WERKSTUK CIRCUS
Marit van Gageldonk Groep 8 OBS De Weesboom – Amersfoort 28 april 2015
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2.
Wat is het circus? ............................................................................................................................ 3 a.
Beroemde circussen .................................................................................................................... 4
3.
De geschiedenis van het circus........................................................................................................ 6
4.
De personen in het circus ................................................................................................................ 8 a.
Directeur ...................................................................................................................................... 8
b.
Tentenbouwers ........................................................................................................................... 8
c.
Spreekstalmeester ....................................................................................................................... 9
d.
Acrobaten .................................................................................................................................. 10
e.
Clowns ....................................................................................................................................... 11
f.
Jongleurs.................................................................................................................................... 12
g.
Dierentemmers ......................................................................................................................... 13
h.
Bijzondere artiesten .................................................................................................................. 14
5.
Dieren ............................................................................................................................................ 15 a.
Paarden ..................................................................................................................................... 15
b.
Olifanten .................................................................................................................................... 16
c.
Tijgers en leeuwen..................................................................................................................... 16
d.
Huisdieren ................................................................................................................................. 17
e.
Vlooien....................................................................................................................................... 17
6.
Het leven in het circus ................................................................................................................... 18
7.
De toekomst van het circus ........................................................................................................... 19
8.
Informatiebronnen ........................................................................................................................ 20
9.
a.
Internetsites .............................................................................................................................. 20
b.
Boeken ....................................................................................................................................... 21 Afsluiting ........................................................................................................................................ 22
1
1. Inleiding In de kerstvakantie ben ik in het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem geweest. Daar was de tentoonstelling: “Hooggeëerd publiek – Komt dat zien, komt dat zien!”. Deze tentoonstelling ging over het circusleven en de cultuur van het circus. Ik vond dit erg interessant, omdat hier een meneer was die dingen vertelde die ik nog niet wist. Hij vertelde bijvoorbeeld dat de clown, zoals wij die kennen met de grote schoenen, het witte gezicht en de rode neus, per toeval is ontstaan1. Ook vertelde hij dat de kassawagen altijd een beetje scheef staat, zodat het geld uit de kassa nooit uit de wagen kan rollen maar binnen blijft. Natuurlijk vind ik het ook leuk om naar een circus te kijken en ik heb ook een keer een circusfeestje gedaan bij circus Amersfoort. Daarbij gingen we een eigen circusvoorstelling maken en na afloop mochten de ouders komen kijken. In dit werkstuk kun je van alles lezen over het circus nu, maar ook over de geschiedenis en toekomst van het circus.
Affiche tentoonstelling: “Hooggeëerd publiek – Komt dat zien, komt dat zien!”
Kinderfeestje bij circus Amersfoort – februari 2014
1
In hoofdstuk 4 kun je het verhaal over de clown lezen.
2
2. Wat is het circus? Het circus heet zo omdat de piste rond is. Het woord circus is namelijk afgeleid van het woord cirkel. Een ronde piste heeft twee voordelen. Het eerste voordeel is dat de acrobaten die kunstjes doen op de rug van het paard minder wiebelen als de paarden rondjes lopen. Als de paarden rechtdoor lopen, zouden de acrobaten moeilijk hun evenwicht houden waardoor het veel moeilijker wordt om kunstjes te doen. Het tweede belangrijke voordeel van een ronde piste is dat het publiek alles goed kan zien.
De piste is rond
Het circus bedoelen we meestal een reizend gezelschap dat van stad naar stad trekt en optreedt in een grote tent, maar er zijn ook circussen die niet rondreizen en steeds op dezelfde plaats blijven. Deze circussen geven hun shows in een theater of speciaal voor hun gebouwd circusgebouw. Het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam (https://carre.nl/) was vroeger zo´n circusgebouw. Het heette toen Circus Carré. Ook het Circustheater in Scheveningen was vroeger een circusgebouw (http://www.afascircustheater.nl/). Tot rond het jaar 1960 was het een echt circus, dat alleen in de zomermaanden open was. Overal in de wereld zijn circussen. Meestal bestaat een circus uit verschillende optredens van mensen en dieren2. In bijna elke circusvoorstelling zitten wel optredens met paarden. Het circus is vroeger namelijk begonnen als paardenshow3. Er zijn ook circussen zonder dieren4. De sfeer in het circus kan overal in de wereld anders zijn. In Japan is het publiek doodstil tijdens de voorstelling. In Amerika zijn de mensen juist heel luidruchtig. Ze fluiten, gillen en klappen de hele tijd. In de grote circussen daar zijn er bovendien drie pistes naast elkaar. In een voorstelling kan je dus nooit alles zien wat er gebeurt. In China zijn ze gek op acrobatiek, dus in een Chinees circus treden vooral veel acrobaten op.
