MANNENPRAAT IN WODKALIME -Een casestudy naar de genderrollen van mannen binnen een vrouwenserie, toebedeeld vanuit een vrouwencultuur met feministische uitingen -
Roel van Bekkum
Master Scriptie
9957154
Begeleider: Sonja de Leeuw
[email protected]
Film- en Televisiewetenschap
tel: 06 4072 0354
Universiteit van Utrecht
november 2006
Inhoudsopgave
pagina…
Inleiding
3
Hoofdstuk 1 - Theoretisch kader
8
§ 1.1 Cultural Studies
8
§ 1.2 Discours en ideologie
9
§ 1.3 Representatie
11
Hoofdstuk 2 - Feminisme en vrouwencultuur
13
§ 2.1 Feminisme
13
§ 2.2 Vrouwencultuur
21
§ 2.3 Post-cultureel feminisme
24
Hoofdstuk 3 - Gender en sekse
28
§ 3.1 Veranderende gender
28
§ 3.2 De mannelijke blik
33
Hoofdstuk 4 – De casestudy
36
§ 4.1 De serie
36
§ 4.2 Seizoen 1
40
§ 4.2.1 Vrouwen en feminisme
41
§ 4.2.2 Mannen en gender
45
§ 4.3 Seizoen 5
48
§ 4.3.1 Vrouwen en feminisme
50
§ 4.3.2 Mannen en gender
52
§ 4.4 De vergelijking
55
Hoofdstuk 5 – Conclusies en discussie
61
Dankwoord
64
Bibliografie
65
2
Inleiding
Sinds onder de invloed van het feminisme onderzoek is gedaan naar de representatie van mannen en vrouwen op televisie, komt steevast naar voren dat het vrouwen zijn die worden ondergewaardeerd op de buis. In het onderzoek Who speaks in television (1997-2000), dat werd verricht in het kader van het Screening gender-project dat beeldvorming in Europese landen in kaart wilde brengen, werden prime-time televisieprogramma’s van de openbare omroepen van zes landen, waaronder Nederland, onderzocht. Er werd gekeken naar het aantal mannen en vrouwen dat aan het woord kwam en hun spreektijd. Uit de belangrijkste resultaten kwam naar voren dat een minderheid van 32 % van het totale aantal personen van het vrouwelijk geslacht was. In geen enkel programmagenre zijn er meer vrouwen dan mannen aanwezig. Daarnaast zijn de meeste vrouwen te zien in rollen/functies met een lage status: Gewone burgers: 47% vrouwen Slachtoffers: 37% vrouwen Politici: 28% vrouwen Experts: 20% vrouwen
1
In het onderzoek zijn alle soorten programma’s die dagelijks op tv worden uitgezonden meegenomen, dus nieuws, actualiteiten, dramaseries, etc. De Monitor Diversiteit brengt in kaart welk beeld de Nederlandse televisie geeft van etniciteit en gender. 108 Uur televisie van de publieke zender en 92 uur van de commerciële zenders van maart 2002 werden aan een onderzoek onderworpen. Voor het aspect gender werd onder andere aandacht besteed aan de volgende zaken: programmagenre, functies, deskundigheid en titelvermelding van de personen. Waar mogelijk werden de resultaten van dit onderzoek vergeleken met de resultaten uit het Nederlandse deel van het zojuist genoemde onderzoek Who speaks in television. Enkele belangrijke conclusies die uit deze vergelijking naar voren kwamen, zijn dat mannen twee keer zo vaak aan het woord komen als vrouwen. Het aandeel vrouwen op televisie is tussen 1997 en 2002 weliswaar gestegen van 29 naar 35 %, maar deze stijging van het aandeel van vrouwen geldt niet voor informatieve programma’s. In de onderzochte programma’s trad geen enkele vrouw op als discussieleidster of verslaggeefster. Vrouwen zien we vaker als gewone burgers en ze zijn vrijwel onzichtbaar in maatschappelijke functies van openbaar bestuur, justitie, wetenschap en als zakenvrouw. Van de deskundigen/woordvoerders was 75% man. Vrouwelijke deskundigen zijn nog steeds ondervertegenwoordigd, maar er werd wel een verdubbeling vastgesteld van het aantal vrouwelijke deskundigen in vergelijking met 1997. Dat is dus een verbetering, maar er is nog
3
geen sprake van een evenwicht. De belangrijkste resultaten uit deze vergelijkingen zijn de volgende: -Vrouwen worden achtergesteld op mannen wanneer het aankomt op het aantal uren dat zij op TV zijn. -Vrouwen worden achtergesteld op mannen wanneer het aankomt op de functies die zij op TV vervullen. Dit zijn namelijk functies die binnen de maatschappij ondergewaardeerd worden.
Het onderzoek is overigens niet ingegaan op de manier waarop mannen worden gerepresenteerd op TV of de maatschappelijke functies die mannen vervullen. 2
Ik heb ervoor gekozen om in deze scriptie de Nederlandse televisieserie Rozengeur & Wodkalime aan een nader onderzoek te onderwerpen. Deze serie kent een unieke productievorm binnen Script Studio- het bedrijf dat de scripts verzorgt voor de serie. Het schrijfteam wordt aan de doelgroep aangepast; de serie is hoofdzakelijk geschreven door vrouwen. Het idee is dat elk personage in de serie één van de schrijfsters representeert. Het achterliggende idee om de schrijfsters qua leeftijd overeen te laten stemmen met de kijkers uit de beoogde doelgroep (15 tot 45 jaar), was dat er op deze manier realistische personages ten tonele gevoerd zouden worden die in de stad wonen en een modern leven leiden. 3
Na kennisneming van de achtergestelde positie van de vrouw op de buis, besloot ik de DVD van seizoen 1 van Rozengeur & Wodkalime te gaan kijken. In eerste instantie was het mijn bedoeling een onderzoek te verrichten naar de vrouwelijke hoofdfiguren in deze serie. Maar tijdens het kijken van het eerste seizoen, merkte ik dat mijn aandacht meer getrokken werd door de bijfiguren in de show, namelijk de mannelijke personages. Hun acties en hun gesprekken kwamen enigszins vrouwelijk op mij over. Tijdens het bestuderen van reeds bestaand onderzoek over de representatie van mannen vielen er met name enkele zaken op. Er zijn bijvoorbeeld studies verricht naar de representatie van homoseksuelen. Andere onderzoeken wijden uit over actiehelden. Ook het nieuws, mannenvriendschappen op de buis en advertenties zijn bestudeerd en geanalyseerd op de aanwezigheid van mannen. 4 Maar wanneer ‘de gewone man’ onderzocht is, is de centrale focus met name gelegd op diens uiterlijke verschijning. Theorie
1
Sterk, G. & Van Dijck, B. Monitor Diversiteit 2002. Hilversum: Publieke omroep, 2003, p. 44 id. 3 Eynden, van den, S., medeschrijfster R&W, Amsterdam, nov. 2005 4 Craig S., Masculinity and the media, Sage Publications, Inc., Newbury Park (USA), 1992, p 1-3 2
4
over de man en mannelijkheid binnen het domein van de vrouwenserie ontbreekt kortom in dit spectrum.
In één van de bestudeerde afleveringen zag ik de man die met een teddybeertje op het werk van zijn vriendin verscheen en de woorden sprak: “Sorry dat ik zo onaardig was vanochtend.” Daarnaast viel mij de man op, die bijna gekust werd door zijn grote liefde. Hij hield dit af met als reden dat hij nu een andere vriendin had. 5 Mannen die met teddyberen op het werk van hun partner verschijnen, die de liefde van hun leven laten lopen omdat ze officieel een ander hebben… Mijn vermoeden is dat je die in het echte leven maar heel zelden tegenkomt.
Het viel op dat deze mannen niet waren zoals mannen in het echte leven zijn. Ik meende dat deze mannen een product zijn van hoe vrouwen mannen zien, of zouden willen zien. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en om die reden ben ik me verder gaan verdiepen in gender en de representatie van mannen en vrouwen op de buis.
Verantwoording
Mijn onderzoek is een aanvulling op de onderzoeken die zijn gedaan naar de uiterlijke verschijningsvorm van de man, en de theorieën die er zijn verschenen vanuit het feminisme over de representatie van de vrouw. Mijn conclusies zullen een beeld geven van de representatie van de man binnen een eigen vrouwencultuur: die van een vrouwenserie, specifiek die van Rozengeur & Wodkalime.
Wanneer ik de relevantie van mijn onderzoek verder moet toelichten, kom ik terecht bij de reden waarom ik ooit begonnen ben met de studie Theater-, Film- en Televisiewetenschap. Er zijn zes miljard mensen op deze aarde, en naar schatting hebben meer dan vijf miljard van die mensen toegang tot het medium televisie, hetzij voor privé-gebruik, hetzij in een openbare gelegenheid. De rol die de televisie inneemt is groot, want: TV creëert meningen. TV biedt een venster op de (of: een gekaderde) werkelijkheid. TV creëert haar eigen werkelijkheid. En al die vormen hebben invloed op degene die deze beelden ziet. Hij neemt ze aan, denkt erover na, verwerpt ze; doet er iets mee. De active audience theorie, die in Cultural Studies
5
dvd R&W seizoen 1, RTL, 2001
5
dominant is, gaat uit van de zogenaamde negotiated reader. 6 Dit houdt in dat iedere mediatekst een andere invloed heeft op de individuele kijker. Alleen deze gedachte al maakt voor mij welhaast ieder onderzoek naar welk fenomeen ook dat er op de buis plaats vindt relevant. Naar de serie R&W kijken bijna een miljoen mensen. 7 Dat betekent dat er een miljoen keer iets gedaan wordt met deze mediatekst. Er worden sekses in gerepresenteerd, ideeën van de makers worden verwoord en verbeeld. We willen achterhalen welke opvattingen met name worden uitgedragen, en dus kunnen worden overgenomen of verworpen door het kijkpubliek.
Hoofdvraag De belangrijkste vraag die dit onderzoek beantwoord, luidt: Welke genderrollen krijgen mannen toebedeeld, wanneer vrouwen ze, gezien vanuit het hedendaags feminisme, zelf ontwerpen?
Deelvragen In de afzonderlijke hoofdstukken zullen eerst de volgende deelvragen behandeld worden, alvorens de hoofdvraag beantwoord wordt:
feminisme 1. Bestaat het feminisme nog, en zo ja: in welke termen kunnen we hedendaags feminisme beschrijven? Is er bovendien binnen de samenleving sprake van een postmoderne vrouwencultuur? Van welke feministische termen maakt deze cultuur gebruik? Hieruit zullen aandachtspuntenpunten voortvloeien die in de casestudy behandeld worden.
gender 2. Wat is het verschil tussen sekse en gender? Wat wordt in de westerse maatschappij gezien als mannelijk en vrouwelijk, en wat was de ontwikkeling van mannelijkheid in een specifiek filmgenre; de western? De studie naar westerns die we hiervoor aanhalen geeft een relevant beeld van de verandering in de representatie van mannelijkheid sinds de Tweede Wereldoorlog.
6
Fiske, J., Television culture. London / New York : Methuen , 1987, p. 66 Evaluatie2003RGWL.ppt, Evaluatie Rozengeur & Wodkalime, Marketing & Media Intelligence, Aalsmeer 2003
7
6
In hoeverre is de male gaze, de term die door Laura Mulvey werd bedacht en die het begin inluidde van de feministische filmkritiek, bruikbaar? Kan de gaze worden toegepast op deze vrouwenserie? Ook hieruit vloeien aandachtspunten voort voor de casestudy.
Rozengeur & Wodkalime 3. In een casestudy naar de serie Rozengeur & Wodkalime zal er worden geanalyseerd wat de rol van de man is, hoe het hedendaags feminisme wel of niet tot uiting komt en of de gaze bruikbaar is. Deze studie zal uiteindelijk de hoofdvraag beantwoorden: welke genderrollen krijgen mannen toebedeeld, wanneer vrouwen ze, gezien vanuit het hedendaags feminisme, zelf ontwerpen?
Alvorens we feminisme en gender nader bestuderen behandelen we in het komende hoofdstuk eerst het theoretisch kader waaruit we te werk gaan.
7
Hoofdstuk 1 - Theoretisch kader
Voor het te verrichten onderzoek maken we gebruik van de Cultural Studies, en de begrippen ideologie, discours en representatie. Deze zullen nader worden verklaard. Er is gekozen te werken met Cultural Studies (CS) vanuit het perspectief van het postmodernisme dat de hedendaagse samenleving kenmerkt. In het postmodernisme gaat men er vanuit dat er niet één groot verhaal is dat voor iedereen geldt, maar dat er evenzoveel verhalen als mensen –als meningen- zijn. Het grote verhaal zoals dat werd bezien binnen het modernisme en de tijden daarvoor, is ontmanteld. Ook de geschiedenis van bijvoorbeeld een land wordt niet meer gezien als universeel, maar als een verzameling verschillende te benaderen verhalen en gebeurtenissen. Binnen het paradigma van CS wordt gebruik gemaakt van een postmoderne benadering van de maatschappij en van de media die daarin een belangrijke rol spelen. Ideologie, discours en representatie zijn drie fenomenen die onlosmakelijk met de CS verbonden zijn. In de komende drie paragrafen verklaren we de inhouden van deze begrippen nader.
§ 1.1 Cultural Studies
Zolang er massamedia zijn wordt er onderzoek gedaan naar de effecten ervan. Wie de effecten van de werking doorgrondt, kan media gericht inzetten. Binnen de communicatiewetenschap vindt hiernaar sinds de Tweede Wereldoorlog systematisch onderzoek plaats. Het accent binnen CS ligt voornamelijk op de relatie tussen de tekst en het publiek. In de jaren ’70 is er een revolutionaire doorbraak gekomen in de manier waarop er naar dit proces gekeken werd. Voorheen werd het publiek gezien als het eindpunt van een onderzoek. Tegenwoordig is de receptie door het publiek onderdeel van het onderzoek. 8 De betekenis van een mediatekst hangt af van de betekenis die men eraan geeft. Het publiek wordt gezien als producent van betekenissen en niet alleen als consument. De receptieanalyse zoals deze sinds de jaren ’70 wordt gebruikt binnen CS decodeert en interpreteert de receptie van het mediapubliek. Receptieonderzoekers proberen erachter te komen hoe mensen aan de hand van hun eigen sociale en historische context betekenis geven aan mediateksten. Critici beweren evenwel dat in deze analyse de relatie tussen tekst en publiek geïsoleerd van de grotere context waarin media geconsumeerd worden. Het dagelijks leven wordt buiten beschouwing gelaten. 9 Ang noemt
8
Hermes, J. en Reesink, M., Inleiding televisiestudies, Boom, Amsterdam 2003, p. 26-27, 33 Ang, I., The nature of the audience, Questioning the media. A critical introduction. Ed. J. Downing, A. Mohammadi and A. Sreberny-Mohammadi. Londen: Sage, 1995. p. 207-220
9
8
in het artikel The nature of the audience de term the politics of the living room van Morley. 10 Morley duidt hiermee aan dat er meer onderzoek gedaan moet worden naar de rol van media binnen de huiselijke sfeer. Morley bepleit meer aandacht te besteden aan de etnografische verschillen van het publiek en hoe zij een mediatekst interpreteert. Er vindt een verschuiving in aandacht plaats van de tekstuele, ideologische constructie van het subject naar die voor een sociale, historische achtergrond (klasse, geloof, geslacht, ras, leeftijd, nationale en regionale achtergrond) van mensen. 11 Het publiek bestaat uit unieke individuen, daardoor is er geen sprake van één dominante gedachte van het publiek ten aanzien van een mediatekst, maar zijn meerdere interpretaties mogelijk. Volgens Stuart Hall’s analyse van televisie en media moeten mediaboodschappen niet meer gezien worden als gesloten teksten waarin een dominante ideologie gelezen kan worden. De betekenis wordt verkregen door de sociale ervaring van de lezer, niet door de media. Hij maakt hierbij onderscheid tussen drie vormen van interpretatie: Preferred, oppositional en negotiated reading. Preferred reading houdt in dat de sociale situatie van een lezer overeenkomt met de dominante ideologie van de mediatekst. Hierdoor is de boodschap die de lezer uit de tekst haalt (decoding) overeenkomstig met die van de zender (encoding). Oppositional reading beschrijft hoe de sociale situatie van de lezer tegenover de dominante ideologie staat. De betekenis die de lezer uit de tekst haalt is niet dezelfde als die van de zender. De meeste lezers vallen onder de noemer van negotiated reading omdat zij zich in het grijze gebied bevinden tussen de dominante en de tegenovergestelde ideologie van de mediatekst. De lezer accepteert de dominante ideologie, maar past deze aan zijn eigen specifieke situatie aan. John Fiske geeft twee kritiekpunten op deze theorie. Ten eerste noemt hij ‘klasse’: dat wordt benadrukt ten koste van andere sociale factoren. Hij pleit hiermee voor een meer etnografische benadering waarbij alle sociologische factoren worden meegenomen die van invloed zijn op de betekenis die een lezer aan een tekst geeft. Ten tweede geeft hij aan dat er in dit model altijd sprake is van een negotiated reading aangezien je als lezer nooit een volledige preferred of oppositional reading kan hebben, omdat de lezer altijd iets met een tekst doet, en hem nooit klakkeloos aanneemt of volledig verwerpt. Binnen CS ligt het accent op de negotiated reading. 12
§ 1.2 Discours en ideologie
10
Id, p. 216 Fiske. J., Television culture. London / New York : Methuen , 1987, p. 66 12 id. p. 64 11
9
Het poststructuralisme gaat er vanuit dat de menselijke identiteit niet iets is dat vast staat, maar dat aan verandering onderhevig is. De menselijke identiteit wordt geconstrueerd door het discours dat speelt in een samenleving. Een discours is een verzameling van kennis, ideeën of manieren van denken over een bepaald thema. Dit kan een bepaald machtseffect hebben. Ideeën over hoe iets ‘nu eenmaal hoort te zijn’ kunnen groepen of individuen uitsluiten. Dat is riskant want door bijvoorbeeld consequent over ‘onze’ en ‘hun’ te spreken kan het idee ontstaan dat we met twee onverenigbare eenheden of groepen te maken hebben. Door wat niet van jouw groep is standaard als ‘hun’ te benoemen, kun je je onbewust afschermen voor die zaken die wel gemeenschappelijk zijn.
“Discours is a language or system that has developed socially in order to make a circulate and coherent set of meanings about an important topic area. These meanings serve the interests of that section of society whitin which the discours originates and which Works ideologically to naturalize those meanings into common sense.” 13
De ideologie van een samenleving is die serie van opvattingen –discoursen- die in handen is van de politieke of sociale macht. Deze opvattingen worden als common sense –algemeen aanvaard- beschouwd: opvattingen die gangbaar zijn zonder dat er over wordt nagedacht. Vrouwelijkheid en mannelijkheid op deze manier bezien zijn dan geen vaststaande begrippen maar aan verandering onderhevige culturele constructies. Mediateksten, en dus tv-series, spelen een grote rol in de constructie en instandhouding van cultureel gedeelde voorstellingen. Begrippen, als mannelijkheid en vrouwelijkheid, zijn aan verandering onderhevig, zoals ook past bij de active-audience theorie. Een ideologie of een discours is iets dat constant onder druk van discussie en daardoor verandering staat. 14 Een voorbeeld van een veranderend discours is de manier waarop bepaalde groepen, bijvoorbeeld allochtonen, in Nederland besproken worden. Waar op het Binnenhof in Den Haag voorheen in politiek correct bedekte termen werd gesproken over ‘allochtonen’ of ‘Nederlanders met een andere etnische achtergrond’, gebruikte politicus Rob Oudkerk in juni 2005 ineens de respectloze term ‘kutmarrokaantjes’. Het is niet zo dat de gehele politiek ineens deze term bezigde. Maar het was een verandering in de manier waarop er over deze groep binnen de samenleving gepraat werd; de uitspraak gaf duidelijk een verharding weer van het tot dan toe gangbare discours. 15 13
Fiske, p 14 id. p 14 15 www.ikonrtv.nl/pastoraat/pastoraat.asp?oId=193&oType=1 (september 2006) 14
10
Volgens Fiske is een genre populair zolang de conventies ervan overeenkomen met de heersende ideologie in een samenleving. Hij bespreekt hierbij specifiek mannelijke, en specifiek vrouwelijke genres op tv. Hierop komen we in hoofdstuk 4 terug.
