Mao’s mussen Pleidooi voor holistisch denken én handelen
Richard Kok en Geanne van Arkel
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
1
Samenvatting De natuur en ook de economie en de maatschappij als geheel zijn complexe, hoog adaptieve systemen. Dit betekent bijvoorbeeld dat deze systemen vele interacties kennen, veranderlijk zijn en steeds zoeken naar een dynamisch evenwicht – een balans. Mensen (h)erkennen deze complexiteit vaak nog niet. Ze denken in veel gevallen lineair, in oorzaak en gevolg. Het gevolg hiervan is dat ‘simpele’, niet-duurzame keuzes worden gemaakt. Niet gericht op de lange termijn, maar vooral op de korte termijn. Intelligent, holistisch denken en handelen heeft vaak geen plaats in een mensenleven, een organisatie, de maatschappij. Denken in ‘gehelen’ en niet in fragmenten. Handelen op basis van kennis, heldere inzichten en zuiver waarnemen. In ‘Mao’s mussen’ wordt uiteengezet hoe mensen (binnen organisaties) verstandige – en dus duurzame – keuzes kunnen maken in hoog adaptieve systemen en intelligent gaan denken en handelen, rekening houdend met de complexe wereld. Het artikel biedt handvatten tot werkelijk duurzame verandering aan individuen en organisaties. Voor individuen zijn bijvoorbeeld het ervaren van innerlijke tijd en een hernieuwd, verdiepend contact met de natuur zeer belangrijk. In het verlengde daarvan worden voor organisaties boeiende ontwikkelingen zoals The Blue Economy, Biomimicry, Slow Business, Nieuwe Business Modellen en ‘sociaal intrapreneurs’ beschreven. Mao’s mussen voegt hiermee een nieuwe, verdiepende laag toe in de transitie naar een duurzame samenleving en bouwt voort op de publicatie ‘De mier, het nest en de verandering’.
Dankbetuiging Een woord van dank gaat uit naar de mensen die een bijdrage hebben geleverd aan Mao’s mussen: Bert Luyten, Ted Merkus (kritische lezers), Ine Nijland (redactie), Natascha Kaak (opmaak artikel) en tenslotte Ella de Bruijn. Zij heeft de uitdrukking ‘betonnen peloton’ bedacht en toegevoegd aan de Nederlandse taal.
2
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
Inhoudsopgave
Samenvatting
2
Dankbetuiging 2
1.
De Grote Mussencampagne
4
2.
De Grote Groeicampagne
5
3.
Winnen is belangrijker dan meedoen
6
4.
Competitieve authenticiteit
7
4.1 Natuurlijk aanpassingsvermogen
8
5
Wat aandacht krijgt groeit, en bloeit uiteindelijk
9
5.1 Geldwaarde of geldt waarde?
9
5.2 Nieuwe Business Modellen
10
6
Dialoog met de wereld
11
6.1 Door de bomen het bos zien
13
7
Transferium
14
7.1 Meegaan met de stroom van het leven
15
Over de auteurs
17
Richard Kok
17
Geanne van Arkel Literatuur
17 18
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
3
1. De Grote Mussencampagne De Grote Mussencampagne was als campagne onderdeel van Mao’s Grote Sprong Voorwaarts en begon in 1958 (Wikipedia). Mao wilde China omvormen tot een moderne natie, gecollectiviseerd en zelfvoorzienend. Dit moest in enkele grote sprongen gebeuren om van China snel een supermacht te maken. Zo werden bijvoorbeeld onafhankelijke boerenbedrijven afgeschaft en samengevoegd tot zogeheten volkscommunes. Met deze sprong moesten er ook vier ‘plagen’ worden uitgeroeid. Ratten, muggen, vliegen en mussen werden verdelgd. Waarom mussen in dit rijtje zijn opgenomen lijkt wellicht vreemd. Dit is echter niet zo vreemd als je bedenkt dat mussen (gras) zaden eten. Volgens Mao zouden ze daarom de landbouw negatief beïnvloeden – er zou hierdoor minder voedsel voor menselijke consumptie overblijven. Vandaar dat ze op zijn lijstje met plagen stonden. Om de mussen te ‘verdelgen’ moesten alle boeren in China verplicht potten en pannen gebruiken om lawaai te maken. Door dit lawaai vlogen de mussen steeds weg en zouden – dat was het plan – van uitputting uit de lucht vallen omdat ze nergens konden landen om uit te rusten. Op grote schaal begonnen de boeren lawaai te maken en mussen vielen uiteindelijk dood van vermoeidheid uit de lucht. De campagne slaagde en het beleid leek succesvol. Maar zoals uit het vervolg zal blijken werden de Chinezen blij gemaakt met een dooie mus.
© Richard Kok
De mus werd bijna uitgeroeid in China, aangezien veel Chinezen meehielpen het plan uit te voeren. De eerste oogst zonder ‘mussenplaag’ was duidelijk beter dan het jaar ervoor. Echter, Mao was waarschijnlijk een leek op biologisch gebied en kende de vele (subtiele) interacties niet die in de natuur aanwezig zijn. Hierdoor had hij een belangrijk feit over het hoofd gezien; sprinkhanen worden opgegeten door mussen en zo wordt voorkomen dat sprinkhanen een plaag worden. En dit gebeurde het jaar na de goede oogst. Het Chinese platteland werd getroffen door sprinkhanenplagen met als gevolg een zeer ernstige hongersnood voor de Chinese bevolking. Door de Grote Mussencampagne stierven vele mensen tussen 1959 en 1961; de schattingen lopen uiteen van 36 tot 45 miljoen omgekomen mensen. Opgemerkt wordt dat naast de Grote
4
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
Mussencampagne de collectivisatie van het platteland en voedselleveringen aan de Sovjet-Unie in bovengenoemde periode ook hun tol hebben geëist. Mao dacht op een simpele manier de voedselproductie op te schroeven. Hij werd hierbij geholpen door een gezagsgetrouwe boerenbevolking. Hoe ‘simpel’ het plan eigenlijk was, bleek pas achteraf, toen het te laat was. In de komende paragraaf is beschreven hoe simpel tegenwoordig met hoog adaptieve systemen wordt omgesprongen.