2
Hierover kan je meer lezen in de hoofdstukken 4 en 5. Hierover kan je meer lezen in hoofdstuk 3. 4 Hierover kan je meer lezen in hoofdstuk 7. 3
3
a. Beroemde circussen Er zijn teveel circussen om ze hier allemaal op te noemen, maar ik zal een paar bekende circussen kort beschrijven. • Het Nederlandse Circus Herman Renz (http://www.renz.nl/) is één van de bekendste circussen van Nederland en België. Het circus draagt de naam van circusdirecteur Herman van der Vegt die 1996 overleden is. Circus Herman Renz was erg populair in 1978, toen Bassie en Adriaan hun televisieseries opnamen in Circus Herman Renz. In de weekenden traden ze ook op als gast in het circus. Circus Herman Renz staat in de top drie van circussen van Europa. In het circus treden diverse internationale artiesten op. Het circus is één van de weinige circussen in Europa met een echt orkest bij de voorstelling. Elk jaar reist het circus ongeveer 75000 km en worden er meer dan 55 steden bezocht.
Het logo van Circus Herman Renz
• Het circus Belly Wien (http://www.bellywien.nl/) komt uit Oostenrijk. Zo’n 30 jaar geleden begon Roman Zinnecker samen met zijn vrouw Diana Renz het Circus Belly. Jarenlang reist het circus met veel succes door Duitsland en Oostenrijk. In 2003 kwam het circus naar Nederland, ze vonden het hier meteen leuk. En de Nederlanders bleken de Belly-familie ook leuk te vinden, want er kwamen veel mensen kijken. Circus Belly Wien was 13 september 2014 bij het TV-programma ‘Meeuwis en de Mol’ op RTL4 te zien.
Het logo van Circus Belly Wien
• Circus Cliniclowns (http://circusboemtata.cliniclowns.nl/) is een heel bijzonder circus. Het is namelijk speciaal bedoeld voor verstandelijk of meervoudig gehandicapte kinderen tot en met 18 jaar oud. De voorstelling speelt zich af in een circustent met clowns, muziek, zang, dans en echte acrobaten. De nieuwe voorstelling heet Circus Boemtata.
Circus Cliniclowns
4
Het Nederlandse Circus Bongo (http://www.circusbongo.nl/) bestaat sinds 20 mei 1978. Vanaf die dag reisden Ben en Tine Diks door Nederland, Duitsland en België. Blauw en wit zijn de kleuren van het circus en ze hebben nog ouderwetse woonwagens. Wat bijzonder is aan dit circus is dat ze een keer hebben opgetreden bij een school voor blinde mensen. Dat is natuurlijk extra moeilijk omdat die mensen niks kunnen zien. Wintercircus Martin Hanson heeft dat in 2014 ook gedaan. En zullen dat in december 2015 en januari 2016 weer doen. Voordat de show begint, kunnen alle blinde bezoekers voelen hoe de piste eruitziet. Ze mogen ook stukjes kostuum voelen. Bij de voorstelling krijgen ze een hoofdtelefoon en tijdens de show vertellen dan twee personen live wat er gebeurt op het podium. Na afloop kunnen de bezoekers nog wat vragen aan de artiesten of de dieren aaien.
Circus Bongo
• Het Canadese Cirque du Soleil (http://nl.wikipedia.org/wiki/Cirque_du_Soleil) werd opgericht in 1984 door twee straatartiesten. Soleil betekent Zon. Het circus reist de hele wereld over met allerlei shows. Ze treden op in grote theaterzalen en in enorme tenten. Het is het voorbeeld van het ’nieuwe circus’, een circus zonder dieren. In de voorstelling wordt veel gezongen, gedanst en muziek gemaakt. Cirque du Soleil is in Canada bedacht, maar er werken mensen uit de hele wereld, zoals Nederlanders, Brazilianen en Russen.
Het logo van Cirque du Soleil
5
3. De geschiedenis van het circus Meer dan tweeduizend jaar geleden was in Rome het eerste circus: Circus Maximus. Het was een heel groot circus. Het circus was niet in een gebouw of tent, maar gewoon in de openlucht met tribunes van steen. Elke keer als er weer een nieuwe keizer was, bouwde hij er weer een stukje bij om het circus nog mooier en groter te maken. De keizer zelf zat niet op de harde stenen tribunes, maar in de keizerlijke loge (op een hele deftige stoel in een soort kamertje op de tribune). Het maakte het publiek trouwens niet zo veel uit dat ze op een tribune van steen zaten, want zij genoten zo van het optreden dat ze de harde tribune gewoon vergaten. De show was gratis en daardoor kon iedereen komen kijken. Er gebeurde altijd wel wat bijzonders! In Circus Maximus kon je naar wagenraces kijken. Mooie paarden trokken de wagens en galoppeerden zo snel mogelijk naar de finish. Hier waren de Romeinen gek op. Later kwamen daar optredens van acrobaten, toneelspelers, muzikanten en wilde dieren bij. Sommige mensen zeggen dat Circus Maximus niks met ons circus van nu te maken heeft, bijvoorbeeld omdat de piste toen niet rond maar langwerpig was. Een ander verschil is dat het bij Circus Maximus vooral een wedstrijd was, terwijl het circus nu meer een show met kunsten is. Toch lijkt Circus Maximus wel een beetje op het circus van nu. Ook al was er geen ronde piste in Circus Maximus toch liepen de paarden er wel rondjes en er traden dieren op die we ook in het circus van nu hebben, zoals paarden, olifanten en tijgers.