§ 1.3 Representatie
Omdat de hoofdvraag handelt over representatie van vrouwen en met name mannen binnen het discours van de vrouwenserie, is het belangrijk het begrip ‘representatie’ uit te leggen. Ook hiervoor grijpen we terug op de visie van Stuart Hall.
Er van uitgaand dat dat wat we zien in de werkelijkheid een presentatie is, is een afbeelding van een dergelijke presentatie (op film- of schildersdoek, televisie- of computerscherm) een representatie. Hall bespreekt drie benaderingen die toepasbaar zijn op de analyse van de samenhang en betekenis van taal met cultuur: de reflectieve, de intentionele en de constructieve benadering van representatie. 16
De reflectieve benadering gaat ervan uit dat taal exact weergeeft wat er gebeurt in de werkelijkheid. Bij de intentionele benadering zien we dat de spreker de werkelijkheid kleurt zoals hij of zij deze ervaart. De laatste benadering, de constructieve benadering, combineert deze twee en erkent zowel de publieke als de sociale functie van taal: “Things don’t mean: we construct meaning, using representational systems – concepts and signs.” We zijn ons ervan bewust dat taal en betekenis afgesproken zijn inhouden van begrippen in de tijd kunnen verschuiven of verdwijnen.
17
Voor het beantwoorden van de hoofdvraag is de constructieve benadering van representatie het beste uitgangspunt omdat gender, zo zal blijken, een begrip is met een verschuivende inhoud. Deze scriptie past binnen het perspectief van het postmodernisme en we gaan uit van het actieve publiek.
Samenvattend zijn de volgende begrippen en uitgangspunten dus van belang bij het verder lezen van deze thesis: -Binnen Cultural Studies wordt uitgegaan van de negotiated reading: de kijker is actief en neemt een mediatekst niet in zijn geheel over, noch verwerpt hij deze volledig. Hij neemt
16
Hall, S., Representation, Cultural Representations and Signifying Practices, SAGE Publications Ltd.,Londen, 2000, p. 24 17 Id pag 25
11
ervan mee wat hem het meeste aanspreekt of wat het beste aansluit bij zijn belevingswereld. -Ideologie zijn alle in een maatschappij heersende opvattingen die als vanzelfsprekend worden ervaren, afspraken die niet worden vastgelegd maar algemeen geaccepteerd worden. -Een discours is een verzameling van kennis, ideeën of manieren van denken over een bepaald thema. -Een representatie is de verbeelding van een object dat zich in de werkelijkheid presenteert.
12
Hoofdstuk 2 - Feminisme en vrouwencultuur
In dit hoofdstuk komt de theoretische stroming, het feminisme, aan de orde. De vraag die we hier willen stellen is: is er sprake van een aparte vrouwencultuur in de Nederlandse media, en zo ja: hoe wordt die gedefinieerd? En als die vrouwencultuur bestaat, welke feministische waarden draagt zij in zich? Deze vraag willen we betrekken op de manier waarop R&W gemaakt is en in hoeverre deze serie beschouwd kan worden als uiting van het hedendaags feminisme. Ook willen we onderzoeken of er gesproken kan worden van een vrouwencultuur vanuit de makers, het publiek en/of een combinatie van deze twee groepen. Daartoe gaan we terug naar de wortels van het feminisme. Het documentatiecentrum en Archief voor Gelijke Kansen, Feminisme en Vrouwenstudies in Brussel heeft een overzicht gemaakt van de ontwikkeling van het feminisme vanaf 1792 tot aan nu. Dit document vormt de leidraad bij het historisch overzicht dat hieronder geschetst wordt. 18
§ 2.1 Feminisme
Feminisme is de algemene aanduiding voor zowel een politieke, sociale beweging als voor een wereldbeschouwing waarin de ongelijke (machts)verhoudingen tussen vrouwen en mannen bekritiseerd worden; het feminisme vormt als zodanig de inspiratiebron voor genderstudies. Het woord ‘feminisme’ is eind negentiende eeuw geïntroduceerd en heeft in verschillende historische perioden andere betekenissen gekend. 19 Over één zaak zijn de meeste theoretici het eens: we kunnen niet echt spreken over hét feminisme, maar beter over verschillende soorten feminismes, omdat er meerdere interpretaties zijn en elke feministische stroming haar eigen accenten en actiepunten hanteert. Al is een rigide scheiding ook hier niet mogelijk. De verschillende feministische stromingen lopen soms naadloos in elkaar over, terwijl andere juist onverzoenlijke verschillen vertonen. Eén gemeenschappelijke deler is dat ze altijd in dialectische relatie tot het heersende gezag staan. Feministische ideologieën ontstaan in reactie op en interactie met andere (al dan niet feministische) ideologieën. Gemeenschappelijk is de herwaardering van de ervaringen en de cultuur van vrouwen. 20 Een belangrijk uitgangspunt is dat de feministische theorie de traditionele (lees: mannelijke) manieren van theorievorming uitdaagt. Binnen het feminisme zijn theorie en actie steeds 18
www.rosadoc.be/site/nieuw/pdf/factsheets/nr14.pdf (juli 2006) Dit is de site waarop het uitgebreide overzicht van feminisme te vinden is. In de verdere bronvermelding zal deze site aangeduid worden als ROSADOC 19 ROSADOC
13
meer hand in hand gegaan. De feministische theorie kent evenveel varianten als er actiegroepen zijn. Mijlpalen die het feminisme heeft bereikt zijn: de toegang tot de universiteit voor vrouwen (1871), de verwerving van vrouwenkiesrecht (1911), het recht op een betaalde baan voor gehuwde ambtenaressen (1956), en de invoering van juridische handelingsbekwaamheid van getrouwde vrouwen (1957). 21
Op de keper beschouwd zijn er in de westerse wereld drie feministische golven te onderscheiden, hoewel de derde om verschillende redenen moeilijk te benoemen is. Daar zullen we later op terugkomen. Hieronder volgt een korte schets van de drie golven en enkele stromingen daarbinnen.
DE EERTSTE GOLF
De opkomst van feministisch activisme gaat vaak gepaard met veranderingen op politiek of op sociaal gebied. Het eerste wapenfeit in de westerse maatschappij, was dat er iets werd vastgelegd over feminisme was in 1792, niet geheel toevallig tegen de achtergrond van de Franse Revolutie. Het A vindication of the rights of women wordt traditioneel gezien als het eerste feministisch pleidooi. Het werd geschreven in Groot-Brittannië door Mary Wollstonecraft en staat te boek als het begin van de strijd om burgerrechten voor vrouwen. Toch duurde het nog minstens 130 jaar voor het feminisme zich werkelijk doorzette. In de jaren ’20 werd de Nederlandse maatschappij geconfronteerd met de zogenaamde ‘eerste golf’. Deze voltrok zich in Engeland onder invloed van de Eerste Wereldoorlog, waarbij vrouwen de economie draaiende hielden door de rol van hun mannen over te nemen in de fabrieken. Dit leidde tot de strijd voor gelijke rechten voor beide sekses en het stemrecht voor vrouwen. Kenmerk van deze eerste golf was dat de doelen die vrouwen voor ogen hadden in heel Europa en in Amerika identiek waren: gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Gedurende deze eerste periode van collectieve strijd ontstonden er binnen het feminisme verschillende stromingen. Zo schuwde de ene groep geweld, terwijl meer radicale groeperingen geweld als een acceptabel middel zagen om gelijkheid te bereiken. In deze golf lag de nadruk van alle activiteit op juridische en/of politieke rechten van vrouwen.
22
DE TWEEDE GOLF
20
ROSADOC Brinkgreve, C. en Te Velde, E., Wie wil er nog moeder worden?, Augustus, Amsterdam, 2006, p. 98 22 ROSADOC 21
14
De tweede feministische golf kwam op in de jaren ´60 van de vorige eeuw. Aan de basis hiervan stond de opkomst van ‘de pil’ als anticonceptiemiddel. De komst van pil kwam tegelijk met een culturele stroomversnelling waarin velen zich af begonnen te zetten tegen de gevestigde orde. In het Nederlandse theater voltrok zich bijvoorbeeld vanaf 1969 ‘actie tomaat’ waarin theaterschoolstudenten zich radicaal afzetten tegen de gevestigde toneelorde van dat moment. 23 Wereldwijd werd er door de vele hippie-bewegingen geprotesteerd tegen oorlog in het algemeen en tegen die in Vietnam in het bijzonder. Vrijheid werd gezien als een voorrecht dat voor iedereen bereikbaar moest zijn. Het is niet verwonderlijk dat juist in deze periode de tweede feministische golf ontstond. 24
Behalve aan juridische en politieke rechten voor vrouwen werd er veel aandacht besteed aan seksualiteit en mentaliteitswijzigingen. Kenmerkend voor de verschillende stromingen binnen de tweede golf is dat zij solidair zijn met bijvoorbeeld de strijd van sociale minderheden zoals de homobeweging en diverse vredesbewegingen. 25 Het is in deze periode dat de belangrijkste punten in een feministische theorie uiteen worden gezet. Deze theorie daagt de mannelijke manier van theorievorming uit, zoals die tot dan toe gebruikelijk was, en vraagt aandacht voor de feminiene kant van de maatschappij, zoals het waarderen van zorgtaken en de rol binnenshuis. Veel meer dan de eerste kenmerkt deze golf zich door vele diverse splintergroeperingen, en bijhorende tegenstrijdige opvattingen. Een aantal fundamentele basisprincipes zijn echter:
1. Gender is een sociale constructie die vrouwen meer onderdrukt dan mannen. 2. De constructies van gender worden bepaald door de patriarchale maatschappij. 3. De ervaringen van vrouwen vormen de beste bron van kennis voor het bouwen aan een niet-seksistische toekomst.
Vanaf de jaren ’70 zijn er een aantal splintergroeperingen binnen het feminisme ontstaan. De belangrijkste zijn: -liberaal feminisme: Dit wordt ook wel ‘gelijke-rechten-feminisme’ genoemd. De belangrijkste elementen zijn: individuele vrijheid en gelijke rechten. De kritiek hierop is dat genoegen genomen wordt met de rol van de vrouw binnen het gezin, en daarmee een conservatieve kant kiest. 26
23
http://www.kunstbus.nl/verklaringen/actie-tomaat.html (Okt. 2006) HP De Tijd, 14 juli 2006, Themanummer ‘De vrouw’, pag. 12 door Beatrijs Ritsema, En vrouwen, tevreden? 25 ROSADOC 26 id. 24
15
-Marxistisch feminisme: Deze stroming gaat er vanuit dat niet alleen het proletariaat een klasse is, maar sekse eveneens. Deze stroming stierf tegelijk met het Marxisme zelf. De belangrijkste reden waarom dit feminisme niet is blijven bestaan, is omdat het nooit een antwoord heeft gegeven op de vraag: waarom worden mannen en vrouwen niet in gelijke mate geëxploiteerd door de kapitalistische economie? 27
-radicaal feminisme: Uitgangspunt hiervan is dat seksualiteit en mannelijk geweld de basis vormen voor vrouwenonderdrukking. Deze stroming gaat er vanuit dat veranderingen plaats moeten vinden in het klein, in het alledaagse om zo uiteindelijk tot grote veranderingen te komen. 28
-cultureel feminisme: De stroming van het cultureel feminisme verdient extra aandacht omdat het uitgaat van een aparte vrouwencultuur. Die vrouwencultuur is een onderdeel van dit onderzoek.
“Cultureel feministen geloven dat emancipatie ligt in een alternatieve vrouwencultuur. Het is gegroeid vanuit het verwerpen van de westerse cultuur waarin geen plaats meer is voor eigen vrouwelijke ruimte. Het westers ideaal van de man-vrouwrelatie op basis van gelijkheid gaat volgens cultureel feministen gepaard met ontkenning van de relaties tussen vrouwen onderling. Basisprincipes van het cultureel feminisme zijn essentialisme, de opvatting dat er onveranderlijke verschillen naar ‘aard’ of ‘natuur’ bestaan tussen mannen en vrouwen, separatisme en de nadruk op een alternatieve cultuur. Het cultureel feminisme heeft mede de impuls gegeven aan het ontstaan van een vrouwencultuur: de vrouwenboekhandels, de feministische poëzie en theater, etc.“ 29
Het essentialisme gaat uit van onveranderlijke overeenkomsten in bijvoorbeeld vrouw-zijn en men argumenteert dus op basis van een ontologie die zich buiten de sfeer van culturele invloed en historische verandering situeert. 30
Essentialisme past niet binnen Cultural Studies, omdat CS uitgaat van culturele en sociale constructies. Toch zijn deze twee in dit specifieke geval verenigbaar: we komen hierop terug in paragraaf 2.3. 27
ROSADOC id. 29 Id. 28
16
-postmodern feminisme: De idee van ‘de waarheid;’ is ontmanteld. Binnen het paradigma van cultural studies wordt duidelijk dat er in de maatschappij niet één groot verhaal is, maar dat er evenveel verhalen als mensen bestaan. Het idee dat er één vrouw is wordt dus losgelaten. Vanaf dit moment wordt er gekeken naar de genderrollen die bij vrouwen horen; een meer gematigde houding is die van de onderlinge verscheidenheid. De nadruk verschuift naar politiek activisme: de strijd van gelijke rechten en dus een strijd in termen van het verlicht discours. 31
-anarchistisch feminisme: Deze stroming gaat uit van het idee dat werkelijke emancipatie niet van bovenaf maar van binnenuit moet gebeuren. Dus niet de overheid, maar de vrouwen zelf zijn daar verantwoordelijk voor. Deze groep heeft voor kinderopvang, seksuele vrijheid en abortus gezorgd. 32
DE DERDE GOLF
Het is niet gemakkelijk de derde feministische golf helder te beschrijven. Begin jaren ’80 ontstaat zij en tot op de dag van vandaag hebben wij er mee te maken. Doordat we er nog middenin zitten is het moeilijk haar invloed te bepalen. Toch valt er wel iets over te zeggen: De stroming kenmerkt zich door vele gefragmenteerde manieren waarop ze tot uiting komt. Niet als één beweging, maar in verschillende uitingsvormen. Daarbij zijn er veel verschillende richtingen die zich juist tegen het oude feminisme keren, en tegen de dominante ideologie daarvan. 33 Daarbij wordt gewezen op een zogenaamd groot manco binnen het feminisme: het gaat niet in op de biologische aspecten van het vrouw-zijn: het feminisme heeft het hebben of krijgen van kinderen nooit tot een belangrijk thema gemaakt. Voor vrijwel elke vrouw is het krijgen van kinderen, juist doordat zij ze, in de westerse wereld kunnen plannen, een breek- of keerpunt in het leven. Dit is een belangrijke reden waarom men zich uiteindelijk van het feminisme afkeerde. 34 De derde feministische golf die zich nu voltrekt heeft niet één (gelijkheids)ideaal meer waar het naar streeft. De idealen zijn verschillend voor de verschillende aanhangers van het feminisme. Het is niet verwonderlijk dat juist tijdens de opkomst van het Internet -met haar bezoekers die allemaal hun eigen weg vinden op het net- deze gefragmenteerde stroming
30
http://www.feminisme.be/afok/krachttermen/identiteiten.html (okt. 2006) ROSADOC 32 id. 33 id. 34 HP De Tijd, 14 juli 2006, Themanummer ‘De vrouw’, pag. 14 door Beatrijs Ritsema, En vrouwen, tevreden? 31
17
ontstaat. 35 Naast cyber- en ecofeminisme is er het zogenaamde postfeminisme ontstaan, een stroming die binnen deze scriptie extra aandacht verdient:
“Postfeminisme” Van postfeminisme stellen veel feministen zich de vraag of het nog wel feminisme is. Het is geen georganiseerde beweging. De namen verbonden met het postfeminisme zijn individuen die niet aan een gemeenschappelijk project werken. Postfeminisme is volgens velen vooral een uitvinding van de media en reclamewereld die vrijgevochten, ‘postfeministische’ vrouwbeelden gebruiken om hun producten aan de vrouw/man te brengen. Het legt de nadruk op het reclaimen van de vrouwelijke seksualiteit, van het recht op ‘sexy zijn’. In tegenstelling tot andere feministische stromingen komen er geen nadrukkelijk maatschappelijke (politieke) thema’s aan bod. Het is een feminisme verteerbaar voor iedereen. Postfeministische iconen zijn een beetje blasé: ‘wij zijn het feminisme voorbij’. Typische postfeministische (vaak fictieve) iconen zijn sterke, economisch onafhankelijke, Bridget Jones.”
sexy vrouwen als Madonna, Ally McBeal,
36
Waar dit overzicht van verschillende feministische stromingen niet op ingaat, is de combinatie van het moederschap en de maatschappelijke positie van de vrouw. Feminisme en het moederschap zijn lange tijd niet nader tot elkaar gekomen en leken twee onverenigbare gebieden. Lang werd gedacht dat het ‘de man’ was die geen toenadering tot de vrouw zocht om dit probleem samen op te lossen. Tegenwoordig zijn er echter andere geluiden te horen. Zo concludeert Rosalind Coward aan het eind van het vorige millennium dat het niet de mannen zijn die moederschap in de weg staan maar dat het de vrouwen zelf zijn die het fenomeen problematiseren. Vrouwen, zo zegt zij, laten zelf het moederschap niet los. Ze willen èn werken, èn moederen, en komen op die manier in de problemen. Het grote vraagstuk in het feminisme en moederschap is niet het allesoverheersende ‘we-willen-hetallemaal-tegelijk’ maar eerder: ‘we-moeten-het-allemaal-goed-doen’. Niet falen tegenover de kinderen die op de wereld worden gezet en worden afgeleverd op de crèche of bij de oppas, niet falen binnen de mannenwereld op het werk door bijvoorbeeld halve tijden te werken. Op deze manier ontstaat bij veel vrouwen het gevoel dat wat ze ook doen, ze het nooit volledig kunnen doen en zo staan zij alsnog onder de druk van mannen die van hen te verlangen wel
35 36
ROSADOC id.
18
op het werk te verschijnen. 37 Ook in Nederland was in de jaren ’90 de issue niet de keuze tussen, maar de combinatie van kind en carrière. Aan de ene kant wil de vrouwenbeweging dat vrouwen niet toegeven aan de maatschappelijke druk om dan maar thuis te blijven voor de kinderen en geen ontaarde moeder te zijn, anderzijds is er de maatschappelijke positie van de vrouwen die in gevaar komt als vrouwen zich door het hebben van kinderen niet verder kunnen ontplooien op de werkvloer.