2. De Grote Groeicampagne Huidige (Westerse) samenlevingen zijn uiterst complex, hoogtechnologisch van aard en gericht op economische groei en concurrentie. En deze complexiteit zal voorlopig naar verwachting niet afnemen. Aan moderne mensen worden hoge eisen gesteld door de complexiteit van de maatschappij die ze zelf hebben opgebouwd en die nog steeds voortraast, onder andere door nieuwe technologische ontwikkelingen. Als een ‘betonnen peloton’. Een vooruitgang die onder andere aangedreven wordt door concurrentie, hiërarchische verhouding, wetenschap en techniek. Onderstaand worden enkele belangrijke constateringen beschreven van de Grote Groeicampagne. Op economisch gebied klinkt nog steeds het mantra ‘Groei is goed’. Groei is het antwoord op onze problemen. Of scherper gesteld: groei als antwoord op onze groeistuipen. Groei zorgt voor het overleven van bedrijven. Landen blijven door concurrentie andere landen voor. Mensen beconcurreren elkaar. Zo bouwen we samenlevingen op. Pas de laatste jaren beginnen we de gevolgen van economische groei en ongebreidelde concurrentie op de ecologie, maatschappij en mens te (h)erkennen. Met andere woorden: de gevolgen van de Grote Groeicampagne worden zichtbaar. De goede oogsten zijn binnengehaald maar beginnen nu de magere jaren? Door geen rekening te houden met de vele interacties die er zijn – zowel maatschappelijk, als menselijk, als in de natuur – worden niet altijd intelligente keuzes gemaakt. Niet intelligent handelen is overal ter wereld zichtbaar: slavenhandel bij de chocoladeteelt, overbevissing, kerncentrales op plaatsen die gevoelig zijn voor aardbevingen, landjepik (land grap), mensenhandel en ga zo maar door. Wie de krant leest, weet dit wel. We kennen de interacties niet en als we ze al kennen, dan houden mensen er meestal geen rekening mee. We nemen niet de tijd en moeite om tot heldere inzichten te komen, vaak opgejaagd door het hedendaagse systeem. Echter, dat een natuurlijk evenwicht zo kan omslaan - en een nieuwe balans vormt - is vaak niet bekend. Als er bijvoorbeeld maar genoeg bos wordt gekapt in de Amazone dan kan dit gebied in korte tijd van een schitterend oerwoud plots veranderen in een savanne. Met een hele andere ecologie, klimaat en waterkringloop tot gevolg. Plaatselijk en planetair.
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
5
Ook burn-out werkt op een vergelijkbare manier. Mensen kunnen tijdenlang roofbouw plegen op hun gezondheid en dan plots knapt er iets. Herstel, als het er al van komt, kost dan veel tijd. Onderdeel van de bovengenoemde complexiteit is de mens zelf. Het brein en alles wat daarmee samenhangt (emoties, denken, waarnemen, et cetera) kent een ongekende complexiteit. Mensen zelf en de maatschappij in haar geheel gebruiken middelen als concurrentie en ambitie om in beweging te komen en te blijven. Alsof er zonder deze ‘impulsen’ geen menselijke vooruitgang zou zijn; alsof mensen dan niet in beweging te krijgen zijn. De versnippering van kennis draagt ook bij aan niet-duurzame keuzes. Door de enorme vlucht die wetenschap en techniek gemaakt hebben – en de aard van deze kennisvelden – is specialisatie de enige werkbare optie geworden. Tijdens de renaissance was er nog de zogenaamde Homo Universalis. Mensen zoals Leonardo da Vinci die veel kennis hadden op veel verschillende vlakken en daardoor een zeker overzicht hadden en verbindingen konden leggen tussen vakgebieden. Gezien de stand van de wetenschap en de relatief beperkte hoeveelheid (boeken)kennis was dat mogelijk. Nu is het voor praktisch niemand meer mogelijk om enigszins een overzicht te hebben van alle (wetenschappelijke) kennis. Specialisatie, en dus fragmentatie, is vaak het antwoord om met de complexiteit en de hoeveelheid kennis om te gaan. Op de bovenbeschreven manieren roeien we mussen uit met als gevolg een sprinkhanenplaag.
