde kwartaal van 2008 is wel minder rondvis en overige (vnl. platvis) aangevoerd dan gedurende dezelfde periode in 2007. Het relatieve aandeel van schol is toegenomen en ligt voor wat betreft de hoeveelheid zelfs iets hoger dan de aanvoer gedurende dezelfde periode in 2007.
1.10 Aanvoer verse vis (hoeveelheid) derde kwartaal 2008 De verdeling van de verse vis in hoeveelheid geeft over het derde kwartaal van 2008 aan dat de verse vis inmiddels voor ruim de helft bestaat uit schol. In vergelijking met een jaar eerder is de hoeveelheid tong met meer dan 20% afgenomen.
1.9 Aanvoer verse vis (hoeveelheid) derde kwartaal 2007 De verdeling naar hoeveelheid van de verse vis benadrukt het grote belang van de platvisvisserij. De aandelen voor tong en schol zijn apart vermeld. Met een aandeel van 45 % gaat schol ruim aan kop.
1.9
1.10
2. Buitenlandse handel
Inleiding Een zeer groot deel van de in Nederland verwerkte en verhandelde visproducten wordt afgezet op buitenlandse markten, met name binnen de Europese Unie. De import bestaat voor het grootste deel uit vis en visproducten die van buiten de Europese Unie afkomstig zijn. In toenemende mate daaronder ook gekweekte zoetwater vissoorten uit Zuid-Oost Azië die hun afzet vinden op markten die traditioneel worden bediend met witvissoorten uit de wildvang op zee. Vooral de afzet van scholfilet wordt hierdoor getroffen.
gemaksvoeding. De totale hoeveelheid export is in het derde kwartaal van 2008 gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2007.
2.1 Export (waarde) In deze grafiek wordt onderscheid gemaakt tussen vier categorieën. De producten uit diepvries zijn goed voor bijna de helft van de waarde van de export. De fluctuaties in de waarde van de schaal- en schelpdieren wordt veroorzaakt door het ritme van het mosselseizoen. Waar de categorie vers nagenoeg constant blijft, is de stijging van de categorie bereidingen (samengestelde producten) opvallend. Die kan op het conto worden geschreven van de toenemende populariteit van
2.3 Export bestemming (waarde 3e kwartaal 2008) Het grootste aandeel in de exportwaarde wordt geboekt door België. De mosselsector heeft daarin een groot aandeel. De Europese zone blijft een belangrijk afzetgebied voor onze verwerkers en handelaren. Interessant is het relatief kleine aandeel in waarde van de export naar China, dat grotendeels tot stand komt op basis van de veredeling van makreel die na bewerking wordt doorgevoerd naar Japan.
2.2 Import (waarde) In deze grafiek is eveneens een onderscheid gemaakt tussen vier categorieën. We zien hier een aanzienlijke toename van de waarde van de bereidingen in het derde kwartaal van 2008. De categorie vers is ten opzichte van dezelfde periode in 2007 wat teruggevallen, terwijl diepvries gelijk is gebleven.
2.1
2.2
2.3
2.4
3. Informatie per soort over vis, schaal en schelpdieren, diepvries en kweekvis (buiten de EU)
2.4 Import herkomst (waarde 3e kwartaal 2008) Het is vooral de import van garnalen die er voor zorgt dat Duitsland zo’n groot aandeel heeft in de weergave van de importen naar herkomst. De import uit China bestaat voor het grootste gedeelte (80%) uit garnalen en paling. 2.5 Import en export (waardebarometer) De waardebarometer zoals hier weergegeven is een maatstaf voor het verschil in waarde per kilogram per kwartaal. Uitgangspunt is de waarde in het derde kwartaal van 2007, die een indexcijfer van 100 heeft gekregen. Er is uitgegaan van de totale waarde van de import en export, zonder inflatiecorrectie. De waarde van de import is de afgelopen vijf kwartalen gestegen. Bij de export zien we na een terugval in de eerste helft van 2008, een stijging in het derde kwartaal, waardoor hetzelfde niveau wordt gehaald als een jaar eerder.