38
In haar visie op het huidige feminisme in
Nederland omschrijft Christine Brinkgreve het als volgt:
“Uit de nieuwe wet op de levensloopregeling die per 1 januari 2006 van kracht is blijkt hoe er over kinderen en over de zorg voor kinderen wordt gedacht. En dat stelt niet gerust. Want vergeleken met het combinatiescenario is met de levensloopregeling de zorg voor kinderen nog verder in het privé-gebied geschoven. Mensen krijgen nu de keuze via de levensloopregeling geld opzij te leggen voor een reis om de wereld, een vroeg pensioen, of voor zorgverlof. Kinderen worden hiermee een persoonlijke hobby, af te wegen tegen een ander luxegoed als een grote reis. Zorg wordt gedelegeerd naar het gebied van de private
middelen, geheel passend in de trends van de tijd van
individualisering en keuzevrijheid.” 39
Brinkgreve stipt hiermee het proces van individualisering aan waar de Nederlandse maatschappij mee te maken heeft, en waar naar onze mening het feminisme een belangrijk aandeel in heeft gehad. Cultuurfilosoof Ad Verbrugge heeft hier een visie op die we kort willen bespreken. Behalve een aantal positieve punten hebben het feminisme en de stromingen die tegelijk met haar aanwezig waren in de maatschappij ook negatieve ontwikkelingen veroorzaakt. De belangrijkste is de ontmanteling en democratisering van gevestigde instituten geweest. Nederland ontkerkelijkte, de eigen ervaring van het individu werd gezet boven de ervaring van de gemeenschap. Mensen streefden ernaar hun eigen ervaringen op te doen en van daaruit te handelen en te oordelen. De man als kostwinner en hoofd van het gezin werd ook op die manier van zijn functie ontdaan, ontkend en losgelaten. Veel normen en waarden gingen op de schop. Het idee was dat hieruit een meer democratische cultuur zou ontstaan. Door het afwerpen van gezamenlijke ervaringen als kerkdiensten, gemeenschapszin of buurtschapszin, is er echter een leegte ontstaan. Voorheen werd die stilzwijgend opgevuld: er was de vader of de voorganger aan wie je altijd een verantwoording af zou moeten leggen. De uitkomst van alle veranderingen in de 37
, R., Sacred cows, is femenism relevant for the new millennium?, Harper Collins Publishers, Londen, 1999, p. 131 38 Brinkgreve, C. en Te Velde, E., Wie wil er nog moeder worden? Augustus, Amsterdam, 2006, p. 161
19
jaren ’60 hebben niet alleen geleid tot meer vrijheid maar ook tot drang tot consumeren, tot verveling en algehele seksualisering van de maatschappij. Wie zichzelf centraal stelt probeert telkens opnieuw ervaringen op te doen om iets van een kern te voelen. Die wordt vaak alleen nog maar gevonden in seks. Vroeger werd verteld door de instituten dat seks in negatieve zin zondig was, of in minder negatieve zin iets waar voorzichtig mee moest worden omgegaan. Tegenwoordig is het het individu dat bepaalt wat het wil, en dus is het het individu dat bepaalt wanneer het toe is aan seks en hoe het de seksualiteit beleeft. Dat heeft ervoor gezorgd dat we in een maatschappij zijn komen te leven waarin seks centraal staat (“zelfs het eten geven van je kat is een erotische ervaring geworden”, aldus Verbrugge) en waarin nauwelijks gemeenschapszin valt te ontwaren. De recente roep om normen en waarden door het kabinet Balkenende is niets meer dan een roep om iets dat iedereen bindt, dat we met elkaar in stand willen houden en dat iets zegt over een gemeenschappelijke cultuur. Evenwel lijkt niemand precies te weten wat die inhoudt. Door heilige huisjes omver te trappen en niets meer aan te nemen van instituten boven ons, is ook het begrip van wat onze ‘cultuur’ is verdwenen. Er zijn vrijwel geen gemeenschappelijke ervaringen meer, er is slechts nog de individuele. Toch is er blijkbaar wel een behoefte aan gedeelde ervaring. 40
Na het uiteenzetten van belangrijke punten uit de feministische stromingen, bespreking van het moederschap en de invloed van de revolutionaire jaren ’60 waarin de tweede golf van her feminisme ontstond, zetten we inzichten uit het feminisme die voor dit onderzoek relevant zijn op een rij: -het huidige feminisme is moeilijk te vatten in één stroming, maar kenmerken ervan zijn dat vrouwen hun vrouwelijkheid weer mogen tonen -het is een vorm van feminisme die voor iedereen te begrijpen valt -er is geen algemene deler die alles met elkaar verbindt; er is bijvoorbeeld geen overkoepelend politiek thema. Het individu en niet ‘de groep’ staat centraal. -er is geen sprake van één waarheid, zoals dat gebruikelijk is in de postmoderne samenleving -er is frictie binnen het feminisme over de verhouding tussen werken en moederschap, waarin verschillende stromingen elkaar tegenspreken -er is een cultureel feminisme geweest, dat de eigen vrouwencultuur aanmoedigde binnen de patriarchale maatschappij.
39
Brinkgreve, C. en Te Velde, E., Wie wil er nog moeder worden? Augustus, Amsterdam, 2006, p. 163 Verbrugge, A., Tijd van onbehagen, Filosofische essays over een cultuur op drift, SUN, Amsterdam, 2004, p. 242, 266, 268 e.v. 40
20
-net als in het cultureel feminisme beroept de derde golf zich op het essentialisme: de idee dat er onveranderlijke verschillen zijn tussen mannen en vrouwen qua aard en natuur.
Er zijn een aantal zaken binnen de samenleving die zouden kunnen duiden op gevolgen van de drie feministische golven: het bestaan van enkele specifieke vrouwenculturen binnen de media. Daarover gaat de volgende paragraaf.
§ 2.2 Vrouwencultuur
Binnen de westerse maatschappij zijn er een aantal fenomenen aan te wijzen die symbool staan voor uitingen van specifieke vrouwenculturen. Twee daarvan bespreken we: de damesroman en het damestijdschrift. We kiezen juist voor deze twee uitingen van vrouwencultuur omdat ook deze twee een relatie behelzen tussen een mediavorm en haar publiek, net als het onderwerp van deze scriptie. Voordat we hier echter aan beginnen is het goed om eerst het etnografisch onderzoek van Radway, Reading the romance, 41 aan te halen. Dit onderzoek vond plaats in 1987, en betrof de redenen waarom een dertigtal vrouwen van dokterromans genieten die binnen de westerse maatschappij nauwelijks gewaardeerd worden. Binnen de tv-wetenschap wordt dit onderzoek gebruikt, omdat er een soortgelijk gedragspatroon valt te signaleren als het gaat om soaps die voornamelijk door vrouwen bekeken worden. 42 Radway komt in haar theorie met de term ‘compensatory reading’. De romans bieden stereotype karakters en verhalen. Vrouwen hebben geen mannelijke eigenschappen en de mannen in deze verhalen zijn altijd verzorgend. Radway verbond hieraan de conclusie dat de vrouwen lazen om een gat in hun leven op te vullen. Zoals vrouwen hun kinderen verzorgen, zo verzorgen de mannen in de verhalen de vrouwelijke hoofdpersoon. Het therapeutische effect dat dit lezen met zich meebrengt duurt zo lang als het boek duurt. Dat is de reden waarom vrouwen de boeken blijven lezen. Ook ziet Radway een community of vrouwencultuur ontstaan waar de schrijfster en de lezeres samen deel van uitmaken; zij krijgen een band door het boek te delen. 43
Het boek
41
Radway, J.A., Reading the romance, University of North Carolina Press, New York, 1987, p 46 e.v. http://www.cultsock.ndirect.co.uk/MUHome/cshtml/media/radway.html (okt. 2006) 43 Zoonen, van, L., Feminist media studies, SAGE Publications Ltd., Londen, 1994, pag 107-109 42
21
In een artikel in HP De Tijd van 14 juli 2006, met als speciaal thema ‘de vrouw’, worden kenmerken gegeven van de damesroman. Niet de chicklit
44
wordt er beschreven, maar de
opvolger hiervan, het damesboek zoals dat nu zeer populair is. De 7 kenmerken zijn: -het is geschreven door een vrouw -het hoofdpersonage is een vrouw -de invulling van karakters is sjabloonachtig, volgens een bepaalde voorspelbaarheid beschreven -ten opzichte van elkaar vervullen de karakters sitcom-achtige archetypische rollen -het is zo opgebouwd dat het geschikt is om er een vervolg aan te geven -het lezen ervan (of: kijken ernaar) is een zogenaamde feelgood-ervaring -de auteur (in dit geval de actrices) is/zijn promotable of ‘verkoopbaar’, commercieel interessant vanwege hun bekendheid of hun voorkomen. 45
Mond-tot-mondreclame is dé manier waarop het succes van een vrouwenboek tot stand komt. Vrouwen praten onderling over hun boeken en stimuleren elkaar zo om te lezen; slechte recensies doen daar geen afbreuk aan. 46 Een voorbeeld hiervan is de ‘book club’ van Oprah Winfrey. Elk boek dat zij aanprijst in haar show wordt een bestseller. Kijkers lezen haar aangeprezen boeken en praten hierover op haar site en in de show. Centraal in deze gesprekken staat vaak het thema hoe een verhaal iemands leven veranderde. 47 Ien Ang heeft dit proces al in de jaren ’80 van de vorige eeuw gesignaleerd in de manier waarop vrouwen televisie kijken; zij zag clubjes ontstaan van mensen die Dallas opnamen met de videorecorder om er vervolgens samen naar te kijken en erover te praten. 48 Ook R&W wordt soms in groepsverband gekeken. Vrouwen organiseren avondjes om afleveringen samen te bekijken. Sabine van den Eynden, een van de schrijfsters van de serie onderschrijft dat: toen wij haar interviewden over de serie kwamen de brieven ter sprake die zij onder ogen heeft gekregen van vrouwen her en der in het land, en werd haar duidelijk dat zij groepjes vormen die samen episodes keken en bespraken.
49
Het tijdschrift
44
Chick Lit staat voor ‘chick literature’. Boeken voor, door en over vrouwen. Het wordt niet tot de literatuur gerekend. Voorbeelden hiervan zijn de boeken van bijvoorbeeld Candace Bushnell, auteur van Sex in the City en Helen Fielding van De dagboeken van Bridget Jones. 45 HP De Tijd, 14 juli 2006, Themanummer ‘De vrouw’, pag 56 door Peter Hoomans, Er zal liefde zijn… 46 id. p. 57 47 http://www.oprah.com/books/books_landing.jhtml (sept 2006) 48 Ang, I., Het geval Dallas, SUA, Amsterdam 1982, p 29 49 Eynden, van den, S., medeschrijfster R&W, Amsterdam, nov. 2005
22
De damesbladen –waarmee we de maandelijkse glossy’s bedoelen- die er momenteel zijn hebben als overeenkomst dat ze voornamelijk gaan over heteroseksuele relaties vanuit het vrouwelijk perspectief: het hebben van mannen, het krijgen van mannen, of het dumpen van mannen. Alle artikelen in de glossy’s lijken naar dit hoofdpunt toe te werken. Met het juiste haar, de juiste make-up, de juiste houding en de juiste kleding moet de ideale man te vinden zijn.
“Jarenlang vochten vrouwen voor hun rechten. We wilden stemmen, studeren, regeren en werken. Net als de man. Nu, meer dan een eeuw later, zij we moe gestreden en zijn we tot de schrikbarende conclusie gekomen dat we toch liever met een Big Rock aan de vinger en een glas Crystal in onze hand op een luxe jacht in de haven van Saint Tropez liggen. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Precies, dat dachten wij ook.” 50
Vroeger draaiden de damesbladen met name om de drie K’s: kinderen, kleren en keuken. Tegenwoordig draait het vooral om zelfontplooiing en dan met name op het gebied van seksualiteit en individualiteit. Tijdschriften kunnen worden gezien als consumptiegidsen over hoe het leven geleid dient te worden op een zo aangenaam mogelijke manier binnen de moderne maatschappij. Belangrijk in die moderne maatschappij is vooral vrij zijn om mannen te kiezen of te verwerpen door wel of geen langdurige of kortstondige relaties met ze aan te gaan. Natuurlijk ligt er gevaar op de loer; er zijn zaken die een heldere kijk kunnen vertroebelen. Maar in handige lijstjes met do’s en dont’s wordt de vrouw overal doorheen geloodst. Er worden overigens ook wel problemen besproken. Dit zijn echter voornamelijk problemen die horen bij het moderne leven: Mijn dochter date een loverboy, Vreemdgaan met de broer van je lief, etc. De laatste taboes worden zonder al te veel omhaal doorbroken, en uit elk gepresenteerd verhaal kan een wijze les worden geleerd. Voor vrijwel alle bladen geldt het motto ‘Doe wat jij wilt’, en elke maand opnieuw lijken bladen elkaar naar de kroon te steken wat gedurfde, meestal seksueel getinte, onderwerpen op de cover betreft. 51
We kunnen stellen dat er een vrouwencultuur bestaat binnen de patriarchale maatschappij. In de romans, tijdschriften en feminiene programma’s op televisie is er een ruimte voor vrouwen om hun eigen plek in te nemen binnen de maatschappij en waarin ze zich tegelijkertijd kunnen onttrekken aan de mannelijke dominantie. Hierin wordt de mannelijke ideologie niet verworpen. Hij wordt meegenomen, maar anders dan in de maatschappij wordt hier de vrouw centraal gesteld. Hier gelden de zaken waar vrouwen voor staan, 50 51
Jackie nr 14, 2006 pag. 93 HP De Tijd, 14 juli 2006, Themanummer ‘De vrouw’, pag. 122-124 ‘Doe wat jij wilt’ door Ron Kaal
23
voortvloeiend uit het feminisme. Tot die conclusie komt ook Jonathan Bignell. Hij onderschrijft dat er een alternatieve vrouwencultuur kan ontstaan. Deze ontstaat dankzij de aanwezigheid van ‘de ander’, waarmee in dit geval de man bedoeld wordt, dus door de lezer van de teksten in magazines als anders of eigen te bestempelen, ontstaat er een vrouwenwereld in de bladen en met de lezer. De cultuur die ontstaat is tweeledig: hij is er daadwerkelijk in de fysische wereld, of hij is een mythische en bestaat alleen in de hoofden van de vrouwelijke lezers van de teksten, maar de alternatieve cultuur wordt hoe dan ook ervaren. 52
§ 2.3 Post-cultureel feminisme
De voorgaande ontwikkelingen meenemend, kunnen we concluderen dat er een nieuwe vorm van het hedendaags feminisme valt te ontwaren. Deze willen we het post-cultureel feminisme noemen. In het postmoderne tijdperk waarin wij leven wordt de eigenheid van het individu als zeer belangrijk ervaren. Er zijn net zo veel meningen als dat er mensen zijn. Het grote verschil met het cultureel feminisme, is dat het essentialisme verwerpt. In het postmoderne tijdperk worden die dingen meegenomen of verworpen die ons aanstaan of juist niet. Het essentialisme gaat ervan uit dat verschillen tussen mannen en vrouwen vast liggen en onveranderlijk zijn. Wij gaan uit van maakbaarheid en van gender als een sociale en maatschappelijke constructie. Om die reden nemen we het essentialisme niet mee in deze stroming. Er zijn verschillen en dat mag getoond worden, zo mogen vrouwen hun seksualiteit weer tonen. We hoeven in ieder geval niet te doen alsof we van één sekse zijn. Wat wel belangrijk is in deze vorm van feminisme, is dat mannen en vrouwen als gelijken behandeld en gewaardeerd worden door elkaar. Daarbij is er sprake van een eigen cultuur voor vrouwen, of culturele uitingen.
Waren er in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw nog grote stromingen te zien, tegenwoordig hebben we te maken met splintergroeperingen op allerlei gebieden. Religie wordt in mindere mate gezamenlijk beleden. Hoewel de kerken leeglopen, zegt 80% van de bevolking nog gelovig te zijn, maar ‘op een eigen individuele manier’, die niet aan een kerk gebonden is. 53
Hoewel het religie niet meer gezamenlijk wordt beleefd is ze geen stille dood gestorven. Ze is nog wel aanwezig, zij het in een minder expliciete vorm. Het lijkt een tendens dat mensen 52 53
Bignell, J., Media Semiotics – an introduction, Manchester University Press, Manchester, 1997 Trouw, 24 augustus 2006, Ad Verbrugge: Onze vrijheid is op hol geslagen, pag 6, 7 (door Yoram Stein)
24
dat wat hen aanspreekt uit een overtuiging overnemen. Zo kan het voorkomen dat er een boeddhabeeld met een rozenkrans om zijn nek op de schoorsteenmantel prijkt. Dit is een combinatie van uitingsvormen van twee verschillende religies nu symbool staan voor persoonlijke vrijheid. Wat niet bevalt wordt verworpen. Iets soortgelijks vindt plaats in het feminisme.
Het belangrijkste wat het feminisme voortgebracht lijkt te hebben, is het recht op de eigen mening. “Ik doe het zelf wel,” is al goed, maakt niet uit hoe je het doet. Dus als je halfnaakt in een clip op TMF gaat staan, of zoals Tatjana Simic in de Playboy: het wordt toegejuicht door de massa, omdat het vrouwen zijn die staan voor ‘wie ze zijn’. Mevrouw Simic heeft nadat ze naakt op de kalender ging voor een groot biermerk, vervolgens met een interview in Opzij gestaan, waarbij er nauwelijks kritiek op haar optreden was. Duidelijk werd daar dat het werd gezien als uiting van haar onafhankelijkheid. Ook in het feminisme lijkt de individualistische gedachte hoogtij te vieren: als het jou als individu een goed gevoel geeft is het goed. Of je jezelf nu als lustobject laat weergeven of niet.
Er bestaat ons inziens dus een postcultureel feminisme, dat zich onder andere uit in tijdschriften, boeken en televisieseries. Het heeft een eigen discours waarin het de vrouw centraal stelt. Net als in het verleden blijft overeind dat het vrouwen zijn die iets voor vrouwen maken. Nu heeft het echter vaak een commerciële, in plaats van een louter idealistische inslag. Terugkijkend op het feminisme realiseert Emma Brunt, feministe van het eerste uur, zich dat ze vooral extraatjes wilde. “Als ik probeer te reconstrueren wat ik destijds van de vrouwenemancipatie heb verwacht (…) dan was het dat ik alle privileges die de generatie van mijn moeder had zou mogen behouden, en dat ik er alleen ‘wat bij kreeg’. Een extraatje als het ware.” Ze wilde meer keuze en meer mogelijkheden dan de generatie voor haar. En eigenlijk is het feminisme, zo concludeert ze, daarin geslaagd. Het hield alleen totaal geen rekening met zwangere vrouwen, met kinderen en alleenstaanden. Achteraf merkte ze dat er ook nadelen aan het feminisme kleven: ze moet nu haar hele leven werken om rond te kunnen komen en zit niet aan een man vast die de kost voor haar verdient. 54
Het huidige feminisme en de vrouwenculturen waarin dit tot uitdrukking komt is commercieel. Het is niet essentialistisch, maar erkent wel biologische en dus onoverkomelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Het volgt een eigen discours dat de vrouw centraal stelt en zich zo staande houdt binnen de patriarchale maatschappij. Die maatschappij krijgt dus geen oppositional reading. De mannelijke ideologie is aanwezig,
25
maar er is ruimte voor de vrouw. De cultuur bestaat juist door ‘de ander’, het bestaan van een cutuur waarin de mannelijke waarden dominant zijn. De vrouwelijke seksualiteit wordt als iets goeds gezien en de individuele beleving van de vrouw staat voorop. Na de gelijke rechten op het gebied van werk, inkomen en steeds meer de opvoeding, lijken relaties het enige fenomeen waarin vrouwen nog een inhaalslag maken, zoals de vele covers van tijdschriften, onderwerpen in talkshows, series en romans ons tonen. Daarnaast wordt de combinatie het krijgen van kinderen of het doorgaan met werken gezien als een issue van de vrouw, het individu, en niet van de maatschappij. “Maar weinig mensen voelen zich werkelijk vrij op het moment dat ze door anderen genegeerd worden”, aldus cultuurfilosoof Ad Verbrugge, wat ondanks het individualisme de populariteit van de vrouwenculturen binnen de maatschappij verklaart. Er is geen gemeenschappelijke deler meer; anders dan in de jaren ’50 en 60’ is er geen verzuilde maatschappij, kerk of instituut meer waar tegen te strijden is. Maar zich volledig afzonderen als individu doet niemand. 55
Uit dit hoofdstuk vloeien een aantal punten voort die we meenemen in de case study: In het volgende hoofdstuk over sekse en gender, bespreken we hoe er binnen deze vrijheid invulling wordt gegeven aan het begrip ‘gender’.
Aandachtspunten casestudy
Vrouwencultuur: Kan de manier waarop R&W gemaakt wordt gezien als onderdeel van een vrouwencultuur? -het is geschreven door een vrouw -het hoofdpersonage is een vrouw -de invulling van karakters is sjabloonachtig, volgens een bepaalde voorspelbaarheid beschreven -vervullen de karakters ten opzichte van elkaar sitcom-achtige archetypische rollen? -is het zo opgebouwd dat het geschikt is om er een vervolg aan te geven? -is het lezen ervan (of: kijken ernaar) een zogenaamde feelgood-ervaring? -zijn de actrices promotable of ‘verkoopbaar’, commercieel interessant vanwege hun bekendheid of hun voorkomen.
56
54
HP De Tijd, 14 juli 2006, Themanummer ‘De vrouw’, pag. 102-106, “de lasten van de lusten”, Emma Brunt Trouw, 24 augustus 2006, Ad Verbrugge: Onze vrijheid is op hol geslagen, pag 6, 7 56 HP De Tijd, 14 juli 2006, Themanummer ‘De vrouw’, pag 56 door Peter Hoomans, Er zal liefde zijn… 55
26
Welke postculturele feministische uitingen worden er uitgedragen of juist tegengesproken door de vrouwelijke personages in de serie?
Solidariteit Kiezen voor individualisme of voor de gemeenschap / vriendengroep?