3. Winnen is belangrijker dan meedoen In de economie geldt de Olympische gedachte ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ niet. De wet van de jungle geldt: eten of gegeten worden. ‘Dog eat dog’. ‘Survival of the fittest’. Iedereen kan wel enkele voorbeelden van bedrijven of zelfs landen noemen die glorieus ten onder zijn gegaan of dreigen te gaan. Of juist economisch zijn komen bovendrijven. Voorbeelden van landen uit de eerste categorie zijn Spanje en Portugal. Dit waren eens sterke naties met veel internationale macht en machtsvertoon en met kolonies verspreid over de gehele aarde. Nu zijn het landen met een stagnerende economie en een hoge werkeloosheid, vooral ook onder jonge hoogopgeleiden. Volgens Trouw (2011) geeft Angola, de voormalige Portugese kolonie, het land tegenwoordig ‘ontwikkelingshulp’ in de vorm van het investeren en het opkopen van staatsbedrijven. En Portugese (hoogopgeleide) jonge mensen emigreren tegenwoordig naar Brazilië en Angola om daar hun heil te zoeken op economisch gebied. Vormen zij hiermee de voorhoede van de economische vluchtelingen uit Europa? Het lijkt een nieuw fenomeen. Bedrijven die zijn ‘komen bovendrijven’ zijn de economische giganten zoals Apple en Samsung. Beide met een jaaromzet die groter is dan het Bruto Nationaal Product van menig land. De gedachte dat competitie, en in het verlengde daarvan ambitie, het beste uit de mens haalt
6
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
en zodoende ten goede komt aan de vooruitgang van de samenleving is diepgeworteld in de Westerse maatschappijen. Een avondje televisie kijken bij de populaire zenders laat veel competitie zien: wedstrijden als Idols en So you think you can dance zijn hier goede voorbeelden van. Net als de vele spelprogramma’s en sportwedstrijden die er te zien zijn. Het lijkt erop dat we alleen met ‘wortel en stok’ te bewegen zijn tot topprestaties in een concurrerende omgeving. De vraag is nu of lethargie een eigenschap is van de mens en dat belonen en bestraffen de geëigende manier is om een complexe samenleving op te bouwen en in stand te houden of dat het ook anders kan. Het is tevens de vraag of als mensen hun passies volgen en datgene doen wat ze ‘te doen hebben’ er een andere samenleving ontstaat – een netwerksamenleving met authentieke mensen en organisaties. Met andere woorden: hoeveel eigenzinnige mensen en organisaties zoals Mozart en Interface (Van Arkel & Jonker, 2012; Jonker, 2013b) kan de huidige samenleving ‘herbergen’? Ontstaat er dan wat anders? Of: zijn we allemaal werkmieren ten gunste van de koninginnen – van het economische systeem en haar instituten?
4. Competitieve authenticiteit Heeft het zin om een kunstenaar als Andy Warhol te vergelijken met M.C. Escher? Beiden zijn authentieke mensen die veel geïnspireerde kunst hebben gemaakt. Op basis waarvan wil je die vergelijking maken? Organisaties vergelijken we echter wel met elkaar. Bijvoorbeeld de HEMA met de Bijenkorf aan de hand van het assortiment, de omzet en het concurrerend vermogen. Een boeiende vraag is: hoe zien een organisatie van authentieke mensen en de maatschappij er dan uit? Authentiek in de zin van jezelf nooit vergelijken met iemand of iets anders en waarbij je datgene doet wat je te doen staat; hier en nu. Bestaat er dan nog een economie waarbij producten en diensten vooral vergeleken worden op basis van prijs, kwaliteit, imago, verkrijgbaarheid? Met als belangrijkste beweegreden voor de consument om een zo groot mogelijke behoeftebevrediging te hebben met een beperkt budget en voor de producent om de concurrent voor te blijven en als bedrijf voldoende winstgevend te zijn. Hiermee blijven mensen toch in ‘het rijk van de schaarste’ leven, zoals Hans Achterhuis (1988) dit zo treffend uitdrukt. Of treden er bij authentieke mensen en organisaties andere mechanismen in werking? Is er een andere beweging waar te nemen? Als authentiek mens voel je je waarschijnlijk ‘thuis’ bij een authentieke organisatie. Een organisatie die intelligente, op het leven gerichte keuzes maakt. Die leert van de natuur en bijvoorbeeld aan Biomimicry doet. Een organisatie die vanuit het eigen bedrijfsDNA duurzame keuzes maakt die de samenleving ten goede komen. Keuzes die volgens Gunter Pauli (2012) leiden tot The Blue Economy, in Nederland ook wel Blauwe Economie genoemd. Een economie waarbij uitgegaan wordt van wat (lokaal) voor handen is en
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
7
afval en verspilling niet of nauwelijks bestaan. Immers, praktisch alles wordt nuttig aangewend. Door bestedingen bij deze organisaties laat je wat belangrijk is groeien in de samenleving. Op een dergelijke manier versterken ethisch handelen en authenticiteit elkaar en zo ontstaat een positieve spiraal. Patagonia is al jaren op deze manier een duurzame koploper in de branche van buitensportartikelen. Zelfs toen duurzaamheid nog niet ‘hip & happening’ was.
Koop me niet! Black Friday is traditioneel de startdag waarop de inkopen van de eindejaarsfeestdagen plaatsvindt in de Verenigde Staten. Black Friday wordt door vooral retailbedrijven gretig aangegrepen om consumenten te verleiden hun producten te kopen, en wel zo veel mogelijk. Dat het ook anders kan heeft Patagonia op Black Friday (vrijdag 25 november) 2011 bewezen. In The New York Times heeft dit bedrijf een paginagrote advertentie geplaatst met de tekst ‘DON’T BUY THIS JACKET’ boven een foto van een Patagonia jas. Om mensen bewust te maken van hun ‘mindless consumption of the retail holiday’. En om mensen aan te zetten tot bewuste aankopen van dingen die ze echt nodig hebben, van hoge kwaliteit zijn en dus lang meegaan. Dit om de menselijke impact op de planeet zo klein mogelijk te laten zijn en passend binnen hun filosofie: Reimagine a World where we take only what nature can replace.
