Bezoekadres Amstel 1 1011 PN Amsterdam Postbus 202 1000 AE Amsterdam Telefoon 14 020 amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
leden raadscommissie Werk en Economie In afschrift aan leden raadscommissie Financiën Amstel 1 1011 DN Amsterdam
31 maart 2015 BD2015-005141 Uw kenmerk n.v.t. Behandeld door Jan Jonker, Directie Middelen en Control, 06-5172 2756,
[email protected] Marius Popma, Directie Middelen en Control, 06-12381748,
[email protected] Datum
Ons kenmerk
Kopie aan Bijlage
3, waarvan 1 kabinet
Onderwerp
Uitkomsten externe validatie en waardebepaling AEB
Geachte leden van de raadscommissie, Met deze brief informeer ik u, zoals aangekondigd in de raadcommissies Werk en Economie en Infrastructuur en Duurzaamheid van 18 maart jl. over de uitkomsten van de eerder door mij toegezegde externe validatie bij AEB. Ik informeer u op hoofdlijnen over de conclusies van het rapport van EY van 27 maart jl. Ik beraad mij nog op de acties in de aanloop naar de aandeelhoudersvergadering van 23 juni a.s. Vooruitlopend op de voorjaarsnota en herijking deelnemingen wil ik deze informatie echter wel zo snel mogelijk met u delen. In de brief schets ik de financiële consequenties van de situatie bij AEB voor de gemeente. In een kabinet bijlage bij deze brief zijn meer details opgenomen over enkele van de in deze brief genoemde conclusies. Vanwege bedrijfsgevoeligheid kan deze informatie over AEB niet openbaar worden gemaakt. Aanleiding In het afgelopen jaar heb ik u in de twee (bijgevoegde) brieven geïnformeerd over tegenvallende financiële resultaten bij de (per 1 januari 2014 verzelfstandigde) gemeentelijke deelneming AEB, te weten op 26 augustus en op 2 december 2014. De kern van deze brieven is als volgt: 1. brief van 26 augustus 2014: − De directie van AEB heeft op basis van halfjaarcijfers haar verwachting voor het financiële resultaat voor 2014 bijgesteld met € 12 miljoen tot € 7 miljoen door operationele
Een routebeschrijving vindt u op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 2 van 10
−
tegenvallers en marktomstandigheden. De gemeente was hierdoor genoodzaakt tot neerwaartse bijstelling van het verwachte dividend over 2014 tot € 7 miljoen. De directie van AEB had mij kort daarvoor van deze tegenvallende financiële situatie op de hoogte gebracht en ik heb mij ook de daarop volgende tijd laat informeren over de wijze waarop de directie -in nauw overleg met de raad van commissarissen- maatregelen neemt om de financiële tegenvallers te beperken.
2. brief van 2 december 2014: − Begin november ontving ik ter vaststelling het Jaarplan 2015-2018 van AEB waarin AEB de meest actuele inzichten in marktontwikkelingen, bedrijfsvoering en transitieprojecten had verwerkt. AEB kwam hierin tot een financieel vooruitzicht dat ertoe leidde dat de resultaten en daarmee het verwachte dividend voor de komende jaren aanmerkelijk onder druk zou komen te staan. − De financiële resultaten van AEB over 2014, en daarmee het dividend dat de gemeente ontvangt, kwamen nog verder onder druk te staan doordat eind november een brand één van de centrales van AEB had getroffen, te weten de AEC, sinds 1993 in gebruik. De hoogte van de financiële gevolgen van deze tegenvaller zouden naar verwachting na enkele maanden bekend zijn. − De directie en raad van commissarissen van AEB kondigden aan een objectief onderzoek naar de staat van de betreffende centrale te laten uitvoeren. Daardoor konden zij nog geen nieuwe financiële prognose geven. AEB past het Jaarplan 2015-2018 aan na afronding van dat onderzoek. − De directie en raad van commissarissen hebben besloten het Jaarplan 2015-2018 in te trekken, gezien de brand en hun besluit om een objectief onderzoek naar de staat van de betreffende centrale uit te laten voeren. Hoewel het ingetrokken