Circus Maximus in Rome zoals het vroeger was
Toen Circus Maximus was gestopt, heeft het circus honderden jaren niet bestaan. Totdat Philip Astley ongeveer 250 jaar geleden in Engeland een houten theater bouwde waarin hij zijn paardenshows ging houden. Omdat het zo vaak regende, maakte hij een dak boven de tribune zodat het publiek droog bleef. Maar rondjes lopen in de modder was moeilijk voor de paarden waardoor ze vaak uitgleden. Philip Astley gooide daarom zaagsel op de grond, en dat was de eerste circuspiste. Later bedacht hij dat zijn paardenshow nog beter werd als er ook andere artiesten gingen optreden. Vanaf die tijd is het circus nooit meer weggeweest.
Philip Astley (1742 – 1814)
6
In die tijd zijn veel circussen afgebrand. Er was toen nog geen elektriciteit en daarom gebruikte ze gas- en olielampen om de piste te verlichten. Als de lampen in het zaagsel vielen, brandde het circus af, want zaagsel brandt heel snel en het circus bestond vooral uit hout. Het eerste circus in Nederland ontstond meer dan 200 jaar geleden toen Pieter Magito over een touw liep. Hij deed dit op kermissen in heel Nederland. Hij haalde er clowns en acrobaten bij en samen maakten ze in 1796 een mooie circusvoorstelling op de kermis. Dit was de eerste circusvoorstelling in Nederland.
Pieter Magito (1708 - eind 18de eeuw)
Sommige circussen hadden vroeger ook bijzondere mensen in hun show. Zoals: reusachtige kinderen, lilliputters, vrouwen met baarden, meisjes met vier benen Siamese tweelingen albino’s, jongens met olifantsbenen en mannen met haar over hun hele gezicht.
Siamese tweeling Chang en Eng
Chang en Eng werden als Siamese tweeling geboren in 1811 in Thailand. Hun namen betekenen links en rechts. Ze zaten met hun buiken aan elkaar vast en konden niet los van elkaar leven. Ze werden in Amerika rijk doordat mensen geld betaalden om naar ze te mogen kijken. Ze trouwden met twee zusjes en kregen 22 kinderen. Ze stierven op 63 jarige leeftijd. (Bron: Wat een circus! van Bibi Dumon Tak 2002)
7
4. De personen in het circus Bij een circus zijn teveel mensen betrokken om hier allemaal te noemen. Natuurlijk zijn er mensen die optreden in het circus, maar er zijn ook veel mensen die je bijna helemaal niet ziet tijdens een show. Dat zijn bijvoorbeeld de mensen van het licht en geluid en de mensen die dingen in de piste klaar zetten voor de optredens. In dit hoofdstuk zal ik kort wat vertellen over de belangrijkste mensen in het circus en wat zij doen. Iedereen heeft zijn eigen taak, en helpt waar dat nodig is. Zo kan het dus zijn dat de directeur ijsjes verkoopt en dat de clown achter de kassa zit.
Bij een circus zijn veel mensen betrokken
a. Directeur De circusdirecteur is de baas van het circus. Het circus is van hem5. De directeur kiest alle acts voor de voorstelling uit. Hij gaat ook op bezoek bij andere circussen om daar artiesten te bekijken. Misschien vindt hij wel een goede act voor zijn eigen circus. Ook maakt hij een planning, bijvoorbeeld naar welke steden het circus gaat en wanneer. Hij regelt stroom en water, betaalt alle rekeningen en zorgt ervoor dat alle artiesten hun salaris krijgen.
b. Tentenbouwers Meestal denk je bij het circus niet aan de tentenbouwers. Toch behoren zij tot de belangrijkste personen van het circus, want zonder tent zou je bij het circus maar buiten in de kou zitten. Tentenbouwers zorgen ervoor dat jij warm, droog en veilig in de tent zit. Zelfs bij harde storm en onweer moet de tent veilig blijven staan en dus niet instorten. In heel veel circussen helpen ze ook tijdens de voorstelling om de rekwisieten(spullen die nodig zijn voor de voorstelling) etc. klaar te zetten voor de artiesten. Ze worden dan rekwisiteurs genoemd.