4.1
Natuurlijk aanpassingsvermogen
In de natuur zou het vreemd zijn als bijvoorbeeld al het zeeleven alleen op algen zou leven. Of het leven op het land alleen van sprinkhanen. Dit soort ecosystemen is uitermate kwetsbaar voor schokken (van buitenaf), heeft weinig dynamiek en kent een hele sterke concurrentie tussen de verschillende levensvormen. Er zijn nergens niches waar soorten kunnen groeien en bloeien – het Engels kent hiervoor het mooie, krachtige werkwoord to thrive. De biodiversiteit is in een dergelijk systeem dan ook vrij gering. Survival of the fittest gaat over het overleven van de soort die zich het best aan de omstandigheden heeft aangepast. Of beter: die het beste past binnen een gegeven domein, context en/of gebied en dat is niet (alleen) het recht van de sterkste. Zelfs de meest dominante aap in een groep gorilla’s – de zilverrug – let op de behoeften van de zwakkeren uit de groep. Deze leider is daarmee dominant ten dienste van het welzijn en voortbestaan van de groep. Hij houdt daarmee contact met de rest van de groep. Waar zien we dat nog terug in onze huidige maatschappij?
8
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
5.
Wat aandacht krijgt groeit, en bloeit uiteindelijk
Om meer intelligente keuzes mogelijk te maken, zowel in het leven van mensen als binnen organisaties, zal er een radicale omwenteling nodig zijn. In het denken en doen van mensen. Duurzaam denken doen (Jonker, 2011) is dan ook het devies voor de komende jaren. Marjan Minnesma spreekt in dit verband over mensen met kennis en lef, die doorgaan waar anderen ophouden. ‘Mensen die er lol aan beleven alle beren van de weg te tikken en die hun omgeving meesleuren in hun enthousiasme’ (Jonker, 2013b, pag. 11). Het belang van het ondersteunen van de pioniers op het gebied van duurzaamheid, in alle lagen van de bevolking, kan niet voldoende onderstreept worden. Zij zijn de kwartiermakers van de duurzame samenleving en zorgen ervoor dat anderen óók de stap wagen en gezamenlijk kunnen accelereren. De samenleving groeit dan op een gezonde wijze en gaat (uit)eindelijk bloeien. Dit is nodig, en wel zo snel mogelijk. Immers, overshoot day vond in 2013 weer twee dagen eerder plaats dan het jaar daarvoor, namelijk op 20 augustus (Global Footprint Network, 2013). Overshoot day markeert het moment dat de mensheid alle natuurlijke bronnen die de aarde in een jaar voortbrengt, heeft geconsumeerd. De rest van het jaar teert de mensheid – en al het andere leven – in op het natuurlijke kapitaal. Dit is een onhoudbare situatie.
© Richard Kok
5.1
Geldwaarde of geldt waarde?
Heertje (2006) stelt de werking van geld ter discussie. Geld heeft een aura van ‘objectiviteit’ gekregen. De euro geldt als rekeneenheid en middel om goederen, diensten en transacties met elkaar te vergelijken. Hierdoor heeft een valuta een werkelijke, harde waarde. Daaraan zijn mensen gewend geraakt en ze denken en handelen in deze waarde. Hij beschrijft in zijn essay Echte Economie dat geld de achterliggende waarde en verlangens van mensen verduistert. Geld wordt hiermee een illusie. Waar het werkelijk in een mensenleven om gaat, wordt aan het zicht onttrokken. Dit wezenlijke, authentieke is een van de kernvragen bij duurzame ontwikkeling.
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
9
Steeds is de vraag: wat wil je – of heb je te doen als bijdrage aan het grotere geheel – als persoon of als organisatie en wat is daarbij het beste transactiemiddel om dit doel te bereiken? Is ruilen het beste? Of is het toch samen creëren? En ja, geld blijft vaak een handig transactiemiddel. Al is het maar omdat mensen en haar instituties er zo aan gewend zijn geraakt. De creativiteit en kansen tot bloei van mensen en organisaties die met de diverse transactiemiddelen kunnen ‘spelen’ neemt significant toe. Zo kunnen bedrijven onderling goederen, diensten en zelfs werknemers uitruilen. Het wordt daarmee minder ‘dringen’ op de markt (van euro’s, dollars en noem de andere valuta maar op). De concurrentie om de schaarse bankbiljetten, munten en giraal geld neemt af. Geld dat uiteindelijk – alsof het een van Newtons natuurwetten is – bij de machtige elites van de wereld terecht dreigt te komen. Net zoals in de natuur neemt de diversiteit toe en de concurrentie om bestaansmiddelen af. Groei en bloei kunnen ontstaan.
5.2
Nieuwe Business Modellen
Met de aangetrokken belangstelling - wederopleving is wellicht een betere term - voor alternatieve ruilmiddelen en –methoden staat de waarde en het belang van geld ter discussie. Bij deze transactiemodellen, ook Nieuwe Business Modellen genaamd, komen ook andere vormen voor: delen, creëren, ruilen, sparen en/of lenen (Jonker, 2013a). En met deze nieuwe transactievormen zal er ook een geheel andere manier van denken en handelen ontstaan; creatief en met een beetje goede wil integraal van aard. Holistisch. Gebaseerd op onderliggende wensen en doelen van mensen en organisaties. En met de vraag hoe dit te bereiken ontstaat een heel nieuw en spannend (economisch) speelveld. Met het ontwikkelen, ontplooien en uitrollen van Nieuwe Business Modellen komt er een meer natuurlijke, organische economie en samenleving. Met het ontstaan van andere transactiemodellen groeit en bloeit ook een tegenbeweging, met mensen die een eenvoudige en integrale levensstijl nastreven. Een levensstijl waarbij bijvoorbeeld het verbouwen van het eigen eten hoort en het zelf opwekken van energie; met organisaties die zoeken naar nieuwe manieren van zaken doen en die inzien dat we een doodlopende weg zijn ingeslagen door onze eenzijdige groeiverslaving. Dappere mensen en organisaties komen bovendrijven die nu nog vaak tegen de (regel)stroom van de instituties en gevestigde orde inzwemmen.