Inleiding In dit gedeelte van het marktbulletin is de informatie samengebracht specifiek over een aantal soorten en categorieën. Dat betreft achtereenvolgens de vissoorten tong, schol, kabeljauw en wijting en de categorieën schaal en schelpdieren, diepvries en kweekvis van buiten de EU. In de laatste grafiek gaat het om de soorten pangasius en Amerikaanse meerval. 3.1 Aanvoer tong (hoeveelheid per grootteklasse) In de eerste drie kwartalen van 2008 was de aangevoerde hoeveelheid redelijk stabiel. In het derde kwartaal van 2008 is fors minder kleine tong aangevoerd dan in dezelfde periode van 2007. 3.2 Aanvoer tong (waarde) De waarde van de aangevoerde tong is in het derde kwartaal gestegen ten opzichte van het kwartaal daarvoor. Deze stijging houdt gelijke tred met de stijging van de aangevoerde hoeveelheid. 3.3 Aanvoer tong (gemiddelde prijs per kg. per grootteklasse) De prijs van de grote tong (lappen) is in het eerste
2.5
3.1
3.2
3.3
kwartaal van 2008 fors gezakt. In het derde kwartaal van 2008 bevindt de prijs voor deze categorie zich weer op nagenoeg hetzelfde niveau als in dezelfde periode in 2007. Voor de kleine marktcategorie (slips) is in de eerste drie kwartalen van 2008 de prijs stabiel gebleven. De prijs van het middensegment is daarentegen in het derde kwartaal van 2008 verder weggezakt. De marktbenamingen voor de grootteklassen variëren en kennen ook een subonderscheid. Zo zijn er voor de kleine tongen de zogenaamde slips 1 en 2, hanteren we voor de middencategorie de namen groot en kleinmiddel en worden de grote tongen lappen genoemd. 3.4 Aanvoer schol (hoeveelheid per grootteklasse) In het derde kwartaal van 2008 is er via de afslag wat meer schol verhandeld dan in dezelfde periode in 2007. De benamingen voor de grootteklassen worden aangeduid met de cijfers 1 t/m 4. Het aandeel van de sorteringen schol 2 en 3 is naar verhouding wat toegenomen in vergelijking met dezelfde periode in 2007. 3.5 Aanvoer schol (waarde) Het waardeverloop houdt gelijke tred met de schommelingen in de aanvoer van schol. Bij afname van de hoeveel-
heid is er geen stijging van de prijs. Dat wijst er op dat er weinig prijsflexibiliteit is in de scholmarkt. De waarde van de in het derde kwartaal van 2008 aangevoerde hoeveelheid blijft in vergelijking met dezelfde periode in 2007 wat achter. De oorzaak hiervoor zit vooral in de lagere waardering van de grotere marktcategorie (grootteklasse 1 en 2) in combinatie met een lichte teruggang in de prijs voor schol 3. 3.6 Aanvoer schol (gemiddelde prijs per kg. per grootteklasse) De prijs van de grotere schollen (grootteklasse 1 en 2) staat onder druk. De prijsontwikkeling van de schol 3 is over de hele periode bezien tamelijk stabiel. Desalniettemin is in het derde kwartaal van 2008 niet het niveau bereikt van dezelfde periode in 2007. 3.7 Aanvoer kabeljauw en wijting (hoeveelheid verdeeld per soort) De in het derde kwartaal van 2008 aangevoerde hoeveelheid is achtergebleven in vergelijking met dezelfde periode van 2007. In het aandeel per vissoort is een opvallende verschuiving te zien. De aangevoerde hoeveelheid wijting is in vergelijking met dezelfde periode in 2007
3.4
3.5
3.6
3.7
met maar liefst 100% toegenomen. Het aandeel in de afname van de hoeveelheid kabeljauw in het derde kwartaal van 2008 was dermate groot (25% minder) dat dit de primaire oorzaak was in de vermindering van de totale hoeveelheid aanvoer. Het zwaartepunt in de aanvoer ligt in 2008 voor kabeljauw in het eerste kwartaal, terwijl dat voor wijting in het tweede kwartaal ligt. 3.8 Aanvoer kabeljauw en wijting (waarde per soort) Ondanks de verminderde aanvoer is de waarde van de kabeljauw in het derde kwartaal van 2008 gelijk gebleven ten opzichte van het tweede kwartaal. In vergelijking met het derde kwartaal van 2007 is de waarde echter met 25% gedaald. Die daling houdt gelijke tred met de daling in de aangevoerde hoeveelheid. De waarde van de aangevoerde wijting ligt stabiel, ondanks de grote verschillen in hoeveelheid aanvoer tussen de derde kwartalen van 2008 en 2007. 3.9 Aanvoer kabeljauw en wijting (gemiddelde prijs per kg. per soort) De prijs voor kabeljauw laat in het derde kwartaal een fors herstel zien, waardoor hetzelfde peil kon worden bereikt als in dezelfde periode van 2007.