jaarplan geen formele status heeft, heeft het wel (indicatief) het toekomst perspectief weer van AEB voor de brand. − In de risicoparagraaf van het besluit tot verzelfstandiging van AEB was reeds geconstateerd dat zowel externe als interne factoren de financiële resultaten kunnen beïnvloeden en dat de mogelijkheden tot dividenduitkering hiervan afhankelijk zijn. Deze risico’s doen zich ook voor bij andere partijen in de afval- en energiesector die momenteel onder druk staat, met als gevolg mindere resultaten. − Gezien het in het ingetrokken Jaarplan 2015-2018 geschetste financiële beeld voor de komende jaren, heb ik besloten een externe validatie op de marktontwikkeling en het meerjarenplan te laten uitvoeren, omdat de gemeente als aandeelhouder van AEB zekerheid wil hebben over de financiële positie van het bedrijf en de mate waarin het dividend de komende jaren onder druk zal komen te staan, omdat deze direct effect hebben op de gemeentebegroting. − De deelneming AEB is op de gemeentelijke balans gewaardeerd tegen de waarde van de inbreng van het eigen vermogen op de datum van verzelfstandiging, circa € 140 miljoen en dat bij het opstellen van de jaarrekening 2014, mede aan de hand van de hiervoor gemelde externe validatie bekeken zou worden of de boekwaarde aanpassing behoeft. − De voor 16 december 2014 geplande aandeelhoudersvergadering zou benut worden om met de directie en raad van commissarissen in gesprek te gaan over genoemde ontwikkelingen en de maatregelen die moeten worden genomen. De onderneming AEB kent bepaalde risico’s, die bij de verzelfstandiging in december 2013 expliciet zijn benoemd in uw besluitvorming. Helaas heeft een aantal van deze risico’s zich
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 3 van 10
gemanifesteerd. Als vertegenwoordiger van de aandeelhouder, laat ik mij nauwgezet informeren door het bedrijf en haar toezichthouder. Vanwege het forse effect van de geschetste financiële situatie bij AEB op de gemeentelijke begroting heb ik, en het College met mij, geconcludeerd dat een goed gefundeerde toetsing noodzakelijk is, in de vorm van eerder genoemde externe validatie, voor verdere besluitvorming door de aandeelhouder. Het instellen van een onderzoek door de aandeelhouder is een zwaar middel binnen de governance verhoudingen tussen gemeente als aandeelhouder en een deelneming, waarbij de directie eindverantwoordelijk is en de raad van commissarissen belast met het toezicht erop. Opdracht aan Ernst & Young Na een offerteronde onder een aantal gerenommeerde onderzoeksbureaus heb ik Ernst & Young Transaction & Advisory Services (hierna: EY) opdracht gegeven de externe validatie uit te voeren. De opdracht aan EY luidde als volgt: De gemeente Amsterdam wil ‘het ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018’ laten analyseren en valideren. Daarbij staan de volgende drie vragen centraal: 1. In welke mate zijn de veronderstellingen die aan de businesscase van het ingetrokken Jaarplan 2015-2018 ten grondslag liggen, waaronder de macro-economische en bedrijfseconomische veronderstellingen, realistisch? 2. In welke mate wijkt de in 2013 vastgestelde businesscase bij verzelfstandiging (2014-2018) van de huidige businesscase (van het ingetrokken Jaarplan 2015-2018) af en hoe zijn de verschillen te verklaren? 3. In hoeverre is er zekerheid te verkrijgen over de te verwachten dividendstroom en vereiste rentebetalingen? Mogelijk aanvullende opdracht - waarderingsanalyse Indien de validatie van de businesscase aanleiding geeft om te veronderstellen dat er sprake is van een te verwachten duurzame lagere marktwaarde (eigen vermogen) ten opzichte van de bij de gemeente bekende boekwaarde, dan kan de gemeente u vragen om een waarderingsanalyse op laten stellen van de onderneming AEB.