10
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
Energieke pensioenen Wat gebeurt er nu als pensioenfondsen de premies van werkende mensen anders aanwenden? In plaats van het beleggen in obligaties en aandelen gebruiken de fondsen de premies om te investeren in duurzame energie. Om duurzame energie (elektriciteit en gas) op te wekken via wind, water, zon en biomassa. Als de premiebetalende mensen later gepensioneerd zijn krijgen ze een gedeelte van hun pensioen ‘uitgekeerd’ in duurzame kWh en kubieke meters gas - zonder tussenkomst van geld. Nauwelijks inflatie, geen eurocrises en andere economische sores; wel zo veilig en makkelijk. Het bovengenoemde ‘model’ is ook (technisch) haalbaar op vele andere terreinen, zoals voedsel en mobiliteit. Helaas is het alleen nog in theorie mogelijk. De Nederlandse pensioenwetgeving verbiedt dit soort innovatieve plannen. Het loont de moeite om te zorgen dat ook de pensioenwetgeving meegaat met haar tijd, zodat dit soort plannen binnenkort gerealiseerd kunnen worden.
6. Dialoog met de wereld Er zijn vele manieren om in het leven te staan en om te gaan met mensen en andere levende wezens. Deze manieren kunnen sterk variëren, bijvoorbeeld aardig gevonden willen worden, amusement opzoeken, over anderen willen heersen, de wereld begrijpen of een creatief leven leiden. Uit de media, de wijze waarop mensen gesprekken voeren en handelen kan al redelijk ingeschat worden waar het zwaartepunt ligt in de huidige maatschappij. De bovengenoemde opsomming doet sterk denken aan de vier menselijke communicatievormen die Boers, Kessels en Mostert onderscheiden (De Roode, 2008). Deze vier vormen zijn als volgt: 1. Conventie (Conversatie). Mensen willen aardig en vriendelijk gevonden worden, ze houden zich aan de regels, accepteren de bestaande machtsverhoudingen en handelen naar sociale normen. 2. Frictie (Discussie en debat). In de discussie en debat geven mensen hun ‘eigen’ mening en horen die van anderen aan; tenminste als ze al kunnen luisteren naar de ander. Ze oordelen over zichzelf en de ander tijdens deze vormen van communicatie. Het overtuigen van de ander staat centraal, niet het gezamenlijk komen tot nieuwe inzichten. 3. Onderzoek (Dialoog). Hierbij overheerst de onderzoekshouding, zodat de vrijheid ontstaat om iets nieuws te beginnen of om ergens mee op te houden. Om tot samenwerking en tot nieuwe inzichten te komen is deze vorm uitermate geschikt. 4. Flow (Creativiteit). Bij deze vorm ontstaan nieuwe, inspirerende ideeën. Het is een gezond, maar wankel evenwicht tussen gezamenlijkheid en autonomie, tussen gebondenheid en vrijheid. De eerste twee genoemde vormen worden veel gebruikt in zowel privé als zakelijke communicatie en in de media. De laatste twee vormen komen minder vaak voor. Door nu de dialoog aan te gaan met de wereld en te zoeken naar flow ontstaat er een houding die duurzaam Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
11
is. Het is immers gericht op de ander. De ander of het andere begrijpen zoals deze begrepen wil worden én jezelf begrijpen. Zoals je bent. Hierdoor ontstaan authentieke relaties, mensen, organisaties en samenlevingen. Dat de dialoog met de wereld ook kan bijdragen aan meer rust en ruimte in deze hectische tijden, blijkt uit enkele belangrijke kenmerken van de dialoog: •
het tempo van de dialoog is aanmerkelijk lager dan van andere communicatievormen;
•
momenten van rust en stilte vormen een belangrijk onderdeel van een goede dialoog; om
elkaar te snappen en een verbinding te leggen met wat net daarvoor gezegd is en wat al
bekend is.
•
deelnemers aan een dialoog nemen de verantwoordelijkheid voor de eigen inbreng. Dit
zorgt ervoor dat een ieder zorgvuldiger is in woordkeuze, intentie, handelen en reacties;
•
een dialoog vereist grote alertheid en bewustzijn bij de deelnemers.