Professionaliteit Hebben de vrouwen een baan, of niet? Zijn de vrouwen meer thuis dan op het werk te zien? Wat is het beroep en het functieniveau? Wat is de financiële situatie? (kostwinner, financieel onafhankelijk partner, tweeverdiener, onbekend) Wie neemt, als het al gebeurt, de zorgtaken op zich? Hoe wordt er omgegaan met het thema ‘moederschap’?
Gespreksonderwerpen / Houding naar mannen Wat zijn de belangrijkste gespreksonderwerpen? Wordt er gestreefd naar ‘de ideale man?’ Lijken de personages afhankelijk van mannen (niet-feministisch) of juist wel (postcultureel feministisch)?
27
Hoofdstuk 3 - Gender en sekse
Onder invloed van het feminisme is er aandacht gekomen voor de vrouw en vrouwbeelden in de media en de maatschappij. Maar niet alleen de vrouw is hierdoor veranderd. Onder Vrouwen- en later Genderstudies kon het niet uitblijven dat ook de man aan een kritische blik werd onderworpen. Er zij twee redenen waarom er mannenstudies zijn ontstaan: de kritische impact van het feminisme dat de aanwezigheid van mannen in de genderverhoudingen aankaartte en de ontwikkeling van een mannenbeweging in de jaren ’70. 57 Omdat mannen vanzelfsprekend aanwezig waren, waren het met name vrouwen die werden onderzocht in diverse onderzoeken. Studies naar mannen waren pro-feministisch. Ze werden niet verricht om het feminisme onderuit te halen maar waren een aanvulling op de inmiddels bestaande literatuur en onderzoeken omtrent vrouwen, dus om het beeld rond gender completer te maken. 58
§ 3.1 Veranderende gender
Het verschil tussen gender en sekse wordt kan als volgt worden omschreven: sekse is het biologische geslacht en is dus af te lezen aan de genitaliën. Wat de maatschappij bepaalt wat mannelijk of vrouwelijk is noemt men gender. De term gender geeft dus aan dat wat als mannelijk en vrouwelijk gezien wordt een maatschappelijk en sociaal construct is. Gender behelst uiterlijke kenmerken en ook karaktertrekken. 59 Zo wordt bijvoorbeeld ‘praatgraag gedrag’ gezien als iets typisch vrouwelijks. 60 In 1949 was het Simone de Beauvoir die zei dat de vrouw niet als vrouw werd geboren, maar tot een vrouw werd gemaakt; een uitspraak die uiteindelijk meegenomen is in de daaropvolgende periode dat er een nieuwe kijk kwam op de vrouw en op feminiteit. Deze nieuwe manier van kijken naar vrouwen, de reeds genoemde mannenbeweging en de opkomst van de globalisering hebben ertoe bijgedragen dat uiteindelijk ook de andere sekse, de man, aan een kritische blik werd onderworpen. 61 Op het effect van globalisering op mannelijkheid komen we later in deze paragraaf terug.
57
Metsenaere, de, M en Celis, K. (ed), Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken, VUBPRESS Brussel, Brussel 2004, p. 18 58 Craig S., Considering men and the media, uit men, Masculinity and the media, Sage Publications, Inc., Newbury Park, USA, 1992, p 1-3 59 Glover D., en Kaplan C., Genders the new critical idiom, Routledge, Londen, 2000, p.xix -xxii 60 Gunter, B., Television and gender representation, John Libbey & Company Ltd., Londen, 1995, p. 1-6 61 Whitehead, S.M., Men and Masculinities, Politiy Press, Cambridge UK, 2002, p. 89
28
Een tekenend voorbeeld van hoe de man is veranderd door een veranderende manier van denken en het discours binnen de maatschappij over mannelijkheid, is te vinden in een studie van Peter Verstraten. Verstraten deed in Screening cowboys: Reading maculinities in Westerns onderzoek naar manbeelden in westerns. Zijn conclusie is dat het beeld dat men had van mannelijkheid en manbeelden lange tijd in stand is gehouden door degenen die deze mannelijkheid aanschouwden en (niet) bekritiseerden. Na het zien van diverse films zag Verstraten een ommekeer in de manier waarop er binnen de film met de hoofdfiguur werd omgegaan. 62
De fluctuerende populariteit van filmgenres kan een bruikbaar kompas zijn om een indicatie te geven van een tijdsgeest. Om die reden is Verstraten zich gaan verdiepen in het fenomeen Western. In cowboyfilms was het duidelijk wat een cowboy deed en wat er van hem verlangd werd. Stoer kwam hij aangereden op zijn paard vanaf de horizon. Hij vestigde zich in een stadje en iedereen viel in katzwijm voor de man met zijn grote kwaliteiten. Zijn karakter was echter een zogenaamde lege huls: de man in kwestie had geen heden of verleden. Zijn heldendom stond of viel met de manier waarop er met hem om werd gegaan door de andere karakters in de film of serie.
63
De eerste barsten in het geloof van de ongenaakbare cowboy worden na de Tweede Wereldoorlog zichtbaar. In de western Pursued treedt er een cowboy op die nare jeugdherinneringen meeneemt. Op het moment van actie staan deze hem in de weg en delft hij het onderspit in een gevecht. Het feit dat dit gebeurt net na WOII, de film dateert uit 1947, is niet geheel toevallig. 64 Na deze oorlog kwamen de veteranen terug naar Amerika. Ze gingen de oorlog in met het idee dat ze overeenkwamen met het beeld van de stoere cowboy, maar keerden in tegenstelling tot deze fictieve helden getraumatiseerd huiswaarts en werden niet als helden ontvangen: bij terugkomst bleken velen overbodig te zijn of waren hun plekken binnen de maatschappij ingenomen door anderen. 65
De cowboy is altijd volledig afhankelijk geweest van de geïnterpreteerde perceptie van anderen en zodra die perceptie ironisch geladen wordt, wat na 1947 steeds vaker in films gebeurde, kantelt het vermeende ideaalbeeld van mannelijkheid volledig. Na de Amerikaanse crisis in Vietnam kwamen er steeds meer films met de verslagen cowboy of actieheld in de hoofdrol, zoals Coming home (1978) en Apocalyps now (1979). Vanaf de 62
Verstraten, P., Mannelijkheid tussen ironie en naïeve omarming, uit De Metsenaere, M en Celis, K. (ed), Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken, VUBPRESS Brussel, Brussel 2004, p. 90 63 id. 73, 74 64 id. 65 id.
29
jaren ’80 lijkt er een nieuw manbeeld te ontstaan en zijn het juist de gespierde actiehelden die de boventoon voeren, zoals Arnold Schwarzenegger en Sylvester Stallone. Deze mannen werden gepresenteerd als ware actiehelden met onnatuurlijk grote spierbundels en een halfontbloot bovenlijf. In hun films voeren zij een eenmansguerrilla waarin niet de Vietnamezen de grote vijanden zijn, maar de falende Amerikaanse overheid die de schuld krijgt van de nederlagen in Vietnam. Die aandacht voor het lichaam neigt echter naar een soort narcisme waarbij het bovennatuurlijk gespierde lijf wordt verheerlijkt. Er wordt geweld gebruikt om andere te redden om dit beeld van de narcist te compenseren. Dit heeft ertoe bijgedragen dat sinds de jaren ’80 het beeld is ontstaan in films dat mannelijkheid vooral te maken heeft met een maskerade. Overal waar mannelijkheid ten toon wordt gespreid wordt dit gedaan met een ironische knipoog, alsof de held zelf ook weet dat hij een farce ophoudt. 66
Volgens Verstraten is het lastig te concluderen wat mannelijkheid precies is. Het schippert tussen ironie en omarming. Enerzijds is het een serieuze zaak voor mannen er mannelijk uit te zien. Anderzijds is er de ironie, omdat men weet dat het een façade is die men ophoudt door middel van handelen en kleding, en om die reden is mannelijkheid bijna te vergelijken met travestie, waarbij een man zijn best doet er vrouwelijk uit te zien. 67
Craig benoemt 3 kenmerken van traditionele mannelijkheid in de westerse maatschappij. Een man neemt deel aan de patriarchale maatschappij en houdt deze in stand. Zijn gezag is natuurlijk. De man exploiteert en domineert vrouwen en ook andere mannen. Mannen die niet masculien zijn worden buitengesloten en feitelijk gestraft voor het feit dat ze niet mannelijk genoeg zijn. 68 In hetzelfde essay over mannen in de media concludeert Craig op basis van empirisch onderzoek dat mannen weinig afwijken van de traditionele patriarchale opvattingen over man-zijn en mannelijkheid. Ze zijn machtig en succesvol en hebben een hoge status. Ze handelen vanuit hun denken en niet vanuit hun emoties. Ze bewegen zich met name in de wereld buiten familie en relaties, in tegenstelling tot gerepresenteerde vrouwen op tv. Mannen organiseren hun leven rond het oplossen van problemen. 69 Maar deze constructie van mannelijkheid staat onder druk onder invloed van de eerder genoemde opkomende globalisering en het feminisme. Door de globalisering worden
66
Verstraten, P., Mannelijkheid tussen ironie en naïeve omarming, uit De Metsenaere, M en Celis, K. (ed), Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken, VUBPRESS Brussel, Brussel 2004, p. 77-82 67 id. 90 68 Craig S., Considering men and the media, uit men, Masculinity and the media, Sage Publications, Inc., Newbury Park (USA), 1992, p 1-3 69 id.
30
eeuwenoude machts- en maatschappijstructuren overhoop gehaald. Dit noodzaakt deelnemers aan de cultuur hun rol daarbinnen te herdefiniëren. Ook constructies van mannelijkheid komen onder druk te staan. De ‘baan voor het leven’ is verdwenen, er is steeds meer aandacht voor afwijkende seksualiteiten en ook voor mannen verschijnen tegenwoordig zelfhulpboeken. 70 Mannen worden vaak in verband gebracht met regels: mannen maken de regels, het zijn de mannen die ze zelf ook nodig hebben. De westerse cultuur wordt steeds feminiener: we zien mannen achter het aanrecht, mannen in de het ziekenhuis etc. Het mannelijke wordt meer en meer gezien als iets negatiefs. Mannen zitten dus in een onzekere fase momenteel, de cultuur is aan het veranderen. 71 Vanuit het feminisme ontwaart Rosalind Coward een nieuwe tendens in Masculinity. Wat vroeger alleen met vrouwen gebeurde en waar veel kritiek op kwam, gebeurt nu met mannen: mannen worden als lustobject neergezet. (Half)naakt, compleet met spierbundels en zwoele blik worden mannen door vrouwen gadegeslagen die er overduidelijk plezier aan beleven. Masculinity heeft te maken gekregen met humor. De klassieke man, de patriarch, verdwijnt uit beeld en is een reden om grappen over te maken en belachelijk te maken. Mannelijkheid wordt onderuit gehaald.
72
In zijn boek Television and genderrepresentation (1995) geeft Barrie Gunter een overzicht van genderkenmerken, voortvloeiend uit diverse genderstudies. Hij vat hierin samen wat als mannelijk en vrouwelijk wordt gezien in de westerse maatschappij. Zo zijn het van oudsher de mannen die kostwinner zijn, en de vrouwen die het huishouden runnen en zich bezig houden met persoonlijke relaties en familie. Het beeld van de thuiszittende vrouw is veranderd in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw doordat steeds meer vrouwen toen gingen werken. Zorgtaken worden echter nog steeds meer met vrouwen dan met mannen verbonden. Mannen zijn gericht op doelen die buiten henzelf liggen. Waar vrouwen hoofdzakelijk proberen te streven naar verdieping of verrijking in henzelf en het verbeteren van zichzelf als persoon, is voor een man afleesbaar succes in de vorm van geld en bezit belangrijk. Mannen zijn doorgaans competitiever en agressiever ingesteld dan vrouwen. Niet alleen in het echte leven, maar ook in hun fantasie speelt geweld een belangrijke rol. Een vrouw daarentegen richt zich voornamelijk op harmonie tussen mensen. Ze is een goede spreker; het linguïstisch systeem van een vrouw ontwikkelt zich sneller en verder dan dat van mannen, al vanaf de geboorte. Op televisie worden vrouwen meer binnenshuis, en mannen 70
Kenny, M., en Stevenson N., Masculinity: a risky path to take?, uit: The art of life, on living, love and death., Rutherford, J. (ed), Lawrence and Wishart, Londen, 2000, p. 135-151 71 id 136-137 72 Coward, R., Sacred cows, is femenism relevant for the new millennium?, Harper Collins Publishers, Londen, 1999, p. 90-94
31
meer buitenshuis geportretteerd. Natuurlijk staan deze beelden onder druk, mede door de media en de maatschappij. Enerzijds houden media stereotypen in stand, anderzijds bezitten media de kracht ideologie en discours rond stereotypen te beïnvloeden of te veranderen. 73
Wat de invloed van deze constructies van mannelijkheid of vrouwelijkheid is op de cultuur, is niet met zekerheid te zeggen. Wel wordt er door Paul Vennix, psycholoog en seksuoloog, vanuit zijn invalshoek naar eventuele consequenties voor de maatschappij gekeken. In de westerse cultuur ontbreken androgyne modellen naast het mannelijke en het vrouwelijk. Leven overeenkomstig gangbare sekserollen is daarentegen relatief eenvoudig omdat men zo (sekserol)getraind is en talloze modellen kent waarnaar men zich kan conformeren. Een kille, zakelijke en competitieve en prestatiegerichte omgeving, alle stereotype mannelijke elementen, zal de geestelijke gezondheid van mensen ondermijnen. Dit in tegenstelling tot een warme, sociale omgeving waarin ruimte is voor bevestiging als de persoon, affectie en zorg -allen vrouwelijke elementen- de geestelijke gezondheid zal versterken. In de Nederlandse maatschappij is volgens Vennix een masculinisering aan de gang: de maatschappij wordt harder en zakelijker. 74
In Amerika is er een specifieke mannenbeweging die opkomt voor de stereotype mannelijke waarden: deze beweging combineert New Age, traditionele Christelijke normen en het cowboy zijn, daarin is het antifeministisch. In Groot-Brittannië is er onlangs juist veel aandacht geweest voor de gescheiden vaders die hun kinderen willen zien. Dit is een appèl op het gevoelsleven van mannen. Deze twee voorbeelden illustreren de spagaat waarin mannelijkheid op dit moment verkeert. Er bestaan nu bijvoorbeeld zelfhulpboeken voor de man. Dat betekent dat de man aan zijn angsten, en dus aan ‘zijn zwakte’ toegeeft. Het eerste zelfhulpboek kwam uit Australië en heette Manhood. Het ging er vanuit dat mannen in een moeilijke positie zitten omdat ze niet meer echt nodig zijn nu alleenstaande vrouwen hun kinderen op kunnen voeden. Dit moet leiden tot het terugvinden van de eigen mannelijkheid. Kritiek is dat vrouwen niet in het hele verhaal van teruggaan naar de mannelijkheid voorkomen. Mannelijkheid kan pas worden hervonden na een periode van dwaling en zoeken. Dat zijn kenmerken die niet bij het oude patroon van mannelijkheid horen. Ook in de lifestyle magazines wordt verteld hoe een man hoort te zijn en welke eigenschappen en uiterlijkheden daarbij horen. De man wordt een subject, zoals eerder de
73
Gunter, B., Television and gender representation, John Libbey & Company Ltd., Londen, 1995, p. 2-5 Vennix, P. en Bullinga, M., Sekserollen en emancipatie, Verandering in de kijk op mannelijkheid en vrouwelijkheid, Bohn Staffleu van Loghum bv, Houten 1991, p. 84
74
32
vrouw. 75 Door de verdeling van de publieke sfeer en de private was er automatisch een deling in de man-vrouw verhouding, namelijk van kostwinner versus thuisblijver. Die scheidslijn is dus verbroken. 76
De vraag die zal blijven is in hoeverre mannelijkheid nu echt veranderd is ten opzichte van vroeger. We hebben nog steeds te maken met oude waarden en normen en tegelijkertijd zijn er zaken onherroepelijk veranderd. In het vergelijkend onderzoek van Glorieux en Koelet naar de dagbesteding van mannen en vrouwen komt naar voren dat aan een dagpatroon nog steeds af te lezen is of we hier met een man of een vrouw te maken hebben, alle emancipatie ten spijt. Het zijn nog steeds vooral vrouwen die zorgen en mannen die buitenshuis werken. 77
Onder invloed van het feminisme, genderstudies en de globalisering is de eerder vastomlijnde positie van de man aan het wankelen gebracht. Waar voorheen duidelijk was wat mannelijke en wat vrouwelijke eigenschappen waren, lijken deze steeds meer door elkaar heen te lopen. Enerzijds worden mannen vrouwelijker en worden ze om die reden ook gewaardeerd. Anderzijds zijn ze op zoek, net als vrouwen naar hun vrouwelijkheid. Ook lijken ze terug te verlangen naar de tijden dat hun mannelijke identiteit vaster omlijnd was.
§ 3.2 De mannelijke blik
In ons onderzoek is het belangrijk kort stil te staan bij de theorie van Mulvey over de male gaze die dominant zou zijn in de westerse cinema. 78
“Briefly, Mulvey’s thesis states that visual pleasure in Hollywood derives from and reproduces a structure of male looking / female to-be-looked-at-ness, which replicates the structure of unequal power relations between women and men.” 79
De male gaze uit zich niet alleen duidelijk in bijvoorbeeld de pornografie, maar ook in mainstream Hollywood films. Door cameravoering identificeert het publiek zich met de 75
Kenny, M., en Stevenson N., Masculinity: a risky path to take?, uit: The art of life, on living, love and death. Rutherford J., (ed), Lawrence and Wishart, Londen, 2000, p. 138-141 76 id. 141-147 77 Glorieux I. en Koelet S., Het was maar een droom – over de mythe van de nieuwe man en de standvastige verschillen in tijdsbesteding tussen mannen en vrouwen, uit: Metsenaere, de, M en Celis, K. (ed), Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken, VUBPRESS Brussel, Brussel 2004, p. 97-124 78 Zoonen, van L., Feminist Media Studies, SAGE Publications Ltd., 1994, pag 87 79 Gamman, L., en Marshment, M., The female gaze, The Woman’s Press Ltd, Londen 1989, p 5
33
mannelijke hoofdpersoon. De vrouw wordt op deze manier een object waarnaar gekeken. Door de vrouw te laten opkijken naar de man wordt dit beeld versterkt. Volgens Mulvey is het ondenkbaar dat vrouwen plezier beleven in de westerse cinema. Een ander voorbeeld van de male gaze is de advertentiemarkt. Vrouwen worden niet alleen object voor mannen, maar ook voor elkaar: ze zijn zich ervan bewust dat er naar ze gekeken wordt en ook onderling doen zij dit. De camera volgt de mannelijke blik van de hoofdpersoon. De mannelijke blik is echter niet altijd dominant geweest. In bijvoorbeeld het oude Griekenland was mannelijk naakt heel gewoon in het dagelijks leven en ook de afbeelding van de penis was kwam veelvuldig voor. In het oude Griekenland werd zowel een hetero- als homoseksuele (of vrouwelijke) blik gehanteerd. Onder invloed van het Christendom werd mannelijk naakt niet meer als wenselijk beschouwd. 80
Sinds de jaren ’80 begint er langzaam een verschuiving te komen in de manier waarop er naar mannen gekeken wordt. Werden mannen voorheen hoekig en niet-erotisch afgebeeld – zoals in westerns bijvoorbeeld- tegenwoordig worden mannen ook als pin-up neergezet in de Playgirl en op ansichtkaarten. Daarnaast zijn er series gekomen vanaf de jaren ’80, als Magnum PI en Miami Vice, waarin mannen worden gerepresenteerd met traditioneel vrouwelijke eigenschappen als gevoelig en zorgzaam. Daarnaast is de man ook lustobject. Het verschil tussen mannelijke en vrouwelijk pin-ups is dat de man in tegenstelling tot de vrouw serieus in de camera kijkt. Hij drukt hiermee onafhankelijkheid uit. Vrouwen lachen en nodigen op die manier mannen uit met hun blik en houding Mannen etaleren niet bewust hun schoonheid maar zijn iets aan het doen, alsof de fotograaf ze betrapt. Ze zijn zich aan het wassen of scheren, terwijl vrouwen voornamelijk stil worden afgebeeld. Ook hierin komt de genderrol terug: de man is actief en de vrouw passief. Zelfs als een man stil zit wordt zijn lijf op zo een manier afgebeeld dat zijn spieren naar voren komen zodat actie wordt gesuggereerd. Tot slot is een verschil dat de vrouw wordt neergezet als pornografisch lustobject: het gaat puur om de buitenkant. De teksten in de Playgirl bij de afgebeelde mannen duiden evenwel niet op pornografie, maar op romantiek; in een bijschrift worden de kwaliteiten van de afgebeelde genoemd die niet in de foto naar voren komen. 81
Het is dus duidelijk dat er een verschil is in de manier waarop er door de camera gekeken wordt naar mannen of naar vrouwen en hoe dit wordt geïnterpreteerd, zoals het ook duidelijk is dat er een discussie gaande is op dit moment waar mannen staan en wat hun genderrol is in de maatschappij. 80 81
Zoonen, van L., Feminist Media Studies, SAGE Publications Ltd., Londen, 1994, pag 87-104 id.
