Mantelzorgbeleid Nunspeet
2010-2013
C. Klomp December 2009 R09-0840c CobKl-DayBu 15-12-09
Inhoud
Inleiding
...................................................................................................1
Samenvatting ..................................................................................................3 1.
Mantelzorg: Waar hebben we het over? .................................................7 1.1 Wat is zorgen voor een ander? ..........................................................7 1.2 Aantal mantelzorgers .........................................................................8 1.3 De mantelzorger ................................................................................9 1.4 Soorten hulp .................................................................................... 10 1.5 Mantelzorg en werk ......................................................................... 10 1.6 Samenvatting .................................................................................. 10
2.
Zicht op knelpunten van de mantelzorger ............................................ 11 2.1 Ervaren belasting ............................................................................ 11 2.2 Oorzaken belasting .......................................................................... 11 2.3 Jonge mantelzorgers ....................................................................... 12 2.4 Allochtone mantelzorgers ................................................................ 13 2.5 Ouders van een kind met een beperking .......................................... 13 2.6 Partners van chronisch zieken ......................................................... 13 2.7 Mantelzorgers van dementerenden .................................................. 14 2.8 Familie en vrienden van mensen met psychische problemen ........... 14 2.9 Mantelzorgers van terminale patiënten ............................................ 15 2.10 Gevolgen vergrijzing ........................................................................ 15 2.11 Mantelzorgers met verhoogd risico op overbelasting ........................ 16 2.12 Samenvatting .................................................................................. 16
3.
Mantelzorgondersteuning ..................................................................... 17 3.1 Beschrijving mantelzorgondersteuning ............................................. 17 3.2 Landelijke prioriteiten en gemeentelijke keuze ................................. 17 3.3 Basisfuncties mantelzorgondersteuning ........................................... 18 3.4 Wie biedt ondersteuning? ................................................................ 19 3.5 Bekendheid van het aanbod ............................................................ 20 3.6 Ondersteuningsbehoefte en gebruik ................................................ 20 3.7 Samenvatting .................................................................................. 21
4.
Mantelzorg in Nunspeet ........................................................................ 23 4.1 Leeftijdsopbouw .............................................................................. 23 4.2 Mantelzorgers in Nunspeet .............................................................. 23 4.3 Mensen met verstandelijke beperkingen .......................................... 24 4.4 Chronisch zieken en dementerenden ............................................... 24 4.5 Mensen met een psychiatrische aandoening .................................... 25 4.6 Thuis sterven en terminale zorg ....................................................... 26 4.7 Samenvatting .................................................................................. 26
5.
Mantelzorgondersteuning in Nunspeet ................................................ 27 5.1 Lokaal versus regionaal Steunpunt Mantelzorg ................................ 27 5.2 Steunpunt Mantelzorg Lokaal .......................................................... 28 5.3 Invulling van de basisfuncties .......................................................... 29 5.4 Samenvatting .................................................................................. 35
6.
Waar gaan we in Nunspeet op inzetten? .............................................. 37 6.1 Doelen en acties 2010-2013 ............................................................ 37 6.2 Inventarisatie van het lokale ondersteuningsaanbod ........................ 38 6.3 Wat willen we bereiken? .................................................................. 39 6.4 Wat gaan we doen? ........................................................................ 39 6.5 Samenvatting .................................................................................. 46
7.
Planning en financiën ........................................................................... 49 7.1 Financiën ........................................................................................ 49 7.2 Planning en taakverdeling ............................................................... 49
Bijlagen 1. Overzicht mantelzorgondersteuning met acht basisfuncties ........................ 51 2. Overzicht informatievoorzieningen mantelzorgers ....................................... 55 3. Plaats van het Steunpunt Mantelzorg Nunspeet ......................................... 57 4. Ledenlijst deelnemers begeleidingsgroep ................................................... 59 5. Samenvatting uitkomsten onderzoek Informele Zorg, Regio Oost-Veluwe ... 63 6. Literatuurlijst .............................................................................................. 73 7. Afkortingen- en begrippenlijst ..................................................................... 75
Inleiding
In deze nota presenteert de gemeente Nunspeet haar beleidsprioriteiten voor mantelzorgondersteuning. De nota geeft aan op welke wijze mantelzorgers in de gemeente Nunspeet ondersteund worden of gaan worden. Het beleidsplan is richtinggevend voor de komende vier jaar (2010-2013). Deze conceptbeleidsnota zal ter vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Waarom een beleidsnota mantelzorgondersteuning? Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is de ondersteuning van mantelzorgers een gemeentelijke verantwoording geworden. De structurele financiering van activiteiten voor mantelzorgers was tot 2007 een taak voor de zorgkantoren. De komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning vraagt om een duidelijke (her)definiëring van het beleid van de gemeente ten aanzien van ondersteuning van mantelzorgers. Dit is een beleidsterrein waar de gemeenten tot voor kort weinig tot geen bemoeienis mee hadden. Wet maatschappelijke ondersteuning Op 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingegaan. Volgens die wet moet iedereen in Nederland zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en leven en daarbij kunnen meedoen in de samenleving. Dit geldt voor jonge en gezonde mensen, maar ook voor ouderen en mensen met een beperking. In de Wmo wordt onder de noemer civil society nadrukkelijk een beroep gedaan op mantelzorg en vrijwilligerswerk. Uitgangspunt is dat burgers niet slechts een verantwoording hebben voor zichzelf, maar ook voor hun (leef)omgeving en voor anderen in die leefomgeving. Als een burger een zorgvraag heeft, worden de volgende vragen gesteld. Eerst: Kan de burger zichzelf redden? Daarna: Kan zijn of haar gezin of de omgeving ondersteuning verlenen? Dan: Kan een vrijwilligersorganisatie ondersteuning bieden? Als die vragen ontkennend worden beantwoord, kan de burger zich uiteindelijk wenden tot professionele hulp. We noemen deze hulp vanuit de eigen omgeving (familie, vrienden, buren, vrijwilligers in de buurt, kerkelijke verbanden en (sport) verenigingen): civil society. Hiermee wordt bedoeld: het maatschappelijk middenveld, dat een aantal taken uitvoert. De overheid legt de verantwoordelijkheid voor die taken in eerste instantie bij de burger neer.
Visie mantelzorgbeleid Mantelzorgers vinden het vanzelfsprekend dat zij voor hun partner, kind of buur zorgen; de gemeente Nunspeet vindt het vanzelfsprekend ervoor te zorgen dat mantelzorgers ook kunnen blijven zorgen en dat zij daarbij de ondersteuning (en de waardering) krijgen die zij nodig hebben. Daarom zet de gemeente zich in om te voorkomen dat zij overbelast raken. De uitvoering zelf ligt echter bij de organisaties. De gemeente speelt vooral een faciliterende rol, zoals: • faciliteren en ondersteunen van het lokale Mantelzorgsteunpunt; • partijen bij elkaar brengen en verbetering in de samenwerking stimuleren; • vernieuwingen stimuleren en initiatieven ondersteunen; • accenten leggen (doelgroepen, knelpunten, problematiek en dergelijke).
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
1
Doelstelling beleid De gemeente Nunspeet wil dat mantelzorgers worden herkend en dat zij zich gekend weten, dat zij kunnen blijven zorgen en niet overbelast raken. De gemeente zet zich daarom in om de bestaande lokale ondersteuningsstructuur waar nodig aan te passen en streeft ernaar om de zorg zo dicht mogelijk bij huis en op maat te leveren. Waar mogelijk afgestemd op de vier kernen: Vierhouten, Hulshorst, Elspeet en Nunspeet. In deze beleidsnota ‘Mantelzorg’ zal de gemeente Nunspeet haar beleidsprioriteiten voor mantelzorg presenteren. Alles tegelijk doen is echter niet mogelijk. Er moeten keuzes gemaakt worden. Het landelijk beleid, de visie van de gemeente, de huidige situatie in Nunspeet en de signalen en wensen uit het veld (van zowel burgers als van organisaties en instellingen) vormen de basis voor het formuleren van de doelen en acties.
Hoe kwam deze notitie tot stand? De nota is gebaseerd op landelijke trends, lokale ontwikkelingen, uitkomsten van regionaal en lokaal onderzoek en van mantelzorgers, betrokken bij de uitkomsten van de regionale 0-meeting Noord-Veluwe op 19 mei 2009. Deze nota is tot stand gekomen in samenwerking met de tijdelijk ingestelde begeleidingsgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van: de Wmo-raad, het Diaconaal Platform, het Rode Kruis, de Zonnebloem, Lokaal Mantelzorgsteunpunt, Stichting Het Venster, Woonzorg Unie Veluwe, de Algemene Hulpdienst, Stichting Welzijn Ouderen Nunspeet, de Nederlandse Patiënten Vereniging, 1 Algemeen Maatschappelijk Werk, Indigo (voorheen GGZ-Meerkanten), Oranjehof en MEE. Bij de totstandkoming van de lokale invulling op de acht basisfuncties heeft de begeleidingsgroep haar input geleverd (zie hoofdstuk 5). Spectrum Gelderland, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling, heeft de procedure voor de totstandkoming van de notitie begeleid.
Leeswijzer Deze nota start met een samenvatting van de beleidsvoornemens. De onderbouwing en de concrete uitvoering staan vermeld in de daarop volgende hoofdstukken.
1 Indigo biedt preventie, praktijkondersteuning en kortdurende behandeling in de eerste lijn en maakt zich sterk voor mentale ondersteuning, direct en dichtbij.
2
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Samenvatting
De inzet van mantelzorgers vormt een belangrijk en onmisbaar deel van zorg. Ook in Nunspeet ontvangen veel kwetsbare burgers hulp van familieleden, vrienden en naasten: de mantelzorgers. De meeste mantelzorgers zoeken en vinden zelf hun weg. Een deel van de mensen die zorgt, realiseert zich niet dat ze mantelzorger zijn en/of dat zij daarbij ondersteuning kunnen krijgen. Zolang alles naar tevredenheid verloopt, is geen directe ondersteuningsbehoefte noodzakelijk. Uit landelijke onderzoeken (en de regionale 0-meeting Informele Zorg Noord-Veluwe) blijkt echter dat een aanzienlijk aantal mantelzorgers overbelast raakt of dreigt te raken, met alle gevolgen van dien; voor de zorgvrager, maar zeker ook voor de mantelzorger en zijn of haar omgeving. Daarom is erkenning, herkenning en ondersteuning van mantelzorgers belangrijk. Sinds de invoering van de Wmo is mantelzorgondersteuning een wettelijke taak van de gemeenten, maar ondersteuning van mantelzorgers is ook in Nunspeet niet nieuw. In Nunspeet zijn, naast het Steunpunt Mantelzorg, diverse organisaties die mantelzorgers ondersteunen. Uit een aanbodinventarisatie blijkt dat op de acht landelijk geformuleerde basisfuncties in meer of mindere mate ondersteuning aanwezig is: het gaat om informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, financiële hulp (via het Wmo-loket), materiële hulp en respijtzorg. Bij de functies financiële en materiële steun gaat het vooral om individuele voorzieningen van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Casus Een gezin van twee werkende ouders, begin veertigers, met twee kinderen van 10 en 13 jaar verandert ingrijpend als moeder een hersenbloeding (CVA) krijgt. Na een opname in een revalidatiecentrum komt ze weer thuis. Vader merkt dat zijn vrouw niet meer is wie ze was. Ze kan niet meer gelijkwaardig met hem samen de kinderen opvoeden en aandacht en ondersteuning bieden. Daarnaast heeft zijn vrouw ook zijn hulp nodig bij het wassen, aankleden en andere persoonlijke zaken. De hele huishouding, de zorg voor zijn vrouw en kinderen die aan hun puberteit beginnen, drukken zwaar op hem. Zijn werkgever verwacht van hem dat hij op zijn werk er voor zijn werk is. Voor de kinderen komt er een moeilijke fase, de puberteit, en naast school, sport en vrienden komt er voor hen bij dat hun moeder anders is geworden. Moeder kan er minder voor hen zijn. De kinderen worden nu betrokken bij de hulpverlening aan hun moeder. Naast deze emotionele zaken wordt het gezin ook nog geconfronteerd met ondersteuning en hulpmiddelen, die aangevraagd moeten worden (waarvoor eigen bijdragen worden gevraagd) en het gezinsinkomen dat achteruit gaat. Moeder kan niet meer werken en vader moet uiteindelijk minder gaan werken om het gezin draaiende te houden. Vader komt uiteindelijk met zijn klachten in de hulpverlening van het maatschappelijk werk, omdat de wet- en regelgeving uitgaat van de situatie van de zorgvrager (de moeder) en niet van draagkracht en draaglast van het hele gezin. De gemeente Nunspeet wil er voor zorgen dat mantelzorgers herkend worden en zich gekend weten, dat ze kunnen blijven zorgen en dat overbelasting voorkomen wordt. De ondersteuning moet zo dicht mogelijk bij huis en waar mogelijk op maat geleverd worden. Daarnaast wil de gemeente dat door extra aandacht duidelijkheid wordt verkregen over de situatie én knelpunten van kwetsbare groepen mantelzorgers, zoals jonge mantelzorgers.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
3
Uitgaande van de huidige situatie in Nunspeet, regionale en landelijke ontwikkelingen en de signalen en wensen uit het veld, heeft de gemeente de volgende doelen en acties voor de periode 2009-2012 geformuleerd:
Een goede structuur voor mantelzorgondersteuning Voorgenomen acties zijn: Inventarisatie van het huidige lokale ondersteuningsaanbod: • Het Steunpunt Mantelzorg moet toegankelijker, bereikbaar en aanspreekbaar worden voor alle mantelzorgers in Nunspeet en haar kernen. De plaats en positie van het Steunpunt Mantelzorg wordt onder de loep genomen en het bestaande ondersteuningsaanbod moet worden aangevuld met alle partijen die er toe doen. • Samenwerking en afstemming binnen de informele zorg moet ervoor zorgen dat meer mantelzorgers de weg naar ondersteuning kunnen vinden en dat innovatie gestimuleerd wordt. • De combinatie van werken en mantelzorg moet toegankelijker en bespreekbaar worden. Mantelzorgers moeten ondersteund worden bij het combineren van werk en zorgtaken. De gemeente kan daarin, als grote werkgever, een voorbeeldfunctie vervullen en samen met gemeenten in de regio beleid hierop formuleren. • Overbelasting moet in een eerder stadium gesignaleerd worden. Door het terugdringen en voorkomen van overbelasting, moet het voor mantelzorgers mogelijk blijven zorg te kunnen geven naast ruimte voor het eigen leven. • Extra aandacht voor jonge mantelzorgers, als een kwetsbare groep, lijkt in Nunspeet een logische keuze. De aandacht voor deze doelgroep was aanvankelijk al neergelegd bij het Regionaal Steunpunt Mantelzorg. Nu het Steunpunt per 2010 wordt opgeheven, is deze taak bij het Lokale Steunpunt neergelegd. Het aantal jongeren (tot 18 jaar) in Nunspeet is hoger dan het gemiddeld aantal jongeren in Gelderland. Geschat wordt dat één op de tien jongeren op een of andere wijze zorgdraagt voor een ouder, broertje, zusje of familielid en dat zij extra kwetsbaar zijn, omdat deze taken vaak niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling.
Gemeentelijk beleid De ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers (prestatieveld 4) wordt in de Wmobeleidsnota ‘Met elkaar, voor elkaar’ omschreven als: “Het ondersteunen van mantelzorg, daaronder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen als zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers”. De ondersteuning van mantelzorgers ziet de gemeente als haar verantwoordelijkheid, de inzet van vrijwilligers als noodzaak, ter ondersteuning van mantelzorgers. In de kadernotitie ‘Mantelzorgondersteuning’ van mei 2009 is aangegeven dat mantelzorgbeleid moet aansluiten bij relevante bestaande beleidslijnen en nota’s van de gemeente, zoals: de Wmo-beleidsnota ‘Met elkaar, voor elkaar’, de beleidsnota ‘Vrijwilligers zijn onmisbaar’ (2008), de beleidsnota ‘Ouder worden in Nunspeet 2009-2012’ en de beleidsnotitie ‘Woningsplitsing, inwoning en bewoning van bijgebouwen in relatie tot mantelzorg’. In deze nota is, daar waar mogelijk, aansluiting gezocht bij bovenstaande beleidsnota’s.
4
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
In 2008 heeft de gemeente Nunspeet aan het Centrum Samenlevingsvraagstukken van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle gevraagd om onderzoek te doen naar de sociale samenhang in Nunspeet en haar kernen. In dit onderzoek is één van de vijf onderzoeksvragen: ‘Wie ziet om naar wie waar het gaat om (informele) zorg en welzijn?’. In het uitgebrachte rapport, dat als titel meekreeg: ‘De ketting en de schakels’, wordt een beeld gegeven van de huidige sociale samenhang in de vier kernen van de gemeente. De bevindingen, conclusies en aanbevelingen, die een relatie hebben met informele zorg en in het bijzonder met mantelzorg, zullen in deze nota worden meegenomen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
5
6
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
1. Mantelzorg: Waar hebben we het over?
In Nederland zijn diverse onderzoeken onder mantelzorgers uitgevoerd. In dit eerste hoofdstuk een schets van de mantelzorger: Wat is mantelzorg? Wat zijn de meest voorkomende zorgtaken? Voor wie zorgen mantelzorgers en wat is hun leefsituatie?
1.1 Wat is zorgen voor een ander? Mantelzorg vormt een omvangrijk en noodzakelijk onderdeel van de zorg in Nederland. Zo wordt van alle zorg 75% door mantelzorgers en 5% door (zorg)vrijwilligers verleend. Naar schatting helpen jaarlijks 3,7 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder een familielid of goede bekende, die vanwege gezondheidsproblemen ondersteuning nodig heeft (SCP, 2003). Maar wanneer spreken we van mantelzorg? In de literatuur worden verschillende omschrijvingen voor begrippen rondom mantelzorg gehanteerd. Hieronder volgt een aantal definities van veelgebruikte termen. Informele zorg Mantelzorgers en zorgvrijwilligers worden samen informele zorg genoemd. Een overeenkomst tussen mantelzorg en zorg, geleverd door vrijwilligers, is dat het gaat om ondersteuning die onbetaald wordt gegeven. Er zijn wel duidelijke verschillen. Deze zijn gebaseerd op kenmerken van de persoonlijke relatie, de mate van vrijwilligheid en de organisatie. Mantelzorg Mantelzorgers zorgen vaak langdurig en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. De mantelzorger is geen professionele hulpverlener, maar verleent zorg omdat hij of zij een persoonlijke band heeft met de hulpbehoevende. Er wordt vaak over mantelzorg gesproken als de zorg meer dan drie maanden duurt of meer dan acht uur per week in beslag neemt. Landelijk zijn er 2,6 miljoen mantelzorgers. Daarvan zorgen 1.1 miljoen mantelzorgers meer dan drie maanden én meer dan 8 uur per week. Mantelzorg is meestal geen bewuste keuze. Men rolt erin en heeft vooraf geen idee hoe lang de zorg gaat duren. (Zorg)vrijwilligers Mantelzorger en vrijwilliger zijn termen die vaak door elkaar gehaald worden. Toch zijn het verschillende dingen. Vrijwilligers in de zorg verrichten onbetaald en onverplicht werk ten behoeve van anderen die zorg en ondersteuning nodig hebben en met wie ze, bij de start, geen persoonlijke betrekking hebben. Het gaat om vrijwilligersactiviteiten die bestemd zijn voor ‘klanten’, mensen buiten de organisaties. Dat kan dus ook ter ondersteuning van de mantelzorger zijn. Hiermee onderscheidt het zich van organisaties die gericht zijn op wederzijdse ondersteuning, zoals belangenorganisaties, gezelligheidsverenigingen en sportclubs waar het vrijwilligerswerk zich richt op de (leden van) organisaties zelf. Ook is er een onderscheid met ‘campaining-organisaties’, zoals politieke partijen en milieuorganisaties, waarbij het gaat om ideële activiteiten. Een overeenkomst tussen mantelzorgers en zorgvrijwilligers is dat zij beiden onbetaalde zorg verlenen. De verschillen die gebaseerd zijn op kenmerken van de persoonlijke relatie, mate van vrijwilligheid en organisatie staan in het volgende schema weergegeven.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
7
Mantelzorg
Vrijwilligerszorg
Mantelzorg vloeit rechtstreeks voort uit de relatie en is ongeorganiseerd.
Vrijwilligers verrichten werkzaamheden in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald ten behoeve van anderen.
Mantelzorg overkomt je, je rolt er in.
Voor vrijwilligerswerk kies je bewust.
Mantelzorg houdt nooit op, soms zelfs 24 uur per dag, 7 dagen lang.
Als vrijwilliger kun je zelf bepalen hoeveel tijd je erin wilt steken, een vrijwilliger kan afhaken als de zorgvrager ‘lastiger’ wordt.
Een mantelzorger moet alles doen, ook wat hem niet ligt.
Een vrijwilliger kan zelf de aard van het werk bepalen.
Mantelzorg betreft iemand uit familiekring of intieme vrienden of buren.
Vrijwillige zorg betreft iemand buiten de familierelatie.
Door intensieve mantelzorg loop je gevaar voor psychische en/of lichamelijke overbelasting.
Vrijwilligerswerk wordt als ontspanning ervaren.
Mantelzorg beperkt je in het onderhouden van contacten.
Door vrijwilligerswerk breid je je contacten uit.
Mantelzorgers voelen zich vaak ondergewaardeerd en worden dat in veel gevallen ook, wat onterecht is.
Vrijwilligers kunnen zich vaak gewaardeerd voelen, wat terecht is.
Mantelzorg wordt vanzelfsprekend gevonden.
Vrijwilligerswerk wordt ‘mooi’ gevonden.
Mantelzorgers krijgen geen feedback.
Vrijwilligers krijgen vaak een training en hebben onderling contact.
Bron: Mezzo
1.2 Aantal mantelzorgers De schatting over het aantal mantelzorgers loopt uiteen. Dit heeft vooral te maken met de definiëring van de term. In de meeste gevallen wordt uitgegaan van de groep die langer dan drie maanden of meer dan acht uur per week zorg of hulp geeft. Dan gaat het landelijk om 2,6 miljoen mensen. Dat is 19% van de bevolking van 18 jaar en ouder. Bij dit aantal gaat het om het totale aantal mantelzorgers in een heel jaar. Gedurende een jaar vinden natuurlijk veranderingen plaats. Er komen nieuwe mantelzorgers bij en bij anderen stopt de vraag om hulp, bijvoorbeeld als iemand beter wordt of overlijdt. Iedere maand bedraagt het aantal mantelzorgers in Nederland tussen de 1,6 en 1,7 miljoen. Dit is ongeveer 13% van de bevolking van 18 jaar en ouder. Er zijn 1,1 miljoen mantelzorgers die gedurende een periode van meer dan drie maanden meer dan 8 uur per week hulp geven.