5
Natuurlijk kan de circusdirecteur ook een vrouw zijn.
8
c. Spreekstalmeester De spreekstalmeester zorgt ervoor dat de voorstelling goed verloopt. Als de voorstelling begint, roept hij: “Hooggeëerd publiek !”. Daarna zegt hij welke act er komt en vertelt hij alles over het speciale talent van de artiest. Als artiesten een voorstelling hebben praten ze meestal niet. De spreekstalmeester praat voor hen. Sommige spreekstalmeesters treden samen met de artiesten op. Als er tijdens de voorstelling iets mis gaat, moet de spreekstalmeester het publiek toespreken. Maar hij hoeft niet te veel te vertellen. Als er bijvoorbeeld tijdens de voorstelling een acrobaat van het koord naar beneden valt, hoeft de spreekstalmeester niet zeggen: “Mensen, er is zojuist iemand naar beneden gestort!”. Want dat heeft iedereen natuurlijk al lang gezien. Het belangrijkste is dat het publiek niet in paniek raakt. Peter van Lindonk was een Nederlandse spreekstalmeester in Carré. Tijdens een show waren er twee tijgers vlak voor hun optreden verschrikkelijk gaan vechten in de looptunnel op weg naar de piste. Het publiek dacht dat alle tijgers waren losgebroken en de acrobaten en clowns achter het gordijn hadden aangevallen. Peter pakte de microfoon en vertelde wat er aan de hand was om het publiek gerust te stellen. Hij vertelde dat er geen tijgers waren losgebroken, maar dat er wel een gewonde tijger was die snel geopereerd moest worden. (Bron: Wat een circus! van Bibi Dumon Tak 2002)
Spreekstalmeester
9
d. Acrobaten Acrobaten doen allemaal leuke kunstjes. Die kunstjes zijn bijvoorbeeld: zwaaien aan de trapeze, koorddansen of andere kunsten die met lenigheid te maken hebben. Acrobaten zijn in twee groepen te verdelen: acrobaten die op de grond werken en acrobaten die hun kunsten in de lucht vertonen. Je kunt op twee manieren acrobaat worden. Je kunt acrobaat worden door naar een circusschool te gaan en daar een opleiding te volgen. Maar veel acrobaten waren circuskinderen en zijn opgegroeid in het circus De uitvinder van de trapeze is Léotard. Hij slingerde als een soort Tarzan van het ene touw naar het andere en op een dag maakte hij van die touwen trapezes door er een stok tussen te knopen. Dat maakte het slingeren makkelijker. Zijn vader was gymnastiekleraar en wilde eigenlijk dat zijn zoon advocaat werd, maar Léotard was tegelijk zijn beste leerling. Dus hielp hij hem bij het ontwikkelen van zijn uitvinding. Na lang oefenen kon Léotard een salto maken als hij van de ene trapeze naar de andere zweefde. Zijn vangnet was het water. Léotard werd een rage! Als hij nu had geleefd, kon je overal Léotard-games kopen of Léotard-T-shirts, maar in die tijd gaven de Parijzenaren elkaar Léotard-scheerzeep en Léotard-wandelstokken cadeau. En bij de koffie bestelden ze Léotard-taart. (Bron: Wat een circus! van Bibi Dumon Tak 2002).
Acrobaten in de lucht en op de grond
10
e. Clowns Elk circus heeft een clown. Vroeger traden de clowns alleen op tussen de verschillende optredens in een voorstelling. Ook moesten ze de piste in als er onverwacht iets fout ging, ze moesten dan het publiek vermaken. Het publiek vond de clowns zo leuk dat ze hun eigen optreden kregen. Tijdens een voorstelling zijn er vaak meerdere optredens van de clowns. De eerste clown had geen rode neus hij was juist helemaal wit om spot te drijven met de rijke mensen die niet buiten op het land hoefden te werken. Hoe de clown aan zijn rode neus komt lees je in dit verhaal: Op een avond, vlak voor een circus-optreden was de witte clown verdwenen. De clowns act moest doorgaan dus duwde de circusbaas de stalknecht naar voren. Maar de knecht was zo dronken als wat. Zijn jas en schoenen waren vele maten te groot. Zo liep hij de piste op. En toen struikelde de clown over zijn grote jas. Bij zijn val, riep hij, Aaauwhoess. Het publiek dacht dat hij zijn eigen naam uitsprak: “August”. Zo werd een nieuwe clown geboren. De domme August. August werd al snel geliefd bij het publiek dat zich in hem kon herkennen. De domme clown droeg het kostuum van de knecht. Te grote schoenen, te grote jas en grote witte oogvlakken. En een te rode neus. Omdat de knecht dronken was. En omdat de dronken knecht zich vaak stootte werd het rood van zijn neus steeds heftiger. Daarom heeft een clown een rode neus. (Bron: http://nopictureplease.blogspot.nl/2007/07/waarom-heeft-een-clown-een-rode-neus.html)
Karakterclown
Clown August
Clowns laten mensen lachen door grappige dingen te doen. Een August is een clown met een grote mond, grote ogen en vrolijke kleding. Karakterclowns dragen soms een baard en versleten kleding. Elke clown is anders. Er is een speciale school om clown te worden. Op deze school kiezen ze wat voor soort clown ze willen worden. Ze kiezen hun clownsnaam , kleding en make-up. En ze oefenen hun acts. Iedere clown heeft zijn eigen specialiteit. De ene clown kan goed zingen, de andere maakt mooie salto’s en flikflakken op een trampoline en weer heel goed goochelen.