34
Aandachtspunten Voortvloeiend uit dit hoofdstuk over gender en sekse kunnen we een aantal zaken noemen met betrekking tot gender, die onze aandacht verdienen in de casestudy. Dat zijn:
Zijn de mannen harder en zakelijker dan de gerepresenteerde vrouwen? Is het aan de mannen te zien dat ze moeite doen succes te tonen, ofwel te veinzen, bijvoorbeeld door middel van kleding? Als er mannelijk gezag is, wordt dit door de vrouwen geaccepteerd of verworpen? Als er vrouwelijk gezag is, wordt dit geaccepteerd of verworpen?
Wat zijn de toegeschreven eigenschappen (zelf of door anderen)?
Met betrekking tot de gaze letten we op de volgende punten:
Maakt de camera, in dienst van de vrouwenserie, de mannen tot lustobject, of blijft er ook in dit genre een male gaze overeind? Hoe wordt de camera gericht op personages: van onderaf, van bovenaf of op ooghoogte? En wordt er door de cameravoering extra aandacht besteed aan het uiterlijk van één van de twee sekses? Worden mannen in manieren van kleding of juist geen kleding tot lustobject gemaakt?
35
Hoofdstuk 4 – De casestudy
In dit hoofdstuk toetsen we de uitkomsten uit de theorie aan de praktijk binnen de vrouwenserie Rozengeur & Wodkalime. In het onderzoek naar deze tv-serie door en voor vrouwen, zal bekeken worden welke feministische waarden de personages en de serie uitdragen. De cameravoering komt aan bod om iets te kunnen zeggen over het al dan niet aanwezig zijn van een male of female gaze waar Laura Mulvey zich op heeft gericht in haar theorieën. Uiteindelijk kijken we naar de manier waarop mannen worden neergezet in de serie en welke eigenschappen en genderrollen hen worden toegeschreven.
§ 4.1 De serie
Volgens Fiske is een genre populair zolang de conventies ervan overeenkomen met de heersende ideologie in een samenleving. Hij bespreekt hierbij specifiek mannelijke, en specifiek vrouwelijke genres op tv. Fiske heeft in zijn boek Television Culture een aantal kenmerken gegeven van wat hij zag als een typische vrouwenserie. De verhaalvorm maakt narrative closure onmogelijk. Er zijn meervoudige karakters en verschillende verhaal- en plotlijnen. De tijd op het scherm lijkt synchroon met de onze te lopen en door te gaan, of je nu kijkt of niet. Er is een abrupte segmentatie tussen scènes. De nadruk ligt op dialoog, probleemoplossing en intieme conversaties. Mannen zijn gevoelig en vrouwen zijn machtig en werken professioneel buitenshuis. Een huis of een centrale plek die als zodanig dienst kan doen is de setting voor een verhaal. 82 Al deze kenmerken zijn ook van toepassing op de serie R&W. De centrale plek of sociale locatie in deze serie is Berlage; de kroeg waar de vrouwen eens in de zoveel tijd bijeen komen en hun levens met elkaar bespreken. In het vijfde seizoen komt hier de sportschool bij die als sociale locatie dienst doet.
De punten uit de casestudy zullen op twee manieren worden geanalyseerd. Behalve de waarden die de serie uitdraagt kijken we of er binnen de serie een ontwikkeling is te zien tussen het eerste seizoen en het vijfde. Daarbij onderzoeken we de serie op de aspecten die zojuist genoemd zijn, en kijken we of die veranderd zijn; hetzij in progressieve, hetzij in conservatieve zin. Vervolgens kijken we wat er in beide afleveringen als geheel wordt uitgedragen. We bekijken uit beide seizoenen een aflevering. De reden om niet voor seizoen 6 maar voor seizoen 5 te kiezen is een praktische: seizoen 6 was nog niet op DVD verkrijgbaar terwijl dit
82
Fiske, p. 179-180
36
hoofdstuk geschreven werd. Er is at random gekozen voor de zesde aflevering van het eerste seizoen, en de zesde aflevering van het vijfde seizoen, dat was de 58e in totaal.
Voor de totstandkoming van dit hoofdstuk zijn geen wetenschappelijke bronnen ter hand genomen, maar wel wetenschappelijke methodes in de analyse waaraan eerdergenoemde bronnen ten grondslag liggen. We analyseren de beelden van de serie, we maken gebruik van de officiële internetsites van Talpa en RTL, we gebruiken een publieksonderzoek dat is gedaan door RTL Nederland. Er is een interview afgenomen met één van de hoofdschrijvers van de serie, Sabine van den Eynden, en we kijken op diverse internetsites wat er over de serie verschenen is. De belangrijkste informatie komt uit het interview en uit de analyse van de beelden. 83
Productionele aspecten
De serie R&W loopt nu 6 seizoenen. De eerste aflevering werd uitgezonden op 2 september 2001. Vorig jaar was de vijfde serie afleveringen op de buis, en inmiddels is seizoen 6 uitgezonden. Er zijn op dit moment 78 afleveringen gemaakt. De eerste 5 seizoenen waren te zien op RTL4. Deze zender stopte in 2005 met het laten maken van afleveringen. De serie is vervolgens aangekocht door John de Mol, die het zesde seizoen voor de nieuwe zender Talpa liet schrijven en produceren.
De serie wordt verkocht aan adverteerders en later in de media gepositioneerd als ‘het Nederlandse antwoord op Sex and the City’. Dat is een Amerikaanse comedy over de levens van vier vrijgezelle vriendinnen in New York, die zes seizoenen lang wereldwijd populair was. De serie R&W draait om de vier Amsterdamse vriendinnen: Donna, Finette, Babette en Catherina.
Rozengeur en Wodkalime moest anders worden dan het voorbeeld SATC. De makers hebben ervoor gekozen een dramaserie te maken met een lichte komische ondertoon, in plaats van een komedie met een serieuze ondertoon. Er worden realistische verhalen verteld, maar het mag niet te zwaar worden. Het is dan ook een ‘lichte dramaserie’; er wordt ingezoomd op morele dilemma's en drama. Het idee en de scripts zijn afkomstig van Script Studio BV, het bedrijf dat ook de scenario’s verzorgt voor de soaps Goede Tijden, Slechte 83
http://www.rtl.nl/soaps/rozengeurenwodkalime/index.xml http://www.talpa.tv/web/show/id=47920/dbid=747/typeofpage=47019 http://nl.wikipedia.org/wiki/Rozengeur_%26_Wodka_Lime (allen okt. 2006) Eynden, van den, S., medeschrijfster R&W, 2 nov. 2005 dvd Rozengeur & Wodkalime, seizoen 1 en 5, RTL
37
Tijden en ONM. De serie trekt wekelijks tussen de 600 en 900 duizend kijkers uit de doelgroep. De doelgroep zijn vrouwen tussen de 15 en 45 jaar. 84
R&W wordt op een andere manier geproduceerd dan tot dan toe gewoonte was binnen
Script Studio. Het schrijfteam wordt aan de doelgroep aangepast, dit is een novum. De serie wordt hoofdzakelijk geschreven door vrouwen. Elk personage in de serie representeert één van de schrijfsters. Er is één hoofdschrijver: Karin van de Meer. Zij wordt bijgestaan door schrijfcoach en editor Michael Belderink, voormalig hoofd van Script Studio. Ook de eindredacteur van de scripts is een man, maar deze komt er pas aan het eind van het schrijfproces bij. Sabine van den Eynden, Manon Spierenburg, Marie Kooyman en Anya Koek zijn de schrijfsters van het eerste seizoen.
De bedoeling van de makers is om ‘leuke’ mannen neer te zetten. Mannen die je in het dagelijks leven zou kunnen tegenkomen. De mannen zijn dus niet alleen qua uiterlijk maar ook op innerlijk en karakterniveau geloofwaardig, aldus schrijfster Van den Eynden. 85 Omdat R&W een serie is over vrouwen, spelen mannen een ondergeschikte rol. Mannen worden alleen handelend in beeld gebracht, of in ieder geval zo veel mogelijk. Er is door de makers getracht hun beweegredenen achterwege te laten en ze alleen in relatie tot de vrouwen te laten zien. In de komende paragraaf bespreken we eerst de personages en de arena. Vervolgens kijken we voor seizoen 1 naar de het verhaal in de aflevering en bespreken we welke feministische waarden naar voren komen en hoe de gaze en de genderrollen functioneren.
De personages
In R&W draait het voornamelijk om 4 vrouwelijke personages.
DONNA Donna is de moeder van het stel; ze heeft geen baan en is huisvrouw. Ze moedert niet alleen over haar eigen twee kinderen, maar houdt ook de groep vriendinnen bij elkaar. Ze nodigt hen bij haar uit als ze het moeilijk hebben. Donna is rossig blond en draagt dure kleding en is getrouwd met een arts.
CATHERINA Catherina rommelt wat aan en heeft allerhande baantjes, zo is zij bijvoorbeeld een tijdje 84 85
Evaluatie Rozengeur & Wodkalime, RTL 4 Publieksvoorlichting, 2001 Eynden, van den, S., medeschrijfster R&W, 2 nov. 2005
38
masseuse aan huis. Ondanks haar leeftijd is Catherina het archetypisch meisje. Ze is chaotisch en onhandig, en wordt zwanger van iemand die ze niet zo goed kent. Natuurlijk past zwanger worden niet bij een meisje, maar haar naïeve houding past wel bij deze archetypische rol. Ze heeft moeite de eindjes bij elkaar te knopen en zich staande te houden in de volwassen maatschappij.
FINETTE Finette is een carrièrevrouw en werkt op een tijdschriftredactie. Ze heeft jaren in loondienst gewerkt en is nu gaan freelancen. Ze wil graag eigen klussen binnenhalen. Ze heeft na 8 jaar gebroken met haar vriend Adriaan. Hij wilde kinderen, zij was daar nog niet aan toe en wil een carrière.
BABETTE Babette is advocate bij een kantoor in de binnenstad. Ze kleedt zich stoer door colberts en een stropdas te dragen. Tegenover de andere vrouwen heeft zij een welhaast mannelijke rol: emoties wil ze niet kennen en de ratio gaat bij haar voor.
Naast de vrouwen staat telkens een man: ze streven naar een relatie met hem, hebben hem zojuist gedumpt, maar nog niet losgelaten of zijn gelukkig met hem.
ADRIAAN Adriaan is gedumpt door Finette. Hij is een zakelijk ingestelde man die graag kinderen wil.
JASPER Jasper is getrouwd met Donna. Zij hebben een duidelijk rollenpatroon binnen hun huwelijk: hij werkt en zij is thuis voor de kinderen. Jasper maakt een wat sullige indruk, maar is dus wel kostwinner.
FRANK Babette wordt verliefd op de advocaat Frank. Frank is het type snelle jongen, voor wie ook de carrière zeer belangrijk is. Net als de andere twee mannen is aan Franks kleding af te lezen dat hij een goede baan heeft.
BOB Bob is de uitzondering op de andere mannen. Hij is gevoelig en nog een stuk jonger dan de andere drie. Net als Catherina heeft hij diverse baantjes in de praktische hoek. In tegenstelling tot de andere mannen maakt Bob nog een jongensachtige indruk.
39
De mannen vervullen geen archetypische rollen ten opzichte van elkaar. Niet alleen afgezet tegen de vrouwen maar ook op zichzelf komen ze op het eerste gezicht als mannen met typisch mannelijke kenmerken en eigenschappen naar voren. Qua achtergrond vertonen ze overeenkomsten.
De arena
De vier personages in de serie wonen allemaal in Amsterdam. Deze stad is door de makers gekozen omdat het de meest ‘grootstedelijke’ plek is die er in Nederland te vinden is. Het biedt de beste ruimte om moderne vrouwen neer te zetten. De makers van de serie komen overigens ook allemaal uit deze stad. De stad fungeert daarnaast als een decor voor de binnenwereld van de personages. Ze hebben allemaal een druk leven met liefdes, familie, werk en op de eerste plaats: de vriendschap. In seizoen 1 zijn alle personages druk bezig hun leven zo aangenaam mogelijk te maken. De stad staat hiervoor symbool, als een plek waar altijd iets gebeurt, altijd leven en afleiding is, en je eigenlijk altijd tijd tekort komt als je alles mee wilt maken. Naast deze eigenschappen van Amsterdam als decor is er het argument dat Amsterdam met haar grote historische binnenstad simpelweg een schilderachtige locatie om te filmen is en van zichzelf al een mooi decor om een verhaal in te vertellen, aldus Sabine van den Eynden.
§ 4.2 Seizoen 1
In aflevering 6 van het eerste seizoen gebeurt het volgende: de advocate Babette geeft zich na enige aarzeling volledig over aan haar gevoelens voor Frank, een advocaat op wie zij al langer een oogje heeft. Ze vrijen voor de eerste keer samen. Catherina is zwanger van de tien jaar jongere Bob. Ze verliest bloed en is bang dat ze een miskraam zal krijgen. Ze zoekt steun bij Donna die met haar man Jasper mee verhuisd is naar Zeeland. Als ze daar eenmaal is, krijgt Catherina daadwerkelijk een miskraam. Finette komt haar opzoeken. Finette heeft het uitgemaakt met haar vriend. Eerder heeft Finette Catherina beledigd door Bob openlijk geen partij te vinden voor haar. Hiermee heeft ze kwaad bloed gezet. Deze aflevering wordt het in Zeeland goed gemaakt tussen hen. Babette wil eigenlijk naar Catherina gaan om haar te steunen tijdens haar emotioneel moeilijke periode. Ze krijgt echter (naar eigen zeggen) ‘dispensatie’ van Finette om bij Frank te blijven om hem te kunnen versieren. Als ze op het punt staat opnieuw te vertrekken
40
richting Zeeland, begint ze opnieuw een vrijpartij met hem. Hierdoor mist ze het moment van de miskraam. Wanneer ze dit via een sms te horen krijgt, zoekt ze haar vriendin meteen op. Jasper verwijt Finette dat ze kiest voor zichzelf en mannen misbruikt. Adriaan is een vriend van hem. Vervolgens zoekt hij Adriaan op, duikt met hem de kroeg in en samen bespreken ze de verschillen tussen mannen en vrouwen. Vervolgens spoort Jasper hem aan een vrouw te versieren om over Finette heen te komen. Bob merkt dat Catherina een geheim heeft uit het verleden dat tussen haar en haar ouders instaat. Ze wil niet zeggen wat het is en in deze episode zoekt Bob haar ouders op om het van hen te horen. Het blijkt dat Catherina vroeger zwanger is geweest en het heeft weg moeten laten halen van haar ouders, waarna ze op haar 14e naar Amsterdam is vertrokken. Hij ontrafelt hiermee niet alleen voor zichzelf maar ook voor de kijker de vraag waarom Catherina niet onverdeeld blij is met de komst van haar baby.
§ 4.2.1 Vrouwen en feminisme
De punten die uit hoofdstuk 2 over feminisme en vrouwencultuur naar voren kwamen, zullen we nu vergelijken met de serie. Zo kijken we of er sprake is van een vrouwencultuur binnen R&W en welke hedendaagse feministische waarden worden uitgedragen of weerlegd.
Vrouwencultuur
Zoals genoemd is in de inleiding is de serie gemaakt voor en door vrouwen. Niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua karakter en achtergronden vullen de personages elkaar aan: ze hebben blond, rood en zwart haar, dragen moderne (Donna en Finette), zakelijke (Babette) of ietwat slonzige kleding (Catherina). Door de achtergronden van de vrouwen komen er verschillende meningen op tafel over verschillende onderwerpen. Moeder Donna houdt er een andere zienswijze op na dan de zakelijke advocate Babette, die voornamelijk handelt vanuit haar ratio en niet vanuit haar gevoelsleven. Iedere aflevering van de serie vraagt om een vervolg: zoals in de soapopera wordt er gewerkt met cliff-hangers die de kijker dwingen de volgende keer weer te in te schakelen op het programma. R&W is gemaakt door een commerciële zender. De serie moet dus verkoopbaar zijn. De
wereldwijd populaire vrouwenserie Sex and the City is gebruikt in de communicatie met adverteerders en later met de kijker. Daarnaast spelen aantal bekende actrices in de serie, zoals Isa Hoes (Catherina), onder meer bekend uit de soap Goede tijden, Slechte Tijden, en Alwien Turner (Finette), bekend van onder andere de politieserie Blauw Blauw. Er zitten sponsors aan de serie die er uiteraard belang bij hebben dat er veel mensen kijken.
41
Hoewel in de geanalyseerde aflevering een dramatische emotionele lijn loopt, kan het bekijken van R&W beschouwd worden als een feelgood-ervaring. Zo zoeken in de laatste scène van aflevering 6 Babette en Catherina elkaar op. Catherina huilt hard om haar miskraam. Daarna zegt ze: “Genoeg gejankt. Hoe is het met jou? Verliefd?” Waarop Babette met een glimlach ‘ja’ antwoord. Ze duiken in elkaars armen en Catherina is blij voor Babette. Vervolgens wordt er lachend bijgepraat waarna de aftiteling inzet.
In de aflevering komt in het gesprek van de mannen tot uiting dat er onoverkomelijke verschillen zijn tussen de manier waarop mannen en vrouwen keuzes maken. Jasper gaat naar Adriaan toe om zijn morele steun te betuigen nadat hij na een achtjarige relatie aan de kant is gezet door Finette. Ze zitten in de kroeg en bespreken de verschillen tussen mannen en vrouwen. Ze verwijten vrouwen geen logica te hebben, en dat het voor een man allemaal veel duidelijker is. De keuzes van mannen zijn helder (“Bier of Cointreau?” “Bier natuurlijk.”) en vooral op het gebied van seks, dat “zelfs nog boven voetbal’ staat”, “geen man die daar anders over denkt”. Jasper raadt Adriaan ‘een echte man’ te zijn en een vrouw te versieren om over zijn verdriet van de breuk met Finette heen te komen. Er wordt door Adriaan op minzame toon een vergelijking getrokken tussen de biologische aspecten en vrouwen: alle vrouwtjeszoogdieren zoeken veiligheid in een relatie, behalve de vrouwelijke homo sapiens: die zoekt daarnaast ook onafhankelijkheid. De vrouw is dus geen zoogdier, is zijn conclusie. De mannen beschouwen zichzelf als rechtlijnig, in tegenstelling tot de dames in de serie. Deze dialoog is evenwel geschreven door een vrouw. Dat suggereert in dit geval dat niet (alleen) ‘de man’ er zo over denkt, maar ook de vrouw.
Feministische uitingen
Welke postculturele feministische uitingen worden er uitgedragen of juist tegengesproken door de vrouwelijke personages in de serie?
Solidariteit
Belangrijk uitgangspunt van het postcultureel feminisme is dat vrouwen solidair zijn met elkaar. Anderzijds is individualisme een belangrijk kenmerk. De geanalyseerde aflevering bevat beide aspecten.
Iedereen maakt zich voornamelijk om twee zaken druk in deze aflevering. Ten eerste over de zwangerschap van Catherina, en de zoektocht van haar vriend Bob naar een geheim uit
42
het verleden dat gelieerd is aan de zwangerschap. Ten tweede over de verliefdheid van Babette. Ze is verliefd op Frank en voelt zich daar onzeker onder.