8
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Daarnaast is er een aanzienlijke groep jonge mantelzorgers (tot 23 jaar). Uit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Mezzo, blijkt dat: • 694.000 tot 810.000 kinderen wonen met een chronisch (somatisch) zieke of matig/ernstig lichamelijk beperkte ouder, waarvan 409.000 tot 476.000 kinderen jonger dan 18 jaar is. • Circa 95.000 tot 190.000 thuiswonende kinderen geven in meer of mindere mate wel eens instrumentele zorg aan hun ouder. • Er 1.200.000 kinderen zijn met een ouder met een psychiatrische diagnose, 370.000 kinderen met een verslaafde ouder en 250.000 tot 400.000 kinderen met een chronisch zieke of beperkte broer of zus (bron: Mezzo). Uit het onderzoek blijkt ook dat mantelzorg niet altijd bestaat uit instrumentele zorg, zoals huishoudelijke hulp, lichamelijke of medische zorg en het regelen van allerlei zaken. Kinderen en jongeren geven soms ook emotionele zorg aan hun ouder, zorgen voor broertjes en zusjes of houden hun zieke gezinslid gezelschap. Een aantal mantelzorgers is zich niet bewust van het feit dat zij mantelzorger zijn. Zij herkennen zich niet in de definitie of zijn zich niet bewust van hun taak als mantelzorger.
1.3 De mantelzorger Iedereen kent wel iemand die zorgt voor een oudere, zieke of gehandicapte in de naaste omgeving. Dat kan een dochter zijn die voor haar oudere ouders zorgt of iemand die de buurvrouw helpt met aankleden of een man die zijn gehandicapte vrouw met persoonlijke verzorging helpt, maar ook een schoolgaande tiener, die vaak thuis moet inspringen voor een zieke of depressieve ouder. De meeste mensen verlenen mantelzorg, omdat ze dat vanzelfsprekend vinden. Vaak zijn ze er vanzelf ingerold. Ze vinden het heel ‘natuurlijk’ om de hulp te bieden. Liefde en genegenheid voor de hulpbehoevende zijn belangrijke redenen om voor de ander te zorgen. Pragmatische redenen, zoals het voorkomen dat iemand naar een zorginstelling moet verhuizen, spelen minder vaak een rol. Vrouwen verlenen vaker mantelzorg dan mannen. Mantelzorg kan ook worden ervaren als een morele plicht, een zware belasting of een mooie taak. Vaak wordt mantelzorg geboden aan een persoon die niet tot het eigen huishouden behoort. Uit een recent onderzoek onder mantelzorgers (SCP, 2009) blijkt dat 42% een (schoon)ouder helpt, 20% een partner, 9% een kind, 10% een familielid, 11% een kennis of vriend, 5% een buurman of -vrouw en 3% anders. De grootste groep mantelzorgers is nu tussen de 35 en 65 jaar. Naar verwachting zal, door de vergrijzing, het aantal ouderen dat mantelzorg ontvangt, stijgen en zal de groep mantelzorgers tussen de 65 en 74 jaar toenemen (SCP). Dit zal er ook toe leiden dat er meer mantelzorgers komen die zelf gezondheidsproblemen hebben.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
9
1.4 Soorten hulp Mantelzorg kan allerlei zorg of hulp omvatten. Daarbij kan het gaan om: • Huishoudelijke zorg, zoals: boodschappen doen, de was doen of de maaltijd bereiden. • Persoonlijke zorg, zoals: wassen, aankleden en verplaatsen. • Verpleegkundige hulp, waaronder wondverzorging en injecties toedienen. • Psychosociale begeleiding, bestaande uit: • Ondersteuning door aanwezig te zijn of te begeleiden naar arts of activiteit. • Organiseren en regelen van bijvoorbeeld het huishouden en financiële zaken. • Emotionele steun, zoals: troosten, luisteren en aanwezig zijn. • Praktische hulp, zoals: klussen in en om het huis en administratie verzorgen. Mantelzorgers bieden bijna altijd emotionele steun en begeleiding en houden toezicht op de hulpbehoevende. Meer dan een kwart van de helpers geeft persoonlijke verzorging of neemt verpleegkundige taken op zich (SCP).
1.5 Mantelzorg en werk Van de mantelzorgers jonger dan 65 jaar combineren de meeste mensen de zorgtaken met andere taken. Volgens het onderzoek van SCP heeft bijna drie op de vier helpers (71%) naast de zorgtaak een betaalde baan (één of meer uur per week) en één op de drie (35%) doet aan vrijwilligerswerk. De niet-werkende mantelzorgers verlenen meer en langere hulp. Werkende mantelzorgers combineren hun baan met de zorg voor een chronisch zieke partner, een kind met een handicap of een hulpbehoevende ouder. 40% van hen voelt zich matig tot zwaar overbelast. Eén op de tien moet zelfs stoppen met werken of gaat (tijdelijk) minder werken. Betaald werk en mantelzorg kunnen elkaar dus in de weg zitten, omdat ze allebei een beroep doen op de beschikbare tijd en omdat het combineren belastend kan zijn. In de toekomst zullen er meer werkende mantelzorgers zijn. Door de vergrijzing zullen mensen meer en langer doorwerken en wordt de zorg aan ouderen door minder mensen geleverd (personeelstekorten in de zorg). Ook zullen (oudere) mensen langer thuis blijven wonen en moet eerst vanuit de eigen omgevingsbronnen gezocht worden naar ondersteuning.
1.6 Samenvatting De inzet van mantelzorgers vormt een onmisbaar deel van de zorg. Ongeveer 13% van de bevolking van 18 jaar en ouder zorgt over een langere periode voor een familielid, vriend of bekende. Veel mantelzorgers vinden zorgen voor een ander vanzelfsprekend en doen dit uit liefde en genegenheid. Vrouwen verlenen vaker mantelzorg dan mannen. Een groot deel van de mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar. Veel mensen combineren de zorgtaken met (vrijwilligers)werk. Nederland vergrijst. Dit heeft gevolgen voor de vraag naar zorg, maar dit betekent ook dat de leeftijd van de mantelzorger zal stijgen. Dit heeft consequenties voor de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger.
10
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
2. Zicht op knelpunten van de mantelzorger
Zorgen voor een ander kan worden gezien als een mooie ervaring en kan voldoening geven. Maar soms wordt de zorg te zwaar of wordt het moeilijk om de zorg te combineren met privéleven en werk. In het ergste geval is er sprake van overbelasting. Dit hoofdstuk gaat over knelpunten die mantelzorgers ervaren bij het verlenen van hun zorgtaken.
2.1 Ervaren belasting Uit onderzoek van het SCP (2009) komt naar voren dat 22% van de mantelzorgers zich niet belast voelt en dat ongeveer 45% van de mantelzorgers een matige tot ernstige belasting door informele hulpverlening ervaart. Mantelzorgers, bij wie sprake is van ernstige belasting of overbelasting (17%), voelen zich vaak in de greep gehouden door het eigen plichtsgevoel. Zij hebben moeite met het combineren van zorgtaken en taken in werk en gezin. Bij de 0-meeting, uitgevoerd in de Noord-Veluwe, blijkt dat 20% van de ondervraagde mantelzorgers geen last heeft van overbelasting, 57% heeft soms last van overbelasting,18% heeft vaak last en 5% voelt de mantelzorg altijd als last. Als ervaren problemen worden genoemd: • Tijdsbesteding (te weinig tijd) en onvoldoende mogelijkheden om de zorg tijdelijk over te dragen. • Combineren van mantelzorgtaken met een bepaalde baan. • Extra kosten, zoals: kosten voor vervoer, wassen en voeding. • Psychische belasting, zoals: druk vanuit de hulpvrager, schuldgevoel, schaamte of morele verplichting.
2.2 Oorzaken belasting Niet elke vorm van zorg is even belastend. Af en toe voor een buurvrouw een boodschap doen, is eenvoudiger in het dagelijks leven in te passen dan de zorg voor een gehandicapt kind. Of mantelzorgers hun taken als zwaar ervaren, hangt af van verschillende factoren: de zorgsituatie, de relatie met de zorgvrager, de ondersteuningsbehoefte en de duur en de intensiteit van de geboden hulp. De belasting blijkt vooral toe te nemen naarmate men veel uren en over een langere periode hulp geeft. Uit onderzoek van SCP blijkt dat van de zorgverleners, die minder dan 8 uur per week en minder dan drie maanden zorg verlenen, 51% zich niet belast voelt en 2% zich zwaar belast voelt. Van de mantelzorgers die meer dan acht uur per week zorg verlenen en langer dan drie maanden, voelt 9% zich niet belast en 30% voelt zich zwaar belast. Verder blijkt dat het intensief zorgen voor iemand die op vele levensgebieden hulp nodig heeft (huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding) en gedragsproblemen vertoont, een zeer belastende opgave is. Mantelzorgers die hulp verlenen vanuit een gebrek aan alternatieven of om tehuisopname te voorkomen, ervaren de zorg regelmatig als belastend. Dit geldt ook voor degenen die geen hulp willen of durven vragen aan anderen en mantelzorgers die voor een partner of kind zorgen. Het zorgen voor buren en /of vrienden is veel minder belastend dan het zorgen voor (schoon)ouders, partner of kind.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
11
De knelpunten die mantelzorgers ervaren, hangen ook samen met het ziektebeeld van degene waar zij voor zorgen; de ouders van een gehandicapte zoon hebben andere problemen dan de dochter die voor haar dementerende moeder zorgt. In de volgende paragrafen worden veel voorkomende knelpunten van een aantal groepen mantelzorgers beschreven. De overheid geeft in haar beleidsbrief ‘Voor elkaar’ aan dat ingezet moet worden op het terugdringen van het aantal overbelaste mantelzorgers, onder andere door in te zetten op specifieke doelgroepen. Bij aandacht voor ondersteuning van mantelzorg wordt over het algemeen uitgegaan van de gemiddelde Nederlander. Twee doelgroepen vragen volgens de beleidsbrief van VWS bijzondere en specifieke aandacht: jonge mantelzorgers en allochtone mantelzorgers. In de kadernota ‘Mantelzorgondersteuning’ is aangegeven dat het voor de gemeente Nunspeet belangrijk is om inzicht te krijgen in het aantal jonge mantelzorgers, hoe zij te bereiken zijn, wie daarvoor de signalen kunnen opvangen en welke ondersteuning zij nodig hebben. Meer aandacht voor signalering en afstemming op deze doelgroep is daarom wenselijk. Mantelzorgondersteuning in Nunspeet is op dit moment voor een groot deel gericht op oudere mantelzorgers of mantelzorgers van ouderen (zie paragraaf 6.2). Ten aanzien van de doelgroep allochtone mantelzorgers is het belangrijk dat op termijn eerst wordt onderzocht welke allochtone groepen in Nunspeet en haar kernen wonen. Op basis van die gegevens kan onderzocht worden welke mantelzorgers behoefte hebben aan ondersteuning en welke vorm van ondersteuning daarbij past. Deze zal voor een deel afhankelijk zijn van de achtergrond en cultuur van de zorgvragers en mantelzorgers. In de kadernota wordt aangegeven dat bij de uitwerking van het mantelzorgbeleid in Nunspeet de mogelijkheid bestaat dat een andere doelgroep meer of eerst specifieke aandacht kan vragen. Daarbij kan ook worden gedacht aan ouders van kinderen met een verstandelijke beperking, partners van chronisch zieken of mantelzorgers van terminale patiënten.
2.3 Jonge mantelzorgers Onder jonge mantelzorgers worden thuiswonende kinderen of jongeren verstaan, die (helpen) zorgen voor een ouder, een broertje of zusje of een ander inwonend familielid met een chronische ziekte of beperking. Naar schatting groeit één op de tien kinderen op met het op een of andere wijze (mede) zorgdragen voor een langdurig ziek familielid (zie voor een overzicht van de cijfers ook paragraaf 1.2 van dit rapport). Jonge familie- of mantelzorgers zijn extra kwetsbaar, omdat deze jonge mensen vaak taken en verantwoordelijkheden hebben, die niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling. Zij voelen zich er verantwoordelijk voor om de situatie thuis draaiende te houden. De rollen zijn omgedraaid. De hoeveelheid zorg die een jonge mantelzorger verleent, hangt af van bijvoorbeeld de ernst van de ziekte van de verzorgde, de gezinssamenstelling en/of de financiële draagkracht van het gezin. Ook de mate waarin hulp van buitenaf aanwezig is, telt mee. Jonge mantelzorgers praten niet graag over de zorg die zij geven aan een gezinslid. Dit kan onder andere voortkomen uit schaamte (alcoholverslaafde vader of schizofrene moeder) of doordat zij geen uitzondering willen zijn. Met name bij jongeren in de puberteit leidt mantelzorger zijn soms tot zeer ernstige problemen. Ook bij jonge mantelzorgers dreigt het gevaar voor overbelasting. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld slechte schoolprestaties of vluchtgedrag (gebruik van alcohol en dergelijke).
12
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
2.4 Allochtone mantelzorgers Bevolkingsgroepen met andere culturele achtergronden hebben heel diverse opvattingen over zorg in eigen kring. Voor veel allochtone families geldt dat zij het als een morele plicht voelen om de zorg in eigen kring op te lossen. Bij sommige etnische minderheden ontvangen de ouderen veel vaker informele zorg (mantelzorg) dan bij autochtone ouderen. Dit geldt vooral voor Turkse en Marokkaanse ouderen. Bij de Marokkaanse ouderen krijgt zelfs meer dan de helft van de 55-plussers hulp van het eigen netwerk. Vooral allochtone vrouwen lopen een verhoogd risico op overbelasting. Vaak krijgen allochtone vrouwen op jonge leeftijd een gezin en hebben zij meer kinderen dan autochtonen. Hierdoor krijgen zij eerder en langduriger te maken met zorgtaken. Bovendien krijgen allochtone ouderen op jongere leeftijd (vanaf 45 jaar) meer gezondheidsproblemen en maken zij meer gebruik van informele zorg. Dit is vooral het geval bij mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond en in iets mindere mate bij ouderen met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Opvattingen over familiezorg spelen hierbij een belangrijke rol. Daarnaast kan meespelen dat Turkse en Marokkaanse ouderen, vaker dan autochtone ouderen, niet goed op de hoogte zijn over de mogelijkheden van het Nederlandse zorgstelsel en dus minder snel een beroep doen op de thuiszorg. De verwachting is dat de zorglast van de Turkse en Marokkaanse ouderen in de toekomst alleen maar toeneemt. Het totaal aantal allochtone ouderen zal toenemen en ouderen bereiken gemiddeld een hogere leeftijd met mogelijk meer beperkingen (bron: Atlas Volksgezondheid).
2.5 Ouders van een kind met een beperking Ouders die voor hun kind zorgen met een (verstandelijke) beperking zien deze zorg helemaal niet als mantelzorg, maar zij hebben wel te maken met extra zorgtaken. Zij steken 2 veel tijd en energie in de verzorging en de begeleiding van hun kind. Uit onderzoek blijkt dat kinderen met een verstandelijke beperking minder zelfredzaam zijn dan kinderen zonder deze beperking. Zij hebben meer hulp nodig van hun ouders bij het uitvoeren van functionele vaardigheden. Deze extra zorg kost ouders veel tijd, meer dan bij de gebruikelijke zorg voor een kind. Veel ouders ervaren een hoge mate van stress bij het bieden van deze extra zorg (bij 70% van de ouders). Ouders met een kind met een beperking maken zich tevens vaak zorgen over de toekomst van hun kind als zij zelf wegvallen.
2.6 Partners van chronisch zieken Bij chronische ziekten gaat het om ziekten waarbij herstel niet of nauwelijks meer mogelijk is en die de rest van het leven blijven bestaan met naar verwachting toename van klachten. Er zijn veel verschillende chronische ziekten. Enkele voorbeelden zijn: reuma, multiple sclerose, cva of herseninfarct, astma, diabetes en hart- en vaatziekten. Chronische ziekten kunnen lichamelijk zijn, maar ook psychisch. Kenmerkend voor de zorg aan chronische zieken is dat de zorg meestal langdurig is en het een belangrijk deel uitmaakt van het dagelijks leven van de mantelzorger. Vooral partners die de zorg alleen bieden, lopen een groot risico op overbelasting. Een ernstige chronische ziekte heeft immers ook veel invloed op het leven van de partner. De relatie verandert, het sociale leven, de taakverdeling en vaak ook de woon- en financiële situatie.
2
Volman M.J.M., Dijk J.W. van, Braakman J.A.. Zorg voor kinderen met een beperking: gebruikelijke zorg? Capaciteitsgroep Algemene Pedagogiek en Orthopedagogiek, Univeristeit Utrecht.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
13
De volgende aspecten spelen bij chronische ziekten een rol: • Fysieke en geestelijke belasting. De partner neemt door de chronische ziekte meestal het merendeel van huishoudelijke plichten en zorgtaken op zich. Zij helpen vaak als enige de hulpbehoevende, geven doorgaans veel uren hulp per week, hebben vaak meer kosten en derven vaak inkomen. Zorgen voor je partner is ook geestelijk zwaar en er blijft vaak weinig tijd over voor het eigen sociale leven. Soms is het ook fysiek zwaar. Niet iedereen is in staat om de eigen partner te tillen, te wassen, te verschonen of de rolstoel te duwen. • Verborgen emoties en ambivalente gevoelens: voor de partner zijn de gevolgen van de ziekte voor het eigen levensperspectief vaak moeilijk te verwerken. Zij vinden het lastig om aandacht aan zichzelf te geven (of te vragen), omdat de ander (de patiënt) het zwaarder heeft. Ook de omgeving houdt dit vaak in stand door zich te richten op de hulpvrager. • Om hulp vragen is lastig: de meeste mensen vinden het vanzelfsprekend om te zorgen voor hun partner. Ze beginnen vaak met grote betrokkenheid aan hun taak. Als de ziekte langer voortduurt, en dat is altijd het geval bij mensen met een chronische ziekte, lopen ze ongemerkt tegen steeds meer problemen op. Bovendien vinden partners van mensen met een chronische ziekte het lastig om hulp te vragen aan de omgeving, omdat de omgeving de situatie vaak niet begrijpt en omdat de partners zich schamen voor de situatie (voor de ziekte en het feit dat zij niet in staat zijn hun taak te verrichten).
2.7 Mantelzorgers van dementerenden Dementie benoemen we apart. Partners, familieleden en omgeving spelen een zeer belangrijke rol bij de verzorging en begeleiding van mensen met dementie en deze zorg kan zeer intensief zijn. In driekwart van de gevallen hebben mensen met dementie iedere dag, soms zelfs 24 uur per dag, ondersteuning en zorg nodig. Het gaat om ondersteuning bij alle dagelijkse activiteiten, zoals: eten, boodschappen doen, huishouden, aankleden, wassen, et cetera. Het gaat ook om het regelen van financiële zaken, verpleegkundige verzorging en vaak ook om het optreden als oppas als de dementerende niet meer alleen kan blijven. Eigenlijk moet de regie over het leven van mensen met dementie steeds meer overgenomen worden door de omgeving. Bij dementie zijn er veel overeenkomsten met de mantelzorgers van chronische zieken. Wat het extra zwaar maakt, is dat de ziekte op zich en inspanningen van de omgeving niet worden herkend door de zorgvrager en dat de emoties en ervaringen niet gedeeld kunnen worden met de (dementerende) partner. De directe mantelzorger is vaak de partner, die zelf ook vaak met toenemende gezondheidsproblemen wordt geconfronteerd. Zij hebben een verhoogd risico op overbelasting.
2.8 Familie en vrienden van mensen met psychische problemen Ook deze groep kent veel overeenkomsten met mantelzorgers van chronisch zieken. Maar er zijn een aantal specifieke kenmerken die de (mantel)zorg zwaarder kunnen maken: • Onzichtbaarheid: een psychiatrische stoornis is niet altijd zichtbaar voor de buitenwereld. • Schuldgevoelens: mantelzorgers kunnen zich mede verantwoordelijk voelen voor het ontstaan van de stoornis. • Taboe: familieleden vinden het vaak moeilijk om met anderen over de stoornis te praten.
14
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
• •
•
Veranderingen in persoonlijkheid en relaties: als gevolg van de stoornis kan de persoonlijkheid veranderen. Dit heeft zijn weerslag op de relatie. Juridische bescherming van de patiënt: behandeling en opname zijn in principe alleen mogelijk wanneer de patiënt hiermee instemt. Echter, niet alle patiënten hebben ziektebesef en/of inzicht in de ziekte. De privacywetgeving belemmert mantelzorgers in het verkrijgen van relevante informatie. Onvoorspelbaarheid van de stoornis en fluctuatie in de zorg: de situatie van de patiënt kan plotseling verslechteren, waardoor onmiddellijke actie vereist is. Vanwege de onvoorspelbaarheid van de stoornis blijft in ‘goede periodes’ de angst voor terugval bestaan.
2.9 Mantelzorgers van terminale patiënten Mantelzorgers van terminale patiënten hebben ook een verhoogd risico op overbelasting. Zij bieden, naast andere vormen van ondersteuning, vaak persoonlijke zorg in combinatie 3 met psychosociale begeleiding . Deze zorg is zeer intensief en complex door: • Emotionele betrokkenheid: vaak is de patiënt een levenspartner of vader of moeder van de mantelzorger. Het dreigende en onafwendbare verlies is een zware belasting. Naast de belasting van de zorg, krijgt de mantelzorger ook te maken met eigen angst en onzekerheid. • Verwerken van ingrijpende gebeurtenissen: gedurende het verloop van het ziekteproces is er vaak sprake van een opeenvolgende reeks ingrijpende gebeurtenissen. Door een slepend ziekteproces, met veel wisselingen in het beloop van de ziekte, krijgt de mantelzorger vaak nauwelijks de tijd om deze gebeurtenissen te verwerken. • Psychische en lichamelijke veranderingen: psychische veranderingen bij de patiënt en het zien van lichamelijke achteruitgang vergroten de belasting van de mantelzorger. • Rouwverwerking. De mantelzorger krijgt na het overlijden van de patiënt te maken met het verwerken van het verlies. Daarnaast vallen de zorgtaken plotseling weg. De exmantelzorger moet dit een plek geven en zijn of haar leven een nieuwe invulling geven.
2.10 Gevolgen vergrijzing Het aantal ouderen in Nederland zal de komende jaren sterk toenemen. In 2030 zullen ongeveer 4 miljoen Nederlanders ouder dan 65 jaar zijn. Dat is bijna een kwart van de bevolking. Er komen niet alleen meer ouderen, maar mensen worden ook steeds ouder. Hierdoor stijgt ook het aantal mensen met aan ouderdom gerelateerde ziekten, zoals lichamelijke functiebeperkingen, chronische ziekten en dementie. Door de vergrijzing zal de de vraag naar mantelzorgers toenemen. Vooral als het gaat om de verzorging en hulp aan mensen met chronische aandoeningen, dementie en de zorg voor terminale patiënten. De laatste tijd wordt steeds vaker zichtbaar dat, door veranderingen in de zorgorganisaties, het mantelzorger zijn niet ophoudt als de zorgbehoevende is opgenomen in een intramurale instelling of kleinschalig woonproject. Daarnaast neemt het aantal alleenstaanden toe. Een deel van deze alleenstaanden kan geen of onvoldoende beroep doen op naasten en omgeving en zal daardoor vaker c.q. meer beroep doen op de professionele zorg. 3
Punten zijn gebaseerd op de volgende literatuur: Osse B.H.P. Mantelzorgers bij palliatieve zorg, Bijblijven, 22 (2006), p. 25-30 en Proot I. Zorgbehoeften en zorgproblemen: het perspectief van terminale patiënten en hun naasten, Huisarts en Wetenschap, 48 (2005), p. 494-498. Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
15
2.11 Mantelzorgers met verhoogd risico op overbelasting Een aantal mantelzorgers heeft een verhoogd risico op overbelasting. Dat zijn: • Centrale mantelzorgers (partners, ouders, kinderen), die zonder hulp van anderen voor een hulpbehoevende zorgen. • 75-plussers die voor hun partner zorgen. • Ouders en partners van mensen met een psychiatrische aandoening. • Werkende mantelzorgers, die daarnaast de zorg hebben voor een partner of kind met een chronische ziekte of handicap. • Allochtone mantelzorgers. • Jonge mantelzorgers.