11
f. Jongleurs Jongleren is eigenlijk gewoon het opgooien van ballen, ringen en andere voorwerpen en ze weer opvangen. Er bestaat ook stuiterjongleren. Dat betekent dat je een bal stuitert en hem dat weer opvangt. Eigenlijk kun je met bijna alles wat licht is jongleren: eieren, hoeden, borden, knuffels enzovoort. Er zijn jongleurs die met z´n tweeën, drieën en vieren jongleren. Het record met jongleren is met 12 ballen, 13 ringen en 8 kegels. Met kegels is het moeilijkst om mee te jongleren, want kegels kun je maar aan een kant opvangen. Er zijn ook jongleurs die met mensen jongleren, hoe dat is ontstaan lees je in dit verhaal:
Jongleren met doekjes en met ballen
Honderd jaar geleden bedacht de Engelsman Risley dat het voetenjongleren wel heel erg spannend zou worden als hij in plaats van een tafel zijn zoontje zou nemen om mee te jongleren. Hij gooide hem met zijn voeten de lucht in en ving hem weer op. Toen dat lukte, oefenden ze een salto en daarna nog veel meer dingen. Tot hij op een dag het zoontje een keer niet ving. De jongen viel en was dood. Risley maakte daarna ook een einde aan zijn eigen leven. (Bron: Wat een circus! van Bibi Dumon Tak - 2002)
12
g. Dierentemmers Dierentemmers, ook wel dompteurs genoemd, trainen de wilde dieren in het circus. Roofdieren praten met hun oren, staart, neus en stem. Tijgers maken bijvoorbeeld een snuivend geluid om elkaar te begroeten en leeuwen laten met een grom weten dat ze er zijn. De dompteur weet wat zijn dieren bedoelen en zo laat hij ze met plezier springen, rollen of opzitten. Dompteur is een gevaarlijk beroep, want als de leeuw bijvoorbeeld zijn baasje wil aaien, maar vergeet dat hij enorme klauwen heeft, dan heeft de dompteur een grote kras op zijn arm. Hoe de dompteur is begonnen, lees je hier: Henri Martin reisde met zijn eenvoudige circus (als kunstpaardrijder) door Duitsland. Ruim een eeuw geleden werd Henri Martin verliefd op de dochter van de circusdirecteur van een ander circus. Hij ging naar de directeur en vroeg hem om haar hand van zijn dochter. Maar de directeur vond het maar niks en noemde hem een simpele paardenjongen. Om indruk te maken op de directeur ging hij op een avond naar de stallen van de familie van Aken en vroeg hij de stalknecht het hok van de koningstijger te openen. De stalknecht deed het en Henri Martin liep naar binnen. Hij bleef niet langer dan een seconde in de kooi. De volgende avond ging Henri Martin weer in het hok van de koningstijger met een stukje vlees. Na een tijd sloot Henri Martin vriendschap met de tijger. Hij liet de directeur halen en vroeg nogmaals om de hand van de dochter van de circusdirecteur, en nu mocht het wel. (Bron: Wat een circus! van Bibi Dumon Tak - 2002) Wil je meer lezen over de dieren in het circus lees dan hoofdstuk 5.
Henri Martin
13
h. Bijzondere artiesten Vuurspuwers doen kunstjes met vuur, dit doen ze zonder zich te verbranden. Ze eten, ademen of jongleren met vuur. Degenslikkers kunnen zwaarden in hun keel steken en laten het publiek schrikken door hun kunsten. Nu zijn de vuurspuwer en de degenslikker niet meer zo populair omdat het publiek het niet meer zo spannend en hip vindt. De boeienkoning is een acrobaat die supergoed kan ontsnappen. Ook al bind je hem vast met touwen, kettingen, handboeien en sloten, hij kan zich altijd bevrijden. Hij doet dit zo snel dat het publiek niet in de gaten heeft hoe hij dat doet. Slangenmensen kunnen zich in de gekste vormen buigen. Hiervoor moeten ze veel buig- en strekoefeningen doen. Sommige slangenmensen kunnen zich in een doos persen en anderen kunnen zich door een tennisracket zonder snaren wringen. Wist je dat in mei 2009 het slangenmens Iona Luvsandorj (geboren in Mongolië) zich 33 seconden lang achterover boog terwijl ze alleen steunde op haar mond.