Voor de volledigheid merk ik op dat EY niet de businesscase verzelfstandiging heeft gevalideerd, de werkzaamheden van EY waren gericht op het analyseren van de belangrijkste verschillen tussen de business case verzelfstandiging en het ingetrokken Jaarplan 2015 - 2018. Ik wijs u erop dat in de validatie geen rekening is gehouden met het door de directie van AEB geïnitieerde lopende onderzoek naar de staat van de oudste centrale (AEC). Dit onderzoek wordt naar verwachting eind mei afgerond. De uitkomst van dit onderzoek kan eventueel tot nieuwe aanpassingen van de resultaatprognose leiden. Het bijgestelde meerjarenplan 2015-2018 zal naar verwachting via de aandeelhoudersvergadering van 23 juni a.s. aan het college van B&W ter goedkeuring worden voorgelegd. Tijdens het uitvoeren van de validatie door EY bleek er aanleiding een duurzame waardevermindering van de aandeelhouderswaarde te veronderstellen, en heb ik EY gevraagd genoemde waarderingsanalyse op te stellen. EY heeft onlangs haar eindrapport van het onderzoek opgeleverd, waarin het resultaat van de validatie en waarderingsanalyse is opgenomen.
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 4 van 10
Externe validatie ingetrokken Jaarplan AEB 2015 -2018 EY heeft de aannames die ten grondslag lagen aan het ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018 gevalideerd, door deze te toetsen aan: • Trends en ontwikkelingen in de markt. • Waarneembare marktprijzen en prijsontwikkelingen. • Contractuele afspraken van AEB met derden. • Nadere onderbouwing van het management. • Benchmark informatie van vergelijkbare bedrijven. EY noemt in haar rapport als meest relevante ontwikkelingen binnen de Nederlandse afvalverbrandingsmarkt: − Door een toenemende focus op recycling is de verwachting dat het aanbod van Nederlands afval de komende jaren zal blijven dalen. Nederlandse afvalverbrandingsinstallaties (“AVIs”) zijn hierdoor in toenemende mate afhankelijk geworden van de import van afval, hoofdzakelijk uit het Verenigd Koninkrijk. Gezien het verwachte aanbod van afval uit het Verenigd Koninkrijk, lijkt het niet onaannemelijk dat er de komende jaren nog voldoende afval beschikbaar is waarmee de Nederlandse AVIs en dus ook AEB, de vollast van de installaties kunnen waarborgen; − De winstgevendheid van Nederlandse AVIs is in toenemende mate afhankelijk van de verkoop van energie in de vorm van elektriciteit, stoom en/of warmte. De afgelopen jaren proberen de Nederlandse AVIs zich in toenemende mate op de levering van stoom en warmte te richten aangezien hier typisch langlopende contracten aan ten grondslag liggen, het een hogere energie efficiëntie kent en waarvan de prijs over het algemeen hoger ligt dan de prijs van elektriciteit; − De prijzen voor de geproduceerde elektriciteit door AVIs zijn voornamelijk gekoppeld aan marktprijzen die worden verhandeld op de beurs (Amsterdam Power Exchange of “APX”). EY merkt op dat in de periode na de afronding van het ingetrokken Jaarplan AEB 2015 -2018 de prijzen zijn gedaald ten opzichte van de prijsniveaus waar het jaarplan op is gebaseerd; − De levering van stoom en warmte wordt over het algemeen contractueel vastgelegd aangezien er geen vrije markt en netwerk is. De prijs voor de geleverde warmte en stoom wordt contractueel vastgelegd en is typisch gekoppeld aan die van alternatieve energiebronnen (elektriciteit, gas, etc.); − De gate fees voor de verwerking van huishoudelijk-, bedrijfs- en geïmporteerd afval liggen gemiddeld tussen de €60 en € 75 per ton in 2014 (waarbij de gate fees voor de verwerking van huishoudelijk afval typisch lager liggen dan de gate fees voor bedrijfs- en geïmporteerd afval). EY stelt naar aanleiding van de validatie, dat zij zich in belangrijke mate kan verenigen met de door AEB gehanteerde aannames en methodiek van het opstellen van het ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018. EY heeft naar aanleiding van haar validatie van het ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018 de onderstaande aanpassingen gemaakt in de prognoses van het management van AEB. • Elektriciteitsprijzen: EY heeft de elektriciteitsprijzen aangepast op basis van de actuele prijzen. • Transitieproject stroomnet: EY heeft een correctie gemaakt op de geprognosticeerde resultaten van stoomnet, omdat zij de realisatie van stoomnet op dit moment onzeker acht.