2.12 Samenvatting Voor iemand zorgen kan een zware belasting zijn. Vooral als de zorg intensief is, een langere periode duurt en als het om (naaste) familie gaat, zoals (schoon)ouders, partner of kind. De hoeveelheid mantelzorg die dan nodig is, neemt in de loop van de tijd ongemerkt toe en daarmee ook de kans op (ernstige) overbelasting. Ook is het zorgen voor iemand met gedragsproblemen en iemand die verschillende soorten hulp nodig heeft (huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding) zeer belastend. Andere factoren die de ervaren belasting kunnen verhogen zijn: het gevoel er alleen voor te staan, het gevoel dat er geen alternatief is en geen hulp willen of durven vragen. Mantelzorgers vormen geen homogene groep. De knelpunten die zij ervaren, hangen sterk samen met hun persoonlijke situatie (bijvoorbeeld: financiën, woonsituatie, het wel of niet hebben van een gezin of een betaalde baan) en het ziektebeeld van degene voor wie zij zorgen. Mantelzorgers van terminale patiënten hebben andere problemen en vragen dan een ouder van een gehandicapt kind. Door de vergrijzing zal in de toekomst waarschijnlijk vooral de verzorging en hulp aan mensen met chronische aandoeningen, dementerenden en terminale patiënten toenemen. De mantelzorg stopt niet na opname van de zorgbehoevende in een zorginstelling of kleinschalig woonproject. Het aantal alleenstaanden dat een beroep doet op professionele zorg, zal naar verwachting toenemen.
16
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
3. Mantelzorgondersteuning
Zoals in het vorige hoofdstuk duidelijk werd, kan zorgen voor een ander een zware belasting zijn. Soms zo zwaar, dat gezondheid en welzijn van de mantelzorger in de knel dreigen te raken. Mantelzorg kan op den duur leiden tot zowel psychische als fysieke belasting van de mantelzorger. Om dit te voorkomen, is ondersteuning van de mantelzorger belangrijk. In dit hoofdstuk wordt omschreven wat mantelzorgondersteuning is, welke vormen van ondersteuning geboden kunnen worden en wat de rol van de gemeente hierbij is.
3.1 Beschrijving mantelzorgondersteuning Mantelzorgondersteuning is een verzamelnaam voor diverse voorzieningen, die als doel hebben om de draagkracht van degene die hulp of zorg biedt te vergroten of de draaglast te verkleinen. Bij mantelzorgondersteuning wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte ondersteuning. Directe ondersteuning bestaat uit producten of diensten die ondersteuning bieden aan de mantelzorger zelf, zoals: gesprekken met andere mantelzorgers (lotgenoten), een tijdelijke overname van de zorg of een financiële tegemoetkoming. Indirecte ondersteuning is ondersteuning voor de hulpvrager zelf. Ook deze ondersteuning leidt tot verlichting van de taken van de mantelzorger. Voorbeelden zijn: hulp bij het huishouden, iemand die kleine klusjes doet of helpt bij de administratie, een tillift, maaltijdvoorziening, alarmering, et cetera. Ook duidelijke informatie over het aanbod in een gemeente en een eenvoudige aanvraagprocedure voor een voorziening leveren een mantelzorger veel tijdswinst.
3.2 Landelijke prioriteiten en gemeentelijke keuze Om mantelzorgers in staat te stellen hun bijdrage te blijven leveren en overbelasting te voorkomen, is ondersteuning van mantelzorgers noodzakelijk. In een beleidsbrief van 9 oktober 2007 van het ministerie van VWS zijn speerpunten geformuleerd om de versterking van de positie van mantelzorgers te realiseren. Bij mantelzorgers zijn de speerpunten: • Versterking van de lokale ondersteuning, onder andere door het formuleren van acht basisfuncties, het bevorderen van regionale afstemming en samenwerking en het bieden van continuïteit van de mantelzorgondersteuning op lokaal en regionaal niveau. • Creëren van meer mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. • Verminderen van het aantal zwaarbelaste mantelzorgers, zoals het bieden van voldoende respijtzorg en het ondersteunen van specifieke groepen (bijvoorbeeld jonge mantelzorgers of allochtone mantelzorgers). Voor gemeentelijk beleid zijn de volgende vier randvoorwaarden hiervan afgeleid en opgenomen in de kadernota: • Het aanbod mantelzorgondersteuning is toegankelijk, bereikbaar en aanspreekbaar. • De mantelzorger herkent zich en is in beeld. • Een optimale samenwerking van instellingen op het gebied van mantelzorg. • Een goede regiefunctie van de gemeente. Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
17
De voor Nunspeet gekozen speerpunten worden in hoofdstuk 6 uitgewerkt.
3.3 Basisfuncties mantelzorgondersteuning De geformuleerde basisfuncties zijn: 1. Informatie Hierbij gaat het om diverse soorten informatie, zoals: • Hoe je zorgtaken kunt inpassen in je leven. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van arbeid, zorg voor je gezin, je sociale contacten en belangenbehartiging. • Informatie over ziekten, beperkingen en patiëntenverenigingen. • Het aanbod van hulp, ondersteuning en zorg (voorzieningen en aanbieders). • Regelingen voor zorgvragers en/of mantelzorgers. 2. Advies en begeleiding Een groot aantal mantelzorgers heeft behoefte aan meer dan alleen informatie. Vervolgens is het van belang om te ondersteunen en te begeleiden bij het vinden van de weg in het grote aantal mogelijkheden, het zetten van stappen naar instanties en het maken van keuzes. 3. Emotionele steun Veel mantelzorgers zijn gebaat bij een luisterend oor en het uitwisselen van ervaringen, bijvoorbeeld met lotgenoten. Dit kan door individuele gesprekken en het organiseren van bijeenkomsten, maar ook op meer anonieme wijze, zoals steun en advies via een chatsite, bijvoorbeeld Hyves. 4. Educatie Mantelzorgers kunnen gebaat zijn bij voorlichting, cursussen en training. De educatie kan zich richten op zorg en ziekte, maar ook op de mantelzorger zelf. 5. Praktische hulp Mantelzorgers kunnen uitsluitend of in combinatie met andere functies behoefte hebben aan diverse vormen van praktische hulp. Deze praktische hulp is vaak gericht op de zorgbehoevende, maar het is beter voor het hele systeem (naaste, familie en huishouden) om in de specifieke situatie in kaart te brengen welke vormen van praktische ondersteuning ook verlichting van de mantelzorgtaak kunnen geven. Vormen van praktische hulp zijn onder meer: huishoudelijke hulp, welzijns- en gemaksdiensten, klussendienst, maaltijdservice, vrijwillige hulp, administratieve hulp en extra (kinder)opvang. 6. Respijtzorg Respijtzorg is een verzamelbegrip voor voorzieningen die de mantelzorger tijdelijk en/of volledig overnemen, zodat de mantelzorger de zorg voor dat moment uit handen kan geven om eigen activiteiten te ontplooien (werk, opleiding of ontspanning). Grofweg zijn er twee vormen van respijtzorg: Respijtzorg aan huis: • Vrijwillig, zoals: oppas, bezoekservice, vrijwillige thuishulp of vervangende mantelzorg. • Professioneel, zoals: oppas, ondersteunende begeleiding of thuisondersteuning.
18
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Respijtzorg buitenshuis: • Dagvoorzieningen, zoals: dagopvang of -behandeling, nachtopvang, zorgboerderij of ontmoetingscentrum. • Meerdaagse voorzieningen, zoals: logeerhuis, gastgezin, intervalzorg, kortdurende opname, zorghotel of zorgboerderij. • Aangepaste vakanties of samen op vakantie. • Activiteiten ter ontspanning voor de mantelzorger (bijvoorbeeld meerdaagse respijtarrangementen). 7. Materiële hulp Naast praktische en/of financiële steun kunnen mantelzorgers materiële hulp gebruiken, ook hier weer sterk afhankelijk van de situatie en behoeften. Vaak is deze materiële hulp primair gericht op een zorgbehoevende (individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning). Het is dan ook van groot belang om bij de indicatie en toewijzing expliciet het belang van de mantelzorger(s) te betrekken, bijvoorbeeld het aanpassen van de woning zodat verblijf van de mantelzorger mogelijk is, een parkeerpas of aangepast vervoer. 8. Financiële tegemoetkoming Mantelzorgers die vanwege het zorgen in financiële problemen raken, hebben behoefte aan tegemoetkoming in de kosten. Financiële tegemoetkoming is mogelijk via: • Fiscale compensatie (buitengewone uitgaven) • Bijzondere bijstand • Tegemoetkoming Onderhoudskosten Thuiswonende Gehandicapte kinderen
3.4 Wie biedt ondersteuning? Mantelzorgondersteuning kent een infrastructuur van Steunpunten Mantelzorg, Informatiepunten Mantelzorg en organisaties voor vrijwilligerszorg. De steunpunten, die zowel lokaal als regionaal werken, bieden afhankelijk van hun grootte op zes van de acht basisfuncties hun diensten. Geen materiële en financiële hulp, maar altijd informatie en advies. Verder organiseren ze allerlei activiteiten, waaronder de Dag van de mantelzorger, het uitgeven van een Mantelzorgkrant, het onderhouden van een website en het organiseren van lotgenotencontact. Informatiepunten verlenen informatie en advies en ze verwijzen, indien gewenst, cliënten door naar aanbieders van informele zorg en/of een regionaal steunpunt. Vrijwilligersorganisaties zetten vrijwilligers in bij chronisch zieken en gehandicapten. Deze activiteiten werden tot 1 januari 2007 voor een deel gefinancierd vanuit de CVTM-regeling, onderdeel van de Regeling AWBZ-subsidies. Sinds 1 januari 2007 valt de ondersteuning van de informele zorg (mantelzorg en vrijwilligerszorg) onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De CVTM-gelden zijn onderdeel van het Wmo-budget. Vrijwilligersorganisaties en kerken spelen een belangrijke rol bij mantelzorgondersteuning. Zonder deze (zorg)vrijwilligers zou een groot deel van de mantelzorg niet uitvoerbaar zijn. Zij bieden sociaal-emotionele ondersteuning aan mantelzorgers, zoals het verrichten van huisbezoeken of het faciliteren van lotgenotencontact. Ook bieden de vrijwilligers praktische ondersteuning en respijtzorg. Denk aan het begeleiden van langere en kortere uitstapjes, kleine klusjes in huis, begeleiding bij vervoer of oppasdiensten.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
19
Naast de hiervoor genoemde instellingen, bieden diverse organisaties direct of indirecte ondersteuning, bijvoorbeeld door respijtzorg te bieden of een luisterend oor of door gericht advies te verlenen over de zorgtaken. Voorbeelden daarvan zijn: MEE, GGZ-instellingen, thuiszorg, Stichting Welzijn Ouderen of maatschappelijk werk.
3.5 Bekendheid van het aanbod Eén van de knelpunten die vaak door mantelzorgers en aanbieders van mantelzorgondersteuning wordt genoemd, is dat mantelzorgers vaak niet op de hoogte zijn van het ondersteuningsaanbod. Mantelzorgers geven aan dat er veel tijd en energie verloren gaat met het verkrijgen van de benodigde informatie of het vinden van de juiste instelling. Het aanvragen van hulp wordt regelmatig als ingewikkeld en bureaucratisch ervaren. Ook het SCP onderzocht dit knelpunt. Uit het onderzoek blijkt dat de overgrote meerderheid van de mantelzorgers op de hoogte is van één of meer ondersteunende voorzieningen. Het meest bekend zijn de al langer bestaande vormen: de dagopvang en de activiteitencentra waar hulpbehoevenden één of meer dagdelen per week naar toe kunnen gaan (60%). Zorgboerderijen, als een vorm van dagopvang afgestemd op doelgroepen, groeien in populariteit. Het minst bekend zijn de nieuwste vormen van ondersteuning: ontspanningsdagen en websites. Een ander resultaat van het onderzoek was dat bewoners van niet-stedelijke gebieden gemiddeld minder op de hoogte zijn van de voorzieningen van mantelzorgondersteuning dan bewoners van stedelijke gebieden. Het informeren van burgers over beschikbare vormen van (mantelzorg)ondersteuning verdient in de kleine gemeenten dan ook extra aandacht. Het onderzoek geeft ook aan dat in de steden meestal een uitgebreider aanbod mantelzorgondersteuning bestaat dan in niet-stedelijke gebieden. Voorbeelden zijn: lotgenotencontact, respijtzorg buitenshuis en nazorg voor ex-mantelzorgers.
3.6 Ondersteuningsbehoefte en gebruik Mantelzorgers verschillen in de behoefte aan ondersteuning bij specifieke taken, maar ook in de omvang van de behoefte aan ondersteuning. Uit het onderzoek van het SCP blijkt dat één op de tien helpers veel behoefte heeft aan informatie en advies. Zij hebben vooral behoefte aan ondersteuning bij het verwerven van mantelzorgvaardigheden, zoals groepstraining of een gesprek met iemand van de telefonische hulpdienst. 11% heeft behoefte aan veel respijt, zoals logeeropvang, die de mantelzorger enige tijd ‘vrij af’ geeft. Ruim de helft van alle mantelzorgers geeft aan geen enkele behoefte te hebben aan respijt of aan informatie en advies (1). Aan de andere kant is er een groep mantelzorgers die wel behoefte heeft aan ondersteuning, maar deze niet ontvangt. Zo blijkt uit het onderzoek van SCP dat 12% van de mantelzorgers behoefte heeft aan administratieve ondersteuning, maar deze ondersteuning niet krijgt. De onvervulde behoefte aan informatiebijeenkomsten of lezingen over specifieke aandoeningen ligt ook hoog, net als die aan internetinformatie (9%). Eén op de tien heeft behoefte aan een oppas of opvang (respijtzorg), maar maakt daar geen gebruik van. Soms belemmert de zorgvrager deze vorm van ondersteuning, omdat deze geen hulp van anderen wil of de mantelzorger vindt het moeilijk om de zorg uit handen te geven.
20
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
De voornaamste redenen voor niet-gebruik zijn in het algemeen dat men niet meer ondersteuning nodig heeft en de onbekendheid met vormen van ondersteuning. Andere helpers zien knelpunten in de toegang (zij denken niet in aanmerking te komen) of verwachten geen baat te hebben bij het gebruik van ondersteuning (voorziening sloot niet aan op de behoefte of men wilde geen vreemden in huis).
3.7 Samenvatting Mantelzorgondersteuning is een voorziening die het werk van de mantelzorger kan verlichten. Landelijk zijn er acht basisfuncties voor gemeenten geformuleerd. Zij vormen samen een compleet pakket dat overbelasting van mantelzorgers kan tegengaan. Mantelzorgers verschillen in de behoefte aan ondersteuning bij specifieke taken, maar ook in de omvang van de behoefte aan ondersteuning. Een deel heeft behoefte aan informatie en ondersteuning, maar maakt hier geen gebruik van. De voornaamste redenen zijn dat men de ondersteuning niet meer nodig had en de onbekendheid met de vormen van ondersteuning. Voor respijtzorg zijn punten als: de zorg overdragen of vreemden in het huis belangrijke belemmeringen. De regierol van en de wijze waarop de gemeente deze rol oppakt, speelt een belangrijke rol bij de invulling van het lokale beleid. De eerste drie hoofdstukken gaven een algemeen beeld van mantelzorgers en manieren om mantelzorgers te ondersteunen. In de volgende twee hoofdstukken komt de specifieke situatie in Nunspeet aan de orde. Eerst wordt een overzicht gegeven van de demografische gegevens en daarna volgt het ondersteuningsaanbod.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
21
22
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
4. Mantelzorg in Nunspeet
Ook in Nunspeet en haar kernen ontvangen veel kwetsbare burgers dagelijks ondersteuning van familie, buren, vrienden en andere naasten: de mantelzorgers. Om een beeld te krijgen van het aantal mensen met een zorgvraag, zijn in dit hoofdstuk enkele demografische gegevens van de gemeente weergegeven.
4.1 Leeftijdsopbouw Nederland Aantal
Gelderland aantal
%
Nunspeet Aantal
%
%
Leeftijd Totaal leeftijden
16.485.787 100,0%
0-18 jaar 19-64 65+
1.991.062
100,0%
26.714 100,0%
3.734.149
22,7%
464.736
23,3%
7.025
26,3%
10.279.823
62,3%
1.221.780
61,4%
15.448
57,8%
2.471.815
15%
304.546
15.3%
4.241
15.9%
4.1 Leeftijdsopbouw
4.2 Mantelzorgers in Nunspeet Binnen de gemeente is geen specifiek onderzoek gedaan naar het aantal mantelzorgers. Als we uit gaan van landelijke cijfers (circa 13% van de bevolking van 18 jaar en ouder), dan zijn er in Nunspeet ongeveer 2.560 mantelzorgers. Ruim 18% (465) van deze mantelzorgers staat geregistreerd bij het Lokale Mantelzorgsteunpunt. Van de mantelzorgers in Nunspeet zijn naar schatting 1.152 mantelzorgers in enige mate belast of overbelast (onderzoek SCP). Bij ongeveer 435 mantelzorgers (17%) kan sprake zijn van ernstige of overbelasting. Als we uitgaan van de 0-meeting Informele Zorg Noord-Veluwe, dan zorgt 79% van de ondervraagde mantelzorgers langer dan 2 jaar voor hun naaste; 22 % zorgt minder dan 7 uur per week. Van de mantelzorgers uit de regio voelt slechts 20% zich nooit belast! Als rekening wordt gehouden met de 0-meeting, dan kan het aantal mantelzorgers dat zich overbelast voelt hoger uitkomen. Zoals uit bovenstaand schema blijkt, is het aandeel jongeren in Nunspeet (0-18 jaar) 26,3% van de totale bevolking ofwel: 7.025. Dat is hoger dan zowel het landelijk gemiddelde als het gemiddelde van het aandeel jongeren in Gelderland. Mezzo gaat er van uit dat één op de tien jongeren enige vorm van mantelzorgondersteuning biedt. Voor de gemeente Nunspeet kan het dan gaan om ongeveer 703 jonge mantelzorgers. Zoals in hoofdstuk 3 staat beschreven, is een deel van de mantelzorgondersteuning bestemd voor de zorgvrager. De vraag naar hulp en ondersteuning, zoals: praktische diensten, thuiszorg en dagopvang, wordt dan ook sterk bepaald door het aantal zorgvragers in een gemeente.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
23
In de volgende paragrafen staan daarom verschillende ziektebeelden, de rol van de mantelzorger en de aantallen in Nunspeet kort vermeld. Hierbij wordt opgemerkt dat de aantallen zorgvragers niet simpelweg kunnen worden opgeteld, aangezien er mogelijk overlap bestaat tussen de verschillende groepen.
4.3 Mensen met verstandelijke beperkingen De mensen met een matige of (zeer) ernstige beperking en de mensen die niet alleen een verstandelijke beperking hebben, maar daarnaast ook gedragsproblemen, vormen samen een groep van zo’n 60.000 mensen in Nederland. Van hen woont 20% bij familie, 12% zelfstandig en 16% beschermd. Slechts iets meer dan de helft (53%) woont in een 4 instelling . Demografische ontwikkelingen wijzen niet op een toename van het aantal mensen met een verstandelijke beperking. Wel is de verwachting dat deze groep sterk zal vergrijzen. De prognose is dat in 2020 bijna een derde van de groep mensen met een verstandelijke beperking ouder is dan 45 jaar. Verder zullen mensen met een verstandelijke beperking in de toekomst vaker kleinschaliger en in de wijk gaan wonen en vaker kiezen voor diverse diensten aan huis. Dit zal een grotere betrokkenheid vragen van de familie. Verstandelijke beperking totaal percentage Nunspeet Gelderland
Ernstige handicap percentage 0,6 0,6
0,3 0,3
4.2 Percentages mensen met verstandelijke beperking
4.4 Chronisch zieken en dementerenden Mantelzorg is een belangrijke vorm van zorg voor mensen met een chronische aandoening. 5 Bijna 30% van de chronisch zieken rapporteert thuis zorg te ontvangen . Een aanzienlijk deel hiervan, tweederde, maakt gebruik van mantelzorg. Het aantal chronisch zieken zal, onder andere door de vergrijzing, de komende jaren toenemen. Daarnaast zullen mensen met een chronische of andere beperking langer thuis blijven wonen. Dementie is een verzamelnaam voor verschillende hersenaandoeningen, die veelal bij oudere mensen voorkomen. Nederland telt ongeveer 250.000 mensen met dementie. Circa 12.000 mensen met dementie zijn jonger dan 60 jaar. Van mensen van 65 jaar en ouder heeft ongeveer 7% dementie. Boven de 80 jaar is dit meer dan 20%. Door de toenemende vergrijzing zullen steeds meer mensen dementie hebben. Het merendeel (65%) van de mensen met dementie woont thuis, al dan niet ondersteund door familie, vrijwilligers of professionele hulp. Vooral partners en familieleden spelen een belangrijke rol bij de zorg voor mensen met dementie. Het is niet bekend hoeveel mantelzorgers zorgen voor mensen met dementie. Wel is bekend dat 60% van de hulp aan mensen met dementie wordt verleend door familieleden, vooral gezinsleden. In driekwart van de gevallen hebben dementiepatiënten iedere dag, soms zelfs vierentwintig uur per dag, zorg nodig.
4 5
Sociaal Cultureel Planbureau, 2005. Chronisch zieken (factsheet PPCZ, Nivel, oktober 2004).
24
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Toch wordt opname in veel gevallen zo lang mogelijk uitgesteld. Wel bezoeken veel mensen 6 met dementie een vorm van dagopvang .
Gemeente
Percentage dementie
Nunspeet Gelderland
1,2 1,1
Percentage chronische aandoening (ernstige beperking) 3% 3%
Percentage lichamelijke beperking 3,8 3,6
4.3 Mensen met een aandoening of beperking (in percentage van de bevolking)
Vanaf 1 januari 2009 kunnen mensen met beginnende dementie en hun mantelzorgers geen beroep meer doen op ondersteunende begeleiding vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het gemis aan deze vorm van ondersteuning baart Alzheimer Nederland veel zorgen, omdat een groot deel van de problemen, waar mantelzorgers mee kampen, voorkomen in het begin van de ziekte. Omdat het aantal ouderen zal stijgen, is de verwachting dat het aantal mensen met deze, vaak aan ouderdom gerelateerde ziekte, tevens zal toenemen. In 2025 heeft naar schatting van de bevolking in Nunspeet een chronische aandoening, die zorgt voor een ernstige beperking.