Vuurspuwer
Slangenmens Iona Luvsandorj
14
5. Dieren Hoeveel dieren en welke dieren een circus heeft, hangt af van de ruimte in het circus en van geld. Verzorging van dieren en hun eten is namelijk erg duur. Voordat dieren kunnen optreden in een circus moeten ze veel trainen. Dieren kunnen niet zomaar alle kunstjes doen. Ze kunnen alleen kunstjes doen die lijken op dingen die ze in de natuur ook doen. Zo zou je bijvoorbeeld een olifant nooit een salto zien maken. Voor het trainen van dieren is heel veel geduld nodig. Ook als er geen voorstelling is, trainen de meeste dieren. Bijvoorbeeld paarden en olifanten willen op hun vrije dag graag doorgaan met trainen of een wandeling maken, zodat ze hun energie kwijt kunnen. Roofdieren luieren liever, een leeuw slaapt wel 22 uur per dag (dit is eigenlijk meer rusten dan slapen). Als het circus naar een andere stad gaat, worden de dieren vervoerd in speciale wagens. Voor elk dier is er een ander soort wagen nodig. Een giraf kan natuurlijk niet in een gewone paardentrailer. Over een paar dieren zal ik in dit hoofdstuk nog wat meer vertellen.
a. Paarden In het circus treden verschillende soorten paarden op: elegante schimmels, grote Friese paarden, maar ook Arabische volbloeden. Een paard is een echt circuspaard als het dier gezond is, goed luistert en mooi kan bewegen. Als de dieren samen een show moeten geven, kiest de trainer paarden uit die goed bij elkaar passen, dus bijvoorbeeld twee bruine paarden. Circuspaarden kunnen verschillende trucs doen, zoals: rondjes draaien, voeten optillen en op hun achterste benen staan. De trucs lijken op dingen die ze in de natuur doen. Een elegante buiging in de piste lijkt op het uitrekken dat een wild paard ’s ochtends graag doet. Als de dresseur (paardentrainer) in het midden van de piste staat en de paarden alle trucs doen heet dit vrijheidsdressuur. Bij hogeschoolact zit de trainer op de rug van het paard en doen ze samen kunsten. En bij voltige (zeg: voltiezje) doen acrobaten kunstjes op de rug van het paard. Er is altijd een paard dat voorop loopt, hij is de baas van de groep. Als “de baas” geblesseerd is, weet de groep niet zo goed wat ze moeten doen en moet de dresseur meer aanwijzingen geven.
Een optreden van circuspaarden
15
b. Olifanten Een olifantendompteur werkt het liefst met Indische vrouwtjes olifanten. Indische olifanten zijn namelijk wat kleiner dan Afrikaanse olifanten en vrouwtjes hebben geen slagtanden, zijn wat minder druk en worden minder snel boos dan mannetjes. Als een circus olifanten heeft, hebben ze er meestal twee of meer. Olifanten zijn namelijk gezelschapsdieren en ze leven graag in een groep. Olifanten kunnen: dansen, zitten, op hun achterste poten staan en soms zit er een knappe artiest op de rug van de olifant of schommelt hij op de slurf.
Een optreden van circusolifanten
c. Tijgers en leeuwen Hoewel tijgers en leeuwen allebei wilde dieren zijn en dus op elkaar lijken qua gedrag zijn er ook verschillen. Leeuwen zijn groepsdieren en leven dus graag samen met andere leeuwen. Tijgers leven juist liever alleen. Zoals je al gelezen hebt in hoofdstuk 4 is het belangrijk dat de dompteur precies weet wat de dieren bedoelen als ze grommen of snuiven. Het publiek mag nooit te dicht bij de dieren komen. Bij een optreden staan er hoge hekken om de piste en de dieren lopen door een ijzeren looptunnel van hun verblijf naar de piste en terug. Tijdens een show krijgen ze kleine stukjes vlees als beloning. Voor de veiligheid zit dit aan een lange stok geprikt. Hoelang we nog tijgers en leeuwen in het circus blijven zien is onduidelijk, omdat er in Nederland waarschijnlijk een verbod komt op het gebruik van wilde dieren in circussen. Wil je daar meer over weten? Lees dan hoofdstuk 6 over de toekomst van het circus.
Een optreden van tijgers in een circus
16
d. Huisdieren Ook hele gewone dieren zijn zoals honden, poezen, konijnen en papegaaien kunnen optreden in een circus. Zij springen door hoepels, dansen op muziek of sjezen van de glijbaan.