Door een dialoog te voeren met de wereld om je heen ontstaat er vanzelf een vertraging in denken en doen. Een vertraging die mensen nodig lijken te hebben om nog goed te kunnen functioneren in de huidige maatschappij. De tijd en ruimte hiervoor moeten ook gegund worden door organisaties. Deze voorwaarden kunnen ook ‘spontaan’ ontstaan als er inzicht is dat door dialoog (en zeker ook flow) het goede gedaan wordt, in plaats van nog efficiënter en sneller het verkeerde. Zaken doen op hoog kwalitatief niveau, op gezonde lokale bodem. Met liefde voor het vak kan je ook zeggen. Slow business wordt dit ook wel genoemd, in navolging van onder andere slow food. Mensen kunnen op bovengeschreven manieren handelen als ondernemer, werkgever of als werknemer. Volgens Gigengack (2013) kunnen duurzame en pionierende werknemers – ook wel sociaal intrapreneurs genoemd – zelfs de koers van een bureaucratisch megaconcern veranderen. Zij noemt in haar artikel voorbeelden van mensen die werken bij multinationals en die door consistent bij de juiste partijen hun eigen visie onder de aandacht brengen als individu een verschil maken. Anneke Assink bijvoorbeeld heeft op bovenstaande wijze duurzame palmolie op de agenda gekregen bij FrieslandCampina.
6.1
Door de bomen het bos zien
Dialoog en flow (creativiteit) dragen bij aan een holistische, integrale kijk op het leven. Er is geen of – of denken meer. Het inzicht ontstaat dat de bomen het bos maken – en andersom. Zuiver waarnemen, zoals het leven zich voordoet, krijgt een centrale plaats en staat los van het ‘ik’ van het individu. Leven in aandacht, in het moment, kan het ook genoemd worden. Door de huidige maatschappelijke nadruk op het zelf, op het ego, kan er nooit adequaat gehandeld worden – met LinkedIn, Facebook en andere ‘sociale’ media als representanten van deze ontwikkeling. Immers, er is steeds een (egoïstische) afweging of je wel of niet wilt wat er gebeurt of wat er aanwezig
12
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
is. In de regen zijn en je overgeven aan de elementen is een goed voorbeeld hiervan. Als kind is regen leuk – wie heeft er niet in haar of zijn jeugd in de plassen gesprongen – als volwassene is regen vooral vervelend. Een ander voorbeeld is hoe mensen omgaan met hun loopbaan. Mensen willen vaak in hun carrière per se hogerop komen en zijn daardoor mogelijk niet tevreden met hun huidige positie. Op deze manier leven brengt conflicten met zich mee. David Bohm heeft tijdens zijn leven de nadruk gelegd op een holistische manier van denken en handelen. Van een levensstijl die ‘heelheid’ laat zien, geen versnipperde manier van leven.
Drie-eenheid van de mens De bekende fysicus David Bohm beschrijft in zijn boek On Dialogue (1996) drie verschillende dimensies van de mens. Eén dimensie betreft het individu dat op zichzelf staat. Een apart ‘lichaam’ dat min of meer van anderen is afgescheiden, hoewel (onder andere) dezelfde lucht wordt gedeeld. Bepaalde kenmerken zijn strikt persoonlijk, zoals het uiterlijk. De mens heeft ook een zelfbeeld (imago) waarmee hij zichzelf wil onderscheiden en het geeft hem een identiteit. Daarnaast bestaat het collectieve van de mens, de tweede dimensie. Deze dimensie bestaat uit een grote groep mensen en zorgt voor een samenleving en/of cultuur. De tweede dimensie heeft een extra kenmerk boven de eerste dimensie. Enorme kracht, zowel feitelijk als in potentie (het geheel is meer dan de som der delen). En als laatste onderscheidt Bohm de kosmische dimensie. Deze dimensie betreft het menselijk opgaan (of beter: onderdompeling) in de natuur, de kosmologie en religie. Natuur werd al vanaf de oertijd beschouwd als een dimensie die boven het individu en de samenleving uitsteeg. Mensen in lang vervlogen tijden voelden dat alles levend is, een geest heeft. Met de trek van mensen uit de natuur naar boerderijen en steden is deze dimensie grotendeels verloren gegaan. Bohm pleit om weer een verbinding met deze derde dimensie aan te gaan om geestelijk en fysiek gezonde mensen te worden. Hele mensen. Mensen die holistisch – zeg maar ‘in gehelen’ – kunnen denken en handelen. Op een gezonde, levende aarde, waar we mede verantwoordelijkheid voor dragen.
Aan de ene kant is deze levensstijl veeleisend. In aandacht leven vereist immers grote oplettendheid, maar is ook uitermate boeiend. Als mensen er eenmaal de smaak van te pakken hebben, willen ze vaak niet anders. Aan de andere kant: de huidige tijd is ook veeleisend, en zal waarschijnlijk nog veeleisender worden zonder dat mensen er direct invloed op kunnen uitoefenen. De eerst genoemde manier van leven is daarmee een keuze (of roeping), de tweede manier wordt steeds meer opgelegd of afgedwongen door de omgeving.
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
13
Het bovenstaande leidt tot de constatering dat ieder mens die serieus bezig is met duurzaamheid zichzelf kan beschouwen als ‘oplossing’ voor huidige maatschappelijke problemen. Uiteindelijk vormen mensen, hun handelen en onderlinge relaties de maatschappij.