4.5 Mensen met een psychiatrische aandoening Als gevolg van de vermaatschappelijking van de zorg doen mensen met een psychiatrische beperking een steeds groter beroep op hun sociale netwerk. Familieleden, partner, vrienden en andere betrokken nemen een aanzienlijk deel van de ondersteuning en begeleiding op 7 zich, zodat veel mensen met een psychische beperking zelfstandig kunnen (blijven) wonen . Exacte cijfers over aantallen mantelzorgers binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) ontbreken. Op basis van onderzoeken wordt geschat dat ten minste de helft van de psychiatrische patiënten hulp van mantelzorgers ontvangt. Meestal woont de mantelzorger niet bij de hulpvrager in huis. De verwachting is dat het percentage met een GGZdiagnostiek licht zal stijgen in de toekomst. In onderstaande tabel staan percentages voor mensen met GGZ-problematiek voor Nunspeet ten opzichte van Gelderland weergegeven (vastgesteld door huisarts, percentage GGZ-patiënt en deel dat intramuraal woont).
Nunspeet Gelderland
Percentage GGZdiagnose 12,5 12,8
Percentage GGZpatiënt 3,3 3,4
Percentage intramuraal 0,5 0,5
4.4 Percentages mensen met GGZ-problematiek in de regio
6 7
Mercken (2005) Factsheet mantelzorg en dementie. Utrecht: EIZ/NIZW zorg. Lier van W (2005) Factsheet Mantelzorg in de geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: EIZ/NIZW zorg.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
25
4.6. Thuis sterven en terminale zorg Meer dan driekwart van de Nederlanders geeft aan het liefst thuis te willen sterven als de tijd daar is. In huis voelt men zich vertrouwd en zijn de drempels het laagst om het contact met familie en vrienden zo lang als mogelijk in stand te houden. Voor dertig procent van de Nederlanders wordt deze wens realiteit. Als het thuis sterven niet mogelijk is, wordt gezocht naar mogelijkheden die de thuissituatie zo goed mogelijk kan vervangen. Terminale of palliatieve zorg kan geboden worden in verpleeg- of verzorgingshuizen, bijna thuishuizen of hospice. In Nunspeet is het mogelijk om in de thuissituatie ondersteuning te krijgen van vrijwilligers (Terminale Vrijwillige Thuiszorg). Daarnaast heeft een aantal zorginstellingen bedden voor terminale patiënten beschikbaar en zijn er plannen voor het opzetten van een hospice (zie ook paragraaf 5.3 onder respijtzorg). De ondersteuning van mantelzorgers speelt daarbij een belangrijke rol.
4.7 Samenvatting In Nunspeet zorgen naar schatting 2.560 mantelzorgers voor hun naasten. Een deel hiervan (1.152 mantelzorgers gerekend naar de landelijk gehanteerde normen) zorgt langdurig en intensief voor hun naaste, van deze groep zijn waarschijnlijk 435 mantelzorgers in Nunspeet (ernstig) overbelast (uitgaande van het onderzoek van SCP). Gaan we uit van de 0-meeting, die is uitgevoerd op de Noord-Veluwe in het kader van Informele Zorg Noord-Veluwe, dan blijkt dat 79% van de mantelzorgers langer dan 2 jaar ondersteuning geeft aan een naaste. Dat kan een verklaring zijn voor het gegeven dat slechts 20% van de ondervraagde mantelzorgers aangeeft geen last te voelen. Dat kan ook betekenen dat het aantal overbelaste mantelzorgers hoger kan zijn dan berekend naar landelijke trends. Naar verwachting zal door de vergrijzing het aantal mensen met, vaak aan ouderdom gerelateerde, ziekten toenemen. Ook mensen met een verstandelijke of psychische beperking blijven langer thuis of in een woonvorm wonen. De druk op mantelzorgers en zorgvrijwilligers zal de komende jaren toenemen.
26
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
5. Mantelzorgondersteuning in Nunspeet
Dit hoofdstuk beschrijft de infrastructuur voor mantelzorgondersteuning binnen de gemeente Nunspeet. Het gaat hierbij zowel om de ondersteuning die het Steunpunt Mantelzorg biedt, als om de totale invulling van de acht basisfuncties, zoals deze beschreven zijn in hoofdstuk 3.
5.1 Lokaal versus regionaal Steunpunt Mantelzorg Bijna zes jaar geleden heeft zorgkantoor Het Venster opdracht gegeven voor het opzetten van een lokaal Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast zal de gemeente Nunspeet tot 2010 gebruik maken van de diensten van het Regionaal Steunpunt Mantelzorg Noord-Veluwe. Dit steunpunt, gevestigd in ’t Harde, werkt voor de regio Noord-Veluwe en is onderdeel van Icare, een grote regionale zorgaanbieder. Het regionale steunpunt wordt tot 2010 door de zes regiogemeenten gefinancierd. Voor vier gemeenten in de regio voert dit steunpunt ook lokale taken uit. Nunspeet en Elburg beschikken over een lokaal steunpunt. Het regionale steunpunt houdt per 2010 op te bestaan. Het regionale steunpunt zal haar regionale taken overdragen aan het Regionaal Platform Informele Zorg (RPIZ). Voor de begeleiding van dit traject is een adviesgroep ingesteld. In de toekomst zal de aandacht vooral gericht zijn op de lokale situatie(s) (wat lokaal kan, moet ook lokaal gebeuren) en de vraag: Wat is nodig en mogelijk voor regionale afstemming? De ingestelde adviesgroep komt op korte termijn met voorstellen. In de regio Noord-Veluwe werken de zes gemeenten intensief samen op het brede welzijnsterrein: Regionale werkgroep Informele Zorg. Hierbij overleggen de beleidsambtenaren van de gemeenten met elkaar. Zij doen dat vanuit een gedeelde sociale agenda, die zij samen met maatschappelijke organisaties hebben vastgesteld. Informele zorg is één van de drie vraagstukken (naast werk en jeugd), waar zij zich de komende tijd op gaan inzetten. Voor het vraagstuk informele zorg is het RPIZ ingesteld. In het platform hebben afgevaardigden van alle betrokken lokale organisaties zitting. De beleidsambtenaren van de Regionale werkgroep Informele Zorg en het RPIZ stemmen regelmatig met elkaar af. Op de agenda van het RPIZ staan twee projecten die de komende tijd worden uitgevoerd: ‘Structuur aan bod’ en ‘De mantelzorger bekend(t)’. Lokaal bestaat al enkele jaren de klankbordgroep van het Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast was er in Nunspeet tot voor kort het Platform Vrijwilligerswerk. In 2009 is in een visiedocument van het RPIZ vastgelegd dat het Platform Vrijwilligerswerk wordt omgezet naar: Lokaal Platform Informele Zorg. In dit (lokale) platform hebben een aantal partijen zitting, zoals: SWON, het Venster, Zonnebloem, Algemene Hulpdienst, Rode Kruis, et cetera. Vanuit dit platform zijn afspraken vastgelegd voor afvaardiging naar andere lokale overlegorganen, zoals: het vrijwilligerskamer, het gehandicaptenraad, de ouderenkamer van de Wmo-raad en de klankbordgroep van het lokale Steunpunt Mantelzorg. De gemeente Nunspeet heeft in 2008 met een bedrag van € 111.433,- bijgedragen aan de ondersteuning van mantelzorgers. Daarvan is € 8.038,- overgemaakt aan het Regionale Steunpunt van Icare.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
27
Van het resterende bedrag van € 103.395,- (waaronder eenmalig € 32.600,- voor de uitvoering van het mantelzorgcompliment) is € 100.450,- overgemaakt aan Het Venster (bedoeld voor lokaal steunpunt mantelzorg, bezoekdienst, oppas chronisch zieken en hulpdienst), € 1.545,- naar De Zonnebloem voor de activiteit Bezoekdienst en € 1.400,naar de Algemene Hulpdienst Nunspeet. Regionale activiteiten zijn: • Mantelzorgkrant en websites • Dag van de Mantelzorg (aandacht regionaal) • Fundagen voor jonge mantelzorgers • Gastlessen op school • Mantelzorgsalon met inhoudelijke thema’s • Actieve deelname aan regionale, provinciale en landelijke platforms: Platform Informele Zorg, Gelders Overleg Informele Zorg en Mezzo • Kwaliteitsbewaking • Folders en brochures Lokale activiteiten zijn: • Werkzaamheden vanuit het lokale steunpunt • Ondersteuning van individuele mantelzorgers, zoals: informatie, advies, begeleiding en overnemen van regeltaken (mantelzorgconsulent), waaronder ondersteuning van mantelzorgers vanaf acht jaar • Groepsondersteuning door themabijeenkomsten en/of lotgenotenbijeenkomsten • Actuele informatieverstrekking • Emotionele ondersteuning (individueel en in groepsverband) • Verwijzing en bemiddeling van mantelzorgers en instellingen • Voorlichting over mantelzorg • Signaleren van knelpunten • Innovatie • Initiëren van samenwerking tussen vrijwilligers en professionele organisaties • Deskundige registratie • Deelname aan lokaal Platform Informele Zorg • Spreekuren • Lokale invulling ‘Dag van de Mantelzorg’ • Uitvoering mantelzorgcompliment • Deelname aan lokale netwerken • Organiseren van respijtzorg (zoals zorgovername thuiszorg)
5.2 Steunpunt Mantelzorg lokaal Het Steunpunt Mantelzorg is in Nunspeet ondergebracht bij de Stichting Protestants Christelijk Ouderenwerk Het Venster, werknaam: Stichting Het Venster. Mantelzorgers kunnen bij het steunpunt terecht voor informatie, advies, ondersteuning en begeleiding. De hulp die het steunpunt biedt, kan bestaan uit: praktische ondersteuning, informatie over en hulp bij het zoeken naar regelingen en invullen van formulieren en psychosociale ondersteuning. Het steunpunt organiseert informatie- c.q. themabijeenkomsten en biedt daarbij ruimte voor uitwisseling door middel van lotgenotencontact. (H)erkenning van de mantelzorger speelt daarbij een belangrijke rol. Voor persoonlijke toelichting en ondersteuning kunnen mantelzorgers een beroep doen op een mantelzorgconsulent.
28
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Het steunpunt werkt bij de uitvoering intensief samen met maatschappelijk werkers van de Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe. Eind 2007 heeft het steunpunt de gemeente Nunspeet verzocht of zij het zogenaamde mantelzorgcompliment project mocht uitvoeren 8 voor de periode 2008-2009 . De gemeente heeft daarin toegestemd. Voor een deel van de (oudere) mantelzorgers is samenwerking gezocht met het SWON. Van de naar verwachting 2.561 mantelzorgers in Nunspeet staat ruim 18% (465) van de mantelzorgers geregistreerd bij het lokale steunpunt. Dat aantal kan op het eerste oog niet hoog lijken. Landelijk wordt dit percentage als hoog ervaren. Kijkend naar de groep mantelzorgers die naar verwachting overbelast zal zijn door het geven van langdurig en intensieve zorg, dan gaat het in Nunspeet om ongeveer 435 mantelzorgers, gerekend naar de landelijke normen (zie ook 4.2). Vanuit de Wmo-raad, de commissie, de gemeenteraad en de begeleidingsgroep zijn in reactie op de kadernota ‘Mantelzorgbeleid’ signalen gekomen dat, ten aanzien van beeldvorming en de huidige locatie in het gebouw van Het Venster, er twijfel bestaat over de laagdrempeligheid van het steunpunt. Daarbij moet worden gedacht aan de signatuur (niet iedereen heeft een kerkelijke achtergrond), nu vooral gericht op ouderen en de plek (apart gebouw in plaats van een multifunctioneel gebouw). Alle partijen merken nadrukkelijk op dat voor de uitvoering van haar werk en de kwaliteit die zij levert, het steunpunt alle lof verdient. Uitgangspunt moet echter zijn dat het steunpunt vanuit een algemeen karakter toegankelijk, bereikbaar en aanspreekbaar is voor alle leeftijden, onafhankelijk van de achtergrond van mantelzorgers, wel of niet kerkelijk en autochtoon of allochtoon. Zij moet haar diensten uitvoeren op een centrale plek binnen de gemeente, bij voorkeur met spreekuren in de kernen Elspeet, Vierhouten en Hulshorst. Het Steunpunt Mantelzorg bestaat bijna zes jaar in haar huidige vorm. Dat is voor Het Venster aanleiding om het steunpunt te evalueren. De in deze nota genoemde opmerkingen (in raden en commissie) en de aanvullende opmerkingen, gemaakt in de begeleidingsgroep, zullen daarin worden meegenomen.
5.3 Invulling van de basisfuncties Naast de mantelzorgconsulenten van het Steunpunt Mantelzorg bieden diverse organisaties direct of indirecte ondersteuning, zoals de ouderenadviseurs van SWON en Stichting Het Venster. De ouderenadviseur adviseert, bemiddelt, informeert en verwijst ouderen met vragen, indien gewenst, door naar bijvoorbeeld vrijwilligersorganisaties. De ouderenadviseur richt zich niet op de zorgvrager alleen, maar uitdrukkelijk ook op het systeem (waaronder de mantelzorgers) en kan gedurende (on)bepaalde tijd ondersteuning bieden. Daarnaast zijn een aantal vrijwillige en professionele organisaties actief, die ondersteuning bieden aan mantelzorgers, zoals: respijtzorg, het bieden van een luisterend oor of door gericht advies over de zorgtaken. Op de volgende pagina staat beschreven op welke wijze de acht basisfuncties in Nunspeet worden ingevuld. Het is geen compleet overzicht van alle diensten en activiteiten.
8
Mantelzorgers kunnen landelijk vanaf 2007 een blijk van waardering ontvangen van € 250,- (het mantelzorgcompliment). Dit wordt via de Sociale Verzekeringsbank verstrekt. Het Rijk heeft het niet bestede geld uit 2007 eenmalig aan de gemeenten uitgekeerd.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
29
Ook kunnen geen uitspraken gedaan worden over de kwaliteit van het aanbod (voldoet aan de vraag, kwaliteit dienstverlening, et cetera). In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van informatievoorzieningen voor mantelzorgers. Informatie Bij het Wmo-loket van de gemeente kunnen alle burgers terecht met vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Het kan gaan om informatie of om het aanvragen van (een indicatie voor) voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning, bijvoorbeeld: woonvoorzieningen, rolstoelen, vervoersvoorzieningen en/of een gehandicaptenparkeerkaart. In het geval van een AWBZ-aanvraag wordt deze doorgestuurd naar het CIZ. De gemeente Nunspeet heeft ook een digitaal Wmo-loket. Op deze site is informatie te vinden over producten en diensten van de gemeente en over verschillende aanbieders in de gemeente Nunspeet. Met specifieke vragen over mantelzorgondersteuning kunnen mantelzorgers terecht bij het Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast spelen de lokale en regionale zorgaanbieders een belangrijke rol als het gaat om informatieverstrekking. Voorbeelden zijn: de intramurale zorginstellingen (ook voor extramurale zorg), Mee Veluwe, Indigo Meerkanten, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe, diverse thuiszorgorganisaties en huisartsen. Ouderen worden tevens via de ouderenbonden en de ouderenadviseurs over de voorzieningen en mogelijkheden op de terreinen wonen, zorg en welzijn geïnformeerd. Indigo Meerkanten organiseert, alleen of samen met andere organisaties, brede informatieen voorlichtingsbijeenkomsten. Tevens kunnen mantelzorgers met specifieke vragen terecht bij het familiespreekuur. De Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) is per 1 juli 2009 in de regio gestart met een telefonische hulplijn speciaal voor en afgestemd op mantelzorgers met een christelijke achtergrond. Met deze hulplijn wil de NPV deze mantelzorgers ondersteuning bieden en overbelasting trachten te voorkomen. Deze dienstverlening is onder andere door afstemming en samenwerking met Mezzo tot stand gekomen. De NPV zet vanuit het project Thuishulp vrijwilligers in ter ondersteuning van de mantelzorgers Advies en begeleiding Voor advies en begeleiding kunnen mantelzorgers bij het Steunpunt Mantelzorg van Het Venster terecht. De mantelzorger kan direct of via verwijzing bij het Steunpunt Mantelzorg binnenlopen of telefonisch een afspraak maken. Bij advies en begeleiding spelen ook ouderenadviseurs, MEE-consulenten, maatschappelijk werkers, professionals binnen de zorg en GGZ, het Steunpunt Vrijwilligers (de zorgvrijwilligers), het Diaconaal Platform, het Alzheimercafé, hulpdiensten en scholen een rol. Emotionele steun De mantelzorgconsulenten van het lokale Steunpunt Mantelzorg bieden emotionele steun, maar ook maatschappelijk werkers, ouderenadviseurs en MEE-consulenten vervullen deze functie. Daarnaast zijn er in Nunspeet veel vrijwilligers die een luisterend oor bieden, zoals: vrijwilligers van kerken, NPV, Humanitas, het Rode Kruis, de Zonnebloem (uitsluitend voor mensen met een lichamelijke beperking), het Alzheimercafé en de vrijwillige hulpdiensten. Voor de mantelzorgsalon, een ontmoetingsplaats voor mantelzorgers voor ondersteuning en ontspanning, moeten mantelzorgers naar Harderwijk.
30
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
De regionale afdeling van Alzheimer Nederland organiseert lotgenotencontact via het Alzheimercafé Nunspeet. Meerkanten Indigo organiseert eveneens bijeenkomsten voor lotgenoten (zie ook bij informatie). Educatie Educatie wordt onder andere verzorgd door het Steunpunt Mantelzorg (lokaal), Meerkanten Indigo, MEE-Veluwe, Philadelphia, Thuiszorginstellingen, Landstede Training, Opleiding & Advies, Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe en patiëntenverenigingen. Enkele voorbeelden uit het aanbod zijn: • Een themamiddag over draagkracht en draaglast, verlies in mantelzorg en/of rolwisseling in de mantelzorg, georganiseerd door het Steunpunt Mantelzorg. • Meerkanten Indigo organiseert voor familieleden van mensen met psychiatrische en/of cognitieve problemen de volgende cursussen: psychiatrie in de familie, Kopp op maat activiteiten in gezinsverband (Beardslee interventie), omgaan met stress, omgaan met grenzen, kennismaken met dementie, omgaan met dementie, omgaan met schizofrenie en omgaan met borderline. Daarnaast wordt in het familiespreekuur psycho-educatie op maat geboden. Landstede biedt gerichte activiteiten aan mantelzorgers (onder andere aan vrouwen van kerkelijke verenigingen) gericht op ontplooiing en bewustwording. Het gaat hierbij om thema’s als: overbelasting, eigen grenzen bewaken, bespreekbaar maken van mantelzorg, schuldgevoel, behoud en hoe te komen tot uitbreiding van het eigen netwerk. De titel van de workshop is: “De Mantel (der liefde) past ons allemaal”. Daarnaast biedt Landstede ondersteuning aan jonge mantelzorgers, die belast zijn of zijn geweest met mantelzorg. Hierbij gaat het om korte cursussen workshops en waar nodig ondersteuning voor toeleiding naar beroepsopleidingen of vervolgonderwijs, EVC of EVP trajecten. In de regio zijn ook plannen voor een KVOV-cursus: voor kinderen van ouders met verslavingsproblematiek. Een KOPP-cursus is in ontwikkeling. Dit is een cursus voor jongeren met ouders die psychische problemen hebben of met verslavingsproblematiek kampen. Praktische ondersteuning Praktische ondersteuning kan vanuit het Wmo-loket worden geboden door middel van het inzetten van voorzieningen, die zowel de zorgvrager als de mantelzorger van dienst zijn c.q. verlichting bieden. Hulp en ondersteuning bij het invullen en aanvragen van PGB, het aanvragen van een (her) indicatie voor huishoudelijke verzorging, hulp bij aanvragen van een woonvoorziening en hulp bij het aanvragen van het landelijk mantelzorgcompliment zijn een aantal voorbeelden waarbij het lokale steunpunt ondersteuning kan bieden. Nunspeet kent daarnaast twee organisaties voor welzijn ouderen: Stichting Welzijn Ouderen Nunspeet (SWON) en Het Venster. Beide organisaties bieden ondersteuning bij het aanvragen van voorzieningen. Ook hebben zij een aantal hulpdiensten en een activiteitenaanbod voor zowel de hulpvrager als ter ontlasting van de mantelzorger (respijt). Bij hulpdiensten kan onder andere gedacht worden aan: personenalarmering, hulp- en bezoekdienst, oppasservice chronische zieken, terminale vrijwillige thuiszorg en thuisadministratie. Daarnaast is er in Nunspeet een klussendienst.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
31
Maaltijdvoorzieningen worden verzorgd door de SWON in de vorm van diepvriesmaaltijden. De Bunterhoek en Het Venster bieden warme maaltijden aan. Daarnaast zijn in Nunspeet een aantal particuliere bedrijven, die onder andere diepvriesmaaltijden aan huis bezorgen. Thuisadministratie wordt, naast Stichting Welzijn Ouderen en Het Venster, ook geboden door Humanitas, waarbij vrijwilligers mensen die problemen hebben, helpen met hun financiële administratie. Respijtzorg In Nunspeet en omgeving worden diverse vormen van respijtzorg geboden. Enkele voorbeelden hiervan zijn: • De vrijwilligers van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) bieden mantelzorgers tijdelijke ondersteuning. Ook mensen die geen mantelzorger hebben, bieden zij een helpende hand door de inzet van vrijwilligers. • De Zonnebloem organiseert uitjes (reizen en korte uitstapjes) voor mensen met een lichamelijke beperking. Daarnaast kan een bezoekvrijwilliger aangevraagd worden door/voor een zorgbehoevende. De Zonnebloem richt haar diensten dan ook in eerste instantie op de zorgbehoevende. De mantelzorger kan zich daardoor wel indirect ondersteund voelen. De mantelzorger kan tijdens de uitjes of gedurende het bezoek van de bezoekvrijwilliger tijd voor zichzelf nemen. • Stichting Handen-in-Huis neemt gedurende enkele aaneengesloten dagen (dag en nacht) de taken over van de vaste mantelzorger door inzet van een vrijwilliger. Deze vrijwilliger ontvangt hiervoor een kleine vergoeding. • Het Venster biedt toeleiding naar logeer- en vakantieadressen, vrijwillige thuiszorg voor terminaal zieken, oppasservice chronisch zieken en personenalarmering (zie ook praktische ondersteuning). • De Stichting Hulpdienst heeft een bezoek- c.q. oppasdienst om de mantelzorger te ontlasten. • Mezzo biedt landelijke respijtarrangementen. • In Zorgcentrum de Bunterhoek zijn vier plaatsen voor respijtzorg (logeeropvang) beschikbaar. Ten aanzien van de extramurale zorg die de Bunterhoek biedt, is er contact en afstemming met het steunpunt, ook als er rondom de zorg aan de cliënt andere vormen van zorg nodig zijn. Aan cliënten die bij de Bunterhoek op de wachtlijst staan, wordt aangegeven waar zij gedurende de wachttijd terecht kunnen met vragen. Deze informatie is opgenomen in een folder, die cliënten ontvangen als ze op de wachtlijst geplaatst worden. • Oranjehof biedt informatie door middel van informatiemiddagen en emotionele steun door het uitwisselen van ervaring. Daarnaast geeft Oranjehof advies en begeleiding, dat wil zeggen dat mantelzorgers op mogelijkheden geattendeerd worden en waar nodig doorverwezen. Mantelzorgers kunnen ook een beroep doen op Oranjehof voor praktische hulp, zoals: vervoer, maaltijdvoorzieningen en extra opvang in het zorgcentrum. Tevens is ook dagopvang mogelijk bij Oranjehof. • Bij de Ittmannshof wordt dagverzorging geboden aan de cliënt ter ontlasting van mantelzorgers. Cliënten kunnen hier ook terecht voor kortdurende opname, intervalopname (bijvoorbeeld maandelijks een week) ter ontlasting van de mantelzorger. De Ittmannshof biedt verder 24 uur per dag inzet van thuiszorg (verpleging, verzorging en huishoudelijke zorg) en de aansluiting op de spreekluisterverbinding van Ittmannshof met professionele alarmopvolging.