Een optreden met honden in een circus op de camping in Frankrijk – augustus 2014
e. Vlooien Vroeger bestond er ook een vlooiencircus. Dit was geen echt circus, maar hoorde bij de kermis. Het circus voor vlooien is bijvoorbeeld een opengeklapte koffer. Vlooien zijn heel sterk en ze deden verschillende trucjes zoals bijvoorbeeld: door een ringetje springen of iets meeslepen. Het vlooiencircus bestaat niet meer, omdat mensen geen vlooien meer hebben. Vlooien van dieren schijnen niet zo slim te zijn als die van mensen en daarom niet te temmen
Vlooiencircus
17
6. Het leven in het circus Een circus is eigenlijk een soort dorp dat rondreist. De mensen van het circus wonen in een woonwagen. Tegenwoordig zijn deze woonwagens best luxe. De meeste hebben zelfs een keuken en een badkamer, maar soms is er ook nog een speciale ‛ badkamerwagen’ op het circusterrein. Vroeger was dat heel anders. Toen wasten de mensen zich in een teil en waren er speciale ‛ kookwagens’. Daar kookten de koks voor alle mensen van het circus, dus moesten ze heel veel eten maken.
Woonwagen
Een circusfamilie is een familie die al jaren in het circus werkt. Maar het hoeft niet zo te zijn dat iedereen in hetzelfde circus werkt. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat je tante in een circus in Duitsland werkt en je broer in een circus in België, terwijl jij in een circus in Nederland werkt. Ook circusartiesten hebben af en toe vrij. Bijvoorbeeld als het wintercircus en de kerstvoorstellingen zijn geweest, hebben de circusartiesten daarna vakantie. En ook in de zomer gaat het circus een tijdje dicht. Er zijn dan toch veel minder bezoekers, omdat de meeste mensen dan vakantie hebben. Als de circusmensen vakantie hebben, gaan ze meestal naar familie en vrienden. Die over de hele wereld kunnen wonen. Circuskinderen jonger dan achttien jaar moeten net als alle andere kinderen in Nederland gewoon naar school. Vanaf achttien jaar mogen ze pas echt in het circus werken, maar voor die tijd oefenen ze wel gewoon voor de lol of als een bijbaantje zoals een krantenwijk voor niet-circuskinderen. Vroeger gingen zij, als het circus weer naar een andere plek ging, steeds weer naar een nieuwe school en klas. Maar nu heb je rijdende scholen. Elke camper heeft maar één klaslokaal en kinderen van alle leeftijden kunnen er naar school. Omdat circuskinderen steeds ergens anders wonen is het eigenlijk onmogelijk om een sport te doen of bij een clubje te zitten. Maar gelukkig is er genoeg te doen in het circus. Zoals paardrijden of aan de trapeze hangen.
Een auto van de rijdende school
18
7. De toekomst van het circus Wat er in de toekomst met het circus gaat gebeuren weten we natuurlijk niet, maar dat wilde dieren uit het circus in Nederland gaan verdwijnen, is bijna zeker. Vanaf 15 september 2015 zullen er in Nederland geen circussen met wilde dieren meer rondreizen. Dat heeft staatssecretaris Sharon Dijksma in december 2014 geschreven in een brief aan de Tweede Kamer. De vereniging ´Wilde Dieren de Tent Uit´ is het hier mee eens, omdat ze vinden dat dieren in de natuur horen en dat ze in het circus alleen maar lijden. Maar de Vereniging Nederlandse Circusondernemingen (VNCO) vindt juist dat dieren bij het circus horen. Zij vinden dat er tegenwoordig erg goed voor de dieren wordt gezorgd en dat circusdieren geen dingen doen zonder dat ze het willen. Zij vinden het belangrijk dat kinderen wilde dieren in het echt zien. Hierdoor krijgen ze respect voor deze dieren en ook voor wilde dieren in de natuur. Ook in de circussen denken de mensen verschillend over het gebruik van wilde dieren. Het Nederlandse circus Herman Renz vindt het verbod op het gebruik van wilde dieren jammer, maar zegt dat shows zonder leeuwen en olifanten ook heel boeiend zijn om naar te kijken (http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/circus-renz-show-zonder-wilde-dieren-net-zoboeiend). Het Duitse circus Renz Berlin trad in maart dit jaar in Nederland nog wel gewoon met wilde dieren op (http://www.ad.nl/ad/nl/31848/Amersfoort/article/detail/3915794/2015/03/19/CircusRenz-gewoon-op-toernee-met-wilde-dieren.dhtml). Als er geen dieren meer in het circus mogen optreden, worden bijvoorbeeld clowns en acrobaten belangrijker. Zoals ik al in hoofdstuk 2 heb genoemd is Cirque du Soleil het voorbeeld van het circus van de toekomst. Deze circusvorm wordt circustheater genoemd. Er is nog een nieuw soort circus. Dat is ontstaan in Frankrijk en Canada en heet Nouveau Cirque (dat betekent Nieuw Circus). In dit circus doen ze veel met creativiteit, emoties en het vertellen van een verhaal in hun voorstelling. Er zijn in Nederland twee festivals waar veel van dat nieuwe circus te zien is. Het Circo Circolo festival en het Rotterdam Circusstad Festival. Ze worden eens in de twee jaar gehouden. Het Rotterdam Circusstad Festival is dit jaar van 6 tot 10 mei.