© Richard Kok
7 Transferium Joke J. Hermsen (2010) beschrijft in Windstilte van de ziel haar zoektocht naar de ziel en bezieling. Deze zoektocht neemt ons mee naar landelijk Frankrijk, van het heden naar het verleden en langs diverse beroemde filosofen. Zij schrijft over het verschil tussen ‘kloktijd’ en ‘innerlijke tijd’. In haar eigen woorden: ‘De kloktijd wordt gemeten alsof het een rechte lijn zou zijn, waarop de tijdseenheden als gelijke en van elkaar gescheiden streepjes op een meetlat staan (pag. 13)’. In de innerlijke tijd als duur zijn de momenten niet in gescheiden partjes opgedeeld maar onderling verbonden. Er zijn geen afzonderlijke delen zoals seconden, minuten en uren op het horloge of de klok. Om zaken met elkaar te doen, om bijeenkomsten te plannen en om de trein te halen is kloktijd van belang. Volgens Hermsen leven we in het huidige, sterk door de economie gedomineerde tijdsgewricht voornamelijk in de kloktijd. Mensen komen in het drukke bestaan nauwelijks uit bij hun innerlijke tijd, bij hun intuïtie, authenticiteit, creativiteit en compassie. Innerlijke tijd is het voertuig om het authentieke in mens en maatschappij vrij te maken – om holistisch denken en handelen mogelijk te maken tijdens de duurzame transitie. Het raakpunt tussen deze twee tijden (kloktijd en innerlijke tijd) kan als transferium gezien worden, waarbij van het ene ‘voertuig’ op de andere wordt overgestapt. Elke keer weer wordt zorgvuldig bepaald wat het juiste voertuig is. De ene
14
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
keer is dat de kloktijd als er een vergadering gepland moet worden, de andere keer is dat de innerlijke tijd als er creativiteit gevraagd wordt om een oplossing te vinden voor een hardnekkig probleem. De innerlijke tijd vermindert de druk van het hedendaagse stadsleven. Er ontstaan zodoende minder ‘files’ tijdens een mensenleven. Het tijdig en vaak terugschakelen naar de innerlijke tijd is uitermate belangrijk. Hermsen beschrijft dit wonderlijke proces als ze in een oude herberg op het Franse platteland in de Bourgogne is. Het ervaren van de innerlijke tijd is ook erg sterk bij haar aanwezig tijdens het lopen van een gedeelte van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Ze begint in Vézelay voor de tocht van enkele dagen door bossen en bergen - door de natuur in Europa. Zowel fysiek als mentaal voelt ze zich beter dan daarvoor.
Pelgrimstocht light ‘Hoe dan ook, deze bescheiden pelgrimstocht durf ik gerust een ‘bezielende’ ervaring te noemen, omdat het erop lijkt dat mijn lichaam, geest en ziel gedurende deze dagen een wat harmonieuzer driespan vormden dan daarvoor. Tijdens mijn drukke leven in de stad komt die harmonie nogal eens op het spel te staan, omdat de belangrijkste voorwaarde ervoor ontbreken: rust, tijd en stilte. Lichaam en geest gaan elkaar dan bestrijden, net als de geest en de ziel; het is een getouwtrek van jewelste. Het driespan loopt elkaar voortdurend voor de voeten, in plaats van gelijke tred te houden. Daar word je moe van, van al dat duwen en struikelen. Tijdens het lopen had ik daar veel minder last van. We draafden met zijn allen gelijktijdig de heuvels op en af.’ (Hermsen, 2010, pag. 69).
7.1
Meegaan met de stroom van het leven
Mensen zijn bijzondere, hoog complexe wezens met een enorme potentie en een breed scala aan eigenschappen en vermogens. Dit is ongekend bij de rest van de levende wereld - waarbij nog eens duidelijk benadrukt wordt dat we ánders zijn, niet beter of slechter. Zo kunnen we techniek, wetenschap en taal inzetten om ons bestaan rijker of armer te maken. De (on)bewuste keuze is aan onszelf. De gevolgen van deze keuze worden steeds duidelijker. Door de menselijke mogelijkheden hebben we een andere relatie tot de wereld dan bijvoorbeeld mieren, mussen of sprinkhanen die hebben. Wij beïnvloeden en veranderen de omgeving op ingrijpende wijze. Als we nu begrip kunnen opbrengen voor de wereld waarin we leven, ondergaat de mens en daarmee de samenleving een ingrijpende verandering. We doen dan recht aan de complexe wereld en aan onze eigen complexiteit. En met dit doorleefde inzicht wordt het leven als bij toverslag eenvoudig - dit wil echter niet zeggen dat er geen (persoonlijke) problemen meer zijn, maar die worden dan vaak vrij simpel opgelost. Simpele ‘oplossingen’ die geen recht doen aan de complexiteit van het leven worden niet meer doorgevoerd, zoals bij de Grote Mussencampagne.
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
15
© Richard Kok
Het is een revolutie in die zin dat mensen niet meer proberen om met hun begrensde verstand en beperkte kennis de complexe wereld naar hun hand te zetten, zodat deze voldoet aan hun voorkeuren. De revolutie bestaat eruit dat de mens gaat samenwerken met de wereld om zich heen: via dialoog, zuivere waarneming, heldere inzichten én het intelligent aanwenden van kennis. Waarbij recht gedaan wordt aan de complexiteit van mens en wereld. Nog steeds lopen mensen en haar instituties gebruikmakend van veel (fossiele) kracht en moeite in het dagelijks leven ‘de heuvels op en af’. Met sterk wisselend resultaat, tegen torenhoge ecologische en sociale kosten. De uitdaging is nu om het bovengenoemde driespan te leren hanteren, te kennen en te accepteren. Gelijktijdig met zijn allen de heuvels af te draven. Lichtvoetig te lopen; zonder moeite. Conflictloos te leven. In vreugde. Door bossen, bergen en stadse landschappen. Richting de oceaan van leven, op weg naar het authentieke zelf. Experimenteer ermee, probeer het. Doe het!