32
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
•
Naast de (dag)opvang van de diverse zorginstellingen (zie hierboven) zijn er zorgboerderijen voor diverse doelgroepen. Ook zijn er vergaande ontwikkelingen voor een hospice in Nunspeet.
Financiële tegemoetkoming Sinds 2007 komt een groep mantelzorgers in aanmerking voor het Mantelzorgcompliment (een bedrag van maximaal € 250,-). De overheid spreekt hiermee haar waardering uit voor het belangrijke werk dat mantelzorgers verrichten. In de begeleidingsgroep is opgemerkt dat de gemeente, in deze het Wmo-loket, bij indicatie voor huishoudelijke hulp breder naar de indicatie zou kunnen kijken. Dat betekent dat in plaats van alleen indiceren op de zorgvrager, ook gekeken wordt naar het systeem, zodat ook de draagkracht en draaglast van de mantelzorger bij indicatie wordt meegewogen. De basis van het Wmo-voorzieningenbeleid is eigen verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar. Lukt dat niet, dan helpt de gemeente. Vanuit die filosofie is het systeem van de zorgvrager bij de indicatiestelling zeker relevant, echter wel binnen de hiervoor geschetste kaders van het gemeentelijk beleid. Dat wil zeggen dat bij de indicatiestelling onder andere wordt gekeken naar gebruikelijke zorg (Wat mag je van gezinsleden verwachten?) en naar beschikbare hulp van bijvoorbeeld vrijwilligers, boodschappendienst, Tafeltje Dekje en mantelzorgers. Met betrekking tot mantelzorgers moet opgemerkt worden dat de hulp van een mantelzorger niet afdwingbaar is. Bovendien is (tijdelijk) aanvullende hulp mogelijk als de mantelzorger overbelast is. De gemeente kent geen regel voor directe financiële steun aan mantelzorgers. Via het voorzieningenregime kan de mantelzorger wel indirect ondersteund worden. Door het aanpassen van een natte cel kan een mantelzorger bijvoorbeeld met minder inspanning ondersteuning bieden bij persoonlijke verzorging. Ook kunnen individuele voorzieningen van de Wmo, zoals huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen, in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (PGB) worden verstrekt. De zorgvrager kan het PGB ook voor de mantelzorger gebruiken. Het is dus geen aparte financiële tegemoetkoming, maar het biedt wel mogelijkheden om een mantelzorger te betalen voor verleende (geïndiceerde) zorg. Om eventuele pijnpunten bij mantelzorgers te verkennen en de mogelijkheden én onmogelijkheden van het Wmo-voorzieningenbeleid toe te lichten, wordt een overleg gepland met vertegenwoordigers van het steunpunt en de gemeente. Andere landelijke regelingen Mantelzorgers die extra kosten maken, kunnen dit opvoeren bij de belastingaangifte (buitengewone uitgaven). Ook hulpontvangers kunnen vergoedingen, die ze aan mantelzorgers verstrekken, als aftrekpost opnemen. Van deze mogelijkheid wordt echter weinig gebruik gemaakt. Dit komt omdat burgers de regeling niet kennen of niet weten te benutten. Mezzo (belastingservice) kan hierbij ondersteunen. Geschoolde vrijwilligers van het CNV vullen dan het aangiftebiljet van de belasting in. Lokale verwijzers, vooral het Mantelzorgsteunpunt, kunnen mantelzorgers daarop attenderen en ondersteuning bieden. Landelijk is er een regeling om mantelzorgers te waarderen: het mantelzorgcompliment.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
33
Mantelzorgers die voldoen aan landelijk vastgestelde criteria komen in aanmerking voor deze financiële beloning. Het mantelzorgcompliment is gerelateerd aan de AWBZindicatiestelling. Jaarlijks wordt op 10 november de ‘Dag van de mantelzorgers’ gevierd. Op deze dag zijn er ontspanningsactiviteiten en festiviteiten voor mantelzorgers. De dag wordt door het steunpunt georganiseerd. Via het UWV kunnen mensen met een WW- of een WGA-uitkering (minimaal 1 jaar werkloos) in aanmerking komen voor een vrijstelling van de sollicitatieplicht als zij minimaal 20 uur per week werkzaam zijn als vrijwilliger en/of mantelzorger. In Nunspeet wordt per individu beoordeeld welke gemeentelijke regelingen toegepast kunnen worden. Daarbij wordt eerst gekeken of er sprake is van een PGB en welke mogelijkheden het PGB biedt. Het combineren van werk en mantelzorg kan een dermate zware belasting vormen, dat mantelzorgers problemen gaan ervaren en niet of te weinig ruimte over houden voor ontspanning, het eigen gezinsleven en dergelijke. Werkgevers zijn nog onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden die werkgevers hebben om de werknemers tegemoet te komen en passen deze regels daardoor niet of te weinig toe. Materiële hulp De gemeente biedt geen specifieke materiële hulp aan mantelzorgers. Wel worden vanuit de Wmo hulpmiddelen verstrekt aan de zorgvrager. Vanuit de Wmo wordt huishoudelijke hulp regelmatig niet geïndiceerd, omdat er mantelzorg aanwezig is. Vanuit de begeleidingsgroep wordt geopperd dat de gemeente, in geval dat nodig is, huishoudelijke hulp kan indiceren ter ontlasting van de mantelzorger (zie ook de opmerking bij respijtzorg). Ook andere voorzieningen kunnen geïndiceerd worden ter ontlasting van de mantelzorger, bijvoorbeeld een tillift. In 2007 is de beleidsnotitie ‘Woningsplitsing, inwoning en bewoning van bijgebouwen in relatie tot mantelzorg’ uitgebracht. Doel van deze nota is het vormen van een afwegingskader waarbinnen wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met individuele verzoeken voor woningsplitsing, inwoning en bewoning van bijgebouwen in relatie tot mantelzorg. De gemeente wil dat het beleid hierover voor de burgers actueel, helder en eenduidig is. Naast de gemeente kennen de kerken voorzieningen c.q. maatregelen om financiële ondersteuning te bieden. Een aantal organisaties (waaronder het Steunpunt Mantelzorg) biedt praktische ondersteuning, die kan leiden tot financiële ondersteuning (subsidies, fondsen, regelingen, et cetera) en/of zorgen ervoor dat mantelzorgers bij de juiste instanties komen. Aandacht voor specifieke groepen mantelzorgers De gemeente besteedt momenteel niet expliciet aandacht aan bepaalde groepen mantelzorgers. In de regio wordt wel voorlichting over mantelzorg gegeven aan jongeren.
34
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
5.4 Samenvatting In Nunspeet zijn diverse organisaties die mantelzorgers ondersteunen. Zij geven in meer of mindere mate invulling aan zes van de acht landelijk geformuleerde basisfuncties (informatie, advies en ondersteuning, emotionele steun, educatie, praktische hulp en respijtzorg). Alleen de kerken kennen maatregelen voor financiële ondersteuning. Informatie, advies en (praktische en emotionele) ondersteuning worden in de gemeente aangeboden. Het regionale Steunpunt Mantelzorg van Icare houdt per 2010 op te bestaan. Een deel van de functies wordt overgedragen naar het RPIZ. De adviesgroep van het RPIZ buigt zich op dit moment over vervolgbeleid. Belangrijk uitgangspunt daarbij zal zijn dat wat lokaal kan ook lokaal gedaan moet worden. De gemeente kent geen hulp aan mantelzorgers op grond van twee van de acht basisfuncties, namelijk: financiële hulp en materiële hulp. Die functies zijn in Nunspeet alleen gericht op zorgvragers. Deze diensten zijn dus niet bestemd voor mantelzorgers.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
35
36
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
6. Waar gaan we in Nunspeet op inzetten?
In de vorige hoofdstukken zijn de situatie van de mantelzorger, de knelpunten en de ondersteuningsmogelijkheden in beeld gebracht. In dit hoofdstuk worden doelen en acties voor de komende vier jaar beschreven.
6.1 Doelen en acties 2010-2013 De gemeente Nunspeet wil de ondersteuning van mantelzorgers goed regelen, zodat zij kunnen blijven zorgen en niet overbelast raken. Voor de periode 2010-2013 is daarom een aantal speerpunten geformuleerd. Daarnaast participeert de gemeente Nunspeet in het Regionale werkgroep Informele Zorg. In dit overleg zijn voor de komende jaren een aantal speerpunten en projecten geselecteerd. Landelijk beleid, de visie en beleidslijnen van de gemeente, de huidige situatie in Nunspeet, de ontwikkelingen regionaal op het gebied van informele zorg en vooral signalen en wensen uit het veld vormen de basis voor de gekozen lokale speerpunten. De lokale en regionale speerpunten sluiten op elkaar aan. De gemeente heeft in de kadernota ‘Mantelzorgbeleid’ vier randvoorwaarden opgenomen: • Het ondersteuningsaanbod is toegankelijk, bereikbaar en aanspreekbaar voor alle mantelzorgers. • De mantelzorger herkent zich als mantelzorger en is in beeld bij verwijzers, ondersteuners en aanbieders. • Optimale samenwerking en afstemming van en tussen instellingen die mantelzorgondersteuning bieden. • Een goede regiefunctie van de gemeente. Voor het kader voor deze randvoorwaarden zoekt de gemeente aansluiting bij het landelijk geformuleerde kader in de beleidsbrief van VWS met de titel: ‘Voor elkaar’. De regionale speerpunten ‘Mantelzorg bekend (t)’, ‘Structuur aan bod’ en ‘Mantelzorg en arbeid’ worden daar waar noodzakelijk en mogelijk lokaal uitgewerkt. Hieronder zijn een aantal lokale speerpunten geformuleerd. De lokale speerpunten zijn: 1. Versterking en aanpassing van het lokale ondersteuningsaanbod, zodat ondersteuning voor meer mantelzorgers toegankelijk, bereikbaar en aanspreekbaar wordt. 2. De combinatie van werk en mantelzorg toegankelijk(er) maken. 3. Overbelasting signaleren, terugdringen en voorkomen. 4. Extra aandacht voor specifieke groepen mantelzorgers in Nunspeet. Bij de genoemde speerpunten ligt nadrukkelijk een taak voor de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een samenhangend mantelzorgbeleid. Vanuit het programma Regionaal Sociaal Beleid worden op het gebied van informele zorg de komende jaren activiteiten ontwikkeld waardoor mantelzorgers zich als zodanig herkennen in het project ‘Mantelzorger bekend (t’). Daarnaast moet er regionaal in het project ‘Structuur aan bod’ voor worden gezorgd dat het ondersteuningsaanbod duidelijk, overzichtelijk en goed bereikbaar wordt, zodat voor mantelzorgers duidelijk(er) wordt bij wie ze kunnen aankloppen voor steun, informatie en advies. Nunspeet is één van de zes gemeenten die participeert in het regionaal overleg. De lokale en regionale lijnen dienen op elkaar aan te sluiten c.q. elkaar aan te vullen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
37
Hieronder staan bij elk thema kort de huidige situatie, het gewenste resultaat en de voorgenomen acties beschreven.
6.2 Inventarisatie van het lokale ondersteuningsaanbod Lokale vormen van overleg In Nunspeet zijn, naast het Steunpunt Mantelzorg, diverse organisaties die mantelzorgers ondersteunen. Sommige organisaties werken lokaal, andere regionaal. Tussen alle bij c.q. op mantelzorgers betrokken (lokale) organisaties is momenteel nog geen structurele afstemming. Met uitzondering van het AMW en het mantelzorgsteunpunt. Wel zijn er diverse overlegvormen waarin onder andere mantelzorg aan de orde komt (kan komen), zoals: • Lokaal Coördinatoren Overleg (LCO) gericht op afstemming van (zorg) voor ouderen. • Het platform Wonen Welzijn Zorg. • De Klankbordgroep van het Steunpunt Mantelzorg. • Het Platform Vrijwilligerswerk, dat in 2009 is omgevormd tot Lokaal Platform Informele Zorg. Het bestaande ondersteuningsaanbod Uit gesprekken met mantelzorgers blijkt dat zij regelmatig via de huisarts toeleiding vinden naar informatie, advies en ondersteuning én praktische hulp. Van ouderenadviseurs is bekend dat zij vooral gericht zijn op mantelzorgers van senioren. Zorgorganisaties geven ondersteuning aan mantelzorgers van hun patiënten en bewoners, gericht op de behoeften van de patiënt of bewoner. Ook hier gaat het vooral om naasten of familieleden van ouderen. Uit de gemeente en de politiek komen signalen dat het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers in Nunspeet vooral gericht is op ouderen en dat het steunpunt daarnaast de uitstraling heeft van een organisatie gericht op mensen met een protestant christelijke achtergrond. Dat kan betekenen dat het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers te weinig doelgroepbreed (oud, jong, volwassen, wel of niet kerkelijk, ongeacht levensstijl of achtergrond) toegankelijk is. Het gegeven dat 465 van de ongeveer 2.561 mantelzorgers geregistreerd staan bij het lokale steunpunt, terwijl uit de regionale 0-meeting blijkt dat 20% van de mantelzorgers geen last ervaart, verdient nadere verkenning. De ketting en de schakels Uit het rapport ‘De ketting en de schakels’ blijkt dat het signaleren (en doorverwijzen) van kwetsbare groepen niet vanzelf gaat. Onder andere het delen van kennis en het bundelen van de aanwezige kennis bij de verschillende organisaties in Nunspeet wordt van groot belang genoemd om beleid te kunnen voeren. Naast beleidsvoering is het bij de uitvoering belangrijk om te weten wie wat en op welke wijze aanbiedt. Door samenwerking en afstemming kan de kwaliteit van mantelzorgondersteuning beter vorm krijgen. In het rapport wordt expliciet genoemd dat het ontwikkelen van een evenwicht in de draagkracht en draaglast van informele zorgstructuren de kwaliteit van mantelzorgondersteuning kan bevorderen. Gekeken moet worden op welke onderdelen welke partijen bij elkaar gebracht moeten worden. Het Steunpunt Mantelzorg, Landstede Training, Opleiding & Advies, de kerken en de gemeente (onder andere de Wmo-raad) worden daarbij als belangrijke partijen genoemd.
38
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
6.3 Wat willen we bereiken? • Een heldere structuur voor mantelzorgondersteuning in Nunspeet en haar kernen. Afstemming en samenwerking hebben als doel zoveel mogelijk mantelzorgers te bereiken. Hierdoor worden mantelzorgers beter en sneller geholpen. • Het Steunpunt Mantelzorg heeft een centrale plaats in de gemeente en is toegankelijk voor alle mantelzorgers, ongeacht leeftijd, achtergrond of levensstijl. • Mantelzorgers herkennen zich als mantelzorger en voelen zich gekend. Dat wil zeggen: ze zijn in beeld bij verwijzers en ondersteuners; het aanbod is afgestemd op de behoefte van de mantelzorger. • Mantelzorgers kunnen bij voorkeur in eigen kern of wijk een beroep doen op ondersteuning bij hun zorgtaken. • De gemeente heeft hierbij een coördinerende c.q. regisserende rol.
6.4 Wat gaan we doen? De gemeente wil dat de informatie- en adviesfunctie dicht bij de burgers wordt georganiseerd. Daarvoor biedt zij onder andere de middelen aan Het Venster voor de uitvoering van het Steunpunt Mantelzorg. Daarnaast zet de gemeente zich in voor het behoud (en waar nodig uitbreiding) van een goed voorzieningenniveau voor mantelzorgers (invulling van de acht basisfuncties). Deze voorzieningen worden zoveel mogelijk binnen de gemeente Nunspeet aangeboden. Daarnaast zal de gemeente de samenwerking en afstemming tussen organisaties stimuleren en faciliteren. Hieronder staan een aantal acties, die aansluiten op het eerste speerpunt: een goede structuur voor ondersteuning. Het is van belang om eerst een goede gemeentelijke basis te leggen, waarin de functie van het lokale steunpunt en de toegankelijkheid voor alle mantelzorgers duidelijk is. Voorgenomen acties zijn: Speerpunt 1 Het lokale steunpunt voor mantelzorgers is toegankelijk, bereikbaar en aanspreekbaar voor alle mantelzorgers Het Steunpunt Mantelzorg wekt de indruk vooral gericht te zijn op oudere mantelzorgers. Er zijn signalen dat de uitstraling van Het Venster (en daarmee het Steunpunt), protestant christelijk, voor een deel van de mantelzorgers een barrière vormt. Over de dienstverlening en de kwaliteit die het Steunpunt levert, komt breed vanuit de samenleving alle lof. De gemeente wil dat het steunpunt toegankelijk is voor alle mantelzorgers in Nunspeet en haar kernen. Het Venster gaat het Steunpunt Mantelzorg, dat ruim vijf jaar bestaat, op korte termijn evalueren. De opmerkingen en bevindingen, zoals in deze nota beschreven, zullen daarbij worden meegenomen. Het Venster heeft óók als doel het steunpunt toegankelijk(er) te maken voor alle mantelzorgers in Nunspeet en haar kernen. Het Venster is met een voorstel gekomen. Dit voorstel (bijlage 3 van deze nota) vormt een belangrijk onderdeel bij de bespreking en uitwerking van het beleid. Het lokale steunpunt vervult in haar huidige vorm al de functie van frontoffice. Mantelzorgers kunnen hier terecht voor informatie en advies over zorgtaken, het voorzieningenaanbod en voor ondersteuning. Indien nodig wordt de mantelzorger gericht doorverwezen naar een (zorg)voorziening (backoffice).
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
39
Het steunpunt beschikt over drie mantelzorgconsulenten voor individuele begeleiding. Deze consulenten werken vanuit de centrale locatie van Het Venster. De gemeente wil dat het steunpunt wordt gevestigd op een multifunctionele locatie (Zorgplein De Enk of Veluvine), waar meerdere organisaties hun diensten aanbieden en bij voorkeur uitgebreid met een spreekuurfunctie in de kernen: Elspeet, Vierhouten en Hulshorst. In Nunspeet en haar kernen zal dan gezocht moeten worden naar geschikte locatie (s) of ruimte (n) voor een spreekuurfunctie (waar nodig op afspraak). Deze spreekuurfunctie moet bij voorkeur afgestemd worden op de spreekuren van andere organisaties in de kernen en waar mogelijk op hetzelfde moment (dag of dagdeel) toegankelijk zijn. Zorgen voor een goede backoffice De backoffice bestaat uit (vrijwilligers en professionele) organisaties met aanbod voor mantelzorgers. Het kan gaan om praktische ondersteuning, persoonlijke begeleiding van mantelzorgers of het bieden van respijtzorg. Deze organisaties maken geen onderdeel uit van het lokale steunpunt. Het steunpunt participeert (naast haar frontoffice functie) in de backoffice met haar ondersteuningsaanbod. Samenwerking tussen het lokale steunpunt en de betreffende organisaties is van essentieel belang. De samenstelling van de backoffice is nu nog onvolledig om ondersteuning te kunnen bieden aan alle doelgroepen. Twee belangrijke aandachtspunten voor het functioneren van het backoffice zijn: • De communicatie tussen de medewerker(s) van het frontoffice en de organisaties in de backoffice heeft tot doel dat meer mantelzorgers de juiste ondersteuning krijgen. • In de begeleidingsgroep, ingesteld ter ontwikkeling van deze nota, zitten vertegenwoordigers van belangrijke, zowel vrijwillige als professionele, aanbieders van mantelzorgondersteuning en vormt daarmee de basis voor de brede overleggroep backoffice. De samenstelling van deze groep kan als basis fungeren, maar moet aangevuld worden met de nog ontbrekende partijen, zoals: de klankbordgroep mantelzorg, het zorgloket, jeugd en jongeren en organisaties voor allochtonen. Speerpunt 2 Samenwerking en afstemming binnen de informele zorg In Nunspeet bestaat al enkele jaren de klankbordgroep van het Steunpunt Mantelzorg met als functie: overleg over praktische ondersteuning aan mantelzorgers. In de klankbordgroep hebben op dit moment zitting: een onafhankelijk voorzitter, een mantelzorger, een vertegenwoordiger namens het Lokaal Platform Informele Zorg, een afgevaardigde van de Wmo-adviesraad en een vertegenwoordiger van Het Venster. De samenstelling en functie van de klankbordgroep kan mogelijk op termijn vragen om een wijziging. Nu het lokale Platform Vrijwilligerswerk is omgevormd tot Lokaal Platform Informele Zorg is er in Nunspeet een aanzet tot samenwerking en afstemming ontstaan. Bij de ontwikkeling van mantelzorgbeleid voor alle mantelzorgers is één van de belangrijkste aandachtspunten: welke partijen ontbreken nog om tot doelgroepbrede afstemming te komen. De gemeente zal het initiatief nemen om het Lokaal Platform Informele Zorg daarop in te richten. De gemeente wil op deze wijze samenwerking, ondersteuning en afstemming én innovatie stimuleren.