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 5 van 10
EY heeft een aantal aanpassingen op de door AEB gehanteerde aannames doorgevoerd in de ordegrootte van € 1 tot 4 miljoen per jaar. Na deze aanpassingen blijkt uit de validatie voor de periode 2015 -2018 een prognose van de nettowinst van € 8 tot 12 miljoen per jaar, ondanks een lagere afschrijvingscomponent en de toevoeging van het resultaat van warmtenet (50% dochtermaatschappij WestPoortWarmte (WPW)). De verschillen ten opzichte van de businesscase verzelfstandiging zijn onderzocht en worden verderop in deze brief toegelicht. Dit is een significante daling ten opzichte van de prognoses uit de businesscase bij de verzelfstandiging van AEB. Validatie - gevolg Begroting & Voorjaarsnota 2015 (ramingen 2016 -2019) Naar aanleiding van de validatie en met oog op de onzekerheden in het ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018, dienen in de Begroting en Voorjaarsnota 2015 de dividendramingen AEB 2015 tot en met 2019, naar beneden te worden bijgesteld. Bij verzelfstandiging werd uitgegaan van een dividend van € 16 tot 19 miljoen per jaar; deze bedragen zijn ook in de gemeentebegroting 2015 als dividendraming overgenomen. Het opnemen van deze dividendramingen in de gemeentebegroting volgt uit het besluit bij verzelfstandiging, waarin de keuze destijds is gemaakt om de verzelfstandiging budgetneutraal in de begrotingssystematiek van de gemeente te verwerken, met in totaal de zelfde afdrachten aan de gemeente (rente + dividend). Met oog op de volatiliteit, de risico’s en onzekerheden en uit hoofde van het begrotingstechnisch voorzichtigheidsbeginsel, worden niet de volledige geprognosticeerde nettowinsten (€ 8 tot 12 miljoen per jaar) in de ramingen overgenomen, maar zal worden uitgegaan van een dividend van € 5 miljoen per jaar. Eenmalige correctie Begroting 2015 Bij de voorjaarsnota 2016-2019 zal een voorstel in besluitvorming worden gebracht om een systeemwijziging te overwegen, waarbij de dividenden van AEB worden verantwoord in het jaar van vaststelling. Door de wijziging wordt een eventueel dividend van AEB over 2015 een jaar later (2016) begroot, verantwoord en ontvangen. Doorvoeren van deze wijziging betekent minder volatiliteit dan de huidige wijze van verantwoorden, wat wenselijk is met oog op de diverse factoren (bijvoorbeeld marktontwikkelingen) die van invloed kunnen zijn op het resultaat van AEB. Samengevat betekent dit het volgende voor de gemeentelijke begroting: Bijstelling gemeentelijk begrote & geraamde dividenden Begroot-geraamd dividend (gemeente) Bijstelling Voorjaarsnota en Begroting 2015 Verschil
2015 19 0 (19)
2016 18 5 (13)
2017 17 5 (12)
2018 16 5 (11)
2019 16 5 (11)
Waardering AEB – boekwaarde AEB EY heeft, op basis van het gevalideerde ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018 en daarvan afgeleide resultaatprognoses tot 2034, een berekening gemaakt van de aandeelhouderswaarde van de onderneming, met peildatum 31 december 2014. De berekeningsmethode die is toegepast is de zogenaamde Discounted Cash Flow -methode. Deze methode is de meest gebruikelijke methodiek om de waarde van een onderneming te bepalen en is tevens de methode die is toegepast bij het
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 6 van 10
verzelfstandigingstraject. EY schat op dit moment de aandeelhouderswaarde op € 75 miljoen, binnen een bandbreedte van € 55-95 miljoen. De waardebepaling is gericht op de huidige situatie. Bij de waardebepaling is geen rekening gehouden met eventuele synergie-effecten of strategische effecten die bij een eventuele verkoop aan een derde zouden kunnen worden gerealiseerd. Verder is er geen rekening gehouden met eventueel nieuw te ontwikkelen bedrijfsactiviteiten door AEB, zoals toekomstige transitieprojecten, die niet reeds in de periode voor 31 december 2014 in materieel opzicht aanwezig waren. Waardering - effect gemeentelijke jaarrekening 2014 Op basis van de rapportage van EY worden twee voorzieningen in de gemeentelijke jaarrekening 