Omdat het niet goed gaat met Catherina wordt ze uitgenodigd om naar Zeeland te komen. Catherina twijfelt of ze dat moet doen. Donna oppert dat ze ook kan gaan winkelen, maar dat ze in ieder geval niet thuis moet blijven zitten. Uiteindelijk gaat Catherina overstag. Ook Finette komt naar Zeeland toe en er wordt een ruzie bijgelegd. Deze drie personages zijn dus solidair met elkaar: ze kiezen ervoor Catherina te steunen.
Aan de andere kant is er Babette. Zij wil ook naar Zeeland komen, maar is met Frank. Finette geeft aan bij de andere twee personages dat ze dispensatie heeft: deze man is te belangrijk. Het individuele geluk van Babette gaat hier dus voor de solidariteit met een vriendin. De keuze van Babette bij haar potentiële man te blijven wordt zonder morren geaccepteerd. Als Babette op het punt staat naar Catherina af te reizen, vrijt ze opnieuw met Frank en stelt haar vertrek uit. Hierdoor is ze er niet bij om Catherina te steunen op het moment dat het misgaat, de andere twee wel. In de laatste scène komen Babette en Catherina samen en bespreken ze zonder enig verwijt wat er is gebeurd de laatste dagen.
Een ander punt waarop te zien is dat de vrouwelijke personages solidair zijn met elkaar, maar niet met vrouwen in het algemeen, is te zien in de keuken bij Donna. Er komt een vrouw binnen met eieren die kletst over de sollicitatie die Donna net heeft gedaan. Catherina, die zich niet goed voelt, snauwt haar af. De andere twee vriendinnen lachen om haar opmerking waar de vrouw bijstaat. De reactie van deze vrouw is niet te zien.
Professionaliteit
Van de vier vrouwen hebben er drie een baan: Babette is advocate, Catherina is masseuse en Finette heeft een lichterotisch blad Tarzan voor vrouwen opgezet waarvan ze hoofdredactrice is. Donna is huismoeder, maar heeft in deze aflevering buiten beeld een sollicitatie gedaan voor een parttime baan. Het is niet duidelijk wat de uitslag is. Alle vier werken ze dus, of willen ze dat doen. Twee vrouwen werken fulltime in hogere functies, de andere twee parttime in lagere functies.
We zien uiteindelijk echter weinig van het werk van de personages. Op het moment dat Babette langs komt op het werk van Finette zien we ze expliciete naaktfoto’s uitzoeken van mannen voor in het magazine dat Finette aan het opzetten is. Het gesprek gaat echter al
43
snel over Frank. Dat neemt meer tijd in beslag. Het is de enige keer dat we een werkplek in beeld zien. Op een ander moment laat Catherina haar klanten afbellen in de kroeg door een barmedewerker, het werk van Babette komt helemaal niet in beeld in deze aflevering. Wel wordt er telkens werk gesuggereerd: er wordt geluncht tussen het werk door en een afspraak kan niet doorgaan in verband met een interview.
Finette en Babette zijn beiden financieel onafhankelijk. Catherina is net getrouwd met Bob, die zegt geld te gaan verdienen voor zijn vrouw en zijn aankomend kind. Donna is getrouwd met Jasper, een rijke man. Ze cijfert zichzelf weg voor zijn carrière. Donna is ook de enige die we huishoudelijke taken zien verrichten. In vol ornaat, ze draagt dure designerkleding, is ze in de weer in de keuken met eten en eieren en zorgt ze voor haar kinderen.
Moederschap
Zoals gezegd in hoofdstuk 2 is er in het feminisme vrijwel geen aandacht geweest voor het hebben of krijgen van kinderen. Later kwam die aandacht er wel en werd het een punt van frictie. In de serie is het hebben of krijgen van kinderen voor twee vrouwen belangrijk. Eén vrouw is wat dit betreft neutraal: Babette. De breuk in een eerdere aflevering tussen Finette en haar vriend Adriaan is ontstaan door een conflict over het wel of niet willen van kinderen.
Gespreksonderwerpen / Houding naar mannen
Lijken de personages afhankelijk van mannen (niet-feministisch) of juist wel (postcultureel feministisch)? De vier vrouwelijke personages communiceren, behalve face-to-face, via het internet en de mobiele telefoon. Anders dan Gunter beweerde hebben ze geen van allen moeite met moderne communicatiemiddelen. Belangrijk onderwerp van gesprek is ‘de man’. Babette zegt zelf in “existentiële nood” te verkeren, omdat ze niet weet wat ze met haar gevoelens voor Frank aanmoet. Haar vriendinnen geven allemaal afzonderlijk ander advies. Wel vinden ze allemaal dat ze afstand moet houden tot hij komt. Uiteindelijk neemt Finette haar mee naar Franks kroeg zodat ze elkaar op die manier zullen ontmoeten. In haar houding naar Frank toe laat Babette niets merken van haar twijfels en onzekerheid en laat ze een stoere kant zien, terwijl ze bij haar vriendinnen aangeeft totaal niet te weten wat ze moet doen. Bob loopt achter Catherina aan terwijl zij een afwijzende houding etaleert. Het meeste wordt er gesproken door de vrouwen over Catherina en over mannen. Van de 12 scènes waarin alleen vrouwen te zien zijn, gaan er 3 over de zwangerschap. 2
44
gesprekken gaan ergens anders over, en in 7 gesprekken staat de man centraal, de inhoud ervan is hierboven weergegeven.
§ 4.2.2 Mannen en gender
Als eerste zullen we onderzoeken of er sprake is van een gaze, vervolgens kijken we naar de mannen, hun handelingen, opvattingen en hun uiterlijke verschijning.
Cameravoering en de gaze
In eerste instantie lijkt de cameravoering niet af te wijken van andere genres op de buis. Toch vallen er een aantal zaken op. De vrouw wordt altijd gefilmd op ooghoogte of van onderaf, maar nooit van bovenaf. Mannen worden ook nu en dan van onder gefilmd, maar dan altijd vanuit een point-of-view van één van de vrouwelijke personages. Wanneer er vervolgens een tegenshot is van een mannelijk personage, die zelf qua lengte neerkijkt op de vrouw, wordt dit zo gefilmd dat de vrouw vanuit diens schouder bekeken wordt, en alsnog op ooghoogte in beeld komt. De vrouw wordt qua cameravoering dus niet als object neergezet. Er is altijd een point-of-view vanuit de vrouw, nooit vanuit de man. Soms wordt de camera in scènes neergezet alsof de kijker een onzichtbare derde in een ruimte is en voyeur is.
In deze geanalyseerde aflevering is er twee keer een halfontklede man te zien: Bob loopt met alleen een handdoek om door het huis terwijl zijn vriendin Catherina gekleed is. In een vrijscène tussen Frank en Babette is het zo gefilmd dat Frank meer in beeld komt en minder aanheeft dan zij. Scènes hebben een functie voor de plot. Mannen of vrouwen worden niet ‘aantrekkelijk’ in beeld gebracht. Uitzondering hierop is de vrijscène tussen Babette en Frank. Beiden worden niet expliciet naakt in beeld gebracht, er wordt naakt gesuggereerd. Ze komen beiden evenveel in beeld. Voor zowel de mannelijk als vrouwelijke personages is naakt nooit expliciet. Een uitzondering hierop zijn de foto’s die Babette en Finette bekijken. Hierop staan modellen geheel naakt afgebeeld. Op deze foto’s zijn inderdaad zoals Mulvey het beschreef de spieren van mannen goed te zien en op die manier actief. Er wordt geen vergelijking gemaakt met foto’s van vrouwen.
De mannelijke personages
BOB
45
Het meeste komt Bob, de vriend van Catherina in beeld. In 7 van de 24 scènes maakt hij zijn opwachting. Van de 7 keer is hij 5 maal bezorgd om zijn vriendin. Hij reageert niet één keer heftig emotioneel. Hij schrikt als hij hoort dat ze een miskraam heeft gehad, maar hij laat geen tranen zien. Hij is vooral bezorgd om het welzijn van Catherina. Daarnaast is hij praktisch ingesteld: hij wordt opgeroepen om het huis van Finette te verbouwen. Hij schildert liefdevol een wiegje voor het kind dat op komst is, en zoekt een oplossing voor hetgeen hij niet weet: hij zoekt de ouders op. Hij zegt gekscherend dat hij geld zal moeten verdienen voor zijn vrouw en zijn kind, maar hij meent het wel want hij gaat vervolgens aan de slag in het huis van Finette. De parodiërende manier waarop mannelijkheid wordt afgebeeld komt hier licht terug in het personage Bob. Hij werpt zich op als kostwinner, een teken van mannelijkheid aldus Craig, maar tegelijkertijd lacht hij erbij: hij vindt het ook een beetje stom klinken, zoals Coward in haar theorie aantoont. Toch wordt mannelijkheid niet belachelijk gemaakt.
Catherina is gespannen onder haar zwangerschap. Bob daarentegen is ontzettend bezorgd en blij. Waar Catherina moeite doet om te stoppen met roken, wordt deze scène gespiegeld met een toegewijde Bob die een wieg aan het schilderen is. Qua kleding is Bob mannelijk te noemen. Hij draagt werkmanskleding en casual vrijetijdskleding. Ook draagt hij een aantal keer slechts een broek. Bob zoekt keer op keer toenadering tot Catherina om haar te helpen. Zij houdt hem volledig af en gaat naar haar vriendinnen bij wie ze haar hart wel lucht. Bob toont zich als een mannelijke man, en laat in zijn bezorgdheid om zijn vriendin zijn gevoelige kant zien.
FRANK Frank is in vier scènes te zien. De eerste keer praat hij over zijn werk. De tweede keer heeft hij zin om te vrijen en neemt hij uiteindelijk het initiatief om Babette te veroveren. De derde keer stelt hij zich na de vrijpartij met Babette kwetsbaar op en vertelt dat hij hoogtevrees heeft. Babette geeft toe dat ze er ook last van heeft, maar dat ze er niet aan toegeeft. Tegenover Frank etaleert ze een stoere houding. In de vierde scène wil hij Babette te hulp schieten. Ze heeft net gehoord van de miskraam van Catherina, en wil ernaar toe. Hij biedt aan haar te brengen, is verzorgend. “Moet ik je brengen?” vraagt hij, waarop zij antwoord: “Je komt er zelf wel uit hè?” en de deur uitloopt. Frank is een succesvolle man: hij draagt maatpakken voor zijn werk. Thuis bij Babette is hij functioneel naakt gekleed in alleen ondergoed.
46
Frank is in deze aflevering een man zonder dubbele bodem. Het is helder wat hij wil en zoekt toenadering, in de uiterlijkheden lijkt ook Frank op de man zoals Craig hem beschrijft. Hij durft zich wel kwetsbaar op te stellen.
JASPER De man van Donna is drie keer in beeld gebracht. De laatste keer is hij dronken en brengt niets anders voort dan gelal. De eerste keer valt hij uit naar Finette. Hij verwijt haar dat ze mannen alleen maar misbruikt zolang ze ze zelf nodig heeft. Hij vindt niet dat ze morele steun verdient, in tegenstelling tot zijn vriend Adriaan, slachtoffer van het gedrag van Finette. Vervolgens gaat hij naar Adriaan toe om zijn morele steun te betuigen. Ze zitten in de kroeg en bespreken de verschillen tussen mannen en vrouwen. Ze verwijten vrouwen geen logica te hebben, en dat het voor een man allemaal veel duidelijker is. Jasper heeft een nette kledingstijl: corduroy broek, daaronder een overhemd en een jasje. Dit draagt hij alle scènes. De genderrol die Jasper vervult is een typisch mannelijke. Hij heeft moeite met de emoties van vrouwen maar schuwt niet de zijn te tonen. Hij uit zich echter in boosheid. In deze aflevering probeert hij de verschillen tussen mannen en vrouwen te doorgronden, maar komt hier niet ver in; het blijft bij oppervlakkigheden.
ADRIAAN Adriaan komt twee maal in beeld. De eerste keer is samen met Jasper in de kroeg. Hij komt gekscherend tot de conclusie dat vrouwen geen zoogdieren zijn. Bij thuiskomst zoent hij met Fleur, het jongere zusje van Finette. Zij stopt omdat ze vindt dat ze het niet kunnen verantwoorden tegenover zijn ex, Finette. Hij stopt meteen en neemt net als Fleur de schuld ervan op zich. Als Adriaan hij uitgaat in deze scène, trekt hij alleen zijn jasje uit: zijn maatbroek blijft zichtbaar. De andere scènes heeft hij deze kleding constant aan. Ook de rol van Adriaan is een vrij ongecompliceerde. Het is duidelijk dat hij Finette terug wil, maar toont niet echt emoties. Hij gedraagt zich ‘als een heer’ door de schuld van de zoen op zich te nemen.
Conclusies
Mannen in seizoen 1 lijken niet in verwarring te zijn over hun genderrol, zoals werd gesuggereerd in de theorieën uit hoofdstuk 3. Er is geen zoektocht naar een houding of een uiterlijk dat zowel henzelf als het andere geslacht zou kunnen bekoren. Uitzondering hierop
47
vormt Bob die zijn bezorgdheid toont. Dit is echter een eigenschap die hij van nature lijkt te hebben en wordt niet ingezet als (onnatuurlijke) houding om dichter bij Catherina te komen. Wel is er een kleine zoektocht naar een manier waarop mannen en vrouwen van elkaar verschillen. Er wordt niet verder gekeken door de mannen dan de biologische aspecten. De mannen nemen allemaal de verantwoordelijkheid voor hun eigen handelen: ze lijken daarin niet afhankelijk van de vrouwen. Wel hebben alle mannen gemeen dat ze ook hun wat zachtere kant durven laten zien.
De beweegredenen van de mannen lijken het hebben van de vrouwen te zijn: alle opgevoerde mannen lopen achter één van de vrouwen aan. De mannen lijken in meer of mindere mate qua genderrol op elkaar: ze zijn allemaal mannelijk met gevoelige kanten en doen hun best een relatie met een vrouw te krijgen of te behouden, of contact met haar te krijgen.
§ 4.3 Seizoen 5
Ten opzichte van seizoen 1 zijn er wat veranderingen in seizoen 5. Finette en Adriaan spelen geen rol meer in de serie. Finette is naar Amerika gegaan om daar als journaliste aan de slag te gaan. Nieuwe personages zijn Robin, die in deze aflevering niet voorkomt, en Eva. Donna en Jasper zijn inmiddels gescheiden. De reden hiervoor is dat Donna zichzelf binnen de relatie is kwijt geraakt –zoals ze het zelf zegt- en zonder relatie wil leven. Jasper speelt nog wel een rol in de serie: hij is nu samen met Anouk. Donna is vrijgezel en werkt als zelfstandige: in een winkel verkoopt ze Afrikaanse kunst. Catherina en Bob zijn uit elkaar, Bob heeft een relatie met Robin en maakt nog steeds, maar met minder regelmaat dan in seizoen 1, zijn opwachting in de serie. Catherina is vrijgezel en inmiddels moeder van dochtertje Maria, van wie Bob de vader is. Babette heeft tijdens en na Frank –die overleden is- een relatie gekregen met een vrouw. Nu is ze weer vrijgezel, onderhoudt een seksrelatie met de jongere buurman Dennis en heeft een oogje op haar stagebegeleider Max, die werkt op haar advocatenkantoor. Babette heeft haar baan eerder opgezegd en vervolgens gesolliciteerd naar een stageplaats binnen de advocatuur. Omdat de productionele aspecten verder weinig zijn veranderd gaan we niet nogmaals de vrouwencultuur bespreken: die is hetzelfde gebleven als in de voorgaande paragraaf. Over de feelgood-ervaring: ook deze aflevering eindigt ondanks een emotionele verhaallijn met lachende mensen.
EVA
48
Eva werkt in een sportschool. Zij maakt haar entree in de vriendengroep, omdat Catherina daar een baantje heeft. Daarnaast is ze de manager van haar vriend Mike. Er zijn overeenkomsten te vinden tussen Eva en Finette in hun groepsrol en hun karaktertrekken: ze zijn beide harde en zelfstandige werkers. Finette dumpte haar man, Eva is letterlijk de baas van haar man.
MIKE Mike is zanger. 10 Jaar geleden had hij een grote nationale hit, maar sindsdien is zijn carrière stil komen te staan. Hij gaat wat slonzig, ‘artistiek’ gekleed.
MAX Max is een man die veel in gedachten is en daardoor wat verstrooid overkomt. Hij staat hoog in de hiërarchie van het advocatenkantoor: hij is de superieur van Babette. Qua kleding is hij in pak, zoals dat gebruikelijk is op een advocatenkantoor. Door de makers is hier ook bewust voor gekozen hem altijd zo af te beelden. 86 Het is een serieus type.
DENNIS Dennis is de studentikoze en ongecompliceerde buurman van Babette. De twee onderhouden een seksreklatie. Babette is echter verliefd op Max.
BART Bart is een vriend van Bob, en is nu de huisgenoot van Catherina. In stilte is hij verliefd op haar. Ze wonen samen in een kraakpand met nog andere huisgenoten. Bart is een jongen met een flink overgewicht. Hij draagt vaak petjes en eenvoudige t-shirts. Hij is onhandig in het uiten van zijn gevoel, en komt niet erg intelligent over.
In deze aflevering ziet Donna voor het eerst haar eigen vader. Pas sinds een week weet ze wie het moet zijn, en de hele aflevering twijfelt ze of ze contact moet leggen. Op het einde doet ze dat en meldt ze zich aan zijn deur. Wat zijn reactie is, is onduidelijk (cliffhanger). Als Mike aankondigt te stoppen met zijn zangcarrière zoekt Eva een manier om daar mee om te gaan. Uit alle macht probeert ze haar man weer aan het werk te krijgen. Zij was 10 jaar lang zijn manager, hij was zanger, en zij zette alles aan de kant voor zijn carrière. Deze aflevering went ze aan het idee. Omdat werkgever Max haar totaal niet ziet staan, vindt Babette troost in seks met de jongere buurman Dennis.
86
http://www.rtl.nl/soaps/rozengeurenwodkalime/makingoff/kleding.xml (okt. 2006)
49
In het geheim meldt Catherina zich aan bij een relatiebureau. Maar de DVD met potentiële kandidaten komt bij haar vriendinnen terecht. Samen bekijken en becommentariëren ze de mannen.
§ 4.3.1 Vrouwen en feminisme
Solidariteit In deze aflevering wordt het element ‘solidariteit’ doelbewust op de hak genomen en is er dus sprake van ironie. Donna is op weg naar haar vader. Ze belt één voor één haar vriendinnen op om steun te vragen, omdat ze twijfelt of ze een ontmoeting daadwerkelijk aandurft. Geen van haar vriendinnen luistert naar haar. Ze zijn allemaal te druk met hun eigen bezigheden.
Terwijl Catherina aangeeft op een kennismakingsvideo van een datingbureau dat vrienden alles voor haar zijn, wimpelt ze vervolgens Donna af omdat ze in een opname zit. In andere situaties zijn de vrouwen vaak wel solidair. Ze luisteren naar elkaars verhalen en brengen veel tijd met elkaar door.
De solidariteit van de vrouwen onderling wordt ook duidelijk als er een andere vrouw ten tonele verschijnt. De nieuwe vriendin van Jasper krijgt commentaar van de dames als ze er niet bij is. De solidariteit is dus niet voor vrouwen in het algemeen, maar wel met die binnen de eigen groep.
Professionaliteit en moederschap
De vrouwen werken allevier. Eva heeft twee banen. Babette heeft zich opgewerkt als advocaat. Catherina werkt in de sportschool bij Eva en de gescheiden Donna is een winkel begonnen. Van het werk van de dames krijgen we wederom weer weinig te zien. Babette’s kantoor is één maal te zien, maar dat is als ze erover fantaseert. De enige plek die we te zien krijgen is de sportschool. Tegelijk is dit op dat moment de plek waar de vriendinnen elkaar te zien krijgen omdat ze er achter de bar staan, en ook omdat ze er werken. Daarnaast wordt er werk gesuggereerd door mensen erover te laten praten en de dames er naartoe te laten gaan. Catherina heeft inmiddels een dochtertje, Maria. In de kennismakingsvideo vraagt ze zich hardop af of het handig is om te zeggen dat ze die heeft, omdat het wellicht mannen af zou kunnen schrikken.