40
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Taken van dit platform kunnen zijn: • Mede uitvoering geven aan het lokale mantelzorgbeleid. • Uitwisseling van kennis en ervaring plus afstemming van het aanbod informele zorg. • Het actueel houden van de sociale kaart. • In kaart brengen wat nodig is om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast van informele zorgstructuren te ontwikkelen. • Signalen aan de gemeente doorgeven, die het gemeentelijk beleid kunnen beïnvloeden. • Realiseren van vernieuwing en verbetering. • De gemeente adviseren over nieuwe ontwikkelingen. • Afstemming met het Regionale Platform. • Gericht op pr-activiteiten voor mantelzorgers en/of zorgvrijwilligers. • Deskundigheidsbevordering en educatie. • Afspraken maken met en over de rol/functie van intramurale organisaties. De gemeente zal met de betrokken partijen bespreken wat nodig is om vanuit de bestaande overlegstructuur het Lokaal Platform Informele Zorg af te stemmen op alle mantelzorgers van Nunspeet. De gemeente zal de ontbrekende organisaties uitnodigen en een taakomschrijving opstellen. Invulling geven aan de functies financiële en materiële steun Uit inventarisatie van het aanbod blijkt dat de functies financiële en materiële steun in Nunspeet beperkt zijn ingevuld. Vaak gaat het om woonvoorzieningen die geboden worden aan zorgvragers. De mantelzorger kan echter ook gebaat zijn bij een dergelijke maatregel. In de begeleidingsgroep is de wens uitgesproken dat de gemeente binnen de voorzieningen die zij biedt, bekijkt welke maatregelen ingezet kunnen worden om zowel de zorgvrager te steunen als de mantelzorger c.q. het zorgsysteem te ontlasten. De gemeente onderzoekt welke maatregelen in het beleid opgenomen kunnen worden ter ontlasting van de mantelzorger en zorgt voor bewustwording en instructies voor de loketmedewerkers. Speerpunt 3 De combinatie van werk en mantelzorg toegankelijk(er) maken Het aantal mantelzorgers dat gezinszorg combineert met een betaalde baan neemt toe. Dat komt onder meer, omdat steeds meer vrouwen actief zijn op de arbeidsmarkt. Ook de regelgeving, zoals het langer thuis blijven wonen van ouderen (ouders) en het document gebruikelijke zorg, dat ervan uitgaat dat partners voor elkaar zorgen bij ziekte of tijdelijke uitval, speelt hierbij een belangrijke rol. De zorgtaken voor familieleden (partner, ouders en kinderen) komen daar soms bij. Steeds meer mantelzorgers ervaren problemen bij het combineren van zorgtaken met een betaalde baan. Tweederde van de mantelzorgers tussen de 18 en 65 jaar combineert een betaalde baan met mantelzorg. Deze mantelzorgers hebben een driedubbele verantwoordelijkheid: voor de zorgbehoevende, hun gezin en vrienden en het werk. Bij 9% van de mantelzorgers wordt deze combinatie als zwaar ervaren. In de toekomst zullen er meer werkende mantelzorgers komen. Door de vergrijzing zullen mensen meer en langer doorwerken en wordt de zorg voor ouderen naar verwachting door minder mensen geleverd (minder werkenden in de zorg). Daarnaast zullen (oudere) mensen langer thuis blijven wonen. Vooral alleenstaande ouders en alleenstaanden hebben meer moeite om werk met mantelzorg te combineren. Werkgevers staan daar niet altijd open voor, regelingen ter ontlasting van de mantelzorg zijn daar nog onvoldoende op afgestemd.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
41
Uit het onderzoek van SCP blijkt dat een kwart van de werkende mantelzorgers individuele afspraken met zijn of haar werkgever heeft gemaakt om informele hulp te kunnen geven. In de meeste gevallen gaan de afspraken over flexibele werktijden. De gemeente heeft een dubbele rol wanneer het gaat om het combineren van werk met mantelzorgtaken. Als werkgever kan de gemeente in haar personeelsbeleid aandacht besteden aan haar werknemers met mantelzorgtaken. Daarnaast is de gemeente met de invoering van de Wmo verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Onderdeel van het ontwikkelen van mantelzorgbeleid kan voor de gemeente ook betekenen dat zij, samen met de andere gemeenten in de regio Noord-Veluwe, als werkgever(s) het voorbeeld geeft aan andere werkgevers door het opnemen van (maat)regelingen in het personeelsbeleid. Landelijk is het project ‘Werk en Mantelzorg’ opgezet vanuit het kabinetsbeleid: ‘mantelzorgers beter ondersteunen, ook bij de combinatie werk en mantelzorg’. De achterliggende gedachte is dat voorkomen moet worden dat hulpbehoevenden te weinig ondersteuning krijgen en werknemers of mantelzorgers niet omvallen. Veel partijen hebben er belang bij dat werkende mantelzorgers kunnen blijven functioneren. Allereerst de werkende mantelzorgers zelf. Vanuit hun eigen positie kunnen zij invloed uitoefenen, maar werkgevers kunnen (en moeten) zich ook inzetten voor het ontwikkelen van een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid. De rijksoverheid kan richtlijnen ontwikkelen voor arbeidsparticipatie en bonden kunnen voor hun achterban een belangrijke rol spelen. Waar het vooral om gaat, is een klimaat te ontwikkelen, waardoor mantelzorgers hun zorgtaken én de belasting die dat met zich meebrengt, bespreekbaar kunnen maken en betrokken worden bij het zoeken naar oplossingsrichtingen. Voor de gemeente Nunspeet is het een uitdaging om samen met de andere gemeenten in de Noord-Veluwe, vanuit het samenwerkingsoverleg Informele Zorg, het huidige personeelsbeleid om te vormen naar een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid. Als gemeenten het voorbeeld willen geven, moet het mogelijk zijn bedrijven in Nunspeet c.q. de regio te motiveren gezamenlijk het traject in te gaan. Bij de uitvoering van dit beleid kunnen 9 de gemeente en de regio ook gebruik maken van reeds opgedane ervaringen elders . Waar zetten we op in? Invulling geven aan een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid De gemeente zet samen met de regiogemeenten het thema ‘Mantelzorg en arbeid’ op de Wmo-agenda en schrijft een projectplan om het bewustwordingsproces voor een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid bij werkgevers in gang te zetten. Onderdeel van het projectplan is het oprichten van een projectgroep waarin belanghebbende partijen (steunpunten mantelzorg, werkgevers die belangstelling hebben, et cetera) zitting hebben. Daarover moeten op regionaal niveau afspraken gemaakt worden. Dat kan in de regionale werkgroep Informele Zorg, waarin gemeenten participeren, en met afstemming met het RPIZ, waarin vertegenwoordigers van lokale organisaties voor mantelzorgondersteuning zitting hebben. Ondertussen kan de gemeente Nunspeet zich al inzetten om haar eigen personeelsbeleid mantelzorgvriendelijker te maken. Om het personeelsbeleid mantelzorgvriendelijk te maken, is eerst erkenning nodig dat mantelzorg en werk soms een zware belasting vormen.
9
De gemeenten Hof van Twente en Haaksbergen hebben samen met een aantal partijen een handreiking ontwikkeld 42
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Ook onder de medewerkers van de gemeente Nunspeet zijn mantelzorgers, die zich niet of onvoldoende realiseren dat zij mantelzorger zijn, omdat zij hun zorg vanzelfsprekend vinden. De werkgever kan dit doorbreken door het onderwerp mantelzorg (en werk) bespreekbaar te maken. De gemeente wil haar personeelsleden, die op dit moment naast hun werk mantelzorger zijn, uitnodigen om samen met personeelszaken de knelpunten te inventariseren. Deze knelpunten kunnen het uitgangspunt vormen voor het proces van verandering. De gemeente geeft daarmee het goede voorbeeld en kan haar ervaringen overdragen en delen met anderen partijen (regiogemeenten en werkgevers in Nunspeet en omgeving). De gemeente wil er voor zorgen dat binnen de organisatie openheid ontstaat en dat knelpunten bespreekbaar worden. De bereidheid om te willen zoeken naar oplossingen moet mantelzorgende personeelsleden ruimte bieden om werk en mantelzorg te kunnen blijven combineren. Daarvoor kan een interne projectgroep worden opgericht. Speerpunt 4 Overbelasting signaleren, terugdringen en voorkomen Het langdurig zorgen voor een zieke of gehandicapte uit eigen familie, vriendenkring of buurt kan een zware druk op iemand leggen. Soms is de druk zo zwaar, dat de mantelzorger nog nauwelijks een privé-leven heeft. Dat kan vooral voorkomen als de zorg zeven keer vierentwintig uur wordt geboden aan een partner, kind of ouder. Een middel om de mantelzorger te ontlasten en overbelasting te voorkomen, is naast individuele ondersteuning ook het bieden van respijtzorg of vervangende zorg. Respijtzorg wordt vooral betaald vanuit de AWBZ of de PGB’s. Ook zijn er maatregelen die de mantelzorger kunnen ondersteunen met als doel het voorkomen van overbelasting. Uit landelijk onderzoek (SCP 2009) blijkt dat 22% zich niet belast voelt, uit de 0-meeting Informele Zorg Noord-Veluwe komt een vergelijkbaar resultaat: 20% van de ondervraagde mantelzorgers voelt geen last. Uit het onderzoek op de Noord-Veluwe blijkt ook dat ruim 80% van de ondervraagde mantelzorgers geen gebruik maakt van respijtzorg, terwijl respijtregelingen als doel hebben te ontlasten en het voorkomen van overbelasting. De vraag is of verwijzers belasting op tijd signaleren en of de informatie en het advies over de mogelijkheden die respijtvormen bieden voldoende bij hen bekend zijn (voor oorzaken van overbelasting zie hoofdstuk 2). Waar zetten we op in? Door (meer) zicht te krijgen op de knelpunten van sociale verbindingen in de kernen, met name waar het gaat om het verlenen van informele zorg, kan beter ingezet worden op het voorkomen dat mensen verstoken blijven van ondersteuning en zorg voor elkaar. In de rapportage ‘De ketting en de schakels’ wordt aangegeven dat de vier woonkernen van Nunspeet sterk van elkaar verschillen. In het onderzoek is gezocht naar: Wat zijn die verschillen en wat is de kwaliteit van de sociale samenhang in kernen op het gebied van bonding en bridging? In een schema is aangegeven waar bindingen ‘in eigen kring’ (bonding) kwalitatief optimaal zijn, waar sociale kwetsbaarheid vraagt om ondersteuning c.q. overbrugging (bridging), waar welk aandachtspunt primair van belang is en welke activiteiten daar op kunnen worden ingezet (zie hoofdstuk 6.2 van het rapport). De ideeën en aanbevelingen en met name het traject dat naar aanleiding van de rapportage wordt ingezet, vormen een belangrijke factor bij de toekomstige onwikkelingen, ook voor mantelzorgondersteuning.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
43
Bij het opzetten van een spreekuurfunctie voor mantelzorgondersteuning per kern kunnen de uitkomsten en aanbevelingen van het rapport worden gebruikt, zodat per kern (afgestemd) en/of doelgroep gezocht kan worden naar de juiste afstemming met organisaties die spreekuur houden in dezelfde kern. Bij voorkeur en waar mogelijk in hetzelfde gebouw. Naast een laagdrempelige frontoffice, is een goed werkende backoffice, bemand door alle betrokken organisaties (vrijwilligers en professionals), van groot belang (zie ook 6.4 van dit rapport). Met het aanpassen en bijstellen van het Lokaal Platform Informele Zorg wil de gemeente bewerkstelligen dat door samenwerking en afstemming meer mantelzorgers tijdig en op maat de ondersteuning krijgen en dat innovatie gestimuleerd wordt. Op dit moment zijn er nog geen initiatieven voor de ontwikkeling van een steunpuntfunctie in de wijken en kernen van Nunspeet. Steunpunten in wijken en kernen kunnen door hun centrale rol een goede oplossing bieden voor informatie en advies dicht bij de burgers. De enige constante factor in beleid is vaak de ontwikkeling. Inspelen op ontwikkelingen, zowel maatschappelijk en beleidsmatig, als in de situaties van mantelzorgers, is ervoor zorgdragen dat mantelzorgers kunnen blijven zorgen en overbelasting voorkomen wordt. Een grotere bekendheid bij verwijzers en ondersteuners van mantelzorgers van de mogelijkheden die respijtzorg kan bieden, kan daarbij een belangrijke rol spelen. Mantelzorgers moeten ondersteund worden zonder dat daarbij de regie uit handen wordt genomen. Ondersteuners moeten mantelzorgers het vertrouwen geven dat steun bieden wezenlijk anders is dan overname van zorg. De regie hoort bij de mantelzorger en de zorgvrager te liggen. Afstemming in de regio kan de rol van de lokale ondersteuners versterken door dat wat regionaal kan, ook regionaal te ontwikkelen. Niet elke mantelzorger herkent zich in de term ‘mantelzorger’. Mensen zorgen vanzelfsprekend voor elkaar. De ontwikkelingen en uitkomsten van de regionale projecten: ‘Mantelzorger bekend(t)’ en ‘Structuur aan bod’ spelen daarom een belangrijke rol bij het opzetten van lokale activiteiten om meer mantelzorgers bewust te maken van het feit dat zij mantelzorger zijn en dat ondersteuning de mogelijkheid biedt om mantelzorg te blijven geven. Bij aandacht voor ontwikkelingen hoort ook zicht op de mogelijke gevolgen van het afbouwen van de AWBZ, waarbij onderdelen verdwijnen of anders vorm krijgen in de Wmo. Door de begeleidingsgroep is als voorbeeld genoemd de gevolgen van de veranderingen op de diensten ondersteunende en activerende begeleiding. Zo kan door het wegvallen van ondersteunende begeleiding voor mensen met een ‘lichte’ beperking of stoornis het risico voor overbelasting van de mantelzorger een rol spelen. Daar ligt een belangrijke (regie) rol voor de gemeente. Binnen de gemeentelijke beleidslijnen (Wmo, WWB, et cetera) moet daar waar mogelijk gezocht worden naar oplossingen om overbelasting te voorkomen. Speerpunt 5 Extra aandacht voor specifieke groepen mantelzorgers in Nunspeet In de beleidsbrief van VWS wordt specifieke aandacht gevraagd voor jonge mantelzorgers en allochtone mantelzorgers. De gemeente Nunspeet besteedt momenteel niet expliciet aandacht aan bepaalde groepen mantelzorgers, maar wil dat wel gaan doen. De gemeente kiest op dit moment voor de jonge mantelzorgers en wil in de toekomst aandacht besteden aan andere kwetsbare groepen mantelzorgers. Nader onderzoek moet uitwijzen welke groep(en) daarvoor in Nunspeet voorrang vragen. Uit de rapportage ‘De ketting en de schakels’ blijkt dat in Nunspeet 5.8% van de bevolking van allochtone afkomst is. Deze groep is relatief gezien niet groot maar wel zeer divers.
44
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Om te inventariseren wat de specifieke knelpunten zijn van allochtone mantelzorgers, dient eerst onderzocht te worden welke groepen allochtonen woonachtig zijn in Nunspeet. Meer zicht op achtergrond en cultuurverschillen vormt een belangrijke basis voor het vormgeven van (mantelzorg) beleid. Het aantal allochtone ouderen zal in de toekomst toenemen. Landelijk wordt uitgegaan van een verdubbeling van het aantal allochtone ouderen (periode 2008-2018). Daarnaast zullen de kinderen en kleinkinderen van allochtone ouderen steeds vaker moeite krijgen met het combineren van mantelzorgtaken met andere taken, zoals gezin en werk. Voor de gemeente kan dit aanleiding zijn om de komende jaren extra aandacht te besteden aan haar allochtone inwoners. Jonge mantelzorgers In Nunspeet wonen 7.025 jongeren beneden de 18 jaar (26.3% van de inwoners, dat is meer dan het gemiddelde in Gelderland van 23.3%). Landelijk onderzoek (Mezzo) geeft aan dat naar schatting één op de tien kinderen op een of andere wijze zorgdraagt voor een ouder, broertje, zusje of familielid. Zij zijn extra kwetsbaar, omdat deze taken vaak niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling. Specifieke aandacht voor jonge mantelzorgers was tot voor kort een taak voor het Regionaal Steunpunt Mantelzorg (Icare). In 2008 hebben de regiogemeenten er voor gekozen dat deze taak moest worden overgedragen naar de lokale steunpunten. Voor Nunspeet is deze taak vanaf 2009 neergelegd bij het lokale Steunpunt Mantelzorg. Bij het opheffen van het Regionaal Steunpunt Mantelzorg zijn een aantal regionale taken overgenomen door het RPIZ. Daarbij is als uitgangspunt geformuleerd: Wat (effectief) het best regionaal afgestemd en uitgevoerd kan worden, moet regionaal. Maar ook: Wat (effectief) lokaal kan ook lokaal moet; zo dicht mogelijk en met korte lijnen naar de (jonge) mantelzorger. De gemeente wil dat de signalen van (over)belasting bij jongeren eerder worden herkend door alle partijen, die op één of andere wijze betrokken zijn. Dat knelpunten tijdig worden gesignaleerd en maatregelen op tijd ingezet worden. Dat door alle betrokken partijen wordt afgestemd en samengewerkt om jonge mantelzorgers zo vroeg mogelijk te signaleren en te ondersteunen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin speelt daarbij een belangrijke rol. Jonge mantelzorgers zijn zich vaak (nog) minder dan volwassen mantelzorgers bewust van het feit dat de zorg voor vader of moeder, broertje of zusje een belasting kan betekenen voor het eigen leven. Toch heeft naar schatting één op de tien kinderen een ouder met een lichamelijke aandoening, een psychische stoornis, een verslaving of een zieke broer of zus. Vaak gaat dit ten koste van vrije tijd en school. Voor de problemen die jongeren daarbij ervaren, is weinig aandacht. Jongeren vinden het moeilijk om aan te geven, dat zij de zorg die zij in het gezin leveren of de aandacht die zij daardoor missen zwaar vinden. Zij krijgen daardoor niet of in een (te) laat stadium ondersteuning. De hoeveelheid zorg die een jonge mantelzorger verleent, hangt af van bijvoorbeeld de ernst van de ziekte van de verzorgde, de gezinssamenstelling en/of de financiële draagkracht van het gezin. Ook de mate waarin hulp van buitenaf aanwezig is, telt mee. De huiselijke situatie drukt nagenoeg op alle jonge mantelzorgers. De gemeente vindt het belangrijk om inzicht te krijgen in het aantal jonge mantelzorgers, hoe zij te bereiken zijn, wie de signalen daarvoor het best kunnen opvangen en welke vormen van ondersteuning nodig zijn. Landelijk (Mezzo) bestaat het vermoeden dat kinderen en jongeren vaker mantelzorger zijn zonder dat de omgeving dit signaleert, dat overbelasting dreigt en/of dat zij in hun eigen ontwikkeling daardoor belemmerd worden. Met name bij jongeren in de puberteit leidt mantelzorg soms tot zeer ernstige problemen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
45
Ook bij jonge mantelzorgers dreigt het gevaar van overbelasting. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot slechte schoolprestaties of vluchtgedrag (gebruik van alcohol, drugs en dergelijke). Uit het rapport ‘De ketting en de schakels’ blijkt dat jongeren die opgroeien in gesloten subculturen en jongeren uit gebroken gezinnen extra kwetsbaar kunnen zijn. Vooral de jongeren die opgroeien in gesloten subculturen beschikken veelal wel over voldoende informele sociale contacten, maar minder dan andere jongeren over diversiteit in contacten. Ze zijn minder goed sociaal geïntegreerd. Jongeren die opgroeien in gebroken gezinnen kunnen te maken krijgen met ruzies, echtscheiding, loyaliteitsproblemen, et cetera. Als zij daarnaast nog zorgtaken hebben in het gezin, dan kan dat lijden tot meer problemen dan zij gezien hun leeftijd en ontwikkeling aankunnen. Het niet of niet tijdig signaleren van deze problemen kan voor de jongeren (en de omgeving) grote gevolgen hebben. De gemeente wil met het Steunpunt Mantelzorg en de daarvoor betrokken partijen (scholen, jongerenwerkers, Centrum voor Jeugd en Gezin, kerken, et cetera) plannen ontwikkelen om signalen eerder op te vangen en ondersteuning aan jonge mantelzorgers beter vorm geven. Waar zetten we op in? Om jonge mantelzorgers te signaleren en te achterhalen welke verwijzers daarbij een belangrijke rol spelen, is het belangrijk eerst in te zetten op versterking en aanpassing van het lokale ondersteuningsaanbod, de vormgeving van het Lokale Platform Informele Zorg en de rol en positie van het Steunpunt Mantelzorg in Nunspeet. Als alle betrokken partijen zitting hebben in het Lokale Platform Informele Zorg, de samenwerking en de afstemming is vastgelegd en het backoffice goed functioneert, dan is het eenvoudiger in te zetten op aandacht voor specifieke vraagstukken. Het Steunpunt Mantelzorg, vanaf 2009 ook verantwoordelijk voor specifieke aandacht voor de jonge mantelzorger, speelt hierbij een belangrijke coördinerende rol. Dan wordt het mogelijk om per (gekozen) doelgroep een werkgroep te formeren en met elkaar aan de slag te gaan. Op korte termijn starten met een werkgroep jonge mantelzorgers ligt daarbij voor de hand. Het Lokale Platform Informele zorg zal dan ook bij haar inzet op brede samenstelling van haar leden extra aandacht besteden aan het betrekken van partijen die gericht zijn jonge mantelzorgers.
6.5 Samenvatting Om er voor te zorgen dat mantelzorgers kunnen blijven zorgen en dat meer mantelzorgers ondersteund worden in hun eigen wijk of kern, heeft de gemeente voor de periode 20102013 een aantal speerpunten en acties geformuleerd. De gemeente wil dat het huidige ondersteuningsaanbod, het Lokale Steunpunt, toegankelijk is voor alle mantelzorgers ongeacht hun leeftijd, leefstijl of (kerkelijke) achtergrond. Een heldere structuur voor mantelzorgondersteuning, waarin afstemming en samenwerking tot doel hebben zoveel mogelijk mantelzorgers de ondersteuning te bieden die zij nodig hebben, is daarvoor een voorwaarde. In het Lokale Platform Informele Zorg moeten alle partijen zitting nemen die betrokken zijn bij het ondersteunen van mantelzorgen. De wijze waarop de gemeente haar regierol hier in gaat nemen is bepalend voor het welslagen. De gemeente gaat zich ook inzetten om de combinatie van werk en mantelzorg toegankelijk (er) te maken. De gemeente heeft hierin een dubbelrol. Met de invoering van de Wmo heeft de gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid gekregen voor de ondersteuning van mantelzorgers, als (een grote) werkgever in Nunspeet kan zij een voorbeeldfunctie hebben voor bedrijven in Nunspeet en de omgeving.
46
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
De pijlers waarop de gemeente zich de komende jaren zal gaan richten zijn: samenwerking met gemeenten in de regio, afstemming over wat regionaal kan en lokaal moet, ervoor zorgen dat de mantelzorger zich (h) erkent voelt, zorgen dat overbelasting voorkomen wordt en dat specifieke groepen extra aandacht krijgen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
47
48
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
7. Planning en financiën
In hoofdstuk 6 staan de doelen en voorgenomen acties beschreven. Voor de daadwerkelijke uitvoering zijn een planning en taakverdeling nodig en natuurlijk voldoende middelen. Deze komen in dit laatste hoofdstuk aan bod.
7.1 Financiën Mantelzorgondersteuning In het verleden kregen organisaties op basis van de CVTM-regeling (Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg) van het zorgkantoor subsidie. Met de invoering van de Wmo per 2007 zijn deze middelen overgegaan naar de gemeenten. Vanaf 2008 is er binnen het Wmobudget geen apart CVTM-budget meer te onderscheiden. De gemeenten krijgen één Wmobudget en zijn zelf verantwoordelijk voor de verdeling van de middelen. Uitgaven voor mantelzorgondersteuning worden uit het Wmo-budget betaald. Uit deze gelden ontvangen mantelzorgorganisaties subsidie. Het Venster heeft een eenmalige subsidie van € 32.600,- voor het lokaal mantelzorgcompliment 2008-2009 ontvangen en een eenmalig projectsubsidiebedrag van € 13.773,- voor het project ‘(Over)belaste mantelzorger’ 2009-2011. Omdat minder mensen dan verwacht gebruik hebben gemaakt van het mantelzorgcompliment, heeft de staatssecretaris besloten om de onderbesteding van deze regeling éénmalig in het gemeentefonds te storten op basis van het inwonersaantal. Uren Voor mantelzorgondersteuning heeft de gemeente geld beschikbaar gesteld voor ambtelijke ondersteuning. Voor een goede uitvoering en regievoering van dit beleid is het van belang dat er voldoende uren beschikbaar komen.