3.8
3.10
Na de stabiliteit van 2007 daalt de prijs van wijting in het eerste en tweede kwartaal van 2008. In het derde kwartaal is er sprake van enig herstel, maar het niveau van dezelfde periode in 2007 is bij lange na niet gehaald. 3.10 Aanvoer schaal- en schelpdieren (hoeveelheid per hoofdsoort) In deze grafiek is de ontwikkeling in de aanvoer van de hoofdsoorten in beeld gebracht: mosselen en garnalen. Door de latere opening van het mosselseizoen is er geen aanvoer geweest in het tweede kwartaal van 2008. In het derde kwartaal van 2008 komt de aanvoer van mosselen op gang, hoewel de aangevoerde hoeveelheid achterblijft bij dezelfde periode in 2007. Aan garnalen werd in het derde kwartaal van 2008 meer aangevoerd dan in dezelfde periode van 2007. 3.11 Aanvoer schaal- en schelpdieren (waarde per hoofdsoort) Het aandeel van de waarde van de verhandelde garnalen lag in het derde kwartaal van 2008 hoger dan in dezelfde periode van 2007.
3.9
3.11
3.12 Aanvoer schaal- en schelpdieren (gemiddelde prijs per kg. per hoofdsoort) De prijs van € 0 voor mosselen in het tweede kwartaal hangt uiteraard samen met het feit dat er in die periode geen mosselen zijn aangevoerd. De prijsontwikkeling van garnalen laat vanaf het vierde kwartaal van 2007 een gestage daling zien en komt in het derde kwartaal van 2008 op een iets lager prijspeil uit dan dat van 2007. De voornaamste oorzaak lijkt te moeten worden gezocht in de toename van de aanvoer van garnalen, zoals ook in beeld gebracht in de grafieken 3.10 en 3.11. 3.13 Aanvoer diepvriesvis (hoeveelheid per soort) Het gaat in deze categorie om de pelagische vissoorten haring, makreel en horsmakreel, die diepgevroren worden aangevoerd. In het derde kwartaal van 2008 is de aangevoerde hoeveelheid bevroren vis met bijna 40% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2007. De voornaamste oorzaak daarvoor ligt in de sterke vermindering van aangevoerde haring, conform de toegewezen quota voor deze vissoort. De aangevoerde hoeveelheid horsmakreel laat een lichte stijging zien ten opzichte van dezelfde periode in 2007.
3.14 Aanvoer diepvriesvis (gemiddelde prijs per kg. per soort) De prijs van bevroren vis (en dan met name makreel) is in het derde kwartaal van 2008 fors naar beneden gegaan. De prijs van horsmakreel laat in het derde kwartaal van 2008 nog een stijging zien ten opzichte van dezelfde periode in 2007. 3.15 Meerval en pangasius (gemiddelde prijs per kg. per soort) De prijsontwikkeling van (Amerikaanse) meerval kent een gelijkmatig verloop, met een opvallende stijging in het derde kwartaal van 2008. Voor pangasius is er sprake van een nog forsere stijging vanaf het tweede kwartaal van 2008. Blijkens informatie uit het vakblad Seafood International zal de huidige (krediet)crisis een stimulans kunnen betekenen voor de export van (relatief goedkope) gekweekte vis. Hoewel de productie van met name pangasius in Vietnam naar verwacht nog zal toenemen, kan de prijs door de nog sneller stijgende vraag wellicht verder stijgen.
3.12
3.13
3.14
3.15
Postbus 72 | 2280 AB RIJSWIJK | T 070 336 96 00 F 070 399 94 26 | E
[email protected] | www.pvis.nl