50
Gespreksonderwerpen / Houding naar mannen
In de openingsscène stelt Catherina zichzelf voor in een kennismakingsvideo van een relatiebureau. “Ik heb een fantastisch leven. Ik heb werk, vrienden, een dochter.” Van een man verwacht ze het volgende: “Hij moet me aankunnen. Niet met me meelullen, maar een eigen mening hebben, en over de essentiële dingen in het leven moeten we het eens zijn. Relaties, politiek, ja alles eigenlijk.” Vervolgens realiseert ze zich dat ze zichzelf tegenspreekt, en concludeert dat ze eigenlijk geen idee heeft wat voor man ze zoekt. Uiteindelijk roept ze dat ze een ‘stoere teddybeer’ zoekt, om vervolgens verbaasd te zeggen dat ze daar juist helemaal niet naar op zoek is.
Eva twijfelt aan haar relatie en de plannen van Mike voor zichzelf te beginnen. “Kun je alles bereiken als je het echt wilt?” vraagt Eva aan Donna. Donna vertelt Eva dat ze het ideale huwelijk had met Jasper. Hij had geld, een goede carrière, hij was een perfecte vader en altijd lief. Maar ze is gescheiden van hem, omdat ze zichzelf kwijt was geraakt in de rol van goede moeder en echtgenote. Ze moest van hem af om zichzelf weer te ontdekken. Ze voelde zich opgeofferd. Als Donna aan Eva vraagt wat zij echt wil, begint Eva erover wat Mike graag wil. Donna onderbreekt haar en vraagt wat zij echt wil, ‘want dát is belangrijk!’
Eva hijst zichzelf in een sexy jurk om indruk te maken op een platenbaas om de demo van haar man Mike te slijten. Het enige dat hij zich na de afspraak nog van haar herinnert is dat ze een sexy jurk aanhad. Het is duidelijk dat hij wel met haar naar bed wil, en totaal niet is geïnteresseerd in de carrière van Mike.
Vier keer zijn de vrouwen alleen en steeds hebben ze het dan over mannen. Donna is boos op haar ex Jasper, hij ruzie maakt waar de kinderen bij zijn, en dat is tegen de gemaakte afspraken in. Ze verwijt zichzelf hier niet dat zij eigenlijk de oorzaak is van die ruzies, omdat zij haar man verlaten heeft om zichzelf te kunnen ontdekken. Catherina verwijt mannen dat ze geen ruzie durven maken en wachten tot een vrouw daarmee begint. Ze vindt dat elke man zich de wet laat voorschrijven door een vrouw, zeker als ze een stuk jonger is. “Als je een man nodig hebt, dan sta je er alleen voor.” Eva vindt dat ze allemaal opgevoed dienen te worden maar Babette spreekt haar stoer tegen: aan het opvoeden van een man moet je nooit beginnen.
Met zijn vieren bekijken Catherina, Donna, Babette en Eva een keur aan mannen die aan hen voorbij trekt op de video van het relatiebureau. Geen man kan hun goedkeuring
51
verdragen; de mannen hebben saaie hobby’s (vogels kijken), zijn te behaard, zijn saai omdat ze een hond hebben (“maar dan is het wel een trouw type, geef hem een kans”). Ze hebben een verkeerd accent, een ‘zachte g’, uiteindelijk komt het type dat zich omschrijft als ‘stoere teddybeer’ als beste uit de bus. Tegelijkertijd lachen de vrouwen ook heel erg hard om deze man. “Zal ik deze dan maar nemen?” vraagt Catherina vertwijfeld. “Je hoeft er toch niet mee te praten?” vraagt Donna lachend. Er wordt geen keuze gemaakt. Duidelijk wordt dat ze belangrijk vinden van mannen dat ze er goed uitzien, ze moeten onafhankelijk zijn, en gevoelig- ze moeten de vrouwen begrijpen.
§ 4.3.2 Mannen en gender
Cameravoering en de gaze
Ook in deze aflevering is dezelfde cameravoering: de man wordt hooguit groter gefilmd vanuit het POV van de vrouwelijke personages. Maar ook vrouwen komen op die manier in beeld. Wel belangrijk is het om te vermelden dat er opnieuw geen enkele vrouw van bovenaf gefilmd wordt. Dennis is half naakt, terwijl Babette haar kleding aanheeft om naar haar werk te gaan. Doelend op zijn lichaam zegt hij: “Ik heb iets dat u begeert.” Zij gaat hier niet op in. Het is de enige keer dat er naakt te zien of gesuggereerd wordt. Dennis zet zichzelf als lustobject neer, maar met een ironische ondertoon.
Mannelijke personages
MAX De rol die Max hier vervult zou je kunnen vergelijken met die van de stoere cowboy uit de westerns van voor 1947 uit de theorie van Verstraten. Net als de cowboys is Max een ‘lege huls’. Babette fantaseert over hem in stoere sportkleding, ze ziet in gedachten dat alle vrouwen op kantoor verliefd op hem zijn. Maar of dit in werkelijkheid zo is, is maar de vraag. De aantrekkelijkheid van Max, zowel voor de kijker als voor haar en haar vriendinnen bij wie ze over hem vertelt, is afhankelijk van de manier waarop Babette hem ziet. Uiteindelijk zie je niet hoe Max zich voelt of wat hij denkt, en toch is hij een object tot aanbidding in de ogen van ‘de ander’. Tegelijkertijd wordt indirect de spot met hem gedreven. Als je hem ziet is het lachwekkend dat hij in honkbaloutfit in zijn werkkamer staat, en terwijl hij onverstoorbaar werkt lopen er drie vrouwen om hem heen die hem aanbidden. Hij wordt dus masculien afgebeeld, maar tegelijkertijd werkt het op de lachspieren, zoals Coward deze ironie beschreef.
52
BART De dikke Bart en Catherina wonen samen in een kraakpand, maar hebben geen relatie. Catherina reageert haar frustratie op hem af, hij begrijpt er niets van. “Sjongejongejonge” is het enige wat hij als reactie zegt als ze weg is. Als kijker begrijp je Catherina. Tegelijkertijd begrijp je waarom Bart haar niet begrijpt. Het is de enige keer deze aflevering dat je een man alleen ziet zonder dat een van de vrouwelijke personages erbij is. Zijn opmerking slaat op vrouwen in het algemeen: hij snapt ze niet. Op onhandige wijze laat Bart vervolgens weten dat hij Catherina heel erg leuk vindt. Hij informeert of er nog leuke mannen op de video stonden. In de laatste scène van de aflevering neemt Catherina Bart op met een video. Hij gaat nu een contactadvertentie doen, en terwijl hij bezig is vraagt Catherina: “Zie je nu hoe moeilijk het is?” Bart vertelt dat hij van lezen en van winkelen houdt. Zijn huisgenoot komt binnen. “Je houdt helemaal niet van winkelen,” zegt die. “Nee, maar dat willen vrouwen toch graag?” Bart probeert zich dus te voegen naar het beeld waarvan hij denkt dat een vrouw van hem wil hebben. Hij presenteert zich op die manier als feminien. “En jij hebt niet eens baan,” zegt Bart tegen de binnenkomer. “Ik wel,” zegt hij vervolgens tot de camera. Bart lijkt er trots op dat hij voor kostwinner door zou kunnen gaan, hij heeft een vrouw op die manier wat te bieden is zijn boodschap. De vergelijking van Verstraten tussen travestie en masculiniteit komt hier naar voren. Mannelijkheid is niet iets dat er vanzelfsprekend is: er moet moeite voor gedaan worden het te tonen. Enerzijds is er de nieuwe waarde van het feminien zijn, een vrouwelijke interesse hebben. Anderzijds is er de van oudsher aanwezige drang te zorgen voor de vrouw in materieel opzicht: hij heeft een baan. De bevindingen van Coward over de veranderende masculiniteit werpen ook een licht op de scène. Deze scène werkt namelijk op de lachspieren van de kijker. Je ziet hoe Bart zijn best doet en dat hij overduidelijk staat te liegen, terwijl de onderliggende boodschap is dat hij zich als mannelijk wil presenteren. Mannelijkheid wordt geparodieerd en niet serieus genomen. Mannelijkheid is hier een façade.
DENNIS De jonge buurman Dennis zet zichzelf neer als lustobject. We krijgen hem te zien als hij naakt of half naakt is en met Babette naar bed wil. “Wat ben je toch gevoelloos, ik voel me zo goedkoop,” verwijt Dennis Babette. Hij doet dit met een vrouwenstem. Als zij de deur achter zich dicht trekt om naar haar werk te gaan, roept hij, thuisblijver: “Tot vanavond!”
53
Dennis biedt zijn lichaam aan aan Babette. “Ik heb iets dat u begeert.” Hij heeft moeite met het spel dat Babette in zijn ogen speelt, maar vindt het tegelijkertijd erg spannend, en is dus wel open in wat hij voelt en ervaart. Babette moet lachen om Dennis. Het is duidelijk dat hij slachtoffer is van zijn eigen testosteronspiegel. Qua libido komt Dennis naar voren als ‘een echte kerel’. Als hij zijn gevoelens toont, doet hij dit met een vrouwelijke stem. Toch meent hij hoogstwaarschijnlijk voor een deel wat hij zegt: hij wil liever dat Babette blijft, dat is de strekking van zijn woorden. Aangezien ‘een echte kerel’ of traditionele man zijn gevoelens niet toont, gebruikt hij de vrouw als wapen en parodieert hij haar. Dit komt overeen met een punt van Craig over de klassieke masculiniteit: mannen die niet mannelijk genoeg zijn worden gestraft. Toch maakt Dennis zijn punt. “Tot vanavond!” roept hij in zijn onderbroek naar Babette die naar haar werk gaat terwijl hij in bed achterblijft. Hiermee maakt wordt een grap gemaakt met niet alleen de conventies van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Dennis probeert stoer en mannelijk te zijn, maar ondertussen neemt hij bewust een vrouwenrol aan door in bed te blijven terwijl de partner de kost gaat verdienen. Ook de mannenrol wordt hier geparodieerd.
MIKE Mike lijkt zich in een genderconflict te bevinden. Hij is artiest maar heeft al 10 jaar geen hit meer gehad. Hij is het artiestenbestaan beu: de constante armoede, het leuren met zichzelf. Hij wil een vast inkomen en werken. Hij zegt in deze aflevering zij baan als artiest op en begint als docent voor jong talent. Zijn vriendin Eva is het hier niet mee eens: “Ik werk toch?”, zegt zij. Hij neemt zijn besluit zonder overleg met haar en hij voelt zich er goed bij. Het lijkt of hij zichzelf weer voor vol aanziet. Het is Eva die hem stimuleert voor zijn creatieve (vrouwelijke) kant te kiezen, het is Mike die het zat is en voor de meer traditionele kant van kostwinner kiest. Ook dit sluit aan bij Craigs klassieke beeld van masculiniteit.
JASPER Jasper komt weinig daadkrachtig over. Hij laat zich in bijzijn van zijn ex-vrouw de les lezen door zijn huidige vriendin en van zijn zoon hoor je dat hij veel ruzie heeft met haar. Hij is te weinig in beeld om in het licht van een theorie te houden. Het enige wat gezegd kan worden is dat hij zeer volgzaam is naar zijn huidige vrouw, en dat hij tussen het eerste en het vijfde seizoen is gedumpt door zijn vrouw Donna.
Conclusies
54
Wat kan er gezegd worden naar aanleiding van het ensemble van mannen dat ten tonele is gevoerd in seizoen 5? De mannen zijn divers. Wat opvalt is dat het veelal afhankelijke mannen zijn. Bart probeert zich te voegen naar ‘de vrouw’, Jasper probeert zich te voegen naar zijn vriendin. Dennis is slaaf van zijn libido en afhankelijk van Babette. Van Max weten we nog niks, alleen dat hij bestaat zoals hij in de fantasie is van Babette. En Mike was tot op heden afhankelijk van zijn vriendin die zijn manager was en dus zijn financiën regelde. Hij heeft zich na 10 jaar uit deze rol losgemaakt en heeft gekozen voor een meer klassieke genderrol.
Bart, een twintiger, lijkt zoekende naar zijn rol: ben ik mannelijk en hoe mannelijk of vrouwelijk moet ik zijn om in de smaak te vallen? Deze zoekende fase lijkt op die van een kind in de puberteit en is te vergelijken met de opmerkingen uit hoofdstuk 3 over Manhood. Tegenwoordig is niet alleen vrouwzijn een zoektocht, maar ook manzijn. Mike komt door het zelf kiezen voor werk van een feminiene in een door Craig beschreven klassieke genderrol terecht. Dennis zoekt naar een rol en gebruikt een andere rol die hem niet ligt (piepstem) om toch zijn gevoelens kenbaar te maken. Jasper lijkt zich bewust te willen voegen naar de wensen en eisen van zijn vriendin en eerder van zijn vrouw om in de smaak te vallen. Alle mannen, behalve Max van wie het niet duidelijk wordt, willen bij een vrouw zijn: Mike geeft een ketting en toont zo zijn genegenheid, Jasper loopt slaafs achter zijn vriendin aan, Bart probeert zich populair te maken bij het andere geslacht en maakt Catherina duidelijk dat hij haar leuk vindt en Dennis wil bij Babette zijn. Tegelijkertijd wordt de mannelijkheid onderuit gehaald door er in alle gevallen een parodie van te maken.
§ 4.4 De vergelijking
In deze slotparagraaf van hoofdstuk 4 gaan we kijken welke postcultureel feministische waarden er blijven bestaan in de serie over de seizoenen en waar zij eventueel ten opzichte van elkaar verschillen. Daarna zien we welke gaze er is in de serie en welke betekenis en consequentie dit heeft. Vervolgens zien we welke genderrollen er neergezet worden over de seizoenen binnen de serie en hoe dit aansluit bij de literatuur uit de voorgaande hoofdstukken. Hiermee beantwoorden we de hoofdvraag: Welke genderrollen krijgen mannen toebedeeld, wanneer vrouwen ze, gezien vanuit het hedendaags feminisme, zelf ontwerpen?
55
Vrouwencultuur Zoals beschreven voldoet de serie aan de eisen van een vrouwencultuur, een product van vrouwen voor vrouwen. Het heeft alle kenmerken in zich –de feelgood-ervaring blijft in beide afleveringen overeind, hoewel de cast verschilt van samenstelling blijven het toch sjabloonachtige karakters die tegenover elkaar komen te staan in hun standpunten, het is spannend, commercieel en er is een aparte ruimte voor de vrouw gereserveerd binnen deze uitingsvorm van vrouwencultuur. De man wordt niet ontkent, maar binnen de mannelijke ideologie die binnen de serie overeind blijft gaat het discours uit van de leef- en belevingswereld van de vrouw.
Solidariteit Een belangrijk uitgangspunt van het hedendaags feminisme is de solidariteit tussen vrouwen. De solidariteit is een belangrijk element in de serie: het houdt de plot gaande. Doordat de vriendinnen elkaar telkens opzoeken mengen zij zich in elkaars verhaallijnen. Ze steunen elkaar en zijn eerlijk. Er is echter een verandering op te merken in de 5 seizoenen die de serie loopt. In seizoen 1 komen de vriendinnen naar elkaar toe en is de solidariteit onuitgesproken. In het vijfde seizoen vraagt Donna expliciet om hulp aan al haar vriendinnen. Dit wordt door de makers parodiërend neergezet: terwijl Catherina vertelt hoe belangrijk haar vriendinnen zijn geeft ze ‘geen thuis’ aan Donna. Indirect is de oorzaak hiervan een man. Ook haar andere vriendinnen hebben geen tijd voor haar (oorzaken: werk en een moeilijk gesprek met een man). Toch komt niemand hier op terug, er worden geen verwijten gemaakt. De individuele ervaring gaat voor op die van de groep als geheel.
Wat de serie dus onbewust uitdraagt is dat vriendschappen belangrijk zijn, maar dat een man altijd voorrang heeft. Dat is wat er uit deze twee afleveringen zowel direct als indirect naar voren komt.
In beide afleveringen blijken de vrouwelijke personages een onderlinge sterke band te hebben die pas naar voren komt in bijzijn van een andere vrouw. Deze andere vrouw wordt niet opgenomen in de groep, maar wordt verbaal aangevallen waar de vriendinnen zwijgend mee instemmen.
Professionaliteit en moederschap Anders dan de literatuur van Brinkgreve en Brunt suggereren, hebben de vrouwen in de serie geen moeite met de beslissing rond het wel of niet krijgen van kinderen. Voor Finette was het de reden dat ze haar vriend de wacht aanzei.
56
Donna benoemt haar kinderen het mooiste wat haar is overkomen, maar dat staat haar niet in de weg te werken. Ze krijgt alimentatie van haar ex-man Jasper. Ook voor Catherina lijkt het in de geanalyseerde afleveringen geen issue te zij dat ze een kind heeft. Bij haar zwangerschap maakt ook niemand een kritische opmerking of heeft ze het over werk. Alle vrouwen gaan aan het werk of werken. Ze bekleden topfuncties en rommelen in de marge, zoals de vrouwen sjabloonachtig tegenover elkaar worden gezet, zo wordt ook hun werk door hen allemaal anders opgevat. Werk wordt vooral gesuggereerd. De vrouwen doen alles tegelijk en slagen daarin. Het is niet zo dat ze twijfelen of ze het allemaal ook goed doen, zoals Coward suggereerde. Als Donna haar scheiding uitlegt aan Eva komen de effecten voor de kinderen niet ter sprake.
Gespreksonderwerpen / Houding naar mannen Hoewel de inhoud verschilt tussen seizoen 1 en 5 blijft de boodschap gelijk. Mannen zijn een zeer belangrijk onderwerp van gesprek. De vriendinnen zoeken allemaal een man of hebben er één wat dan vervolgens een bron van problemen is. Ze balen van hun man (Mike), hebben hem de wacht aangezet (Adriaan), zien zij intenties niet (Bart), worden moe van zijn bezorgdheid (Bob), weten niet hoe ze hem aan moeten pakken of wat hij bedoelt (Frank), is te saai (Jasper), laat over zich heen lopen (Jasper), is leuk als speeltje maar verder niet (Dennis), doorzien hem niet maar verwachten er veel van (Max).
Wanneer ter sprake komt wat ze van een man willen spreken ze zichzelf tegen. De mannen durven volgens de vrouwen geen ruzie te maken, moeten opgevoed worden of kunnen eigenlijk niet opgevoed worden. Wanneer er een keur aan mannen voorbijtrekt op een tvscherm kan geen van hen de goedkeuring van de vrouwelijke personages verdragen. Duidelijk wordt dat ze iemand willen die trouw is, mooi is, spannend, de man moet onafhankelijk zijn en een maatje. De zoektocht naar de ideale man is een klus die een rode draad vormt in de levens van de personages. Tegelijkertijd lijkt de boodschap dat de ideale man niet bestaat en dat er altijd naar iets beters gezocht kan worden. Geen man voldoet aan de verwachting van de vrouwen. Dit is ook te zien aan het feit dat geen van de relaties uit het eerste seizoen standhouden tot het vijfde.
Cameravoering en de gaze R&W houdt er een heel eigen cameravoering op na. Vrouwen worden niet zoals in de theorie
over de male gaze van Mulvey als lustobject neergezet. Er wordt gepoogd mannen en vrouwen gelijkwaardig neer te zetten.
57
Mannelijke personages De belangrijkste conclusie die naar voren kwam uit het hoofdstuk over gender, is dat de westerse man in een spagaat zit. Mannelijkheid is een zoektocht en geen vaststaand gegeven meer, net zoals vrouwelijkheid dat al lange tijd was voor de vrouw. Er worden niet alleen masculiene maar ook feminiene aspecten in zijn karakter en handelen verwacht. Mannelijkheid lijkt een farce, een travestie-act: er moet moeite worden gedaan er als man uit te zien en als dusdanig te handelen, het is geen natuurlijk gegeven meer zoals dat vroeger wel werd ervaren. Omdat het geen vaststaand gegeven is, kan er op een parodiërende manier de spot mee worden gedreven en dat gebeurt dan ook. Tegelijk zijn er de traditionele waarden van masculiniteit als het zijn van de kostwinner of de beschermer van de vrouw. In het eerste seizoen zijn de mannen traditioneel mannelijk en niet op zoek naar een rol. Wel zijn ze op zoek naar een vrouw. Ze zijn mannelijk in hun uiterlijke verschijning en in hun gedrag, maar tonen tegelijkertijd klein feminiene, verzorgende of enigszins kwetsbare kanten. Drie van de vier mannen worden afgewezen of slagen niet in hun toenaderingspoging. In het vijfde seizoen is er niets van deze mannen over. De mannen in seizoen 5 zijn allemaal op zoek naar hun mannelijkheid en hun genderrol: de ‘lege huls’ komt naar voren, de man die op zoek is naar feminiene eigenschappen in zichzelf om dichter bij een vrouw te komen wordt belachelijk gemaakt, de man de probeert een traditionele man te zijn wordt hierin tegengewerkt door zijn partner.