7.2 Planning en taakverdeling Deze nota is samen met de daarvoor ingestelde begeleidingsgroep (vertegenwoordigers van organisaties en aanbieders van informele zorg) tot stand gekomen. Deze nota zal als eerste in conceptvorm worden aangeboden aan de Wmo-adviesraad. Daarna wordt deze nota behandeld in de Raad. Na goedkeuring van de nota door de Raad, zullen de voorgenomen acties samen met de betrokken partijen verder worden uitgewerkt tot een werkplan. In eerste instantie voor 2010. In dit plan worden per activiteit de taakverdeling, planning en de kosten beschreven. De brede toegankelijkheid en de plaats van het steunpunt plus het vormgeven van een goede infrastructuur hebben de hoogste prioriteit (speerpunt 1) en zullen als eerste in 2010 worden uitgewerkt. Bij dit punt heeft de gemeente de regie en ze is tevens verantwoordelijk voor de besluitvorming.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
49
Communicatie is een randvoorwaarde voor het welslagen van de uitvoering van deze nota. Na het vaststellen door de Raad zal deze nota naar alle burgers, instellingen en (professionele en vrijwilligers) organisaties (die samen met de gemeente het beleid Informele Zorg uitvoeren) worden gecommuniceerd. Jaarlijks vindt terugkoppeling plaats van de voortgang van het beleid.
50
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 1
Overzicht mantelzorgondersteuning met acht basisfuncties
Het schema geeft een overzicht van de invulling van acht basisfuncties in Nunspeet. I = informatie A = advies en begeleiding E = emotionele steun Ed = educatie P = praktische hulp F = financiële ondersteuning M = materiële ondersteuning R = respijtzorg Het schema is samengesteld door de werkgroep en geeft een overzicht van het aanbod. Het is mogelijk niet volledig en het schema geeft geen informatie over de kwantiteit en kwaliteit van de diensten.
Zorgcentrum Bunterhoek (inclusief extramurale ondersteuning) Rode Kruis
I
A
E
X
X
X
De Zonnebloem AMW
X
X
Meerkanten Indigo
X
X
MW Ziekenhuizen en verpleeghuizen * zie knelpunten Consultatiebureau Alcohol en Drugs (Tactus) ** zie opmerkingen Kalkur/Interact Contour
X
P
F
M
R
Doelgroep
X
Bewoners, familie en vrijwilligers
X
Vrijwilligers en zelfstandig wonende mensen met beperking en CZ
X
Vrijwilligers en gasten c.q. hun familie
X
X
Familie/mantelzorgers van mensen met psychische problemen
X
Mensen met verslavingsproblematiek en MZ
X
X
X
Philadelphia (inclusief de oudervereniging)
X
X
X
Oranjehof (inclusief extramurale ondersteuning
X
X
X
Alzheimer Café
X
X
X
Spectrum, CMO Gelderland
Ed
|
X X
X
Mensen met lichamelijke beperking en NAH, familie en zorgvrijwilligers
X X
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
VGunter ouders en zorgvrijwilligers X
Ouderen en familie/mantelzorg Dementerenden en hun mantelzorgers
51
I
A
E
Ed
P
MEE-Veluwe
X
X
X
X
X
Gemeente Nunspeet (inclusief Wmo-loket)
X
Huisartsen*
X
X
X
Ittmannshof
X
X
X
Vrijwilligers Centrale (zorgvrijwilligers)
X
X
Kerken
X
X
X **
F
M
X**
X
Thuiszorg Icare (inclusief specialistische verpleging) ** Zorgkantoor -PGB Mantelzorgcompliment (uitgevoerd door SVB) Steunpunt Mantelzorg Nunspeet
Iedereen X
X
X
X
X
X
X
X
X
X**
Iedereen X
Cliënten ter ontlasting van de mantelzorgers
X
Mensen met verstandelijke beperking
?
Leerlingen en ouders of verzorgers
X
Iedereen X
X
X
X
Het Venster
X
X
X
X
Nederlandse Patiëntenvereniging**
X
X
Doelgroep familie en omgeving Mantelzorgers Zorgvrijwilligers
X
X
Iedereen
Mantelzorgers van alle leeftijden X
X
X
55+, maar uitzonderingen worden niet uitgesloten Iedereen
Handen in huis Landelijk **
X
SWON
X
X
X
X
Stichting Hulpdienst
X
X
X
X
AMW (MW Veluwe)
X
X
X
Humanitas (zowel lokaal als regionaal actief; dienstverlening kan per gemeente verschillen)
X
X
X
52
Iedereen
X
X
Doelgroep Mensen met beperking en/of chronisch zieken
Logeerhuizen Helpende handen (is vrijwilligersorganisatie van de gereformeerde gemeente) ZMLK De Wingerd
R
X
X
X
55+, uitzonderingen worden niet uitgesloten X
X
Vakantie voor mantelzorgers met ondersteuning thuis
Alle leeftijden in praktijk: 90% ouderen Iedereen
X
Iedereen
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
I
A
E
X
X
X
Mantelzorgvereniging MEZZO X
X
Het Baken, dagbehandeling
X
X
Ouderenbonden
X
X
Verschoorschool
Landstede
* •
•
•
Ed
P
F
M
R
Doelgroep Kinderen met autisme en aanverwante stoornissen en ouders of verzorgers.
X
X X
X
Alle mantelzorgers
X
Thuiswonende ouderen Leden van de ouderenbonden Vrijwilligers en mantelzorgers
Knelpunten Ten aanzien van maatschappelijk werk, ziekenhuizen en verpleeghuizen: verwijzing en toeleiding naar de juiste zorg gebeurt nu incidenteel. Het is wenselijk dat deze organisaties met elkaar afstemmen, onder andere met als doel: doorverwijzing naar de juiste zorg op het juiste moment. De huisarts is vaak één van de eersten die (dreigende) overbelasting kan signaleren. Afstemming en samenwerking met huisartsen wordt als onvoldoende en daarmee als knelpunt ervaren. Huishoudelijke hulp (via Wmo) zou vaker ingezet kunnen worden, dan nu het geval is, ter ontlasting van de mantelzorger.
** Opmerkingen • Tactus organiseert onder andere specifieke cursussen voor jonge mantelzorgers van ouders met een verslavingsproblematiek. • De gemeente kan praktische hulp bieden in de vorm van huishoudelijke hulp ter ontlasting van de mantelzorger. Dit kan echter een knelpunt worden als de huishoudelijke hulp niet wordt geïndiceerd, omdat er mantelzorg aanwezig is. Zie knelpunt! • Zorgkantoor, PGB en Mantelzorgcompliment zijn ook voorbeelden van financiële hulp c.q. ondersteuning. • Alleen gemeenten en kerken hebben voorzieningen en/of maatregelen om financiële ondersteuning te bieden. Veel van de andere organisaties bieden praktische ondersteuning, die kan leiden tot financiële ondersteuning, zoals onder andere gebruik maken van fondsen en subsidies of informatie geven, zodat zorgvragers bij de juiste instanties komen. • ‘Handen in huis’ is een landelijk uitgevoerde voorziening, die is opgenomen in bijna alle zorgverzekeringspakketten. Het biedt mantelzorgers de mogelijkheid om op vakantie te gaan, terwijl de verzorging thuis wordt overgenomen. Uitvoeringsorgaan heeft domicilie in Bunnik. • Er zijn meerdere thuiszorgorganisaties in de regio Noord-Veluwe. Echter, niet iedere organisatie biedt in Nunspeet mantelzorgondersteuning. • De NVP is bezig met de ontwikkeling van een pilot om mantelzorgers met een christelijke achtergrond te herkennen en te erkennen. Deze ontwikkelingen worden zowel lokaal als regionaal gevolgd. Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
53
•
•
•
54
Met een aantal organisaties (de scholen, MEE, et cetera) moet nog contact worden gezocht om te verifiëren of de diensten die ingevuld staan ook inderdaad door hen geleverd worden. Kinderen zijn vaker mantelzorger zonder dat de omgeving signaleert dat overbelasting dreigt of dat zij onvoldoende toekomen aan eigen ontwikkeling. Meer aandacht voor signalering en afstemming is wenselijk! Een aantal organisaties weet elkaar redelijk te vinden ten aanzien van ondersteuning, dienstverlening en zorg aan ouderen. Er zijn nog geen structurele afstemmings- c.q. samenwerkingsverbanden.
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 2
Overzicht informatievoorzieningen mantelzorgers
De lijst is mogelijk niet volledig, maar geeft een beeld van de verschillende manieren van informatieverstrekking aan mantelzorgers.
Digitale informatievoorziening •
Digitaal loket Nunspeet (www.lokaalloket.nl/Nunspeet) Informatie in de gemeente over wonen, welzijn en zorg.
•
Zorgwijzer (http://zorgwijwer-ge.socard.nl) Adresgegevens op het gebied van zorg en welzijn en informatie over activiteiten en cursussen.
•
Gemeentegids Nunspeet (www.nunspeet.nl) Informatie over adressen.
•
Mezzo (www.Mezoo.nl) Algemene informatie over mantelzorg en lokale adressen.
•
Per Saldo organisaties voor gebruikers van een PersoonsGebondenBudget (PGB) (www.pgb.nl)
•
Digitaal platform (http://www.mantelzorgerbenjenietalleen.nl) Informatie voor en door mantelzorgers met een digitale webkrant (Noord-Nederland).
•
Site van Het Venster www.hetvenster-nunspeet.nl
•
www.swon.org/welkom.htm Informatie over aanbod lokaal ouderenwerk.
•
Hyves Mantelzorgnetwerk (www.mantelzorgcontact.hyves.nl) Vriendinnetwerk om kennis en ervaringen uit te wisselen.
•
Verslaafde ouders (www.drankjewel.nl) Internetsite die speciaal gemaakt is voor kinderen van verslaafde ouders (interactief).
•
Ouders met psychische problemen (www.kopstoring.nl) Voor jongeren van ouders met psychische problemen. Er is informatie te vinden en via de mail kunnen jongeren vragen stellen aan deskundigen. Ook is er een forum.
•
Lokale jongerensite (www.imovenunspeet.nl) Informatiesite voor jongeren over diverse thema’s (ontwikkelingen) in Nunspeet.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
55
•
Site speciaal voor Marokkaanse mantelzorgers (www.zorgenvoorjeouders.marokko.nl) Informatie, actieve kennis en ervaringen uitwisselen.
•
Combinatie werk en gezin mogelijk maken (www.regeltante.nl) Regeltante wil obstakels die in de weg staan om werk en (zorg in) huis te combineren wegnemen.
Folders en flyers • Bij het lokale Steunpunt Mantelzorg Nunspeet zijn folders beschikbaar. • Gemeentegids met voorzieningen en adresgegevens. • Folders van zorg- en welzijnsaanbieders. • Het geheugensteuntje: informatiegids over geheugenproblemen. • Mezzo: diverse folders en flyers met praktische informatie voor mantelzorgers, onder andere: aanvragen van hulp, hulpmiddelen, persoongebonden budget en extra uitgaven.
Mondeling (face-to-face of telefonisch) • Wmo-loket. • Lokaal Steunpunt Mantelzorg. • Diverse instellingen voor zorg en welzijn. • Ouderenadviseurs. • Patiëntenorganisaties.
56
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 3
Plaats van het Steunpunt Mantelzorg Nunspeet
Aanleiding De gemeente Nunspeet bereidt een beleidsnotitie Mantelzorg voor. Daarin zoekt zij onder andere naar de beste plaats van het steunpunt. De huidige plaats staat ter discussie, omdat deze is ondergebracht bij Het Venster, een organisatie die zich inmiddels 30 jaar sterk maakt voor het welzijn van zelfstandig thuiswonende ouderen en hun mantelzorgers. De gedachte zou zijn dat jongere mantelzorgers mogelijk de weg naar het steunpunt niet zullen volgen, vanwege een associatie met het genoemde ouderenwerk. Niet-christelijke mantelzorgers zouden moeite kunnen hebben met het feit dat het steunpunt ondergebracht is bij een christelijke organisatie. Aan Het Venster is gevraagd om een bijdrage te leveren aan genoemde discussie.
Overweging bij de start Toen Het Venster in 2003 door het zorgkantoor werd gevraagd om een plan in te dienen voor de opzet van een steunpunt en vervolgens de verantwoordelijkheid voor dat steunpunt kreeg toegewezen, lagen er drie redenen ten grondslag aan die beslissing: • Het Venster was, in praktische zin, al actief voor mantelzorgers. • Geschat werd dat het overgrote deel van de mantelzorgers behoorde tot de 55plussers of zorg verleende aan iemand uit die doelgroep. 10 • Met de diverse praktische diensten van Het Venster zou deze in staat zijn om heel snel een mantelzorger praktisch te ondersteunen en/of respijtzorg aan te bieden, waardoor op zeer korte termijn de draaglast van deze mantelzorger verminderd zou kunnen worden. Het Venster heeft, met relatief weinig middelen, zowel dit frontoffice als ook een 11 belangrijk deel van de backoffice inhoud gegeven. Inmiddels zijn relatief veel mantelzorgers in het cliëntenbestand opgenomen.
Onafhankelijkheid van het steunpunt Dat sommige mantelzorgers de weg naar Het Venster mogelijk niet willen gaan, is tot op heden op geen enkele manier aangetoond. Het project ‘Mantelzorgcompliment 20082009’, waarbinnen deze gedachte ook werd aangereikt, gaf geen enkel draagvlak. Belangrijker is dat het steunpunt wordt bemand door professionele krachten, een goede bereikbaarheid heeft, een ruime openingstijd kent én mantelzorgers niet alleen begeleidt, maar ook concreet verlicht in hun taken. Voor deze punten heeft het steunpunt zich in de afgelopen zes jaar ingezet en zij wil, nu er eindelijk meer belangstelling en geld voor mantelzorg komt, zich ook blijvend inzetten. Uiteraard staat Het Venster daarbij open voor kritische geluiden van derden. 10
Denk aan de bezoekdienst, de hulp- en klussendienst, de oppasservice chronisch zieken, de terminale vrijwillige thuiszorg, de personenalarmering én de diverse mogelijkheden voor maaltijden en recreatie. 11 In vergelijking met (deel)gemeenten als Kampen, Elburg en Amsterdam-Centrum. Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
57
Concreet Het Venster heeft uit overweging van efficiency het steunpunt maximaal laten profiteren van de faciliteiten van Het Venster. Uiteraard is zij bereid om een ontvlechting toe te passen met behoud van professionaliteit. Concreet kan dit betekenen dat op alle werkdagen een speciaal daartoe opgeleid persoon een baliefunctie voor het steunpunt gaat vervullen en dat de uiterlijke kenmerken van het steunpunt meer worden belicht. Ook kan het steunpunt volledig worden overgebracht naar Zorgplein De Enk mét een eigen telefoonnummer, e-mailadres, et cetera. Maar de vraag is of dit wenselijk is. Waarom extra kosten maken? Waarom zaalruimte huren, en waar?, als in een goede samenwerking de ruimte al beschikbaar en betaald is? Het aantal mantelzorgers dat zich wendt tot het steunpunt neemt toe. Op dit moment staan ruim 465 mantelzorgers geregistreerd. Het betreft jongeren en ouderen, die individueel worden begeleid en door middel van lotgenotencontact elkaar ook verder helpen. Juist de combinatie van het steunpunt met Het Venster geeft voor hen veel mogelijkheden in de verlichting van hun zorglast. Er is al veel bereikt en de ambitie is aanwezig om daarin nog behoorlijk te groeien. Drie (parttime) mantelzorgconsulenten zijn actief voor het steunpunt. Een onafhankelijke klankbordgroep is sinds 2005 actief. Landelijke fondsen en derden zijn nog steeds bereid om vernieuwende en verdiepende 12 voorstellen ook financieel te ondersteunen . Met Nunspeetse organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg en met huisartsen wordt steeds intensiever samengewerkt. Een samenwerking waarbij de mantelzorger bepaalt wie de regiefunctie heeft. Wanneer bijvoorbeeld een mantelzorger wordt doorverwezen naar een andere organisatie, wordt samen bepaald wie daartoe het initiatief neemt en of terugkoppeling plaats dient te vinden. Voorstellen Het Venster komt tot de volgende voorstellen: 1. Het Venster blijft voor de budgetperiode van 2010-2013 verantwoordelijk voor het Steunpunt Mantelzorg. 2. In die periode zal het steunpunt zich meer profileren vanuit Zorgplein De Enk. 3. Voor de dorpskernen Elspeet, Hulshorst en Vierhouten zal een op maat gesneden oplossing worden gezocht in overleg met andere organisaties. 4. In 2011 wordt een objectief onderzoek gestart naar de plaats van het steunpunt in de gemeente Nunspeet. Resultaten zullen halverwege 2012 beschikbaar zijn.
Nunspeet, 8 oktober 2009. John Hoving
12
Het project ‘(Over)belaste mantelzorger’ is vanaf 1 oktober 2009 van start gegaan voor de duur van drie jaar. Het project wordt voor 80% gefinancierd door externe partijen. 58
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 4 Ledenlijst deelnemers begeleidingsgroep
Lid van de Wmo-raad Mevrouw C.K. de Graaff Prinses Christinastraat 67 8071 LS Nunspeet
[email protected] Diaconaal Platform De heer A. Sulman Frans Huismansstraat 4 8072 HH NUNSPEET (0341) 25 62 53
[email protected] Rode Kruis Mevrouw T. Alkema Groenelaantje 6 8071 ZA Nunspeet
[email protected] De Zonnebloem Mevrouw A. Heydra Prins Bernardstraat 48 8071 LT Nunspeet Zitting in de begeleidingsgroep: B. Kahl Molenbergweg 131 8075 PH Nunspeet 0577 – 490049
[email protected] Het Venster De heer J. Hoving en mevrouw L. Draaijer Elburgerweg 15 8071 TA Nunspeet
[email protected] [email protected] Woonzorg Unie Veluwe Mevrouw S. Drost Postbus 111 8070 AC Nunspeet
[email protected]
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
59
Algemene Hulpdienst Nunspeet Mevrouw K. van de Brink (ook van SWON en Alzheimercafé) Postbus 222 8070 AE Nunspeet
[email protected] SWON Mevrouw J. Lutgerink Postbus 17 8070 AA Nunspeet
[email protected] Nederlandse Patiënten Vereniging Mevrouw J.S. Balen Bremhoek 9 8072 KB Nunspeet
[email protected] Maatschappelijke Dienstverlening Veluwe Mevrouw G. Leusink Stationsplein 18d 8071 CH Nunspeet 0900 - 2300230
[email protected]? Meerkanten/Indigo Mevrouw H. de Graaf Postbus 1000 3850 BA Ermelo 0341-566911
[email protected] Oranjehof zorgcentrum voor ouderen Mevrouw C. de Visser Gerrit Mouwweg 13 8075AT Elspeet
[email protected]
60
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
61
62
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 5
Samenvatting onderzoek Informele Zorg, Regio Oost-Veluwe
Door middel van de nulmeting krijgen de gemeenten inzicht in de huidige stand van zaken op een tot nu toe voor hun relatief onbekend terrein van mantelzorgondersteuning. Het onderzoek Informele Zorg geeft de gemeenten handvatten om een passend ondersteuningsaanbod te ontwikkelen voor de betrokken spelers: organisaties, zorgvrijwilligers, mantelzorgers en steunpunten. Organisaties hebben zorgvrijwilligers nodig om het werk te verlichten en bij te dragen aan een goede sfeer. Bijna de helft van de organisaties werkt niet samen. Daar waar wel samenwerking is, gebeurt die op regionaal en gemeentelijk niveau. Het grootste probleem voor organisaties is de bemensing. De meeste ondersteuningsbehoefte ligt bij organisaties op het gebied van werving en behoud van zorgvrijwilligers. De meeste zorgvrijwilligers die hebben meegedaan aan het onderzoek zijn vrouw. Het overgrote deel doet vaste klussen, doet meer vrijwillige inzet dan toen hij ermee begon en ervaart het vrijwilligerswerk als even leuk of leuker. Motieven om zorgvrijwilliger te zijn, zijn: anderen helpen (60%), maatschappelijke betrokkenheid (49%) en omdat het leuk is (37%). Eenderde van de zorgvrijwilligers heeft behoefte aan ondersteuning: kennis en informatie (72%) en uitwisselen van ervaring (64%). 82% is zeer of voldoende tevreden over het ondersteuningsaanbod. Vervanging regelen ervaren veel zorgvrijwilligers als lastig. Dit is dan ook de grootste ondersteuningswens (40%). Driekwart van de mantelzorgers is vrouw. Ongeveer 80% is langer dan 2 jaar mantelzorger. 80% ervaart enige mate van overbelasting. De meeste mantelzorgers wensen ondersteuning op één of meerdere gebieden, vooral informatie, advies en begeleiding en praktische hulp scoren hoog. Eenderde kan voor steun in onvoldoende mate terecht voor ondersteuning. 80% maakt geen gebruik van respijtzorg. Vier mantelzorgconsulenten van steunpunten hebben de vragenlijst ingevuld. Alle steunpunten bieden individuele gesprekken en hulp bij financiële zaken. Maar één steunpunt biedt respijtzorg. Zij hebben veel te maken met het verstrekken van informatie aan mantelzorgers. Drie steunpunten wensen ondersteuning op respijtzorg, één op het informeren van mantelzorgers en één op educatie.
Speer- en actiepunten voor gemeentelijk beleid: Creëer lichte vormen van ondersteuning, vermijd bureaucratie: Mantelzorgers hebben doorgaans al in vroeg stadium een steunvraag. Velen weten niet waar deze te stellen en raken teleurgesteld in de bureaucratische molen van indicatiestelling en toewijzing van hulpmiddelen. Steunpunten signaleren dit ook. Lichte vormen van ondersteuning bieden soelaas, evenals een kritische blik op het bureaucratisch gehalte van de administratieve kant van de zorgvraag.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
63
Creëer een betere afstemming van het aanbod Uit het onderzoek komt naar voren dat er weinig samengewerkt wordt. Dit geldt voor zowel zorgvrijwilligers als voor instellingen. Ook kent men elkaars aanbod onvoldoende. Waar dit wel het geval is, ontvangen mantelzorgers sneller de gewenste ondersteuning. De verbetering van deze afstemming betreft zowel professionele als vrijwilligersorganisaties. Creëer meer bekendheid over en richting mantelzorgers Steeds meer mensen kennen het begrip ‘mantelzorger’. Toch worden jongeren, allochtonen of ouderen die een familielid of partner verzorgen nog onvoldoende bereikt. Algemene campagnes helpen, vooral via de krant en huis-aan-huisbladen. Hiernaast zijn vindplaatsgerichte acties nodig. Als deze groepen sneller in beeld komen en aanbieders hun aanbod beter (kunnen) afstemmen, kunnen organisaties hulpvragen steeds makkelijker oppakken. Onderken het belang van zorgvrijwilligers en handel ernaar Op dit moment zijn de meeste zorgvrijwilligers vrouwen in de leeftijd van 45 tot 65 jaar. Organisaties beschouwen de werving van nieuwe zorgvrijwilligers als knelpunt, terwijl ze noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van de organisatie. Ook leveren ze een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers. Er moet specifieke aandacht komen voor het werven en behoud van zorgvrijwilligers. Als u de complete samenvatting wilt lezen, dan kunt u die aanvragen bij Henriëtte van Gils, projectleider Informele Zorg Regio Noord-Veluwe. Telefoonnummer: (0341) 47 44 65, e-mail:
[email protected] of via de website van Spectrum CMO: www.spectrumgelderland.nl.