Circus van de toekomst - Cirque du Soleil
19
8. Informatiebronnen a. Internetsites Wikipedia: Circus: http://nl.wikipedia.org/wiki/Circus_%28attractie%29 Lijst met circussen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_circussen Clown: http://nl.wikipedia.org/wiki/Clown Dieren: http://nl.wikipedia.org/wiki/Circusdier Cliniclowns: http://nl.wikipedia.org/wiki/Cliniclowns Cirque du Soleil: http://nl.wikipedia.org/wiki/Cirque_du_Soleil Theater Carré: http://nl.wikipedia.org/wiki/Koninklijk_Theater_Carr%C3%A9 Circustheater Scheveningen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Circustheater Peter van Lindonk: http://nl.wikipedia.org/wiki/Peter_van_Lindonk Circussen: Circus Bongo: http://www.circusbongo.nl/ Circus Belly Wien: http://www.bellywien.nl/ Circus Herman Renz: http://www.renz.nl/ Circus Cliniclowns: http://circusboemtata.cliniclowns.nl/ Circusweb: http://circusweb.nl/category/circusnieuws/ Circo Circolo: http://www.circocircolo.nl/ Wintercircus Martin Hanson: http://www.wintercircus.nl/ Rotterdam Circusstad Festival: http://circusstad.nl/ Overig: Stichting Circus Cultuur: http://www.circuscultuurnederland.nl/ Circuscultuur: http://www.circuscultuur.nl/welkom.html Wilde dieren de tent uit: http://www.wildedierendetentuit.nl/ Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemingen: http://www.vnco.info/ Stichting Rijdende School: http://www.rijdendeschool.nl/ Koninklijk Theater Carré: https://carre.nl/ Circustheater Scheveningen: http://www.afascircustheater.nl/ Waarom-heeft-een-clown-een-rode-neus: http://nopictureplease.blogspot.nl/2007/07/waaromheeft-een-clown-een-rode-neus.html RTL Nieuws: http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/circus-renz-show-zonder-wilde-dierennet-zo-boeiend Algemeen Dagblad: http://www.ad.nl/ad/nl/31848/Amersfoort/article/detail/3915794/2015/03/19/Circus-Renzgewoon-op-toernee-met-wilde-dieren.dhtml
20
b. Boeken
Wat een circus! - Bibi Dumon Tak – 2002
Alles wat je wilt weten over het circus (en nog veel meer!) - Natalie van der Horst, Gaby Kuijpers& Ellen de Roos -2012
Wie danst op een koord¬? Werken in het circus - Mary Meinking-2011
De circusschool – Lonneke Snijder - 2013
21
9. Afsluiting Mijn eerste circuservaring was op school bij de kleuters in 2008. We hadden toen een speciale circusdag omdat De Weesboom toen 25 jaar bestond. Zoals je op de foto hieronder kan zien, heb ik daar circustrucs gedaan, zoals het ronddraaien van een bordje. Afgelopen zomervakantie heb ik weer bordjes gedraaid in een circus op de camping in Frankrijk. Tijdens mijn circusfeestje wat ik al had verteld in de inleiding heb ik heel veel dingen gedaan, zoals op ballen lopen, jongleren, over een koord lopen, een menselijke piramide bouwen en aan de trapeze hangen. Samen met een vriendin was ik ook nog spreekstalmeester. Ik ben door dit werkstuk nog meer te weten gekomen dan ik al wist over het circus. Ik heb bijvoorbeeld geleerd dat er meerdere circussen zijn die Renz heten zowel in Nederland als in het buitenland. Ook heb ik geleerd dat er in het circus veel meer mensen betrokken zijn dan je in de show ziet, dat er vroeger een vlooiencircus was en dat er ook circussen zijn die niet rondreizen. Ik vond het leuk om het werkstuk te maken en vind het circus nu nog leuker dan ik het al vond! Ik wil meneer Oudenes, voorzitter van Stichting Circus Cultuur, bedanken voor de informatie die hij mij heeft gegeven en die ik goed kon gebruiken voor mijn werkstuk.
Circusvoorstelling op De Weesboom – september 2008
Circusvoorstelling op de camping in Frankrijk – augustus 2014
22