2014 opgenomen van in totaal € 70 miljoen, te weten één van € 45 en één van € 25 miljoen, zie hieronder. In het kader van de controle van de gemeentelijke jaarrekening en de daarin getroffen voorzieningen, worden de uitkomsten van de rapportage gedeeld met ACAM. ACAM moet zich nog een oordeel vormen over de gemeentelijke jaarrekening. De eerste voorziening ad € 45 miljoen (= € 140 miljoen huidige boekwaarde -/- de bovengrens van de schatting van EY van de aandeelhouderswaarde ad € 95 miljoen), wordt getroffen voor de duurzame waardevermindering. Artikel 65 lid 1 Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa moeten worden verwerkt in de verantwoording. Deze voorziening betreft feitelijk de afwaardering van de deelneming. Voor de waardering van AEB op de gemeentelijke balans is de bovengrens van de waardering door EY aangehouden De belangrijkste reden hiervoor is dat op dit moment geen verkoopintenties voor AEB zijn. In ieder geval dient AEB in verband met afspraken met de belastingdienst tot 2017 te worden aangehouden. Wel heeft het college op 10 februari jl. in het kader van de herijking gemeentelijke deelnemingen besloten dat de afstootmogelijkheden inzake de deelneming AEB onderzocht dienen te worden. Deze herijking is op 18 maart jl in uw commissie besproken en is geagendeerd voor de raad van 1 april a.s. De tweede voorziening ad € 25 miljoen wordt getroffen voor de huidige onzekerheden, die we op dit moment niet als duurzaam aanmerken. EY heeft in haar inschatting van de aandeelhouderswaarde correcties gemaakt; de kans bestaat dat in de toekomst deze correcties op de waarde niet duurzaam blijken. Afgezien van het transitieproject nascheidingslijn huishoudelijk afval, zijn geen andere transitieprojecten in het gevalideerde ingetrokken Jaarplan 2015-2018 opgenomen. AEB en de gemeente hebben echter op duurzaamheidsvlak ambities afgestemd, conform de vastgestelde strategische meerjaren visie en het coalitieakkoord. Verder is bij het bepalen van de hoogte van deze tweede voorziening rekening gehouden met het gegeven dat AEB momenteel een onderzoek laat uitvoeren naar de staat van de oudste centrale. De uitkomsten van dit onderzoek zijn niet bekend en derhalve niet verwerkt in de huidige waarderingsanalyse, maar kunnen een negatieve impact hebben op de meerjarenprognoses van AEB en de aandeelhouderswaarde. De verwachting op dit moment is dat de voorziening die de gemeente treft toereikend is om eventuele negatieve effecten op de aandeelhouderswaarde op te vangen.
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 7 van 10
De twee voorzieningen (van in totaal € 70 miljoen) komen ten laste van de algemene resultaat van de gemeentelijke jaarrekening 2014. Slechts indien het algemene resultaat niet toereikend zou zijn, wordt het weerstandsvermogen van de gemeente aangesproken. In de opbouw van weerstandsvermogen is reeds sinds de verzelfstandiging rekening gehouden met de specifieke risico’s inzake de waarde en het dividend van AEB. Nu deze risico’s zich hebben gemanifesteerd, zal dit effect hebben op de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen, omdat de risico’s kleiner zijn geworden. De uiteindelijke hoogte van het benodigde weerstandsvermogen is echter afhankelijk van gemeentebrede ontwikkeling van alle resterende risico’s. Verklaring van de verschillen tussen de businesscase ten tijde van de verzelfstandiging en het meerjarenplan EY heeft de verschillen tussen de businesscase verzelfstandiging (opgesteld voor de periode 20142018) en het ingetrokken Jaarplan 2015-2018 onderzocht en verklaard. Uit de analyse van EY blijkt dat de belangrijkste verklaringen voor de verschillen zijn: • •
• •
•
•