In seizoen 1 werden vooral onafhankelijke mannen neergezet. Hoewel ze niet allemaal met een vrouw waren en dat wel wilden, hielden zij zich staande. In seizoen 5 lijken de mannen vooral afhankelijk van de vrouwen te zijn en wordt hun mannelijkheid en hun zoektocht naar hun eigen waarden op de hak genomen.
Conclusies
Dus: Welke genderrollen krijgen mannen toebedeeld, wanneer vrouwen ze, gezien vanuit het hedendaags feminisme, zelf ontwerpen?
De vrouwen in de serie willen onafhankelijkheid door hun eigen inkomen te verdienen. Ze willen allemaal een man die hen bekoort en bij hen wil zijn –en vice versa. Het meeste waarover de vrouwen praten zijn mannen en relaties en hoe die te bereiken. Achter de schermen krijg je mee dat de vrouwen soms bijna onderdoor gaan aan wat ze voor mannen voelen. Maar: wanneer de vrouwen tegenover de mannen worden neergezet, blijkt de man het nooit goed te doen. De vrouwen tonen dat ze geen man nodig hebben, omdat hun
58
onafhankelijkheid boven alles gaat, een boodschap die je niet meekrijgt als de vrouwen alleen zijn. De solidariteit met de eigen vrouwenclub is zeer belangrijk. Deze solidariteit wijkt alleen als er kans is op een partner.
In hun verschijningsvorm zijn alle mannen mannelijk. In hun gedrag zijn er zowel mannelijke als vrouwelijke elementen waar te nemen. Ze zijn vooral verzorgend ten opzichte van de vrouwen. In hun gedrag zijn ze zoekende naar hun eigen waarden. Het lijkt of de boodschap van de serie is dat, ongeacht om welke man het gaat, mannen en vrouwen nooit gelukkig met elkaar kunnen worden, omdat de vrouwen de mannen nooit accepteren zoals ze zijn. Of ze nou stoer en onafhankelijk zijn, of meer kinderlijk en zoekend zijn naar zichzelf en hun rol. Wat duidelijk wordt is dat de vrouwen niet alleen mannen willen, maar de mannen net zo graag de vrouwen, ongeacht hun voorkomen of leeftijd. Er wordt wel gezocht naar een manier om samen te komen, maar de mannelijke ideologie blijft dominant, ook binnen het discours van deze vrouwenserie. De mannelijke ideologie wordt voornamelijk gebruikt om tegenaan te schoppen. De feministische waarden van de vrouw worden gesteld boven de geloofwaardigheid in karakter van de man: hij wordt eenzijdig afgebeeld in de serie en is hij ondergeschikt aan de vrijheidsdrang van de vrouw. Welke genderrol de man ook vervult, in geen van de rollen wordt hij serieus genomen. Steeds wordt hij ondergeschikt gemaakt aan de wensen en eisen van de vrouw. De vrouwen lijken toenaderingspogingen van de mannen niet te zien. Zij stellen louter hun eigen belangen voor die van de man. Dit is overeenkomstig het individualisme dat de hele westerse cultuur en ook het hedendaags feminisme kenmerkt. Na het verdwijnen van gemeenschappelijk ervaringen en instituten boven ons is het individu voorop komen te staan. En het individu weet minder goed dan een instituut dat het hem of haar verteld welke paden het dient te bewandelen en wat het plafond van iemands ervaringen kan zijn. Na het afwerpen van alle instituten zijn niet alleen vrouwen aan het twijfelen gebracht over hun rol in de maatschappij en hun eigen leven, maar zijn ook de mannen op zoek gegaan naar hun rol. De man, de vrouw, de hele maatschappij lijkt momenteel in verwarring en dit komt ook tot uiting in een serie als Rozengeur & Wodkalime. De blik van de camera laat zien dat mannen en vrouwen gelijk zijn en dat er veranderingen zijn opgetreden in de manier waarop we naar mannen en vrouwen kijken. Dat blijkt niet uit de rest van de analyse van deze serie. Om deze reden waarderen we de serie dan ook niet als motor van maatschappelijke veranderingen, maar bezien we haar als product dat weergeeft wat er speelt in de maatschappij zoals dat is beschreven in de filosofische essays van onder andere Verbrugge.
59
De cameravoering verraadt dat de makers proberen man en vrouw gelijkwaardig af te beelden. In andere opzichten slaagt de serie daar niet in. In feite zijn vrouwen in deze serie afhankelijk van mannen. Mannen zijn tamelijk eendimensionale wezens in R&W. Dat geldt in feite ook voor de vrouwen. De ironie waarmee de mannen worden neergezet, verraadt dat de makers traditionele opvattingen van mannelijkheid en vrouwelijkheid achter zich hebben gelaten. Ze weten hiervoor evenwel geen alternatief te bieden. Het is jammer dat een serie die vertrekt vanuit hedendaags feministisch perspectief geen volwaardige mannelijke en vrouwelijke personages opvoert. Vrouwen en mannen die bij deze serie te rade gaan in hun zoektocht naar invulling van hun genderrol op post-feministische wijze, komen bedrogen uit. In de serie schitteren geen evenwichtige post-feministische mannen en vrouwen, die vrij zijn hun rol in te vullen met zowel traditioneel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen. De vrouw eist haar plek op en wordt hierin vrijgelaten door de man. De man daarentegen zit klem tussen de eisen die de vrouw aan hem stelt en de rol die hij zelf wil vervullen. De conclusie uit deze twee geanalyseerde afleveringen is dat de man het in zijn genderrol nooit goed doet. Vrouwen maken dus mannen die net zo hard zoeken als de vrouwen zelf doen of deden in het verleden. Door de makers wordt zowel mannelijkheid als vrouwelijkheid op de hak genomen. De onderlinge solidariteit wordt op de hak genomen. Het enige wat serieus genomen wordt is het werk en zijn relaties. Maar van werk krijgen we niets te zien en, en de relationele ervaringen lopen alle op teleurstellingen uit.
60
Hoofdstuk 5 – Conclusies en discussie
De hoofdvraag in deze scriptie luidt: Welke genderrollen krijgen mannen toebedeeld, wanneer vrouwen ze, gezien vanuit het hedendaags feminisme, zelf ontwerpen?
Om tot de beantwoording van de hoofdvraag te komen hebben we eerst het feminisme aan een nader onderzoek onderworpen. We hebben gezien dat het feminisme in verschillende splintergroeperingen nog steeds bestaat, en één van die groeperingen hebben wij het postcultureel feminisme genoemd. Binnen postcultureel feminisme is er een plaats voor vrouwen binnen de mannelijke ideologie van de maatschappij waarin ze een eigen discours volgen waarin de vrouw centraal staat. Enkele kenmerken hiervan zijn dus de centraal gestelde vrouw binnen de mannelijke ideologie, de uitingsvorm heeft een commerciële en geen idealistische inslag, het is individualistisch en het stelt dus de ervaring van het individu boven dat van de groep.
Vervolgens hebben we gekeken naar gender in de westerse maatschappij en concludeerden dat de man of mannelijkheid zich in een spagaat bevindt: enerzijds zijn er de traditionele waarden van vroeger die nog steeds aan mannen worden toegeschreven, anderzijds zij er de vrouwelijke kanten in de man die tegenwoordig mogen of zelfs getoond moeten worden. Mannelijkheid wordt niet meer gezien als natuurlijk gegeven maar als iets dat pas na zoeken gevonden kan worden, zoals dat vroeger al voor feminiteit gold. Er is een glijdende schaal in de manier waarop mannen worden neergezet. Eerst werden ze van een lege huls een man met een trauma en een zoekende rol (Verstraten). Vervolgens kwam daar het lustobject bij (Van Zoonen), wat eerder als zeer beledigend door de vrouw werd ervaren. Uiteindelijk verzandde de genderrol van de man in een parodie, als iets dat niet serieus genomen kon worden (Coward) en in die laatste fase lijkt de serie R&W zich ook te bevinden. Wel wordt er een weg afgelegd zoals beschreven in Manhood waarin duidelijk wordt dat mannelijkheid geen vaststaand gegeven meer is maar een proces, zoals ook uitgangspunt is van de CS en het postmodernisme.
In de serie hebben we gekeken welke genderrollen worden vervuld door mannen. Het is duidelijk dat ze zoekende zijn naar wie ze zijn en welke houdingen of gedragingen ze het beste aan kunnen nemen. De gerepresenteerde mannen zijn in alle modellen van de theoretici terug te vinden. Unaniem kwam naar voren dat de mannen in de serie nooit aan het beeld van de vrouw voldeden, welke rol ze ook speelden; die van de klassieke gevoelige man of die van de
61
losbol. Vrouwen lijken mannen in de serie voornamelijk te gebruiken om te laten zien aan elkaar dat ze onafhankelijk zijn. De boodschap lijkt dat ze het onmogelijke willen. Ze willen het niet alleen allemaal en allemaal tegelijk. Maar ze willen het ook nog goed doen, en juist daar wringt de schoen: geen relatie houdt stand terwijl er aan aanbod geen gebrek is. De mannen staan klaar voor de vrouwen.
Natuurlijk is dat laatste inherent aan een serie die door karakters wordt gedreven: als iedereen gelukkig is is er geen drama dat getoond kan worden, maar het zou te gemakkelijk zijn om ons daar bij neer te leggen. Het zegt namelijk wel iets over de maatschappij en de tijd waarin wij leven. Vennix waarschuwde in 1991 dat een masculinisering slecht zou zijn voor de maatschappij, omdat het geen ruimte bood voor zorg en louter voor competitie. Het lijkt dat ook in deze serie, dat mannelijkheid wordt afgewezen. Maar tegelijkertijd staat er geen feminiene maatschappij paraat die de man opvangt die zoekt. Het lijkt of de serie, of de maatschappij is doordrongen van het individualisme dat geen ruimte bied aan zoekenden, terwijl er zo hard wordt gezocht naar de eigen rol. Verbrugge beweert dat seksualiteit in de westerse maatschappij de enige manier is geworden om iets van de eigen ervaring op te doen, om iets te voelen. Ook de serie R&W draagt dit uit door vrouwen troost te laten vinden bij mannen door seks te hebben.
De active audience-theorie gaat er vanuit dat het publiek zelf bepaalt wat het met de inhoud van een aangeboden tekst doet. Het wordt niet volledig verworpen of overgenomen. Wel is een feit dat er naar deze serie bijna een miljoen mensen kijken of hebben gekeken, en dat er dus een miljoen keer deze boodschappen zijn verkondigd. Dus de kans bestaat dat de kijker de idee van man die het sowieso nooit goed kan doen en seks als gebruiksartikel om ervaringen mee te verwerken wordt opgenomen als een ‘normale ervaring’ voor de kijker.
Onder invloed van het feminisme en de andere maatschappelijke stromingen in de jaren ’60 en ’70 kwam het individu en diens ervaringen centraal te staan. Behalve zelfontplooiing hebben deze stromingen ook bepaalde richtingen weggehaald –bijvoorbeeld in de vorm van sacramenten- en is de westerse maatschappij in een zoekende entiteit veranderd. De man zoekt, de vrouw zoekt, maar ze komen niet tot elkaar. Want àls ze tot elkaar komen, is er nooit de zekerheid dat dit het beste is voor beiden: er is altijd een kans dat het gras ergens anders groener is en een nieuwe ervaring op kan worden gedaan. Er is geen instituut dat klaar staat om te waarschuwen voor eventuele gevolgen, want het individu bepaalt zelf wel wat goed of slecht voor hem of haar is. De serie volgt hiermee de samenleving en niet andersom. Het is een spiegel van de maatschappij en geen motor voor veranderingen: het stelt geen zaken aan de kaak die als vernieuwend kunnen worden opgevat. Ook is het niet
62
zo dat op het moment dat de serie begon er thema’s werden aangesneden die tot dan toe onbespreekbaar geacht werden. De getoonde werkelijkheid in de serie kan dus worden gezien als een afspiegeling van de maatschappij of gangbare opvattingen daarbinnen.
In het postcultureel feminisme wordt gestreefd naar een gezamenlijke ervaring, een wijgevoel. Dit gebeurt op veel plekken in de maatschappij, een popconcert van Marco Borsato wordt al als een dergelijke ervaring bestempeld. Duidelijk wordt dat we een maatschappij in verwarring zijn. Misschien is de verwarring de enige factor die ons allemaal met elkaar verbindt. Toch blijven we zoeken, op de buis en in het echte leven, naar andere ervaringen die het tegendeel bewijzen.
Zoals we al aangaven in de inleiding zijn er meer dan genoeg gebieden rond het medium televisie die de moeite van het onderzoeken waard zijn. Wanneer er een onderzoek plaats vindt als vervolg op deze casestudy, zal dat een publieksonderzoek zijn om te zien of de kijker dezelfde mannen ervaart als de theorieën ons voorspiegelen, en of hij zich hier wel of niet in herkent. Ook denken we aan een onderzoek dat de manier waarop de vrouw in een mannenserie naar voren komt, aan het licht brengt. Wellicht nog interessanter is hoe mannelijkheid eruit ziet in een hedendaagse mannenserie, gemaakt door mannen. Is daar net zoveel ironie en parodie op de genderrol en onderlinge solidariteit als in dit onderzoek, en komt ook het zoekende element dat de hedendaagse westerse maatschappij kenmerkt, tot uiting? Waar we ook benieuwd naar zijn, is of deze uitkomsten typerend zijn voor de Nederlandse maatschappij of dat er in omliggende landen dezelfde uitkomsten naar voren zullen komen.
Roel van Bekkum
63
Dankwoord
Tijdens het doornemen van scripties van voorgangers viel het mij op dat er vaak in voor- en nawoorden indirect excuses werden gemaakt voor het feit dat deadlines niet gehaald waren, maar dat er verzachtende omstandigheden waren. Er was verhuisd, er was bronchitis, er was een dode kat, etc. Voor ik de allereerste letter opschreef van het boekwerkje dat u zojuist heeft gelezen of doorgebladerd nam ik mij voor mij niet te excuseren aan het eind van het traject. Ook ik heb mijn deadline niet gehaald en zou daarvoor een verhuizing, een baan, een toneelstuk dat geschreven moest worden en talloze verliefdheden aan kunnen voeren. Dat doe ik niet, maar niet omdat die dingen mij niet zijn overkomen. De enige reden dat deze scriptie later af is dan gepland, is omdat het mij zwaar is gevallen. Behalve het schrijven van de stukken en het analyseren en interpreteren van theorieën en beelden was het een dagelijks gevecht met mijzelf dat me uiteindelijk de meeste energie heeft gekost.
Er zijn een aantal mensen die ik grote dank verschuldigd ben. Dat zijn om te beginnen mijn lieve ouders, mijn broer en zijn vriendin, die me op vele manieren zijn blijven steunen. Mijn goede vrienden en mijn huisgenoten voor de voeding en de support op momenten van twijfel. Geeske Hovingh, Saar Slaghuis, Sabine van den Eynden, Raymond Vet en Maarten Trijsburg voor het meedenken over de inhoud. In het bijzonder wil ik Janneke Stegeman bedanken voor de redactie op mijn stukken, zo ook Marian Schreven, mijn oud-docente van de middelbare school. Ver voor ik het zelf door had, zag zij het belang van mijn scriptie in. Tenslotte wil ik bedanken mijn begeleider Sonja de Leeuw, voor haar goede adviezen en het positief gevoel waarmee ik elke keer weer haar kamertje verliet om verder te gaan met het onderzoek. Een onderzoek waarmee ik niet alleen mijn universitaire carrière afsluit, maar waarmee mijn visie op de mens, de maatschappij en op mezelf, blijvend veranderd is.
Bedankt!
64
Bibliografie
Literatuur
Ang, Ien, The nature of the audience, Questioning the media. A critical introduction. Ed. J. Downing, A. Mohammadi and A. Sreberny-Mohammadi. Sage, Londen, 1995
Ang, Ien, Het geval Dallas, SUA, Amsterdam, 1982
Bignell, Jonathan, Media Semiotics – an introduction, Manchester University Press, Manchester, 1997
Brinkgreve, Christien en Te Velde, Egbert, Wie wil er nog moeder worden?, Augustus, Amsterdam, 2006
Coward, Rosalind, Sacred cows, is femenism relevant for the new millennium?, Harper Collins Publishers, Londen, 1999
Craig, Steve, Considering men and the media, uit men, Masculinity and the media, Sage Publications, Inc., Newbury Park, USA, 1992
Fiske, John, Television culture, Methuen, London / New York, 1987
Gamman, Lorraine, en Marshment, Margaret, The female gaze, The Woman’s Press Ltd, Londen, 1989
Glover, David, en Kaplan, Cora, Genders the new critical idiom, Routledge, Londen, 2000
Gunter, Barrie, Television and gender representation, John Libbey & Company Ltd., Londen, 1995
Hall, Stuart, Representation, Cultural Representations and Signifying Practices, SAGE Publications Ltd., Londen, 2000
Hermes, Joke en Reesink, Maarten, Inleiding televisiestudies, Boom, Amsterdam, 2003
65
Kenny, M., en Stevenson, Nick, Masculinity: a risky path to take?, uit: Jonathan Rutherford (ed), The art of life, on living, love and death, Lawrence and Wishart, Londen, 2000
Metsenaere, de, Machteld en Celis, Karen (ed), Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken, VUBPRESS Brussel, Brussel 2004
Radway, Janice, Reading the romance, University of North Carolina Press, New York, 1987
Sterk, G. & Van Dijck, B. Monitor Diversiteit 2002. Publieke omroep, Hilversum, 2003
Vennix, Paul en Bullinga, Marcel, Sekserollen en emancipatie, Verandering in de kijk op mannelijkheid en vrouwelijkheid, Bohn Staffleu van Loghum bv, Houten, 1991
Verbrugge, Ad, Tijd van onbehagen, Filosofische essays over een cultuur op drift, SUN, Amsterdam, 2004
Verstraten, Peter, Mannelijkheid tussen ironie en naïeve omarming, uit Metsenaere, de, M en Celis, K. (ed), Weten mannen waarom? Mannelijkheid feministisch bekeken, VUBPRESS Brussel, Brussel 2004
Whitehead, Stephen M., Men and Masculinities, Politiy Press, Cambridge UK, 2002
Zoonen, van, Liesbeth., Feminist Media Studies, SAGE Publications Ltd., Londen, 1994
Internet
http://www.cultsock.ndirect.co.uk/MUHome/cshtml/media/radway.html (sept. 2006)
http://www.feminisme.be/afok/krachttermen/identiteiten.html (okt 2006)
http://www.ikonrtv.nl/pastoraat/pastoraat.asp?oId=193&oType=1 (sept 2006)
http://www.kunstbus.nl/verklaringen/actie-tomaat.html (okt 2006)
http://www.oprah.com/books/books_landing.jhtml (sept 2006)
66
http://www.rtl.nl/soaps/rozengeurenwodkalime/index.xml (juli 2006)
http://www.rtl.nl/soaps/rozengeurenwodkalime/makingoff/kleding.xml (okt 2006)
http://www.rosadoc.be/site/nieuw/pdf/factsheets/nr14.pdf (juli 2006)
http://www.talpa.tv/web/show/id=47920/dbid=747/typeofpage=47019 (okt 2006)
http://www.nl.wikipedia.org/wiki/Rozengeur_%26_Wodka_Lime (okt. 2006)
overige bronnen
Evaluatie 2003RGWL.ppt, Evaluatie Rozengeur & Wodkalime, Marketing & Media Intelligence, Aalsmeer 2003
Eynden, van den, Sabine, medeschrijfster R&W, Amsterdam, nov. 2005
HP De Tijd, Themanummer ‘De vrouw’, 14 juli 2006
Jackie, nr 14, 2006
NL20, nr. 35, september 2006 (beeld voorkant)
Rozengeur & Wodkalime seizoen 1, RTL, 2001 (DVD) Rozengeur & Wodkalime seizoen 5, RTL, 2005 (DVD)
Trouw, 24 augustus 2006
67