Speeddaten in Nunspeet In het kader van de nulmeting is in vier van de zes gemeenten aan de hand van de resultaten met mantelzorgers gesproken. Nunspeet koos voor de werkvorm ‘speeddaten’ waarbij willekeurig in de vier kernen mensen zijn gevraagd of zij voor iemand zorgen. Gaven mensen aan voor niemand te zorgen en dat ook in het verleden niet te hebben gedaan, dan stopte de ‘date’. Aantal ondervraagden: 66 Vraag 1: Zorgt u voor iemand? Aantal Ja Nee
44 56
Vraag 2: Wat is de zorgrelatie? Aantal Partner 13 Kind 7 Familielid 23 Buur 2 Anders, namelijk: 1 Jonge vrouw met psychische problemen in huis genomen. 64
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Vraag 3: Hoe lang bent u al mantelzorger of mantelzorger geweest? Aantal < half jaar half jaar - 3 jaar 4 - 6 jaar 7 - 9 jaar 10 - 12 jaar 13 - 15 jaar 16 - 18 jaar 19 - 21 jaar 22 - 24 jaar 25 - 27 jaar > 50 jaar
1 11 4 2 2 2 1 1 0 1 1
Totaal aantal respondenten na vraag 1b
37 (100%)
Vraag 4: Kent u het begrip mantelzorger? Aantal Ja Nee Geen antwoord
28 4 5
Percentage 75,7 10,8 13,5
Vraag 5: Wat roept het begrip 'mantelzorger' bij u op? Aantal Herkenbaar Doe je gewoon Zegt mij niets Anders, namelijk
11 26 2 7
Aanvullende opmerkingen: • Als het lang duurt dan voelt het toch anders. • Definitie. • Vanzelfsprekend. • Goed dat er zoveel aandacht voor komt. • Er zijn zoveel mensen die aandacht nodig hebben, iedereen heeft het druk. Neem de tijd voor elkaar. • Het druk hebben. • Iets voor een ander betekenen. • Overdracht van liefde.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
65
Vraag 6: Thema's Thema overbelasting: Ervaart u overbelasting? Aantal Ja
Percentage 22 59,5
Opmerkingen: Soms last. • Doe het met plezier. Het kost niet zoveel tijd en je doet het eigenlijk vanzelf. • Vaak, je wordt beperkt in je vrijheid, bijvoorbeeld niet met vriendinnen op vakantie. Er moet altijd iemand zijn. • Afhankelijk van de situatie. • Er komt veel bij kijken. • Ziet het om zich heen! Klopt. • Medelijden/liefde tot familielid. • Ervaring met een zus. Soms een grote zorg. • Soms. • Soms (altijd planning maken). • Soms een belasting van zorgen. • Het was niet te veel, wel zwaar. • Soms wel. Ene keer meer hulp nodig dan de andere keer. • Veel verantwoording. • Soms moeilijk, psychische belasting. • Vaak een belasting. • Het begint bekend. Je weet het eind niet. Belasting groeit. •
Aantal Nee •
10
Percentage 27,0
Er is sprake van liefde. Dan is er geen overbelasting. Medicatie vergeten et cetera. Het gaat om kleine dingen. Geen last. Geen volledige zorg nodig, moeder zat in een zorgcentrum. Je gaat gewoon door. Ik zie het niet als last. Had hoger percentage verwacht van 'geen last'. Je doet het uit liefde. Had er zelf geen last van.
• • • • • • •
Aantal Geen antwoord
5
Percentage 13,5
Totaal aantal respondenten na deze vraag 32 (100%)
66
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Thema ondersteuning: Maakt u gebruik van ondersteuning? Aantal 22
Ja • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Percentage 68,8
Alleen praktische hulp: medicatie en verpleegkundige. Doen verder alles zelf en willen dit. Sinds een week pastorale zorg. Praktische hulp geef ik zelf. Info ook, als ik het niet weet, zoek ik hulp bij instanties. Informatie. Alle drie belangrijk geweest voor hen. Meest ondersteuning en meest informatie dan advies en praktische ondersteuning. Thuiszorg (laatste jaar) Vanuit instelling advies en begeleiding. Op dit moment hulp van Icare en psycholoog. MZ wil zelf doen. Heeft informatie en advies nodig. MZ wil zelf doen. Info en begeleiding nodig. Praktische hulp, douche partner Praktische hulp. Vrouw heeft spierziekte en nu is het moment gekomen om hulp in te schakelen. Informatie is belangrijk voor hen geweest. Advies en hulp komt van kinderen en kleinkinderen. Hulp van een therapeut. Praktische hulp. Praktische hulp werd opgelost door de kinderen. Informatie zorgloket.
•
Aantal 9
Nee • • • • • • • •
Er werd van je verwacht dat je het deed. Ervaart minder steun. Praktische hulp eerder. Ondersteuning was minimaal. Heb ik niet nodig. Moeder was helemaal helder, herken het ook niet. Kiest er zelf voor. Kan het zelf goed aan. Geen antwoord
•
Percentage 28.1
Aantal 1
Percentage 3,1
Per situatie verschillend. Niet te snel hulp vragen. Laat eerst God de richting aangeven. Je mag wel hulp vragen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
67
Thema toeleiding: Hoe bent u toegeleid naar deze ondersteuning?
Ja •
Aantal 19
Percentage 59,3
Via huisarts (ziekenhuis, nazorg). Krant. Veel gelezen in huis-aan-huis krant. Via huisarts en ziekenhuis. Via zorginstelling tot nu toe. Via huisarts (ziekenhuis) Huisarts. Welzijnsinstelling. Via praktijkondersteuner van de huisarts informatie gekregen. Via vriendin. Niet de huisarts, omdat ik er zelf niet kom. Wel huis-aan-huis en computer over ziektebeeld. Via de huisarts. Gemeente. Zorginstelling Oranjehof. Paar morgens daarheen voor hen verademing. Van anderen gehoord dat dat kon.
• • • • • • • • • • • • •
Nee •
Aantal 10
Percentage 31,2
Vanzelf ingegroeid, na schooltijd al thuis blijven helpen en dat ging zo door. Wij vinden dit vanzelfsprekend. Gemeente en huisarts. Er is weinig aandacht voor een moeder van een psychisch zieke volwassen dochter. Eerste stap zou zijn naar de huisarts. Eerder aan omstanders gedacht. Thuiszorg. Is al 15 jaar geleden. Mantelzorg was toen nog geen gangbare term. Weinig mensen die erop hebben gewezen dat er ondersteuning mogelijk is. Op eigen gelegenheid gedaan.
• • • • • • •
Geen antwoord •
Aantal 3
Percentage 9,3
Onbekend. Hulp gaat automatisch. Niet van toepassing.
•
68
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Thema behoefte aan ondersteuning: Heeft u behoefte aan ondersteuning? Aantal 21
Ja • • • • • • • • • • • • •
Emotionele steun. Zeker in nabije toekomst. Zelf initiatief nemen. Informatie en praktische hulp. Als je geen informatie hebt, weet je niet waar je moet zijn. Zou graag meer mogelijkheden willen weten. Ja respijtzorg. Graag meer hulp gehad, graag zelf willen doen. Behoefte praktische hulp. Als er bijzonderheden zijn begeleiding. Mevrouw zit zelf ook in de zorg. Achteraf was er zeker behoefte aan begeleiding en ondersteuning. Best grote behoefte aan ondersteuning. Vooral behoefte aan informatie en advies en begeleiding. Ik weet de informatiepunten te vinden. Aantal 9
Nee • • • • • • • •
Percentage 66,0
Percentage 28,0
Genoeg informatie. Hoofdzakelijk advies en begeleiding. Waarschijnlijk in de toekomst (emotioneel). Ik ben nog fit. Misschien af en toe hulp in de huishouding. Is op dit moment niet nodig. Praktische hulp eerder. Er is alleen sprake van informatie, geen begeleiding of praktische hulp. Was altijd het weekend bij mij. Aantal 2
Geen antwoord
Percentage 6,0
Thema respijtzorg: Maakt u gebruik van respijtzorg? Aantal 21
Ja • • • • • • • •
Percentage 66,0
Wil daar graag gebruik van gaan maken (kent dit al wel). Mantelzorger wil het zelf doen. Je staat er ook niet bij stil dat het kan. Mantelzorger wil zelf zorgen en kan het moeilijk uit handen geven. Het mag wel. Zorg dat je het vol houdt. Er moet nog iemand voor komen. Weten de weg niet. Via Itmanshof. Kan wel voor een dag of vakantie, maar hij wil niet. Geen vreemden. Zelf geen gebruik van gemaakt. Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
69
•
Mantelzorger voelt zich onmisbaar. Gunt zich geen rust. Niet nodig gehad. Was er niet. Doen alles zo veel mogelijk samen. Oranjahof. Wilhelmina Uddel. Zelf heb ik er niets mee. Alleen dagje uit met zorgcentrum. De zorgvrager wil ook geen hulp. Maakt hier geen gebruik van.
• • • • • •
Nee •
Aantal 9
Percentage 28,0
Ik weet niet wat dit is. Dagelijkse respijtzorg. Dochter komt een dag oppassen. We weten niet wat respijtzorg is. Speelt niet, vanwege recente opname verzorgingshuis. Onbekend mee, wel goed.
• • • •
Geen antwoord •
Aantal 2
Percentage 6,0
Behoefte aan een dag er niet heen. Ik neem mijn buurvrouw mee op vakantie. Als ik niet kan, komt haar dochter.
•
Thema waardering: Ervaart u waardering voor u werk als mantelzorger?
Ja •
Aantal 26
Percentage 81,2
Ook kerk waardeert mantelzorg en geeft ondersteuning (emotioneel en praktisch) Familie man en buren. Ervaart het zelf ook zo. Vooral van hulpvrager zelf en ook familie. Familie en vrienden. 53 jaar getrouwd en zo blijf je bij elkaar. Familie zegt het vaker, maar man waardeert. Veel waardering van de kinderen van de zus. Hulpvrager vindt het normaal. Steun van je eigen mensen. Waardering door zowel hulpvrager als familie. Meestal ouderen. Gewoon! Vergeetachtig. Niet altijd aandacht voor de mantelzorgers. Als familielid geef ik dat wel in de trant van: jij hebt het ook zwaar. Voor mij was dit anders. Voornamelijk waardering van de eigen dochter en familie. Familie, mantelzorgconsulent. Meer van familie. Je doet het bij de hulpvrager nooit goed.
• • • • • • • • • • • • • • •
70
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
•
Ouders, broers en schoonzussen veel waardering. Gemeente vorig jaar op bezoek gehad. Aantal 3
Nee • • •
Meer verwachtingen als waardering. Alleen hulpvrager waardeert. Weinig of geen waardering voor de mantelzorg. Aantal 3
Geen antwoord •
Percentage 9.8
Percentage 9.8
Meeste waardering van familie van de hulpvrager.
Vraag 7: Kijkend naar de uitkomsten, waar zit voor u het belangrijkste knelpunt? • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Niet, ik het er niet zo veel werk aan. Periode van onzekerheid, moeilijk om hulp te vragen. Nog geen knelpunt, er moet nu wel zorg ingezet. Hulp in huishouding. Geen knelpunt. Waar ligt het probleem bij hulpvrager. Hoge verwachtingen. Dat voor haar zelf te zwaar wordt. Lengte van de zorg. Verplichting, kun je ook makkelijk vond iedereen. Respijtzorg paar keer per week. Hulp vragen, na lang nadenken. De emotionele kant, los moeten laten. Nu al rouwproces. Ik sta er alleen voor, ik zou graag de belasting verdelen. Een mantelzorger die geen tijd meer heeft voor zichzelf. Efficiënte zorg bij Thuiszorg. Begeleiding en controle. Aanvragen traplift is snel in gang gezet. Hang ook erg van je eigen communicatie af. Je moet zelf wel vlot kunnen babbelen. Tijd. Oud (vader) en jong (kinderen) in een gezin. Tijd en privé (omgeving sputtert soms). Hebben zelf ook geen hulp gevraagd. Respijtzorg wordt je niet aangeboden. Veel gaat via de computer: sommigen kunnen daar niet mee omgaan. Informatie dichterbij maken. Dat hij dement werd en het voor ons te zwaar werd, maar er niemand was om te helpen (vrijwillig). Zorg of echtgenote het vol zou kunnen houden. Ouderdom. Onbekendheid met mantelzorg. Coördinatie is probleem. Iedereen doet wat. Veel eigen initiatief nodig. familie blijft wat weg. Zorg voor eigen uitval, hoe dan verder. Heel positief ingesteld.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
71
Vraag 8: Wat is voor u nodig om dit knelpunt op te lossen of welke tips kunt u geven om dit knelpunt op te lossen? • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • • •
72
Professionele hulp zoeken. Voorlichting over mantelzorg. Een loket nodig, regie bij de gemeente. Voorlichting geven via e-mail, bijeenkomsten. Privacy en eigen grenzen, balans zoeken. Sterk geloofsvertrouwen en eventueel vrijwilligers inzetten (oppas, respijt) Veel liefde en aandacht geven van thuiszorg of vrijwilligers langs sturen ter ontlasting zonder dat er naar gevraagd moet worden. Meer informatie over respijtzorg wordt geregeld. Burgers moeten meer omzien naar elkaar, ook als het niet-christenen betreft. Man wil geen respijtzorg. Men wil meer mogelijkheden weten. Meer vrijwilligers inzetten. Hulpvrager moet knop omzetten. Vroeger kwam je op bezoek, nu moet je altijd wat doen. Eerder kiezen voor particuliere hulp dan inwonen bij de kinderen. Begeleiding en controle op Thuiszorg. Mond tot mond aandacht voor vragen. Stukje in de krant. Meer inzet van de familie in Nunspeet. Emotionele steun (behoefte). In de krant een artikel schrijven met een belangrijke pakkende kop. Was er toen niet. Liever bezoek aan huis dan DH. Niet alleen oppas, maar ook iemand die oppast en zorgt. Meer personeel in de zorg. Contact huisarts. Wacht niet te lang om hulp in te schakelen en maak je ook niet te veel zorgen voor de toekomst. Vraag om hulp als het nodig is. Praat er over! Probeer het niet te lang zelf te doen. Zoek hulp.
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 6
Literatuurlijst
• • • •
• • •
• • • • • •
Boer A. de e.a. (2009) Mantelzorg: een overzicht van de steun van en aan Mantelzorgers. Den Haag: SCP. Boer A. de (2007) Blijvend in balans: een toekomstverkenning van informele zorg. Den Haag. SCP. Boer A. de e.a. (2003) Mantelzorg in getallen. Den Haag SCP Bos J en Leemrijse C (2005) Help de informele hulp: een inventarisatie van belemmerende factoren voor het gebruik van hulpmiddelen door mantelzorgers en oplossingen daarvoor. Utrecht NIVEL. Lier van W (2004) Drempelvrees bij respijtzorg. Utrecht: EIZ/NIZW zorg Morée M en Goumans M (2004) Gemeenten en mantelzorgondersteuning. Utrecht EIZ/NIZW zorg Plemper, E et al. (2006) Hoe stevig is het cement? Positie van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in de zorg. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut / NIZW en www.vrijwilligerswerkindezorg.nl Schreuder Goedheijt T, Visser G (2003) Mantelzorg in Nederland. Utrecht: EIZ/NIZW zorg Scholten C (2004) Met het oog op informele zorg: hoe het welzijnswerk en gemeente informele zorg kunnen versterken. Utrecht, NIZW Struijs A.J (2005) Informele zorg, het aandeel mantelzorgers en vrijwilligers in langdurige zorg, Zoetermeer: RVZ Timmermans J.M e.a. (2005) De mantelval: over de dreigende overbelasting van de mantelzorger. Den Haag: SCP Timmermans J.M (2003) Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers. Den Haag SCP VWS (2007) Voor Elkaar: Beleidsbrief Mantelzorg en Vrijwilligerswerk 2008-2011
Specifieke groepen mantelzorgers Mantelzorgers van ouderen, mensen met een lichamelijke beperking en chronisch zieken • PPCZ (2004) Factsheet PPCZ: chronisch zieken over mantelzorg: prettig maar ook bezwaarlijk • Swinkels M (2002) De zorg gaat door! Participatie van mantelzorgers in verpleeg- en verzorgingshuizen, Tilburg PON Mantelzorgers van GGZ-cliënten • Mercken C (2005) Factsheet mantelzorg en dementie. Utrecht: EIZ/NIZW zorg • Lier van W (2005) Factsheet mantelzorg in de geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: EIZ/NIZW zorg
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
73
Mantelzorgers van allochtone zorgvragers • Brunnekreef J (2006) Het mes snijdt aan twee kanten; visiedocument Belangen van Allochtonen • E-Quality (2005) Factsheet Levenslopen in multiculturele gezinnen en het instaan van Mantelzorgtaken • Isik Y (2005) Allochtone mantelzorgers in Gelderland een onderzoeksrapport: Osmose Jonge mantelzorgers • Tielen L (2003) Factsheet Jonge mantelzorgers. Utrecht: EIZ/NIZW zorg
Internetsites www.expertisecentrummantelzorg.nl www.vilans.nl www.nivel.nl www.scp.nl http://statline.cbs.nl www.mivisie.nl www.mezzo.nl http://vng.nl http://nov.nl
Gemeentelijke nota’s en beleidsplannen • ‘Met elkaar voor elkaar’. Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2008-2011 • ‘Ouder worden in Nunspeet’ Nota Ouderenbeleid 2009-2012 • ‘Vrijwilligers zijn onmisbaar’. Nota vrijwillige inzet 2008-2011 • Beleidsnotitie ‘Woningsplitsing, inwoning en bewoning van bijgebouwen in relatie tot mantelzorg’ (2007) ‘De Ketting en de schakels’. Onderzoek naar sociale samenhang in Nunspeet. Uitgevoerd door het Centrum voor Levensvraagstukken van de gereformeerde Hogeschool Zwolle (2008).
74
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Bijlage 7
Afkortingen- en begrippenlijst
Afkortingen AWBZ CBS CIZ CVTM CVZ EIZ PGB SCP SZW VWS Wmo
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum Indicatiestelling Zorg Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg College voor Zorgverzekeringen Expertisecentrum Informele Zorg Persoonsgebonden Budget Sociaal en Cultureel Planbureau Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Maatschappelijke ondersteuning
Begrippen AWBZ Iedere Nederlander die door langdurige ziekte handicap of ouderdom zorg en ondersteuning nodig heeft, is hiervoor verzekerd via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Iemand die persoonlijke verzorging of verpleging nodig heeft, kan een aanvraag indienen bij het CIZ. Bijzondere Bijstand Iedereen vanaf 21 jaar met een inkomen rond of onder het minimum en zonder noemenswaardig eigen vermogen kan een beroep doen op Bijzondere Bijstand voor een vergoeding van kosten die niet op andere wijze worden vergoed, bijvoorbeeld extra stookkosten of kosten van kledingslijtage door rolstoelgebruik. Ieder verzoek wordt door de gemeente individueel beoordeeld. CIZ Iedereen die aanspraak wil maken op voorzieningen uit de AWBZ, zoals persoonlijke verzorging en verpleging, kan een aanvraag indienen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ stelt vast welke hulp of zorg nodig is, voor hoe lang en om welke soort hulp het gaat. In sommige gemeenten voert het CIZ ook de indicatie uit voor de Wmo. Gebruikelijke Zorg De normale zorg die gezinsleden voor elkaar hebben, bijvoorbeeld de zorg voor het huishouden of de zorg voor de kinderen. Voor gebruikelijke zorg kan geen professionele hulp geboden worden.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
75
Indicatiestelling Als iemand een beroep doet op de AWBZ, stelt het CIZ vast of hij of zij inderdaad hulp of ondersteuning nodig heeft, voor hoe lang en om wat voor soort hulp het gaat. Mantelzorg De zorg aan een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. De mantelzorger is geen professionele zorgverlener, maar geeft zorg omdat hij een persoonlijke band heeft met de hulpvrager. Persoongebonden Budget Een som geld waarmee de hulpvrager zelf zijn hulp kan inkopen. Voor een persoongebonden Budget (PGB) heeft de hulpvrager een indicatiestelling nodig van het CIZ of de gemeente. Respijtzorg Vervangende zorg door een vrijwilliger, professional of instelling voor de mantelzorger die er even tussen uit kan. Dat kan variëren van enkele uren, een dag, een weekend of vakantie. SVB De Sociale Verzekeringsbank (SVB) zorgt voor de administratieve uitvoering van onder andere AOW-pensioen, nabestaandenuitkering Anw, kinderbijslag en TOG. Ook de salarisadministratie van een PGB kan uitbesteed worden aan de SVB. Thuiszorg Professionele hulp op het gebied van verpleging en verzorging, die bij mensen thuis gegeven wordt. TOG Ouders en verzorgers die thuis een kind van 3 tot 18 jaar met een handicap verzorgen, kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen: de Tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG). Verlofregelingen De Wet Arbeid en Zorg bevat een aantal verlofregelingen waar mantelzorgers met een betaalde baan gebruik van kunnen maken, zoals: calamiteitenverlof, kortdurend zorgverlof en langdurend zorgverlof. Vriendendiensten Een vrijwilliger bij de Vriendendiensten zet zich in voor iemand met psychische problemen, door bijvoorbeeld samen iets te ondernemen of een ander te helpen bij het leggen van contacten. Vrijwillige thuishulp Hulp van een vrijwilliger voor iemand met een chronische ziekte of handicap of de vaste verzorger, bijvoorbeeld in de vorm van gezelschap, oppas of activiteitenbegeleiding.
76
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012 |
Spectrum, CMO Gelderland
Wmo De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geldt sinds 1 januari 2007. Doel van de wet is dat iedereen kan meedoen in de maatschappij. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo. De Wmo regelt onder andere dat mensen die hulp nodig hebben in het dagelijks leven ondersteuning krijgen van de gemeente, bijvoorbeeld door hulp in het huishouden, een rolstoel, woningaanpassing of een vervoersvoorziening. De ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers neemt een aparte plaats in. Zorgkantoor Het zorgkantoor voert de AWBZ uit. Het zorgkantoor maakt afspraken met regionale aanbieders over welke zorg die zullen gaan leveren. Zorgkantoren zijn nauw gelieerd aan zorgverzekeraars.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Mantelzorgbeleid Nunspeet 2009-2012
77