Lagere bruto omzet hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere elektriciteit opbrengsten ingegeven door een in de markt waargenomen daling van de elektriciteitsprijzen. Lagere overige bedrijfsopbrengsten doordat de omzet van een aantal transitieprojecten niet in het ingetrokken Jaarplan 2015-2018 is opgenomen. In de businesscase verzelfstandiging waren de investeringen en rendementen van transitieprojecten gebaseerd op een overzicht uit 2012. In het ingetrokken Jaarplan 2015-2018 is dit overzicht op basis van voortschrijdend inzicht aangepast en zijn een aantal transitieprojecten niet meegenomen, omdat op dit moment met niet met voldoende zekerheid de resultaatprognoses kunnen worden gemaakt. Hogere overige bedrijfsopbrengsten, omdat de resultaten van WPW (warmtenet) worden meegenomen. Hogere bedrijfslasten welke voornamelijk veroorzaakt worden door hogere loonkosten (enerzijds door een toename in het aantal FTE en anderzijds door hogere loonkosten door implementatie van een nieuwe CAO). Dit is een effect van de verzelfstandiging. Lagere kapitaalslasten (afschrijvingskosten en rentelasten), hoofdzakelijk gedreven door een vertraagd investeringsniveau in transitieprojecten. Verder draagt de toepassing van een andere afschrijvingsmethodiek bij aan de realisatie van lagere kapitaallasten. Daarnaast is de levensduur van de oudste centrale (AEC), in de businesscase verzelfstandiging lopend tot 2034, bijgesteld naar 2028 in het ingetrokken Jaarplan AEB 2015-2018 . Deze aanpassing heeft niet direct een significante impact op de financiële prognose voor 2015 – 2018 maar wel een verlagend effect op de waardering.
Opgemerkt zij dat het toepassen van de andere afschrijvingsmethodiek ook van invloed is op de balans van AEB: in de openingsbalans 2014 zal een correctie plaatsvinden . Omdat AEB is verzelfstandigd heeft zij een nieuw stelsel voor haar externe verslaggeving moeten toepassen. Onder het nieuwe stelsel van jaarverslaggeving voor NV’s en BV’s heeft AEB een afschrijvingsmethodiek voor haar centrales toegepast waardoor de boekwaarde van de centrales daalt. Hierdoor daalt het eigen vermogen van AEB met hetzelfde bedrag. Dit heeft een significante verslechtering van de balansverhoudingen tot gevolg. AEB zal deze thematiek in de
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 8 van 10
volgende aandeelhoudersvergadering van 23 juni met de gemeente bespreken in het kader van toekomstige dividenden en financieringsstructuur. Het is van belang om te vermelden dat ook bij AEB in beginsel sprake is van een duurzame waardevermindering van haar belangrijkste activa, de centrales. Ook indien AEB nog een dienst zou zijn, had zij bij het opstellen van haar jaarrekening 2014 moeten beoordelen of er sprake zou zijn geweest van een duurzame waardevermindering van de centrales, met een soortgelijke afwaardering tot gevolg. Echter doordat AEB ook een andere afschrijvingsmethodiek heeft toegepast die heeft geleid tot een neerwaartse (boekhoudkundige) bijstelling van de boekwaarde van de centrales, die groter is dan de waardevermindering, heeft AEB geen additionele waardevermindering van de centrales hoeven doorvoeren. Aangepast AEB financieel resultaat 2014 en dividend In mijn brief van 2 december 2014 heb ik aangegeven dat de gevolgen van de brand in de centrale een negatief effect zou hebben op het financiële resultaat van AEB en daarmee het dividend, maar dat op dat moment de hoogte nog niet te overzien was. Eerder was de dividendverwachting op basis van de halfjaarcijfers van AEB bijgesteld van € 19 miljoen naar € 7 miljoen. Door de brand is naast directe schade aan de centrale ook omzetderving ontstaan. Hoewel de schade grotendeels verzekerd is, is het eigen risico op dergelijke incidenten fors. Op basis van voorlopige concept jaarcijfers verwacht AEB een winst van circa € 2 miljoen over boekjaar 2014. Gezien de genoemde risico’s en onzekerheden zal AEB de aandeelhouder waarschijnlijk voorstellen om dit bescheiden positieve financiële resultaat niet als dividend uit te keren, maar voorlopig te reserveren.
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 9 van 10
Financiële effecten voor de gemeente Samenvatting financiële effecten voor de gemeente Jaarrekening 2014 a. Uitblijven dividend over 2014 . Bijstelling ten opzichte van 8e maands. b. Treffen van twee voorzieningen (€ 45 en € 25 miljoen).