16
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
Over de auteurs Richard Kok Richard Kok heeft na zijn afgeronde studies Technische Bedrijfskunde (HvU) en Techniek en Maatschappij (TU/e) enkele functie op milieugebied vervuld. Op een gegeven moment realiseerde hij zich dat om de vele maatschappelijke problemen duurzaam op te lossen een holistische benadering nodig is. Alleen het milieuspoor volgen is te eng. In 2012 heeft hij de organisatie In de Tussentijd opgericht. In de Tussentijd helpt mensen en organisaties bij de transitie van een niet-duurzame maatschappij naar een duurzame samenleving. Producten en diensten van In de Tussentijd zijn ondermeer: •
Duurzame visie, beleid en strategie ontwikkelen voor organisaties;
•
Innovatieve, duurzame (energie)projecten ontwikkelen en implementeren;
•
Jaarrapportages over duurzaamheid maken;
•
Organiseren van Duurzaam Doen Dialogen;
•
Natuurbeleving en natuurweekenden begeleiden.
Website: http://indetussentijd.org, e-mail:
[email protected]
Geanne van Arkel Geanne van Arkel richt zich op het stimuleren van duurzame ontwikkeling binnen organisaties. Zij werkt sinds 2003 voor Interface, de tapijttegelfabrikant die al sinds 1994 werkt aan duurzaamheid en een herstellende bijdrage wil leveren aan milieu en maatschappij. Duurzame ontwikkeling is in haar ogen de enige de weg naar een betere en succesvolle toekomst. Ze gelooft in volledige product transparantie op basis van levenscyclusanalyse als de drijvende kracht voor duurzame innovatie. Cruciaal hierbij zijn - sectoroverschrijdende - samenwerkingsverbanden in de circulaire, biobased economie, waarbij haar focus ligt op het creëren van inclusieve bedrijfsmodellen. Daarbij past ze de principes van Biomimicry, The Natural Step en The Blue Economy toe. Volgens haar gaat duurzaamheid over het toepassen van nieuwe waarden zodat je succes vanuit een ander perspectief ziet. Het gaat over het herdefiniëren van de toekomst om zo een betere, succesvolle en toekomstbestendige onderneming te bouwen, die positief bijdraagt op zowel ecologisch als sociaal gebied. E-Mail:
[email protected], twitter: @GeanneVanArkel
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
17
Literatuur Achterhuis, H. (1988). Het rijk van de schaarste: Van Thomas Hobbes tot Michel Foucault. Baarn: Ambo. Arkel, G. van & Jonker, J. (2012). Duurzaam Innoveren = Inspireren en Accelereren. Paper conferentie ‘Duurzaam Organiseren Doen!’, Arnhem, april 2012. Bohm, D. (1996). On Dialogue. New York & Abingdon: Routledge. Hermsen, J. J. (2010). Windstilte van de ziel. Utrecht: Uitgeverij De Arbeiderspers en Ten Have Global Footprint Network (2013). Earth Overshoot Day 2013. Internet: www.footprintnetwork.org/ en/index.php/gfn/page/earth_overshoot_day/ (geraadpleegd op 17 september 2013). Global Footprint Network (2012). Earth Overshoot Day 2012. Internet: www.footprintnetwork.org/ en/index.php/newsletter/det/earth_overshoot_day_was_ august_22_and_yes_were_still_in_ overshoot (geraadpleegd op 17 september 2013). Jonker, J. (red.) (2011). Duurzaam Denken Doen 2011 - 2035. Inspiratieboek voor onze gezamenlijke toekomst. Deventer: Kluwer. Jonker, J. (eds.) (2013a). Nieuwe business modellen. Niet alles van waarde is weerloos. Working paper Nijmegen School of Management. Nieuwkoop: Ecodrukkers. Jonker, J. (red.) (2013b). Werken aan de Weconomy. Duurzaamheid coöperatief organiseren. Deventer: Kluwer. Kok, R. & Jonker, J. (2012). De mier, het nest en de verandering. Als geld geen beperking meer is voor duurzame ontwikkeling. Paper conferentie ‘Duurzaam Organiseren Doen!’, Arnhem, april 2012. Trouw (2011). Noodlijdend Portugal wil hulp van Angola. Internet: www.trouw.nl/tr/nl /5009/ Archief /archief/article/detail/3038264/2011/11/17/Noodlijdend-Portugal-wil-hulp-van-Angola. dhtml (geraadpleegd op 5 september 2013). Gigengack, D. (2013). Activisten op de werkvloer. The Optimist, 156, 68 -72. Heertje, A. (2006). Echte economie. Een verhandeling over schaarste en welvaart en over het geloof in leermeesters en lernen. Thijmessay. Nijmegen: Valhof Pers Pauli, G. A. (2012). Blauwe economie: 10 jaar, 100 innovaties, 100 miljoen banen. Amsterdam: Paradigm Publications & Nieuw Amsterdam Uitgevers. Patagonia (2011). ‘DON’T BUY THIS JACKET’. Internet: www.thecleanestline.com/2011/11/ dontbuy-this-jacket-black-friday-and-the-new-york-times.html (geraadpleegd op 5 september 2013).
18
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
Roode, P. de (2008). Teamwork begint bij jezelf. De betekenis van dialoog voor de samenwerking binnen teams. Internet: www.pderoode.com/betekenis-van-dialoog-voor-samenwerken.pdf (geraadpleegd op 5 september 2013). Wikipedia (2013). Grote Sprong Voorwaarts. Internet: nl.wikipedia.org/wiki/Grote_Sprong_ Voor waarts (geraadpleegd op 5 september 2013).
Mao´s mussen, pleidooi voor holistisch denken én handelen
19