2014 -7
2015
2016
2017
2018
2019
-13 pm
-12 pm
-11 pm
-11 pm
Geen effect
Geen effect
Geen effect
Geen effect
Geen effect
pm
pm
pm
pm
pm
-19
-13
-12
-11
-11
-70
Gemeentebegroting 2015 a. Verlagen dividendverwachting boekjaar AEB 2015, van € 19 miljoen naar bij behoedzaam ramen € 5 miljoen.
-14
b. Systeemwijziging: doorschuiven van dividend 2015 naar begrotingsjaar 2016, namelijk jaar van uitkering dividend.
-5
Voorjaarsnota 2015 (ramingen 2016 tot en met 2019) a. Bijstelling dividendraming naar € 5 miljoen per jaar. b. Risico van verdere bijstelling dividenden nadat onderzoek naar de staat van de centrale is afgerond en bijgestelde businesscase is vastgesteld door aandeelhouder Financiering door Gemeente Amsterdam a. Tot heden heeft AEB voldaan aan alle rente- en aflossingsverplichtingen en is er geen reden om aan te nemen dat ze in de nabije toekomst niet aan deze verplichtingen kunnen voldoen. b. Mogelijke herziening van de financiering(svoorwaarden) van AEB door de gemeente vanwege verslechterde balansen vermogenspositie. Totalen per jaar (bedragen in miljoenen)
Geen effect
-77
Effect voor gemeente als kredietverlener De gemeente heeft leningen aan AEB verstrekt. In de leningsvoorwaarden zijn verschillende ratio’s afgesproken. Deze betreffen onder meer de solvabiliteit van AEB. Op basis van de nu bekende informatie ligt het in de verwachting dat deze ratio’s niet gehaald worden, vooral als gevolg van doorvoeren van een andere afschrijvingsmethodiek op de centrales, onder een ander stelsel voor externe verslaggeving. Wanneer ratios niet gehaald worden dan dienen er nieuwe en of nadere afspraken gemaakt te worden tussen de gemeente en AEB. Dit zal dienen te gebeuren op basis van een gedegen financiële meerjarenperspectief en de jaarrekening 2014 van AEB. Naar verwachting zullen deze pas deze zomer beschikbaar zijn. Governance en ondernomen acties Conform het gemeentelijk deelnemingenbeleid is bij AEB een passende governancestructuur ingericht, waarbij de raad van commissarissen toezicht houdt op de directie. Zij leggen verantwoording af aan de gemeente (i.c. het college) als aandeelhouder. Er is frequent contact tussen de gemeente en de directie en RvC van AEB en ik word regelmatig geïnformeerd. Conclusies en vervolg Het externe onderzoek waartoe ik opdracht heb gegeven, bevestigt dat de nieuwe businesscase in Jaarplan AEB 2015-2018 van AEB realistisch is, maar niet zonder risico. Uit het externe onderzoek is gebleken dat de afwaardering van de deelneming en het bijstelling van de dividendramingen noodzakelijk zijn.
Gemeente Amsterdam
Datum 31 maart 2015 Kenmerk Pagina 10 van 10
Op de aandeelhoudersvergadering van 23 juni a.s. zal naar verwachting een door het management van AEB bijgesteld jaarplan 2015 -2018 ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd. In aanloop naar de aandeelhoudersvergadering zullen de ontwikkelingen door mij nauwlettend worden gevolgd. Deze brief gaat vooral over de verwerking van financiële tegenvallers bij AEB bij de gemeente. AEB werkt hard om alles goed op orde te krijgen. Na de aandeelhoudersvergadering van 23 juni 2015, waarin de jaarrekening AEB 2014 en het nog bij te stellen Jaarplan 2015-2018 voor vaststelling door de aandeelhouder worden geagendeerd, zal een beter zicht moeten bestaan op hoe AEB in staat is om haar strategische doelen voor de toekomst te realiseren. Ik vertrouw er op u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Ik zal uw commissie de komende tijd uiteraard actief blijven informeren over de voortgang. Hoogachtend,
Kajsa Ollongren Wethouder Deelnemingen
Bijlagen 1. KABINET - Bijlage bij brief aan gemeenteraad 31 maart 2015 2. Bijlage brief aan gemeenteraad 26 augustus 2014 3. Bijlage brief aan gemeenteraad 2 december 2014